VICTORIA-WATER
HAARLEM'S DAGBLAD
DE GROOTEN DER HISTORIE.
HAARLEM'S A.S. RAADSVERKIEZING.
Haarlemmer Halletjes.
ZATERDAG 2 JULI 1927
DERDE BLAD
Nicolo Paganini, 17841840.
Nicolo Paganini
Nicolo Paganini wordt algemeen er
kend ais de grootste viool-virtuoos die
ooit geleefd heeft. HU was een zonder
ling mensch die zich geen vrienden wist
te maken, alleen bewonderaars en vijan
den. Dat lag niet zoo zeer in het feit
dat hij groote ondeugden .bezat, want
menschen met groote ondeugden heb
ben zich toch vaak trouwe vrienden
verworven, maar in zijn gebrek aan ge
nerositeit. Hij was, volgens hetgeen van
hem door zijn tijdgenooten getuigd
wordt, door en door een egoïst. Aan
vankelijk leidde hij een stormachtig le
ven door zijn hartstocht voor vrouwen
en voor het spel en zijn wilde verkwis
tingen; later sloegen de laatste om ln
een merkwaardige schraapzucht, en
toen hij stierf had hij een fortuin van
twee millioen francs bijeengegaard. Zijn
zoon Achille, het eenige kind uit een
kortstondig huwelijk, schijnt de eenige
mensch geweest te zijn voor wien hy
werkelijke toewijding voelde, en de jon
gen bleef onafscheidelijk van hem tot
zijn dood.
Hij was een geweldig virtuoos en zijn
zonderling uiterlijk zijn magere ge
stalte, doodsbleek. Ingevallen gelaat,
lange zwarte haren en diepliggende
donkere oogen, vol ingehouden harts
tocht droeg er veel toe bij dat men
hem als een duivelskunstenaar be
schouwde. Zijn spel was niet alleen
virtuoos maar ook geweldig aangrijpend.
Querldo heeft in een studie de beschrij
vingen van Paganini's tijdgenooten
trachten saam te vatten en te herschep
pen tegelijk door hem „een soort van
muzikale Svengali-Cagliostro" te noe
men. Chopin, Heine, Liszt en Berlioz
verafgoodden zijn spel. Hij kon weenen,
snikken, fluisteren, schateren en uitda
gend Jubelen op de viool..—
Den Ï8en Februari 1784 werd Nicolo
Paganini te Genua geboren. Zijn vader,
die een kramer was, speelde nogal goed
viool en mandoline, en toen hij al heel
spoedig ontdekte dat het kind bijzon
deren muzikalen aanleg had begon hij
zelf zijn zoon te onderwijzen. Nicolo
leerde alles zonder de minste inspan
ning. en toen hij zes jaar was kon zijn
vader hem niets meer onderwijzen. Toen
kreeg hij eerst lessen van Giovanni
Servetto, violist aan den schouwburg te
Genua, en later van Giacomo Costa. den
orkestdirecteur. Costa gaf hem in zes
maanden tijds dertig lessen en bezorgde
hem daarna ook de kans voor zijn eer
ste optreden in het openbaar. Dat con
cert had plaats in de Lorenzokerk en
het publiek was verrukt over den elf
jarigen virtuoos, vooral door zijn eigen
variaties op de Carmagnole, het lied der
Fransche revolutie, die hij op een vol
gend concert uitvoerde. Daarna kreeg
hij nog vioollessen van Alexander Rolla.
en compositieleer van den componist
Paer, waarna hij een aantal geweldig
moeilijke vioolstudies schreef. Het kostte
hem zelf vaak zooveel inspanning om
ze uit te voeren dat hij uren studeerde
op een enkele passage.
Niet lang berustte Nicolo in de heer
schappij van zijn vader, die beschreven
wordt als een ruw en hardvochtig man.
In 1798, toen hij dus pas vijftien jaar
was. onttrok hij zich aan de vaderlijke
voogdij en ging er alleen op uit. Hij
bereisde heel Italië, speelde overal, had
succes maar raakte ook voortdurend In
moeilijkheden door zijn loszinnigheid en
roekeloosheid. Zijn biografen zijn niet
al te duidelijk omtrent de bijzonderhe
den van zijn wilde jeugd en spreken
elkaar bovendien herhaaldelijk tegen.
Volgens een bekend verhaal zou hij in
de jaren 1801—1804 geleefd hebben in
het kasteel van een vrouw van hoogen
adellijken rang. waarmee hij een lief
desverhouding had. Het is zeker dat hij
in die jaren geen concerten gaf, maar
ook dat hij in dien tijd veel heeft ge
componeerd: o.a. een twaalftal sonates
voor guitaar en viool en drie kwartetten
voor viool, alt, guitaar en violoncel.
De wonderlijkste romantische verha
len deden over hem de ronde, en doen
dat trouwens nog. Een ervan zegt dat
hfj een moord gepleegd zou hebben en
deswege veroordeeld zijn tot jarenlange
gevangenisstraf. Men liet hem in de ge
vangenis niets anders dan zijn viool, en
hij vond daarin zijn troost. Stel u dat
beeld voor van den doodsbleeken man
met de ravenzwarte lokken en de
gloeiende donkere oogen. die speelde met
een harstocht als ware hij door den
duivel bezeten.... alleen in die don
kere cel! Het spreekt wel heel sterk tot
de verbeelding van de massa. En dan
wil het verhaal verder dat toen zijn
snaren gesprongen waren, de een na de
ander en hem niets meer overbleef dan
de G, hij daarop was blijven spelen en
dat daardoor die merkwaardige compo
sities voor de G-snaar ontstaan waren,
die vóór Paganini nog door niemand
Paganini's handschrift
waren geëvenaard en waaraan blijkbaar
zelfs nimmer iemand had gedacht
Maar al deze kostelijke Paganini-ro-
mantiek is onbewezen. Er liepen a! tij
dens zijn leven zooveel verhalen over
hem. die hij zelf zelden tegensprak,
want hij dorstte steeds naar meer roem,
hij wilde dat er steeds over hem gespro
ken zou worden en het was hem wel
gevallig dat er een sfeer van geheimzin
nigheid om hem heen werd gedacht.
Eerst in het najaar van 1805 hervatte
Paganini zijn concerten.
Te Lucca werd Paganinj benoemd tot
..kamervirtuoos" van de prinses Elise
Bacciochi, een zuster van keizer Napo
leon, met wie hij een liefdesverhouding
gehad schijnt te hebben. Hij verliet
Lucca pas drie jaar later en bereisde
toen weer gedurende negentien jaren
talie. Door zijn liefdesavonturen en zijn
dobbelarij en verkwisting kwam hij her
haaldelijk in moeilijkheden. Eenmaal
was het zoover gekomen dat hij, niets
anders meer bezittpnd, bijna zijn kost
baarste viool, een Guarnerius, ook ver
speeld had. Maar toen bezon hij zich
toch nog bijtijds, en het is deze Guar
nerius die nog altijd, als aandenken aan
denken aan hem, door de stad Genua in
een glazen vitrine in een der openbare
gebouwen bewaard wordt. Bij zijn dood
had Paganini bepaald dat er nooit meer
door iemand op gespeeld mocht worden,
en er misschien om die reden ook
den strijkstok niet bli vermaakt. Maar
de stad Genua slaagde er later In om
dien strijkstok te koopen voor 800 francs,
en hij rust nu naast de viool in de vi
trine.
Zoo geweldig was Paganini's succes
zijn langdurige concertreizen in Italië,
dat hij bijvoorbeeld te Milaan in een
enkel jaar (1813) zevenendertig concer
ten gaf. hetgeen wel bewijst dat. het pu
bliek niet genoeg van zijn spel kon krij
gen. In 1816 hoorde hij Frankrijk's
grootsten violist. Lafont, en een week
later hoorde Lafont hem, waarna zij
samen een concert gaven en het beslo
ten met een werk van Kreutzer voor
twee violen te spelen.
Het publiek vatte het op als eer. soe-t
van wedstrijd. Paganini zelf verk'anr-'e
later dat hii geloofde niet de verliezer
te zijn geweest. Te Piacenza gaf hij later
nog eens een dergelijk concert met Li-
pinski, van wien hU getuigde: ..Ik weet
niet wie de grootste vlolist ter wereld is
maar de tweede is Llpinski".
In 1824 trouwde Paganinj met een
eenvoudig zangeresje, Antonla Bianchi.
en uit hun huwelijk werd een zoon.
Achille. geboren. Maar gelukkig waren
zij niet. en reeds vier jaar later werd het
huwelijk ontbonden. In dat jaar (1828)
besloot de groote vlolist om uitvoering
te geven aan een plan waarvan zijn
wankele gezondheid hem altijd weerhou
den had. Hij ging concerten in het bui
tenland geven.
Eerst trok hij naar Weenen. waar hij
een geweldig succes beaalde. Hij werd
er .de rage", en binnen korten tijd droeg
men er kapsels, hoeden, schoenen en
handschoenen la Paganini. Na een
periode van Weensche adoratie trok hij
naar Praag en was daar minder geluk
kig. want de Bohemers schenen de de
gelijker kunst van violisten zooals La-
for.t en Spohr te prefereeren. Maar Ber
lijn. Miinchen en Frankfort huldigden
hem weer. en te Parijs werd hij de af
god van het publiek. Engeland toonde
meer nieuwsgierigheid dan geestdrift,
en hij ging er een contract aan met een
speculant dat leidde tot een kunstreis
Engeland. Nederland. België en Frank
rijk. waarop hij over het al2emeer. weer
groote successen behaalde In 1834 keer
de hij naar Italië terug en kocht er een
landgoed Villa Gajona in de om
streken van Parma.
Maar de Inspanning van zijn reizen,
en zijn intens en onregelmatig leven
hadden Paganini's zwakke gezondheid
blijvend ondermijnd, en toen hij twee
jaar later te Parijs een contractbreuk-
proces moest voeren dat hij verloor, en
waarbll hU tot betaling van 50.000
francs werd veroordeeld, verergerde dat
zijn toestand. Hij was in de latere ja
ren een schraapzuchtige geworden.
Paganini leed aan keeltuberculose. Hij
trachtte heil te vinden in het klimaat
van Marseille en later dat van Nizza.
maar vond er geen baat bij. In 1838 ver
ergerde zijn toestand zeer, maar hij
klampte zich krampachtig aan het le
ven vast en hield het nog eenigen tijd
uit. Den 27sten Mei 1840 stierf hü te
Nizza. Hü had den bijstand van een
priester geweigerd, niet geloovend dat
zijn einde nabij was. en de geestelijkheid
weigerde om toestemming te geven om
zijn overschot in gewijde aarde te be
graven. Dientengevolge bleef de lijkkist
eerst eenigen ti.id staan in het kospitaal
te Nizza en werd later overgebracht naar
Villafranca zonder dat er nog sprake
was van een begrafenis. Pas in 1844
slaagden Paganini's zoon Achille en
eenige van diens vrienden er in om ver
lof van den bisschop van Parma te krij
gen om hem te begraven bi] de dorps
kerk van Gajona.
Zoo was het einde van deze vreemde,
woeste virtuosenfiguur, dit wilde genie,
dat in Italië verscheen op een oogen-
blik van muzikale armoede en een harts
tochtelijke opleving teweegbracht. Op de
ontwikkeling var. ar.dcre groote musici,
o.a. op den costpcn'-st Iiszt. heeft Pa
ganini belangrijken invloed gehad.
Hij liet twee millioen francs na en
vermaakte acht van zijn violen aan de
violisten Bériot. Ernst. Llpinski.
que. Mayseder. O'e Buil. Sphor en
Vieuxteraps. Alleen zijn geliefde Guar*
r.erius viel aan Genua ten deel.
R P.
Hoe de Kieswet werkt.
ii.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
OBERIAHNSTÈIN
n Liter«cliroeffle«scbeo 32 et.
huishoudelijk gebruik
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Wanneer er op dit oogenblik geen
verkiezingen aan den gang waren, dan
zou het eenige nieuws beslaan in vlieg*
tochten over den Oceaan. Wel leven
wij snel. Hoe goed kan ik mij nog her*
inneren, dat op een Zondagmorgen
Vaz Dias (<ïe vermaarde, gij kent hem
wel van de radio) ons een telegram zond
dait de vlieger Bic riot het k anaal was
overgevlogen en in Engeland bij Dover
was geland. In mijn verrukking over
een dergelijk, wat' wij toen noemden,
stout stukje, voelde ik mij
gedrongen het te vertellen aan eenige
Franschcn, die toevallig in de tram naar
Zandvoort zaten en de mcdcdeelïng
ontvingen met een ongeloovig gezicht.
,.Hoe weet U dat?" vroeg een hunner
en het nuchter antwoord: „Wij hebben
daarover een telegram ontvangen" kon
hen zooals duidelijk op hun gezichten
te lezen stond, volstrekt niet overtui*
gen. Wanneer zc behoord hebben tot de
Parijzcnaars, die onlangs den Amerikaan
Lindbergh op het vliegveld Le Bourget
met geestdrift hebben ingehaald, dan
zullen zij zich misschien deze kleine cpi»
6ode nog wel herinneren. Toon was heit
als het ware een slootje, dat overgesto*
ken moest worden en nu de groote wa*
terpias. Neef Wouter laat zich door hot
verschil niet van zijn stuk brengen.
Het is, zegt hij eenvoudig, een kwesfie
van meer of minder cn hij hem is het
zeker een vraagstuk van het allerminst,
omdat hij van zijn leven nog niet in een
vliegtuig heeft gezeten cn daart'oe ze*
kor ook wel nooit komen zal. tenzij de
Russische communisten voor de rust van
dc Sovjet Republiek het noodig moch*
ten vinden hem op te lichfen cn in een
van de duistere kerkers in Rusland voqr
goed op 'te bergen. Als U mij vraagt of
ik dat waarschijnlijk vimj. dan zeg ik:
neen. maar Wouter zelf zou dc gedachte
romantisch vinden en die zeker niet ge*
heel en al verwerpen. I el anii*commu»
nist als hij is, meent hij inderdaad, dat
zijn gesprekken de communistische ge*
dachte er* de Sovjetpropaganda in
Europa duchtig hebben belemmerd en
tegengehouden.
Toen ik dezer dagen naar den Haag
moest en het trof, dat1 ct juist een elee*
trische trein klaar stond aan het s(ta*
tion. kwam ik midden in een gezelschap
terecht,waar Lindbergh n Byrd schering
en inslag waren. Dc bewondering voor
hun daden was algemeen. Dc eenige in
ons compartiment, die zweeg, was een
man, die zich onderscheidde door een
bijzonder grootcn neus. Aangezien ieder
mcnschelijk wezen meent, dat hij zich
onderscheidt van zijn mcdc-menschim
door het een of ander, is cr natuurlijk
niet het minste bezwaar tegen, dat hij
het buitengewone van zijn bestaan zoekt
in zijn neus- Ik meende op 'te merken,
dat de man ecnig bezwaar had tegen
d'it lichaamsdeel, althans, toen hij op
een oogenblik noodig vond dien neus
te snuiten, keek hij er eerst naar met
groote strengheid, pakte hem vervolgens
met energie heet cn begon met groote
vaart te snuiten, waarbij niet alleen
rijn hoofd, maar zijn geheele lichaam
in schokkende beweging geraakte eojk
erusing vreemde, dat ha, na de oggxane,
den neus in zijn hand zou houden. Het
was bepaald een verlichting dat het zoo*
ver niet kwam, hetgeen ik hier mede*
deed als een complimcmt aan dc natuur,
die onze neuzen zoo krachtig heeft in*
geplant, da't zij zelfs tegen een dergel ij*
ken aanval bestand zijn.
Onmiddellijk nadat hij dit gevaar te
boven was gekomen nam dc man het
woord en wel op een eenigszins onge*
wone manier, door n.l. te zeggen: „Och
kom" meit den nadruk alsof hij een
pistool afschoot, waarvan de kogel al
zijn medereizigers opeens moest dooden.
Di't gebeurde evenwel niet. wel werd
de algemeene aandacht op hem geves*
tigd en een medereiziger, die het mid*
den hield tusschen een landbouwer en
den kapitein van ccn vrachtboot toon*
de zijn verstoordheid over dc opmerking
door te zeggen: „U zcit: och kom
bij welke veelbdtcckcncnde woorden hij
het liet blijven, omdat de algemeene
attentie die op hem gevestiod werd,
het vervolg van zijn redevoering in
zijn keel smoorde.
„Ja meneer", zei de ander, dien ik
gemakshalve De Neus zal noemen, „ik
zeg och kom, omdat er veel te hoog
wordt opgegeven van de heldendaden
van Lindeman en hoe heet die andere
snuiter ook weer. Vindt U juffrouw",
zei hij daarna zich met zekeTe "woede
wendende tot een oud vrouwtje, dat
met een groot pak iin ccn heel klein
hoekje van de coupé zat, „vindt U zoo
iets nu zoo bijzonder merkwaardig?"
„Guns nee, meneer", zei he<t vrouwtje,
schrikkend bij de gedachte, dat zij zich
tegenover den Neus zou moeten ver*
antwoorden. „Guns nee. ik ben van
Warmcnhuizen riet U"; blijkbaar mee*
nende, dait zij hiermede voldoende u't*
legging gegeven had, maakte zij zich in
haar hoekje zoo mogelijk nog kleiner
en dcod er verder het zwijgen toe.
De Neus evenwel tevreden met den
indruk, dien hij gemaakt had. sloeg
zichzelf met dc vlakke hand op de knie
cn trok meteen een pijnlijk gezicht, om*
dat de slag blijkbaar harder was aan*
gekomen dan hij gewcnscht of ver*
wacht had, „Nou dan", zei hij, en keek
triomfantelijk den kring rond. ..dun wil
ik wel aan het gezelschap vertellen wel*
ke ervaringen ik met dc vliegkunst heb
opgedaan" en alsof het gchccle gezel*
schap begeerig was om dat te verne*
men, rekte hij zichzelf cn zijn neus zoo
ver mogelijk uit en begon zijn verhaal
.,Op de Elta heb ik voor het eerst
gevlogen. Sommige menschen waren
bang cn durfden niet. anderen lieten
zich door familie of kennissen in een
vliegtuig drijven en begonnen ccn on*
noozel tochtje van vijf minuten, met
een gezicht' zoo wit nLs mijn zakdoek"
(een beeld, dat niet volkomen tot zijn
recht kwam, omdat die zakdoek in zijn
borstzak inderdaad voor ccn Dinsdag*
middag wel wat heel groezelig was)
„Wanneer zij uitstapten waren zij groen
cn hadden dikwijls haast om weg te
komen, Het is merkwaardig, dames en
heeren, hoe weinig dapperheid er in
deze wereld bestaat. Ik stapte op mijn
beurt in ccn vliegtuig en zei tot den
bestuurder: .Als jc boven in dc lucht
soms een flinke looping maken wilt'
behoef je jc voor mij niet 'te gcaccrcn"
maar de man keek mij aan. haalde de
I schouders op en antwoordde: ..met der*
j gelijke jjrtgppea km ifc my niet bezig
In het vorig artikel (zie Haarlem's
Dagblad van Donderdag 30 Juni j 1.)
sclireven wc. dat aan ccn afzonderlijk
bureau. Centraal stembureau gehccten,
dc taak was opgedragen om utt tc ma»
ken, wie van dc vele candidaten door de
kic/crs waardig werden bevonden om
een Raadsheerlijken zetel tc bezetten.
Dat centraal stembureau nu. waarvan
de Burgemeester voorzitter is cn oven»
gens nog 4 leden tcU', komt in het bezit
van dc berekeningen der 3 hoofdstem»
bureaux cn gaat dan volgenderwijze tc
werk.
Laat ons aannemen, da't cr door «Jc
opgekomen kiezers 50.7» geldige stem
men zijn uitgebracht, zoodat. om geko-
zen tc zijn, een candidaaf minstens 1300
stemmen moet hebben verkregen. (Iin»
mers. cr moeiten 30 leden worden bc*
noemd. dus 1 39 van 30.700 is: 1300). Dit
vereischte aantal stemmen wordt ..kies»
dccler" genoemd. In het vorig artikel
zeiden we reeds, dat een partij, met b.v.
10.000 stemmen, recht haa op 5 maal
meer zetels dan ccn partij, welke maar
2.000 stemmen kon halen; het beginsel
van evenredigheid vordert zulks. En
aangezien elke partij voor de door haar
gewenschtc candidaten een eigen lijst in
diende later al dan niet tot samen»
werking verbonden met de lijsten van
andere partijen/waarop wij echter thans
niet verder ingaan begint het Ccn»
traal stembureau allereerst1 met na tc
gaan hoeveel van dc 39 zetels toekomen
aan elke lijst, zonder zich vooralsnog in
te laten met dc namen der candidatun.
op dc lijkten vermeld.
Vooraf nog de opmerking, dat de wetf
geen kiezers van verschillende politieke
kleur kent, cn dus ook geen po!itiek»gc«
kieurdc partijen. Voor haar is een kic»
zer: „een kiezer", en een partij: een
groep kiezers, zonder meer; vandaar,
dat de lijsten dan ook niet met dc na»
men der politieke partijen, doch slechts
met nummers zijn aangeduid. En zoo
ook betracht het centraal stembureau
algcheclc onzijdigheid, door dc zetels
niet toe tc wijzen aan ccn eigenlijk gc»
zegde partij, maar aan lij^t ,.nr. zoo*
veel", enz.
Nu zijn cr voor deze stemming in elk
der 3 kieskringen 13 lijsten ingeleverd
(alleen in kieskring I nog een 14c). d'c
alle óf gelijkluidend zim. óf later met
elkander verbonden werden verklaard
Het centraal bureau heeft dus na to
gaan het td:aal*aanta! stemmen, door el
ke groep van gelijkluidende ol verbon»
den lijsten in dc 3 gezamenlijke kicskrim
gen verkregen, en dit totaal aantal tc
declcn door 1300, d.i. door den kies*
dccler; het quotient' wij^t <Jan aan. op
hoeveel zetels die partij aanspraak heeft.
Natuurlijk komt het zelden of nooit
voor. dat iu'r «i'cmmcmaanital eencr lijst
precies gelijk is aan* of ccn veelheid is
van den kicsdcelcr; vele lijsten halen
zelfs den kicsdceler niet eens, en is dit
wel het geval, dan is er als regel toch
nog ccn overschot van stemmen, liet'
spreek't dus van zelf, dat bij een eerste
vcrdccling nog niet alle zetels dadelijk
kunnen worden toegewezen, maar dat
•ervolgots tot ©en tfwecde» cn soms nog
tot een derde vcrdccling moet worden
overgegaan. Dit geschiedt dun naar
tweeërlei .stelsel: dut der z.g. „grootst
overschotten" cn. zoo tnxxiig. naar dat
„der gemiddelden", technische termen,
misschien zelfs voor den geroutineerden
kiezer niet <>-. cr»diHil-.lijk. nwar in ©cn
dagbladartikel toch moeilijk nader uit»
een te zetten: een vakblad (en dan een
inccr bepaaldelijk voor sccretaric^robte»
naren), leent zich daartoe beter. Voor
ons doel zij het daarom voldoende tc
const.rtceren. dat ook met een mfcidcr
aantal stemmen dan 1.100 bij ccn tweede
en volgende vcrdccling een zcte-1 kan
worden verworven*.; zelfs één enkete
stem (of een gcdcckc van een stem!)
kan dat voordeel bezorgen.
Zijn tenslott'c alle 39 zetels aan de (je«
zamentijke lijsten toegewezen, dan moet
nog tot con ander© berekening worden
overgegaan, n.l voor die lijsten, welke
een stel of groep vormen cn niet tevens
gelijkluidend zijn. Die verhonden lijsten
hebben door samenwerking ccn aantal
stemmen verkregen, dat zij natuurlijk
niet zouden hebben, mdicn rij op z'cb*
zelf gebleven waren, en daarom, mi dc
buit binnen is, moet er gedeeld worden.
Dit geschiedt, door het stemmen*
aanriil der verbonden lijsten tc doek»,
door het gemeenschappelijk getal ver
kregen zetels, waardoor de z.g. „bijzon*
dere kicsdceler" ontstaat.
Zoo dikwijls nu die bijzondere k'c®*
dccler begrepen is in het .stemmcn«aan*
tal van elke der verbonden lijstcn.wordt
aan dc afzonderlijke lijst' een zetel too»
gkend; bij de (meestal noodigc) 2de
cn volgende verdccling weder naar het
jftcLscl der grootste overschotten of der
gemiddelden.
Heeft dit plaats gehad, dan kaïn wor»
den overgegaan tV>t aanwijzing der gc*
kozenen, volgens den ..lijst-kiesdeek-r
deze wordt verkregen door het aantal
aan dc lijst toegewezen zetels tc declcn
<»p het stemcijfcr vaat die lijst.
Van de lijst der candidaten is benoemd
hij. wiens aantal stemmen gelijk of groo»
ter is dan dc lijst»kiesdccler. Is dit laat*
stc het geval dan worden die meerdere
stemmen overgedragen op hem. die op
dc lijst daarna het hoogst! geplaatst is.
cn daardoor, indien cr nog zetels 'te bo»
zetten zijn. eveneens gekozen wordt ver*
llaard, ook al blijft hij nog beneden den
lijstkicsdcclcr. Heeft' geen der Candida*
ten den lijst kicsdceler gehaald, dan zijn
dc op dc lijst het hoogst geph .risten ge*
kozen, tenzij lager geplaatsten ccn zeker
aantal voorkeurstemmen hohben ver*
kregen, n.l. minstens 50 pCt. van dca
lijst.kiesdecler. Onder ..voorkeurstem»
men" verstaat men die st'cmmcn. uitgc-»
bracht op een anderen candidaat oan
die welke als nr. 1. dus heel bovenaan
de lijst geplaatst is. Tot rcch't begrip
va® het vorenstaande zullen wij. bij wi>
zc van aanschouwelijk onderricht, nog
enkele berekeningen laten volgen, do
stemming ,,'n beeld'; maar dit clan
con slotartikel.
P. KALBFLEISCIL
houden", waaruit ik mocht afleiden, dat
hijzelf nog maar in het begin van de
vliegkunst was en zijn eigen body er
niet aan durfde tie wagen. Wij vlogen
drie maal rijf minuien over Amsterdam
en toen wij weer geland waren cn het
publiek blijkbaar angstig, omdat wij zoo
lang weg waren gebleven, zich om he»t
toestel verdrong, mocht ik als beschei*
den man de menschen mei' een vrien*
delijk handgebaar geruststellen cn zeg*
gen: „maak't u niet ongerust, ik zou
niet weten welke gevaren aan zoo'n on*
noozel tochtje verbonden zijn".
De landbouwcr*kapitein deed zijn
mond open. alsof hij van plan was.
iets te zeggen, maar toen De Neus
hem gestreng aankeek zakte de moed
hem in de schoenen en begon (hij met
veel drukte een pijp te stoppen, waar*
uit hij groote rookwolken blies, alsof
fcij zich voor dien ernstigen blik
wiide verbergen De Neus evenwel,
blijkbaar tevreden, dat hij ook dezen
toehoorder had onderworpen, ging
met luider ste-mime aldus voort: „toen
ik eenmaal de ervaring van het vliegen
had ondervonden en wist, dat er niet
dc minste moed voor noodig was. heb
Sk herhaaldelijk veel grooter en veel
moeilijker tochten hij verschillende
gelegenheden gemankt. lik kan u dat
zoo niet allemaal vertellen, want ik
moet er tc Leiden uit en het zou
dus te lang duren. Ik heb gevlogen te
midden van een <zwaren mist, zoodat
de bcsrtjurder. die toch een ervaren
piloot was. zich op een oogenblik naar
snij toekeerde en sohrecuwde om het
geraas van den motor te overstem»
men: „ik weet niet meer of het toe*
stel goed ligt of op den kop staat",
maar daar ik juist verkouden was en
dus niet in staat om zoo hard te roe*
pen haalde tk dc schouders op en
wees vooruit om hem te beduiden,
dat hij maar rustig verder moest
gaan".
Deze heldhaftige taal lokte een zucht
van bewondering uit bij het !u;sterend
gezelschap en een jongmensch var
een jaar of achttien, die een stapel-
boeken bij zich had waarin hij telkens
iets nakeek zei opeens: ..ik zou we',
een willen vragen....** en bleef to©n
even plotseling steker. als de land»
bouwer*kapite:n gcaaan had.
„Wat zoudt u wel willen vragen,
meneer", brulde De Neus op een- toon
die mij deed denken aan den hond
van mijn buurman, wanneer hij des
avonds wordt uitgelaten cn zich ver*
maakt met een van niets kwaads be*
wusten voorbijganger on het heftigst
aan tc blaffen, „op uw leeftijd doet
mc-n beter met naar wijzere menschen
te luisteren cn geen domme vragen te
doen".
De jongen greep daarop het dikste
boek. dat hij bij zich had en hield dat
voor zijn neus. alsof ook hij zich aan
de gestrenge oogen van den spreker
wenschte te onttrekken. Het was dtii=
delijk tc zier.- dat De Neus in zijr.
schik was met den indruk, dien hij
ook op dezen toehoorder had ge*
maak;* ea_ het overige geselschap
scheen het raadzaam t© vinden zich
verder niet in het gesprek te mengen
en den mam die blijkbaar zooveel
vlicgervaring had, rustig aan het
woord tc laten. Na een triomfeerenden
blik in de rondte over het getemde
gezelschap te hebben geworpen ging
De Neus aldus voort:
„Ik herinner mij. dat ik het vorig
jaar naar Parijs vliegende zoo hoog
was gestegen dat de raampjes van het
vliegtuig vol ijzcl zaten door de hevige
kou. zoodat ik mijn kraag opzette en
met de handen tegen mijn schouders
sloeg om mij te ve-warmen"
Op dat oogenblik stopte de elee*
trische tre n te Noordwijkerhout en
kwam er een reiziger binnen, die eerst
verwonderd ons gezelschap rondkeek
voordat hij den spreker in het oog
kreeg. ..Ik geloof", zei hij. „dat jc hier
bezig bent o-m een aardig verhaaltje
te doen. Ga voort W'.llemsen en laat
mij daar ook eens van genieten", maar
het scheen vreemd genoeg, alsof De
Neus plotseling daar geen genoegen
meer in vond. Hij haalde zijn groeze*
ligen, zakdoek weer voor den dag en
begon zijn neus te snuiten met een
hardhandigheid, alsof hij dezen keer
voorgoed met hem wilde afrekenen:
daarop zei hij stotterend: „Och nee, dc
vertelling was juist afgeloopen en. ik
moet cr ook in het volgende station
uit". Toen wij daar waren aangeko*
men maakte hij, dat hij wegkwam,
zonder een woord meer te hebben g«'
zegd.
..Kent Ti dien meneer soms", vroeg
de jongeling met de boeken.
..Natuurlijk" zei de nieuwe reiziger,
„wij noemen hem in het dorp Plet
Bluf cn als hij hier verteld heeft, dat
hij de vorige weck naar de maan ge*
vlogen is. dan zou mij dat in het gc»
heel niet verwonderen, maar ik kan
u zeggen, dat het allemaal leugen is
en dat u geen woord moet geioovcn
van wat hij u heeft verteld".
.Juist zoo", ze; de landbouwer*zee*
kapitein; „ik dacht het wel en ik heb
het hem dan ook flink te verstaan
gegeven, zooals dc dames en heeren
kunnen getuigen". Evenwel ging nïc»
mand van het gezelschap hierop in.
a'.lcen liet 'toude vrouwtje in den hoek.
dat hoe langer hoe dieper weggedoken
was. alsof zij door zooveel moed en
kracht verpletterd was. een zenuw*
achtig lachje hooren. dat waarschijn*
lijk minachting moest hetcckenen. Ik
heb bij deze gelegenheid opgemerkt,
dat er in den laatsten tijd naast het
jagers* en visscherslatijn ook vlieg*
latijn is ontstaan en dat het raad
zaam zal wezen, voortaan, verhalen
in clcctrischc of andere sporen niet
al tc gauw als waarheid op te vat*
ten; niet altijd komt op het juiste
moment ccn reiziger binnen, die het
wonderbaarlijke verhaal tot de juiste
afmetingen weet terug tc brengen.
Na het radiosdrama, dat bijna oueerrlg-*
beid had gebracht m onze krans, heb*
ben de dingen ©on or.verwachten loop
gcjjopicn. B;j onzen vriend van Stub
teren zijn wij na don mislukten avond
nog niet tc gast geweest, maar toen
het bezoek bij de farm Ine Hopma
plaats had was er n-iemand meer in
ons gezelschap die geen toestel in
zijn huiskamer had aangeschaft. Zoo
snel kunnen de zaken verkeeren. Van
de algemeene afkeuring waren wij
tenslotte, in de algemeene sympathie
vervallen. En het scheen niet gchcc!
onjuist wanneer de kennissen van dc
kransledcn achter onzen rug beweer»
den, dat wij zelfstandigheid misten en
gezamenlijk maar één Opinie hadden.
Van dc spijtigheid waarmee dit
zegd werd namen wij liever maar geen
notitie cn om dc waarheid tc zeggen
was iedereen in onzen knng ten slotte
blij dat er door de racko een nieuw
element van gezelligheid en ook van
conversatie geschapen was. Want m
kringen waar men een toestel heef:
hob ik al dikwijls opgemerkt, dat het
gesprek levendiger eoi luider wordt
naarmate dc muziek in het toestel
zich luider doet hooren Wat daarvan
de reden is mag een wijsgeer onder»
zoeken, maar dat het een feit is kan
niemand tegenspreken. Wouter bc»
weert: gerucht lokt grooter gerucht
uit.
Overigens zijn de meeningen over
het genoegen van de radio niet onver»
deeld. In het algemeen hebben de da»
mes daarvoor meer sympathie dan de
mannen car de grootste critious van
allen is natuurlijk neef Wouter, dac vc*
lerlci aanmerkingen heeft en zc dce tc
vrijer uitspreekt omdat dc uitvoeren»
den hem niet kunnen hooren.Vooral
met den Mcxicaanschen hon-d heeft
hij het gewoonlijk duchtSc aan den
stok. Waarom, zoo vraagt Lij. bet
nog 7»oodig dat wij iedcren Zondag»
middag vergast worden op een reeks
van klachten over die leelijke gehii»
den. die waarschijnlijk toch geen gun»
stig resultaat hebben, omdat de plaag
geesten. die altijd zoeken naar sta»
rions die ze nooit schijnen t© vinden,
zich toch van dc bestraffing van ons
aller vriend Vogt niets aantrekken
Wouter was h©t ook die onlangs heel
wat critick had op een dame. die
„Het oude jaar" van Kloos en „de
Sterren" van Adarna van Schcltcma
voordroeg. Hij had gelijk, want ik be
grijp nooit, waarom verzen moeten
worden voorgedragen op een anderen
toon dan proza. Het is nog ns©t lang
geleden dat 'n bekend acteur de alleen*
spraak van Marcus Antondus voor*
droeg en dat zoo gezwollen deed dat
wij elkaar met verhoring aankeken cn
ons afvroegen of dc fout misschien
hierin zat dat wij dc voordragers na<st
konden zien. Hoe dat ook zij. ik zou
cr geen spijt van hchhcn, wanneer ik
nooit van mijn leven weer ernstige
verzen door radio moest hooren.
Neen, dan liever Vaz Dias met zijn
berichten, waarvan de overname ge»
heel of gedeeltelijk ver*bo*den is. Of
de politieberichten u-lt desselfde bron.
die 03& (jikwi^s op tragische® {Opp
worden aangekondigd en dan tenslotte
neerkomen op een herdershond, dio
hij d«n ocji of ander is komen aanjoo»
pen. Met plezier constatccron wij dan
dat onheilen een enkelen keer ook
wel eens kunnen meervallen en nemen
het aan het persbureau, dat huiselijk
weg alleen Vaz genoemd wordt, niet
kwalijk, wanneer de verkondiger het
al te dramatisch meedeelt, om zijn
eigen belangstelling in zijn berichten
te behouden. Zeer belangwekkend
ook het verhaal over oen overtreding
begaan door een persoon, gekleed aks
acrobaat, met een rood glimmende
kniobrock cn witte kousen. Zoo. tua*
schcn een symphonic van Beethoven
cn het vioolconcert van Mcrxielssohn
m. wordt ons weer duidelijk getoond,
dat er maar één stap is tusschen bot
verhevene on het belachelijke^
Intusschen hoop ik wc!, dat wij
binnenkort in radio een nieuwigheid
zullen beleven en wol bet gezamen»
lijk zingen, dat hoe langer hoe moer in
den smaak schijnt te komen. In Anrc»
rika bosraat dat al lang cn wij kun»
ncn er wei op rekenen dat hot binnen*
kort c\enals Lindborgh. maar dan min
lier snol. den oceaan zal zijr» overgesto»
ken. Ginds wordt in, allerlei vereend*
gingen het gezamenlijk zingen veel froo
gepast en cr zijn zelfs orgtrnosa f ics,
dac hun eigen Kcdcrcnjboek hebben,
waaruit de voorzitter do nummers
aanwipt. Welk een toekomst gaat Mor
voor ons open. Stel u voor, dat dc
nlgrmccne vergadering van de Vex»
een g ng voor Vreemdelingenverkeer
ccn vroolijk reislied aanheft, of dat
de gemeenteraad een oogenblik van
ontstemming weet te doen verdwijnen
door een gemeenschappelijk lied.
Mijne heeren, zc©t dan de voorzitter,
het zoo even ingediende amende*
ment zou den gemeenteraad kunnen
verbitteren, zoodat ik u dringend ver»
zoek. gemeenschappelijk no. 27 B van
ons liederenboek: Hymn© aan do
Vriendschap, aar te heffen.
Mc! voelt dat zich hier onbegrensde
mogelijkheden voordoen. Ja. dat zeifs
op den duur de politie d© nieuwe
gewoonte van gemeenschappelijk rin
gen zou kunnen gelbnriken, op 't o»
ment dat relletjes otf onfusten dreb
gen. zoodat 'n krachtig, een suggestief
verzoek om gezamenlijk een passend
lied aan tc heffen, de verstoorde gc»
moederen tot bedaren zou kunnen
brengen.
Dat hiermee evcmvcT fchs nieuws
zou worden geschapen, moet men zich
niet verbeeldon. Ontzc grootouders en
overgrootouders waren al gewend,
wanneer zij bijeenkwamen, of op fees
ten gingen, het liederboek onder den
arm mee te nemen. Zoodat wij ook
hier kunnen zeggen, dat cr niets
nieuws onder dc zon is. al is het dan
mogelijk dat het oude via de nieuwe
wereld weer tot Europa terugkeert.
FIDDLPO.