HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN HANDELSBLAD DE GEHEIMZINNIGE ZAAK VAN STYLES DINSDAG 9 AUG. 1927. DERDE BLAD HET ONTZETTEND ONGELUK NABIJ LAREN Nog eenige tragische bijzonderheden VOLGENS DEN ONDERDIRECTEUR IS ER NIET „MAAR RAAK" GEREDEN. ZIJN DE REMMEN DEUGDELIJK? Nog een foto van de mine na de botsing der beide treinen van de Gooische stoomtram, die Zondagmiddag even onder Laren op elkaar gereden zijn. De ramp kostte aan vier personen het leven en andere levens zün bedreigd. Tragische bijzonderheden.. Het Volk deelt nog tragische bijzonderheden mede. Het meldt dat het gelaat van den heer Lisser, toen hij van onder de tram werd uitgehaald, ge heel was ingedrukt en dat hem de her senen uit den schedel waren gestooten. Zijn echtgenoote. zoowel als zijn doch tertje Greta, waren letterlijk vaneen gereten. De heer Schreuder vertoonde geen uiterlijke wonden. Slechts in de maag streek was een blauwe plek te zien, wat er op wijst dat hU door inwendige kwetsuren, waarschijnlijk het scheuren van lever en milt om het leven is geko men. Hij leefde nog toen hij onder de locomotief te voorschijn kwam en werd In allerijl naar het ziekenhuis gebracht, waar hU nog een oogenblik tot bewust zijn kwam om afscheid te nemen van zijn Jeugdige vrouw, die welhaast waan zinnig was van smart. Politie-ambte- naren, waarlijk toch menschen met sterke zenuwen konden het leed van deze jonge vrouw niet aanzien. De man leed onduldbare pijnen, waarvan de dood hem spoedig verloste..- ijc remmen deugdelijk?. Gemeld wordt dat aangaande de quaestie of de remmen der Gooische stoomtram aan de eischen voldoen, de vorige maand een correspondentie is gevoerd tusschen den burgemeester van Laren en den officier van justitie te Amsterdam en het Rijks toezicht op de spoorwegen. De burgemeester deelde den officier van justitie mede, dat naar aanleiding van een aanrijding hij de directie der stoomtram had verzocht een onderzoek naar het behoorlijk functioneeren der reminrichting toe te staan. Dit verzoek werd niet ingewilligd; er werd te kennen gegeven dat zulks alleen-zou worden toegelaten, indien het door den officier van justitie werd ge- yast. In verband daarmede vroeg de burgemeester hoe hij in dergelijke geval len moest handelen, en of het niet wenschclijk was, in zoo'n geval de ma chine, met het oog óp een deskundig onderzoek, in beslag te nemen. De burgemeester was niet overtuigd, dat bij de Gooische stoomtram alles perfect in orde was. Vooral niet bij de stoommachines, de benzinemotorwagens die een andere reminrichting hebben, zouden meende hij, beter zijn. Tenslotte wees hij nog op het geval van een aan rijding in Blaricum, waar de machinist ongeveer 30 meter noodig had om te stoppen. Het RUkstoezicht op de spoorwegen heeft naar aanleiding van deze zaak op 30 Juli een schrijven gericht aan den officier van justitie. Het meldt daarin, dat in het tramreglement voorschriften zijn gegeven omtrent de beremming van tramtreinen (art. 55) en omtrent het nazien der treinen voor het vertrek van een station, waar zij zijn samenge steld (art. 58). Op de richtige naleving dier bepalingen wordt door de ambte naren van het rijkstoezicht zooveel mo gelijk toegezien. Het in beslag nemen van de locomotief zou niet baten en moet ook in het belang van de uitoefe ning van den dienst zooveel mogelijk vermeden worden. Een deskundig onderzoek naar de reminrichtingen van de locomotief heeft weinig zin, indien het zich ook niet uit strekt over de aan de doorgaande vacuumrem aangesloten voertuigen, en kan naar het oordeel van den hoofd inspecteur-generaal der spoor- en tram wegen het beste geschieden door de ambtenaren die belast 2iJJn met het toe zicht. Dat de beremming der stoomtrei nen van de Gooische stoomtram minder goed zouden zijn dan die van de mo- tortreinen. was hem niet bekend en blijkt niet uit de rapporten. Meent de burgemeester van Laren, dat daaraan iets ontbreekt, dan zou hij zich (des noods telegrafisch) kunnen wenden tot den rijksinspecteur, ingenieur L. W. Ca- pel te Amsterdam, of tot hemzelf, in welk geval onmiddellijk een onderzoek zal worden ingesteld. Naar aanleiding van den gerezen twij fel, of bij de tramtreinen der Gooische tram aan de bovenbedoelde bepalingen wel stipt de hand wordt gehouden, wordt een nader onderzoek ingesteld. Of dat onderzoek nog is ingesteld is niet bekend, zoo wordt uit Hilversum aan de N.R.Ct. geschreven. De correspondent voegt daaraan nog de volgende mededeeling toe: „Evenwel schijnt vast te staan dat ook goede remwerktulgen het ongeluk van Zondag niet hadden kunnen voor komen. De fout schijnt hierin te liggen, dat de Gooische stoomtram zoo zuinig moet werken zoowel met materiaal als personeel, dat bij drukte de dienst on middellijk in de war loopt. Dc tcgcnstüidige orders... Het Hbld. schrijft: Ten kantore van de Gooische Stoom tram aan den Middenweg (Watergraafs meer) hadden wij een onderhoud met den onderdirecteur van de Maatschap pij, die ons een antwbord heeft gege ven op de vraag, hoe het mogelijk was. dat de conducteurs van de beide tram treinen tegenstrijdige orders hadden gekregen. De tramtreinen rijden steeds volgens de vastgestelde dienstorders en de gra fieken, waarop alle wisselplaatsen nauw keurig zijn aangegeven. Voor de Zondagen, waarop extra-dien sten loopen. zijn speciale dienstorders en grafieken opgemaakt. Op 24 Juli en 31 Juli is reeds volgens deze grafieken gereden en alles klopte uitstekend, on danks de geweldige drukte. Op 31 Juli b.v. zijn 80 volle tramtrei nen naar Muiderberg en hei Gooi ver trokken, ruim 20.000 reizigers zijn ver voerd. Men zal begrijpen dat, zoodra één 'tram vertraging heeft, de geheele dienst in de war kan loopen, omdat de wissel- tijden niet meer kloppen. Om te voorkomen, dat de tegenko mende trams aan de wisselplaatsen zeer lang moeten wachten, is het dan nood zakelijk de trams elders te laten wisse len, m.a.w. om van de dienstorder af te wijken. Wanneer zoo'n afwijking noodzake lijk is, wordt de grootst mogelijke voor zichtigheid betracht. De tram wordt dan „per telefoon behandeld". De chefs der stations, waartusschen de tram rijdt, plegen telefonisch overleg en naar aanleiding van hun afspraken krijgen de conducteurs en de machi nisten hun opdrachten. Wanneer die afspraken behoorlijk worden gemaakt en de opdrachten wor den uitgevoerd, moet de dienst func tioneeren. De tramtrein uit Amsterdam nu, wel ke bij Laren is verongelukt, had bij den overgang Linnaeusstraat 17 minuten vertraging gekregen. Er kwamen nog een paar minuten bij, zoodat de tram 20 minuten te laat was. De tram was daarom per telefoon be handeld". Op die wijze was zij te Mui derberg gekomen. Van daar keerde zij terug met de bedoeling door te rijden in Oostelijke richting. Bij Hakkelaarsbrug zou, volgens af spraak tusschen de chefs van Muider berg en Naarden, de tramtrein uit Am sterdam wachten op de tram uit Naar den. Dit is geschied. De chef van Muiderberg heeft ook een telefonisch gesprek gehad met den chef te Laren en als resultaat daarvan deelde hij aan den conducteur van de verlaten tram mede. dat direct naar La ren moest worden doorgereden, zonder wisselen dus. Deze opdracht werd ge geven te 12 u. 20, vóór het vertrek uit Muiderberg. Terwijl de tram bij Hakkelaarsbrug wachtte, werd de conducteur aan de telefoon geroepen. De chef van Laren was aan het toestel en zeide tot den conducteur: „Kom bij De Gooische Boer aan de telefoon". Inmiddels was de chef uit Muider- berg bij Hakkelaarsbrug gekomen. Hij herhaalde de opdracht aan den conduc teur om door te rijden tot Laren. De conducteur maakte melding van het telefonische bericht van den chef uit Laren. De chef van Muiderberg zeide daar op: „Neen, neen, geen oponthoud. Ik heb met den chef uit Laren uitdruk kelijk afgesproken, dat je moet doorrij den". De conducteur kon niet anders doen. dan zich aan deze laatste order hou den. Hij heeft dus bij De Gooische Boer niet meer getelefoneerd, met het be kende -.oodlottige gevolg. Uit dezen gang van zaken blijkt dus, dat er niet „maar raak" is gereden, dat de vereischte afspraken zijn gemaakt. Echter en hier schuilt de oorzaak van het ernstige ongeluk de chefs van Muiderberg en Laren moeten VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 968 VILLA-PARK MOEILIJKHEDEN Kommer heeft weer ruzie met z'n buurlui, want hy wil zijn grasperk niet knippen, voor Jansen hem zijn grasmachine heel heeft terugbezorgd. Jansen beweert, dat de grasmachine gebroken was toen hij 'm leende en hij doet er niets aan en intusschen wordt de aanblik van het geheele park bedorven door het lange g*-as van de Kommers. elkaar verkeerd hebben begrepen. De eerste dacht dat de tram kon doorrijden, de tweede was van meening dat zij bij De Gooische Boer zou wach ten. De onder-directeur was van meening, dat er van plichtsverzuim geen -sprake is. wel van een zeer betreurenswaardig misverstand. Hoe dat kan zijn ontstaan, onderzoekt thans de justitie. Bezoek van minister Van der Vegte. Naar gemeld wordt heeft de minister van Waterstaat, de heer mr. H. van der Vegte, vergezeld van een Inspecteur van de Spoorwegen, een bezoek gebracht aan Laren op de plaats, waar Zondag de noodlottige botsing tusschen twee treinen van de Gooische stoomtram heeft plaats gehad. De minister heeft zich door verschillende personen, die getuigen waren van het ernstig ongeval, laten voorlichten. Naar gemeld wordt is de instelling van een commissie van drie leden voor nader onderzoek te wachten als een ge volg van het bezoek van den minister. Nog een verhaal van een ooggetuige. Ook een Haarlemsche familie, be staande uit man, vrouw en een zoontje, heeft in een der treinen van de Gooi sche Stoomtram gezeten, die Zondagna middag nabij Laren met elkaar in bot sing zijn geweest. Het toeval heeft gewild dat deze drie personen niet tot de slachtoffers hebben bèhoord, omdat zij niet in den verniel den open wagen achter de locomotief hadden plaats genomen, maar op het achterbalcon van den achtersten wagen van den trein, die van Amsterdam kwam. „Ik heb er niet veel van gezien", zei onze stadgenoot. „Opeens hoorden we een ontzettenden klap en oogenblikke- lijk daarna volgde een hevige schok. We schrikten geweldig en sprongen meteen van den wagen af. De zware locomotie ven lagen op en over elkaar. De open wagen was erschrikkelijk gehavend. Het leek wel of liet bovenste gedeelte bij de zitbanken finaal was weggemaaid. Van de zijschotten was niets meer te zien. Een heel eigenaardige gewaarwor ding waren de oogenblikker. van dood- sche stilte, die op den zwaren schok volgde. Ik hoorde niets meer". „Hoorde u dan geen gekerm van de gewonden?" vroegen we. .Neen. Maar dat kwam omdat we da delijk weggeloopen zijn. We waren hevig van den schrik bevangen. Tegen vier uur ben ik daar nog eens teruggekeerd, maar toen waren de slachtoffers na tuurlijk reeds lang weg. De chaos was er nog. Het verkeer van auto's was bij zonder druk. De weg aldaar was ge blokkeerd. Aan den kant van Laren stonden een trambeambte en een pcli- tie-agent met een roode vlag, Aan de andere ijde was een touw gespannen, waaraan roode zakdoeken gebonden waren. Hier stonden eenige padvinders, die zeer verdienstelijk werk hebben ver richt. Het autoverkeer moest namelijk langs een zijweg geleid worden. Door middel van seinen, die de padvinders elkaar gaven, kon 't verkeer ongehin derd en zonder ongelukken plaats heb ben. De auto's konden toen per drie tegelijk doorgelaten worden". Van l.et ongeluk zelf had onze zegs man büna niets gezien. Moet het onding weg? De Telegraaf schrijft nog: In een kort onderhoud dat wij had den omtrent het droevig gebeuren te Laren met burgemeester Jhr. H. L. M. van Nispen van Sevenaer gaf deze als zijn vaste overtuiging te kennen, dat met het tegenwoordige snelverkeer en de zeer smalle wegen in Laren's om geving een voertuig als de Gooische Stoomtram een onding genoemd moet worden. Afgezien van het remvraagstuk, waarover het laatste woord nog niet gezegd is, was Laren's burgemeester van oordeel, dat het gevaar voor ernstige ongelukken zal voortduren, zoolang de huidige toestand besten digd blijft. „Hoe eerder wij van dit angst en schrik verspreidende vehikel verlost worden, hoe liever 't mij zal zijn", al dus luchtte de burgemeester zijn hart. t Naar gemeld wordt is de toestand der zwaar gewonden naar omstandigheden vrij goed. Alleen die van P. N. van den Berg wekt op dit oogenblik eenige zorg De heer Van den Berg is door den schok gevallen en heeft daarbij zijn milt gescheurd. HAAGSCHE STADHUIS-QUAESTIE. De gemeenteraad van Den Haag heeft aangenomen het voorstel van B. en W. om toe te staan een crediet van 30.000 'voor het door de architecten Dr. H. P. Berlage en J. Limburg laten maken van een studie-ontwerp van een stadhuis aan het Spui en een dergelijk ontwerp voor een tadhuis aan den Groenmarkt- Kerkplein. BROEDERTWIST. Het persbureau Vaz Dias meldt ons uit Noordwijkerhout van Maandag: In de Zilk heeft een broedertwist een noodlottig gevolg gehad. In dezelfde ka mer. waar de moeder ziek te bed lag, stak de eene broer den anderen met een broodmes. Vijf wonden werden hem toegebracht. De dader is aangehouden en het broodmes door de politie in be slag genomen. De getroffene is nog niet tot bewustzijn gekomen. DE ROTTERDAMSCHE WETHOUDERSKEUZE EEN SOC.-DEM. WETHOUDER VAN FINANCIëN Te Rotterdam is weder een bespreking ter zake van de verdeeling der wethou derszetels gehouden. De soc.-dem. kon den zich er mede vereenigen dat zU twee wethouders zullen aanwijzen, een voor de financiën en een voor de be drijven. De overige drie zetels zullen, naar de Maasbode bericht, niet door rechts worden bezet. Er zijn nl. in de Christ.-Historische fractie moeilijkhe den gerezen waardoor zij niet bij machte blijkt een candidaat aan te wijzen. Daar, zoowel de R.-K. als de A.-R. fractie zich tot slechts een wethouder meenen te moeten bepalen ligt het voor de hand. aldus het blad, dat de vijfde wethouder nu zal moeten worden aan gewezen door den Vrijheidsbond. Wie echter de Vrijheidsbond zal aan wijzen is nog niet bekend. Men noemt de namen van den heer L. de Groot en van het nieuw gekozen raadslid den heer Hijman. Het nieuwe college §al dus, naar alle waarschijnlijkheid, wor den samengesteld -uit de heeren: de Jong, Nivard, Heykoop, de Zeeuw, de Groot of Hijman. AGENT MET MES GESTOKEN. Zaterdagnacht na liet sluitingsuur kregen eenige cafébezoekers op de Stroomarkt te Amsterdam twist met elkaar. Toen zij een politie-agent ont dekten, keerde hun woede zich tegen den agent. De agent kreeg eea messteek in den rug. Met een diepe vleeschwonde moest de agent naar het Binnengasthuis worden vervoerd. Zijn toestand moet thans re delijk zijn. De dader heeft de vlucht genomen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regeL Geeft uwe advertenties op ter 18 plaatsing in het HET algemeene GROOTE dagblad der beschaafde kringen. ALLE soorten advertenties worden zonder prijsverhooging aangenomen bij: HET BIJKANTOOR Tempeliersstraat 32 - Tel. 10209 FEUILLETON door AGATHA CHRISTIE. Vertaling van A. <L Z. 25) Het gezicht van den president werd ernstiger. „Bent u met iemand In gezelschap geweest?" „Neen". .Hobt u iemand op uw wandeling ont moet?" „Neen". ,.Dat. is Jammer", zei de president droogjes. „Ik moet dan aannemen, dat u weigert te zeggen, waar u geweest bent op het oogenblik. dat mr. Mace u stel lig herkende in dengeen, die den winkel binnen kwam, om strychnine te koo- ^eriT' „Als u het zoo wilt opnemen, ja „Wees voorzichtig. Mr. Inglethorp". Poirot zat zenuwachtig te draaien. „Hm. hm!" kuchte hü- „Wil die idioot van een man gearresteerd woYden?" Inglethorp maakte inderdaad een 6lecbien indruk. Zijn beuzelachtig ont kennen zou een kind nog niet overtuigd hebben. Dc president ging echter vlug naar het volgende punt over, en Poirot s.aakte een diepen zucht van verlichting. „U had Dinsdagmiddag een bespre king met uw vrouw?" „Pardon", viel Alfred Inglethorp hem in de rede. „u bent verkeerd ingelicht. Tk had geen twistgesprek met mijn lieve vrouw. De heele geschiedenis is absoluut onwaar. Ik was den heelen middag van huis". „Hebt u iemand, die dat kan bewij zen?" „U hebt mfjn woord", zei Inglethorp uit de hoogte. De president deed geen moeite, om te antwoorden. „Er zijn twee getuigen. die willen zweien, dat ze uw oneenigheid met me vrouw Inglethorp gehoord hebben". „Die getuigen vergissen zich". Ik was verbaasd. Die man sprak met zoo'n kalme zekerheid, dat ik wankel de. Ik keek naar Poirot. Er was een uit drukking van triomf op zijn gezicht, die ik niet kon begrijpen. Was hij eindelijk overtuigd van Alfred Ingle thorp's schuld? „Mr. Inglethorp". zei de president, „u hebt de stervenswoorden van uw vrouw hier hooren herhalen. Kunt u die op één of andere manier verklaren?" „Zeker kan ik dat". „Het lijkt me heel eenvoudig. De ka mer was schemerachtig verlicht. Dr. Bauerstcin heeft mijn lengte en bouw. en draagt, evenals ik. een baard. In het flauwe licht, en lijdend als ze was, zag mijn arme vrouw hem voor mij aan". „Ah!" mompelde Poirot voor zich heen. „Maar dat is een idee!" „U denkt, dat het waar is?" fluisterde ik. „Dat zeg ik niet. Maar het is werke lijk een vernuftige onderstelling". „U hebt de laatste woorden van mijn vrouw als een beschuldiging opgevat" vervolgde Inglethorp „ze waren, in tegendeel een beroep op me". De president dacht een oogenblik na, toen zei hij: „Ik geloof, mr. Inglethorp, dat u zelf dien avond de koffie hebt in geschonken. en aan uw vrouw gebracht". „Ik heb die ingeschonken, ja. Maar ik heb ze haar niet gebracht. Ik wilde het doen. maar ik kreeg de boodschap, dat er een kennis van me aan de voor deur was, dus zette ik de koffie op het tafeltje in de hall. Toen ik een paar minuten later weer door de hall kwam. was ze weg". De verklaring mocht waar zijn. of niet, maar ze scheen mij toe, de zaken voor Inglethorp niet te verbeteren. In ieder geval had hü ruim den tüd gehad, om het vergif er in te doen. Op dat oogenblik stootte Poirot me zachtjes aan. en wees twee mannen aan die samen bü de deur zaten. Dc ééne was een kleine, scherpe, donkere man. met het gezicht van een fret, de andere was lang en blond. Ik ondervroeg Poirot zwijgend. Hij leg de zün lippen aan mün oor. PWeet je, wie die kleine man is?" Ik schudde het hoofd. „Dat is de inspecteur van de recherche, James Japp van Scotland Yard Jim my Japp. De andere man is ook van Scotland Yard. De zaken marcheeren snel, m'n vriend". Ik keek de beide mannen scherp aan. Ze hadden zeker niets van den politie ambtenaar over zich. Ik zou nooit ver moed hebben, dat ze officieele personen waren. Ik staarde nog steeds naar hen, toen ik opgeschrikt werd. en mijn aandacht, werd teruggebracht door de uitspraak,'' die gedaan werd: „Moord met voorbedachten rade te gen ééfi of meerdere onbekende per sonen". HOOFDSTUK VII. Poirot betaalt zijn schuld. Toen we uit het Wapen van Styles kwamen, trok Poirot me opzij door een zachten druk van zün arm. Ik begreep zün bedoeling. Hü wachtte op de man nen van Scotland Yard. Na een paar minuten kwamen ze bui ten en Poirot stapte dadelük naar voren, en sprak den kleinste van de twee aan. „Ik vrees, dat u zich znü niet herin nert, Inspecteur Japp". „Wel. zoowaar Mr. Poirot!" riep de in specteur. Hü keerde zich naar den an deren man. „Je hebt me wel hooren spreken over Mr. Poirot? Het was in 1904, dat hü en' ik samen gewerkt heb ben in de Abercrombie-zaak van valschheid in geschrifte je herinnert je wel, hü werd in Brussel gepakt. Ja, dat waren groote dagen, monsieur. Her innert u zich ook nog „Baron" Altara? Dat was een echte schavuit! Hü ont snapte aan de vingers der politie van half Europa. Maar we kregen hem in Antwerpen te pakken dank zü Mr. Poirot hier". Terwül ze zich in die vriendschappe- lüke herinneringen verdiepten, kwam ik dichterbü en werd voorgesteld aan den Inspecteur der recherche Japp, die ons beiden op zün beurt aan zün metgezel voorstelde, Hoofdcommissaris Summer- haye. „Ik behoef u niet te vragen, wat u hier doet, heeren", merkte Poirot op. Japp sloot veelbeteekenend één oog. „Neen, zeker niet. Een vrü heldere zaak, zou ik zeggen". Maar Poirot antwoordde ernstig: „Daarin ben ik het niet met u eens". „Och kom!" zeide Summerhaye, zün mond voor het eerst openend. „De heele zaak is stellig zoo klaar als de dag. De man is büna op heeterdaad betrapt. Hoe hü zoo dom kon zün. begrüp ik niet!" Maar Japp keek Poirot oplettend aan „Houd je kalm. Summerhaye". merk te hü schertsend op. „Monsieur en ik hebben elkaar eerder ontmoet en ik zou niemands oordeel eerder aannemen dan het zijne. Als ik me niet erg vergis, voert hü iets in 't> schild. Is dat met zoo, monsieur?" Poirot glimlachte. „Ik heb enkele gevolgtrekkingen ge maakt ja". Summerhaye keek nog wat ongeloovig, maar Japp bleef Poirot aanstaren. ,Het zit zoo", zei hü, „tot nog toe heb ben we de zaak alleen van den buiten kant gezien. Daarin heeft de Yard een slechte kans bü een geval als dit, waar de moord, om zoo te zeggen, pas voor den dag komt na het onderzoek. Er hangt zooveel van af, dat men da delük ter plaatse is en daarin is Mr. Poirot ons vóór geweest. We zouden hier nog niet eens zoo gauw geweest zyn, als er niet een kranige dokter bü geweest was. die ons door den president liet waarschuwen. Maar u bent van het begin af er bü geweest en u hebt mis schien een paar kleine aanwijzingen op gepikt. Volgens het getuigenverhoor bü de zitting heeft Mr. Inglethorp zün vrouw even zeker vermoord, als ik hier sta, en als iemand anders dan u het tegendeel beweerde, zou ik hem in zün gezicht uitlachen. Ik moet zeggen, dat ik verbaasd was. dat de jury de beschul diging van moord met voorbedachten rade niet direct tegen hem uitsprak. Ik denk. dat ze het gedaan zouden hebben, als öe president er niet geweest was die scheen hen er van terug te houden". .Misschien hebt u nu al een bevel voor zijn arrestatie in uw zak", opperde Poirot. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 10