AUTOMOBILISME.
QUITTE.
FLITSEN
FEUILLETON
DE GEHEIMZINNIGE ZAAK
VAN STYLES
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG IS JULI 1927 J
officieels badgasten en die van de vroo
lijke rust en ontspanning zoekende Zon-
dagsgangers. Verleent die combinatie
niet die charme, die vele buitenlandsche
badplaatsen zoo eigen is?
Dit is slechts een deel van de rede die
burgemeester van Alphen ten faveure
van Zandvoort uitsprak. Jhr. Jan Feith
antwoordde namens de journalisten met
'n geestige speech. HU bracht den bur
gemeester groote hulde en sloot zich bU
des heeren van Alphen's dank aan voor
dc heeren Laucr. v. Vlijmen en Veth.
Na het diner begaf men zich op het
terras om het vuurwerk te aanschouwen,
f-n later naar „Riche" waar -eo Lauer
dc eerste prijzen verdeelde en waar de
bands, de conférencier Lou Bandy, ..Mr.
Frankly's Pretty Girls and their boy", de
feestvreugde tot een zeer uitzonderlijke
maakten.
Dus ook in Pavilion Riche heerschte
die bijzondere, aparte stemming die der
badplaats in den midzomer is, die zich
tijdens Charleston en Black Bottom uit,
in den langgerekten vreemden zang der
saxaphones.
Hieronder laten wij tenslotte de uit
slagen volgen:
Klasse B. (Open auto's van 2000 tot
en met 3000) geen eerste prijs toege
kend; 2e prijs André Ceurvorts, Amster
dam. met Chrysler; idem 2e prUs M. J.
Olanda, Bussum, met Amilcar.
Klasse C (gesloten auto's idem) le
prijs A. M. I. C. O. te Amsterdam, met
Chevrolet 2e prijs H. van Duynen,
Haarlem, met Ryan; 3e prijs mevrouw
A. J. Felleman, Zandvoort, met Essex.
Klasse E (open auto's van 3001 tot
en met 4000). Geen eerste prijs toe
gekend. 2e prijs F. A. Louwman Parqul,
Don Haag. met Dodge.
Klasse F (gesloten auto's Idem), le
prijs Reo Automobile Cy. te Amsterdam,
met Wolverine; 2e prijs Julius Dlckhout
te Amsterdam, met Pontlac.
Klasse G (auto's van 3001 tot en
met 4000 Transformable), le prijs
Automobiel Mij. Peugeot, Amsterdam,
met Peugeot.
Klasse H (open auto's van 4001 tot
en met 5000). le prijs mevrouw Fels-
Van Voss (Arnhem) met Dion Bouton;
2e prijs Continentale Automobiel Mij. te
Amsterdam, met Hupmobile: 3e prijs
Joh. Swaalf «te Haarlem, met Bulck.
Klasse I (gesloten auto's idem), le
prijs R. E. M. v. h. H. Croon «Sc Co. te
Rotterdam, met Métallurgique; 2e prijs
Continentale Automobiel Mij. Amster
dam met Hupmobile: 3e prijs W. Jansen
Zandvoort, met F. N.
Klasse K (auto's van 5001 tot en
met 6000 transformable), le prijs R.
E. M. v. h. H. Croon Co., Rotterdam,
met Métallurgique.
Klasse K (idem, idem, open), le prijs
Mij. Olanda, Bussum, met Itala; 2e prijs
André Ceurvorst, met Chrysler; 3e priis
Reo Automobiel Mij. te Amsterdam met
Reo.
Klasse L (gesloten auto's idem), le
prijs Reo Automobiel Cy., met Reo; 2e
prijs Andreé Ceurvorst Amsterdam, met
Chrysler; 3e prijs André Ceurvorst, met
Chrysler.
Klasse O (gesloten auto's van 6001
tot en met 7500). le prijs Reo Automo
biel Cy„ Amsterdam, met Reo; 2e prijs
André Ceurvorst, met Chrysler.
Klasse P (transformables idem), le
prijs I. Alex. Fonteijn, Zandvoort, met
Paige, 2e prijs André Ceurvorst, Amster
dam, met Chrysler.
Klasse R (gesloten auto's <van 7501
tot en met 10.000). le prijs Dr. David
te Berlijn, met Horch; 2e prijs P. Nauta
Amsterdam, met Flat.
Klasse T (open auto's van 10.001 tot
en met 15.000). le prijs Continentale
Automobiel Mij., Amsterdam, met Alfa
Romeo.
Klasse U (gesloten auto's idem), le
prijs P. Landry te Bennekom, met Cot-
tln «Sc Desgouttes; 2e prijs mevrouw A.
Kruyshoop-Metzelaar te Bentveld, met
MinerVa; 3e prijs Amsterdamsche Ga
rage v. h. C. L. de Groot, met Lincoln.
Klasse X (gesloten auto's boven 1600).
Eerste prijs niet toegekend. 2e prijs Mer
cedes* Benz Automobiel Mij. Amsterdam
met. Mercedes; 3e prijs Autohuls J. Val
kenburg, Den Haag. met Delage.
Het concours d'élégance. le prijs,
I. Alex. FonteUn, te Zandvoort.
prijs, I. Alex. Fonteijn. te Zandvoort.
met Paige; 2e prijs R. E. M. v. h. Croon
Co.. te Rotterdam met Métallurgique;
3e priis Automobiel Mij. Peugeot te Am
sterdam, met l'eugot. De Horch van dr.
David te Berlijn verwierf een eervolle
vermelding.
De uitslag van het behendigheidscon
cours ls als volgt:
lc prijs de heer Fischer met Krelsler
in 3 m. 30 sec.; 2e pr. de heer Sievers
met Wolverine In 3 m. 36 sec.; nog een
tweede prijs de heer Verbeek met Itala
in. 3 m. 36 sec.; 3e pr. de heer Croon
Jr. met Métallurgique in 3 m. 46 sec.
(Er werd een zeer zwaar parcours ge
reden waarvan een moeilijk deel. dat op
het strand, met het oog op den tijd.
moest vervallen).
(Een Novelle)
Dc groote oorlog was al tien jaar
achter den rug toen Hans Lottwitz, fa»
briksnt uit Magdeburg, Parijs terug zag.
Hij had er als twintigjarige een tijd
doorgebracht, om Fransch te Iccren, tc
genieten, „de wereld te zin". Hij had
de electriseercndc sfeer van die won»
dcre. bekorende Ville Lumière gevoeld
zoonis allen haar gevoelen. Ook Duit»
schers ja, waarom zij niet?
Toen hij in 1914 bij Charleroi streed
dacht dat hij dat hij binnen een weck
Parijs zou binnenrukken, als het Leven
hem zoolang mocht sparen. En het
deed hcra pijn dat hij het zóó weer zou
zien het binnenrukkend als over»
winnaar. Want men bestrijdt Parijs
niet. Het is te mooi, en vooral tc be«
korend. Hans Lottwitz besefte dat,
want hij was een fijnvoelend man. Maat
het gebeurde niet.
Na den slag bij de Marne en den te»
rugtocht der Duitsche legioenen over
een grooten afstand kwamen die lange
jaren van positic«oorlog, waarin het
..Nach Paris!" vergeten raakte, waarin
jc je tenslotte alleen nog maar afvroeg
hoe lang die oorlog nog duren zou, en
je telkens maar weer spitste op je vol»
gende verlof. Thuis, in Magdoburg,
was het ook niet alles vroolijk, maar
Hans' jonge vrouw hield zich dapper,
en alles bleef mooi en goed tot in *17
Ernst, hun achtjarige ecnige zoon,
ziek werd en stierf. Dc griep was het,
en zc hadden Hans Lottwitz wel naar
huis laten komen, maar hij kwam te»
laat
Zoo ging hun gelukszonnctje voor
langen tijd achter zware wolken schuil.
Kleine Elsa was zwakjes, telkens ziek,
leed aan de ondervoeding van dien verj
schrikkelijkcn oorlogstijd, en moeder
Elsa, altijd beangst voor haar eenigc
overgeblevene en voor Hans, die itn»
mers zoo licht haar ontnomen kon
worden, doorleefde zware beproevin»
gen
Toen eindelijk de strijd gestreden
was, dc vrede gesloten, kwamen er
voor Hans Lottwitz zakelijke zorgen.
Dc fabriek, met moeite gaande gehou»
den onder leiding van een ouden pro»
curatichoudcr en onder mcde»toezicht
van een paar goedwillige commissaris»
sen, welke laatstcn van de fabricage en
dc commerciccle mogelijkheden van
schrijfmachines geen notie hadden, was
cr natuurlijk al niet best aan toe. In»
tegendeel. De oorlog en de afwezigheid
van den leider hadden ernstige gevol»
gen gehad. De malaise, de crisis»cucnde
waarin Duitschland na den oorlog ver»
zonk, brachten ook voor Hans Lott»
witz jaren van onverpoosd zwoegen
waarin het vaak scheen dat toch niets
baten zou. Maar hij streed manmoedig
voort. Er kwamen ten langen leste bc«
tere tijden. De onderneming door zijn
vader begonnen en tot bloei gebracht,
herleefde, en iets van dc oude glorie
keerde terug. Nieuwe, grootsche pers»
pectieven begonnen zich te openen voor
den jongen, energieken directeur. Al
het leed scheen te zullen worden ver»
geten, toen een stoere knaap geboren
werd in den huize Lottwitz, cn haar
vervulde eerst van zijn kreten, later
van zijn breeden glimlach, dien hij
mildelijk schonk aan ieder die zulks
maar even waardig scheen.
Een jaar later zag Hans Lottwitz ein»
dcüjk Parijs terug. Hij ging er over*
hanst heen. zonder voorbereiding, tot
plotseling afreizen genoopt door de
kans op 'n groote order van ce^i Pa»
rijsch huis waarmee hij nimmer tc vo»
ren zaken had gedaan. Do teekenen
van een grooter afzetgebied in Frank»
rijk waren al sinds cenigen tijd zeer
gunstig. Er waren eenige aardige or»
dertjes gekomen, er hingen nog een
paar belangrijke offertes, die kans op
succes boden als hij er zich zelf maar
eens krachtig voorspande, 't niet alle»
maal aan zijn reizigers overliet. Han»
dige jongen anders, die Werner, die
Frankrijk en België voor z'n rekening
had. Maar in z'n hart wist Hans dat
hij zelf beter verkooper was, speciaal
bij de Franschen, wier eigenaardighe»
den hij zoo goed begreep omdatnu
ja, omdat hij zooveel van hen cn van
hun land hield. Gek idéé, als je er vier*
jaar en vier maanden tegen gevochten
hebt. jc zelfs mee hebt laten sleuren in
dc Hetze tegen den vijand, in dc oor»
logspsychose die toen heel het mensch»
dom bevangen scheen te hebben. Hans
Lottwitz had mcegescholden, mee»ge»
bombast cn voor zcihzelf steeds den
valsohcn pathos in dat alles gevoeld.
Op het terras van 't Café de la Paix,
verzamelplaats aller vreemdelingen in
Parijs, slurpte hij z'n Mazagran, zich
opnieuw verbazend over dat grappige
idéé om zwarte koffie uit groote glazen
te drinken, en genoot van de boulevard»
herrie. Hij kon daarvan genieten, als 'n
schooljongen, alleen omdat 't zoo druk
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 949
OP DEN VOLGENDEN TREIN WACHTEN
Ja staat de 8.23, die In i haalt jc horloge te voor»!
dc verte verdwijnt, na I schijn cn moppert erop,
1 omdat het aéntcr is
zet jc horloge gelijk met
de perronklok
bestudeert het vertrek»
tijdenbiljet in vergeef»
sche hoop. du't er nog
ccn is voor dc 9.08
oonstateert bii aanblik
van het verlaten perron
dat jc de ecnige bent
die 'm gemjst heeft
vindt zes redenen, waar»
om het juisit vandaag
van belang was dat jc
op tijd op kantoor was
haalt opnieuw je horlo
ge te voorschijn om te'
constatceren dat je nu
not in Amsterdam zou
zijn als je 'm had ge»
ha aid
brengt de rest van den
tijd door met uitkijken
of dc volgende er nog
niet aankomt
(Nadruk verboden.)
en rumoerig was. en er zooveel ver»
schillende auto»fabrikaten voorbijglc»
den. Onwillekeurig somde ie zc op:
„Dclagc, Fiat, Lancia, Lancia... drie
Citrocns, cn alweer twee van die groote
Italianen! die schijnen hier 'n goeie
markt te vinden"
't Was net als vroeger, toen«ie als
twintigjarige hier de auto's had bc»
studccrd. Lang geleden.1910.wat
waren er toen nog weinig, en zulke on*
beholpen modellen als je ze nou ver*
geleek.Had je daar niet 'n ouwe de
Dion»Bouton? Waarachtig moest uit
dien tijd wezen, of misschien nog wel
eerder. Sterk oud beestje, die motor
trok nog aardig op tocn*ie daar even
dc ruimte kreeg.
Hans Lottwitz ontbrak zijn motori»
sche mijmeringen in 't besef dat het
hoog tijd werd om spijkers met koppen
te slaan, er op uit te gaan voor z'n za»
ken, als»ie vandaag nog wat bereiken
wilde. En dat moest. Geen weekdag
moctht voorbijgaan zonder dat er 'n
nieuw steentje aan de onderneming was
bijgebouwd. Het was z'n stelregel van
de laatste jaren geweest, hij had er
zich in z'n zakenleven mee vcreentel»
vigd. Een onbetwistbaar axioma.
Hans riep den kellner, natuurlijk
weer een Italiaan, die hem het telefoon»
boek bracht, en even later sprak ic
met 't kantoor van de groote firma
Lemontier. die zoo'n belangrijke op»
dracht op 't oog had.
„Le directeur vous attend... si si...
dans une demishcure.c'esl ccla."
Het was een zeer bevredigend zaken»
gesprek geweest, van beide zijden kort
en duidelijk gevoerd, en 't had tot de»
finitievc resultaten geleid bovendien.
Hans had die order voor duizend ma*
chines in zijn zak. en voelde zich tc»
yroden met ziehzelf en iedereen. Mon*
sieur Charles Lemontier, man van zijn
eigen leeftijd, bleek een hoffelijk
mensch en een goed koopman boven*
dien. Hij leek wat stil, wat neerslach»
tig, praatte niet levendig, zooals Hans
het zich van alle Franschen meende tc
herinneren. Alle Franschen! Malle ge*
neralisatie. Is er een enkel volk welks
zonen cn dochtcrcn allen dit of allen
dat zijn? Natuurlijk niet. 't Is hoog»
stens een kwestie van 'n meerderheid,
en dan krijg jc al die graduceringen...
Deze Franschman bleek overigens
gastvrij genoeg, want aan 't slot van
het gesprek inviteerde hij Hans zonder
omwegen om dien middag bij hem
thuis tc komen dineeren. Bij hem thuis!
Het was bepaald on«Fransch, dat wist
Lottwitz positief. Een Franschman
haalt geen vreemdelingen in z'n huise>
lijken kring.
Monsieur Lemontier scheen zijn ver*
-rassing tc begrijpen, glimlachte even,
wat stroef, lichtte toe: mijn vrouw
op reis, wij zullen getweeën zijn
als u mij de eer en het genoegen wilt
doen.
HET AUTOFEEST.
Een geslaagde dag
BURGEMEESTER VAN
ALPHEN OVER ZANDVOORT.
Wat meer van die feesten, en Zand
voort zou er mee gebaat zijn! Een groote
toeloop van sportsmen en sportswomen,
een keur van wagens, een vol Kurhaus,
op den boulevard honderden nieuwsgie
rigen. 's Avonds bU het vuurwerk dito,
dito. In 't Grand Hotel gereserveerde
plaatsen voor de deelnemers aan 't con
cours om 't schouwspel van 't kunstig
vuurwerk in een comfortabele omgeving
te kunnen genieten. „Riche" stampvol,
omdat daar de prfjzen werden uitge
reikt.
Dat heeft Zandvoort noodlg behalve
goede verbinding met Amsterdam en
Haarlem, en goede wegen in de omge
ving voor de automobilisten. Trouwens
burgemeester H. van Alphen die een be
kend sportsman ls zit er danig achter
heen en men mag veel verwachten van
Zandvoort In dc toekomst. Zal de Noord.
Hollandsche badplaats bijvoorbeeld niet
6poedig schitterende golflinks rijk zijn?
's Middags om een uur begon het
*utofec6t waar de heer Leo Lauer de
regisseur van is. Eerst 't concours de ca-
rosserle. Eenige uren later het concours
d'elegance. Tot slot de behendlghcidswed
strijden. Dank zij het organiseerend ta
lent. van den heer Lauer. dank zij de
vlotte wijze van werken der Jury was te
gen 6 uur het heele wedstrijdprogramma
achter den rug. De heeren Burgemeester
Van Alphen, Bernard van Vlijmen en
B. Veth -vormden de Jury. De heer Van
Wermeskerken was namelijk te elfder
ure verhinderd, en de sportieve burge
meester viel dadelfjk voor hem in! Het
was een geste die typeerde.
Er was die aparte stemming die de
badplaats bohoort te kenmerken. Er
heerschte die mondaine alleraangenaam
ste sfeer, die het strand, en de boule
vards, dank zij de moderne badgasten,
de vlotte benzine-sportlul, de Kur- en
danszaal en de zingende, saxaphones,
eiaen is.
Het „concours de earosserle et d'élé
gance" is een show in besten en dubbe
len zin. Een ihow van de sportiefste,
statigste en chiqueste wagens en een
show van demonstreerer.de dames en
heeren. Belde laatste categorieën (van
modlezen stijl) tegelijk met hun wagens,
Janceerend „les dernlers crls" op 't ge
bied der sportieve- en strandmode. BU
de heeren valt natuurlijk meer de een
heid op. Voor 't meerendeelplus
fours, of Oxford trousers. (Terecht
merkte de burgemeester 's avonds tU-
dens het diner op dat de meeste
„sportieve" Jongelui „hangende" in plus
fours niet, weten wat de zin feitelUk
wel mag zijn van die betiteling „plus
four"De dames in kleuriger, dos
zwierig, maar toch ook.., sportief, vlug.
kort-af, figuurlijk en letterlijk, en zéér
elegantevenals haar sierlUke two-
seaters.
BUzondere beteckenls kreeg dit Zand-
voortsöhe aütofeest, doordat burgemees
ter van Alphen 's ajvonds als gastheer
optrad voor de Jury en een 6-tal Jour
nalisten In het Groot-Badhuis.'TUdens
het diner hield de heer van Alphen een
rede waaruit het voorzeker interessant
is eenige deelen te lichten: Zandvoort's
beteekenis in de rij van Nederlandsche
badplaatsen werd door den burgemees
ter besproken, 't Zwaartepunt legde
hU daarop dat „men" geneigd Ls een bad
plaats een bepaalden rang toe te ken
nen. een bepaalde categorie menschcn
toe te kennen. Doch al is het Juist dat
Scheveningen en NoordwUk een ander
karakter hebben dan Zandvoort, dit
sluit niet uit. dat Zandvoort verstokén
zou moeten blijven van een zeker deel
van het publiek. Weineen de combinatie
van diverse elementen van publiek is in
een badplaats zeer goed mogelijk. Brigh
ton is er het fcewils van. Daar logeert
het goede publiek en daar brengt de
Engelsche dagjes-mensch zU'n ..moolen
dag" door. De burgemeester meende dat
dit altijd over 't algemeen wordt verge
ten. Amsterdam maakt bijvoorbeeld te
veel reclame voor Scheveningen en ziet
absoluut de belangen van haar bad
plaats over het hoofd!
De heer van Alphen zcide dat het zijn
vaste overtuiging was dat het in het
belang was van Amsterdam cn Haarlem,
dat Zandvoort uit zUn betrèkkelUk iso
lement wordt verlost, dat het ten spoe
digste een electrische treinverbinding
krijgt, die het absoluut noodig heeft cn
dat het vóór alles de groote belangstel
ling van 't Hollandsche publiek krijgt
die het verdien* en alleszins waard is.
Late men dan ook niet met een bekrom
pen of benepen kUk oordeelen over de
combinatie van twee verschillende ele
menten in één badplaats, die van de
door
Ati.VTIIA CHRISTIE.
Vertaling van A. d. Z.
8)
„O. zUn Jullie daar", zei ze.
„Is cr iets, tante Emlly?" vroeg Cyn
thia.
„Volstrekt niet", cel mevrouw Ingle-
thorp scherp. Wat zou er zUn?" En
Dorcas, het kamermeisje ziende, dat
dc eetkamer uitging riep zc. haar
ter. een paar postzegels in haar boudoir
te brengen.
..Ja mevrouw." De oude dienstbode
aarzelde, toen voegde ze er bedeesd bU:
„Zou liet niet beter zUn. mevrouw, als
u naar bed ging? U ziet er erg moe uit."
„Misschien heb Je gclUk. Dorcas
Ja - neen nu nog niet Ik moet vóór
posttUd een paar brieven afmaken. Heb
jc den haard in mijn kamer aange
maakt, zoon!s 11: gezegd heb?"
„Ja mevrouw."
..Dan zal ik dadelUk na liet avond-
ptcn naar led gaan." Ze ging weer naar
het boudoir en Cynthia staarde haar na.
„Groote goedheid! wat zou er aan de
hand zUn?" zei ik tot Lawrence.
HU scheen haar niet gehoord te heb
ben. want zonder een woord draalde hU
zich op zUn hielen om en ging het
huls in.
Ik opperde een vlug tennisspel vóór het
avondeten en daar Cynthia toestemde,
liep ik naar boven om mijn raquet te
halen.
Mevrouw Cavendish kwam de trap af.
Het kan verbeelding geweest zUn,
maar zU zag er ook vreemd en veront
rust uit.
„Een prettige wandeling met dr.
Baucrstcin gedaan?" vroeg ik, zoo on
verschillig trachtend te schUnen, als ik
kon.
„Ik ben niet gegaan, antwoordde ze
kortaf. ..Waar is mevrouw Inglethorp?"
„In liet boudoir."
Haar hand groep zich aan de leuning
vast: toen scheen zc haar moed te ver
zamelen voor een ontmoeting, en ging
snel langs me heen de trap af en de
gang door naar het boudoir, waarna ze
de deur achter zich sloot.
Toen ik een oogenblik later naar het
tennisveld liep, moest ik het open bou-
doirraam lang. en kon er niets aan doen,
dat ik het volgend stukje dialoog hoorde.
Mary Cavendish zei met de stem van
een vrouw, die zich met moeite be-
hecrscht:
„Dus u yilt het me niet laten zien?"
Waarop mevrouw Inglethorp ant
woordde
„Beste Mary, het heeft daar niets mee
te maken."
„Laat het me dan zien."
„Ik zeg je immers, dat het niet is,
wat je denkt. Het betreft jou in t ge
heel niet."
Waarop Mary Cavendish met toene
mende bitterheid antwoordde:
„NatuurlUk, ik had wel kunnen weten,
dat u hem zoudt beschermen."
Cynthia wachtte me op en begroet
te me dadelijk met:
„Zeg! Er zUn hevige standjes ge
weest! Ik heb het alles van Dor
cas".
„Wat voor standjes?"
„Tusschen tante Emily en hem. Ik
hoop. dat ze hem eindelijk in de gaten
heeft!"
„Was Dorcas er dan bU?"
„NatuurlUk niet. Ze was toevallig
bU de deur. Het was een echte ruzie.
Ik wou, dat ik wist, waar het over
was".
Ik dacht aan het Zigeunergezicht
van vrouw Ralkes, en aan de waar
schuwing van Evelyn Howard, maar
besloot wUselyk, mUn mond te houden
terwUl Cynthia op alle mogelijke ver
onderstellingen inging en blUmoedig
hoopte, „dat Tante Emily hem weg
wu sturen en nooit meer tegen hem
zou willen spreken".
Ik verlangde er naar. John te pak
ken te krijgen, maar hij was nergens
te zien. Er was klaarblijkelijk dien mid
dag iets heel gewichtigs gebeurd. Ik
trachtte de paar woorden, die ik ge
hoord had, te vergeten; maar wat ik
ook deed. ik kon ze niet geheel uit
mijn gedachten krUgen. In hoeverre
was Mary Cavendish bU de zaak be
trokken?
Mr. Inglethorp was in het salon, toen
ik voor het avondeten naar beneden
kwam. ZUn gelaat was als altUd onbe
wogen, en de vreemde onwerkelijkheid
van den man trof me opnieuw.
Mevrouw Inglethorp kwam het laatst
naar beneden. Ze zag er nog altUd
zenuwachtig uit en gedurende het
maal heerschte er een eenigszins ge
dwongen zwijgen. Inglethorp was on
gewoon stil. ALs regel omgaf hU zUn
vrouw met kleine attenties, een kus
sen in haar rug leggend en over het
geheel de rol van liefhebbend echtge
noot spelend. OnmiddellUk na het
souper trok mevrouw Inglethorp zich
in haar boudoir terug.
„Laat mUn koffie maar hier bren
gen. Mary", riep ze. „Ik heb juist vUf
minuten om de post te halen".
Cynthia en ik gingen aan het open
raam in het salon zitten. Mary Caven
dish bracht ons de koffie. Ze scheen
opgewonden. «Wil Je licht hebben,
Het diner was uitstekend cn weïbe»
steed aan Hans Lottwitz, die de cui»
sine frangaise altijd had weten te waar»
decren, cn van haar finesses genoot.
Hij smulde, voelde zich onbezorgd,
kwam door die nobele oude Montra*
chet hcelcmaal op dreef, praatte veel
en levendig cn merkte nauwelijks op
dat zijn gastheer steeds zwijgcnaer
werd. Lemontier scheen zich gedrukt
tc voelen, maakte slechts sporadisohc
opmerkingen, antwoordde kort cn lus»
tcloos. Dan stond»ic ineens op, met
een ietwat bruuske beweging, cn nood*
de zijn gast om in „le petit salon" de
koffie met hem te gebruiken.
Zij gingen er heen, nestelden zich in
diepe fauteuils cn rookten, terwijl Lott»
witz den exquisen smaak bewonderde
die dit kleine vertrek gemeubeld had,
cn met een „Vous permettcz?" zich om»
wendde om speciale aandacht te wij*
den aan een fijn klein landschapje,
prachtig van kleur cn distinctie.
„Corot?" vroeg hij, en Lemontier
knikte.
Toen viftl Lottwitz' blik, van de
Corot naar dc andere schilderijen dwa*
lend, op ccn stuk dat op 'n ezel weg*
geschoven stond in een hoek. Er hing
ccn zijden doek losjes over, die het
bijna geheel bedekte.
„Vous per...." begon hij opnieuw,
maar Lemontier voorkwam hem haas»
tig: „Ah non, ce n'est ricn pour vous.
?a n'est pasfini
„Je vous demande mille pardons",
zei Lottwitz in zuiver»Franschcn stijl,
cn zette zich weer gemakkelijk in z'n
fauteuil, cn beantwoordde Lemontier's
vraag, of hij den oorlog had meegc»
maakt, bevestigend. Lemontier had
geen dienst kunnen nomen, was dade*
lijk afgekeurd, en later nog eens twee»
maal bij herkeuringen.
„U behoeft er geen spijt van te heb»
ben", verzekerde Lottwitz, en hij bc*
gen te vertellen van zijn persoonlijke
ondervinding in den oorlog, van gruwc*
len die hij aanschouwd en mee door.
gemaakt had, van de lange, lange
maanden in dc loopgraven, van al het
leed cn het afgrijzen en ook van dc
eindelooze verveling.
„Toch is er éen incident dat mij al»
tijd bij zal blijven als het ergste", zei
hij- ..Ik zie het nog voor mij. Het was
in dc eerste weken, toen wij bijna Pa»
rijs bereik* hadden. Ons regiment ruk
te 'n dorpje binnenik weet den
naam niet meer, maar 't was vlak bij
Compiègne. Wij hadden' vele dagen
van 70 K.M.*marschen achter den rug.
cn daarvóór Charleroi. Wij waren op»
gedreven, opgejaagd, hongerig omdat
de bagagetrein was achtergebleven en
de voedselvoorziening in de war ge.
raakt. Wij waren doodmoe.
Er was 'n honderd meter afstand tus*
schen ons en het regiment dat vóór ons
marcheerde. Mijn compagnie was de
voorste, en ik liep aan 't hoofd met
Schulz, den Feldwebcl. Schulz was ge»
wond in Visé, voor 't overtrekken van
dc Maas, en ze- hadden 'm te gauw
jongelui, of vindt je het prettig, te
schemeren?" vroeg ze. „Wil je me
vrouw Inglethorp haar koffie brengen
Cynthia? Ik zal ze inschenken".
,Doe geen moeite, Mary", zei Ingle
thorp. „Ik zal ze naar Emily brengen".
HU schonk ze in en ging, ze voorzich
tig dragend, ermee uit de kamer
Lawrence volgde hem en mevrouw
Cavendish kwam bU ons zitten.
We zaten met ons drieën een poosje
zwUgend. Het was een prachtige avond
warm en stil. Mevrouw Cavéndish
waaide zich zacht met een palm
blad.
„Het ls bUna te warm", mompelde
ze. „We zullen onweer krijgen".
Helaas dat die harmonische oogen-
bllkken nooit lang kunnen duren! Mijn
paradUs werd ruw verstoord door het
geluid van een welbekende en gehate
stem in de gang. „Dr. Bauerstein".
riep Cynthia uit. .Wat een grappige
tUd. om te komen".
Ik keek Jaloersch naar Mary Caven
dish. maar ze scheen volkomen kalm,
de teere bleekheid van haar wangen
veranderde niet.
Na een oogenblik bracht Alfred Ingle
thorp den dokter binnen: de laatste
lachend, en bewerend, dat hU niet in
geschikten staat was voor een salon.
Werkelük bood hij een treurig schouw
spel. daar hU letterlijk met. modder
bepleisterd was.
weer in dienst gesteld. Zijn wond was
niet genezen; ik wist dat hij tijdens die
geforceerde marsehen schier duldeloo»
ze pijnen leed. Het is geen excuus,
maar.
Enfin, midden in dat dorpje schoot
'n jongen van 'n jaar of ac\jt op ons
af, bleef staan vlak voor Schulz, spuw»
de 'm in zijn gezicht en gilde: „Sale
Bochel"
Schulz vloekte. Het was te veel voor
hem. Hij lichtte zijn zwaren laars op
cn trapte dien jongen opzij... en de Jon»
gen viel, met 'n kreet van pijn, bcwus»
teloos.Het was afschuwelijk
Lottwitz zweeg, huiverend.
Lemontier was zeer bleek geworden.
Hij richtte zich langzaam in z'n stoel
op, en vroeg op vreemden, hardejj
toon:
„I-Iebt u dien Schulz gestraft?"
„Neen. Flij werd den volgenden dag
gevangen genomen. Ik weet niet waar
hij gebleven is".'
„Zoud4 u hem gestraft hebben als cr
gelegenheid voor was geweest?"
„Dat zeker, maar.de provocatie
en zijn toestand in aanmerking nc*
mond
„Ah! U herinnert u hoe dat jongetjo
er uit zag?"
„Ik zou hem zeker herkennen....**
aarzelde Lottwitz, verbaasd over den
vijandigen toon.
Lemontier stond op, lieD in drio
snelle passen naar het schilderij op den
vezel en trok er de zijden doek af. Het
toonde een aardigen, blonden jongen
van 'n jaar of acht. Een vroolijk, open
gezicht.
„Vous voyez, n'est*ce*pas?" vroeg hij
cp harden staccato*toon. „C'est lui.
C'ctait mon filsassassiné par votrc
Schulz.Hij stierf twee dagen later
aan die beestachtige mishandeling. Ik
heb jaren gezocht naar dien Schulz.
en hem niet kunnen vinden. Ik heb al»
leen ontdekt wie zijn commandant was,
die naast hem stond en dit niet voor»
komen heeft, die hem na de daad niet
heeft gestraft, die zelfs nü nóg over
provocatie en over Schulz' toestand als
verzachtende omstandigheden dtirft tc
pratenWij zullen onze rekening
quitt<» maken
Lemontier hjjgde, doodsbleek. „Sale
Bochel" kreet hij. en trok een re
volver, terwijl Lottwitz uit zijn stoel
verrees. Hij was wonderlijk kalm. Hij
wist dat de man tegenover hem niet
schieten zou. Rustig nam hij uit zijn
binnenzak een portret, dat een anderen
vroolijken blonden knaap voorstelde,
en bood het Lemontier aan. „Leg dien
revolver neer", zei hij, „en bekijk dit
portret. Hij was m ij n zoon. monsieur
Lemontier, en hij stierf tijdens den
oorlog omdat hij verzwakt was dooi
slechte voeding, gevolg van uw geal»
lieerde blokkade. Wie was daar ver»
antwoordclijk voor? De een of andere
Schulz die zeker niet gevangen is ge»
nomen, die alleen in zooverre „ver»
mist" is dat niemand hem precies kan
aanwijzen. Hem vinden kan ik niet.
„Wat hebt u gedaan, dokter?" vroeg
mevrouw Cavendish.
„Ik moet me verontschuldigen", zei
de dokter; „ik was niet van plan. bin
nen te komen, maar mr. Inglethorp
drong er op aan".
„Maar BauersteTn, wat zie je er uit",
zei John, die uit de gang binnendrentel
de. „Neem wat koffie en vertel ons
dan. wat je hebt uitgevoerd".
„Graag". HU lachte een beetje spU-
tig. toen hU beschreef, hoe hU een
heel zeldzaam soort rarer, op een on
toegankelijke plaats ontdekt had en in
zyn pogingen, cm die te krijgen. zUn
evenwicht verloren had, en tot zijn
schande in een aangrenzenden vijver
gevallen was.
„De zon heeft me spoedig gedroogd",
voegde hy er by, maar ik vrees, dat
myn uiterlijk meer dan erg is".
Op dit oogenblik riep mevrouw Ingle
thorp van uit de hall om Cynthia, en
het meisje liep naar haar toe.
„Wil je myn portefeuille even naar
boven dragen, kindje? Ik gil n- - b
De deur naar de hall wn* i-
Ik was opgestaan, toen Cynthia op
stond en John was vlak naart me.
Er waren dus drie getuigen, die kon
den zweren, dat mevrouw Inglethorp
haar koffie nog ongebruikt in de hand
hield.
(Wordt vervolgd.), x