OM ONS HEEN
STADSNIEUWS.
Fietstochten
PUROL
HAARLEM'S DAGELAD DONDERDAG 21 JULI 1927
No. 3684
LANGS DE PROVINCIALE HOOFDSTEDEN.
MAASTRICHT III.
TUdens mijn bezoek te Maastricht is
mij uit vertrouwbare bron verzekerd,
dat de haven voor Maastricht Ant
werpen is. Geen quacstic van nationa
liteit, maar een van ligging. Luik,
zoo werd er by gezegd, heeft een ka
naal met Antwerpen noodig, maar dat
moet (natuurlek met groote moeite en
kosten) gegraven worden dwars door
den berg heen, wanneer het op Bel
gisch grondgebied moet blijven. Even
daarbuiten, op Limburgsch terrein,
gaat het veel gemakkelijker en goed-
kooper „waarom", zoo gaf mijn
zegsman mij te verstaan „zou Neder
land ln dit opzicht niet meewerken?"
Want al is men te Maastricht onge
veer even ver van Aken af als van
Luik (circa 30 kilometer) de stad heelt
veel meer belangen bij België, dan by
Dultschland. Vele Maastrichtenaren
gaan in Luik ter beurs, daartegenover
komen vele Luikenaren ln Maastricht
ter markt. „Onze concurrenten", ver
klaarde inyn zegsman, „wonen in Bel
gië. Er zit veel Belgisch geld ln onze
industrie. Met een en ander moeten
wy rekening houden. Is het dan niet
dwaas, dat tengevolge van het mini
mum tarief van de spoorwegen, wy in
Maastricht evenveel vracht voor de
kolen uit Heerlen moeten betalen, als
de klanten ln Groningen? Het ls waar:
wy kunnen hier goedkooper kolen be
trekken uit België, uit de Kempen,
maar dan moeten die weer overgela
den worden op de grens bU Lanaeken.
Met een duur product wonen bij een
open grens ls een tegenstrijdigheid.
Geen enkele mUn in Zuid Limburg
heeft Ncderlandsch kapitaal. Er
kapitaal in uit België, Frankryk,
Duitschland, maar niet uit Holland
met uitzondering natuuriyk van de
StaatsmUnen; geen wonder, dat mUn-
directies zooveel mogeiyk in het bui
tenland koopen.
Niet alleen de Industrie te Maas
tricht maakt het slecht, maar ook de
middenstand verkeert in een moeiiyke
positie, al wil lk niet zeggen, dat zy
die zelf .niet wat zou kunnen verbete
ren door grooter energie aan den dag
te leggen.
In het algemeen voelt men zich te
Maastricht wat achteruit gezet. In de
stad namciyk. niet op het platteland
en toch zyn wy goede Hollanders en
willen geen aansluiting by België. U
vraagt mij, wat ons oordeel is over de
nachteiyke invallen door Belgen en
het verspreiden van aanplakbiljetten
en strooipapieren och, dat beschou
wen wy als kwajongenswerk. Sommige
van die helden zyn ln Maastricht by
name bekend: het zyn „des fils a
papa" (verwaande rijkeluiszoontjes)
uit Luik. Beteekenis hebben die bezoe
ken niet, maar zy maken onderhande
lingen mociiyk en hinderen de Belgi
sche Regcorlng, die niets liever wil, dan
met de Nederlnndsche tot ovcreen-
•temming komen."
Zoo spreekt men te Maastricht en
zoekt. begrijpende dat Nederland niet
zoo dwaas zal zyn om voor de Belgen
een kanaal naar zee. te graven, dat
Rotterdam zelf een doodeiyke concur
rentie zou aandoen, naar andere mid
delen om België tevreden te stellen.
»Is een kanaal van Antwerpen naar
Zeebrugge niet mogelijk?" vraagt men.
„dan is België klaar en wordt van Ne
derland het onmogeiyke niet gevergd."
De quaestie van de regeling op de
Schelde en of Antwerpen oorlogshaven
zyn zal. vond myn zegsman veel meer
een belang van de groote mogendhe
den. dan van Nederland of België. De
goede verstandhouding met de nabu
ren. waarop Limburg prys stelt, kan
zeer wel bewaard biyven en wij Lim
burgers gevoelen alles voor Holland
en willen heelemaal niet Belgen wor
den. daar w-y zeer goed zien. dat die
geen volk zyn, maar twee zeer ver
deelde groepen. Trouwens, de annexa
tie van Limburg wordt het meest
door de Vlamingen gewenscht, de
meeste Walen willen er niets
van weten. Zoo ls de toestand en
aoo zal hy biyven, ln weerwil van de
zoogenaamde Limburgsche liga. als
men Maastricht in den Haag maar wat
tegemoet komt. „Er Ls." zei een myner
zegslieden, „reciprociteit noodig om
handel te drijven en de geldmarkt kan
van haar kant ook wat doen."
Het bleek my, dat een gezeten mid
denstandsfamilie te Maastricht eenigs-
zins afgunstig keek naar de gemakke-
ïyker bestaansvoorwaarden in België,
waarvan men de redenen niet goed be-
grypt „waarom moeten de belas
tingen ln Nederland zoo ontzaggeiyk
hoog zyn?" Met Instemming werd in
die familie gesproken over de vele
Hollanders, die zich ln België vestigen
en daar veel goedkooper leven dan ln
hun eigen land. Myn argumenten, dat
dezen, zoodoende zichzelf verbannen en
dat het lafhartig is, het eigen land
den rug toe te keeren, wanneer de
openbare financiën in een moeiiyke
periode verkeeren, maakten hier wei
nig indruk. Men zei ronduit: „als wy
konden, gingen wy ook."
Natuuriyk heb ik myn meening, dat ik
het een verderfeiyk standpunt vond. om
wat geld het vaderland te verl
niet verzwegen. Eén argument werd
aangevoerd, dat moeiiyk ontkend kan
worden: „gy Hollanders leeft ver van de
grens en gevoelt dus de moeiiykheden
niet, die voor den grensbewoner be
staan". In diezelfde richting ging ook de
opmerking van den directeur van de „So-
ciété Céramique", den heer Defesche:
„wanneer onze fabriek in België stond,
dan zouden wy per jaar driemaal hon
derdduizend gulden besparen". By die
besparing behoort óók een som van veer
tigduizend gulcicn, die betaald moet wor
den voor invaltditeits- en ouderdomsver-
zekering. de beruchte zegeltjesplakkery.
Berucht niet omdat men den grondslag
van de verzekering verkeerd vindt
de Nederlandsche werkgever is humaan
genoeg, om voor beveiliging tegen de ge
volgen van invaliditeit en ouderdom sym
pathie te gevoelen, maar omdat hy zoo
doordrongen is van het feit. dat er veel te
veel moet worden opgebracht voor een
onbeduidende uitkeering.
Ook in Maastricht klaagt men dan
ook, evengoed als overal in Nederland,
over een veel te groot aantal ambtena
ren, over slechte en onduideiyke wetten
en over de lichtvaardigheid, waarmee
men oordeelt over de aardewerk-indus
trie, biykbaar zonder die voldoende te
kennen. In het eerste rapport heeft men
aan deze industrie voorgehouden, dat on
dernemingen als de Porceiyne Fles
Hoyng zeer goed kunnen bestaan, maar
de vergel yking gaat in 't geheel niet op.
Die fabrieken zyn een- soort van kunst-
nyverhcld en de Maastrichtsche nijver
heid maakt een massa product
„Diezelfde „Porceiyne Fles" en Hoyng",
zoo werd ons verzekerd, „zouden het ver
van aangenaam vinden, wanneer wy in
Maastricht met een paar honderd man
hunne artikelen zouden gaan maken".
Natuuriyk hebben zij geiyk, die bewe
ren dat het ln 't algemeen niet geraden
is, wanneer een klein land als het onze
dat tot nu toe naar vryhandelsbegrippen
geleefd heeft, gaat meedoen aan den
wedyver van de groote landen in het op
trekken van hooge tariefmuren. Veel be
ter zou het zUn. wanneer men het ln
Genève zoover wist te brengen, dat het
tegenovergestelde gebeurde en de alge-
meene vryhandelspolitiek in de we
reld overwon. Zoover zyn wy evenwel nog
lang niet en intusschen is de toestand
voor een gedeelte van de arbeidersbevol
king nypend en daarmee ook voor de ge
meente, die de werkloosheid zal hebben
te betalen afgescheiden nog van het
noodlottige der werkloosheid voor de ge
troffenen zelf.
Toen ik 's morgens om half elf de
Maasbrug overging op weg naar de fa
brieken van de Société Céramique. die
vlak bij de Maas hun talrijke schoorstee-
nen omhoog steken, zaten op de zware
steenen beeren van de brug een half rio-
zyn jonge mannen lusteloos en sprake
loos bij elkaar als het beeld der werk
loosheid.
Het is te hopen, voor Maastricht en
voor de bevolking, dat de heeren ln Den
Haag een oplossing zullen vinden, die
geen precedent behoeft te zyn. dat eeu
wige spookbeeld van de economische poli
tiek.
J. O. P
NEDERLANDSCHE
REISVEREENIGING.
REIZEN NAAR DE
WEST.NOORSCHE FJORDEN.
De Nefccrlandschc Relsvereenlging
heeft een aardig boekje het licht doen
zien: „Generale Verecnigingsreizen 1927
ntar de West-Noorsche Fjorden".
De twee reizen, waarvan in het boekje
een zeer aantrekkeiyke bcschryving ge
geven wordt, zullen plaats hebben van
6 tot 16 Augustus en van 18 tot 28
Augustus, van IJmuiden uit met het
stoomschip „Monte Olivia". Het zullen
niet alleen voor de N. R. V.. maar voor
geheel Nederland de eerste reizen zyn
die een zoo groot aantal onzer landge-
nooten naar Noorwegen zullen voeren.
Aan de leiders der N. R. V. ls dit toe
vertrouwd: uit elke bladzyde van dtt
boekje over de Noorsche reis spreekt de
jarenlange ervaring. Letteriyk om Alles
ls gedacht, zelfs de kleinste bUzonder-
heden z-Un tot in finesses geregeld. Het
bestuur dezer vereenigIng kent het
klappen van de zweep!
Aardige kiekjes van het leven aan
boord wisselen den tekst af en daarop
volgt de beschrUvlng van de reis. even
eens verlevendigd met tal van plaatjes
van het mooie. Noorsche land.
Het aansluitende hoofdstuk heet: „Al-
gemeene opmerkingen over land en volk
van Noorwegen" en geeft verschillende
wetenswaardigheden over den bodem,
de kust en de fjorden, land en volk.
klimaat, geschiedenis, godsdienst, taal en
letterkunde, kunsten en wetenschappen.
Wie der deelnemers dit hoofdstuk ge
lézen en ln zich opgenomen heeft vóór
het aanvaarden van de reis staat niet
meer geheel vreemd tegenover het land,
dat hy' bezoeken zal.
Tot slot wordt de Frithlofsage vertelt
en worden eenige woorden en uitdruk
kingen in het Noorsch (met de bena
derde uitspraak) gegeven, die op de
landuitstapjes van nut kunnen zyn.
Als iets ln staat ls, het .aantal deelne
mers aan deze twee reizen van de N.
R. V. groot te doen zyn. dan zal het zé
ker dit smakeiyke, pakkende en den
reislust opwekkende boekje wezen!
ERKENDE PONTSCHOOL HAARLEM
Geslaagd voor Nederl. Handelscorres
pondente; de heer F. de Kruyff, Haar
lem. Mej. Nagtegaal. Heemstede.
Geslaagd voor Kantoorstenograaf En-
gelsch mej. Nagtegaal. Heemstede, voor
idem Nederlandsch mej. Mondriaan,
Haarlem, en mej. Wintershoven, Haar
lem.
NED. VEREEN. VAN SPPOR- EN
TRAMWEGPERSONEEL.
Naar wy vernemen heeft de heer F.
M. Souwer, voorzitter van de afdeeling
Haarlem van de Nederl. Vereen, van
Spoor en Tramwegpersoneel, medege
deeld. dat hy voor het voorzitterschap
van genoemde organisatie moet bedan
ken wegens drukke werkzaamheden.
De heer Souwer was ruim een jaar
voorzitter en kwam in de plaats van
den heer H. J. Klein.
Binnenkort zal in de functie van
voorzitter worden voorzien door een
hiertoe te beleggen vergadering.
PROVINCIALE STATEN
VAN NOORD-HOLLAND.
ZOMERZITTING.
Subsidie aan den Lands -
archivaris tc Batavia.
De heeren Kleerekoper c.s
stellen voor, aan Mr. P. C. Bloys van
Treslong, thans waarnemend Lands-
archivaris te Eatavia. toe tc kennen
een subsidie van f 500 ten behoeve
van het uitgeven eener beschrijving
van de genealogische en heraldische
gedenkwaardigheden in en uit de ker
ken van Noord-Holland, hetgeen, let
tende op den tyd die met het drukken
gemoeid is. neerkomt op f 100 in 1927,
f200 in 1923 en f200 in 1929.
De heer Kleerekooper verde
digt zyn voorstel en noemt het klein,
om daartegen in verzet te komen. HU
noemt dit boek van een groote histo
rische waarde. Dit werk is klaar en de
andere provincies hebben 't zoo deugde
lUk bevonden, dat zy wel een subsi
die hebben gegeven. Hy hoopt, dat ook
de Staten van Noord-Holland dit zul
len doen.
De heer" Bom an s (Ged. Staten)
herinnert er aan, dat een dergeiyk
voorstel van den heer Kleerekooper
reeds eerder verworpen is. Sindsdien
is er geen enkel element gekomen, om
van standpunt te veranderen. Spreker
begrypt niet, dat men wederom met
zulk een voorstel komt. Er moet bU
het verleenen van subsidies toch een ze
kere continuïteit bestaan Hy raad dus
aan. ook nu het voorstel af te wUzen.
De heer Kleerekooper merkt
op, dat hy dit voorstel heeft ingediend,
omdat de samenstelling der Staten
sindsdien veranderd is. Met volle vrry-
moedigheid handhaaft hy dit voor
stel.
Met 39 tegen 29 stemmen wordt het
voorstel Kleerekoper cs. verworpen.
Het voorstel van de leden M. van
Creveld c.s. betreffende het vraagstuk
der cumulatie van pensioenen wordt
door de voorstellers ingetrokken.
Te één uur wordt de vergadering ge
schorst tot kwart vóór tweeën.
Woensdagmiddag twee uur werd de
vergadering der Provinciale Staten van
Noord-Holland voortgezet.
Benoemd worden tot leden der com
missie, die een adres zal samenstellen,
dat aan de Kroon gericht wordt tegen
de cumulatie van pensioenen, uit de
openbare was, A. B. Kleerekoper. Mr.
L. M. De Jong Schouwenburg, P.
M. Verschure, Mej. Mr. Ada Goudsmit
en Mr. C. H. Guépin.
Onredelijk opdrijven
van huren.
De heer De Miranda vroeg, of het
juist is, dat Ged. Staten hebben goed
gevonden, het besluit van den Amster-
damschen gemeenteraad betreffende de
„Verordening tegen hét onredelijk op-
dryven van huren" ter vernietiging aan
de Kroon voor te dragen. Indien dit zoo
is, vroeg de heer De Miranda, de rede
nen mede te willen deelen, welke tot
dit besluit geleid hebben.
De Huurwetten, die in ons land aan
zoovele personen baat hebben gegeven
hebben opgehouden te functioneeren,
zegt spreker. Het gevolg is geweest,
dat vele .huiseigenaren een belangryke
huurverhooging hebben aangekondigd.
Verschillende gemeentebesturen werden
daardoor met groote zorg vervuld: óók
het gemeentebestuur van Amsterdapi.
Men achtte de buitengewone omstandig
heden. die het instituut der Huureom-
missie in het leven hebben geroepen,
nog niet verdwenen. Er moesten dus
middelen worden beraamd, om de onre
delijke huuropdryving te bestryden in
het belang van het grootste gedeelte der
bevolking De gemeentebesturen kunnen
het best uitmaken, wat in het alge
meen belang dient te worden gedaan.
Spreker had niet gedacht. dat Ged.
Staten van Noord-Holland by de Kroon
vernietiging van het Amsterdamsche
raadsbesluit inzake de Huurverordenlng
zouden gevraagd hebben. Hy zal met
belangstelling het antwoord van Ged.
Staten afwachten eer hij zyn conclusies
trekt.
De Voorzitter beantwoordt na
mens Ged. Staten de eerste vraag be
vestigend, evenals de tweede. Ged. Sta
ten hebben vernietiging dezer Huurver-
ordening gevraagd, omdat die in stryd
was met art. 150 der Gemeentewet en
ook in stryd met het algemeen belang,
zy treedt te veel in het burgerlijk
recht. Er bestond een groote verdeeld
heid over de wenscheliikheid dezer
verordening: daarom wilden Ged. Sta
ten eerst de beslissing van de Kroon
afwachten. De Amsterdamsche verorde
ning zal veel sterker staan, als de
Kroon eventueel geen termen aanwe
zig mocht achten, om de verordening
te vernietigen.
De heer De Miranda dankt den
Voorzitter voor zyn antwoord. Hij
merkt op, dat Ged. Staten de verorde
ning zelf sterker hadden kunnen ma
ken; zy hadden die dus niet ter ver
nietiging behoeven voor te dragen. HU
herinnert er aan, dat de meening over
deze aangelegenheid van professor
Mefjer lynrecht staat tegenover die van
Ged. Staten. Dit is ook het geval met
de meening en van de professoren Kra
nenburg en Van der Pott. De Amster
damsche verordening tast geen aange
gane contracten aan. Wel degelijk
heeft het gemeentebestuur gehandeld
ln het algemeen belang. De verordening
is niet in stryd met de vrUe beschikking
van den Nederlandschen Staatsburger
over zyn eigendom. Spreker voelt de
kracht van dit argument van Ged.
Staten niet. Vele groepen van burgers
worden bedreigd met een onredelijka
huuropdryving. In Amsterdam zUn 6527
woningen van f 2.50 per week; dat zijn
de zoogenaamde krotwoningen. Verder
28.718 woningen van f 2.50—f4.—21.031
van f 208 tot f 250 per jaar en 26.796
woningen van f 250 tot f 300 per jaar.
Van al deze woningen staat hoog
stens één procent leeg. Het is den huls
eigenaren er om te doen. om den
levensstandaard op te voeren. Spreker
kan het standpunt van Ged. Staten niet
begrUpen: zy geven door hun houding
biyk. het economisch leven in de hoofd
stad des lands niet te kennen. Ook de
winkeliers worden bedreigd met huur
verhooging. Het noodlottig gevolg hier
van zal zijn, dat de prUzer. der levens-
bt noodigclieden zullen worden verhoogd
Nogmaals verzekert scpreker, dit be
sluit van Ged. Staten van Noord-Hol
land ten zeerste te betreuren. Hier
door zal het besluit van de Kroon
gesterkt worden, tot groote vreugde van
hen. die ten koste van alles de huren
willen verhooger.. Ged. Staten hadder.
ln dezen strUd zich, (al deden zij dit
ook onwillens) geen partij mogen stel
len. De Regcering heeft de verordening
nu tot 1 October geschorst. Spreker
vraagt aan de Prov. Staten, uit te spre
ken. dat in het algemeen belang deze
verordening niet behoort te worden ver
nietigd en ook uit te spreken, dat zy
het standpunt van Ged. Staten betreu
ren. Wanneer de Staten dit doen, ver
zoekt spreker den Staten, om Ged.
Staten uit te noodigen, dit ter kennis
van de Kroon te brengen. De heer De
Miranda dient een daartoe strekkende
motie in.
De heer Kleerekoper bestrUdt
eveneens het standpunt van Ged. Sta
ten.
Het klassieke woord ls nog altyd gel
dig, dat gemeentebesturen het best kun
nen beoordeelen wat in hun belang is.
Spreker vereenigt zich volkomen met
de meening van den heer De Miranda;
ook de heer Kleerekooper is van oor
deel, dat Ged. Staten zich in dezen
stryd geen party hadden mogen stel
len. Wanneer de gemeente-advocaat
van Amsterdam die geacht mag worden
alleszins bevoegd tot oordeelen te zyn,
en vele professoren zeggen, dat tegen
deze verordening geen bezwaren kun
nen bestaan, dan begrijpt spreker het
standpunt van Ged. Staten niet. Ook
wethouder De Wilde van Den Haag
heeft zich tegen opheffing der Huur-
commissie-wet verzet. Spreker be
veelt aanneming der motie van den
heer De Miranda aan.
De heer J. J. de Vries verklaart
te zullen stemmen vóór de motie van
den heer De Miranda; ook hy behoort
tot de categorie van menschen, die
dupeerd zullen worden, als de Kroon
de verordening vernietigt.
De heer De Jong Schouwen
burg is tegen de motie van den heer
De Miranda; spreker acht deze ver
gadering incompetent om hierover een
beslissing te nemen.
Tegen deze bewering verzet zich de
heer Ketelaar, die het eveneens bé-
treurt, dat Ged. Staten dit advies heb
ben uitgebracht Om die redenen zul
len spreker en zyn partygenooten vóór
de motie van den heer De Miranda
stemmen.
In gelijken geest spreekt de heer
Douwes. Deze zal het zelfs uit volle
overtuiging doen.
De heer Verschure meent, dat de
heer De Miranda overdrijft, met te be
weren, dat de prUzen der levensmid
delen verhoogd zullen worden, als ook
de winkeliers door een huuropdryving
getroffen zullen werden. Dit gebeurt
volgens spreker niet, als de winkeliers
slechts f 2.50 huur meer per week zou
den moeten betalen. Hy keurt de hou
ding van Ged. Staten goed.
De heer Van der Glas bestrUd'
het standpunt van Ged. Staten. Hij
noemt vooral Mr. Bomans uiterst re
actionair. Daarom kan spreker niet be-
grypen, dat zelfs de heer Kleerekoper
heeft meegeholpen om aan Mr. Bomans
weer een plaats achter de groene tafel
te geven. De groote arbeidersbevolking
van Amsterdam behoort in bescherming
te worden genomen. Spreker vreest, dat
van dit college van Ged. Staten in de
eerstkomende vier jaren nog wel meer
reactionaire daden verwacht zullen
moeten -worden.
De heer Wijnkoop heeft met ge
noegen de interpellatie van den heer
De Miranda gehoord. „Hij heeft", zegt
spreker, „nu eens een frisch geluid
laten hooren; dat laat hU in den Am-
sterdamschen raad tegenover de uit
voerende machten niet altyd weerklin
ken". Heftig bestrijdt spreker het stand
punt van Ged. Staten. Overigens be
schouwt hy deze parlementaire comedie
als mosterd na den maaltyd. Hy vragt
waarom de Voorzitter zijn rede niet
veertien dagen eerder heeft uitgespro
ken, toen het college van Ged. Staten
nog gekozen moest worden. Dan zou
dit college deze sociale misdaad niet
hebben durven bedryven. „Dit stelletje
Ged. Staten kunnen we niet ver
trouwen". zegt spreker, die verklaart
dat het belang van de arbeidersklasse
ln de toekomst het algemeen belang
zal zyn. En voor dit belang zal hy
blijven strUden. Met parlementaire
dingen krijgt men niets meer gedaan.
Dat kan alleen met daden gebeuren.
Alleen de vuist van het proletariaat
kan aan de daden van de bourgeoisie
een einde maken. Daarom hoopt hij,
dat de heer De Miranda en zyn party
génooten de consequentie van de aan
neming zyner motie zullen durven aan
vaarden.
Een incident..
De heer Bomans (Ged. Staten):
„WUnkoop, hier ls een glas water".
De heer WUnkoop: „Wat een
flauw grapje ls dat! Houd dat maar
vóór Je! Ik ken Je met je schyn-
helllgen smoel!
De Voorzitter (heftig hamerend)
,Ik roep den heer WUnkoop tot de
orde!"
De heer WUnkoop: „Ik ken me
neer Bomans met zUn schijnheilige ge
zicht cn met zyn reactionaire daden,
vooral wanneer het tegen de arbeiders
gaat!"
De Voorzitter: „Ik schors de
vergadering zoolang de heer WUnkoop
op deze vvyze voortgaat".
De heer Wijnkoop (met de vuist
op tafel slaande)„U had meneer
Bomans tot de orde moeten roepen".
De heer Weste rhof: „Nti heeft hy
geiyk!"
De heer WUnkoop: „O zoo! Ik
dank u!"
Het Incident ls hiermede afgeloopen.
De Voorzitter antwoordt de ver
schillende sprekers. Tot den heer De
Miranda zegt hy. dat Ged. Staten
zich in dezen strUd party hadden ge
steld. als zij zich aan de zijde van den
Amsterdamschen gemeenteraad hadden
gesteld. Hy handhaaft het standpunt
door Ged. Staten in deze aangelegen
heid ingenomen en haalt eenige wets
artikelen aan ter verdediging daarvan.
Ged. Staten hebben meermalen het
bewijs geleverd, dat zy met de behoefte
aan woningen te Amsterdam volko
men bekend zUn. Het gemeentebestuur
van Amsterdam heeft het college van
Ged. Staten ln dezen meermalen aan
zyn zUde gehad. Dat zal de heer De
Miranda moeten toegeven, zegt spreker,
die nog eens met nadruk opmerkt, dat
Ged. Staten de Amsterdamsche Huur-
verordening ter vernietiging aan de
Kroon hebben voorgedragen op grond
van de rechtszekerheid. Spreker ge
looft dat de motie zal worden aange
nomen. maar meent, dat de heer De
Miranda beter had kunnen doen, aan
de Kroon intrekking van het besluit tot
opheffing van de Huurcommissiewet te
vragen.
De heer De Miranda dupliceert.
Hy verklaart geen woord terug te kun
nen nemen van hetgeen hy gezegd
heeft. Tot den heer WUnkoop merkt
hij op. dat dit college van Ged. Sta
ten het juiste college is, lettende op de
politieke verhoudingen in deze Provin
ciale Staten. Hy beveelt nog eens met
warmte aanneming van zyn motie aan,
vooral om de daaruit voortvloeiende ge
volgen.
Nadat de Voorzitter nog even in
^ïet kort geantwoord heeft, wordt de
motie van den heer De Miranda in
stemming gebracht. Zü wordt verwor
pen met 35 tegen 34 stemmen.
De zitting wordt te kwart vóór vyf ge
schorst tot Donderdagmorgen half elf.
VEREENÏGING „MACBI".
HERZL-HERDENKING.
Dinsdagavond hield de Vereenlging
van Jonge Joden „Macbi" een plechtige
byeenkomst ter herdenking van den
sterfdag van den voor 23 jaren overle
den stichter van het Zionismez Dr.
Theorode Herzl.
De voorzitter de heer L S. de Vries,
sprak een kort openingswoord, waarin
hij er aan herinnerde dat het Dinsdag
23 Jaar geleden was, dat Herzl, aan het
Joodsche volk ontviel.
Hierna was het woord aan Mr. L L.
Hamburg voor het houden van een her
denkingsrede.
.Als er ooit iemand geleefd heeft, zoo
begon spr. „die het recht heeft op onzen
eerbied, dan is het Herzl". Spreker gaf
een overzicht van de geschiedenis van
het Joodsche volk voor Herzl en haal
de vele feiten aan om te bewyzen.
hoe de liefde voor het land steeds in het
Joodsche volk geleefd heeft
De Fransche revolutie bracht voor de
Joden geen gelijkheid en kort daarna be
gon in Rusland de voorlooper van het
Zionisme de „Chowewel Zion" (zions-
vrienden) te bloeien. Maar ook deze
organisatie vermocht de assimilatie niet
te keeren. Toen kwam Herzl. Door het
Dreyfusproces, dat hU als Parysch re
dacteur van de Weensche Neue Freie
Pr esse bywoonde, kwam hy tot het be-
wustzyn van zUn Jodendom. Hy
schreef zyn eerste werk „Der Juden-
staat", waarin hy de oplossing van het
Joodsche vraagstuk- bracht op het ter
rein van het practisch-realiseerbare.
Veel tegenwerking en spot heeft hy
moeten verduren, ook in zyn eigen kring
maar ook veel enthousiasme. Zoo noo-
digde de Oostenryksche studentenver-
eeniging hem reeds spoedig uit zich aan
het hoofd der beweging te stellen.
Veel heeft hy als leider van het Zionis
me gedaan. Zyn vermogen slonk weg,
doordien hy alles uit zyn eigen zak be
taalde en geen cent salaris ontvangen
wilde. Zijn gezondheid werd onder-
mUnd en een hartkwaal noopte hem in
een sanatorium genezing te zoeken.
Ook daar bleef hy aan den arbeid tot in
1904 de dood hem vindt. De spreker, die
een aandachtig gehoor vond, eindigde
met de opwekking Herzl's werk onver
moeid voort te zetten.
Daarna droeg de eerw. heer M. Pet-
zon. Oppervoorzanger van de Jood
sche Gemeente, alhier, een gebed voor
de zielsrust van dén doode voor, dat
door de aanwezigen staande werd aan
gehoord en zong hy een treurzang.
Na de pauze, waarin van de gelegen
heid om voor het Joodsch Nationaal-
fonds te offeren druk werd gebruik ge
maakt, declameerde de heer L Strauss
een zeer toepasseiyk stuk.
Hierna sprak de heer D. Roos Czn..
voorzitter van de afdeeling Haarlem
van den Nederlandschen Zionistenbond
een slotwoord, waarin hy de jongeren
opwekte tot steun aan de Zionistische
zaak.Tot slot zongen allen sta: r le het
Joodsche Volkslied.
WONINGBOUWVEREEN. BLOEMEN
HOF.
Door de Bouwvereenlging Bloemen
hof is met de leden een vergadering
gehouden naar aanleiding van de be
slaglegging op de woningen door Mr.
Huizinga. Op deze vergadering is door
het bestuur volledig verslag uitgebracht
van de gedane stappen en werd als de
meening van het bestuur naar voren
gebracht dat hun inziens de architect
op allerlei gronden niet het recht op
de gevorderde som van 4500 had.
daar er nooit een opdracht van het be
stuur is gegeven aan dezen architect.
Nadat door het bestuur aan de leden
zoo volledig mogelyk een overzicht was
verstrekt ontspon zich een uitvoerige
gedachtenwisseling en werd hierna be
sloten om in geen geval het geld van
de vereeniglng te verstrekken maar in
het uiterste geval te trachten het be
dongen bedrag, hetwelk nu met de on
kosten al reeds ver boven de 4500 is
gestegen, van de gemeente te verkrU-
gen.
Door het bestuur zullen in deze rich
ting stappen worden gedaan in welken
tUd door Mr. Huizinga voor zyn cliënt
een voorlooplge afwachtende houding
tal worden aangenomen.
GEVONDEN DIEREN EN
VOORWERPEN
Terug te bekomen by: Van der Eng.
Zoetestraat 10. kinderarmband; RL B uin
v. Oorschotstraat 14, Liothe; P. Blai-
ker Kennemerstr. 50 rood. broche:
Franken. Zijlstraat 93 r»d. bal: De Vries
Dckstraat 15. corset; MuïïfV". Wijde Gel
del -ozepad 6. cintuur; limmer, Doel-
stiirat 20. handschoen: If»oij. Oudeweg
10 A. bruin hondje; Ruscncr. acht
ste. 6 dameshorloge; Blank, rt, L. Raam
straat 25 rood, bruine damesliaiclschoe-
INGEZCNDEN MEDEDEELINGEN
a 60 CcnU per regel.
Het Doorzitten bij Wielrljden. een door
de zon verbrande Huid, Schrijnen en
Smetten verzacht en geneest men met
Doos 30, 60,
Tube SO ct.
r>en: Prinsen. Twijnderelarm 21. jas;
Janssen, Anthoniestr. 17, ,a ic er. t*:n
é;ui. Van der Werve. Osladestr. 2. gr.
vit piesje; Ploeger. J-uskcn Huctstr. 12,
geldstukje: Stoorvogel, RoltandstrJ 83,
ketting (armband): Puilt. i J. uh-vt-
siraat 21, Medaillon met portret; A. J.
de lange. Gen. Croniês'r. 7. paraplu;
Hiugens, Nagtzaarr.ser. 2. kondrT,pcn-
ning; Van Dyk. L. Heetetrtr. 9. pr.ite-
monnaie met inhoud: Visser, V'Ouwc-
hekstr. 82. hondenpennim;' D.fnth,
Toylerplein 11, rijwielb ;l.mwk: Brdtwcr,
Gr. Houtstr. 61, tennis-raket; Bouwman,
Waldeck Pyrmcntrtr. 39, riJwtemel.ffiC.-k;
Heitlager, le Vooruitging» r. td-r« m
étui; v. Duuren. Begastraat 19. idem; v.
Raaphorst, Grebberstr. 40, regenjas, Ul-
ders, Gen. Joubertstr. 18. schoentje;
Houweling, Vroomstr. 12 zw., bos sleutels;
Metselaar, Leidschestr. 142, ring m. sleu
tels; Schouten, Arnoldystr. 4. taschje m.
portemonmie; Eelman, Oudeweg 2, fok
zeil.
KIEKJES VAN HET
KANTONGERECHT.
Is de verordening geldig?
Toen kwam een rechterlyk ambte
naar voor het hekje, 't Was een substi
tuut-griffier uit Amsterdam, die be
schuldigd werd bU het Ryksmuseum te
Amsterdam met een auto 181.2 K.M.
te hebben gereden, terwijl de maximum
snelheid daar slechts 12 K.M. is.
Omdat rechterlyke ambtenaren niet
vervolgd mogen worden in het arrondis
sement waar zU zelf werken, had de
Hooge Raad het Kantongerecht te Haar
lem aangewezen om deze „zaak" te be
rechten.
De verdachte bekende de feiten.
Binnen een halve minuut had de amb
tenaar van 't O. M. tegen den griffier
al zyn eisch van 4 gulden boete late»
hooren.
Toen dachten wy dat de volgend»
zaak al zou komen, maar mis. De Am
sterdammer haalde zyn portefeuille
voor den dag en begon breedsprakig
een verhandeling te houden over
de ongeldigheid van de betrokken ar
tikelen van de Amsterdamsche politie
verordening. In artikel 8 van de Motor
en Rijwielwet staat, dat de gemeentebe
sturen een maximum-snelheid mogen
vaststellen binnen de bebouwde
kom van de gemeente en nu wordt
in art. 165 dei Algemeene Politie-ver-
ordening te Amsterdam alleen gespro
ken van de kom der gemeente.
Bovendien worden in die verordening
alle bestuurders zonder meer strafbaar
gesteld, welk artikel dus geen rekening
houdt met den eisch van artikel 47
'van het Wetboek van Strafrecht, dat
onderscheid maakt tusschen het plegen
van een feit en het doen plegen.
Met stemverheffing constateerde de
griffier dat de Haarlemsche Kan
tonrechter nu zal moeten beslissen, dat
de Amsterdamsche politie-verordening
geen rechtskracht heeft. Het eigenaar
dige is, dat op die feiten te Amsterdam
waar duizenden menschen al volgens die
artikelen veroordeeld zyn, nooit aan
dacht aan het feit geschonken is
zoo verklaarde hy.
De Ambtenaar van het O. M. ge
voelde evenwel niets voor de argumen
ten van den griffier.
Of de Kantonrechter het wel doet zal
blijken als hy over 8 dagen schrifte
lijk vonnis zal vellen.
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING
RIJKS- EN GEMEENTE PERSONEEL.
Door eenige organisaties van Over
heidspersoneel waren reeds eenigen tijd
terug pogingen in het werk gesteld om
ook voor de leden van deze bonden aan
sluiting bij het „werkloosheidsbeslu't
1917" te verkrijgen opdat de betrokken
leden verzekerd zouden zyn tegen de
geldelijke nadeelen by werkloosheid.
Thans hebben de betrokken organisaties
het volgend antwoord van den Minister
ontvangen:
„Naar aanleiding van uw nevenver-
meld schrUven, heb ik de eer u mede
te deelen, mede in verband met het on
derhoud, dat ik op Dinsdag 3 Mei jl.
met uw gedelegeerde mocht hebben,
dat ik reeds by gelegenheid dezer be
sprekingen er op heb gewezen dat naar
mijne meening de vraag, welke in de
naaste toekomst het standpunt der Re
geering ten aanzien van het aannemen
van personeel op arbeidscontract zou
zUn, beantwoording behoefde, voordat
de vraag, of voor zoodanig personeel al
dan niet verzekering tegen werkloosheid
moest worden getroffen, volledig kon
worden beantwoord.
Gelyk u voorts bekend is, heeft in de
vergadering van de Centrale Commissie
van Overleg in Ambtenaarszaken van
Dinsdag 10 Mei jl. de voorzitter der Re-
geeringsdelegatie o.a. medegedeeld, dat
ten aanzien van de kwestie van het
aanstellen van Rykspersoneel op arbelds
contract de Regeering nog geen beslis
sing heeft genomen, doch dat zy thans
aan alle departementen een onderzoek
instelt, welke ambtenaren en categorieën
van ambtenaren reeds op arbeidsover
eenkomst feyn aangesteld en op welke
voorwaarden.
Hieruit mag naar mijne meening
worden afgeleid, dat binnen afzienba-
ren tijd de Regeering in deze aangele
genheid wel een beslissing zal nemen.
Het komt mij daarom voor. het doel
matigst te zyn. om noc even met een
bespreking omtrent inrichting van werk
loosheidsverzekering te wachten.
Zoodra de beslissing der Regeering
bekend is, zal ik. indien er voor u aan
leiding is tot het doen van verdere
stappen inzake werkloosheidsverzekering
zonder twijfel overwegen, of een bespre
king met vertegenwoordigers uwer or
ganisaties noodig is en dan u daartoe
uitnoodigen.