VICTORIA-WATER
HAARLEM'S DAGBLAD
BEURSKRONIEK
71 ONTMOETING
FLITSEN
STADSNIEUWS.
JE ZEEPPOEDER
FEUILLETON
DE GEHEIMZINNIGE ZAAK
VAN STYLES
ZATERDAG 16 JULI 1927
VIERDE BLAD
Bankiersconferentie en francstabilisatie. Uit den
scheepvaarthoek. Van de emissiemarkt. - De stem
ming ter beurze van Amsterdam.
Amsterdam, 14 Juli.
Het was te verwachten, dat zich naar
aanleiding van de conferentie van pre
sidenten van circulatiebanken te
Washington, allerlei geruchten zouden
ontwikkelen, ten aanzien van de aan
staande stabilisatie van den Fransehen
franc. Positief werd beweerd, dat steun-
verleening beloofd was voor een stabi
lisatie van den franc op een koers van
20 franc per dollar of 100 papierfranc
per Louis d'or. De stabilisatie werd be
schouwd als een van de voorwaarden
waardoor de moeilijkheden op de inter
nationale geldmarkten te overwinnen
zouden zijn. Hoewel aan de juistheid
van deze stelling wel niemand zal twij
felen, werd categorisch ontkend, dat de
conferentie zich speciaal met de stabi
lisatie van den Franschen franc occu
peerde, terwijl er op gewezen wordt, dat
Poincaré voornemens zou zijn, binnen
enkele weken, als de Kamer op recès
is, de stabilisatie door te voeren. Inder
daad heeft men reeds geruimen tijd
daarop gewacht, aangezien door bevoeg
de beoordeelaars de voorwaarden voor
een succesvolle stabilisatie aanwezig
werden geacht Er schijnt echter aan
deze kwestie meer vast te zitten. In
de eerste plaats houden sommigen re
kening met een a.s. val van het kabinet-
Poincaré, waardoor het stabilisatie-pro
bleem 'in zijn oplossing weer vertraagd
zou wQrden. Anderen vestigen er de
aandacht op, dat Poincaré's doel moet
zijn geweest het lokaas van de stabili
satie t* bewaren ten einde daarmede
aanhangers te winnen bij zijn pogingen
om de huidige „nationale unie" (ge
vormd ter verdediging van den franc)
om te zetten in een centrum-partij, die
hem difinitief in den zadel zou zetten.
In ieder geval, is dit wel duidelijk, dat
aan het stabilisatie-vraagstuk meer
vastzit, dan uitsluitend financieel-eco-
nomische kwesties. En in verband met
de jongste politieke ontwikkeling in
Frankrijk schijrtt een spoedige oplos
sing eenigszins twijfelachtig.
De in zekere mate verminderde acti
viteit in de scheepvaartafdeeling ter
beurze kan voor een deel worden ver
klaard, uit het feit, dat zich den laat-
sten tijd een toenemende concurrentie
op vrachtengebied merkbaar maakt,
hetgeen leidt tot een verlaging van het
niveau der vrachtprijzen. Hoewel geen
reden tot pessimisme aanwezig kan
worden geacht, is het duidelijk, dat een
lichte druk van de vrachtenmarkt de
teergevoelige beurs dadelijk doet reagee-
ren. In Juni j.l. bedroeg het gemiddelde
indexcijfer der vrachten van de Engel-
sche Economist 124, tegen Mei eh April
ca. 1291/2, Febr. 1401/4, November 1926
(hoogste punt Engelsche kolenstaking)
196 3/4, Juni 1926 104, Mei 1926 96 en
het gemiddelde van 1913 116. Een op
merkelijk feit deed zich verder in de
scheepvaartwereld voor. Volgens Lloyds
Register heeft nl. in het 2e kwartaal
1927 voor de eerste maal in de geschie
denis de in aanbouw zijnde wcreldmo-
tortonnage de in aanbouw zijnde wereld
stoomtonnage overtroffen. De wereld-
motortonnage in aanbouw bedroeg nJ.
1.495.595 ton, de stoomtonnage 1.366.809
ton.
Aan nieuwe emissies werden aange
kondigd: 1500 aandeelen aan toonder
en 60 op naam, a f 1000 tegen 100 pet.
van de Cultuur Mij. Modajac; f 500.000
51/2 pet. schuldbrieven Friesch-Hol-
landsche Bank tegen 100 pet.; 3 mil-
lioen 6 pet. obl. Deutsche Renten-
bank-Kredit Anstalt tegen 95 1/2 pet. en
f 6.000.000 6 pet. obl. Ruhrverband te
gen 951/2 pet. De 5 pet. leening ge
meente Soerabaja en de uitgifte Indus-
trieele Disconto Mij. werden beide over-
teekend.
De emissiestroom blijft voortduren,
ook die uit het buitenland. En bedrie
gen de teekenen .niet, dan zal dit in de
toekomst voortduren en wellicht nog
toenemen. Uit Amerika komt namelijk
het bericht, dat de leidende emissiehui
zen zich grootendeels hebben terugge
trokken van het plaatsen van nieuwe
leeningen voor Europeesche staten en
gemeenten, behalve voor conversie-ope
raties. Door de kleinere emissiehuizen
worden namelijk door de concurren
tie. de aanbiedingen tot prijzen opge
dreven, die door de groote emissiehuizen
onverstandig worden geacht. Het ge
volg hiervan kan zijn, dat een deel dier
leeningen uit Centraal en Zuid-West
Europa zich tot andere geldcentra, o.m.
Holland wendt. Het zal daarom goed
zijn. indien men in de toekomst een ze
kere verscherpte waakzaamheid in
acht neemt, opdat geen ongewenschte
elementen onze markt kunnen binnen
dringen.
Op een enkele afdeeling na, heeft de
beurs in de afgeloopen overzichtspe
riode een lusteloos voorkomen vertoond,
met beperkte handel en afbrokkelende
koersen. De Amerikaansche afdeeling
bleef kalm. Daar de handel over het al
gemeen binnen enge grenzen beperkt
bleef, zijn de koersverschillen per saldo
ook niet groot. In de bankafdeeling
waren ze slechts fractioneel.
In de industrieele afdeeling heersch-
te voor kunstzijde-waarden een vrij
goede stemming. Af en toe ontwikkelde
zich daarin tamelijk omvangrijke vraag
en het peil kwam hier dan ook eenige
punten hooger. Voor aandeelen Phi
lips gloeilampen bestond aanvankelijk
goede vraag en de koers verhief zich
van 446 tot over de 470. Later trad
eenige reactie in, zoodat het slot op ca.
462 kwam. Opmerkelijk was voorts ook
de flauwe stemming in Jurgens, die 10
punten inboette tot 165, op geruchten
omtrent verscherpte concurrentie en
prijsverlagingen voor margarine. Overi
gens 'gaf deze afdeeling weinig belang
rijke koersveranderingen te zien. Te
Eindhoven werd opgericht, met mede
werking van Philips, het Administratie
kantoor van belangen in Gloeilampen-
bedrijven met een kapitaal van f 412.000
Vooral in den beginne was er veel
aanbod in de olie-afdeeling, dat niet
'geheel door de tameliik ruime vraag kon
worden opgenomen, hetgeen resulteerde
in lagere koersen. Koninklijke kwam
ca. 7 punten lager af op 347 3/4. Later
trad een licht herstel in.
In rubbers ging niet veel om en de
tendenz was niet bepaald optimistisch.
Toch waren de koersdalingen niet al te
groot, ca. 5 tot 10 punten. Het publiek
neemt een afwachtende houding aan.
De Sumatra Rubber Mij. geeft eerst
daags 500 aandeelen van f 1000 tegen
200 pet. uitsluitend voor aandeelhou
ders uit.
Aanvankelijk brokkelden scheepvaar
ten iets af. doch later werd de stem
ming iets beter, terwijl zich wat vraag
ontwikkelde. Zoodat het slot nog eerder
hooger was, dan de vorige week.
Suikerwaarden, eerst tamelijk vast,
brokkelden later af, op lagere cuba-pry-
zen. H. V. A. kwam iets lager af, op
eenig aanbod in claims. De koersver
schillen in deze afdeeling waren overi
gens niet groot. Sommigen konden per
saldo zelfs ,nog iets verbeteren.
Positief vast was de stemming voor
tabakken, in verband met de gunstige
verwachtingen voor de laatste inschrij
ving van deze week. De handel in deze
afdeeling, hoewel ook niet groot, was
toch beter dan in menige andere af
deeling en het koerspeil kwam 5 tot 10
punten hooger af.
BEURSMAN.
DRAMA.
EEN DOLLEMAN IN EEN
BIOSCOOP-RESTAURANT.
De geweldige hitte, die Woensdag te
New-York heerschte, had vele bewoners
van de hoofdstad naar het strand ge
dreven. Daar was het echter ook warm
en een kok op Coney Island werd plot
seling gek van de hitte en rende met
een vleeschmes het gecombineerde
restaurant en bioscooptheater, waarin
hij werkzaam was, binnen. Onder de
eters, die juist een spannend drama op
het witte doek volgden, verwekte de
verschijning van den kok een paniek.
Stoelen werden omgeworpen en vele
bezoekers namen de vlucht. Vervolgens
bedreigde de kok buiten, op een stoel
staande, de voorbijgangers. Hij sloeg een
van hen een arm stuk en verwondde
twee anderen met een mes. Tenslotte
zag de politie zich genoopt op den kok
te schieten. Zij loste negen schoten,
waarvan één een toeschouwer trof in
den buik. De kok werd doodgeschoten.
door
CONST. DE RAYMOND
Toen de heer Selletier terugkeerde van
een conferentie, welke had plaats gehad
in een gebouw, gelegen in een der uit
hoeken van de stad, meende hij in de
lange, rechte straat, waarin hij ging, in
de verte zijn Jongste dochter te zien
naderen.
Ofschoon ze hem meermalen tegenliep,
wanneer hij zich na kantoortijd huis
waarts begaf, keek hij thans eenigszins
vreemd op, want naar zijn beste weten
had hij zich niet uitgelaten over de ver
gadering van dezen morgen. Maar mo
gelijk had ze het op de- een of andere
manier vernomen, en wilde ze nu haar
vader verrassen, door hem tegemoet te
gaan.
Ze scheen hèm nog niet op te merken,
maar het was wel degelijk zijn dochter,
hij had zijn To onmiddellijk herkend.
Ze werd al flink, dacht de heer Selle
tier, toen hij haar daar zoo parmantig
zag komen aanstappen. Zestien was ze.
Nu ja, bijna zeventien dan, de volgende
maand. Wat zag ze er lief uit in haar
beige mantelpakje en dat coquette hoed
je op haar kastanje-bruin haar. Wat "n
nuffige pasjes nam ze. Een echt dame
tje aL Geen bakvisch meer. Zoo tusschen
servet en tafellaken, was ze. Wat geleek
ze sprekend, ook ln haar gaan en bewe
ging, op haar overleden moeder. Hjj
kan er het best over oordeelen; op dien
leeftijd was zij immers ook geweest,
toen hij kennis maakte met het meisje,
dat later zijn vrouw zou worden. Was het
daarom, dat zijn jongste dochter hem zoo
lief was? Opmerkelijk, dat To ook aan
hem sterk gehecht bleek. Toen zijn vrouw
hem, eenige jaren geleden, door den dood
werd ontnomen, daarna de oudste twee
dochters achtereenvolgens in het huwe
lijk traden, en zijn huis verlieten, was
het To, waarmee hij alleen overbleef,
zoons had hij niet.
„Wees maar niet bedroefd, vadertje",
had zij toen gezegd, terwijl ze hem har
telijk omhelsde, „ik blijf bij U..., en
ik zal voor u zorgen". Ongetwijfeld had
hij in de jaren die voorbijgegaan waren,
veel steun ondervonden van zijn kleine
meid. En nooit had hij er aan gedacht,
dat er eenmaal een tijd zou kunnen ko
men, dat ook zy hem zou gaan verlaten.
Ze leefde in alles met hem mee, en
naarmate zy ouder werd ging ze steeds
meer op haar moeder gelijken. Soms was
het of de tijd had stilgestaan en hy niet
ouder was geworden. Een enkele maal
kon hy zich droomen weer te leven als
jaren te voren, in een vèr verleden.
Ja. was zyn zoet geluk, het zon
netje in huis. Maar het was hem nog
nooit zoo opgevallen als thans nu ze
daar in haar nieuwe costuumpje zoo pit
tig kwam aangeloopen, bleek het maar
al te duidelijk: Zc was geen „kind" meer.
Hé! Ze hield haar passen eenigszins
in; klaarblïjkeiyk had ze haar vader
nog niet opgemerkt. Neen, stèllig niet!
Want ze keerde zich plotseling om en
wandelde denzelfden weg terug, met
ietwat langzamer passen evenwel, alsof
ze toch iemand wachtte.
De heer Selletier lachte reeds by voor
baat, als hy dacht aan het verbaasde
gezicht, dat zyn dochter zou vertoonen,
wanneer hy haar zou hebben achterhaald
en op den schouder zou tikken.
Doch vooreerst bleef ze nog een be-
trekkelyk grooten afstand van hem ver-
wijderd, en ..luimoesL.iefca -flinter
S"
stappen, teneinde - bij haar te kunni
zyn, alvorens ze weer zou omkeeren.
Nogmaals bewonderde hy zyn jongste
lieveling, hy kon trotsch op haar zyn en
hy prees haar in gedachten, om het
ïïefderyke idee haar vader ook in dit
afgelegen stadsgedeelte tegen te gaan,
ten einde den weg naar huis in gezel
lig samenzijn te kunnen afleggen.
Meer en meer naderde hij haar, en
juist wilde hy ctoor een zacht kuchen
haar attent maken, in de hoop, dat ze
dan zou omzien, toen zyn aandacht werd
getrokken door een blond jongmensch,
van ongeveer twintig jarigen leeftyd, die,
in sportcostuum, van zijn fiets stapte,
toen hy by To genaderd was. Hy lichtte
zijn hoed en onder sterk blozen groette
hy haar lachend.Stak eenigszins schuch
ter zyn hand vooruit, om, toen To dit
ook deed, die van het meisje hartelijk te
drukken.
Na deze begroeting liep hy. met de
fiets aan de linkerhand, om To heen,
om als een galant ridder, zyn dame aan
de rechterzyde te hebben.
Daarna liepen beiden vertrouwelyk
zy aan zy, vroolyk babbelend verder.
De heer Selletier hield zijn passen een
weinig ln. Hy 'nad begrepen, zyn dochter
had blykbaar toch niet van de vergade
ring geweten, zy was niet voor hèm hier
gekomen. Het was hem nu volkomen
duideiyk.
De afstand tusschen hem en de beide
jonge menschen werd grooter en groo-
ter. Hy bleef achter. Weldra zou hy
alleen zijn, ook voor het verdere gedeel
te van zijn leven. Maar ging het ooit
anders? Was het niet altyd zoo geweest?
Het was lief en leed van alle tyden. De
jongèn vliegen uit, tot ook de laatste is
verdwenen, vlug, krachtig, vol levens
moed het nieuwe geluk tegemoet; de
ouden blyven achter, droef, eenzaam er
verlaten, slechts terend op oude herinne
ringen.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 948
DE WERELD OP Z*N ERGST
Als alles klaar is om te vertrekken
voor het vacantiereisje is de hond
nooit te vinden.
fNadni verboden.)
OVER UITBREIDINGS
PLANNEN.
IN HAARLEM EN OMGEVING.
Verschenen is het verslag van de
werkzaamheden der Vaste Commissie
voor uithbreidingsplannen in Noordhol
land, over het tydvak van 1 November
1926 tot 1 April 1927
Daaraan ontleenen wy:
Door de Technische Subcommissie werd
behoefte gevoeld aan samenwerking met
de Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten in Nederland, terwijl zy
het noodig achtte op de hoogte te zyn
van de plannen van de Nederlandsche
Spoorwegen en van den Rykswaterstaat.
Op verzoek van Gedeputeerde Staten
werd. yopr overleg .metde Technische
missie door-de-Vereeniging -tot
Behoud van Natuurmonumenten de
heer Dr. Jac. P. Thysse aangewezen, ter
wijl de Directie der Nederlandsche
Spoorwegen hiervoor Ir. N. M. de Kanter
aanwees.
Natuurschoon en spoorweg-
plannen tc Haarlem.
Met den eerstgenoemde werden enkele
besprekingen gehouden o.a. over het te
behouden natuurschoon in de omgeving
van Haarlem, terwyl met laatstge
noemde een bespreking plaats vond
over de spoorwegplannen in de omge
ving van Haarlem en over de plannen
voor een emplacement by Alkmaar.
Hoewel voor het overleg met den
Rijkswaterstaat nog niemand officieel
is aangewezen heeft niettemin een be
spreking plaats gehad van de Technische
Subcommissie met den Hoofdingenieur-
Directeur in de Directie Noordholland,
Ir W. G. C. Gelinck. over de plannen
van het Ryk met betrekking tot de om
geving van Haarlem. In verband daar
mee werd door de Vaste Commissie een
brief gericht aan Gedeputeerde Staten
met verzoek den Minister van Water
staat inlichtingen te vragen omtrent de
plannen van het Rijk aangaande een
verkeersweg Noord-Zuid tusschen de
Zuidhollandsche grens en de streek ten
Noorden van Beverwyk en de plannen
voor uitbreiding van de haven van
IJmulden
Het Naaldenveld.
Over de wyziging van het uitbreidings
plan van Bloemendaal voor het Naal
denveld en omgeving, hadden uitvoerige
besprekingen met de Technische Sub
commissie plaats. Tenslotte kwam een
gewyzigd plan tot stand, dat zich be
paalt tot het eigeniyke Naaldenveld.
Weliswaar is de wijziging minder ingry-
pend dan de Commissie had gewenscht.
doch niettemin beteekent zy een groote
verbetering van het oorspronkeiyke plan.
Zoowel het gemeentebestuur van Bloe
mendaal als de Directeur der Maat
schappij Veenduin. verklaarden zich met
dit gewijzigde plan te kunnen vereeni
gen Aan de besprekingen werd ook deel
genomen door den heer Dr. Jac. P.
Thysse als vertegenwoordiger van de
Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten.
Gedeputeerde Staten hebben conform
deze beide adviezen aan B. en W. van
Bloemepdaal bericht. Reeds is thans een
plan overeenkomstig het ontwerp door
den Raad vastgesteld.
Badhocvebuurt te. Haar
lemmermeer.
Het bleek dat het gemeentebestuur
van Haarlemmermeer prys stelt op be
bouwing volgens een goed. weloverwo
gen plan. onverschillig, of dit doel be
reikt wordt met een door den Dienst ran
Publieke Werken van Amsterdam ont
worpen plan of met uitvoering van aan
hangige tuinstadplannen,
Besloten werd. dat Ir. Hulshoff (ver
tegenwoordiger van het gemeentebestuur
van Amsterdam) in overleg met het ge
meentebestuur en de Technische Sub
commissie een schetsplan zal opmaken
voor een klein gebied om aan de be
staande neiging tot bouwen leiding te
geven en zal zorgen, dat dit plan, dat de
kern zal kunnen vormen van een groo
ter plan, zoo min mogeiyk prejudiceert
op latere plannen van Amsterdam. Door
het opnemen van een bepaling in de
bouwverordening zou dan voor het bui
ten het plan gelegen gebied alleen be
bouwing voor landbouwdoeleinden moe
ten worden toegelaten.
Veis en.
In haar praeadvies kwam de Subcom
missie tot de conclusie, dat, hoewel het
te waardeeren is .dat het gemeentebe
stuur by de herziening nogmaals het ge-
heele plan onder de oogen heeft gezien
en daarbyverschillende verbeteringen
heeft weten te bereiken, niettemin de
opeet van het plan veel te groot is. Naar
haar meening is zulks in stryd met arti
kel 311 der Woningwet en met artikel
11 van het Woningbeslult; ook toont zy
aan. dat de omvang buiten verhouding
is tot den bevolkingsaanwas Het plan zou
h.i. daarom beperkt moeten woixien tot
uitbreidingen van de bestaande kernen
met de de ar tusschen voor het verkeer
noodige verbindingen; daarby zou be
bouwing aan de westzijde van de spoor
baan HaarlemUitgeest zooveel moge-
1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 CU. per regel.
De Hollandsche
Waschvrouw
lijk moeten worden vermeden, terwffl
getracht zou moeten worden de zeer
mooie buitenplaatsen zooveel doenlijk
ongerept te bewaren Tenslotte merkte
zy op, dat het nieuwe tracé van den
Ryksstraatweg in het plan, niet in over
eenstemming was met de plannen van
den Rykswaterstaat.
Gedeputeerde Staten besloten aan de
gemeente Velsen een nieuw plan te vra
gen. Reeds hebben B. en W. zich tear be
spreking van het plan tot de Commissie
gewend.
Zandvoort.
Met de behandeling van het door den
Directeur van Gemeentewerken ter be
oordeeling toegezonden ontwerp-ultbrei-
dingspian van Zandvoort voor Bentveld,
werd door de Technische Subcommissie
een aanvang gemaakt. Voor een Juiste
beoordeeling werd het evenwel wensche-
ïyk geacht kennis te nemen van het ge-
heele uitbreidingsplan van Zandvoort
en dit te bezien in verband met het ge
heel e gebied van Haarlem en omgeving.
Op verzoek van de Technische Subcom
missie werd dit plan onlangs toegezon
den; het werd door deze Subcommissie
bestudeerd.
Bloemendaal.
Het door B. en W. van Bloemendaal
toegezonden uitbreidingsplan voor het
grootste deel der gemeente werd door de
Technische Subcommissie ln verband
met het geheele gebied van Haarlem en
aangrenzende gemeenten, den Inspec
teur voor de Volkshuisvesting en den
ontwerper behandeld. Alvorens een be
spreking te houden met het gemeente
bestuur om tot overeenstemming te ko
men over een wyziging van het plan.
achtte de Technische Subcommissie het
wenscheiyk het plan te behandelen in
een vergadering van Vaste Leden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
Reed» meer dan 40 jaren
OBERLAHNSTEIN
ia Nederland ingevoerd
door
AGATHA CHRISTIE.
5)
De uitvoering was een groot succes en
Je voordracht van mevrouw Inglethorp
kreeg een kolossaal applaus. Er waren
ook een paar tableaux, waaraan Cynthia
meedeed. Ze ging niet met ons terug,
daar ze voor een souper gevraagd was,
en om 's nachts by een paar vriendin
nen te blijven, die met haar in de ta
bleaux gespeeld hadden.
Den volgenden morgen bleef mevrouw
Inglethorp in bed ontbyten, omdat ze
wat oververmoeid was; maar ze ver
scheen in haar levendigste stemming
om ongeveer halféén en nam Lawrence
en mij mee naar een luch.
„Zoo'n lieve uitnoodiging van me
vrouw Rolleston. De zuster van Lady
Tadminstèv, weet je. De Rollestons zijn
met den Veroveraar meegekomen
één van onze oudste families."
Mary had zich geëxcuseerd om een af
spraak met dr. Bauerstein.
Vertaling van A. d. Z.
We hadden een prettige lunch, en
toen we wegreden stelde Lawrence voor,
dat we langs Tadminster terug zouden
gaan. dat nauwelijks een mijl uit onzen
weg lag, en een bezoek aan Cynthia in
haar apotheek zouden brengen Mevrouw
Inglethorp antwoordde, dat het een uit
stekend idee was, maar daar ze verschei
dene brieven te schryven had. zou ze
ons daar afzetten en dan konden we met
Cynthia in den ponywagen terugkomen.
We werden door den portier van het
hospitaal onder verdenking vastgehou
den, totdat Cynthia voor ons kwam in
staan. die er heel koel en lief uitzag in
haar lange witte „overal". Ze nam ons
mee naar haar heiligdom en stelde ons
voor aan haar mede-apothekeres, een
vrij ontzagwekkend individu, die Cyn
thia vroolyk als ..Nib" aansprak.
„Wat een massa flesschen!" riep ik
uit, terwyi myn oog langs de kleine ka
mer dwaalde. „Weet je werkelijk, wat er
overal in is?"
„Zeg toch iets oorspronkelijks", zucht
te Cynthia. „Iedereen die hier komt, zegt
dat. We denken er heusch over, een
prijs uit te loven voor den eersten per
soon, die niet zegt: „Wat een massa
flesschen!" En ik weet, dat het volgende,
wat je gaat zeggen zei zijn: „Hoeveel
menschen heb je al vergiftigd?"
Ik bekende met een lachje schuld.
„Als jullie wist, hoe fair.?.1, gemakke
lijk het is, iemand li»j ongeluk te ver
giftigen. dan zou je er niet mee spot
ten. Kom, laten we gaan theedrinken.
We hebben allerlei geheime voorraden in
de kast Neen Lawrence dat is de
vergiftkast. De groote kast juist,"
We hadden een heel vrooiyke thee en
hielpen Cynthia later met afwasschen.
We hadden Juist het laatste theelepel
tje weggelegd, toen er op dfc deur getikt
werd. De gezichten van Cynthia en
Nibs versteenden plotseling in een
strenge en ontoegankeiyke uitdrukking.
.Binnen," zei Cynthia op scherpen,
professioneeien toon Een jonge en tame-
ïyfc verschrikt kykende verpleegster
verscheen met een fleschje, dat ze aan
Nibs toereikte, die haar met een hand
gebaar naar Cynthia verwees met de
eenigszins raadselachtige opmerking:
„Ik ben hier vandaag eigenlyk niet."
Cynthia nam het fleschje. en keek er
naar met de strengheid van een rech-
tei.
„DaV moest vanmorgen gebracht
zyn."
„Het spyt de zuster wel, ze heeft het
vergeten."
„De zuster moet de regels aan de
deur maar eens lezen."
Naar de uitdrukking van het verpleeg
stertje te oordeelen. was er niet de min
ste kans. dat ze den moed zou hebben,
de boodschap aan de gevreesde „Zus
ter" over te brengen.
„Dus nu kan het niet vóór morgen
gedaan worden." besloot Cynthia.
„Denkt U, dat we het onmogelijk van
avond kunnen hebben?"
„Nu," zei Cynthia goedgunstig, „we
hebben het heel druk, maar als we tyd
hebben, zal het gebeuren."
Het verpleegstertje ging weg en Cyn
thia nam dadehjk een flesch van de
plank, vulde het fleschje, en zette het
op de tafel buiten de deur.
Ik lachte.
„De discipline moet gehandhaafd wor
den!"
„Juist. Kom mee naar ons balkonne
tje. Je kunt daai; alle buiten-afdeelingen
zien."
Ik volgde Cynthia en haar vriendin
én ze wezen me de verschillende onder
afdelingen. Lawrence bleef achter, maar
na een oogenblik riep Cynthia hem over
haar 'schouder toe, by ons te komen.
Toen keek ze op haar horloge.
„Niets meer te doen, Nibs?"
„Neen."
„Goed. Dan kunnen we sluiten en
Ik had Lawrence dien middag in een
heel ander licht gezien. Vergeleken
met John was hi) een verbazend moei-
lyk persoon, om te loeren kennen. Hij
was in bijna ieder opzicht de tegenstel
ling van zyn broer, daar hy buitenge
woon verlegen en teruggetrokken was.
Toch had hy een zekere bekoring in zijn
manieren en ik verbeeldde me. dat, als
men h'em verkeiyk geer! kende, men een
diepe genegenheid voor hem kon voelen.
Ik had nie altyd verbeeld, dat zUn "hou
ding tegenover Cynthia een beetje styf
was en dat zij van haar kant geneigd
was, verlegen voor hem te zijn. Maar ze
waren dien middag belden heel vroolyk
en babbelden samen als een paar kin
deren.
Toen we door het dorp reden her
innerde ik me. dat ik wat postzegels
noodig had; dus hielden we stil bij het
postkantoor.
Toen ik weer buiten kwam, liep ik te
gen een kleinen man aan, die Juist bin
nenging. Ik ging opzy en verontschul
digde me. toen hU me plotseling met een
luiden uitroep in zyn armen nam en
harteiyk kuste.
..Mor. Ami Hastings." riep hy. .Bet
is werkeiyk mon Ami Hastings!"
„Poirot!" riep ik uit.
Ik wendde me naar den ponywagen.
„Dit is een heel prettige ontmoeting
voor me, miss Cynthia. „Dit is myn
oude vriend, monsieur Poirot. dien ik in
jaren niet gezien heb."
„O. we kennen monsieur Poirot", zei
Cynthia \rooiyk. „Maar lk had er geen
idee van, dat hij een vriend van Je was."
„Ja zeker", zei Poirot ernstig, „ken ik
mademoiselle Cynthia. Het is door de
liefdadigheid van die goede mevrouw
Inglethorp, dat lk hier ben." Toen, daar
ik hem vragend aankeek;
„Ja, m'n vriend, ze was zoo vriende-
ïyk geweest, gastvryheid te schenken
aan zeven lar.dgenooten van me. die.
helaas, uit hun geboorteland zyn uitge
weken. Wy Belgen zullen haar altyd in
dankbaarheid gedenken."
Poirot was een eigenaardig uitziend
mannetje. Hy was niet veel meer dan
één meter zestig lang, maar bewoog
zich met groote waardigheid, zyn hoofd
had precies den vorm van een ei en hy
hield het altyd een beetje naar één
kant. zyn knevel was heel styf en mili
tair. De netheid van zyn kleeding was
byna ongeloofeiyk; ik denk, dat een
stofje hem meer leed veroorzaakt zou
hebben dan een kogelwond. Toch was
deze vreemde dandy-achtige man. die
tot myn spijt nu erg kreupel liep, in zyn
tyd één van de beroemdste mannen der
Belgische politie geweest. Als detective
was zyn flair buitengewoon geweest en
hy had triomfen behaald door
destyds een paar van de verbluffendste
gevallen te ontwarren.
Hy wees me het huisje, door hem en
zyn medc-Bclgcn bewoond, en ik be
loofde, hem sjxjedig te zullen opzoeken.
Toen nam hy met zwier zijn hoed voor
Cynthia af en we reden weg
„Het is een aardige man", zei Cynthia,
„ik had geen idee, dat Je hem kende."
,Je hebt zonder het tc weten, een be
roemdheid geherbergd", antwoordde ik.
En de rest van den weg naar huis
somde ik voor hen de verschillende da
den en triomfen van Hercule Poirot op.
We kwamen in een heel opgewekte
stemming terug Toen we de hal! ingin
gen kwam mevrouw Inglethorp uit haar
boudoir. Zc zag er opgezet en zenuw
achtig uit.
(Wordt vervolgd.)