OM ONS HEEN STADSNIEUWS. Fietstochten PUROL HAARLEM'S DAGELAD DONDERDAG 21 JULI 1927 No. 3684 LANGS DE PROVINCIALE HOOFDSTEDEN. MAASTRICHT III. TUdens mijn bezoek te Maastricht is mij uit vertrouwbare bron verzekerd, dat de haven voor Maastricht Ant werpen is. Geen quacstic van nationa liteit, maar een van ligging. Luik, zoo werd er by gezegd, heeft een ka naal met Antwerpen noodig, maar dat moet (natuurlek met groote moeite en kosten) gegraven worden dwars door den berg heen, wanneer het op Bel gisch grondgebied moet blijven. Even daarbuiten, op Limburgsch terrein, gaat het veel gemakkelijker en goed- kooper „waarom", zoo gaf mijn zegsman mij te verstaan „zou Neder land ln dit opzicht niet meewerken?" Want al is men te Maastricht onge veer even ver van Aken af als van Luik (circa 30 kilometer) de stad heelt veel meer belangen bij België, dan by Dultschland. Vele Maastrichtenaren gaan in Luik ter beurs, daartegenover komen vele Luikenaren ln Maastricht ter markt. „Onze concurrenten", ver klaarde inyn zegsman, „wonen in Bel gië. Er zit veel Belgisch geld ln onze industrie. Met een en ander moeten wy rekening houden. Is het dan niet dwaas, dat tengevolge van het mini mum tarief van de spoorwegen, wy in Maastricht evenveel vracht voor de kolen uit Heerlen moeten betalen, als de klanten ln Groningen? Het ls waar: wy kunnen hier goedkooper kolen be trekken uit België, uit de Kempen, maar dan moeten die weer overgela den worden op de grens bU Lanaeken. Met een duur product wonen bij een open grens ls een tegenstrijdigheid. Geen enkele mUn in Zuid Limburg heeft Ncderlandsch kapitaal. Er kapitaal in uit België, Frankryk, Duitschland, maar niet uit Holland met uitzondering natuuriyk van de StaatsmUnen; geen wonder, dat mUn- directies zooveel mogeiyk in het bui tenland koopen. Niet alleen de Industrie te Maas tricht maakt het slecht, maar ook de middenstand verkeert in een moeiiyke positie, al wil lk niet zeggen, dat zy die zelf .niet wat zou kunnen verbete ren door grooter energie aan den dag te leggen. In het algemeen voelt men zich te Maastricht wat achteruit gezet. In de stad namciyk. niet op het platteland en toch zyn wy goede Hollanders en willen geen aansluiting by België. U vraagt mij, wat ons oordeel is over de nachteiyke invallen door Belgen en het verspreiden van aanplakbiljetten en strooipapieren och, dat beschou wen wy als kwajongenswerk. Sommige van die helden zyn ln Maastricht by name bekend: het zyn „des fils a papa" (verwaande rijkeluiszoontjes) uit Luik. Beteekenis hebben die bezoe ken niet, maar zy maken onderhande lingen mociiyk en hinderen de Belgi sche Regcorlng, die niets liever wil, dan met de Nederlnndsche tot ovcreen- •temming komen." Zoo spreekt men te Maastricht en zoekt. begrijpende dat Nederland niet zoo dwaas zal zyn om voor de Belgen een kanaal naar zee. te graven, dat Rotterdam zelf een doodeiyke concur rentie zou aandoen, naar andere mid delen om België tevreden te stellen. »Is een kanaal van Antwerpen naar Zeebrugge niet mogelijk?" vraagt men. „dan is België klaar en wordt van Ne derland het onmogeiyke niet gevergd." De quaestie van de regeling op de Schelde en of Antwerpen oorlogshaven zyn zal. vond myn zegsman veel meer een belang van de groote mogendhe den. dan van Nederland of België. De goede verstandhouding met de nabu ren. waarop Limburg prys stelt, kan zeer wel bewaard biyven en wij Lim burgers gevoelen alles voor Holland en willen heelemaal niet Belgen wor den. daar w-y zeer goed zien. dat die geen volk zyn, maar twee zeer ver deelde groepen. Trouwens, de annexa tie van Limburg wordt het meest door de Vlamingen gewenscht, de meeste Walen willen er niets van weten. Zoo ls de toestand en aoo zal hy biyven, ln weerwil van de zoogenaamde Limburgsche liga. als men Maastricht in den Haag maar wat tegemoet komt. „Er Ls." zei een myner zegslieden, „reciprociteit noodig om handel te drijven en de geldmarkt kan van haar kant ook wat doen." Het bleek my, dat een gezeten mid denstandsfamilie te Maastricht eenigs- zins afgunstig keek naar de gemakke- ïyker bestaansvoorwaarden in België, waarvan men de redenen niet goed be- grypt „waarom moeten de belas tingen ln Nederland zoo ontzaggeiyk hoog zyn?" Met Instemming werd in die familie gesproken over de vele Hollanders, die zich ln België vestigen en daar veel goedkooper leven dan ln hun eigen land. Myn argumenten, dat dezen, zoodoende zichzelf verbannen en dat het lafhartig is, het eigen land den rug toe te keeren, wanneer de openbare financiën in een moeiiyke periode verkeeren, maakten hier wei nig indruk. Men zei ronduit: „als wy konden, gingen wy ook." Natuuriyk heb ik myn meening, dat ik het een verderfeiyk standpunt vond. om wat geld het vaderland te verl niet verzwegen. Eén argument werd aangevoerd, dat moeiiyk ontkend kan worden: „gy Hollanders leeft ver van de grens en gevoelt dus de moeiiykheden niet, die voor den grensbewoner be staan". In diezelfde richting ging ook de opmerking van den directeur van de „So- ciété Céramique", den heer Defesche: „wanneer onze fabriek in België stond, dan zouden wy per jaar driemaal hon derdduizend gulden besparen". By die besparing behoort óók een som van veer tigduizend gulcicn, die betaald moet wor den voor invaltditeits- en ouderdomsver- zekering. de beruchte zegeltjesplakkery. Berucht niet omdat men den grondslag van de verzekering verkeerd vindt de Nederlandsche werkgever is humaan genoeg, om voor beveiliging tegen de ge volgen van invaliditeit en ouderdom sym pathie te gevoelen, maar omdat hy zoo doordrongen is van het feit. dat er veel te veel moet worden opgebracht voor een onbeduidende uitkeering. Ook in Maastricht klaagt men dan ook, evengoed als overal in Nederland, over een veel te groot aantal ambtena ren, over slechte en onduideiyke wetten en over de lichtvaardigheid, waarmee men oordeelt over de aardewerk-indus trie, biykbaar zonder die voldoende te kennen. In het eerste rapport heeft men aan deze industrie voorgehouden, dat on dernemingen als de Porceiyne Fles Hoyng zeer goed kunnen bestaan, maar de vergel yking gaat in 't geheel niet op. Die fabrieken zyn een- soort van kunst- nyverhcld en de Maastrichtsche nijver heid maakt een massa product „Diezelfde „Porceiyne Fles" en Hoyng", zoo werd ons verzekerd, „zouden het ver van aangenaam vinden, wanneer wy in Maastricht met een paar honderd man hunne artikelen zouden gaan maken". Natuuriyk hebben zij geiyk, die bewe ren dat het ln 't algemeen niet geraden is, wanneer een klein land als het onze dat tot nu toe naar vryhandelsbegrippen geleefd heeft, gaat meedoen aan den wedyver van de groote landen in het op trekken van hooge tariefmuren. Veel be ter zou het zUn. wanneer men het ln Genève zoover wist te brengen, dat het tegenovergestelde gebeurde en de alge- meene vryhandelspolitiek in de we reld overwon. Zoover zyn wy evenwel nog lang niet en intusschen is de toestand voor een gedeelte van de arbeidersbevol king nypend en daarmee ook voor de ge meente, die de werkloosheid zal hebben te betalen afgescheiden nog van het noodlottige der werkloosheid voor de ge troffenen zelf. Toen ik 's morgens om half elf de Maasbrug overging op weg naar de fa brieken van de Société Céramique. die vlak bij de Maas hun talrijke schoorstee- nen omhoog steken, zaten op de zware steenen beeren van de brug een half rio- zyn jonge mannen lusteloos en sprake loos bij elkaar als het beeld der werk loosheid. Het is te hopen, voor Maastricht en voor de bevolking, dat de heeren ln Den Haag een oplossing zullen vinden, die geen precedent behoeft te zyn. dat eeu wige spookbeeld van de economische poli tiek. J. O. P NEDERLANDSCHE REISVEREENIGING. REIZEN NAAR DE WEST.NOORSCHE FJORDEN. De Nefccrlandschc Relsvereenlging heeft een aardig boekje het licht doen zien: „Generale Verecnigingsreizen 1927 ntar de West-Noorsche Fjorden". De twee reizen, waarvan in het boekje een zeer aantrekkeiyke bcschryving ge geven wordt, zullen plaats hebben van 6 tot 16 Augustus en van 18 tot 28 Augustus, van IJmuiden uit met het stoomschip „Monte Olivia". Het zullen niet alleen voor de N. R. V.. maar voor geheel Nederland de eerste reizen zyn die een zoo groot aantal onzer landge- nooten naar Noorwegen zullen voeren. Aan de leiders der N. R. V. ls dit toe vertrouwd: uit elke bladzyde van dtt boekje over de Noorsche reis spreekt de jarenlange ervaring. Letteriyk om Alles ls gedacht, zelfs de kleinste bUzonder- heden z-Un tot in finesses geregeld. Het bestuur dezer vereenigIng kent het klappen van de zweep! Aardige kiekjes van het leven aan boord wisselen den tekst af en daarop volgt de beschrUvlng van de reis. even eens verlevendigd met tal van plaatjes van het mooie. Noorsche land. Het aansluitende hoofdstuk heet: „Al- gemeene opmerkingen over land en volk van Noorwegen" en geeft verschillende wetenswaardigheden over den bodem, de kust en de fjorden, land en volk. klimaat, geschiedenis, godsdienst, taal en letterkunde, kunsten en wetenschappen. Wie der deelnemers dit hoofdstuk ge lézen en ln zich opgenomen heeft vóór het aanvaarden van de reis staat niet meer geheel vreemd tegenover het land, dat hy' bezoeken zal. Tot slot wordt de Frithlofsage vertelt en worden eenige woorden en uitdruk kingen in het Noorsch (met de bena derde uitspraak) gegeven, die op de landuitstapjes van nut kunnen zyn. Als iets ln staat ls, het .aantal deelne mers aan deze twee reizen van de N. R. V. groot te doen zyn. dan zal het zé ker dit smakeiyke, pakkende en den reislust opwekkende boekje wezen! ERKENDE PONTSCHOOL HAARLEM Geslaagd voor Nederl. Handelscorres pondente; de heer F. de Kruyff, Haar lem. Mej. Nagtegaal. Heemstede. Geslaagd voor Kantoorstenograaf En- gelsch mej. Nagtegaal. Heemstede, voor idem Nederlandsch mej. Mondriaan, Haarlem, en mej. Wintershoven, Haar lem. NED. VEREEN. VAN SPPOR- EN TRAMWEGPERSONEEL. Naar wy vernemen heeft de heer F. M. Souwer, voorzitter van de afdeeling Haarlem van de Nederl. Vereen, van Spoor en Tramwegpersoneel, medege deeld. dat hy voor het voorzitterschap van genoemde organisatie moet bedan ken wegens drukke werkzaamheden. De heer Souwer was ruim een jaar voorzitter en kwam in de plaats van den heer H. J. Klein. Binnenkort zal in de functie van voorzitter worden voorzien door een hiertoe te beleggen vergadering. PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-HOLLAND. ZOMERZITTING. Subsidie aan den Lands - archivaris tc Batavia. De heeren Kleerekoper c.s stellen voor, aan Mr. P. C. Bloys van Treslong, thans waarnemend Lands- archivaris te Eatavia. toe tc kennen een subsidie van f 500 ten behoeve van het uitgeven eener beschrijving van de genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de ker ken van Noord-Holland, hetgeen, let tende op den tyd die met het drukken gemoeid is. neerkomt op f 100 in 1927, f200 in 1923 en f200 in 1929. De heer Kleerekooper verde digt zyn voorstel en noemt het klein, om daartegen in verzet te komen. HU noemt dit boek van een groote histo rische waarde. Dit werk is klaar en de andere provincies hebben 't zoo deugde lUk bevonden, dat zy wel een subsi die hebben gegeven. Hy hoopt, dat ook de Staten van Noord-Holland dit zul len doen. De heer" Bom an s (Ged. Staten) herinnert er aan, dat een dergeiyk voorstel van den heer Kleerekooper reeds eerder verworpen is. Sindsdien is er geen enkel element gekomen, om van standpunt te veranderen. Spreker begrypt niet, dat men wederom met zulk een voorstel komt. Er moet bU het verleenen van subsidies toch een ze kere continuïteit bestaan Hy raad dus aan. ook nu het voorstel af te wUzen. De heer Kleerekooper merkt op, dat hy dit voorstel heeft ingediend, omdat de samenstelling der Staten sindsdien veranderd is. Met volle vrry- moedigheid handhaaft hy dit voor stel. Met 39 tegen 29 stemmen wordt het voorstel Kleerekoper cs. verworpen. Het voorstel van de leden M. van Creveld c.s. betreffende het vraagstuk der cumulatie van pensioenen wordt door de voorstellers ingetrokken. Te één uur wordt de vergadering ge schorst tot kwart vóór tweeën. Woensdagmiddag twee uur werd de vergadering der Provinciale Staten van Noord-Holland voortgezet. Benoemd worden tot leden der com missie, die een adres zal samenstellen, dat aan de Kroon gericht wordt tegen de cumulatie van pensioenen, uit de openbare was, A. B. Kleerekoper. Mr. L. M. De Jong Schouwenburg, P. M. Verschure, Mej. Mr. Ada Goudsmit en Mr. C. H. Guépin. Onredelijk opdrijven van huren. De heer De Miranda vroeg, of het juist is, dat Ged. Staten hebben goed gevonden, het besluit van den Amster- damschen gemeenteraad betreffende de „Verordening tegen hét onredelijk op- dryven van huren" ter vernietiging aan de Kroon voor te dragen. Indien dit zoo is, vroeg de heer De Miranda, de rede nen mede te willen deelen, welke tot dit besluit geleid hebben. De Huurwetten, die in ons land aan zoovele personen baat hebben gegeven hebben opgehouden te functioneeren, zegt spreker. Het gevolg is geweest, dat vele .huiseigenaren een belangryke huurverhooging hebben aangekondigd. Verschillende gemeentebesturen werden daardoor met groote zorg vervuld: óók het gemeentebestuur van Amsterdapi. Men achtte de buitengewone omstandig heden. die het instituut der Huureom- missie in het leven hebben geroepen, nog niet verdwenen. Er moesten dus middelen worden beraamd, om de onre delijke huuropdryving te bestryden in het belang van het grootste gedeelte der bevolking De gemeentebesturen kunnen het best uitmaken, wat in het alge meen belang dient te worden gedaan. Spreker had niet gedacht. dat Ged. Staten van Noord-Holland by de Kroon vernietiging van het Amsterdamsche raadsbesluit inzake de Huurverordenlng zouden gevraagd hebben. Hy zal met belangstelling het antwoord van Ged. Staten afwachten eer hij zyn conclusies trekt. De Voorzitter beantwoordt na mens Ged. Staten de eerste vraag be vestigend, evenals de tweede. Ged. Sta ten hebben vernietiging dezer Huurver- ordening gevraagd, omdat die in stryd was met art. 150 der Gemeentewet en ook in stryd met het algemeen belang, zy treedt te veel in het burgerlijk recht. Er bestond een groote verdeeld heid over de wenscheliikheid dezer verordening: daarom wilden Ged. Sta ten eerst de beslissing van de Kroon afwachten. De Amsterdamsche verorde ning zal veel sterker staan, als de Kroon eventueel geen termen aanwe zig mocht achten, om de verordening te vernietigen. De heer De Miranda dankt den Voorzitter voor zyn antwoord. Hij merkt op, dat Ged. Staten de verorde ning zelf sterker hadden kunnen ma ken; zy hadden die dus niet ter ver nietiging behoeven voor te dragen. HU herinnert er aan, dat de meening over deze aangelegenheid van professor Mefjer lynrecht staat tegenover die van Ged. Staten. Dit is ook het geval met de meening en van de professoren Kra nenburg en Van der Pott. De Amster damsche verordening tast geen aange gane contracten aan. Wel degelijk heeft het gemeentebestuur gehandeld ln het algemeen belang. De verordening is niet in stryd met de vrUe beschikking van den Nederlandschen Staatsburger over zyn eigendom. Spreker voelt de kracht van dit argument van Ged. Staten niet. Vele groepen van burgers worden bedreigd met een onredelijka huuropdryving. In Amsterdam zUn 6527 woningen van f 2.50 per week; dat zijn de zoogenaamde krotwoningen. Verder 28.718 woningen van f 2.50—f4.—21.031 van f 208 tot f 250 per jaar en 26.796 woningen van f 250 tot f 300 per jaar. Van al deze woningen staat hoog stens één procent leeg. Het is den huls eigenaren er om te doen. om den levensstandaard op te voeren. Spreker kan het standpunt van Ged. Staten niet begrUpen: zy geven door hun houding biyk. het economisch leven in de hoofd stad des lands niet te kennen. Ook de winkeliers worden bedreigd met huur verhooging. Het noodlottig gevolg hier van zal zijn, dat de prUzer. der levens- bt noodigclieden zullen worden verhoogd Nogmaals verzekert scpreker, dit be sluit van Ged. Staten van Noord-Hol land ten zeerste te betreuren. Hier door zal het besluit van de Kroon gesterkt worden, tot groote vreugde van hen. die ten koste van alles de huren willen verhooger.. Ged. Staten hadder. ln dezen strUd zich, (al deden zij dit ook onwillens) geen partij mogen stel len. De Regcering heeft de verordening nu tot 1 October geschorst. Spreker vraagt aan de Prov. Staten, uit te spre ken. dat in het algemeen belang deze verordening niet behoort te worden ver nietigd en ook uit te spreken, dat zy het standpunt van Ged. Staten betreu ren. Wanneer de Staten dit doen, ver zoekt spreker den Staten, om Ged. Staten uit te noodigen, dit ter kennis van de Kroon te brengen. De heer De Miranda dient een daartoe strekkende motie in. De heer Kleerekoper bestrUdt eveneens het standpunt van Ged. Sta ten. Het klassieke woord ls nog altyd gel dig, dat gemeentebesturen het best kun nen beoordeelen wat in hun belang is. Spreker vereenigt zich volkomen met de meening van den heer De Miranda; ook de heer Kleerekooper is van oor deel, dat Ged. Staten zich in dezen stryd geen party hadden mogen stel len. Wanneer de gemeente-advocaat van Amsterdam die geacht mag worden alleszins bevoegd tot oordeelen te zyn, en vele professoren zeggen, dat tegen deze verordening geen bezwaren kun nen bestaan, dan begrijpt spreker het standpunt van Ged. Staten niet. Ook wethouder De Wilde van Den Haag heeft zich tegen opheffing der Huur- commissie-wet verzet. Spreker be veelt aanneming der motie van den heer De Miranda aan. De heer J. J. de Vries verklaart te zullen stemmen vóór de motie van den heer De Miranda; ook hy behoort tot de categorie van menschen, die dupeerd zullen worden, als de Kroon de verordening vernietigt. De heer De Jong Schouwen burg is tegen de motie van den heer De Miranda; spreker acht deze ver gadering incompetent om hierover een beslissing te nemen. Tegen deze bewering verzet zich de heer Ketelaar, die het eveneens bé- treurt, dat Ged. Staten dit advies heb ben uitgebracht Om die redenen zul len spreker en zyn partygenooten vóór de motie van den heer De Miranda stemmen. In gelijken geest spreekt de heer Douwes. Deze zal het zelfs uit volle overtuiging doen. De heer Verschure meent, dat de heer De Miranda overdrijft, met te be weren, dat de prUzen der levensmid delen verhoogd zullen worden, als ook de winkeliers door een huuropdryving getroffen zullen werden. Dit gebeurt volgens spreker niet, als de winkeliers slechts f 2.50 huur meer per week zou den moeten betalen. Hy keurt de hou ding van Ged. Staten goed. De heer Van der Glas bestrUd' het standpunt van Ged. Staten. Hij noemt vooral Mr. Bomans uiterst re actionair. Daarom kan spreker niet be- grypen, dat zelfs de heer Kleerekoper heeft meegeholpen om aan Mr. Bomans weer een plaats achter de groene tafel te geven. De groote arbeidersbevolking van Amsterdam behoort in bescherming te worden genomen. Spreker vreest, dat van dit college van Ged. Staten in de eerstkomende vier jaren nog wel meer reactionaire daden verwacht zullen moeten -worden. De heer Wijnkoop heeft met ge noegen de interpellatie van den heer De Miranda gehoord. „Hij heeft", zegt spreker, „nu eens een frisch geluid laten hooren; dat laat hU in den Am- sterdamschen raad tegenover de uit voerende machten niet altyd weerklin ken". Heftig bestrijdt spreker het stand punt van Ged. Staten. Overigens be schouwt hy deze parlementaire comedie als mosterd na den maaltyd. Hy vragt waarom de Voorzitter zijn rede niet veertien dagen eerder heeft uitgespro ken, toen het college van Ged. Staten nog gekozen moest worden. Dan zou dit college deze sociale misdaad niet hebben durven bedryven. „Dit stelletje Ged. Staten kunnen we niet ver trouwen". zegt spreker, die verklaart dat het belang van de arbeidersklasse ln de toekomst het algemeen belang zal zyn. En voor dit belang zal hy blijven strUden. Met parlementaire dingen krijgt men niets meer gedaan. Dat kan alleen met daden gebeuren. Alleen de vuist van het proletariaat kan aan de daden van de bourgeoisie een einde maken. Daarom hoopt hij, dat de heer De Miranda en zyn party génooten de consequentie van de aan neming zyner motie zullen durven aan vaarden. Een incident.. De heer Bomans (Ged. Staten): „WUnkoop, hier ls een glas water". De heer WUnkoop: „Wat een flauw grapje ls dat! Houd dat maar vóór Je! Ik ken Je met je schyn- helllgen smoel! De Voorzitter (heftig hamerend) ,Ik roep den heer WUnkoop tot de orde!" De heer WUnkoop: „Ik ken me neer Bomans met zUn schijnheilige ge zicht cn met zyn reactionaire daden, vooral wanneer het tegen de arbeiders gaat!" De Voorzitter: „Ik schors de vergadering zoolang de heer WUnkoop op deze vvyze voortgaat". De heer Wijnkoop (met de vuist op tafel slaande)„U had meneer Bomans tot de orde moeten roepen". De heer Weste rhof: „Nti heeft hy geiyk!" De heer WUnkoop: „O zoo! Ik dank u!" Het Incident ls hiermede afgeloopen. De Voorzitter antwoordt de ver schillende sprekers. Tot den heer De Miranda zegt hy. dat Ged. Staten zich in dezen strUd party hadden ge steld. als zij zich aan de zijde van den Amsterdamschen gemeenteraad hadden gesteld. Hy handhaaft het standpunt door Ged. Staten in deze aangelegen heid ingenomen en haalt eenige wets artikelen aan ter verdediging daarvan. Ged. Staten hebben meermalen het bewijs geleverd, dat zy met de behoefte aan woningen te Amsterdam volko men bekend zUn. Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft het college van Ged. Staten ln dezen meermalen aan zyn zUde gehad. Dat zal de heer De Miranda moeten toegeven, zegt spreker, die nog eens met nadruk opmerkt, dat Ged. Staten de Amsterdamsche Huur- verordening ter vernietiging aan de Kroon hebben voorgedragen op grond van de rechtszekerheid. Spreker ge looft dat de motie zal worden aange nomen. maar meent, dat de heer De Miranda beter had kunnen doen, aan de Kroon intrekking van het besluit tot opheffing van de Huurcommissiewet te vragen. De heer De Miranda dupliceert. Hy verklaart geen woord terug te kun nen nemen van hetgeen hy gezegd heeft. Tot den heer WUnkoop merkt hij op. dat dit college van Ged. Sta ten het juiste college is, lettende op de politieke verhoudingen in deze Provin ciale Staten. Hy beveelt nog eens met warmte aanneming van zyn motie aan, vooral om de daaruit voortvloeiende ge volgen. Nadat de Voorzitter nog even in ^ïet kort geantwoord heeft, wordt de motie van den heer De Miranda in stemming gebracht. Zü wordt verwor pen met 35 tegen 34 stemmen. De zitting wordt te kwart vóór vyf ge schorst tot Donderdagmorgen half elf. VEREENÏGING „MACBI". HERZL-HERDENKING. Dinsdagavond hield de Vereenlging van Jonge Joden „Macbi" een plechtige byeenkomst ter herdenking van den sterfdag van den voor 23 jaren overle den stichter van het Zionismez Dr. Theorode Herzl. De voorzitter de heer L S. de Vries, sprak een kort openingswoord, waarin hij er aan herinnerde dat het Dinsdag 23 Jaar geleden was, dat Herzl, aan het Joodsche volk ontviel. Hierna was het woord aan Mr. L L. Hamburg voor het houden van een her denkingsrede. .Als er ooit iemand geleefd heeft, zoo begon spr. „die het recht heeft op onzen eerbied, dan is het Herzl". Spreker gaf een overzicht van de geschiedenis van het Joodsche volk voor Herzl en haal de vele feiten aan om te bewyzen. hoe de liefde voor het land steeds in het Joodsche volk geleefd heeft De Fransche revolutie bracht voor de Joden geen gelijkheid en kort daarna be gon in Rusland de voorlooper van het Zionisme de „Chowewel Zion" (zions- vrienden) te bloeien. Maar ook deze organisatie vermocht de assimilatie niet te keeren. Toen kwam Herzl. Door het Dreyfusproces, dat hU als Parysch re dacteur van de Weensche Neue Freie Pr esse bywoonde, kwam hy tot het be- wustzyn van zUn Jodendom. Hy schreef zyn eerste werk „Der Juden- staat", waarin hy de oplossing van het Joodsche vraagstuk- bracht op het ter rein van het practisch-realiseerbare. Veel tegenwerking en spot heeft hy moeten verduren, ook in zyn eigen kring maar ook veel enthousiasme. Zoo noo- digde de Oostenryksche studentenver- eeniging hem reeds spoedig uit zich aan het hoofd der beweging te stellen. Veel heeft hy als leider van het Zionis me gedaan. Zyn vermogen slonk weg, doordien hy alles uit zyn eigen zak be taalde en geen cent salaris ontvangen wilde. Zijn gezondheid werd onder- mUnd en een hartkwaal noopte hem in een sanatorium genezing te zoeken. Ook daar bleef hy aan den arbeid tot in 1904 de dood hem vindt. De spreker, die een aandachtig gehoor vond, eindigde met de opwekking Herzl's werk onver moeid voort te zetten. Daarna droeg de eerw. heer M. Pet- zon. Oppervoorzanger van de Jood sche Gemeente, alhier, een gebed voor de zielsrust van dén doode voor, dat door de aanwezigen staande werd aan gehoord en zong hy een treurzang. Na de pauze, waarin van de gelegen heid om voor het Joodsch Nationaal- fonds te offeren druk werd gebruik ge maakt, declameerde de heer L Strauss een zeer toepasseiyk stuk. Hierna sprak de heer D. Roos Czn.. voorzitter van de afdeeling Haarlem van den Nederlandschen Zionistenbond een slotwoord, waarin hy de jongeren opwekte tot steun aan de Zionistische zaak.Tot slot zongen allen sta: r le het Joodsche Volkslied. WONINGBOUWVEREEN. BLOEMEN HOF. Door de Bouwvereenlging Bloemen hof is met de leden een vergadering gehouden naar aanleiding van de be slaglegging op de woningen door Mr. Huizinga. Op deze vergadering is door het bestuur volledig verslag uitgebracht van de gedane stappen en werd als de meening van het bestuur naar voren gebracht dat hun inziens de architect op allerlei gronden niet het recht op de gevorderde som van 4500 had. daar er nooit een opdracht van het be stuur is gegeven aan dezen architect. Nadat door het bestuur aan de leden zoo volledig mogelyk een overzicht was verstrekt ontspon zich een uitvoerige gedachtenwisseling en werd hierna be sloten om in geen geval het geld van de vereeniglng te verstrekken maar in het uiterste geval te trachten het be dongen bedrag, hetwelk nu met de on kosten al reeds ver boven de 4500 is gestegen, van de gemeente te verkrU- gen. Door het bestuur zullen in deze rich ting stappen worden gedaan in welken tUd door Mr. Huizinga voor zyn cliënt een voorlooplge afwachtende houding tal worden aangenomen. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug te bekomen by: Van der Eng. Zoetestraat 10. kinderarmband; RL B uin v. Oorschotstraat 14, Liothe; P. Blai- ker Kennemerstr. 50 rood. broche: Franken. Zijlstraat 93 r»d. bal: De Vries Dckstraat 15. corset; MuïïfV". Wijde Gel del -ozepad 6. cintuur; limmer, Doel- stiirat 20. handschoen: If»oij. Oudeweg 10 A. bruin hondje; Ruscncr. acht ste. 6 dameshorloge; Blank, rt, L. Raam straat 25 rood, bruine damesliaiclschoe- INGEZCNDEN MEDEDEELINGEN a 60 CcnU per regel. Het Doorzitten bij Wielrljden. een door de zon verbrande Huid, Schrijnen en Smetten verzacht en geneest men met Doos 30, 60, Tube SO ct. r>en: Prinsen. Twijnderelarm 21. jas; Janssen, Anthoniestr. 17, ,a ic er. t*:n é;ui. Van der Werve. Osladestr. 2. gr. vit piesje; Ploeger. J-uskcn Huctstr. 12, geldstukje: Stoorvogel, RoltandstrJ 83, ketting (armband): Puilt. i J. uh-vt- siraat 21, Medaillon met portret; A. J. de lange. Gen. Croniês'r. 7. paraplu; Hiugens, Nagtzaarr.ser. 2. kondrT,pcn- ning; Van Dyk. L. Heetetrtr. 9. pr.ite- monnaie met inhoud: Visser, V'Ouwc- hekstr. 82. hondenpennim;' D.fnth, Toylerplein 11, rijwielb ;l.mwk: Brdtwcr, Gr. Houtstr. 61, tennis-raket; Bouwman, Waldeck Pyrmcntrtr. 39, riJwtemel.ffiC.-k; Heitlager, le Vooruitging» r. td-r« m étui; v. Duuren. Begastraat 19. idem; v. Raaphorst, Grebberstr. 40, regenjas, Ul- ders, Gen. Joubertstr. 18. schoentje; Houweling, Vroomstr. 12 zw., bos sleutels; Metselaar, Leidschestr. 142, ring m. sleu tels; Schouten, Arnoldystr. 4. taschje m. portemonmie; Eelman, Oudeweg 2, fok zeil. KIEKJES VAN HET KANTONGERECHT. Is de verordening geldig? Toen kwam een rechterlyk ambte naar voor het hekje, 't Was een substi tuut-griffier uit Amsterdam, die be schuldigd werd bU het Ryksmuseum te Amsterdam met een auto 181.2 K.M. te hebben gereden, terwijl de maximum snelheid daar slechts 12 K.M. is. Omdat rechterlyke ambtenaren niet vervolgd mogen worden in het arrondis sement waar zU zelf werken, had de Hooge Raad het Kantongerecht te Haar lem aangewezen om deze „zaak" te be rechten. De verdachte bekende de feiten. Binnen een halve minuut had de amb tenaar van 't O. M. tegen den griffier al zyn eisch van 4 gulden boete late» hooren. Toen dachten wy dat de volgend» zaak al zou komen, maar mis. De Am sterdammer haalde zyn portefeuille voor den dag en begon breedsprakig een verhandeling te houden over de ongeldigheid van de betrokken ar tikelen van de Amsterdamsche politie verordening. In artikel 8 van de Motor en Rijwielwet staat, dat de gemeentebe sturen een maximum-snelheid mogen vaststellen binnen de bebouwde kom van de gemeente en nu wordt in art. 165 dei Algemeene Politie-ver- ordening te Amsterdam alleen gespro ken van de kom der gemeente. Bovendien worden in die verordening alle bestuurders zonder meer strafbaar gesteld, welk artikel dus geen rekening houdt met den eisch van artikel 47 'van het Wetboek van Strafrecht, dat onderscheid maakt tusschen het plegen van een feit en het doen plegen. Met stemverheffing constateerde de griffier dat de Haarlemsche Kan tonrechter nu zal moeten beslissen, dat de Amsterdamsche politie-verordening geen rechtskracht heeft. Het eigenaar dige is, dat op die feiten te Amsterdam waar duizenden menschen al volgens die artikelen veroordeeld zyn, nooit aan dacht aan het feit geschonken is zoo verklaarde hy. De Ambtenaar van het O. M. ge voelde evenwel niets voor de argumen ten van den griffier. Of de Kantonrechter het wel doet zal blijken als hy over 8 dagen schrifte lijk vonnis zal vellen. WERKLOOSHEIDSVERZEKERING RIJKS- EN GEMEENTE PERSONEEL. Door eenige organisaties van Over heidspersoneel waren reeds eenigen tijd terug pogingen in het werk gesteld om ook voor de leden van deze bonden aan sluiting bij het „werkloosheidsbeslu't 1917" te verkrijgen opdat de betrokken leden verzekerd zouden zyn tegen de geldelijke nadeelen by werkloosheid. Thans hebben de betrokken organisaties het volgend antwoord van den Minister ontvangen: „Naar aanleiding van uw nevenver- meld schrUven, heb ik de eer u mede te deelen, mede in verband met het on derhoud, dat ik op Dinsdag 3 Mei jl. met uw gedelegeerde mocht hebben, dat ik reeds by gelegenheid dezer be sprekingen er op heb gewezen dat naar mijne meening de vraag, welke in de naaste toekomst het standpunt der Re geering ten aanzien van het aannemen van personeel op arbeidscontract zou zUn, beantwoording behoefde, voordat de vraag, of voor zoodanig personeel al dan niet verzekering tegen werkloosheid moest worden getroffen, volledig kon worden beantwoord. Gelyk u voorts bekend is, heeft in de vergadering van de Centrale Commissie van Overleg in Ambtenaarszaken van Dinsdag 10 Mei jl. de voorzitter der Re- geeringsdelegatie o.a. medegedeeld, dat ten aanzien van de kwestie van het aanstellen van Rykspersoneel op arbelds contract de Regeering nog geen beslis sing heeft genomen, doch dat zy thans aan alle departementen een onderzoek instelt, welke ambtenaren en categorieën van ambtenaren reeds op arbeidsover eenkomst feyn aangesteld en op welke voorwaarden. Hieruit mag naar mijne meening worden afgeleid, dat binnen afzienba- ren tijd de Regeering in deze aangele genheid wel een beslissing zal nemen. Het komt mij daarom voor. het doel matigst te zyn. om noc even met een bespreking omtrent inrichting van werk loosheidsverzekering te wachten. Zoodra de beslissing der Regeering bekend is, zal ik. indien er voor u aan leiding is tot het doen van verdere stappen inzake werkloosheidsverzekering zonder twijfel overwegen, of een bespre king met vertegenwoordigers uwer or ganisaties noodig is en dan u daartoe uitnoodigen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6