HAARLEM'S DAGBLAD UIT DEN RAAD. FLITSEN FEUILLETON DE GEHEIMZINNIGE ZAAK VAN STYLES LETTEREN EN KUNST. AARDAPPELEN- SCHILMACHINE, DE JONG DONDERDAG 4 AUG. 1927 DERDE BLAD Een geloofsbrieven-incidentje. Miezérus of Mizérus? Van een houten hulpschooi. Onderwijs zaken. De uitbreiding van het Slachthuis. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 964 MOEILIJK BESLUIT De verkiezing van een aanvoerder, als er negen candidaten zijn, die allen op zichzelf stemmen. (Nadralc verboden.) De wethouder van Financiën, getooid met den keten der hoogste stedelijke waardigheid, presideerde over dit vóór laatste optreden van den ouden Raad. Nog eenmaal, over veertien dagen, zal de oude vroedschap bijeenkomen. Dan komt 7 September en brengt 'de nieuwe. Er was een lange absentenlijst zes namen maar de secretaris, van va- canüe terug, en de nestor, na twee maan den bedlegerigheid van zijn ziekte her steld en ten Prinsenhove weergekeerd, schonken ons compensatie. Het wordt tijd dat de wethouders eens in de wei gaan; naast mr. Wesstra's vriendelijk blozenden schedel zagen zij er allemaal erg bleek uit. Het viel ons allemaal op. Maar zoo'n- secretaris heeft geen zetel- zorgen; die weet zeker dat als hy thuis komt zijn armstoel er nog even breed en uitnoodigend voor hem staat. Terwijl de wethouders Enfin, het wordt nu toch „laat zitten wat zit" en als ik in hun plaats was zou 'k het er maar op wagen. Gebéurt er wat wordt bv. een lid van de meerderheid verkouden, of krygt er een buikpyn dan gaat er natuuriyk subiet een tele grammetje weg, en de wethouder zakt haastig van z'n Alp af, of klimt uit zyn vallei omhoog, en haast zich huiswaarts om over de nieuwe situatie te conferee- xen. Twintig van de negenendertig vor men een ietwat-benauwde meerderheid tot het laatste moment. Tot je ze alle twintig gezond en wel in de Statenzaal ziet zitten, en de voorzitter stelt de wet houdersverkiezing aan de orde, en ze doen hun plicht. Laat ik thans tot de vergadering van Woensdag terugkeeren. Er was een eenigszins wonderlijk inci dentje by het onderzoek der geloofs brieven van de nieuwbenoemde raads leden. De voorzitter benoemde daarvoor twee commissies; een voor de nieuwe leden wier namen beginnen met een van de letters AK en een tweede voor de groep L—W. (In den nieuwen Raad kernen geen X, Y en Z voor). Wethouder Reinalda rapporteerde na mens de eerste commissie dat aan de ge loofsbrieven der groep A tot en met K. niets ontbrak, en daarop verwachtten wy een identieke verklaring van wethouder Bruch namens de tweede. Maar deze be gon met de verrassende mededeeling dat de commissie onmiddellijk alle geloofs brieven had kunnen aanvaarden met uit zondering van die van één nieuwgekozen lid. Dat was de heer Miezérus. Burge meester Maarschalk had namelijk be zwaar gemaakt omdat diens naam in de stukken bij afwisseling met i en met ie gespeld was. Maar aangezien nu de burgemeester zelf zich eens schrifteiyk tot den heer Miezérus gewend had (met ie) bestond ook by hem toch biykbaar geen twUfel aan de identiteit van den gekozeene, en.overmits er in t perceel Kleine Houtweg 7 slechts één persoon van den naam J. Mizérus of Miezérus aanwezig was meende de commissie ook de goedkeuring van deze geloofsbrieven met vertrouwen te moeten aanbevelen, De i.aad grinnikte wat en vond liet best. De heer Miezérus vroeg het woord en bedankte de commissie, maar wilde daar na blijkbaar nog meer zeggen, waarop mr. Slingenberg fel hamerde en hem het woord ontnam, zeggend dat hy hier niet verder over moest spreken. Dit was ongetwyfeld zeer juist gezien van den waarnemenden burgemeester. Omtrent het incident wil ik verder alleen zeggen dat het een ridiculen in druk maakte, en dat het my voorkomt niet op den weg van den burgemeester te liggen om dit soort „bezwaren" tegen de geloofsbrieven van een raadslid in te brengen wie dat ook zy. De heeren Miezérus en xxaarschalk behooren tot dezelfde politieke party, de Christeiyk Historische Unie, en het is een secret de polichinelle dat zich in den laatsten tijd meeningsverschillen tusschen de beide heeren hebben voorgedaan. Daarom reeds had de burgemeester geen bezwaartjes moeten opperen welker beteekenis zelfs in formeelen zin twyfelachtig is, en die door niemand gedeeld worden. Wy hebben te veel eerbied voor het buigemeesters-ambt om ons in deze aan gelegenheid van critiek te kunnen ont houden. Er was een eenigszins korzeiU debatje naar aanleiding van een voorstel-Klein Schiphorst om voor aankoop van een houten hulpschool voor 't Schoterkwar tier niet de door B. en W. gevraagde door AGATHA CHRISTIE. Vertaling van A. d. Z. 21) Ik schudde niet overtuigd, het hoofd. „We zijn het niet eens, hè?" zei Poirot „Nu, laten we het daarby laten. De tyd zal leeren, wie van ons beiden ge- ïyk heeft. Laten we nu overgaan tot andere gezichtspunten van de zaak. Wat maak je op uit het feit, dat alle deuren van de slaapkamer aan den bin nenkant gesloten waren?" „Wel ik dacht na. „Men moet het logisch beschouwen", „Dat is waar!" „Ik zou het aldus vaststellen. De deuren waren gegrendeld onze eigen oogen hebben ons dat gezegd toch bewijzen de aanwezigheid van kaarsvet op een grond en de vernietiging van het testament, dat er gedurende den nacht iemand de kamer binnenkwam. Bent u het. zoover met me eens?" „Volkomen. Met bewonderenswaardige duidelijkheid vastgesteld. Ga yoart'. 10 mille maar slechts 8500 te votee- ren. De hèer Klein Schiphorst had eer. onderzoek ingesteld en een firma ont dekt die het zi. voor minder kon doen Hy stelde nu ook voor om die firma het werk op te dragen. Uit mededeelingen van wethouder Reinalda bleek dat de firma aanvankeiyk een hooger offerte had gedaan en dat haar ontwerp ver scheidene tekortkomingen had, vergele ken met dat van Openbare Werken. De heer Joosten mengde zich in het debat en zei dat het zi. niet op den weg van raadsleden lag om voor te stellen leve ranties aan bepaalde firma's te doen, want op dien weg voortgaande zou men tot allerlei ongewenschte dingen kun nen komen. Dit in het algemeen be toogd. Waarop de heer Klein Schip horst vuur vatte en het byna een afschuweiyk misverstand was geworden, maar het voorstel van B. en W. kwam er z.h.s. De heer Van Liemt slaagde niet met zyn voorstel om het ontwerp van een school voor voorbereidend onderwys in de Ceramstraat door een particulier ar chitect te laten uitwerken. B. en W. von den dit geen goede gelegenheid voor een dergelyke proef, en dg wethouder stond op zyn stuk. By de voordracht Inzake reorganisa tie van het openbaar lager onderwys in de voormalige gemeente Schoten en op heffing van enkele openbare scholen hield de heer Loosjes een rede waarin hy bezorgdheid toonde over het feit dat er 80 inschry vingen minder waren voor het openbaar onderwys. Hy verklaarde weinig sympathie te gevoelen voor de eenheidsschool, sprak trouwens als zyn meening uit dat er meer standen zyn in de Leidschestraat en de Oranje straat dan in het Kenaupark en het Florapark, en zeide dat li j voorstellen van B. en W. afwachtte om verderen achteruitgang van het openbaar onder wys te voorkomen. De heer Boes vond blykbaar het vraag stuk der scholen-dislocatie van over wegend belang, en oordeelde dat men de scholen moet plaatsen te midden van de leerlingen die er van profiteeren. Hy acht een nieuwe school aan de Pyislaan gewenscht, mitsgaders een in de Am- sterdamsche buurt en een In *t Zuiden. De heer Scholl bracht nu het gege ven advies van den Bond van Neder- landsche Onderwijzers ter sprake en beval dit aan, waarna de heer Peper zeer breedvoerig werd en de belangstel ling zakte tot een totaal van 19 leden, hetgeen tot 21 steeg toen mej. Berdenis van Berlekom B en W. te groote zuinig heid ten opzichte van het Openbaar On derwys verweet. De wethouder stak daarop een mees terlijke rede af. In een oogenblik van jongensachtige openhartigheid mr. Bruch weet jong te biyven noemde hij het een eierendans. Het wethouder schap van Onderwys is nu eenmaal zoo, zei hy. Maar de term was zwak voor een betoog als dit. Was het niet veeleer een politieke Chareston, uitgevoerd in een propvolle danszaal, zonder iemands schenen of teenen te raken? De wethouder achtte den toestand van het openbaar onderwys normaal, en vond de vermindering van het aantal inschrijvingen met 80 rüet verontrustend. Hij bracht hulde aan de organisaties die adviezen uitbrengen, citeerde den in specteur van het L. O. en hield een ge zellig, huiselijk betoog naar aanleiding van de plaatsing der scholen ten opzichte van de woningen der leerlingen, waaruit bleek dat hy op zijn zesde jaar school ging ten Kattenburgergrachte te Amster dam, en daar bleef toen zyn vader ver huisd was, ofschoon de afstand 40 minu ten loopens was geworden en er twee overwegen waren. (Dit laatste in ver band met het gevaars-argument, dat in den Raad ter sprake was gebracht. Overwegen plachten ons evenwel van ouds te redden uit de gevaren van het telaat komen). De wethouder was aan- vankeiyk op een openbare school ge weest, later op een byzondere Dit bevredigde den ganschen Raad. en bewees dat mr. Bruch van de wieg af moet zyn opgeleid voor wethouder van Onderwys. Naar aanleiding van de gemaakte op merkingen maakte hij o.a. interessante opmerkingen over de splitsing van scho len, die de wethouder om paedagogische redenen gewenscht acht. Een 21-klassige school is voor het hoofd onhanteerbaar, een 14-klassige is een taak alleen voor de allerbesten. Als het hoofd zich met de kinderen wil bemoeien en hen per- „Nu'\ zei ik, aangemoedigd, „daar de persoon, die binnenkwam, dat niet door het raam deed noch door wonderbaar - ïyke middelen, volgt daaruit, dat de deur aan den binnenkant door mevrouw Inglethorp zelf geopend moet zyn. Dat versterkt de overtuiging, dat de persoon in kwestie haar man was. Ze zou natuur iyk de deur voor haar eigen man open maken". Poirot schudde het hoofd. „Waarom zou ze dat? Ze had de deur die naar zyn kamer leidde, ge grendeld een heel ongewone handel- wyze by haar, en ze had dienzelfden middag een zéér hevigen twist met hem. Neen, hy was de laatste persoon, dien ze zou toelaten". „Maar u bent het met me eens, dat de deur door mevrouw Inglethorp zelf opengemaakt moet zyn?" „Er is een andere mogelykheid. Ze kan vergeten hebben, de deur naar het portaal te grendelen, toen ze in bed ging, en later, tegen den morgen, op gestaan zyn en die toen gegrendeld hebben". „Poirot, is dat werkeiyk uw mee ning?" .Nèen. ik zeg niet, dat het zoo fc. maar het zou zoo kunnen zyn. Om nu tot een ander trekje over te gaan, wat maak je op uit het stukje gesprek, dat je hoorde, tusschen mevrouw Cavendish en haar schoonmoeder?" „Dat was ik vergeten", zei ik in ge- aooniyk kennen moet het aantal redeiykt wezen. Het is onmogelijk als er een klei ne 700 zyn. En de ouders hechten er zeer veel waarde r.an dat het hoofd hun kin deren kent: als hy by him bezoek daar van biyk geeft is er onmiddellijk een sfeer van vertrouwen geschapen. Verder gaf mr. Bruch nog eenlge inte ressante cyfers. Er zyn nu 234 klassen met 6836 leerlingen bij het gewoon L.O„ met inbegrip van Schoten. Dat is gemid deld 29J4 leerling per klasse. By het by- zonder onderwys is het gemiddelde per klasse 30 1/7, by het Haarlemsche open bare onderwys zónder Schoten slechts 28 1/5. De wethouder meent dat het openbaar onderwys zich behoorlijk kan ontwikkelen, en hij beschouwt de afstan den-kwestie niet als zynde van overwe gend belang. De hoofdkwestie is of het kind naast een kind van geiyken stand in een prettig en mooi schoolgebouw kan zitten, en daar wordt ver voor geloopen. Een motle-Scholl tot het stichten van een schoolgebouw in het Oosten der ge meente (de Slachthulsbuurt) werd voor praeadvies in handen van B. en W. ge steld. By het voorstel tot uitbreiding van het Slachthuis (kostend 3'/. ton) ontke tende mr. Gerritsz een debat over Ne- derlandsch fabrikaat. Hy wenschte dat dit by de .^aanschaffing van machinale installaties zou vóórgaan, en de heer Van Liemt viel hem krachtig by, waarna wethouder Heerkens Thyssen het prin cipe beaamde, maar ietwat vaag in zUn toezeggingen bleef. Het schynt dat ze kere onderdeelen voor de koelinstallatie uit het buitenland móeten komen, omdat zy in ons land niet worden gefabriceerd, en dat de directeur van het Slachthuis het voor het personeel gevaariyk acht om twee systemen van koelinstallatie te ge bruiken. Liever houdt hy dan vast aan het thans-toegepaste systeem van bui- tenlandsch fabrikaat, dat sinds 20 jaar feilloos gewerkt heeft. De heeren Gerritsz en Van Liemt wa ren hiermee niet tevreden, ofschoon de voorzitter ook nog een hartelijk woord zei over Nederlandsch fabrikaat, en ten slotte deed mr. Heerkens Thyssen de toe zegging dat de gunning van de levering der koelhuis-installatie niet zal geschie den voor de Raad erin is gekend. By de benoemingen kwam de oude kwestie van de gehuwde onderwijzeres nog eens op de proppen. Zie ons verslag. Bij de rondvraag vroeg merkwaardi gerwijze niemand het woord en gleed een motie des heeren Peper zachtkens onder tafel, waar zy wellicht later door den hoofdbode is gevonden. R. P. DE GENERALE REPETITIE VAN „EEN KOSTBAAR LEVEN" Stadsschouwburg. Adolf Bouwmeester heeft getriomfeerd in ,De generale repetitie van een kost baar leven". Hy heeft ons dezen eer sten avond van zyn bezoek aan Haar lem (tot en met aanstaanden Zondag) plotseling de geliefde sensatie van het volle tooneelseizoen doen geworden. Dat was een antieke avond. Een avond van uitbundigheid en verdraaid goed tooneel, al was het ook in die oude generale re petitie van dat zeer kostbare leven! Het was een allerprettigste gewaarwording midden in den zomer als men versto ken is van goed tooneel dezen kunste naar Adolf Bouwmeester te zien en te hooren. Wat is hij toch een groot kun stenaar, deze bescheiden man, die niet in de groote gezelschappen van ons land schittert, en die toch werkeiyk niet in zijn styi geëvenaard is. Hy is ontegen zeggelijk één onzer beste acteurs! Hy is het toppunt van „allemachtig fyne" iro nie, van vreeselijk leuke en grappige menscheiykheid. Zie, hoe hy als regisseur er achter heen zit, hoort hem blaffen en afbekken, dat is allemaal prachtig. Maar dan springt hij zelf op het too neel. Hy trekt zijn pruikje, het kosteiyke pruikje van Weichselfisch over zyn kop en duikt- ja duikt! in zyn wUde gele jas, schudt zyn lollige kop wat heen en weer, komt proestend Ja werkeiyk proestend! weer boven.... en de transformatie is geschied. Adolf Bouwmeester is weg; verdwenen in die ééne geste, waarméé hy zyn kop introk in zyn jas, en de geldschieter, de goocheme Weichselfisch staat voor u, als dribbelende gesticuleerende zotte caricaturale kerel-Altyd in beweging.Een Jan Klaassen. Een potsenmaker.. Maar een creatie!.... Onverbeterlyk. Die je nooit vergeet. Men kent toen het stuk. Het is de vertooning van een generale repetitie in den letteriyken zin, van een draak. De auteur van den draak woont de gene rale repetitie by. Hy is uitermate lastig en stuurt telkens den boel in het hon- dachten. „Dat is nog even raadselachtig als ooit. Het schynt ongeloofiyk, dat een vrouw als mevrouw Cavendish, trotsch en terughoudend tot in de ergste mate, zich zoo heftig zou mengen in wat stellig niet haar zaak was". „Precies. Het was iets verwonderiyks voor een vrouw van haar beschaving, om te doen". „Het is zeker vreemd", gaf ik toe. „Maar het is van geen belang, en daar mee behoeven we geen rekening te houden". Poirot begon afkeurend te brommen. „Wat heb ik Je altyd gezegd? Met alles moet rekening worden gehouden. Als het feit niet bij de theorie past, zet de theorie dan opzy". „Nu, we zullen zien", zei ik geprik keld. „Ja, we zullen zien". Wc hadden Villa Leastways bereikt en Poirot wees me den weg naar boven naar zijn eigen kamer. Hy bood me één van de kleine Russische cigaretten aan, die hU zelf af en toe rookte. Het amu seerde me. op te merken, dat hy de ge bruikte lucifers heel voorzichtig in een klein porceleinen potje weglegde. Myn momenteele ergernis verdween. Poirot had twee stoelen voor het open raam gezet dat uitzicht gaf op de dorpsstraat. De frissche lucht woel warm en prettig naar binnen. Het zou een warme dag worden. Plotseling werd myn aandacJ^ ge- der d. De regisseur (Adolf Bouwmeester) die de rollen van Weichselfisch en thea terdirecteur speelt, is beurtelings in de zaal tusschen het publiek om te regisseeren, en beurtelings op de plan ken. om te spelen. De auteur dribbelt achter hem aan, en dreigt hem op slag krankzinnig te maken met zyn eeuwige opmerkingen. Daarby is de op te voeren „draad" een half parodiëerend en zeer kluchtig geval, dal bovenmatig boeit en pakt! Wat wil men nog meer. Een zeer uitzonderlyke vertooning, men lacht zich slap. men brult.men.enz. De actrices en ac teurs staan tijdens een decorverwisseling leuk den auteur in de maling te nemen. De regisseur brult om orde en oplettend heid. Onderwyi wordt een te dikke boom op 't tooneel geheschen. De man van 't electra maakt zon, morgenrood en avondschemering. En al die manoeuvres geven natuuriyk tot zeer komische com plicaties aanleiding! Maar nog eens: Bouwmeester is de man die de klucht benut om er goed too neel van te maken. De Fransche blyspél- acteur die van elk niemendalletje op het tooneel een juweel weet te maken, is geen haar beter dan Adolf Bouwmeester. Hy springt en huppelt rond, hy is in een voortdurende komische rage, maar hy biyft teekenachtig fUn, en luchtig als een komische danser. Dét was weer eens tooneel! Willem van der Veer, Pierre Mij in, Jo- han Visscher, Bogaert, is.Momiikendam Piet Fuchs waren uitstekend. De overige medespelenden voldeden zeer. Haarlemmers, u heeft tot en met Zon dag de gelegenheid dat te gaan zien. Gé ét het zien! A. TUINFEEST „J. J. CREMER" 't Was al aardig donker geworden, teen Dinsdagavond het groote tuin feest van de Kon. Letterlievende Ver- eeniging „J. J. Cremer" begon. Maar dit deed te meer de prachtige lampion verlichting uitkomen, die door de tak ken der oude booomen van den tuin van .Kraantje Lek" geslingerd was en de bezoekers al van ver lokte. Heeriyk. die omgeving voor een tuin feest! Aan den rand der stille duinen, onder het groene bladerdak ln den koelen Augustusavond te dansen, en by zulk weer! En by zoo'n gezellige stemming. Heeriyk, de tonen van de jazz-band door de avondstilte te hooren aan golven en de beenen te heffen van het gladde dansplankier. En dan in een hoekje van den grooten tuin uit te rusten en te schouwen in de diepe duisternis tusschen de flauwbeschenen boomen op de glooiende duinhelling. Is er mooier decorum denkbaar? De „Midnlght-Bo-od" onder leiding trokken door een mager uitzienden jon gen man. die met groote haast de straat af kwam hollen. Het was de uitdrukking op zyn gezicht, die verwonderiyk was een eigenaardig mengelmoes van* angst en opwinding. ,KUk eens, Poirot", zei ik. Hy leunde naar voren. „Tiens!" zei hy. „Dat is Mace uit de apotheek. Hy komt hierheen". De jonge man bleef staan voor villa Leastways, en, na een oogenblik aarze len, klopte hy op de deur. „Een oogenblikje", riep Poirot. ,Jk kom". My wenkend, hem te volgen, liep hy vlug de trap af en maakte de deur open. Mace begon dadeiyk. „O, meneer Poirot. het spyt me, dat ik last veroorzaak, maar fk hoorde dat u Juist van Styles terug waart geko men". „Ja, dat zijn we". De jonge man bevochtigde zyn droge lippen. Zyn gezicht trok eigenaardig. ,Het is het heele dorp door, dat de oude mevr. Inglethorp zoo plotseling overleden is. Ze zeggen hy liet zyn stem voorzichtig dalen „dat het ver gif is". Poirots gezicht bleef volkomen onbe- weegiyk. „Alleen de dokters kunnen cms dat zeggen, mr. Mace". .Ja. Juist natuuriyk De Jonge man aarzelde en toeo werd zyn opge- van den heer Piët was voortref fel Uk. en gaf de moderne dansmuziek weer zooals het behoort, zonder overdreven jazz-achtigheid. De leden, voor wie dit feest uitslui tend bestemd was, waren in grooten getale oopgekomen en schaarden zich onder de beproefde leiding van den heer Herman Smits. Charleston vierde haar triomfen, en uit het fel beschenen witte huis wer den maar steeds nieuwe ververschingen aangedragen om de dorstlgen te laven. Ten top gestegen was de vreugde, toen men met lampions en mirlitons de donkere omgeving in trok. Na behouden aankomst van deze nachteiyke wandeling werd het bel ch am pét re onvermoeid voortgezet. Tus schen de bedrUven door wist de heer Herman Smits door het vertellen van eenige anecdoten de algemeene vroo- lykheid nog eenige graden te doen sty gen. Tot het uur daar was voor de meesten wellicht veel te gauw. al was het twee uur na middernacht om in de extra-autobussen naar huis terug te keeren. Met alleraangenaamste herinneringen aan de uitstek nd ge slaagde fuif. J. J. CREMER. DE JAARVERGADERING. Men schrUft ons: Maandagavond had in Hotel „Llcrn d'Or", onder groote belangstelling, de jaarlUksche algemeene vergadering plaats van de Kon. Letterl. Vereeniging „J. J. Cremer", onder leiding van den vice-voorzitter, den heer P. van Ooy. Door den secretaris werd een uit voerig verslag uitgebracht van den toe stand en de werkzaamheden over het 45e vereenigingsjaar en waarbU in het bUzonder melding werd gemaakt van den goed geslaagden Tooneelwedstrijd en het groote succes door de vereeni ging behaald in den Nat. Tooneelwed- stryd te Zwolle. Daarna werd door den penningmeester rekening en verantwoor ding gedaan van het financieel be heer, sluitende in ontvangst en uitgaaf tot een bedrag van f 699530. Beiden functionarissen werd. onder algemeene instemming der vergadering, dank gebracht voor hunne vele werk zaamheden in het afgeloopen Jaar. De aftredende bestuursleden, de hee ren K. Bakker. W. Kruyshoop en K. H. M. Koorenblik werden herkozen en tot nieuwe bestuursleden gekozen de heeren W. F. Bremer Jr. en Th. Ste vens. Na eenige besprekingen van huls- houdelyken aard. werd de zeer druk bezochte vergadering door den voor zitter gesloten. wondenheid hem te machtig. Hy greep Poirot bU den arm, en Het zijn stem tot gefluister dalen: „Vertel u me alleen dit. meneer Poirot. hot is toch niet het is toch niet strychnine?" Ik hoorde niet goed, wat Poirot ant woordde. Blykbaar iets ontwUkends. De jonge man vertrok en toen hy de deur sloot, ontmoetten Poirot's oogen de mUne. „Ja", zei hU, ernstig knikkend. „Hij zal moeten getuigen bU het gerechteiyk onderzoek". We gingen langzaam weer naar boven. Ik opende Juist myn lippen, toen Poirot me emt een handgebaar tegenhield; „Nu niet, nu niet, mon ami. Ik moet nadenken. Mijn gedachten ziin eenigs zins verward wat niet goed is". Gedruende ongeveer tien minuten zat hy ln een doodsch zwUgen. volmaakt stil, behalve verscheidene expressieve bewegingen van zUn wenkbrauwen, rn al dien tUd werden zijn oogen voortdu rend groener. Eindelijk slaakte hy een diepen zucht. .Het is ln orde. Het kwade oogenblik is voorbij. Nu ls alles geordend en ge rangschikt. Men moet nooit verwarring laten komen. De zaak is nog niet helder neen. Want die is zeer gecompliceerd! Daar weet zelfs ik geen weg mee. Ik. Hercule Poirot! Er zUn twee feiten van beteekenis"- ..En welke zijn die?" ■■Het eerste de toestand van iiot. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Centa per regel. OOK VOOR WORTELTJES. ENZ. SCHILT DUN. SPAART TIJp KEUKENOEREf GR. HOUTSTRAAT 82-84 TUBERCULOSEBESTRIJDING „Voor Brrderodcdntn". Door de Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose alhier wordt huls aan huis een propagandaplaatje verspreid, om te komen aan de som, benoodigd voor het installeeren en meubilcorcn van „Brederodeduin"; zooals bekand een lighal met nachtverbiyf voor t.bx.- patiënten uit Haarlem en omstreken, met daaraan verbonden klndervereter- klngsoord. Op den voorgrond ziet men op het plaatje een viertal patiënten, die zich mistroostig afwenden, omdat zU hun gezondheid nog niet terug kunnen win nen op Brederodeduin. Door hen wordt dan ook gevraagd: „wy vragen uw steun by de meubileering van Brede rodeduin". De heer Clinge Doorenbo6 was zoo welwillend geheel belangeloos er een passend en pakkend gedichtje by te maken, van den volgenden inhoud: Terrein is beschikbaar, het huis is al klaar. De kinderen kyken er reikhalzend naar. Geeft U nu een vork of een bed of oen stoel, Dan komen we SAMEN aan 't heeriyke doel. Zendt ons uw stembiljet, toe, help ons meel Steile is de vijand: HU heet T. B. C. Aan bet biljet is verder een soort ..stembiljet" gehecht, waarop men kan aangegeven, welk bedrag men voor het goede doel wil afstaan en waarvoor men het besteed wil zien. weer gisteren. Dat ls heel belangryk". ..Maar het was een prachtige dag?" viel ik hem ln de rede. „Poirot. u houdt me voor den gek!" „In het geheel niet. De thermometer wees 80 gr. ln de schaduw aan. Vergeet dat niet. m'n vriend. Dat ls de sleutel tot het geheele raadsel!" ..En het tweede punt?" vroeg ik. „Het belangrijke feit, dat monsieur Inglethorp heel eigenaardige kleeren draagt, een zwarten baard heeft en een lorgnet draagt". „Poirot, ik kan niet golooven, dat n ernstig bent". „Ik ben volkomen ernstig, m'n vriend" ,,Maar dat ls kinderachtig!" Keen, het is heel gewichtig". „En gesteld nu, dat de Jury een be schuldiging van moord met voorbedach ten rade tegen Alfred Inglethorp uit spreekt, waar biyven dan uw theorieën?" .Die zouden niet geschokt worden, doordat twaalf domme menschen toe vallig een fout gemaakt hadden! Maar dat zal niet gebeuren. Ten eerste al neemt een dorpsjury niet graag die vcr- antwoordeiykheld op zich en mr. Inglet horp is feitciyk in de positie van plaat selijk landjonker. „Bovendien", voegde hy cr kalm by. „zou ik het niet toela ten". „U zoudt het niet toelaten?" .Keen!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9