HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
HANDELSBLAD
DE GEHEIMZINNIGE ZAAK
VAN STYLES
DINSDAG 9 AUG. 1927.
DERDE BLAD
HET ONTZETTEND ONGELUK NABIJ LAREN
Nog eenige tragische bijzonderheden
VOLGENS DEN ONDERDIRECTEUR IS ER NIET
„MAAR RAAK" GEREDEN.
ZIJN DE REMMEN DEUGDELIJK?
Nog een foto van de mine na de botsing der beide treinen van de Gooische stoomtram, die Zondagmiddag even onder
Laren op elkaar gereden zijn. De ramp kostte aan vier personen het leven en andere levens zün bedreigd.
Tragische bijzonderheden..
Het Volk deelt nog tragische
bijzonderheden mede. Het meldt dat
het gelaat van den heer Lisser, toen hij
van onder de tram werd uitgehaald, ge
heel was ingedrukt en dat hem de her
senen uit den schedel waren gestooten.
Zijn echtgenoote. zoowel als zijn doch
tertje Greta, waren letterlijk vaneen
gereten.
De heer Schreuder vertoonde geen
uiterlijke wonden. Slechts in de maag
streek was een blauwe plek te zien, wat
er op wijst dat hU door inwendige
kwetsuren, waarschijnlijk het scheuren
van lever en milt om het leven is geko
men. Hij leefde nog toen hij onder de
locomotief te voorschijn kwam en werd
In allerijl naar het ziekenhuis gebracht,
waar hU nog een oogenblik tot bewust
zijn kwam om afscheid te nemen van
zijn Jeugdige vrouw, die welhaast waan
zinnig was van smart. Politie-ambte-
naren, waarlijk toch menschen met
sterke zenuwen konden het leed van
deze jonge vrouw niet aanzien. De man
leed onduldbare pijnen, waarvan de
dood hem spoedig verloste..-
ijc remmen deugdelijk?.
Gemeld wordt dat aangaande de
quaestie of de remmen der Gooische
stoomtram aan de eischen voldoen, de
vorige maand een correspondentie is
gevoerd tusschen den burgemeester van
Laren en den officier van justitie te
Amsterdam en het Rijks toezicht op de
spoorwegen.
De burgemeester deelde den officier
van justitie mede, dat naar aanleiding
van een aanrijding hij de directie der
stoomtram had verzocht een onderzoek
naar het behoorlijk functioneeren der
reminrichting toe te staan.
Dit verzoek werd niet ingewilligd;
er werd te kennen gegeven dat zulks
alleen-zou worden toegelaten, indien het
door den officier van justitie werd ge-
yast. In verband daarmede vroeg de
burgemeester hoe hij in dergelijke geval
len moest handelen, en of het niet
wenschclijk was, in zoo'n geval de ma
chine, met het oog óp een deskundig
onderzoek, in beslag te nemen.
De burgemeester was niet overtuigd,
dat bij de Gooische stoomtram alles
perfect in orde was. Vooral niet bij de
stoommachines, de benzinemotorwagens
die een andere reminrichting hebben,
zouden meende hij, beter zijn. Tenslotte
wees hij nog op het geval van een aan
rijding in Blaricum, waar de machinist
ongeveer 30 meter noodig had om te
stoppen.
Het RUkstoezicht op de spoorwegen
heeft naar aanleiding van deze zaak op
30 Juli een schrijven gericht aan den
officier van justitie. Het meldt daarin,
dat in het tramreglement voorschriften
zijn gegeven omtrent de beremming
van tramtreinen (art. 55) en omtrent
het nazien der treinen voor het vertrek
van een station, waar zij zijn samenge
steld (art. 58). Op de richtige naleving
dier bepalingen wordt door de ambte
naren van het rijkstoezicht zooveel mo
gelijk toegezien. Het in beslag nemen
van de locomotief zou niet baten en
moet ook in het belang van de uitoefe
ning van den dienst zooveel mogelijk
vermeden worden.
Een deskundig onderzoek naar de
reminrichtingen van de locomotief heeft
weinig zin, indien het zich ook niet uit
strekt over de aan de doorgaande
vacuumrem aangesloten voertuigen, en
kan naar het oordeel van den hoofd
inspecteur-generaal der spoor- en tram
wegen het beste geschieden door de
ambtenaren die belast 2iJJn met het toe
zicht. Dat de beremming der stoomtrei
nen van de Gooische stoomtram minder
goed zouden zijn dan die van de mo-
tortreinen. was hem niet bekend en
blijkt niet uit de rapporten. Meent de
burgemeester van Laren, dat daaraan
iets ontbreekt, dan zou hij zich (des
noods telegrafisch) kunnen wenden tot
den rijksinspecteur, ingenieur L. W. Ca-
pel te Amsterdam, of tot hemzelf, in
welk geval onmiddellijk een onderzoek
zal worden ingesteld.
Naar aanleiding van den gerezen twij
fel, of bij de tramtreinen der Gooische
tram aan de bovenbedoelde bepalingen
wel stipt de hand wordt gehouden,
wordt een nader onderzoek ingesteld.
Of dat onderzoek nog is ingesteld is
niet bekend, zoo wordt uit Hilversum
aan de N.R.Ct. geschreven.
De correspondent voegt daaraan nog
de volgende mededeeling toe:
„Evenwel schijnt vast te staan dat
ook goede remwerktulgen het ongeluk
van Zondag niet hadden kunnen voor
komen. De fout schijnt hierin te liggen,
dat de Gooische stoomtram zoo zuinig
moet werken zoowel met materiaal als
personeel, dat bij drukte de dienst on
middellijk in de war loopt.
Dc tcgcnstüidige orders...
Het Hbld. schrijft:
Ten kantore van de Gooische Stoom
tram aan den Middenweg (Watergraafs
meer) hadden wij een onderhoud met
den onderdirecteur van de Maatschap
pij, die ons een antwbord heeft gege
ven op de vraag, hoe het mogelijk was.
dat de conducteurs van de beide tram
treinen tegenstrijdige orders hadden
gekregen.
De tramtreinen rijden steeds volgens
de vastgestelde dienstorders en de gra
fieken, waarop alle wisselplaatsen nauw
keurig zijn aangegeven.
Voor de Zondagen, waarop extra-dien
sten loopen. zijn speciale dienstorders
en grafieken opgemaakt. Op 24 Juli en
31 Juli is reeds volgens deze grafieken
gereden en alles klopte uitstekend, on
danks de geweldige drukte.
Op 31 Juli b.v. zijn 80 volle tramtrei
nen naar Muiderberg en hei Gooi ver
trokken, ruim 20.000 reizigers zijn ver
voerd.
Men zal begrijpen dat, zoodra één
'tram vertraging heeft, de geheele dienst
in de war kan loopen, omdat de wissel-
tijden niet meer kloppen.
Om te voorkomen, dat de tegenko
mende trams aan de wisselplaatsen zeer
lang moeten wachten, is het dan nood
zakelijk de trams elders te laten wisse
len, m.a.w. om van de dienstorder af te
wijken.
Wanneer zoo'n afwijking noodzake
lijk is, wordt de grootst mogelijke voor
zichtigheid betracht. De tram wordt
dan „per telefoon behandeld". De chefs
der stations, waartusschen de tram
rijdt, plegen telefonisch overleg en
naar aanleiding van hun afspraken
krijgen de conducteurs en de machi
nisten hun opdrachten.
Wanneer die afspraken behoorlijk
worden gemaakt en de opdrachten wor
den uitgevoerd, moet de dienst func
tioneeren.
De tramtrein uit Amsterdam nu, wel
ke bij Laren is verongelukt, had bij den
overgang Linnaeusstraat 17 minuten
vertraging gekregen. Er kwamen nog
een paar minuten bij, zoodat de tram
20 minuten te laat was.
De tram was daarom per telefoon be
handeld". Op die wijze was zij te Mui
derberg gekomen. Van daar keerde zij
terug met de bedoeling door te rijden
in Oostelijke richting.
Bij Hakkelaarsbrug zou, volgens af
spraak tusschen de chefs van Muider
berg en Naarden, de tramtrein uit Am
sterdam wachten op de tram uit Naar
den. Dit is geschied.
De chef van Muiderberg heeft ook een
telefonisch gesprek gehad met den
chef te Laren en als resultaat daarvan
deelde hij aan den conducteur van de
verlaten tram mede. dat direct naar La
ren moest worden doorgereden, zonder
wisselen dus. Deze opdracht werd ge
geven te 12 u. 20, vóór het vertrek uit
Muiderberg.
Terwijl de tram bij Hakkelaarsbrug
wachtte, werd de conducteur aan de
telefoon geroepen. De chef van Laren
was aan het toestel en zeide tot den
conducteur: „Kom bij De Gooische Boer
aan de telefoon".
Inmiddels was de chef uit Muider-
berg bij Hakkelaarsbrug gekomen. Hij
herhaalde de opdracht aan den conduc
teur om door te rijden tot Laren.
De conducteur maakte melding van
het telefonische bericht van den chef
uit Laren.
De chef van Muiderberg zeide daar
op: „Neen, neen, geen oponthoud. Ik
heb met den chef uit Laren uitdruk
kelijk afgesproken, dat je moet doorrij
den".
De conducteur kon niet anders doen.
dan zich aan deze laatste order hou
den. Hij heeft dus bij De Gooische Boer
niet meer getelefoneerd, met het be
kende -.oodlottige gevolg.
Uit dezen gang van zaken blijkt dus,
dat er niet „maar raak" is gereden, dat
de vereischte afspraken zijn gemaakt.
Echter en hier schuilt de oorzaak
van het ernstige ongeluk de chefs
van Muiderberg en Laren moeten
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 968
VILLA-PARK MOEILIJKHEDEN
Kommer heeft weer ruzie met z'n buurlui, want
hy wil zijn grasperk niet knippen, voor Jansen
hem zijn grasmachine heel heeft terugbezorgd.
Jansen beweert, dat de grasmachine gebroken
was toen hij 'm leende en hij doet er niets aan en
intusschen wordt de aanblik van het geheele park
bedorven door het lange g*-as van de Kommers.
elkaar verkeerd hebben begrepen.
De eerste dacht dat de tram kon
doorrijden, de tweede was van meening
dat zij bij De Gooische Boer zou wach
ten.
De onder-directeur was van meening,
dat er van plichtsverzuim geen -sprake
is. wel van een zeer betreurenswaardig
misverstand. Hoe dat kan zijn ontstaan,
onderzoekt thans de justitie.
Bezoek van minister Van der Vegte.
Naar gemeld wordt heeft de minister
van Waterstaat, de heer mr. H. van der
Vegte, vergezeld van een Inspecteur van
de Spoorwegen, een bezoek gebracht
aan Laren op de plaats, waar Zondag
de noodlottige botsing tusschen twee
treinen van de Gooische stoomtram
heeft plaats gehad. De minister heeft
zich door verschillende personen, die
getuigen waren van het ernstig ongeval,
laten voorlichten.
Naar gemeld wordt is de instelling
van een commissie van drie leden voor
nader onderzoek te wachten als een ge
volg van het bezoek van den minister.
Nog een verhaal van een ooggetuige.
Ook een Haarlemsche familie, be
staande uit man, vrouw en een zoontje,
heeft in een der treinen van de Gooi
sche Stoomtram gezeten, die Zondagna
middag nabij Laren met elkaar in bot
sing zijn geweest.
Het toeval heeft gewild dat deze drie
personen niet tot de slachtoffers hebben
bèhoord, omdat zij niet in den verniel
den open wagen achter de locomotief
hadden plaats genomen, maar op het
achterbalcon van den achtersten wagen
van den trein, die van Amsterdam
kwam.
„Ik heb er niet veel van gezien", zei
onze stadgenoot. „Opeens hoorden we
een ontzettenden klap en oogenblikke-
lijk daarna volgde een hevige schok. We
schrikten geweldig en sprongen meteen
van den wagen af. De zware locomotie
ven lagen op en over elkaar. De open
wagen was erschrikkelijk gehavend.
Het leek wel of liet bovenste gedeelte
bij de zitbanken finaal was weggemaaid.
Van de zijschotten was niets meer te
zien. Een heel eigenaardige gewaarwor
ding waren de oogenblikker. van dood-
sche stilte, die op den zwaren schok
volgde. Ik hoorde niets meer".
„Hoorde u dan geen gekerm van de
gewonden?" vroegen we.
.Neen. Maar dat kwam omdat we da
delijk weggeloopen zijn. We waren hevig
van den schrik bevangen. Tegen vier
uur ben ik daar nog eens teruggekeerd,
maar toen waren de slachtoffers na
tuurlijk reeds lang weg. De chaos was
er nog. Het verkeer van auto's was bij
zonder druk. De weg aldaar was ge
blokkeerd. Aan den kant van Laren
stonden een trambeambte en een pcli-
tie-agent met een roode vlag, Aan de
andere ijde was een touw gespannen,
waaraan roode zakdoeken gebonden
waren. Hier stonden eenige padvinders,
die zeer verdienstelijk werk hebben ver
richt. Het autoverkeer moest namelijk
langs een zijweg geleid worden. Door
middel van seinen, die de padvinders
elkaar gaven, kon 't verkeer ongehin
derd en zonder ongelukken plaats heb
ben. De auto's konden toen per drie
tegelijk doorgelaten worden".
Van l.et ongeluk zelf had onze zegs
man büna niets gezien.
Moet het onding weg?
De Telegraaf schrijft nog:
In een kort onderhoud dat wij had
den omtrent het droevig gebeuren te
Laren met burgemeester Jhr. H. L. M.
van Nispen van Sevenaer gaf deze als
zijn vaste overtuiging te kennen, dat
met het tegenwoordige snelverkeer en
de zeer smalle wegen in Laren's om
geving een voertuig als de Gooische
Stoomtram een onding genoemd moet
worden.
Afgezien van het remvraagstuk,
waarover het laatste woord nog niet
gezegd is, was Laren's burgemeester
van oordeel, dat het gevaar voor
ernstige ongelukken zal voortduren,
zoolang de huidige toestand besten
digd blijft.
„Hoe eerder wij van dit angst en
schrik verspreidende vehikel verlost
worden, hoe liever 't mij zal zijn", al
dus luchtte de burgemeester zijn
hart.
t
Naar gemeld wordt is de toestand der
zwaar gewonden naar omstandigheden
vrij goed. Alleen die van P. N. van den
Berg wekt op dit oogenblik eenige zorg
De heer Van den Berg is door den
schok gevallen en heeft daarbij zijn
milt gescheurd.
HAAGSCHE STADHUIS-QUAESTIE.
De gemeenteraad van Den Haag heeft
aangenomen het voorstel van B. en W.
om toe te staan een crediet van 30.000
'voor het door de architecten Dr. H. P.
Berlage en J. Limburg laten maken van
een studie-ontwerp van een stadhuis
aan het Spui en een dergelijk ontwerp
voor een tadhuis aan den Groenmarkt-
Kerkplein.
BROEDERTWIST.
Het persbureau Vaz Dias meldt ons
uit Noordwijkerhout van Maandag:
In de Zilk heeft een broedertwist een
noodlottig gevolg gehad. In dezelfde ka
mer. waar de moeder ziek te bed lag,
stak de eene broer den anderen met
een broodmes. Vijf wonden werden hem
toegebracht. De dader is aangehouden
en het broodmes door de politie in be
slag genomen. De getroffene is nog niet
tot bewustzijn gekomen.
DE ROTTERDAMSCHE
WETHOUDERSKEUZE
EEN SOC.-DEM. WETHOUDER
VAN FINANCIëN
Te Rotterdam is weder een bespreking
ter zake van de verdeeling der wethou
derszetels gehouden. De soc.-dem. kon
den zich er mede vereenigen dat zU
twee wethouders zullen aanwijzen, een
voor de financiën en een voor de be
drijven. De overige drie zetels zullen,
naar de Maasbode bericht, niet door
rechts worden bezet. Er zijn nl. in de
Christ.-Historische fractie moeilijkhe
den gerezen waardoor zij niet bij machte
blijkt een candidaat aan te wijzen.
Daar, zoowel de R.-K. als de A.-R.
fractie zich tot slechts een wethouder
meenen te moeten bepalen ligt het voor
de hand. aldus het blad, dat de vijfde
wethouder nu zal moeten worden aan
gewezen door den Vrijheidsbond.
Wie echter de Vrijheidsbond zal aan
wijzen is nog niet bekend. Men noemt
de namen van den heer L. de Groot en
van het nieuw gekozen raadslid den
heer Hijman. Het nieuwe college §al
dus, naar alle waarschijnlijkheid, wor
den samengesteld -uit de heeren: de
Jong, Nivard, Heykoop, de Zeeuw, de
Groot of Hijman.
AGENT MET MES GESTOKEN.
Zaterdagnacht na liet sluitingsuur
kregen eenige cafébezoekers op de
Stroomarkt te Amsterdam twist met
elkaar. Toen zij een politie-agent ont
dekten, keerde hun woede zich tegen
den agent. De agent kreeg eea messteek
in den rug.
Met een diepe vleeschwonde moest de
agent naar het Binnengasthuis worden
vervoerd. Zijn toestand moet thans re
delijk zijn. De dader heeft de vlucht
genomen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
Geeft uwe advertenties op ter
18 plaatsing in het
HET algemeene GROOTE dagblad
der beschaafde kringen.
ALLE soorten advertenties worden
zonder prijsverhooging aangenomen
bij:
HET BIJKANTOOR
Tempeliersstraat 32 - Tel. 10209
FEUILLETON
door
AGATHA CHRISTIE.
Vertaling van A. <L Z.
25)
Het gezicht van den president werd
ernstiger.
„Bent u met iemand In gezelschap
geweest?"
„Neen".
.Hobt u iemand op uw wandeling ont
moet?"
„Neen".
,.Dat. is Jammer", zei de president
droogjes. „Ik moet dan aannemen, dat
u weigert te zeggen, waar u geweest bent
op het oogenblik. dat mr. Mace u stel
lig herkende in dengeen, die den winkel
binnen kwam, om strychnine te koo-
^eriT'
„Als u het zoo wilt opnemen, ja
„Wees voorzichtig. Mr. Inglethorp".
Poirot zat zenuwachtig te draaien.
„Hm. hm!" kuchte hü- „Wil die idioot
van een man gearresteerd woYden?"
Inglethorp maakte inderdaad een
6lecbien indruk. Zijn beuzelachtig ont
kennen zou een kind nog niet overtuigd
hebben. Dc president ging echter vlug
naar het volgende punt over, en Poirot
s.aakte een diepen zucht van verlichting.
„U had Dinsdagmiddag een bespre
king met uw vrouw?"
„Pardon", viel Alfred Inglethorp hem
in de rede. „u bent verkeerd ingelicht.
Tk had geen twistgesprek met mijn
lieve vrouw. De heele geschiedenis is
absoluut onwaar. Ik was den heelen
middag van huis".
„Hebt u iemand, die dat kan bewij
zen?"
„U hebt mfjn woord", zei Inglethorp
uit de hoogte.
De president deed geen moeite, om te
antwoorden.
„Er zijn twee getuigen. die willen
zweien, dat ze uw oneenigheid met me
vrouw Inglethorp gehoord hebben".
„Die getuigen vergissen zich".
Ik was verbaasd. Die man sprak met
zoo'n kalme zekerheid, dat ik wankel
de. Ik keek naar Poirot. Er was een uit
drukking van triomf op zijn gezicht, die
ik niet kon begrijpen. Was hij eindelijk
overtuigd van Alfred Ingle thorp's
schuld?
„Mr. Inglethorp". zei de president,
„u hebt de stervenswoorden van uw
vrouw hier hooren herhalen. Kunt u die
op één of andere manier verklaren?"
„Zeker kan ik dat".
„Het lijkt me heel eenvoudig. De ka
mer was schemerachtig verlicht. Dr.
Bauerstcin heeft mijn lengte en bouw.
en draagt, evenals ik. een baard. In het
flauwe licht, en lijdend als ze was, zag
mijn arme vrouw hem voor mij aan".
„Ah!" mompelde Poirot voor zich
heen. „Maar dat is een idee!"
„U denkt, dat het waar is?" fluisterde
ik.
„Dat zeg ik niet. Maar het is werke
lijk een vernuftige onderstelling".
„U hebt de laatste woorden van mijn
vrouw als een beschuldiging opgevat"
vervolgde Inglethorp „ze waren, in
tegendeel een beroep op me".
De president dacht een oogenblik na,
toen zei hij: „Ik geloof, mr. Inglethorp,
dat u zelf dien avond de koffie hebt in
geschonken. en aan uw vrouw gebracht".
„Ik heb die ingeschonken, ja. Maar
ik heb ze haar niet gebracht. Ik wilde
het doen. maar ik kreeg de boodschap,
dat er een kennis van me aan de voor
deur was, dus zette ik de koffie op het
tafeltje in de hall. Toen ik een paar
minuten later weer door de hall kwam.
was ze weg".
De verklaring mocht waar zijn. of
niet, maar ze scheen mij toe, de zaken
voor Inglethorp niet te verbeteren. In
ieder geval had hü ruim den tüd gehad,
om het vergif er in te doen.
Op dat oogenblik stootte Poirot me
zachtjes aan. en wees twee mannen aan
die samen bü de deur zaten. Dc ééne was
een kleine, scherpe, donkere man. met
het gezicht van een fret, de andere was
lang en blond.
Ik ondervroeg Poirot zwijgend. Hij leg
de zün lippen aan mün oor.
PWeet je, wie die kleine man is?"
Ik schudde het hoofd.
„Dat is de inspecteur van de recherche,
James Japp van Scotland Yard Jim
my Japp. De andere man is ook van
Scotland Yard. De zaken marcheeren
snel, m'n vriend".
Ik keek de beide mannen scherp aan.
Ze hadden zeker niets van den politie
ambtenaar over zich. Ik zou nooit ver
moed hebben, dat ze officieele personen
waren.
Ik staarde nog steeds naar hen, toen
ik opgeschrikt werd. en mijn aandacht,
werd teruggebracht door de uitspraak,''
die gedaan werd:
„Moord met voorbedachten rade te
gen ééfi of meerdere onbekende per
sonen".
HOOFDSTUK VII.
Poirot betaalt zijn schuld.
Toen we uit het Wapen van Styles
kwamen, trok Poirot me opzij door een
zachten druk van zün arm. Ik begreep
zün bedoeling. Hü wachtte op de man
nen van Scotland Yard.
Na een paar minuten kwamen ze bui
ten en Poirot stapte dadelük naar voren,
en sprak den kleinste van de twee aan.
„Ik vrees, dat u zich znü niet herin
nert, Inspecteur Japp".
„Wel. zoowaar Mr. Poirot!" riep de in
specteur. Hü keerde zich naar den an
deren man. „Je hebt me wel hooren
spreken over Mr. Poirot? Het was in
1904, dat hü en' ik samen gewerkt heb
ben in de Abercrombie-zaak van
valschheid in geschrifte je herinnert
je wel, hü werd in Brussel gepakt. Ja,
dat waren groote dagen, monsieur. Her
innert u zich ook nog „Baron" Altara?
Dat was een echte schavuit! Hü ont
snapte aan de vingers der politie van
half Europa. Maar we kregen hem in
Antwerpen te pakken dank zü Mr.
Poirot hier".
Terwül ze zich in die vriendschappe-
lüke herinneringen verdiepten, kwam ik
dichterbü en werd voorgesteld aan den
Inspecteur der recherche Japp, die ons
beiden op zün beurt aan zün metgezel
voorstelde, Hoofdcommissaris Summer-
haye.
„Ik behoef u niet te vragen, wat u
hier doet, heeren", merkte Poirot op.
Japp sloot veelbeteekenend één oog.
„Neen, zeker niet. Een vrü heldere
zaak, zou ik zeggen".
Maar Poirot antwoordde ernstig:
„Daarin ben ik het niet met u eens".
„Och kom!" zeide Summerhaye, zün
mond voor het eerst openend. „De heele
zaak is stellig zoo klaar als de dag. De
man is büna op heeterdaad betrapt. Hoe
hü zoo dom kon zün. begrüp ik niet!"
Maar Japp keek Poirot oplettend aan
„Houd je kalm. Summerhaye". merk
te hü schertsend op. „Monsieur en ik
hebben elkaar eerder ontmoet en ik
zou niemands oordeel eerder aannemen
dan het zijne. Als ik me niet erg vergis,
voert hü iets in 't> schild. Is dat met
zoo, monsieur?"
Poirot glimlachte.
„Ik heb enkele gevolgtrekkingen ge
maakt ja".
Summerhaye keek nog wat ongeloovig,
maar Japp bleef Poirot aanstaren.
,Het zit zoo", zei hü, „tot nog toe heb
ben we de zaak alleen van den buiten
kant gezien. Daarin heeft de Yard een
slechte kans bü een geval als dit,
waar de moord, om zoo te zeggen, pas
voor den dag komt na het onderzoek.
Er hangt zooveel van af, dat men da
delük ter plaatse is en daarin is Mr.
Poirot ons vóór geweest. We zouden
hier nog niet eens zoo gauw geweest
zyn, als er niet een kranige dokter bü
geweest was. die ons door den president
liet waarschuwen. Maar u bent van het
begin af er bü geweest en u hebt mis
schien een paar kleine aanwijzingen op
gepikt. Volgens het getuigenverhoor bü
de zitting heeft Mr. Inglethorp zün
vrouw even zeker vermoord, als ik hier
sta, en als iemand anders dan u het
tegendeel beweerde, zou ik hem in zün
gezicht uitlachen. Ik moet zeggen, dat
ik verbaasd was. dat de jury de beschul
diging van moord met voorbedachten
rade niet direct tegen hem uitsprak. Ik
denk. dat ze het gedaan zouden hebben,
als öe president er niet geweest was
die scheen hen er van terug te houden".
.Misschien hebt u nu al een bevel
voor zijn arrestatie in uw zak", opperde
Poirot.
(Wordt vervolgd).