VICTORIA-WATER HAARLEM'S DAGBLAD DE GROOTEN DER HISTORIE. HAARLEM'S A.S. RAADSVERKIEZING. Haarlemmer Halletjes. ZATERDAG 2 JULI 1927 DERDE BLAD Nicolo Paganini, 17841840. Nicolo Paganini Nicolo Paganini wordt algemeen er kend ais de grootste viool-virtuoos die ooit geleefd heeft. HU was een zonder ling mensch die zich geen vrienden wist te maken, alleen bewonderaars en vijan den. Dat lag niet zoo zeer in het feit dat hij groote ondeugden .bezat, want menschen met groote ondeugden heb ben zich toch vaak trouwe vrienden verworven, maar in zijn gebrek aan ge nerositeit. Hij was, volgens hetgeen van hem door zijn tijdgenooten getuigd wordt, door en door een egoïst. Aan vankelijk leidde hij een stormachtig le ven door zijn hartstocht voor vrouwen en voor het spel en zijn wilde verkwis tingen; later sloegen de laatste om ln een merkwaardige schraapzucht, en toen hij stierf had hij een fortuin van twee millioen francs bijeengegaard. Zijn zoon Achille, het eenige kind uit een kortstondig huwelijk, schijnt de eenige mensch geweest te zijn voor wien hy werkelijke toewijding voelde, en de jon gen bleef onafscheidelijk van hem tot zijn dood. Hij was een geweldig virtuoos en zijn zonderling uiterlijk zijn magere ge stalte, doodsbleek. Ingevallen gelaat, lange zwarte haren en diepliggende donkere oogen, vol ingehouden harts tocht droeg er veel toe bij dat men hem als een duivelskunstenaar be schouwde. Zijn spel was niet alleen virtuoos maar ook geweldig aangrijpend. Querldo heeft in een studie de beschrij vingen van Paganini's tijdgenooten trachten saam te vatten en te herschep pen tegelijk door hem „een soort van muzikale Svengali-Cagliostro" te noe men. Chopin, Heine, Liszt en Berlioz verafgoodden zijn spel. Hij kon weenen, snikken, fluisteren, schateren en uitda gend Jubelen op de viool..— Den Ï8en Februari 1784 werd Nicolo Paganini te Genua geboren. Zijn vader, die een kramer was, speelde nogal goed viool en mandoline, en toen hij al heel spoedig ontdekte dat het kind bijzon deren muzikalen aanleg had begon hij zelf zijn zoon te onderwijzen. Nicolo leerde alles zonder de minste inspan ning. en toen hij zes jaar was kon zijn vader hem niets meer onderwijzen. Toen kreeg hij eerst lessen van Giovanni Servetto, violist aan den schouwburg te Genua, en later van Giacomo Costa. den orkestdirecteur. Costa gaf hem in zes maanden tijds dertig lessen en bezorgde hem daarna ook de kans voor zijn eer ste optreden in het openbaar. Dat con cert had plaats in de Lorenzokerk en het publiek was verrukt over den elf jarigen virtuoos, vooral door zijn eigen variaties op de Carmagnole, het lied der Fransche revolutie, die hij op een vol gend concert uitvoerde. Daarna kreeg hij nog vioollessen van Alexander Rolla. en compositieleer van den componist Paer, waarna hij een aantal geweldig moeilijke vioolstudies schreef. Het kostte hem zelf vaak zooveel inspanning om ze uit te voeren dat hij uren studeerde op een enkele passage. Niet lang berustte Nicolo in de heer schappij van zijn vader, die beschreven wordt als een ruw en hardvochtig man. In 1798, toen hij dus pas vijftien jaar was. onttrok hij zich aan de vaderlijke voogdij en ging er alleen op uit. Hij bereisde heel Italië, speelde overal, had succes maar raakte ook voortdurend In moeilijkheden door zijn loszinnigheid en roekeloosheid. Zijn biografen zijn niet al te duidelijk omtrent de bijzonderhe den van zijn wilde jeugd en spreken elkaar bovendien herhaaldelijk tegen. Volgens een bekend verhaal zou hij in de jaren 1801—1804 geleefd hebben in het kasteel van een vrouw van hoogen adellijken rang. waarmee hij een lief desverhouding had. Het is zeker dat hij in die jaren geen concerten gaf, maar ook dat hij in dien tijd veel heeft ge componeerd: o.a. een twaalftal sonates voor guitaar en viool en drie kwartetten voor viool, alt, guitaar en violoncel. De wonderlijkste romantische verha len deden over hem de ronde, en doen dat trouwens nog. Een ervan zegt dat hfj een moord gepleegd zou hebben en deswege veroordeeld zijn tot jarenlange gevangenisstraf. Men liet hem in de ge vangenis niets anders dan zijn viool, en hij vond daarin zijn troost. Stel u dat beeld voor van den doodsbleeken man met de ravenzwarte lokken en de gloeiende donkere oogen. die speelde met een harstocht als ware hij door den duivel bezeten.... alleen in die don kere cel! Het spreekt wel heel sterk tot de verbeelding van de massa. En dan wil het verhaal verder dat toen zijn snaren gesprongen waren, de een na de ander en hem niets meer overbleef dan de G, hij daarop was blijven spelen en dat daardoor die merkwaardige compo sities voor de G-snaar ontstaan waren, die vóór Paganini nog door niemand Paganini's handschrift waren geëvenaard en waaraan blijkbaar zelfs nimmer iemand had gedacht Maar al deze kostelijke Paganini-ro- mantiek is onbewezen. Er liepen a! tij dens zijn leven zooveel verhalen over hem. die hij zelf zelden tegensprak, want hij dorstte steeds naar meer roem, hij wilde dat er steeds over hem gespro ken zou worden en het was hem wel gevallig dat er een sfeer van geheimzin nigheid om hem heen werd gedacht. Eerst in het najaar van 1805 hervatte Paganini zijn concerten. Te Lucca werd Paganinj benoemd tot ..kamervirtuoos" van de prinses Elise Bacciochi, een zuster van keizer Napo leon, met wie hij een liefdesverhouding gehad schijnt te hebben. Hij verliet Lucca pas drie jaar later en bereisde toen weer gedurende negentien jaren talie. Door zijn liefdesavonturen en zijn dobbelarij en verkwisting kwam hij her haaldelijk in moeilijkheden. Eenmaal was het zoover gekomen dat hij, niets anders meer bezittpnd, bijna zijn kost baarste viool, een Guarnerius, ook ver speeld had. Maar toen bezon hij zich toch nog bijtijds, en het is deze Guar nerius die nog altijd, als aandenken aan denken aan hem, door de stad Genua in een glazen vitrine in een der openbare gebouwen bewaard wordt. Bij zijn dood had Paganini bepaald dat er nooit meer door iemand op gespeeld mocht worden, en er misschien om die reden ook den strijkstok niet bli vermaakt. Maar de stad Genua slaagde er later In om dien strijkstok te koopen voor 800 francs, en hij rust nu naast de viool in de vi trine. Zoo geweldig was Paganini's succes zijn langdurige concertreizen in Italië, dat hij bijvoorbeeld te Milaan in een enkel jaar (1813) zevenendertig concer ten gaf. hetgeen wel bewijst dat. het pu bliek niet genoeg van zijn spel kon krij gen. In 1816 hoorde hij Frankrijk's grootsten violist. Lafont, en een week later hoorde Lafont hem, waarna zij samen een concert gaven en het beslo ten met een werk van Kreutzer voor twee violen te spelen. Het publiek vatte het op als eer. soe-t van wedstrijd. Paganini zelf verk'anr-'e later dat hii geloofde niet de verliezer te zijn geweest. Te Piacenza gaf hij later nog eens een dergelijk concert met Li- pinski, van wien hU getuigde: ..Ik weet niet wie de grootste vlolist ter wereld is maar de tweede is Llpinski". In 1824 trouwde Paganinj met een eenvoudig zangeresje, Antonla Bianchi. en uit hun huwelijk werd een zoon. Achille. geboren. Maar gelukkig waren zij niet. en reeds vier jaar later werd het huwelijk ontbonden. In dat jaar (1828) besloot de groote vlolist om uitvoering te geven aan een plan waarvan zijn wankele gezondheid hem altijd weerhou den had. Hij ging concerten in het bui tenland geven. Eerst trok hij naar Weenen. waar hij een geweldig succes beaalde. Hij werd er .de rage", en binnen korten tijd droeg men er kapsels, hoeden, schoenen en handschoenen la Paganini. Na een periode van Weensche adoratie trok hij naar Praag en was daar minder geluk kig. want de Bohemers schenen de de gelijker kunst van violisten zooals La- for.t en Spohr te prefereeren. Maar Ber lijn. Miinchen en Frankfort huldigden hem weer. en te Parijs werd hij de af god van het publiek. Engeland toonde meer nieuwsgierigheid dan geestdrift, en hij ging er een contract aan met een speculant dat leidde tot een kunstreis Engeland. Nederland. België en Frank rijk. waarop hij over het al2emeer. weer groote successen behaalde In 1834 keer de hij naar Italië terug en kocht er een landgoed Villa Gajona in de om streken van Parma. Maar de Inspanning van zijn reizen, en zijn intens en onregelmatig leven hadden Paganini's zwakke gezondheid blijvend ondermijnd, en toen hij twee jaar later te Parijs een contractbreuk- proces moest voeren dat hij verloor, en waarbll hU tot betaling van 50.000 francs werd veroordeeld, verergerde dat zijn toestand. Hij was in de latere ja ren een schraapzuchtige geworden. Paganini leed aan keeltuberculose. Hij trachtte heil te vinden in het klimaat van Marseille en later dat van Nizza. maar vond er geen baat bij. In 1838 ver ergerde zijn toestand zeer, maar hij klampte zich krampachtig aan het le ven vast en hield het nog eenigen tijd uit. Den 27sten Mei 1840 stierf hü te Nizza. Hü had den bijstand van een priester geweigerd, niet geloovend dat zijn einde nabij was. en de geestelijkheid weigerde om toestemming te geven om zijn overschot in gewijde aarde te be graven. Dientengevolge bleef de lijkkist eerst eenigen ti.id staan in het kospitaal te Nizza en werd later overgebracht naar Villafranca zonder dat er nog sprake was van een begrafenis. Pas in 1844 slaagden Paganini's zoon Achille en eenige van diens vrienden er in om ver lof van den bisschop van Parma te krij gen om hem te begraven bi] de dorps kerk van Gajona. Zoo was het einde van deze vreemde, woeste virtuosenfiguur, dit wilde genie, dat in Italië verscheen op een oogen- blik van muzikale armoede en een harts tochtelijke opleving teweegbracht. Op de ontwikkeling var. ar.dcre groote musici, o.a. op den costpcn'-st Iiszt. heeft Pa ganini belangrijken invloed gehad. Hij liet twee millioen francs na en vermaakte acht van zijn violen aan de violisten Bériot. Ernst. Llpinski. que. Mayseder. O'e Buil. Sphor en Vieuxteraps. Alleen zijn geliefde Guar* r.erius viel aan Genua ten deel. R P. Hoe de Kieswet werkt. ii. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. OBERIAHNSTÈIN n Liter«cliroeffle«scbeo 32 et. huishoudelijk gebruik EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Wanneer er op dit oogenblik geen verkiezingen aan den gang waren, dan zou het eenige nieuws beslaan in vlieg* tochten over den Oceaan. Wel leven wij snel. Hoe goed kan ik mij nog her* inneren, dat op een Zondagmorgen Vaz Dias (<ïe vermaarde, gij kent hem wel van de radio) ons een telegram zond dait de vlieger Bic riot het k anaal was overgevlogen en in Engeland bij Dover was geland. In mijn verrukking over een dergelijk, wat' wij toen noemden, stout stukje, voelde ik mij gedrongen het te vertellen aan eenige Franschcn, die toevallig in de tram naar Zandvoort zaten en de mcdcdeelïng ontvingen met een ongeloovig gezicht. ,.Hoe weet U dat?" vroeg een hunner en het nuchter antwoord: „Wij hebben daarover een telegram ontvangen" kon hen zooals duidelijk op hun gezichten te lezen stond, volstrekt niet overtui* gen. Wanneer zc behoord hebben tot de Parijzcnaars, die onlangs den Amerikaan Lindbergh op het vliegveld Le Bourget met geestdrift hebben ingehaald, dan zullen zij zich misschien deze kleine cpi» 6ode nog wel herinneren. Toon was heit als het ware een slootje, dat overgesto* ken moest worden en nu de groote wa* terpias. Neef Wouter laat zich door hot verschil niet van zijn stuk brengen. Het is, zegt hij eenvoudig, een kwesfie van meer of minder cn hij hem is het zeker een vraagstuk van het allerminst, omdat hij van zijn leven nog niet in een vliegtuig heeft gezeten cn daart'oe ze* kor ook wel nooit komen zal. tenzij de Russische communisten voor de rust van dc Sovjet Republiek het noodig moch* ten vinden hem op te lichfen cn in een van de duistere kerkers in Rusland voqr goed op 'te bergen. Als U mij vraagt of ik dat waarschijnlijk vimj. dan zeg ik: neen. maar Wouter zelf zou dc gedachte romantisch vinden en die zeker niet ge* heel en al verwerpen. I el anii*commu» nist als hij is, meent hij inderdaad, dat zijn gesprekken de communistische ge* dachte er* de Sovjetpropaganda in Europa duchtig hebben belemmerd en tegengehouden. Toen ik dezer dagen naar den Haag moest en het trof, dat1 ct juist een elee* trische trein klaar stond aan het s(ta* tion. kwam ik midden in een gezelschap terecht,waar Lindbergh n Byrd schering en inslag waren. Dc bewondering voor hun daden was algemeen. Dc eenige in ons compartiment, die zweeg, was een man, die zich onderscheidde door een bijzonder grootcn neus. Aangezien ieder mcnschelijk wezen meent, dat hij zich onderscheidt van zijn mcdc-menschim door het een of ander, is cr natuurlijk niet het minste bezwaar tegen, dat hij het buitengewone van zijn bestaan zoekt in zijn neus- Ik meende op 'te merken, dat de man ecnig bezwaar had tegen d'it lichaamsdeel, althans, toen hij op een oogenblik noodig vond dien neus te snuiten, keek hij er eerst naar met groote strengheid, pakte hem vervolgens met energie heet cn begon met groote vaart te snuiten, waarbij niet alleen rijn hoofd, maar zijn geheele lichaam in schokkende beweging geraakte eojk erusing vreemde, dat ha, na de oggxane, den neus in zijn hand zou houden. Het was bepaald een verlichting dat het zoo* ver niet kwam, hetgeen ik hier mede* deed als een complimcmt aan dc natuur, die onze neuzen zoo krachtig heeft in* geplant, da't zij zelfs tegen een dergel ij* ken aanval bestand zijn. Onmiddellijk nadat hij dit gevaar te boven was gekomen nam dc man het woord en wel op een eenigszins onge* wone manier, door n.l. te zeggen: „Och kom" meit den nadruk alsof hij een pistool afschoot, waarvan de kogel al zijn medereizigers opeens moest dooden. Di't gebeurde evenwel niet. wel werd de algemeene aandacht op hem geves* tigd en een medereiziger, die het mid* den hield tusschen een landbouwer en den kapitein van ccn vrachtboot toon* de zijn verstoordheid over dc opmerking door te zeggen: „U zcit: och kom bij welke veelbdtcckcncnde woorden hij het liet blijven, omdat de algemeene attentie die op hem gevestiod werd, het vervolg van zijn redevoering in zijn keel smoorde. „Ja meneer", zei de ander, dien ik gemakshalve De Neus zal noemen, „ik zeg och kom, omdat er veel te hoog wordt opgegeven van de heldendaden van Lindeman en hoe heet die andere snuiter ook weer. Vindt U juffrouw", zei hij daarna zich met zekeTe "woede wendende tot een oud vrouwtje, dat met een groot pak iin ccn heel klein hoekje van de coupé zat, „vindt U zoo iets nu zoo bijzonder merkwaardig?" „Guns nee, meneer", zei he<t vrouwtje, schrikkend bij de gedachte, dat zij zich tegenover den Neus zou moeten ver* antwoorden. „Guns nee. ik ben van Warmcnhuizen riet U"; blijkbaar mee* nende, dait zij hiermede voldoende u't* legging gegeven had, maakte zij zich in haar hoekje zoo mogelijk nog kleiner en dcod er verder het zwijgen toe. De Neus evenwel tevreden met den indruk, dien hij gemaakt had. sloeg zichzelf met dc vlakke hand op de knie cn trok meteen een pijnlijk gezicht, om* dat de slag blijkbaar harder was aan* gekomen dan hij gewcnscht of ver* wacht had, „Nou dan", zei hij, en keek triomfantelijk den kring rond. ..dun wil ik wel aan het gezelschap vertellen wel* ke ervaringen ik met dc vliegkunst heb opgedaan" en alsof het gchccle gezel* schap begeerig was om dat te verne* men, rekte hij zichzelf cn zijn neus zoo ver mogelijk uit en begon zijn verhaal .,Op de Elta heb ik voor het eerst gevlogen. Sommige menschen waren bang cn durfden niet. anderen lieten zich door familie of kennissen in een vliegtuig drijven en begonnen ccn on* noozel tochtje van vijf minuten, met een gezicht' zoo wit nLs mijn zakdoek" (een beeld, dat niet volkomen tot zijn recht kwam, omdat die zakdoek in zijn borstzak inderdaad voor ccn Dinsdag* middag wel wat heel groezelig was) „Wanneer zij uitstapten waren zij groen cn hadden dikwijls haast om weg te komen, Het is merkwaardig, dames en heeren, hoe weinig dapperheid er in deze wereld bestaat. Ik stapte op mijn beurt in ccn vliegtuig en zei tot den bestuurder: .Als jc boven in dc lucht soms een flinke looping maken wilt' behoef je jc voor mij niet 'te gcaccrcn" maar de man keek mij aan. haalde de I schouders op en antwoordde: ..met der* j gelijke jjrtgppea km ifc my niet bezig In het vorig artikel (zie Haarlem's Dagblad van Donderdag 30 Juni j 1.) sclireven wc. dat aan ccn afzonderlijk bureau. Centraal stembureau gehccten, dc taak was opgedragen om utt tc ma» ken, wie van dc vele candidaten door de kic/crs waardig werden bevonden om een Raadsheerlijken zetel tc bezetten. Dat centraal stembureau nu. waarvan de Burgemeester voorzitter is cn oven» gens nog 4 leden tcU', komt in het bezit van dc berekeningen der 3 hoofdstem» bureaux cn gaat dan volgenderwijze tc werk. Laat ons aannemen, da't cr door «Jc opgekomen kiezers 50.7» geldige stem men zijn uitgebracht, zoodat. om geko- zen tc zijn, een candidaaf minstens 1300 stemmen moet hebben verkregen. (Iin» mers. cr moeiten 30 leden worden bc* noemd. dus 1 39 van 30.700 is: 1300). Dit vereischte aantal stemmen wordt ..kies» dccler" genoemd. In het vorig artikel zeiden we reeds, dat een partij, met b.v. 10.000 stemmen, recht haa op 5 maal meer zetels dan ccn partij, welke maar 2.000 stemmen kon halen; het beginsel van evenredigheid vordert zulks. En aangezien elke partij voor de door haar gewenschtc candidaten een eigen lijst in diende later al dan niet tot samen» werking verbonden met de lijsten van andere partijen/waarop wij echter thans niet verder ingaan begint het Ccn» traal stembureau allereerst1 met na tc gaan hoeveel van dc 39 zetels toekomen aan elke lijst, zonder zich vooralsnog in te laten met dc namen der candidatun. op dc lijkten vermeld. Vooraf nog de opmerking, dat de wetf geen kiezers van verschillende politieke kleur kent, cn dus ook geen po!itiek»gc« kieurdc partijen. Voor haar is een kic» zer: „een kiezer", en een partij: een groep kiezers, zonder meer; vandaar, dat de lijsten dan ook niet met dc na» men der politieke partijen, doch slechts met nummers zijn aangeduid. En zoo ook betracht het centraal stembureau algcheclc onzijdigheid, door dc zetels niet toe tc wijzen aan ccn eigenlijk gc» zegde partij, maar aan lij^t ,.nr. zoo* veel", enz. Nu zijn cr voor deze stemming in elk der 3 kieskringen 13 lijsten ingeleverd (alleen in kieskring I nog een 14c). d'c alle óf gelijkluidend zim. óf later met elkander verbonden werden verklaard Het centraal bureau heeft dus na to gaan het td:aal*aanta! stemmen, door el ke groep van gelijkluidende ol verbon» den lijsten in dc 3 gezamenlijke kicskrim gen verkregen, en dit totaal aantal tc declcn door 1300, d.i. door den kies* dccler; het quotient' wij^t <Jan aan. op hoeveel zetels die partij aanspraak heeft. Natuurlijk komt het zelden of nooit voor. dat iu'r «i'cmmcmaanital eencr lijst precies gelijk is aan* of ccn veelheid is van den kicsdcelcr; vele lijsten halen zelfs den kicsdceler niet eens, en is dit wel het geval, dan is er als regel toch nog ccn overschot van stemmen, liet' spreek't dus van zelf, dat bij een eerste vcrdccling nog niet alle zetels dadelijk kunnen worden toegewezen, maar dat •ervolgots tot ©en tfwecde» cn soms nog tot een derde vcrdccling moet worden overgegaan. Dit geschiedt dun naar tweeërlei .stelsel: dut der z.g. „grootst overschotten" cn. zoo tnxxiig. naar dat „der gemiddelden", technische termen, misschien zelfs voor den geroutineerden kiezer niet <>-. cr»diHil-.lijk. nwar in ©cn dagbladartikel toch moeilijk nader uit» een te zetten: een vakblad (en dan een inccr bepaaldelijk voor sccretaric^robte» naren), leent zich daartoe beter. Voor ons doel zij het daarom voldoende tc const.rtceren. dat ook met een mfcidcr aantal stemmen dan 1.100 bij ccn tweede en volgende vcrdccling een zcte-1 kan worden verworven*.; zelfs één enkete stem (of een gcdcckc van een stem!) kan dat voordeel bezorgen. Zijn tenslott'c alle 39 zetels aan de (je« zamentijke lijsten toegewezen, dan moet nog tot con ander© berekening worden overgegaan, n.l voor die lijsten, welke een stel of groep vormen cn niet tevens gelijkluidend zijn. Die verhonden lijsten hebben door samenwerking ccn aantal stemmen verkregen, dat zij natuurlijk niet zouden hebben, mdicn rij op z'cb* zelf gebleven waren, en daarom, mi dc buit binnen is, moet er gedeeld worden. Dit geschiedt, door het stemmen* aanriil der verbonden lijsten tc doek», door het gemeenschappelijk getal ver kregen zetels, waardoor de z.g. „bijzon* dere kicsdceler" ontstaat. Zoo dikwijls nu die bijzondere k'c®* dccler begrepen is in het .stemmcn«aan* tal van elke der verbonden lijstcn.wordt aan dc afzonderlijke lijst' een zetel too» gkend; bij de (meestal noodigc) 2de cn volgende verdccling weder naar het jftcLscl der grootste overschotten of der gemiddelden. Heeft dit plaats gehad, dan kaïn wor» den overgegaan tV>t aanwijzing der gc* kozenen, volgens den ..lijst-kiesdeek-r deze wordt verkregen door het aantal aan dc lijst toegewezen zetels tc declcn <»p het stemcijfcr vaat die lijst. Van de lijst der candidaten is benoemd hij. wiens aantal stemmen gelijk of groo» ter is dan dc lijst»kiesdccler. Is dit laat* stc het geval dan worden die meerdere stemmen overgedragen op hem. die op dc lijst daarna het hoogst! geplaatst is. cn daardoor, indien cr nog zetels 'te bo» zetten zijn. eveneens gekozen wordt ver* llaard, ook al blijft hij nog beneden den lijstkicsdcclcr. Heeft' geen der Candida* ten den lijst kicsdceler gehaald, dan zijn dc op dc lijst het hoogst geph .risten ge* kozen, tenzij lager geplaatsten ccn zeker aantal voorkeurstemmen hohben ver* kregen, n.l. minstens 50 pCt. van dca lijst.kiesdecler. Onder ..voorkeurstem» men" verstaat men die st'cmmcn. uitgc-» bracht op een anderen candidaat oan die welke als nr. 1. dus heel bovenaan de lijst geplaatst is. Tot rcch't begrip va® het vorenstaande zullen wij. bij wi> zc van aanschouwelijk onderricht, nog enkele berekeningen laten volgen, do stemming ,,'n beeld'; maar dit clan con slotartikel. P. KALBFLEISCIL houden", waaruit ik mocht afleiden, dat hijzelf nog maar in het begin van de vliegkunst was en zijn eigen body er niet aan durfde tie wagen. Wij vlogen drie maal rijf minuien over Amsterdam en toen wij weer geland waren cn het publiek blijkbaar angstig, omdat wij zoo lang weg waren gebleven, zich om he»t toestel verdrong, mocht ik als beschei* den man de menschen mei' een vrien* delijk handgebaar geruststellen cn zeg* gen: „maak't u niet ongerust, ik zou niet weten welke gevaren aan zoo'n on* noozel tochtje verbonden zijn". De landbouwcr*kapitein deed zijn mond open. alsof hij van plan was. iets te zeggen, maar toen De Neus hem gestreng aankeek zakte de moed hem in de schoenen en begon (hij met veel drukte een pijp te stoppen, waar* uit hij groote rookwolken blies, alsof fcij zich voor dien ernstigen blik wiide verbergen De Neus evenwel, blijkbaar tevreden, dat hij ook dezen toehoorder had onderworpen, ging met luider ste-mime aldus voort: „toen ik eenmaal de ervaring van het vliegen had ondervonden en wist, dat er niet dc minste moed voor noodig was. heb Sk herhaaldelijk veel grooter en veel moeilijker tochten hij verschillende gelegenheden gemankt. lik kan u dat zoo niet allemaal vertellen, want ik moet er tc Leiden uit en het zou dus te lang duren. Ik heb gevlogen te midden van een <zwaren mist, zoodat de bcsrtjurder. die toch een ervaren piloot was. zich op een oogenblik naar snij toekeerde en sohrecuwde om het geraas van den motor te overstem» men: „ik weet niet meer of het toe* stel goed ligt of op den kop staat", maar daar ik juist verkouden was en dus niet in staat om zoo hard te roe* pen haalde tk dc schouders op en wees vooruit om hem te beduiden, dat hij maar rustig verder moest gaan". Deze heldhaftige taal lokte een zucht van bewondering uit bij het !u;sterend gezelschap en een jongmensch var een jaar of achttien, die een stapel- boeken bij zich had waarin hij telkens iets nakeek zei opeens: ..ik zou we', een willen vragen....** en bleef to©n even plotseling steker. als de land» bouwer*kapite:n gcaaan had. „Wat zoudt u wel willen vragen, meneer", brulde De Neus op een- toon die mij deed denken aan den hond van mijn buurman, wanneer hij des avonds wordt uitgelaten cn zich ver* maakt met een van niets kwaads be* wusten voorbijganger on het heftigst aan tc blaffen, „op uw leeftijd doet mc-n beter met naar wijzere menschen te luisteren cn geen domme vragen te doen". De jongen greep daarop het dikste boek. dat hij bij zich had en hield dat voor zijn neus. alsof ook hij zich aan de gestrenge oogen van den spreker wenschte te onttrekken. Het was dtii= delijk tc zier.- dat De Neus in zijr. schik was met den indruk, dien hij ook op dezen toehoorder had ge* maak;* ea_ het overige geselschap scheen het raadzaam t© vinden zich verder niet in het gesprek te mengen en den mam die blijkbaar zooveel vlicgervaring had, rustig aan het woord tc laten. Na een triomfeerenden blik in de rondte over het getemde gezelschap te hebben geworpen ging De Neus aldus voort: „Ik herinner mij. dat ik het vorig jaar naar Parijs vliegende zoo hoog was gestegen dat de raampjes van het vliegtuig vol ijzcl zaten door de hevige kou. zoodat ik mijn kraag opzette en met de handen tegen mijn schouders sloeg om mij te ve-warmen" Op dat oogenblik stopte de elee* trische tre n te Noordwijkerhout en kwam er een reiziger binnen, die eerst verwonderd ons gezelschap rondkeek voordat hij den spreker in het oog kreeg. ..Ik geloof", zei hij. „dat jc hier bezig bent o-m een aardig verhaaltje te doen. Ga voort W'.llemsen en laat mij daar ook eens van genieten", maar het scheen vreemd genoeg, alsof De Neus plotseling daar geen genoegen meer in vond. Hij haalde zijn groeze* ligen, zakdoek weer voor den dag en begon zijn neus te snuiten met een hardhandigheid, alsof hij dezen keer voorgoed met hem wilde afrekenen: daarop zei hij stotterend: „Och nee, dc vertelling was juist afgeloopen en. ik moet cr ook in het volgende station uit". Toen wij daar waren aangeko* men maakte hij, dat hij wegkwam, zonder een woord meer te hebben g«' zegd. ..Kent Ti dien meneer soms", vroeg de jongeling met de boeken. ..Natuurlijk" zei de nieuwe reiziger, „wij noemen hem in het dorp Plet Bluf cn als hij hier verteld heeft, dat hij de vorige weck naar de maan ge* vlogen is. dan zou mij dat in het gc» heel niet verwonderen, maar ik kan u zeggen, dat het allemaal leugen is en dat u geen woord moet geioovcn van wat hij u heeft verteld". .Juist zoo", ze; de landbouwer*zee* kapitein; „ik dacht het wel en ik heb het hem dan ook flink te verstaan gegeven, zooals dc dames en heeren kunnen getuigen". Evenwel ging nïc» mand van het gezelschap hierop in. a'.lcen liet 'toude vrouwtje in den hoek. dat hoe langer hoe dieper weggedoken was. alsof zij door zooveel moed en kracht verpletterd was. een zenuw* achtig lachje hooren. dat waarschijn* lijk minachting moest hetcckenen. Ik heb bij deze gelegenheid opgemerkt, dat er in den laatsten tijd naast het jagers* en visscherslatijn ook vlieg* latijn is ontstaan en dat het raad zaam zal wezen, voortaan, verhalen in clcctrischc of andere sporen niet al tc gauw als waarheid op te vat* ten; niet altijd komt op het juiste moment ccn reiziger binnen, die het wonderbaarlijke verhaal tot de juiste afmetingen weet terug tc brengen. Na het radiosdrama, dat bijna oueerrlg-* beid had gebracht m onze krans, heb* ben de dingen ©on or.verwachten loop gcjjopicn. B;j onzen vriend van Stub teren zijn wij na don mislukten avond nog niet tc gast geweest, maar toen het bezoek bij de farm Ine Hopma plaats had was er n-iemand meer in ons gezelschap die geen toestel in zijn huiskamer had aangeschaft. Zoo snel kunnen de zaken verkeeren. Van de algemeene afkeuring waren wij tenslotte, in de algemeene sympathie vervallen. En het scheen niet gchcc! onjuist wanneer de kennissen van dc kransledcn achter onzen rug beweer» den, dat wij zelfstandigheid misten en gezamenlijk maar één Opinie hadden. Van dc spijtigheid waarmee dit zegd werd namen wij liever maar geen notitie cn om dc waarheid tc zeggen was iedereen in onzen knng ten slotte blij dat er door de racko een nieuw element van gezelligheid en ook van conversatie geschapen was. Want m kringen waar men een toestel heef: hob ik al dikwijls opgemerkt, dat het gesprek levendiger eoi luider wordt naarmate dc muziek in het toestel zich luider doet hooren Wat daarvan de reden is mag een wijsgeer onder» zoeken, maar dat het een feit is kan niemand tegenspreken. Wouter bc» weert: gerucht lokt grooter gerucht uit. Overigens zijn de meeningen over het genoegen van de radio niet onver» deeld. In het algemeen hebben de da» mes daarvoor meer sympathie dan de mannen car de grootste critious van allen is natuurlijk neef Wouter, dac vc* lerlci aanmerkingen heeft en zc dce tc vrijer uitspreekt omdat dc uitvoeren» den hem niet kunnen hooren.Vooral met den Mcxicaanschen hon-d heeft hij het gewoonlijk duchtSc aan den stok. Waarom, zoo vraagt Lij. bet nog 7»oodig dat wij iedcren Zondag» middag vergast worden op een reeks van klachten over die leelijke gehii» den. die waarschijnlijk toch geen gun» stig resultaat hebben, omdat de plaag geesten. die altijd zoeken naar sta» rions die ze nooit schijnen t© vinden, zich toch van dc bestraffing van ons aller vriend Vogt niets aantrekken Wouter was h©t ook die onlangs heel wat critick had op een dame. die „Het oude jaar" van Kloos en „de Sterren" van Adarna van Schcltcma voordroeg. Hij had gelijk, want ik be grijp nooit, waarom verzen moeten worden voorgedragen op een anderen toon dan proza. Het is nog ns©t lang geleden dat 'n bekend acteur de alleen* spraak van Marcus Antondus voor* droeg en dat zoo gezwollen deed dat wij elkaar met verhoring aankeken cn ons afvroegen of dc fout misschien hierin zat dat wij dc voordragers na<st konden zien. Hoe dat ook zij. ik zou cr geen spijt van hchhcn, wanneer ik nooit van mijn leven weer ernstige verzen door radio moest hooren. Neen, dan liever Vaz Dias met zijn berichten, waarvan de overname ge» heel of gedeeltelijk ver*bo*den is. Of de politieberichten u-lt desselfde bron. die 03& (jikwi^s op tragische® {Opp worden aangekondigd en dan tenslotte neerkomen op een herdershond, dio hij d«n ocji of ander is komen aanjoo» pen. Met plezier constatccron wij dan dat onheilen een enkelen keer ook wel eens kunnen meervallen en nemen het aan het persbureau, dat huiselijk weg alleen Vaz genoemd wordt, niet kwalijk, wanneer de verkondiger het al te dramatisch meedeelt, om zijn eigen belangstelling in zijn berichten te behouden. Zeer belangwekkend ook het verhaal over oen overtreding begaan door een persoon, gekleed aks acrobaat, met een rood glimmende kniobrock cn witte kousen. Zoo. tua* schcn een symphonic van Beethoven cn het vioolconcert van Mcrxielssohn m. wordt ons weer duidelijk getoond, dat er maar één stap is tusschen bot verhevene on het belachelijke^ Intusschen hoop ik wc!, dat wij binnenkort in radio een nieuwigheid zullen beleven en wol bet gezamen» lijk zingen, dat hoe langer hoe moer in den smaak schijnt te komen. In Anrc» rika bosraat dat al lang cn wij kun» ncn er wei op rekenen dat hot binnen* kort c\enals Lindborgh. maar dan min lier snol. den oceaan zal zijr» overgesto» ken. Ginds wordt in, allerlei vereend* gingen het gezamenlijk zingen veel froo gepast en cr zijn zelfs orgtrnosa f ics, dac hun eigen Kcdcrcnjboek hebben, waaruit de voorzitter do nummers aanwipt. Welk een toekomst gaat Mor voor ons open. Stel u voor, dat dc nlgrmccne vergadering van de Vex» een g ng voor Vreemdelingenverkeer ccn vroolijk reislied aanheft, of dat de gemeenteraad een oogenblik van ontstemming weet te doen verdwijnen door een gemeenschappelijk lied. Mijne heeren, zc©t dan de voorzitter, het zoo even ingediende amende* ment zou den gemeenteraad kunnen verbitteren, zoodat ik u dringend ver» zoek. gemeenschappelijk no. 27 B van ons liederenboek: Hymn© aan do Vriendschap, aar te heffen. Mc! voelt dat zich hier onbegrensde mogelijkheden voordoen. Ja. dat zeifs op den duur de politie d© nieuwe gewoonte van gemeenschappelijk rin gen zou kunnen gelbnriken, op 't o» ment dat relletjes otf onfusten dreb gen. zoodat 'n krachtig, een suggestief verzoek om gezamenlijk een passend lied aan tc heffen, de verstoorde gc» moederen tot bedaren zou kunnen brengen. Dat hiermee evcmvcT fchs nieuws zou worden geschapen, moet men zich niet verbeeldon. Ontzc grootouders en overgrootouders waren al gewend, wanneer zij bijeenkwamen, of op fees ten gingen, het liederboek onder den arm mee te nemen. Zoodat wij ook hier kunnen zeggen, dat cr niets nieuws onder dc zon is. al is het dan mogelijk dat het oude via de nieuwe wereld weer tot Europa terugkeert. FIDDLPO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9