HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN PAPIEREN ROZEN woensdag 22 juni 1927derde blad EEN PERSGESPREK MET DR. F.E.POSTHUMA. te tlanlkem, dien, zij bezit en in deze richting kan zij ook in de toekomst nog een rol spelen. Gaat dc Maat» schappij evenwel van dien weg af. dan is zij onherroepelijk verloren, omdat er in ons land veel betere werkgeversorganisaties bestaan. Aan de breeden is de toekomst. Niet aan de small en. Dat acht ik ook van toepassing op politieke en godsdien» stige groepen, wanneer zij zich op een klein terrein bewegen, daaTOm is er ook van, de communisten niets to vreezen". WU is ibJijkbaar optimist. Dat is ook wel gebleken, toen u tien jaar.geleden met de distributie van levens» midtde-len was belast. Er was toen ai b ij zonder weinig waardeering en niets anders dan c r i t i e k. Deze herinnering aan een moeilijke periode van zijn leven bracht den heer Posthuma allerminst tot sombere ge» dachten. Wanneer de groote bezwa» ren wit dien tijd en de zware verant» woordelijkheid hem toen al gedrukt zonden hebben, daarvan is nu niets meer te bespeuren. Hij ziet er uit als do gezondheid zelf, eeh man die in staat is een groote hoeveelheid werk te verzetten en met dien indruk kwam ook wel overeen, wat hij onmiddellijk op de herinnering "Het volgen, „Ik heb in die dagen ook wel dik» wijls veel pret gehad. U kunt u niet voorstellen, hoe weinig kijk in dien abnormalen tijd werkgevers, en niet eens altijd de heel klein» tjes, soms hadden op hun eigen bc» drijf. Zij kwamen bij mij om hun nood te klagen: nu konden zij hun zaak toch in het geheel niet meer dra ven. Maar wanneer ik dan zei: „U dreef dus uw bedrijf zoo en zoo; maar als u het eens anders probeerde, zou het dan niet gaan?" En dan moesten ze erkennen, dat zij daar nog niet aan gedacht hadden, „maar ja, zoo zou het ook wel lukken". Wat is uw mecning ovot de b ezu i n ig i'ngs c a mp agn e van de Maatschap p ij van Nijver! h e i d? „Ik geloof, dat er hier en daar wel naar geluisterd is en m ieder geval zal het bezuiniig'ingswerk het vergrooten van de uitgaven vaak wel voorkomen hebben. De Maatschappij moet er dus stellig mee door gaan. Dit is zeker, dat er bij de Rijksregcering nog weinig van bezuiniging te merken is". „Kan oen Minister index» daad zelfstandig b ezu in i» gen. Heeft hjj daarvoor niet do voorstellen, althans de medewerking van z ij n amb te» nare.n ooodig? rStellig kan een Minister bezuini» gen, maar hij moet willen en de cou» sequenties daarvan aanvaarden". Loopt hij geen gevaar van stil verzet, van sabotage? „Wanneer <jat voorkomen zou, moat hij ook daartegen opgewassen zijn. Onze ambtenaren hebben geen te hooge ttriacteaneiniten maar ex zijn er 'te veel. Ails er een goede wachtgeld» regeling wordt toegepast, zouden de Staatsuitgaven door de vermindering van het aantal ambtenaren heel snel afnemen het is merkwaardig, hoe dat afneemt door overlijden of door overgaan in een andere positie. Maar een goede wachtgeldregeling is daarvoor noodig, want de mon6oh.cn mogen er niet de dupe van wonden, dat zij vroeger overbodig zijn aarnge» steild. Een van de middelen om de iin» dusbrie in Nederland wait ruimte te geven is vermindering van den be lastingdruk." Heeff u nog speciale wenscJicn voor de Maat» s c h a p p ij van N ij v e r he a d „Ja", zei de heer PosÜroma lachend, ,,ecn beetje meer contributie". U treed't ®u af als voorzat» ter, niet waar? „Ja, mijn tijd is om, ik heb de funotie altijd met genoegen waargono» men." Jammer, da? 'de veTtTeik» kende secretaris, de DR. F. E. POSTHUMA Precies negen uur zat ik tegenover rden heer Posthuma in het bureau van Centraal Beheer aan dc Zeestraat in den Haag, aan een tafel waarop meer dan een half dozijn stapeltjes papieren op afdoening wachtten. Niet omdat onze oud»minister geen systematisch werker zou wezen (die eisch kent ieder» een die stoer arbeidt, omdat hij het druk heeft) maar omdat hij weken af» wezig moest zijn voor conferenties in het buitenland. Die tafelvol was een zachte waarschuwing om het niet lang te maken, maar ik had het toch niet kunnen laten om den heer Posthuma te interviewen vlak vóór dc algemeene vergadering van dc Maatschappij van Nijverheid en Handel, de feestverga» dering bij het 150»jarig, bestaan. De eerste vraag lag voor de hand. Hoe ziet den toestand van de n ij v e r he i d in N c d er» land op dit oogenblik? Het antwoord was rechtuit, oobewiro.» peld en duidelijk. De heer Posthuma heelt, ofschoon hij jarenlang de sfeer van de Regecringsgebouwen heeft inge» adenid, niets van een diplomaat. Mar van de practijk is bij, volop. ,,Ik heb den indruk, dat de groote meerderheid van onze industrie worstelt met de moeilijkheden der tij» den, vooral hot gedeelte dat te maken heeft met de export; ik weet niet, of ik daaronder ook begrijpen moot dc tex» ttelnijverheid in Twente, 'k Heb zoo'n gevoel, dat die haar pad vrijwel weet schoon te vegen. Daar zijn plannen tot verbetering en uitbreiding, die het be» wijs leveren dat men bereid is nog meer kapitaal in het bedrijf te steken. Dat zou men niet doen, als men niet de hoop koesteren mocht, dat liet wel slagen zou. Ook de tabneken waar een bijzonder product wordt gemaakt, die dus wat beters leveren, staan cr niet ongunstig voor. Natuurlijk is een van de redenen, waarom de Nederlandsche nijverheid in 't algemeen moeilijke da» gen beleeft, dat er overal hooge tarief» muren om de vreemde landen zijn op» getrokken", Meenï U, 'dat men in het buitenland niet zelf ook nadeel ondervindt yam die hoPge tarieven? „Ik heb den indruk, dat de toestand er soms nog sleöhter is, dan in Neder» land. Natuurlijk is het buitengewoon moeilijk voor een vreemdeling, om dat met zekerheid te oonstateeren, maar ik reis veel voor de internationale land» bouwvereeniging, dc organisation in» ternationale d'agriculturc, waarvan ik voorzitter ben. Voor het slechten van die tariefmuren ben ik zeer pessimis» tïsch over de resultaten van de econo» mïsche conferentie te Genève". D e Maatschappij van N ij verheid herdenkt nu haar 150»j arig bestaan. Zij heeft in dien tijd al verschillende wegen ge» volgd, zich soms tocgc» legd o-p prijsvragen, dan weer meer op tentoon» stellingen. Wat denkt u an haar toekomst? Bij die vraag ging de heer Posthuma eens verzitten, daar het hier om een groot principe ging. ,;De Maatschappij kent geen. ver» deeling naar belangen van werkgevers en die van werknemers en evenmin verdeeling naar verschillende kleu» ren. Altijd heeft de Maatschap» pij ten doel gehad de bevordering van de volkswelvaart in het algemeen; daaraan heeft zij den grooten invloed Keer 'de Clercq, o,p de vergadering zelf af» scheid kan komen neanen. Ik heb gehoord, d a f h e t voor zijn gezondheid bc» ter is, d'at h ij het niet doet, „Acht jaar heb ik mot de Clorcq samengewerkt. Wij kenden elkaar vóór dien tijd in het geheel niet, maar uit onze samenwerking is een groote vriendschap ontstaan. Met groote warmte sprak de heer Posthuma over den afgetreden sccrota» ris; het was aan den toon te hooren. dat hij den hccT de Clercq bijzonder waardeert. Maar het werd tijd. om heem te gaan. Er was al een andere bezoeker aangediend, aam wien in de waohtka» mor een stoel was gegeven. De anme man zat daar oog, ik durfde mij zijn wanhoop niet op den lials halen. Dus nam ik afscheid, dankbaar voor het prettig bezoek. Waren al de geïn,ter» view den maar zoo. De heer Posthuima hoeft een rechtudte manier van spre» kon. Hij tracht zijn antwoorden niet te omhullen met geheimzinnigheid, noch te verfraaien. Men weet precies wat hij meent en bedoelt. Een. vier» kante o-pre oh to Nederlander. J. C. P. STADSNIEUWS. „de lichthoeve" te santpoort. NIEUWE GIFTEN. De Zusters van „De Lichthoeve", Kweekerslaan 13—17 te Santpoort, be richten weer met groote dankbaarheid de volgende giften: „Opoe van der H." 0.25, een restant van het liefdadigheidsconcert f 18.65; van den A. f 25, mevr. V., te Bloemen- daal f 100, mej. De K., jaarl. bijdrage f 2.50, K. f 2.50, mej. H. f 1, D. te Be verwijk f 5, mej. D., Apeldoorn, f 2.50, mevr.. C.—van G., Bussum, f 2.50, me vrouw C.v. M., f 10, J. G.r IJmuiden f 3, C., Haarlem, f 2.50, mevr. M gravin van L. S. Santpoort f 20, mevr. wed. Dr. N., f 2.50, mevr. Q. v. U. f 5, R. te Santpoort f 5, mevr. Sch., f 10, Ds. T., te Heemstede f 2.50, mevr. T. K., f 10, mevr. V. f 5, mevr. V.N., te Bloemendaal, jaarlijksche gift f 10, me vrouw van B. f 5, mevr. J. van R. Den Haag, f 5, mevr. I. te Houten f 5, van B. te Santpoort f 2.50, T. v. B. f 10. mej. F. f 2.50, Een babypop (die bij de opening van het nieuwe gebouw bijdra gen vroeg voor Radio voor „De Licht hoeve") f 28.29, uit de collectebus by de opening van het nieuwe gebouw f 71.67, van N. N. door bemiddeling van mevr. Van B. f 50.25, K. f 4.50, mej. S. f 0.50, N. N. f 2.50, monsieur Van St. te Brussel f 20. Totaal 453.01. Aan stoffelijke blijken van medeleven ontvingen de zusters de volgende goe deren: Twee honderd pond heerlijke eerste soort rijst van den heer v. uit Amsterdam, nieuwe pan van mevr. G. uit Santpoort, mooie plaat op de kleu terzaal van Freule S. van der O., Zeist, limonade en een blik koekjes-van me vrouw S., eigenhandig gemaakt schilde rij, tekst: „Laat de kinderkens tot Mij komen", van den heer V., dames S. en M. mooie gong, prachtige ets, Christus figuur, van den heer en mevr. K., kleer tjes van mevr. H., kleertjes, mooi nieuw en eigengemaakt van den moederkrans uit Haarlem en Velsen, koek en kleer tjes van de fam. van D., twee mooie stoelen van de firma O. uit Santpoort, mooie planten en manden met bloemen voor de opening, pak kleeren van mej. F., ledikant mét matras en deken van mevr. v. d. B., te Haarlem; mevr. van der G., kapstok, mevr. van der M., klee ren en speelgoed, kleertjes van mevr. V., mevr. van B., kleeren en nfeuwe kou sen; mevr. L. V., speelgoed, kleeren en schoenen, twee hangmatten; V. te Am sterdam, twee doozen met pijpen om bellen te blazen, pinda's en kinderwa gens; R., flesch zuurtjes en koekjes. Al deze blyken van sympathie vervul len het hart der zusters met vreugde. Het mooie, nieuwe huis is weer te klein. Verleden week waren het oude en het nieuwe huis vol met twee-en-vijftig kinderen. De zusters moesten, hoe het haar ook speet, veertien aanvragen af wijzen. VOLBRACHTE DIENSTTIJD Eervol ontslag is aangevraagd tegen 1 September a.s. door den heer W. Hoefman, waarnemend hoofd aan de openbare school aan dc Tempeliers» straat. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 927 DE WERELD OP Z'N ERGSt Als by Keesje Kommer een biljet „be smettelijke ziekte" op de deur hangt en Keesje is de eenige die een bal heeft. (Nadrulc veiWden.) rapport der staats: commissie-rutgers. DE SUBSIDIES VOOR VOOR BEREIDEND H EN M.O. Verschenen* is het verslag der Staats commissie aan wie was opgedragen te overwegen in hoeverre de regeering met inachtneming van de grenzen die de openbare kas stelt: a. normale ontwikikeilng van. het openbaar, zoo» wel als van het bijzonder vooxberei» dernd hooger» en middelbaar onder» wijs ook in de toekomst kan mogelijk maken; b. een -redelijk verband' kan bevorderen fusschen de salarissen van het personeel van het MjO. aan Rijks» scholen, het personeel van het voor» bereidend hooger» en middelbaar on» derwijs van gemeentescholen en het personeel van het voorbereidend hoo» ger» en middelb. onderw. aan bijzonde re scholen. Bij het overwegen van de eerste vraag is de commissie tot het besluit gekomen dat het niet mogelijk is een stelsel te ontwerpen waarin do groei van het voorbereidend hooger» en mid delibaar onderwijs in een bemaalde ver» bondon)0 zon worden gebracht tot dc maatschappclijlke behoeften van perso» nen die zulk onderwijs hebben geno» ten. Met die conclusie is naar haar meening de vraag eohter nog niet be» antwoord. He>t is de vraag in boe» verre de regeerinig en normale ontwik» keling van het voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs kan mogelijk maken. De commissi e' heeft overwogen op welke maatregelen der regeerinig in dit verband hot oog moot geslagen worden en nagegaan of er aanleiding bestaat tot bepaalde wijzigingen. De commissie fieeft zich o.m. de vraag gesteld of de bestaande subsidiiesrege» lingen hot stichten van bijzondere gymnasia en H. B.sscholen te gemak» kelijlk maken en of er aanleiding zou kunnen zijn, zwaarder lasten te laten komen vocxr rekening van hen, die bijz. scholen oprichten en in stand houden. Het komt do commissie echter voor dat er geen aanleiding is de financiee» Ie moeilijkheden voo-r bijzondere scho Ien te verzwaren, teneinde eon onge» wenschte uitbreiding dier scholen te voorkomen. Dc offers zijn reeds be» langrijik genoeg om terug te houden van lichtvaardige schoolstichting. Verder oordeelt de commissie dat er geen aanleiding aanwezig is om medezeggenschap te geven aan de re» geering over het stichten van nieuwe gemeentelijke scholen voor voorberei INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. ARR's rriOÜTBROOD REGELT DE SPIJSVERTERING. 8 dend hooger cn middelbaar onder» wijs wanneer die geheel voor rekening der gemeente '..omen. De commissie is niet van mecniing, dat dc wet van 28 JuLi 1924 zonder meer in stand behoort te blijven. Wanneer de bevoegdheid van d<j re» geering om uit te maken of eetn bij» zonder geval aanwezig is, waarin een uitzondering kan gemaakt worden op het voorschrift, dat voor H. B. S. of gymnasia, na 6 October 1921 geopend, geen subsidie uit 's Rijks schatkist ver ieend wordt, blijivend in dc wetgeving wordt opgeijpmen, acht de commissie zooveel mogelijk waarborgen noodza» keiijik dat bij gebruikmaking van die bevoegdheid willekeur zal zijn uitgesloten. Zoodanige waarborgen meent zij te vinden: le. In het aangetven, inalgemeene termen van dc factoren, waarvan de beslissing afhankelijk moet zijn; de rc» geering zal hebben te beslissen of, gelet op dc verhooging der rijksuitga» ven daaraan verbonden, dc behoefte aan de school voldoende is gebleken; 2e. in het voorschrift dat het ad» vies van den Onderwijsraad moet wot den ingewonnen; 3c. in de verplichting een afwijzende beschikking te motive eren; 4e, in de bepaling, diat hij de mede» deeling van de afwijzende beslissing het advies van den Onderwijsraad ter kennis van den aanvrager gebracht wordt. Ten aanzien van de tweede vraag stelt de commissie onder mee-r voor aan art. 36 bis der Middelbaar Onder» wijswet oen derde en vierde lid toe te voegen luidende: Subsidies voor scholen waarvoor nog geen rijkssubsidie toegekend werd, alsmede vedhooging van subsi» diie, wegens uitbreiding van scholen, kunnen slechts verleend worden, in» ,dien op verzoek van het gemeentebe» stuur na ingewonnen advies vüq den Onderwijsraad bij K.B. bepaald is, dat in verhouding tot de daaraan veibon» den veohooging der Rijksuitgaven de behoefte van de school of aan de uitbreiding voldoende gebleken is, SÜPPLETOIRE PROVINCIALE BEGROOTING. Ged. Staten bieden den Provincialen Staten ter vaststelling aan'een zesde suppletoire begrooting der provinciale inkomsten en uitgaven voor den dienst 1926. Ze is opgemaakt tot een totaal be drag van 17.809.87. LICHAAMSOEFENINGEN BIJ HET L. O. De afdeeüng Haarlem van de Ver» ceniging van Gymnastiekonderwijzcrs zal 30 Juni door de kinderen uit de zesde leerjaren de vaardighcidsproe» ven voor het diploma doen afleggen. Dat gebeurt in gymnastiekzalen cn in de open lucht. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. orhasig/»^ - IETS BIJZONDERS FAILLISSEMENTEN. Door de Haarlemsche rechtbank zijn in staat van faillissement verklaard: 1. Jan Valk, koopman in vodden te Koog aan de Zaan, Reëelenstraat 24; curator Mr. G. W. C. Pliester alhier. 2. D. Boot, koopman te Purmerend; Breedstraat 3; curator Mr. H. H. Riepma te Edam. Rechter-commissaris Mr. H. van Lo- ghem de Josselin de Jong alhier. Opgeheven werden de faillissemen ten van: 1. C. van der Voorcn bakker te Sant poort; curator Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys alhier uitgesproken 14 Juni 1927; 2. A. Lestrade, winkelier te Haarlem, Glasblazerstraat 2a en b; curator Mr. H. Ph. Visser 't Hooft alhier; uitgespro ken 7 Juni jL 3. H. G. van Dijk te Zaandam curator Mr. H. H. Riepma te Edam; uitgespro ken 18 Januari 1927. '4. II. B. van der Hoeff, wonende te Haarlem Kruisweg 70 B rood curator Mr. F. A. Davidson alhier; uitgespro ken 7 Juni jL By arrest van het gerechtshof te 'Am sterdam d.d. 25 Mei jl. werd het von nis der rechtbank alhier vernietigd, waarbij H. Th. M. van Balgooy (zich ook noemende en schrijvende H. van Balgooy) alhier werd in staat van fail lissement verklaard. STANDPLAATS OF STOPPLAATS? Zooals onze lezers weten zijn or op verschillende plaatsen in onze buiten» wijken borden geplaatst, waarop aan gegeven staat, dat autobussen daar mogen stoppen voor het in» en iritUa» ten van passagiers. Vanmorgen wend cr ook op den Heereniweg bij^de Span* jaaTdslaan zulk een bord geplaatst: „Standplaats voor autobussen". De bedoeling zal natuurlijk ook hier wel zijn, dat de autobussen hier alleen maar even mogen stoppen cn geen standplaats innemen. HET CONTRACT BIJ DE SIERKAN Namens de afdeclingen van den Cerrtralcn Bond van Transportarbeé» ders cm den Ned. R.K. Zuivel ea Margarmesbewerkcrsbonden is het personeel van de Haarlemsche Melk» inrichting de Sierkan uitgenoodigd tot het bijwonen van een debatvergadering op heden Dinsdagavond. Op deze ver» ga dering zal tusschen de hceren G. Zicvenink van den Central on Bond en J. Verhaar van den R-K. Bond gode» batteerd worden over de opzegging van het contract bij de Sierkan. FEUILLETON DE ROMAN VAN EEN CIRCUS» MEISJE Uit het Engelsch van RUBY M. AYRES. Vertaald door J. van der Sluys. (Nadruk verboden). 85) Het gezicht van het kruispunt stuitte den stroom van zijn gedachten en de slanke kerktoren van Bedmund kwam nu boven de boomen uit. Een impulsief verlangen om het schemerige kerkje nog eens te zien, greep hem aan. Hij hield stil, bij de ingangspoort. Hij schreed over het hellende kerkhof en ging de kleine deur binnen. Opnieuw kwam hij onder den indruk van het somber-plechtige van dit simpele dorps kerkje. Voor het altaar brandde een eenzaam rood licht en de amechtige koster was bezig in de banken gebeden- boeben recht te leggen. Hier was bij getrouwd! Daar was het venster, waardoor een bleeke zonne straal op Rosalie's gezichtje was ge vallen. Nog geen drie wekenhet leken jaren. De koster keerde zich toevallig om en de beide mannen keken elkaar een oogenblik aan; Daarop lip Roderick haastig naar buiten. Hy reed weg met het gevoel alsof hij van een begra®nis kwam, maar toch had hij niet het gevoel, dat het Rosalie was geweest, die hij in het graf had ge legd.... De wagen zou juist de laan inzwen- ken toen Roric uit alle macht remde en met schrik in zijn stem waarschu wend riep: Pas toch op, in vredesnaam. Een man sprong plotseling naar den kant van den weg.... nauwelijks ont snapt aan de kans om overreden te worden." Roderick draaide zich op zijn plaats om, toen hij langzaam verder reed, een boos woord op de lippen. Maar het bleef op de lippen, want de man, dien hij bijna overreden had, was ge brekkig, had lange ledematen en dik stoppelig haar en sombere kwaadaar dige oogen onder ruige, overhangende wenkbrauwen. In zijn handen droeg hij een bos prachtige roode rozen. Roric herbende hem met een schok: het was Bunch, de man van het circus. Een oogenblik slingerde de kleine wa gen hevig; door den schok en de schrik had Roric bijna zijn meesterschap over het stuur verloren en het scheelde niet veel, of hij was in een sloot terecht gekomen. Maar hij had zichzelf ter stond weer in bedwang en greep met zijn sterke handen het stuurrad stevig vast, de wagen bleef veilig op den weg. Hij stopte en sprong er uit en holde te rug naar de bocht, waar de man opeens verdwenen was. Maar er was geen spoor meer van hem te ontdekken; ,het leek wel, alsof de aard zich had geopend en hem verslonden had. Roric ging op den berm staan en turude over de wazige velden, maar ner gens was de misvormde figuur met zijn vlammende bos roode rozen meer te be speuren. Het scheen by'na of de heele ontmoeting, het gevaar van de aanrij ding een visioen was geweest, dacht de jonge Briton, toen hij weer naar den wagen terugliep en de terugreis aan vaardde. Den volgenden morgen reed hij weer denzelfden weg; scherp uitkijkend naar alle kanten, maar van Bunch geen spoor. Wel ontmoette hij Brenda Myers weer bijna op dezelfde plaats als gisteren en hij vroeg zich een oogen blik af, waar die toch steeds heenging. Maar erg interesseeren deed het hem niet en een oogenblik later was hij de ontmoeting met haar weer heelemaal vergeten. HOOFDSTUK XVIII. Dien avond sloeg ht weer plotseling om; er stak een felle Oostenwind op, vergezeld van ontzettende regenbuien; het werd echt boud en guur hei-fstweer. Roric huiverde terwijl hij zijn eenzaam middagmaal gebruikte. Blunt, de trouwe butler, die best merkte dat zijn jonge meester zich duch tig verveelde, merkte bescheiden op, dat het nu de goede, tijd voor de konij nenjacht was en dat de meeste heeren uit Londen dol waren op deze sport. Roric nam de wenk dankbaar aan. Hij inviteerde dienzelfden avond nog en kele clubvrienden. Drie namen de uit- noodiging aan en, hoewel het weer nog niet bijzonder opklaarde, steeg Roric's stemming bij de minuut. De drie vrienden kwamen 's Woens dags met elkaar aan. Er was juist een hevige bui gevallen, waardoor de we gen vol modder en glibberig waren toen Roric hen met zijn autotje van het station haalde. Met een beetje goeden wil kunnen jelui er alle drie wel in, zei hij opge wekt, Het is bovendien maar een klein eindje. Toen ze op „Four Winds" aankwamen waren ze zoo uitgelaten als schooljon gens, die met vacantia thuis kwamen. Blunt was in zijn schik; hij hield van vroolyk gezelschap en sinds den dood van de jonge vrouw des huizes, waren gasten en vooral vroolijbe een zeldzaamheid geweest. Halsham was een van de drie gasten. Ondanks zijn eigenaardige opvattingen van geldzaken was hy wel een aardige kameraad, die met allerlei grappen en rake opmerkingen ds vroolybheid in een gezelschap kon gaande houden. Hij was nooit tevoren op het landgoed ge- weest en het overtrof zijn stoutste ver wachtingen. Drommels Briton, dat is niet mis! Geen wonder, dat alle moeders met dochters je naloopen! De onschuldige opmerking trof Roric onaangenaam. Plotseling moest hij weer aan Lilian denken. Hij was eigenlijk verbaasd, dat hij zich sinds zijn aan komst op het buiten ir. zijn gedachten zoo weinig met haar had bezig gehou den. Maar zij behoorde voor hem tot het begrip „Londen" en de voorstelling van haar persoon verbond zich voor" hem met dure Wester.öwinkels en mon daine restaurants. In het bader van het leven op zijn landgoed paste zij niet. Een van de anderen mengde zich ook in het gesprek. Zeg Roric, dat is ook wat, wat ik gisteren op de club over je hoorde beweren: iemand beweerde no- tabene, dat jegetrouwd bent. De verteller leunde achterover in zijn stoel en schudde van het lachen. Maar Roric lachte niet mee. Hy hield zich overigens gqed en vroeg baim: Wie was die gek, die dat vertelde? Maar Bansholl liet zich niet vangen. Ik heb plechtig beloofd zijn naam niet te noemen. Roric dronk zijn glas leeg en Halsham, die naast hem zat, zag dat zy'n hand beefde. Hij sprong op eens op en hief zijn hand omhoog in het roode schemerlicht. Op de gezondheid van de toekom stige mrs. Briton, wie het ook mag rijn, zei hij vroolijk. Dat ze gelukkig mag worden, hè Roric? Maar de jonge Briton antwoordde niet. Hij dacht op eens weer aan Rosa lie, zooals ze hem vol teederheid aange keken had, dien ochtend na hun trou wen. Den volgenden morgen regende het niet; de geweren werden voor den dag gehaald en' 'smiddags werd er 'n groote opruiming 'gehouden onder de konijnen- bevolking van de streek. Maar de echte afleiding schonk de jacht hem toch niet. De gebeurtenissen van de laatste weken wilden maar niet uit zijn hoofd verdwijnen. Het leek wel een steeds- doordraaiende film, die hij niet bij machte was stop te zetten. Aan den maaltijd na de jacht zei hy plotseling midden in een prachtig ver haal van Halsham: Zeg eens, is iemand van jullie bij de begrafenis van Barlett Querne geweest? Er volgde een pijnlijke stilte. De vraag viel ook wel wat plotseling midden in de feestvreugde. Ik ben er geweest, zei Banshell. Reusachtig vertooning. Moeten een enorm fortuin aan bloemen besteed heb ben. Maar hy scheen overigens kip nog kraai op de wereld te hebben. Allemaal lui als wy waren er by, die er in wer-* keiykheid nu niet zoo erg cm treurden, .(Wondt vervolgd), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9