HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DEN RAAD.
FLITSEN
FEUILLETON
DE GEHEIMZINNIGE ZAAK
VAN STYLES
LETTEREN EN KUNST.
AARDAPPELEN-
SCHILMACHINE,
DE JONG
DONDERDAG 4 AUG. 1927 DERDE BLAD
Een geloofsbrieven-incidentje. Miezérus of
Mizérus? Van een houten hulpschooi. Onderwijs
zaken. De uitbreiding van het Slachthuis.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 964
MOEILIJK BESLUIT
De verkiezing van een aanvoerder, als er negen
candidaten zijn, die allen op zichzelf stemmen.
(Nadralc verboden.)
De wethouder van Financiën, getooid
met den keten der hoogste stedelijke
waardigheid, presideerde over dit vóór
laatste optreden van den ouden Raad.
Nog eenmaal, over veertien dagen, zal
de oude vroedschap bijeenkomen. Dan
komt 7 September en brengt 'de nieuwe.
Er was een lange absentenlijst zes
namen maar de secretaris, van va-
canüe terug, en de nestor, na twee maan
den bedlegerigheid van zijn ziekte her
steld en ten Prinsenhove weergekeerd,
schonken ons compensatie. Het wordt
tijd dat de wethouders eens in de wei
gaan; naast mr. Wesstra's vriendelijk
blozenden schedel zagen zij er allemaal
erg bleek uit. Het viel ons allemaal op.
Maar zoo'n- secretaris heeft geen zetel-
zorgen; die weet zeker dat als hy thuis
komt zijn armstoel er nog even breed
en uitnoodigend voor hem staat. Terwijl
de wethouders
Enfin, het wordt nu toch „laat zitten
wat zit" en als ik in hun plaats was zou
'k het er maar op wagen. Gebéurt er wat
wordt bv. een lid van de meerderheid
verkouden, of krygt er een buikpyn
dan gaat er natuuriyk subiet een tele
grammetje weg, en de wethouder zakt
haastig van z'n Alp af, of klimt uit zyn
vallei omhoog, en haast zich huiswaarts
om over de nieuwe situatie te conferee-
xen. Twintig van de negenendertig vor
men een ietwat-benauwde meerderheid
tot het laatste moment. Tot je ze alle
twintig gezond en wel in de Statenzaal
ziet zitten, en de voorzitter stelt de wet
houdersverkiezing aan de orde, en ze
doen hun plicht.
Laat ik thans tot de vergadering van
Woensdag terugkeeren.
Er was een eenigszins wonderlijk inci
dentje by het onderzoek der geloofs
brieven van de nieuwbenoemde raads
leden. De voorzitter benoemde daarvoor
twee commissies; een voor de nieuwe
leden wier namen beginnen met een
van de letters AK en een tweede voor
de groep L—W. (In den nieuwen Raad
kernen geen X, Y en Z voor).
Wethouder Reinalda rapporteerde na
mens de eerste commissie dat aan de ge
loofsbrieven der groep A tot en met K.
niets ontbrak, en daarop verwachtten wy
een identieke verklaring van wethouder
Bruch namens de tweede. Maar deze be
gon met de verrassende mededeeling dat
de commissie onmiddellijk alle geloofs
brieven had kunnen aanvaarden met uit
zondering van die van één nieuwgekozen
lid. Dat was de heer Miezérus. Burge
meester Maarschalk had namelijk be
zwaar gemaakt omdat diens naam in
de stukken bij afwisseling met i en met
ie gespeld was. Maar aangezien nu de
burgemeester zelf zich eens schrifteiyk
tot den heer Miezérus gewend had (met
ie) bestond ook by hem toch biykbaar
geen twUfel aan de identiteit van den
gekozeene, en.overmits er in t perceel
Kleine Houtweg 7 slechts één persoon
van den naam J. Mizérus of Miezérus
aanwezig was meende de commissie ook
de goedkeuring van deze geloofsbrieven
met vertrouwen te moeten aanbevelen,
De i.aad grinnikte wat en vond liet
best.
De heer Miezérus vroeg het woord en
bedankte de commissie, maar wilde daar
na blijkbaar nog meer zeggen, waarop
mr. Slingenberg fel hamerde en hem het
woord ontnam, zeggend dat hy hier niet
verder over moest spreken.
Dit was ongetwyfeld zeer juist gezien
van den waarnemenden burgemeester.
Omtrent het incident wil ik verder
alleen zeggen dat het een ridiculen in
druk maakte, en dat het my voorkomt
niet op den weg van den burgemeester
te liggen om dit soort „bezwaren" tegen
de geloofsbrieven van een raadslid in te
brengen wie dat ook zy. De heeren
Miezérus en xxaarschalk behooren tot
dezelfde politieke party, de Christeiyk
Historische Unie, en het is een secret de
polichinelle dat zich in den laatsten tijd
meeningsverschillen tusschen de beide
heeren hebben voorgedaan. Daarom reeds
had de burgemeester geen bezwaartjes
moeten opperen welker beteekenis zelfs
in formeelen zin twyfelachtig is, en die
door niemand gedeeld worden.
Wy hebben te veel eerbied voor het
buigemeesters-ambt om ons in deze aan
gelegenheid van critiek te kunnen ont
houden.
Er was een eenigszins korzeiU debatje
naar aanleiding van een voorstel-Klein
Schiphorst om voor aankoop van een
houten hulpschool voor 't Schoterkwar
tier niet de door B. en W. gevraagde
door
AGATHA CHRISTIE.
Vertaling van A. d. Z.
21)
Ik schudde niet overtuigd, het hoofd.
„We zijn het niet eens, hè?" zei Poirot
„Nu, laten we het daarby laten. De
tyd zal leeren, wie van ons beiden ge-
ïyk heeft. Laten we nu overgaan tot
andere gezichtspunten van de zaak.
Wat maak je op uit het feit, dat alle
deuren van de slaapkamer aan den bin
nenkant gesloten waren?"
„Wel ik dacht na. „Men moet het
logisch beschouwen",
„Dat is waar!"
„Ik zou het aldus vaststellen. De
deuren waren gegrendeld onze eigen
oogen hebben ons dat gezegd toch
bewijzen de aanwezigheid van kaarsvet
op een grond en de vernietiging van het
testament, dat er gedurende den nacht
iemand de kamer binnenkwam. Bent u
het. zoover met me eens?"
„Volkomen. Met bewonderenswaardige
duidelijkheid vastgesteld. Ga yoart'.
10 mille maar slechts 8500 te votee-
ren. De hèer Klein Schiphorst had eer.
onderzoek ingesteld en een firma ont
dekt die het zi. voor minder kon doen
Hy stelde nu ook voor om die firma het
werk op te dragen. Uit mededeelingen
van wethouder Reinalda bleek dat de
firma aanvankeiyk een hooger offerte
had gedaan en dat haar ontwerp ver
scheidene tekortkomingen had, vergele
ken met dat van Openbare Werken. De
heer Joosten mengde zich in het debat
en zei dat het zi. niet op den weg van
raadsleden lag om voor te stellen leve
ranties aan bepaalde firma's te doen,
want op dien weg voortgaande zou men
tot allerlei ongewenschte dingen kun
nen komen. Dit in het algemeen be
toogd. Waarop de heer Klein Schip
horst vuur vatte en het byna een
afschuweiyk misverstand was geworden,
maar het voorstel van B. en W. kwam
er z.h.s.
De heer Van Liemt slaagde niet met
zyn voorstel om het ontwerp van een
school voor voorbereidend onderwys in
de Ceramstraat door een particulier ar
chitect te laten uitwerken. B. en W. von
den dit geen goede gelegenheid voor
een dergelyke proef, en dg wethouder
stond op zyn stuk.
By de voordracht Inzake reorganisa
tie van het openbaar lager onderwys in
de voormalige gemeente Schoten en op
heffing van enkele openbare scholen
hield de heer Loosjes een rede waarin
hy bezorgdheid toonde over het feit dat
er 80 inschry vingen minder waren voor
het openbaar onderwys. Hy verklaarde
weinig sympathie te gevoelen voor de
eenheidsschool, sprak trouwens als zyn
meening uit dat er meer standen zyn
in de Leidschestraat en de Oranje
straat dan in het Kenaupark en het
Florapark, en zeide dat li j voorstellen
van B. en W. afwachtte om verderen
achteruitgang van het openbaar onder
wys te voorkomen.
De heer Boes vond blykbaar het vraag
stuk der scholen-dislocatie van over
wegend belang, en oordeelde dat men de
scholen moet plaatsen te midden van
de leerlingen die er van profiteeren. Hy
acht een nieuwe school aan de Pyislaan
gewenscht, mitsgaders een in de Am-
sterdamsche buurt en een In *t Zuiden.
De heer Scholl bracht nu het gege
ven advies van den Bond van Neder-
landsche Onderwijzers ter sprake en
beval dit aan, waarna de heer Peper
zeer breedvoerig werd en de belangstel
ling zakte tot een totaal van 19 leden,
hetgeen tot 21 steeg toen mej. Berdenis
van Berlekom B en W. te groote zuinig
heid ten opzichte van het Openbaar On
derwys verweet.
De wethouder stak daarop een mees
terlijke rede af. In een oogenblik van
jongensachtige openhartigheid mr.
Bruch weet jong te biyven noemde
hij het een eierendans. Het wethouder
schap van Onderwys is nu eenmaal zoo,
zei hy. Maar de term was zwak voor
een betoog als dit. Was het niet veeleer
een politieke Chareston, uitgevoerd in
een propvolle danszaal, zonder iemands
schenen of teenen te raken?
De wethouder achtte den toestand
van het openbaar onderwys normaal, en
vond de vermindering van het aantal
inschrijvingen met 80 rüet verontrustend.
Hij bracht hulde aan de organisaties die
adviezen uitbrengen, citeerde den in
specteur van het L. O. en hield een ge
zellig, huiselijk betoog naar aanleiding
van de plaatsing der scholen ten opzichte
van de woningen der leerlingen, waaruit
bleek dat hy op zijn zesde jaar school
ging ten Kattenburgergrachte te Amster
dam, en daar bleef toen zyn vader ver
huisd was, ofschoon de afstand 40 minu
ten loopens was geworden en er twee
overwegen waren. (Dit laatste in ver
band met het gevaars-argument, dat
in den Raad ter sprake was gebracht.
Overwegen plachten ons evenwel van
ouds te redden uit de gevaren van het
telaat komen). De wethouder was aan-
vankeiyk op een openbare school ge
weest, later op een byzondere
Dit bevredigde den ganschen Raad. en
bewees dat mr. Bruch van de wieg af
moet zyn opgeleid voor wethouder van
Onderwys.
Naar aanleiding van de gemaakte op
merkingen maakte hij o.a. interessante
opmerkingen over de splitsing van scho
len, die de wethouder om paedagogische
redenen gewenscht acht. Een 21-klassige
school is voor het hoofd onhanteerbaar,
een 14-klassige is een taak alleen voor
de allerbesten. Als het hoofd zich met
de kinderen wil bemoeien en hen per-
„Nu'\ zei ik, aangemoedigd, „daar de
persoon, die binnenkwam, dat niet door
het raam deed noch door wonderbaar -
ïyke middelen, volgt daaruit, dat de
deur aan den binnenkant door mevrouw
Inglethorp zelf geopend moet zyn. Dat
versterkt de overtuiging, dat de persoon
in kwestie haar man was. Ze zou natuur
iyk de deur voor haar eigen man open
maken".
Poirot schudde het hoofd.
„Waarom zou ze dat? Ze had de
deur die naar zyn kamer leidde, ge
grendeld een heel ongewone handel-
wyze by haar, en ze had dienzelfden
middag een zéér hevigen twist met hem.
Neen, hy was de laatste persoon, dien
ze zou toelaten".
„Maar u bent het met me eens, dat
de deur door mevrouw Inglethorp zelf
opengemaakt moet zyn?"
„Er is een andere mogelykheid. Ze
kan vergeten hebben, de deur naar het
portaal te grendelen, toen ze in bed
ging, en later, tegen den morgen, op
gestaan zyn en die toen gegrendeld
hebben".
„Poirot, is dat werkeiyk uw mee
ning?"
.Nèen. ik zeg niet, dat het zoo fc.
maar het zou zoo kunnen zyn. Om nu
tot een ander trekje over te gaan, wat
maak je op uit het stukje gesprek, dat
je hoorde, tusschen mevrouw Cavendish
en haar schoonmoeder?"
„Dat was ik vergeten", zei ik in ge-
aooniyk kennen moet het aantal redeiykt
wezen. Het is onmogelijk als er een klei
ne 700 zyn. En de ouders hechten er zeer
veel waarde r.an dat het hoofd hun kin
deren kent: als hy by him bezoek daar
van biyk geeft is er onmiddellijk een
sfeer van vertrouwen geschapen.
Verder gaf mr. Bruch nog eenlge inte
ressante cyfers. Er zyn nu 234 klassen
met 6836 leerlingen bij het gewoon L.O„
met inbegrip van Schoten. Dat is gemid
deld 29J4 leerling per klasse. By het by-
zonder onderwys is het gemiddelde per
klasse 30 1/7, by het Haarlemsche open
bare onderwys zónder Schoten slechts
28 1/5. De wethouder meent dat het
openbaar onderwys zich behoorlijk kan
ontwikkelen, en hij beschouwt de afstan
den-kwestie niet als zynde van overwe
gend belang. De hoofdkwestie is of het
kind naast een kind van geiyken stand
in een prettig en mooi schoolgebouw kan
zitten, en daar wordt ver voor geloopen.
Een motle-Scholl tot het stichten van
een schoolgebouw in het Oosten der ge
meente (de Slachthulsbuurt) werd voor
praeadvies in handen van B. en W. ge
steld.
By het voorstel tot uitbreiding van
het Slachthuis (kostend 3'/. ton) ontke
tende mr. Gerritsz een debat over Ne-
derlandsch fabrikaat. Hy wenschte dat
dit by de .^aanschaffing van machinale
installaties zou vóórgaan, en de heer
Van Liemt viel hem krachtig by, waarna
wethouder Heerkens Thyssen het prin
cipe beaamde, maar ietwat vaag in zUn
toezeggingen bleef. Het schynt dat ze
kere onderdeelen voor de koelinstallatie
uit het buitenland móeten komen, omdat
zy in ons land niet worden gefabriceerd,
en dat de directeur van het Slachthuis
het voor het personeel gevaariyk acht om
twee systemen van koelinstallatie te ge
bruiken. Liever houdt hy dan vast aan
het thans-toegepaste systeem van bui-
tenlandsch fabrikaat, dat sinds 20 jaar
feilloos gewerkt heeft.
De heeren Gerritsz en Van Liemt wa
ren hiermee niet tevreden, ofschoon de
voorzitter ook nog een hartelijk woord
zei over Nederlandsch fabrikaat, en ten
slotte deed mr. Heerkens Thyssen de toe
zegging dat de gunning van de levering
der koelhuis-installatie niet zal geschie
den voor de Raad erin is gekend.
By de benoemingen kwam de oude
kwestie van de gehuwde onderwijzeres
nog eens op de proppen. Zie ons verslag.
Bij de rondvraag vroeg merkwaardi
gerwijze niemand het woord en gleed
een motie des heeren Peper zachtkens
onder tafel, waar zy wellicht later door
den hoofdbode is gevonden.
R. P.
DE GENERALE
REPETITIE VAN
„EEN KOSTBAAR LEVEN"
Stadsschouwburg.
Adolf Bouwmeester heeft getriomfeerd
in ,De generale repetitie van een kost
baar leven". Hy heeft ons dezen eer
sten avond van zyn bezoek aan Haar
lem (tot en met aanstaanden Zondag)
plotseling de geliefde sensatie van het
volle tooneelseizoen doen geworden. Dat
was een antieke avond. Een avond van
uitbundigheid en verdraaid goed tooneel,
al was het ook in die oude generale re
petitie van dat zeer kostbare leven! Het
was een allerprettigste gewaarwording
midden in den zomer als men versto
ken is van goed tooneel dezen kunste
naar Adolf Bouwmeester te zien en te
hooren. Wat is hij toch een groot kun
stenaar, deze bescheiden man, die niet
in de groote gezelschappen van ons land
schittert, en die toch werkeiyk niet in
zijn styi geëvenaard is. Hy is ontegen
zeggelijk één onzer beste acteurs! Hy is
het toppunt van „allemachtig fyne" iro
nie, van vreeselijk leuke en grappige
menscheiykheid. Zie, hoe hy als regisseur
er achter heen zit, hoort hem blaffen
en afbekken, dat is allemaal prachtig.
Maar dan springt hij zelf op het too
neel. Hy trekt zijn pruikje, het kosteiyke
pruikje van Weichselfisch over zyn kop
en duikt- ja duikt! in zyn wUde
gele jas, schudt zyn lollige kop wat heen
en weer, komt proestend Ja werkeiyk
proestend! weer boven.... en de
transformatie is geschied.
Adolf Bouwmeester is weg; verdwenen
in die ééne geste, waarméé hy zyn kop
introk in zyn jas, en de geldschieter, de
goocheme Weichselfisch staat voor u,
als dribbelende gesticuleerende zotte
caricaturale kerel-Altyd in beweging.Een
Jan Klaassen. Een potsenmaker.. Maar
een creatie!.... Onverbeterlyk. Die je
nooit vergeet.
Men kent toen het stuk. Het is de
vertooning van een generale repetitie in
den letteriyken zin, van een draak. De
auteur van den draak woont de gene
rale repetitie by. Hy is uitermate lastig
en stuurt telkens den boel in het hon-
dachten. „Dat is nog even raadselachtig
als ooit. Het schynt ongeloofiyk, dat
een vrouw als mevrouw Cavendish,
trotsch en terughoudend tot in de ergste
mate, zich zoo heftig zou mengen in wat
stellig niet haar zaak was".
„Precies. Het was iets verwonderiyks
voor een vrouw van haar beschaving,
om te doen".
„Het is zeker vreemd", gaf ik toe.
„Maar het is van geen belang, en daar
mee behoeven we geen rekening te
houden".
Poirot begon afkeurend te brommen.
„Wat heb ik Je altyd gezegd? Met
alles moet rekening worden gehouden.
Als het feit niet bij de theorie past, zet
de theorie dan opzy".
„Nu, we zullen zien", zei ik geprik
keld.
„Ja, we zullen zien".
Wc hadden Villa Leastways bereikt en
Poirot wees me den weg naar boven
naar zijn eigen kamer. Hy bood me één
van de kleine Russische cigaretten aan,
die hU zelf af en toe rookte. Het amu
seerde me. op te merken, dat hy de ge
bruikte lucifers heel voorzichtig in een
klein porceleinen potje weglegde. Myn
momenteele ergernis verdween.
Poirot had twee stoelen voor het
open raam gezet dat uitzicht gaf op de
dorpsstraat. De frissche lucht woel
warm en prettig naar binnen. Het zou
een warme dag worden.
Plotseling werd myn aandacJ^ ge-
der d. De regisseur (Adolf Bouwmeester)
die de rollen van Weichselfisch en thea
terdirecteur speelt, is beurtelings in de
zaal tusschen het publiek om te
regisseeren, en beurtelings op de plan
ken. om te spelen. De auteur dribbelt
achter hem aan, en dreigt hem op slag
krankzinnig te maken met zyn eeuwige
opmerkingen.
Daarby is de op te voeren „draad" een
half parodiëerend en zeer kluchtig geval,
dal bovenmatig boeit en pakt! Wat wil
men nog meer. Een zeer uitzonderlyke
vertooning, men lacht zich slap. men
brult.men.enz. De actrices en ac
teurs staan tijdens een decorverwisseling
leuk den auteur in de maling te nemen.
De regisseur brult om orde en oplettend
heid. Onderwyi wordt een te dikke boom
op 't tooneel geheschen. De man van 't
electra maakt zon, morgenrood en
avondschemering. En al die manoeuvres
geven natuuriyk tot zeer komische com
plicaties aanleiding!
Maar nog eens: Bouwmeester is de
man die de klucht benut om er goed too
neel van te maken. De Fransche blyspél-
acteur die van elk niemendalletje op het
tooneel een juweel weet te maken, is
geen haar beter dan Adolf Bouwmeester.
Hy springt en huppelt rond, hy is in
een voortdurende komische rage, maar
hy biyft teekenachtig fUn, en luchtig als
een komische danser.
Dét was weer eens tooneel!
Willem van der Veer, Pierre Mij in, Jo-
han Visscher, Bogaert, is.Momiikendam
Piet Fuchs waren uitstekend. De overige
medespelenden voldeden zeer.
Haarlemmers, u heeft tot en met Zon
dag de gelegenheid dat te gaan zien.
Gé ét het zien!
A.
TUINFEEST „J. J. CREMER"
't Was al aardig donker geworden,
teen Dinsdagavond het groote tuin
feest van de Kon. Letterlievende Ver-
eeniging „J. J. Cremer" begon. Maar
dit deed te meer de prachtige lampion
verlichting uitkomen, die door de tak
ken der oude booomen van den tuin
van .Kraantje Lek" geslingerd was en
de bezoekers al van ver lokte.
Heeriyk. die omgeving voor een tuin
feest! Aan den rand der stille duinen,
onder het groene bladerdak ln den
koelen Augustusavond te dansen, en
by zulk weer! En by zoo'n gezellige
stemming. Heeriyk, de tonen van de
jazz-band door de avondstilte te hooren
aan golven en de beenen te heffen van
het gladde dansplankier. En dan in een
hoekje van den grooten tuin uit te
rusten en te schouwen in de diepe
duisternis tusschen de flauwbeschenen
boomen op de glooiende duinhelling.
Is er mooier decorum denkbaar?
De „Midnlght-Bo-od" onder leiding
trokken door een mager uitzienden jon
gen man. die met groote haast de straat
af kwam hollen. Het was de uitdrukking
op zyn gezicht, die verwonderiyk was
een eigenaardig mengelmoes van* angst
en opwinding.
,KUk eens, Poirot", zei ik.
Hy leunde naar voren.
„Tiens!" zei hy. „Dat is Mace uit de
apotheek. Hy komt hierheen".
De jonge man bleef staan voor villa
Leastways, en, na een oogenblik aarze
len, klopte hy op de deur.
„Een oogenblikje", riep Poirot. ,Jk
kom".
My wenkend, hem te volgen, liep hy
vlug de trap af en maakte de deur open.
Mace begon dadeiyk.
„O, meneer Poirot. het spyt me, dat
ik last veroorzaak, maar fk hoorde dat
u Juist van Styles terug waart geko
men".
„Ja, dat zijn we".
De jonge man bevochtigde zyn droge
lippen. Zyn gezicht trok eigenaardig.
,Het is het heele dorp door, dat de
oude mevr. Inglethorp zoo plotseling
overleden is. Ze zeggen hy liet zyn
stem voorzichtig dalen „dat het ver
gif is".
Poirots gezicht bleef volkomen onbe-
weegiyk.
„Alleen de dokters kunnen cms dat
zeggen, mr. Mace".
.Ja. Juist natuuriyk De Jonge
man aarzelde en toeo werd zyn opge-
van den heer Piët was voortref fel Uk.
en gaf de moderne dansmuziek weer
zooals het behoort, zonder overdreven
jazz-achtigheid.
De leden, voor wie dit feest uitslui
tend bestemd was, waren in grooten
getale oopgekomen en schaarden zich
onder de beproefde leiding van den
heer Herman Smits.
Charleston vierde haar triomfen, en
uit het fel beschenen witte huis wer
den maar steeds nieuwe ververschingen
aangedragen om de dorstlgen te laven.
Ten top gestegen was de vreugde,
toen men met lampions en mirlitons de
donkere omgeving in trok.
Na behouden aankomst van deze
nachteiyke wandeling werd het bel
ch am pét re onvermoeid voortgezet. Tus
schen de bedrUven door wist de heer
Herman Smits door het vertellen van
eenige anecdoten de algemeene vroo-
lykheid nog eenige graden te doen
sty gen.
Tot het uur daar was voor de
meesten wellicht veel te gauw. al was
het twee uur na middernacht om in
de extra-autobussen naar huis terug
te keeren. Met alleraangenaamste
herinneringen aan de uitstek nd ge
slaagde fuif.
J. J. CREMER.
DE JAARVERGADERING.
Men schrUft ons:
Maandagavond had in Hotel „Llcrn
d'Or", onder groote belangstelling, de
jaarlUksche algemeene vergadering
plaats van de Kon. Letterl. Vereeniging
„J. J. Cremer", onder leiding van den
vice-voorzitter, den heer P. van Ooy.
Door den secretaris werd een uit
voerig verslag uitgebracht van den toe
stand en de werkzaamheden over het
45e vereenigingsjaar en waarbU in het
bUzonder melding werd gemaakt van
den goed geslaagden Tooneelwedstrijd
en het groote succes door de vereeni
ging behaald in den Nat. Tooneelwed-
stryd te Zwolle. Daarna werd door den
penningmeester rekening en verantwoor
ding gedaan van het financieel be
heer, sluitende in ontvangst en uitgaaf
tot een bedrag van f 699530.
Beiden functionarissen werd. onder
algemeene instemming der vergadering,
dank gebracht voor hunne vele werk
zaamheden in het afgeloopen Jaar.
De aftredende bestuursleden, de hee
ren K. Bakker. W. Kruyshoop en K.
H. M. Koorenblik werden herkozen en
tot nieuwe bestuursleden gekozen de
heeren W. F. Bremer Jr. en Th. Ste
vens.
Na eenige besprekingen van huls-
houdelyken aard. werd de zeer druk
bezochte vergadering door den voor
zitter gesloten.
wondenheid hem te machtig. Hy greep
Poirot bU den arm, en Het zijn stem tot
gefluister dalen: „Vertel u me alleen
dit. meneer Poirot. hot is toch niet
het is toch niet strychnine?"
Ik hoorde niet goed, wat Poirot ant
woordde. Blykbaar iets ontwUkends. De
jonge man vertrok en toen hy de deur
sloot, ontmoetten Poirot's oogen de
mUne.
„Ja", zei hU, ernstig knikkend. „Hij
zal moeten getuigen bU het gerechteiyk
onderzoek".
We gingen langzaam weer naar boven.
Ik opende Juist myn lippen, toen Poirot
me emt een handgebaar tegenhield;
„Nu niet, nu niet, mon ami. Ik moet
nadenken. Mijn gedachten ziin eenigs
zins verward wat niet goed is".
Gedruende ongeveer tien minuten zat
hy ln een doodsch zwUgen. volmaakt
stil, behalve verscheidene expressieve
bewegingen van zUn wenkbrauwen, rn
al dien tUd werden zijn oogen voortdu
rend groener. Eindelijk slaakte hy een
diepen zucht.
.Het is ln orde. Het kwade oogenblik
is voorbij. Nu ls alles geordend en ge
rangschikt. Men moet nooit verwarring
laten komen. De zaak is nog niet helder
neen. Want die is zeer gecompliceerd!
Daar weet zelfs ik geen weg mee. Ik.
Hercule Poirot! Er zUn twee feiten van
beteekenis"-
..En welke zijn die?"
■■Het eerste de toestand van iiot.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Centa per regel.
OOK VOOR WORTELTJES. ENZ.
SCHILT DUN. SPAART TIJp
KEUKENOEREf
GR. HOUTSTRAAT 82-84
TUBERCULOSEBESTRIJDING
„Voor Brrderodcdntn".
Door de Vereeniging tot Bestrijding
der Tuberculose alhier wordt huls aan
huis een propagandaplaatje verspreid,
om te komen aan de som, benoodigd
voor het installeeren en meubilcorcn
van „Brederodeduin"; zooals bekand
een lighal met nachtverbiyf voor t.bx.-
patiënten uit Haarlem en omstreken,
met daaraan verbonden klndervereter-
klngsoord.
Op den voorgrond ziet men op het
plaatje een viertal patiënten, die zich
mistroostig afwenden, omdat zU hun
gezondheid nog niet terug kunnen win
nen op Brederodeduin. Door hen wordt
dan ook gevraagd: „wy vragen uw
steun by de meubileering van Brede
rodeduin".
De heer Clinge Doorenbo6 was zoo
welwillend geheel belangeloos er een
passend en pakkend gedichtje by te
maken, van den volgenden inhoud:
Terrein is beschikbaar, het huis is
al klaar.
De kinderen kyken er reikhalzend
naar.
Geeft U nu een vork of een bed of
oen stoel,
Dan komen we SAMEN aan 't
heeriyke doel.
Zendt ons uw stembiljet, toe, help
ons meel
Steile is de vijand: HU heet T. B. C.
Aan bet biljet is verder een soort
..stembiljet" gehecht, waarop men kan
aangegeven, welk bedrag men voor het
goede doel wil afstaan en waarvoor
men het besteed wil zien.
weer gisteren. Dat ls heel belangryk".
..Maar het was een prachtige dag?"
viel ik hem ln de rede. „Poirot. u houdt
me voor den gek!"
„In het geheel niet. De thermometer
wees 80 gr. ln de schaduw aan. Vergeet
dat niet. m'n vriend. Dat ls de sleutel
tot het geheele raadsel!"
..En het tweede punt?" vroeg ik.
„Het belangrijke feit, dat monsieur
Inglethorp heel eigenaardige kleeren
draagt, een zwarten baard heeft en een
lorgnet draagt".
„Poirot, ik kan niet golooven, dat n
ernstig bent".
„Ik ben volkomen ernstig, m'n vriend"
,,Maar dat ls kinderachtig!"
Keen, het is heel gewichtig".
„En gesteld nu, dat de Jury een be
schuldiging van moord met voorbedach
ten rade tegen Alfred Inglethorp uit
spreekt, waar biyven dan uw theorieën?"
.Die zouden niet geschokt worden,
doordat twaalf domme menschen toe
vallig een fout gemaakt hadden! Maar
dat zal niet gebeuren. Ten eerste al
neemt een dorpsjury niet graag die vcr-
antwoordeiykheld op zich en mr. Inglet
horp is feitciyk in de positie van plaat
selijk landjonker. „Bovendien", voegde
hy cr kalm by. „zou ik het niet toela
ten".
„U zoudt het niet toelaten?"
.Keen!"
(Wordt vervolgd).