HAARLEM'S DAGBLAD DE GROOTEN DER HISTORIE. BIOSCOOP WEENSCHE BRIEF. Haarlemmer Halletjes. ZATERDAG 16 JULI 1927DERDE BLAD XX. Lord Nelson, 17581805. druk in Engeland maakte. Nelson werd tot „peer of the realm" verheven met den titel Baron, en heette nu ..Lord Nel son of the Nile and Burnhamthorpe". Ook kreeg hij een jaargeld van twee duizend pond u 24.000). HU ging nu naar Europa terug, werd eerst feestelijk in het koninkrijk Napels ingehaald., reisde later naar Engeland maar kwam in 1799 naar Napels terug. Dit is geen glorieuze periode in zijn geschiedenis. Er ontstond een liefdes verhouding tusschen hem en Emma Lady Hamilton, de gemalin van den Engelschen gezant te Napels. Lady Ha milton (18651815) was de dochter van een smid, maar door haar schoonheid had zU het tot een positie in de beau monde gebracht, na een zeer stormach tige carrière. Een jonge aristocraat, John Greville. had haar tenslotte naar zijn oom. Lord Hamilton, gezonden, om te bepleiten dat deze zijn schulden zou be talen. Lord Hamilton deed dat, onder conditie dat Emma bij hem zou blijven, en huwde haar. De koning van Napels verhief Nelson tot hertog van Bronte, maar de ver houding met Lady Hamilton bracht hem geen glorie. Toen Napels een oorlog tegen Frankrijk hopeloos verloren had. en de koninklijke familie had moeten vluchten, slaagde Nelson erin om den koning aan boord van zijn admiraals schip naar Napels terug te brengen en in macht te herstellen. Maar hij be vlekte z\jn reputatie door de capitulatie voorwaarden te schenden die de repu blikeinen hadden bedongen en verkregen. Op aansporing van Lady Hamilton liet hU hun leiders, waarbij ook de grijze prins Caraccioli was, aan een ra van zijn schip ophangen. HU werd daarop door de Engelsche regeering terugge roepen, maar gehoorzaamde pas toen ook Lord Hamilton ontboden werd. en reisde met hem en Lady Hamilton naar Engeland. In 1801 werd Nelson tot Viscount verheven en ondernam hU een volko men geslaagde campagne tegen de Scandinavische landen, die hun onaf hankelijkheid ter zee wilden laten gel den en hem den doortocht door de Sont betwistten. Met admiraal Parker versloeg hU de Denen, maakte een kruistocht langs ae de Oostzeekusten en de duurzame vrede tusschen Engeland en de Scandinavische landen werd daarna gesloten. Het teekent Nelson's in vele opzichten ge nereus karakter dat hy', toen na den oorlog in Denemarken een inschrijving werd geopend voor de nagelaten ver wanten van de gesneuvelden, een der eersten was die voor een aanzienlijke som daarop ïnteekende. Na de Deensche affaire scheen het krUgsgeluk zich voor eenigen tyd tegen hem te keeren. In een aantal expedities op kleine schaal tegen de Franschen bereikte hy weinig resultaten, en de krygslisten der Fransche vlootaanvoer- ders slaagden meermalen volkomen. Met het gevolg dat in Engeland veel crittek op den admiraal loskwam, speciaal van de zijde der politici, en dat bij zUn terugkeer sommigen meenden dat hU zijn laatste reis als vlootvoorgd gemaakt had. Nelson zweeg en wachtte af. De tijd zou leeren dat de tegenslag maar tijde lijk was, en dat hü zijn revanche zou nemen. En die tijd was kort. De admiraal zeilde weldra opnieuw uit en zocht de vereenigde Fransch-Spaansche vloot op. die drie-en-derlig linieschepen sterk was en onder bevel stond van den Franschen admiraal Villeneuve. Dy I9en October 1805 verliet deze vloot de reede van Caöix, niet omdat Villeneuve het ver trouwen had dat hU Nelson's vloot van zeven-en-twintig linieschepen de baas kon worden, maar omdat keizer Na poleon hem hoonde en tartte om den vyand tegemoet te gaan. Vóór den ontzettenden zeeslag bij Trafalgar (21 October) gaf Nelson zijn wereldveramarde dagorder uit: ..Eng land expects that every man will dr< his duty". (Engeland verwacht dat iedere man zUn plicht zal doen). De strijd eindigde in een schitterende Britsche overwinning die evenwel duur gekocht was. Want tegen het einde, toen de beslissing al was gevallen, maar het admiraalsschip „Victory" nog streed met het Spaansche schip „Santissima Trini dad". werd Nelson door een geweer kogel getroffen. De kogel doorboorde een long. en de scheepsheelmeester con stateerde dadelijk dat de wond doode- lyk was. Nelson leefde nog een paar uur, bleef gedurende dien tyd by ken nis en droeg het bevel over aan den vice-admiraal Collingwood. Daarna stierf hU in de armen van zUn scheeps kapitein, Captain Hardy. Op 9 Januari 1806 werd het ïyk van den grooten zeeheld plechtig ter aarde besteld, nadat het twee dagen in state gelegen had in een zaal van Green wich Hospital. Een geweldige menschen- menigte was er daar reeds langs ge trokken, en het gedrang voor Green wich Hospital was zelfs zóó geweldig, dat een aantal ongelukken erdoor voor vielen. In statie-sloepen trok de lykstoet over de Theems naar Whitehall, terwijl de batterijen van de Towcr saluutschoten losten. Den volgenden dag trok de stoet naar St. Paul's Cathedral. liet was een geweldige processie, waarin niet min der dan 10.000 soldaten marcheerden, terwijl zij 184 koetsen telde. Nelson liet slechts een klein vermogen na. HU had geen kinderen, behalve een onwettige dochter (Horatia) by Lady Hamilton. Haar vermaakte hU rijn land goed te Merton, twee duizend pond ster ling en een lUfrente van vijfhonderd pond. ZU stierf tien jaar later. Lord Hamilton was reeds in 1803 overleden. De erfopvolging van Nelson's titels ging over op zUn broeder, die evenals zyn vader, predikant, was. Er zUn vele standbeelden voor hem opgericht, waaronder het bekendste dat gene is, dat staat boven op de gewel dige zuil op Trafalgar Square te Lon den. De „Nelson Column" is evenwel zóó hoog dat niemand het standbeeld ooit goed heeft kunnen zien. Men kan slechts onderscheiden dat het een man in uni form voorstelt. R. P. Dc Kroon. We hebben ons Vrijdagavond in cc Kroon weer heerlUk vermaakt! Een al leraardigst programma! Leuke bUfüms waarom hartelyk gelachen ls. en het hoofdnummer: „Taxi! Taxi!" het glans punt van den avond, waarom gescha terd is! Met artisten als Everett Horton en Marin Nixon is reusachtig veel te be reiken en als het scenario dan is zooals dat van Taxi! Taxi! dan is het succes verzekerd. Het toppunt van de pret wordt bereikt aan het eind van de laat ste acte, waar het trouwlustige paartje door den domlné getrouwd wordt, terwijl zij om liet kerkje heenrennen. Telkens, wanneer het onder een der twee ramen komt. steekt de dominé. uit het raam hangend, een deel van zUn speechje af. Die renparty, en dat nu uit het eene. dan uit het andere raam stekend hoofd van den dominé is zóó lachwekkend, dat dat alleen al de moeite loont om naar de Kroon te gaan. Een filmartist moet een expressief, bewegelyk gezicht hebben, maar zooveel, als de artist die de rol van Peter vertolkt, met zUn gezicht uitdrukt, is zeldzaam. Zijn oogen. zUn neus, zijn mond, zijn wenkbrauwen, ja eigenlUk alles aan zyn gezicht werkt voortdurend mee ?n houdt het publiek in éJn lach. Wie deze week op zUn ultgaanspro- gramma een avond naar de Kroon heeft staan, zal dien avond niet teleurgesteld worden als hU een gezelligen avond zoekt. Luxor-Theatcr Nu de schoolvacantie weer is aange broken heeft dc directie van bovenge noemd theater een vacantie-programma samengesteld, althans wat het gedeel te vóór de pauze betreft, Als eerste nummer krygen we een schitterende serie natuurgezichten. daarna dc werkzaamheden van eenige acrobaten, die hoewel het slechts op het witte doek is. bewondering afdwingen. „Geef 'm de ruimte" met in de hoofd rol de filmkomiek Zigoto. Als men dien naam leest weet men bU voorbaat dat er gelachen wordt. Zoo ook nu. Alle malligheid te vertellen is gewoon niet te doen, maar amusant is het en er wordt dan ook danig gebruld. Een echt leuk nummer. Het Luxor Nieuws ls als altUd ac tueel met tot slot van dit gedeelte iets voor onze dames: de mode. Dat was in orde. „Een menschenleven in gevaar" ls een avonturendrama in 6 acten met in de hoofdrol Luciano Albertini. Deze Lu ciano is scheepskapitein, komt onver wacht thuis en riet dat zUn vrouw en kind niet in huis zUn. maar de deur van zUn buurmeisje Lla staat open. Deze ligt dood op den grond en nu be gint het lijden van den kapitein, als hU. hoewel geheel onschuldig aan deze daad, met het mes in de hand wordt aangetroffen. Tot 12 jaar wordt hij ver oordeeld. We zien hem In het bagno. Door zUn voorbeeldig gedrag trekt hl) bUzonrier de aandacht van den gevan genisdirecteur en heeft het genoegen dezen eenige malen een grooten dienst te bewQeen. BU een dezer diensten brak een stuk rots af en Luciano verdwijnt in de diepte. Na veel omzwervingen ge lukt het hem een meisje uit een bran dend huis te redden en komt dan tot de ontdekking dat het zUn eigen kind is. De verzoening komt nu ook tot stand. Dit is slechts heel in het kort de in houd van dit zeer interessante nummer Men wordt getroffen door he» mooie, sobere spel van de medewerkende artis ten van deze film. Voor liefhebbers van spel en sensatie is dit „je" nummer. Het programma biedt voor elk wat wils en verdient een woord van aanbe veling. Cinema Palace. Ossi Oswalda schUnt de eeuwige Jeugd te bezitten. Haar naam siert sedert jaren dc programma's. Fn zij blyft steeds de zeilde jeugdige, schalksche. naive, echt germaansche jongedame. Bij uitnemend heid geschikt voor de Duitsche operette- acht ige klucht. Waarmede wU trouwens den laatsten tUd overstroorar worden. Liedtke. Meyer, Holdt Schünzel. etz. zijn de sterren aan dat specifiek Duitsche fir mament. En vele Duitsche vro-.wtjcs heb ben haar carrière aan dat genre te dan ken. Ditmaal werd Ossi Oswalda bUge- staan door een acteur, waarvan ons de naam ontschoten l^. maar dien wij naast Ltedtk* en Schilnzel gaarne een eere plaats toekennen. Een fUn artl-t. geestig, nu naar Franschen dan naar Duitscbcn styi zweemend. HU c-n Ossi en alle overige medespelen den hebben de film: de Cabaretster tot iets zeer bijzonders weten te maken. Alle lof over de buitengewoon vlotte begeleiding van het orkest van Cinema Palace. „Slechts een Danser" heet het tweede hoofdnummer. Hierin speelt Rod la Rocque de hoofdrol. HU is één dier ver wenden uit filmland, één dier knappe heeren. die niet alleen om uiterlUk schoon maar ook om waarachtig speel talent be wondering verdient. Wij zullen hier niet de emoties herha len die de romar. van de film biedt, en die liggen tusschen een Amerikaansch idyllisch oord en 't Parijsehe nachtleven. Genoeg zU dat dit stormachtig roman tisch leven van den beroepsdanser. die hier ondanks zichzelve deze positie in de maatschappy bekleedt, ons bovenmatig boeit. De heer Rod la Rocque wordt voortref- felük gesecondeerd door een aantal eer ste rangs krachten. En om te besluiten: 't programma ln Cinema Pacale ls deze week ongemeen goed. 't Zal de belangstelling krijgen die het verdient. Scala Theater.. Zooals altijd wordt ook het pro gramma deze week geopend met een uitgebreid Wercldnienws, dat werkelijk dien naam waardig is. Dan komt een komische film. die een telkens verstoorde huweiyksrcis in beeld brengt en vol Is ran allerlei dwa ze tooneelen die het publiek van den eenen lach in den anderen dov-n val len. De directie van dit theater heeft voor de komende twee weken beslag weten te leggen op de bU de bezoekers van Scala zoo populaire ..Mie en Ko" met hun gezelschap, die de eerste week de Jordanschets ..Appelen Jan" opvoeren en daarna van as. Vrijdag af. met een revue komen. De Jordaanschcts had VrUdag voor een zoo niet uitverkochte dan toch zeer flink bezette zaal een uitbundig succes. Door het gelach, dat soms maar niet wilde ophouden, waren de spelers en kele keeren niet te verstaan. Dat de travesti-speler Willy Chanson het leeu- w.ndeel van het succes kon boeken, spreek vanzelf. HU behoeft zich maar even te vertoonen er. de saai buldert! WU gelooven dat de niet-onverdlen- stelUke schets, waarin geen onvertogen woord voorkomt en die met een vernuf tige vondst eindigt, er bU zou winnen, als het lied op den Jenever er uitge schrapt werd en vervangen door een ander. Tot slot nog een dolle comedle in niet minder dan zes deelen. waarin een auto al heel rare dingen doet. Dit nummer heet „De Zelfstarter". (Van onzen correspondent^ Morris Gcst. Behalve de ranger Schaljapin en de regisseur Max Reinhardt vertoeft op het oogcb'.ik ook Morris Gest te Wee- nen. Reeds vaker zag men hem hier ln OostenrUk en verschillende malen dook hU der, zomers gedurende dc groote in ternationale feestspelen te Salzburg op. Morris Gest is de grootste theaterma nager of impressario van Amerika en bovendien geldt hU als een der meest populaire persoonlykhcdcn ln de plan kenwereld. Gest reist veel rond en dik wijls kan men hem óf in dc eetwagens der groote Europeesche expres?-treinen zien zitten, of hem aan boord van een groote van of naar Amerika varende boot aantreffen. Thans kwam Gest naar Weenen om hier met Reinhardt een en ander aan gaande diens tournée voor het vergend jaar naar Amerika te bespreken. Bo vendien wilde hU Schaljapin bezoeken en als derde reden van zijn komst hier ter stede moeten de voorbereidingen worden genoemd voor een film. die hij van plan is op te laten n*men. HU kwam rechtstreeks uit Moskou, waar men hem als „pionier der Russischs kunst ln Amerika", zooals het in dc betreffende documenten staat, tot eere-lid van het theater van Stanis'.awsk! heeft gemaakt- Morris Gest is zelf een Rus en heeft in Amerika zeer veel gedaan om de Rus sische kunst en Russische kunstenaars daar bekend te maken. Toen hij zestien jaar oud was heeft hij zUn uitgestrekte vaderland verlaten om als landverhui zer naar Amerika te gaan. Hier leefde hU in zeer armoedige omstandigheden, lüjvatte allerlei werkjes aan cn be gon zUn carrière fclïclUk als kranten jongen Met groote bundels ..newspa pers" rends hU door de straten en met luider stemme prees hy zUn waar aan. daarby de titels van de sensationeels artikelen cn onthullingen in het blad uitschreeuwend. De eerste maal. dat hU met de thea terwereld ln aanraking kwam. was. toen hU tegen een loon van vUfentwinttg cents het tooneel had schoon te vegen. Langzamerhand wist hU zich in de plan kenwereld in te leven cn vooral door het steeds aanknoopen van nieuwe ken nismakingen en relaties kon hy het een heel eind brengen. Nog nooit heeft Gest zich aan de film gewaagd, doch waar „Dc Lieveling der Goden" van David Belasco ln Amerika zulk een geweldig succes heeft gehad en het negen Jaren achtereen weid gespeeld, meent Gest, dat het ook als thema voor een film niet slecht te gebruiken moet zyn. Ove rigens doet hU zijn schoonvader een ge noegen met de filmbewerking van dit stuk. want zyn schoonvader ls niemand anders dan de auteur Belasco zelf! Twee weken voordat dc beroemde Eleonore Duse stierf, ontmoette Gest deze groote Itaiiaansche tooneclspeol- stcr ir. Detroit. ZU speelde toen ln een stuk van D'Annunzlo en zU tegenover Gest den wensch als Madonna in ..Mi rakel" op te kunnen treden, dat Rein hardt naar Amerika had gebracht. Het heeft niet zoo, mogen zUn. want veertien dagen later stierf Eleonore ln de armen van een Enselsche vriendin te Pittsburg. Horatio Viscount Nelson, hertog van Bronte, enz. wordt in de Britsche his torie erkend als de grootste vlootvoogd die de Engelschen ooit bezeten hebben. Met Tromp en de Ruyter vormt hU het trio der beroemdste admiralen uit de wereldgeschiedenis. Tenminste: uit ons standpunt bezien. De Engelschen zouden vermoedelijk een trio opmaken waarin geen enkele buitenlanasche naam voor kwam. Nelson's korte leven hy werd maar 47 jaar, en sneuvelde dus heel wat jon ger dan de beide Hollandsche zeehelden, die ruim een eeuw eerder hun glorie feiten bedreven was ongetwijfeld rijk aan daden. In moed en in talenten heeft hU vermoedelijk niet by Tromp en de Ruyter achter gestaan, en door zijn on dergeschikten werd hy evenzeer aange beden als Bestevaér zelf. In velerlei op zicht schUnt hU ook een mensch van liooge karaktereigenschappen geweest te zUn. maar zyn privé leven was verre van smetteloos en onder zyn krijgsdaden komt één zeer twUfelachtige episode voor. ZUn land had zeer veel aan hem te danken en heeft dat wel diep be seft: misschien is geen enkele nationale figuur in Groot-Brittannië zoo lioogelijk en blUvend vereerd als Lord Nelson en tot op den huidgen dag herdenkt Lon den den 21sten October Trafalgar Day. Dan wordt de crypt van St. Pauls Cathedral opengesteld voor velen die langs de graftombe van den grooten ad miraal trekken. Tijdens de oorlogsjaren (19141918) steeg Trafalgar Day weer tot den eersten rang onder de nationale herdenkingsdagen. In een boekje „Leven van Lord Horatio Nelson", in 1806 te Haarlem by A. Loosjes Pz. verschenen, schrUft de ongenoemde auteur in een voorbericht: „Regt te doen ook aan de verdiensten van eenen bUzonderen vUand is een trek van edelmoedigheid, die den roem van alle bedaarden en welöenkenden wegdraagt. Regt te laten wedervaren aan de dapperheid van eenen Zeeheld, schoon in den dienst van eene met on zen Staat in oorlog zUnde Mogendheid, heeft zeker wel kleiner aanspraak op verdienste: maar bewijst echter eene kalmte van geest, die zich niet laat be roeren door de verachtelijke uitvloeisels van den Volkshaat. Een bewys hiervan kunnen Uitgave en Vertaling van deze Levensberigten van Horatio Nelson op leveren". Dit is wel een typisch bewys van de groote vermaardheid die de admiraal Nelson ook buiten Engeland verworven had in een tijd toen de faam zich heel wat langzamer verbreidde en beroemd heid heel wat minder goedkoop was dan tegenwoordig. Horatio Nelson werd den 29en Sep tember 1758 te Burnhamthorpe in Nor- .EEN ZATERDAG AVONDPRAAT JE ..Een week of wat geleden heb ik in deze rubriek vermeld, dat de kransge- nooten besloten hadden, gezamenlijk in den vacantietyd op reis te gaan. Nu is zoo'n plannetje gemakkelijk geop perd, maar minder snel uitgevoerd. In den beginne waren wU het allemaal eens over het vervoermiddel: een auto zou het zUn, maar toen het er op aan kwam, een wagen te huren die tien per sonen en de noodige bagage kon bevat ten bleek die niet gemakkelijk te vin den en toen hU eenmaal opgespoord was, bleek de huur erg hoog te zyn, waarbij nog kwam het loon van den chauffeur en de kosten van zijn ver blijf. Misschien zouden wy ook daar over nog heengestapt zUn, ware er niet een verschil van meening opgekomen over de vraag van 's mans nationaliteit. „Natuurlyk zou het een Nederlander wezen", verklaarde de eene party. „Die verstaat was wU willen". „Na tuurlyk zal het een Zwitser zyn", meen de de andere partU, „die kent bergen en bergpaden en zal er voor weten te zorgen, dat wy niet naar beneden val len". Hierover ontstond een levendig debat. Een van ons (het is gemakkelyk te raden, dat het Wouter was) gaf zelfs met een stalen gezicht den raad, tel kens een anderen chauffeur aan te stellen: een Franschman in Frankryk, een Duitscher in Duitsc'nland, een Zwitser in Zwitserland en dus ook, wanneer wU zoover mochten komen, een Lap in Lapland. Het ligt voor de hand, dat dit voorstel niet de overwe ging werd waardig gekeurd, maar ten slotte verviel het heele autoplan, toen een van de dames vroeg of het een open auto zou zUn en het antwoord beves tigend was. „Tegen den wind", zei de verhuurder, „kan Je nog schermen om den wagen zetten, maar een kap over den heelen wagen heen zou onmogelyk zUn". Het vonnis was dus geveld. Natrege- nen, wanneer het regenen mocht. Daar mee was het autoplan natuurlijk ver- pordeeld. „Onze hoeden!" riep mevrouw folk geboren als de derde zoon van dominé Edward Nelson. ZUn moeder was de dochter van een predikant uit Suffolk. HU kreeg zUn ongemeenen voor naam omdat zUn vader hem naar Ho- ratius, een der grootste schrUvers der Oudheid, wilde noemen. En vermoede- lUk zou men hem voor een wetenschap pelijke opleiding bestemd hebben als zyn oom niet tusschenbeiden gekomen was. Deze, het parlementslid Captain Suck ling, zelf marine-officier, kreeg hem op zijn twaalfde Jaar reeds op het oorlogs schip Thé Raisonnable, waarover hU toen het bevel voerde. Aan boord van ait schip en van de Triumph leerde de jongen het zeemansvak, en ten over vloede maakte hy onder Lord Mulgrave's bevel een Noordpoolreis mee. Hij gaf daarby al staaltjes van byzonderen moed en onderscheidde zich door zyn be kwaamheden. Op zijn negentiende jaar werd hy bevorderd tot luitenant ter zee en diende in dien rang bU admiraal Peter Parker's eskader, dat toen op de kusten van Jamaica dienst deed. Een jaar later werd hy dienstdoend gezag voerder, en in 1780 onderscheidde hij zich zoozeer bij den aanval op een Spaansch fort dat men een expeditie onder zyn bevel stelde en hem de bij zondere eer ten deel viel dat 's konings derde zoon, de hertog van Clarence, on der hem in dienst werd gesteld. In 1787 huwde Nelson een dokters weduwe, mrs. Nesbit, en leefde eenigen tUd in ruste in de pastorie van Burn hamthorpe, te zUner beschikking ge steld door zUn vader, die een ander huis had betrokken. Maar hU hield dit rus tige leven niet lang vol, en toen er weer oorlog met Spanje uitbrak slaagde hU erin niet zonder moeite om het commando te krijgen over het linieschip Agamemnon, dat 64 stukken voerde. By kruistochten in de Middellandsche Zee oogstte hU glorie en stelde zyn leven herhaaldelijk meer in de waagschaal dan voor een bevelhebber noodig en tac tisch was. Dit kostte hem, by de belege ring van Bastia, zyn linkeroog. Naar aanleiding van zijn buitengewone ge drag in den slag by Kaap St. Vincent werd hy verheven tot Ridder in de Bath-Orde, en kort daarop volgde zijn bevordering tot schout-by-nacht. Bij St. Vincent had hU alleen met zyn schip drie grootere Spaanschen schepen buiten gevecht gesteld en den Spaanschen ad miraal gevangen genomen. Dat was in 1797. In datzelfde jaar voerde hij een onfortuinlijke expeditie aan tegen .Santa Cruz, met acht sche pen, en verloor in den strijd zUn rechter arm, die door een kanonskogel werd af gerukt. Het verhaal wil dat hU zUn zwaard met zyn linkerhand opving, en heel blij was dat hij dat niet verloren had, want omdat het een geschenk van zyn oom was hechtte hU er bUzondere waarde aan. Het gelukte niet om Santa-Cruz te veroveren, maar toen Nelson van zijn wond genezen was werd hij in 1798 met een vlootdeel door Lord St. Viucent af gezonden om de Fransche vloot aan te vallen. HU vond deze vloot van 13 linie schepen en 4 fregatten (sterker dan zijn eskader) nabU Aboukir aan den Nyl- mohd, overrompelde haar door zyn stormachtigen aanval en maakte vrijwel een einde aan haar bestaan. Immers, het Fransche admiraalsschip 1' Orient vloog in de lucht, negen linieschepen werd buitgemaakt en de rest lieten de Engelschen zinken. Slechts twee Fran sche schepen, de Guillaume Teil en de Généreux, ontkwamen. De slag duurde vier dagen. Nelson werd opnieuw zwaar gewond en ontkwam op 't nippertje aan het verlies van zyn overgebleven oog. De Fransche vloot had 5000 man ver loren, en het laat zich indenken dat deze schitterende zegepraal diepen in- van Stuiteren tragisch. „Onze man tels!" klaagde mevrouw Hopma. „Maar het hoeft toch niet te re genen!" troostte Wouter. „Kim je ons garandeeren, dat het veertien dagen achter elkaar droog zal blyven?" werd hier van vrouwelijke zij de tegen ingebracht. Nu durven sommige Nederlanders veel. Michiel de Ruyter klom in het haantje van den toren te Vlissingen, Jan van Schaffelaar sprong daarentegen van den toren te Bameveld. Nog heden ten dage zUn er weduwen en weduw naars. die voor den derden keer in het huwelUk treden het ontbrak vroeger en het ontbreekt ook nu nog niet aan heldenmoed. Maar een Nederlander die durft voorspellen, dat het veertien da gen lang niet regenen zal, neen die be staat niet en kan ook niet bestaan. Dat verbieden het gezond verstand en de ondervinding. „Dus geen auto!" zei de leider van den tocht, van Stuiteren, met de be rusting der wanhoop. „Wat dan? Zul len we misschien vliegen?" Dit voorstel werd met algemeen stilzwUgen ontvangen. Daarna zei Wou ter op vragenden toon: „waarom niet?" Let op dit listige antwoord.. HU zei niet „ja", verbond zich dus niet tot het gevaar van den tocht, hU zei evenmin ..neen", laadde dus niet de verdenking op zich dat hU niet durfde: hy vroeg eenvoudig: „waarom niet?" Na zoo'n antwoord kun je altyd nog naar welgevallen rechts of links. Emma Hopma deed een soortgelUke vraag, maar niet zoo geraffineerd slim; die zei namelyk: „waarheen?" waarmee de zaak evenwel ook niet beslist was. Op deze manier had men natuurlyk nog wel een poosje kunnen voortgaan. Toen van Stuiteren geantwoord had: „naar Bazel by voorbeeld", had men kunnen zeggen: „die weg is zoo verve lend!" of: „dien weg heb ik al zoo vaak gemaakt." Maar daarmee kwam men niet nader tot de oplossing: „vliegen of niet vliegen, dat is de quaestie". „Nu dan heeren", zei van Stuiteren, „zal het een vliegtuig zUn?" „Doe je 't zelf?" vroeg Hopma. „Als jelui allemaal meegaan", zei die slimmerik. ,,'t Is niet dat ik bang ben", zei Hop ma en zette zyn borst vooruit, terwijl hU met een beschermenden blik op zyn vrouw neerzag, „maar mUn verantwoor- delUkheid als kostwinner verbiedt mU, bepaald om te vliegen." ..Och kom", zei zijn "vrouw. Als het op vliegen aankomt zijn de vrouwen veel dapperder, dan wy. „Ik zou er óók niets tegen hebber.", zei mevrouw Hupstra en mijn vrouw knikte toestemmend. Tante Koosje zei leukweg: „ik blijf met mUn man op den beganen grond." Mevrouw van Stuiteren verze kerde ons, dat zij.er niet aan denken kon omdat haar heele familie ademha- lingsbezwaren kreeg in de hooge lucht. Haar overgrootmoeder de douairière Zus tot Zoo had er in haar dagbeek van een bergbestijging al over geschreven. Moet ik nog meer van de bespreking vertellen? Ook het vliegen werd afge wimpeld, nadat Wouter het debat ge sleten had met de ircrische opmerking: „Ja, je ziet je vliegen!" die bovendien nog op twee manieren kon worden uit- geli gd. Zoo keerden wil van zelf tot dc allc- daagsche vervoermiddelen terug. Daar paarden of ezels niet in aannferking kwamen, bleven alleen stoomboot cn spoortrein over. Ecr?t kwam de vraag, of we zouden gaan varen. ..Een bootreis" zei Hopma gewichtig. „Is goed voor een of twee dagen, daarna wordt ze vervelend. Ik heb iemand ge kend. die een RUnreis maakte voor tien dagen, heen' en terug. Dan eersten dag maakte hij er van pure verrukking een vers op thy rijmde zoowat), den tweeden dag las hU het nog eens over en ver scheurde het. den derden dag zat hU den heelen dag te lezen en keurde den hee len RUn geen blik meer waard. „Ze 1U- ken allemaal op elkaar," zei hU- ..Wat bedoel je?" vroeg zUn vrouw. „Die stom me golfjes." zei hij. Den vierden dag maakte hU ruzie met medereizigers en den vijfden dag zette de kapitein hem van de boot af met zUn vrouw, die zich dood schaamde en na dien tijd geen voet meer in Duitschland zetten durft, omdat zy denkt det iedereen haar daar nog op aankykt." „Dat zal wel zoo'n vaart niet loopen," zed tante Koosje vergoeilijkend Maar Hopma hield vol: varen was geen plezier na de eerste paar dagen. En mevrouw van Stuiteren viel hem bU. De menschen aten ook veel te veel op zco'n boot: een van haar familieleden had a! eer. keer of wat het reisje van Genua gedaan en kwam altyd met maag- bezwaren terug, waar de dokter dan weer voor komen moest. Hupstra had ook al Iets tegen varen. „JU houdt anders noB.il van lekker eten, Hup," zei Wouter. Daar ging Hup stra niet op in. maar hU bad een an der bezwaar: als er toevallig op zoo'n boot iemand was, dien Je niet lijden mocht, was er geen mogelUkheid om hem te ontloopen. „Maar goedige Hup," zeiden we. „zulke vUandpn heb jij toch niet!" Ja, we mochten er om lachen, maar zulke vijanden had hU ook „Ken Je de geschiedenis van de kanarie niet?" vroeg Wouter, die altUd van alles op de hoogte is. ook van dingen die hem niet aangaan en gaf ons daarby een reusach tig knipoogje met zijn oog. dat van Hupstra afgekeerd was en bovendien toch al een beetje loensch is. Neen, we kenden dc geschiedenis van de kanarie niet. „Zal lk dan maar....' vroeg Wou ter en keek Hupstra vragend aan. „Ga je gang." zei die en nam bU voorbaat de houding van een slachtoffer aan. „Je moet aan weten." zei Wouter, „dat Hupstra op zekeren dag in zUn volière je weet wel. dat onrustige ding in zijn huiskamer, dat altUd zoo'n beetje on- frisch ruikt „Met Je permissie.zei Hupstra. „Je hebt myn permissie om je mond te houden. Ik ben aan 't woord. Nou dar., de familie Hupstra wou in die volière een kanarie hebben, een die zoo mooi zingen kan. Ik hou niet van zoo'n vogelgevangenis weet Je. want wat heb ben die onschuldige dieren Je voor kwaad gedaan „Wacht een beetje. viel mevrouw Hupstra hem in de rede. Maar Wouter wuifde haar af. „Pardon, ik heb het woord. Hupstra ging dus naar een vogelhandelaar en kocht een kanarie. ..Meneer." zei de koopman, „die kan mevrouw Noordewier. en meneer Urlus nog een lesje in 't zingen geven. Ze is wat duur. daar niet van. Maar zingen, daar is geen beter! En wat koste het beest ook weer?" „Zestien gulden vijftig, zei Hupstra. „Nee man, zeventien gulden vUftig," zei mevrouw. „Dat heb jc nou al zoo dlkwUls ge- zeld," zei Hupstra „en het ls niet zoo. Zes tien vijftig." „Zeventien vijftig," hield mevrouw vol. ..Dat eeuwige tegenspreken." zei Hupstra, ..Heb ik he*, beest niet uit mUn eigen zak betaald?" ,jDat is geen bewys. Je bent het ver geten." ..En JU hebt het nooit geweten." „Nou dan", ging Wouter voort, „toen heb jij dus voor d!e kanarie zestien gul den vijftig betaald „Zeventien vUftig." hield mevrouw Hupstra vol. ,,'t Is niet waar," riep Hupstra met een kilo nadruk op iedere lettergreep. Zestien vijftig! „Zouden jelui 't verschil niet deelen?" raadde Wouter aan. Daarop, terwU! mevrouw Hupstra met haar lippen nog mompelde: „zeventien vUftig" zette Wouter het verhaal voort- ,,'t Was een pracht van een beestje, zoo mooi geel. net een eierdooier, maar zingen deed het niet. De Hupstra's waren onder den In druk, dat begrUp Je, en ik zei om ze te troosten: ,,'t diertje zal verkouden we zen, dat overkomt meneer Urlus en meneer Caro en mevrouw Noordewier en Juffrouw Janne Brandsma ook wel maar het hielp niet, ze waren ontroost baar. want het beest deed geen bek open. Eindelijk rel HupstTa: sapper loot nog aan toe.weet Jc wef Hupstra. dat je dat zei?" „Ik vloek nooit." zei Hupstra. „Nou,... je zei toen toch: sapperloot nog aan toe, lk ga naar een anderen vogelhandelaar en lk vraag, of dat nou een zingende kanarie ls. Die man keek het beest eens flink ln zUn oogen. klopte het toen op zUn snavel en zei „da's nooit een kanarie geweest, da's effec tief 'n Chineesche vink en die zingt niet!" „Zoo was het." zei Hupstra tragisch. „Laat mU verder vertellen," zei Wou ter, „ik kom net zoo goed op dreef. Toen ls Hupstra naar den leverancier gegaan en heeft hem de huid volgescholden-.." ..Dat is het woord niet zoozeer." zei Hupstra. .Jk heb gezegd: als u het dier niet terugneemt, zal Ik er politiezaak van maken. Toen zei de vogclhan- delaar. „Asjeblief." zei Wouter, „vertel lk of vertel JU? De vogelhandelaar zei: „wat heb ik nou aan me fiets hangen? Dit is mijn kanarie niet. dat ls een onderge schoven Chineesche vink. Waar is mUn kanarie gebleven?" „MUn kanarie." zei Hupstra, „waar lk zestien vijftig voor be taald heb. („Zeventien vijftig", zei me vrouw Hupstra.) En 1 ls hetzelfde beest." Dat wou de vogelkoopman niet aan nemen en het eind was. dat hU Hupstra de deur uitzette net zUn verdiende loon, als je ongelukkige vogels ln nare kooien zet'" „En nou vertel ik verder," zet Hupstra, kriebelig onder die venvytcn. „Een paar weken later varen wU van Amsterdam naar Alkmaar, een mooi tochtje verze ker Ik jc en wie staat daar met ons op de boot? De vogelkoopman. HU komt langs ons heen loopen cn neuriet zoo n beetje voor zich heen en als wy hem natuurlyk den rug toekccren omdat wU niets met hem te maken willen hebben, hooren wy op eens een kanarie achter ons zingen, zoo helder en zoo mooi dat mUn vrouw onwillekeurig omkijkt. „Nee, JU keek om." „Nee, JU was het." „Begint nou niet weer." zei Wouter. Hupstra haaide de schouder op en ging voort. „Goed, dan zal ik maar weer de domkop zyn. Er was geen kanarie. De vogelkoopman maakte het kanaricgc- luid maar na met zUn mond. Als wij wegliepen ging hij nice. Altyd maar pi..et. pi..et. pi..et. Dat duurde van Zaandam tot Wormerveer. toen ging hU een kop koffie drinken ln de kajuit, maar kwam dadelijk weer boven om ons met zUn gekweel te vervelen tot Alk maar toe. Sedert wil lk geen boot tochtjes meer maken". Dit was het verhaal van dc kanarie en zoo kwam het. dat wy besloten op reis te gaan met dat buitengewoon ouder- wetsche vervoermiddel, de spoor. Later doe lk hier wel ons reisverhaal. FIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9