Een Zomersche dag aan 't Zandvoortsche strand Oók het keffertje moest er aan gelooven, 't eerste bad is griezelig en eng. Te laat gekomen voor den rondedansDe heet die flirt met de zee. verre de baas zijn In ongedwongenheid, znivere spontaniteit, en echte vreugde. En een half naakt kind in het water, of 'n heele hoop half naakte kinderen in de aanspoelende golven zijn de kostelijkste moment opnamen aan het strand. De huilende peuter die bibberende water vrees moet verduwen, en de natte keffer die mcedoogenloos de zee in is gesleurd omdat 'ie ook „pootje baaien" moest, zijn machtig interessant. En de niet meer jonge echtgenooten die elkaar schuchter opnemen bij het origineele voetbad ont snapten evenmin aan 't scherpziende oog van den fotograaf Wij hebben ze hier rechts en links onder aan de pagina gezet, om ze als waardige vertegenwoordigers van het niet luie oudere geslacht, de illustraties der jeugd te laten flankecren. Op de terrassen van de restaurants kunnen wij genieten van het panorama over de kalme zee. Hier boven zitten in de schaduw ook alweer de luierende, de nietsdoende menschen die 't genot van hun siësta veredelen met geurige thee of koffie en met 't concert dat zij te hooren krijgen van 't klassieke strijkorkest dat in deze restaurants nog de macht van de Jazz-band heeft kunnen weerstaan. Tegenover ons zitten in de zwarte schaduw streep van 'n strandhuisje, 7 oude Zandvoortsche veteranen met een huid als van verweerd leer; zii rooken hun neuswarmertjes en dragen dikke wollen truien, en zwarte petjes met glimmende kleppen. Zij hebben wat men noemt, maling aan warmte, badgasten luiheid, restaurants en salon-orchestres maar genieten even goed hun siësta, al zien zij 't nevelende blauwgrijs van de zee, het blonde van de geelwit kuivende duintoppen anders- dan wij. Voor ons stedelingen is dat ruime vergezicht, rust en verademing, zijn die duinen, dorado's buiten ons bereikmaar voor die oude Zandvoortsche kerels, die zwijgend turen, is de zee een boek waaruit zij lezen iederen dag. Zooals wij de courant lezen. Maar steeds keert het oog toch weer terug naar de kinderen. Ze zijn allen waterbouwkundige ingenieurs, graven kanalen, met sluizen en leggen per dag—in hun lieve fantasie natuurlijk een Zuiderzee minstens droog. En zij weten niets van de verraders natuur, van die kostelijke zee, die naar hun bescheiden kindermeening, alleen hier aan komt deinen om ze te kunnen laten „pootje baaien", 't Is goed dat zij't niet weten. Maar't is te hopen da4 zij allemaal spelenderwijs goed zullen leeren zwemmenF. A Na een triestige, troostelooze on Zomersche inleiding van het badseizoen braken Donderdag plotseling de zon en de warmte over het strand los. En de tooverstaf van de klassiekste aller der menschheid welgezinde leeën had niet méér vroolijke levenslustigheid in zóó korten tijd over 't strand kunnen te voorschijn tooveren. Zoo in éénen was het strand een groote speelplaats voor de kinderen en een paradijs van 'n rustoord voor de ouderen. Die lagen lui en beweging loos languit in 't zand of achterover in hun stoelen om gekoesterd te worden door de weldadigheid van de- zon om op één middag de schade van weken in te halen, om absoluut geen atoom te missen van die warme, stovende zonneheerlijkheid. Zoo werd van de luiheid een kunst gemaakt. Een kunst om zoo stil mogelijk te liggen, zoo roerloos mogelijk in de zonnewarmte te broeien, en dan zoo maar gedachtenloos te staren naar parelgrijze verten, naar het hemelhooge blauw Maar alles wat jong was werd geëlectriseerd door deze onverwachte Zomersche gril. Honderden kinderen stoeiden half naakt in het zand en de golven, 't Was een „blond" feest. Want over 't algemeen hebben Hol- landsche strandkinderen blonde of spierwitte haren. De meesten houden er dan ten over vloede nog vuurroode koppen op na. De com binatie is kostelijk. De rood-gebakken kindersnuiten en die peenharen. En ook het zand is blond. En het witte schuim op de golven is in de zon hóóg blond. En de kammen van de duinen, in een ver perspectief zijn Hollandsch blond. De Zon, het blinkende wit, de vroolijk- heid en de kinderen maken het strandbeeld vederlicht, zoodat het als een aquarel vóór je uitgestrekt ligt in de trillende warmte Dit is Zandvoort op z'n best, op z'n mooist en op z'n elegantst. Zóóveel zomer ineens zal wei te veel rijm Daarom hebben wij ons gehaast om vóór de kentering van het weer, deze Zomersche uitbundigheid op een aantal strandkieken vast te leggen. De kinderen zijn zooals immer de dankbaarste en schoonste objecten voor de Camera, omdat zij de ouderen „Een blond festyn". En hei 't was In Mei! (dat het al „in Jani was" deed er niet toe). Laat de vloed na maar komen. Wij overwinnen of sterven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 13