DE BELASTINGEN IN FRANKRIJK. FEUILLETON DE GEHEIMZINNIGE ZAAK VAN STYLES DCRTKUNDER BINNENLAND FLITSEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 24 AUG. 1027 Meer betalen dan verdienen. EEN VERRASSING! (Van onzen Parijsohen correspondent.) VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 981 KOFFER SLUITE' Vader besluit optimistisch den koffer dicht te doen ontdekt dat dit maar niet zoo een- vcudig gaat gaat er bovenop zitten merkbaar resultaat komt tot de conclusie dat de in houd iets anders gerangschikt moet worden merkt dat ie nu nog veel verder van sluiten af is pakt alles opnieuw en slaagt er. dank zij herculische pogingen in een kant dicht te krijgen probeert den anderen kant dicht te kri;/ I is op het punt van slagen als zijn vingers ertusschen raken en beide I zijden weer open moeten stemt erin toe zijn overjas, zijn camera en een paar van zijn schoenen buiten den koffer te laten. (Nadruk verboden.) Terug van vacantie. Een stapel cou ranten, catalogi, drukwerken, en boven op een grijze enveloppe, de „douloureu- se", aanmaning van de belasting om binnen de zooveel dagen te komen be talen op het bureau van den ontvan ger. Bij gebreke staat ..monsieur de Pa ris" klaar om desnoods met geweld het geld los te krijgen. De berekening van hetgeen men schuldig is is gewoonlijk zoo ingewik keld en de ambtelijke taal zoo helder, dat de fiscus er tegenwoordig een prijscourantje bij insluit zoodat een ieder aan de hand van die berekeninge- tjes precies zelf kan nagaan hoeveel hij schuldig is. De rekening klopt, dus.._ In het buitenland heeft men menig maal beweerd dat de Franschen niet genoeg directe belasting betalen, dat men er niet den moed heeft om de di recte belastingen te verhoogen en dat men daarom heft op alle artikelen en de z.g. „onzichtbare" belasting opdrijft hetgeen direct van invloed is op de le vensduurte. Het laatste is waar, het eerste niet. Er is inderdaad geen artikel, geen levensmiddel, geen voorwerp dat niet aan belasting onderhevig is. Op het een betaalt men een paar sous per pond. op het andere 14 tot 20 procent, op onroerende goederen komt zelfs 25 pro cent. Dat er een limiet is, zien we juist met deze laatste belasting welke tot ge volg heeft gehad dat de zaken geheel stilstaan. Een wetsontwerp is dan ook ingediend om de 25 procent te verlagen tot 18, hetgeen ook nog te veel zal bla ken, vooral in plaatsen waar woning nood een van de meest moeilijke pro blemen van het oogenblik is. Ook van de 14 tot 20 procent ondervindt de handel enorm schade. Meubelen, nieuw zoowel als oud, boeken, schilderijen, metalen worden zoo met een vijfde ver hoogd als zijnde.... luxe artikelen. Klee- ren, schoenen, levensmiddelen, enfin, alles wordt nog eens extra-belast boven hetgeen de winkelier al meet betalen aan patent, aan belasting op den om zet en hetgeen hij natuurlijk ten volle verhaalt op den verbruiker. Als men dat alles eens zou optellen over een jaar. dan zou men zien, dat de Franschman oneindig veel meer be lasting betaalt dan wie dan ook. Want met die „onzichtbare" belasting is hij ér geenszins af. - Juist om eens te kijken hoe ver de fiscus gaat hebben we aan verschil lende kantoren geïnformeerd. En we ver namen een geval van iemand die 938 francs verdient en die daarvoor1243 francs aan den fiscus schuldig is. Absurd? Onmogelijk? Absoluut onlo gisch? Noemt het zooals u wilt. we constateeren een feit en zullen het ver klaren. Hij is huiseigenaar in het noorden en i heeft o.a. in Reims verschillende huizen welke hij verhuurt. Nu is er daar een crisis, d.wz. er staan te veel huizen leeg omdat er geen huurders zijn. Zoo toucheerde hij over 1926 aan huur 938 francs, waarvan de fiscus er 1243 francs 26 centimes eischt. Over 1927 verdub belt hij zijn inkomsten, door enkele huizen te kunnen verhuren, en hij tou cheert 1824 francs. En daar vraagt de fiscus slechts (in verhouding althans) 1470 fr. 57. Een slimmerik is hij die er iets van begrijpt. Deze huiseigenaar is tachtig jaar en hij moet leven van het geen zijn bezittingen hem opbrengen. Maar hoe kan hij dat nu de fiscus veel meer van hem eischt dan hij verdient? Verkoopen? Maar waar er daar huizen leeg staan wil niemand koopen te min der nog omdat de fiscus alweer 25 pro cent of een kwart van den verkoopprijs opeischt. Hypotheek nemen? Hoe kan iemand, die in zoo'n geval is, een in terest van 15 procent betalen? Moreel is de Staat er toe verplicht, hoor ik iemand zeggen. Laat hij ons dan ook het loketje moreel bij den ontvanger aanwijzen. Neen, om niet in het gevang te gaan zit er niets anders op dan... de huizen cadeau ie geven aan den Staat. Maar dan heeft hij heelemaal geen in komsten meer. Neen, maar in dat ge val zou hij er nog bij winnen en de Staat zou verplicht zijn om hem als armlastig te onderhouden, hem, eige naar van verscheidene huizen. Ge ziet hoe absurd een administratie kan zijn. Of liever: een wet die niet in alle eventualiteiten voorziet. Want de berekening van den ontvanger is juist en hij doet niet anders aan de wet toe passen. Maar wat te denken van een wet of van een wetgever die dergelijke nonsens mogelijk maakt? Sedert het einde van den oorlog gedwongen door de omstandigheden, door de schulden, heeft iedereen zitten peinzen, hoe men door AGATHA CHRISTIE. Vertaling van A. d. Z. 38) „Denkt u dat werkelijk?" Ik kon mijn genoegen niet verbergen. „Daar ben ik heel zeker van. En ik zal je zeggen, waarom". „Ja". «Omdat ze van iemand anders houdt, mon ami". „O!" Wat kon hij bedoelen? Zonder dat ik het wilde, spreide zich een aan gename warmte over me uit. Ik ben geen vermaarde man, waar het vrouwen betreft, maar ik herinnerde me zekere bewijzen, op het oogenblik zelf misschien te licht opgevat, maar die stellig sche nen aan te toonen Mijne prettige gedachten werden af gebroken door het plotselinge binnen komen van miss Howard. Ze keek haas tig in 't rond, om er zeker van te zijn, dat er niemand anders in de kamer was, en haaide vlug een oud stuk bruin pa pter ta voorschijn. Dit overhandigde ze aan Pö..oc, onderwijl de geheimzinnige nieuwe belastingen zou kunnen heffen, Imaar niemand heeft gedacht aan de wijsheid van het spreekwoord dat het kruikje slechts zoolang te later gaat tot het berst. De belasting is berekend op een basis van 180 francs het pond sterling. Se dert meer dan een jaar is de francs gestabiliseerd op 120 het pond, maar nog wacht iedereen op een verminde ring van een vierde van de belastingen, hetgeen was beloofd maar wat men nog heeft moeten uitstellen tot een volgend •jaar. En hier zien we hoe gevaarlijk het aanzetten van de duimschroeven is. Ook in Nederland heeft het verschijn sel zich voorgedaan dat een deel van de bezittende klasse zoo het vel over de ooren werd gehaald, dat zij naar het buitenland trok. In Frankrijk ziet men dat minder, maar... het kapitaal gaat naar het buitenland of wordt in buiten- landsehe fondsen belegd. Het komt op hetzelfde neer:: in plaats dat het land verrijkt, verarmt het. Erger nog dan bij ons is het in een land als Frankrijk dat altijd bij uitne mendheid de natie van de kleine spaarders is geweest en zal blijven. We geven nu een historisch geval. Het is grappig, of treurig, net zooals ge wilt, maar het is boven alles waar. Hij had in een jaar drieduizend francs opzij geelegd en die naar de bank ge bracht om aan het eind van het jaar couponnetjes te knippen. Een vriend, die in zaken was, had hem geraden wat hij moest koopen. Maar wat een opof feringen waren aan dat alles vooraf gegaan. Niet meer rooken, niet meer drinken, loopen inplaats van een bus nemen, kleeren laten keeren, maar en fin: de drie duizend francs waren er en waren veilig belegd. Toen kwam de groote datum, lang verwacht, om naar de bank te gaan en couponnetjes te knippen. Dat was me een feest. Ze had den 's avonds al zitten uitrekenen W2t zij zouden kunnen doen met hetgeen het „kapitaal" aan interest opbracht. Kwart voor negenen stonden ze al voer het bankgebouw en te klokslag negenen verdrongen ze zich voor het loketje. Hij heeft vier verschillende waarden en schuift ze naar voren: een couponnetje van 75 francs 60, een van 45 fr. 20, een van 20 francs 80 en een van 20 francs. Zoo maar 160 francs toucheeren, zonder er iets voor te doen, zonder het kapitaal aan te spreken... ze smoesden wat en het wachten viel lang. Eindelijk werd zijn naam afgeroepen en met een sprong waren ze, man, vrouw en zeurig kind, voor de toonbank. De belasting moet nog worden be taald, die moet ik inhouden zegt de meneer achter het traliehekje. Natuurlijk..» Dat wordt dan.... op de coupon van 75 francs 60 valt 75 fr. 50 belasting. Blijft dus tien centimes. Wat? Op dien van 45 francs 20 valt 44 francs-belasting. Blijft een franc, gaat de ander onverstoord verder. Op de cou pon van 20 francs 18 francs 74 voor de fiscus blijft 1 fr. 26, op die van 20 fr. 80 komt 24 fr. 70 belasting zoodat u daar nog 3 fr. 90 schuldig bent. Maar waar u van de andere gezamenlijk 2 fr. 36 overblijft, bent u nog voor belasting slechts 1 fr. 54 of in ronde cijfers 1 fr. 55 schuldig..— We zullen nu maar niet vertellen wat de arme man wien dit overkwam toen precies zei. Maar dat het niet erg vriendelijk was voor de wetgevers die zoo'n nonsens mogelijk hebben ge maakt, dat hoef ik zeker niet te zeg gen. In een volgend artikel zal ik enkele andere gevallen geven met precies cijfers die de fiscus berekent, alsook de verklaring die men op het ministerie van financiën gaf. HENRY A. TH. LESTURGEON. Parijs, Augustus. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. ^tanjelioo^ I Zacht van Uiry 161 smaak J 3PCJWEPIJ O'OaAN.'EBOCM'eOTTEaOW woorden mompelend: Bovenop de kast". Toen verliet ze haastig de kamer. Poirot vouwde vlug het vel papier open, en uitte een kreet van voldoening. Hij spreidde het op ta fel uit. „Hom eens hies. Hastings. Zeg me nu eens, wat is die hoofdletter J. of L?" Het was een middelmatig groot vel pa pier, vrij stoffig, alsof het eer.igen tijd gelegen had. Maar het was het étiket, dat Poirot's aandacht trok. Bovenaan droeg het den gedrukten naa.'. van de firma Parkson, welkende tooneel-costu- miers, en het was geadressecaan den heer (de twijfelachtige hoofdletter) Ca vendish, .Huize Styles, Styles St. Mary, Essex.' „Het kan een T.. of het kan een L. zijn", zei ik. nadat ik het ding een paar minuten bekeken had. ,Het is stellig geen J." „Goed", antwoordde Poirot. het pa pier weer opvouwend. a „Ik ben het met je eens. Het is een L.. wees daar zeker van!" „Waar is het vandaan gekomen?" vroeg ik nieuwsgierig. „Is het belangrijk?" „Tamelijk. Het bevestigt een gissing van me. Toen ik het bestaan hiervan had beredeneerd, liet ik miss Howard er naar zoeken en, zooals je ziet, heeft ze succes gehad". „Wat bedoelde ze met: „Bovenop de kast?" „Ze bedoelde", antwoordde Poirot DE KONINGIN IN NOORWEGEN. EEN PRACHTIGE REIS. De heer Lampe, directeur van de Noorsche Reisvereeniging, die de konin gin en prinses Juliana op haar reis door het bergland van Noorwegen ver gezeld heeft, geeft in ..Aftenposten" de volgende bijzonderheden van deze reis: Gedurende het verblijf in Fefor heb ben de koninklijke reizigsters niet al te mooi weer gehad, maar desondanks is het de koningin en de prinses aldaar best bevallen. lederen dag werden uit stapjes te paard of te voet gemaakt naar de'mooie punten in de omgeving. De lunch werd dan in de open lucht gebruikt. De koningin schildert uitste kend en heeft gedurende haar verblijf in Fefor het tafereel vanuit haar hotel kamer op doek gebracht en vele schet sen gemaakt. De koningin toonde zeer goed op de hoogte te zijn van het Noorsche berg land. Toen de heer Lampe voorstelde een gemakkelijkeren en korteren weg naar Bygdin te nemen, wierp de ko ningin tegen, dat de weg over het Sogngebergte tcch zooveel interessanter was. Dat had zü zelf ontdekt. Per auto is toen van Fefor de reis gemaakt naar Roistein in het Boever- dal. De oude huisjes in de bergen trok ken de koningin zeer aan en zij maakte de opmerking, dat deze huisjes als 't ware bij de natuur in deze bergen hoorden Vervolgens werd te paard de reis naar Bcsvertun Toeristenkwartier voortgezet. Den volgenden dag ging de reis over het Sogngebergte naar Turtagrce. Deze tocht duurde tien uur. van 's morgens negen uur tot twintig uur 's avonds. Het weer was prachtig en de zon scheen helder. De lunch werd onder den blooten heinel, op het rendiermos zit tend. gebruikt. Een prachtig uitzicht had men hier over diepzwarte toppen naar de blikkerende gletschers. die tegen den diepblauwen hemel sterk af staken. De koninklijke gasten vonden vonden het er heerlijk. En later, toen de prachtige Sogn-bergen en de mooie toppen van Fanaraaken en Die Skaga- stoele te zien kwamen, raakten de rei zigsters in verrukking.. Deze vele berg- bloemen met haar prachtige kleuren verhoogden nog het fraaie tafereel. Toen het gezelschap in Turta.groe werd aangekomen was wenschte de koningin den grooten berg Store Skagastoestind meer van nabij te leeren kennen. Al leen zeer goede Alpinisten kunnen dezen berg beklimmen, maar ook aan den voet van den top heeft men een prach tig uitzicht. Te paard ging toen de reis naar den gletscher en te voet ver der den gletscher op. De reizigsters moesten zich aan touwen vasthouden. Na eenige dagen rust in Turtagroe werd de tocht naar beneden voortgezet langs de steile bergwegen tot Fortun in Sogn. De koningin bleef lang op den berg staan en berde het prachtigs uit zicht. Heel diep beneden zag men, aan beide t jden door steile rotsen omgeven het smalle dal en waar het land minder steil werd kwamen kleine groene stuk jes bouwland te voorschijn. „Wat een verschil met Nederland", riep de koningin uit. „Dit is het meest typisch Noorsche, dat ik ooit gezien heb! En het bevalt mij uitstekend. Hier is poëzie! Maar wat moet het hier moeilijk werken zijn en wat een be zwaarlijk land voor de bewoners. Hier is een heel andere atmosfeer dam in Nederland. Ook de lucht is er heel an ders". Van Fortun ging de reis verder naar Skjolden, voorts per schip naar Laerdal en per auto naar Jotunheïmen, waar de koninklijke pasten nu in het Alpenhotel verblijven. De koningin heeft twee tapijten van typisch Noorsch patroon gekocht, door boerinnen geweven. PONTON OMGESLAGEN. EEN MAN VERDRONKEN. Dinsdagmiddag omstreeks 12 uur wa ren twee werklieden aan Boele's Scheeps werf en Machinefabriek te Bolnes op een ponton bezig met het verrichten van herstellingen aan een schip. Door een zwaren golfslag sloeg de ponton plotseling cm, tengevolge waarvan beide personen te water geraakten. De een wist zich zwemmende te redden, doch de ander, H. de Kok, van Rotterdam :s verdronken. lijk is na een ar tier opgevischt en vervoerd naar de algemeene begraafplaats te Rijsoord. dadelijk, „dat ze het boven op een kast heeft gevonden". „Een grappige plaats voor een stuk bruin papier," peinsde ik. „Volstrekt niet. Bovenop een kast is het een uitmuntende plaats voor bruin paDier en kartonnen doozen. Ik heb ze er "zelf bewaard. Netjes geschikt is er voor het oog niets hinderlijks". „Poirot", vroeg ik ernstig, „bent u al achter de misdaad gekomen?" ,.Ja, dat is te zeggen, ik geloof, dat ik weet, hoe die bedreven is". „Ah!" „Ongelukkig heb ik geen bewijs behal ve mijn gissing, tenzij" met plotse linge kracht greep hij me bij den arm, en trok me mee de gang door, in zijn opgewondenheid in 't Fransch roepend: ..Mademoiselle Dorcas, Mademoiselle Dorcas. Mademoiselle Dorcas, un moment s' il vous plait!" Dorcas, opgeschrikt door het leven, kwam haastig uit de dienkamer geloo- pen. „M'n goede Dorcas, ik heb een idee een klein idee als het juist bleek, wat zou het dan een geluk zijn. Vertel me eens, op Maandag, niet Dinsdag, Dorcas maar Maandag, is er toen iets gebeurd ynet de schel van mevrouw Inglethorp?" Dorcas keek heel verwonderd. „Ja, meneer, nu u het zegt, ja. hoe wel ik niet weet, hoe u dat gehoord hebt. Een muis, of zoo. moet den draad door geknaagd hebben. Er kwam Dinsdag- ONGEREGELDHEDEN IN DE CHASSéKAZERNE TE BREDA. Gemopper over de voeding. Geschoten met 'osse patronen. De majoor kalmeerde de mannen. Men meldt uit Breda aan de N.R.Ct. Maandag liepen te Breda geruchten, als zouden Zaterdagavond in de Chassé kazerne van het 6de regiment infanterie ernstige relletjes hebben plaats gehad, waarbij zelfs schoten zouden gevallen zyn. De hardnekkigheid waarmede deze geruchten aanhielden, deden cms be sluiten, een onderzoek in te stellen. Dank zij de voorkomendheid van den overste, werden wij in staat gesteld, den betrokken majoor en kapitein te hooren. Zij zeiden, dat er, naar aanleiding van de voeding, gemopperd is, dat er dien avond een minder prettige geest onder de mannen heersehte, en dat er ook bij of in de tent door een tot heden onbekend gebleven man schoten ge lost zijn. De ontevredenheid was ont staan onder de mannen van het léde regiment infanterie, hetwelk evenals het derde regiment infanterie op het oogenblik te Breda is gedetacheerd. Deze ontevredenheid uitte zich naar aanleiding van minder smakelijk opge- dischte aardappelen, hachée en vochtig brcod. Het 14de regiment was namelijk Zaterdag een half uur te laat van een oefening teruggekeerd. Dientengevolge zag het eten er minder smakelijk uit, en de mannen weigerden, dit tot zich te nemen. Er werd toen een half rant soen brood gegeven. Daarmee was na tuurlijk eenige tijd gemoeid. Toen het brood kwam, viel dat echter ook niet in den smaak, omdat het te versch en te vochtig was. De majoor heeft daarop de mannen toegesproken en hen gekalmeerd. Wat de schoten betreft, men deelde ons mee, dat een paar losse patronen werden afgeschoten. In de keuken hebben we ons van de kwaliteit van het eten overtuigd. Dit is over het algemeen uitstekend. De tenten zijn zeer ruim. De mannen zijn gelegerd in 20-mans-barak tenten, voor zien van electrisch licht. Zij slapen in kribben en ieder heeft een plank te zijner beschikking, om er een en ander op te leggen. ONGELUK IN DE MIJNEN. In den nacht van Maandag op Dins dag is de 30-jarige mijnwerker A. Kon- rab uit Heerlerbaan in de mijn Oranje Nassau III te Heerlerheide bij een rem- helling gegrepen door een kolenwagen- tje. De man werd naar het ziekenhuis te Heerlen vervoerd, waar hij Dinsdag ochtend vroeg is overleden. Hij was ge huwd en vader van een kind. morgen een man, om het in orde te ma ken'. Met een langgerekten uitrcep van ver rukking gal Poirot den weg aan naar de huiskamer. „Zie je, men moest eigenlijk niet naar bewijzen van buitenaf vragen neen, redeneering moest voldoende zijn. Maar het vleesch is zwak, het is een troost, te merken, dat men op het rechte spoor is. Ah, m'n vriend, ik ben krachtiger dan ooit. Ik loop hard! Ik spring!" En waarlijk, hardloopen en springen deed hij, wild het stukje grasveld bui ten de glazen deur afhuppelend. „"Wat doet die merkwaardige, kleine vriend van u toch?" vroeg een stem ach ter me, en toen ik me omkeerde, vond ik Mary Cavendish naast me. Ze glim lachte, en ik ook. „Waarvoor is dat al les?" „Dat kan ik u heusch rret zeggen. Hij vroeg Dorcas iets over -. schel, en scheen zoo verrukt met -;ar antwoord, dat hij nu rondspringt, zooals u ziet!" Mary lachte. „Hoe bespottelijk. Hij gaat het hek uit. Komt hij vandaag niet meer te rug?" „Dat weet ik niet. Ik heb al opgege ven, te raden, wat hij gaat doen". „Is hij wel goed wijs, mr. Hastings?" „Dat weet ik werkelijk niet. Soms heb ik het gevoel, dat hij zoo mal is, en dan, juist als hij op z'n malst is. merk ik, dat er methode in zijn dwaasheid is". VERLATE PUBLICITEIT. EEN MERKWAARDIG GEVAL! Een berichtgever van een Amster- damsch blad wij namen het bericht over heeft medegedeeld dat in den jongsten tijd een aanschrijving door den minister van Koloniën aan de burge meesters was gezonden hen opdragende alvorens een bewijs van gced zedelijk gedrag af te geven aan sollicitanten voor den Indischen dienst na te gaan of de betrokkene deel had genomen aan revo lutionaire propaganda van communisti- schen of antiinilitairistischen aard. Wat meldt nu echter het Algemeen Handelsblad? Reeds sedert meer dan een jaar wordt bij het inwinnen van inlichtingen 'over sollicitanten voor den Indischen dienst ook inlichtingen gewonnen over deze vraag. Het verhaal van die aanschrij ving is een sprookje! Het Hbld. voegt aan deze mededeeling toe: Der regeering zijn dus niet eerst door de communistische onlusten de oogen geopend voor de domheid, om menschen, die naar Indië gaan, om daar af te bre ken, wat wij er hebben opgebouwd, daarheen te zenden. Ja, reeds voor het optreden van den tegenwoordigen gou verneur-generaal, moet dat gebruik zijn or.tstaan blijkens onze inlichtingen. Minister Koningsberger en zijn raad gevers verdienen lof voor dit blijk van vooruitzien. Het ware wenschelijk geweest, dat de bewindsrn'an niet had gewacht op toe vallige publicatie door een burgemees ter, die een blad een nieuwtje wilde bezorgen, maar zelf tot publicatie ware overgegaan. Men is nu nog al eens gaarne ge neigd aan te nemen, dat de minister de dingen al te veel hun gang laat gaan. In dit opzicht evenwel blijkt hij diligent te zijn geweest. En vooruitziend!" TELEURSTELLENDE THUISKOMST. DE ECHTGENOOTEN VER- DWENEN. Toen de G. te Maarden 's avonds van zijn werk thuis kwam, trof hem de holle leegte van zijn woning. Aanvankelijk meende hij. een verkeerd huis te zijn binnengegaan, doch een blik buiten in de straat en op zijn huisnummer over tuigde hem niettemin, dat het wel de gelijk zijn woning was. Van het huis raad was geen spoor meer te ontdekken. Nu verlangde de G. wel niet direct op rozen te slapen, aldus „De Gooi- en Eemlander", doch een eenvoudig bed om het moede hoofd neer te leggen had hij „Zoo". Niettegenstaande haar lachje zag Mary er dien morgen peinzend uit. Ze scheen ernstig, bijna bedroefd. Het kwam mij in de gedachten, dat het een goede gelegenheid zou zijn, haar over Cynthia te onderhouden. Ik begon nogal tactvol, naar ik dacht, maar ik was nog niet ver gekomen, toen ze me dwong, op te houden. „U bent een uitstekend advocaat, daar tw\jfel ik niet aan, mr. Hastings, maar in dit geval is uw talent totaal wegge gooid. Cynthia loopt geen gevaar, on vriendelijkheid van me te ondervinden". Ik begon flauwtjes te stamelen, dat ik hoopte, hoe ze niet gedacht had maar weer liet ze me ophouden, en haar woorden waren zoo onverwacht, dat ze Cynthia en haar zorgen totaal uit mijn gedachten verdreven. „Mr. Hastings", zei ze, „denkt u. dat mijn man en ik gelukkig samen zijn?" Jk schrikte er bepaald van, en mom pelde iets, dat het mijn zaak niet was, iets dergelijks te denken. „Nu", zei ze rustig, „of het uw zaak is of niet, ik wil u wel zeggen, dat we niet gelukkig zijn". Ik zei niets, want ik zag, dat ze nog niet klaar v/as. Ze begon langzaam, de kamer op en neer loopend, haar hoofd 'n beetje gebogen, en die slanke, buig zame gestalte van haar zacht heen en weer bewegend, onder 't loopen. Z-e bleef plotseling staan, cn keek me aan. toch wel graag gehad. Ook een geurig kop thee en een stevig middagmaal zouden den man, na een dag van hard werken, niet onwelkom zijn geweest. Doch niets van dat al. Want met zijn huisraad was ook de dierbare echtge- noote verdwenen. De man ijlde naar de politie en vroeg opsporing van vrouw en goed. Een politieman had juist zün pet op gezet om te trachten de weggeloopen eega op te sporen, toen een tweede mijnheer, G. D. genaamd, zenuwachtig het bureau kwam binnenrennen en eveneens aangifte deed, dat zijn echtgc- noote was verdwenen. Deze had een bed, een paar stoelen en een tafel laten staan, doch het dierbaarste wat de man op aarde bezat, nl. de kinderen, waren daarentegen verdwenen. G. D. verlangde geen opsporing van zijn vrouw, doch zijn kinderen moest en zou hij terug hebben. Een tweede, niet minder ijverig, poli tieman zette ook zijn pet op en ieder ging een kant uit. De een op zoek naar een vrouw mitsgaders een inboedel, de ander in de hoop de twee verdwenen kinderen te vinden. Bijna een film, en dat in Naarden! VERVLOGEN ROMANTIEK. EEN MEISJE GESCHAAKT. Het Vaderland meldt, dat door de po litie te Veur is aangehouden en naar Den Haag overgebracht de 21-jarlge schilder E. van E. wonende aldaar, ter zake van schaking van de 19-jarige A. H. die te Den Haag woont. De jongen en het meisje hadden sinds langen tijd liefde voor elkaar op gevat, zeer tegen den zin van de ouders van het meisje. Deze waren in het geheel niet ge steld op een verkeering van hun doch ter met den schilder. Ongeveer zes weken geleden verdween plotseling het meisje en daar ook de jongeman zich niet meer liet zien, dien de de vader bij de politie een klacht in wegens schaking. De schilder is nu aangehouden te Veur en in het arrestantenlokaal opge sloten. Het meisje moet nog opgespoord werden maar daar de schilder aan do politie gezegd heeft waar het zioh be vindt. is dit slechts een kwestie van tijd. 't Is reeds gebleken dat het meisje zich vrijwillig heeft laten schaken. SACCO EN VANZETTI Lijkdienst. Het Nationaal Arbeidssecretariaaat en het Ned. Syndicalistisch Vakverbond houden Zondagavond in het Concertge bouw te Amsterdam een lijkdienst voor Sacco en Vanzetti. „U weet niets van me af, wel?" vroeg ze. „Waar ik vandaan kom, wie ik was. voordat ik John trouwde, niet eigen lijk? Nu. ik zal het u vertellen. Ik za! een biechtvader van u maken. U bent. geloof ik vriendelijk ja. ik weet ze ker. dat u vriendelijk bent". Eigenlijk was ik niet zoo verrukt, als ik had kunnen zijn. Ik herinnerde me. dat Cynthia hare confidenties op onge veer dezelfde manier was begonnen. Bovendien moest een biechtvader ouder zijn; het is volstrekt geen rol voor een jongen man. „M'n vader was een Engelschman", zei mevrouw Cavendish, „maar m'n moe der was een Russin". „Ah", zei ik, „nu begrijp ik „Begrijpt u wat?" „Een tikje buitenlandsch iets an ders dat er altijd aan u geweest is". „M'n moeder was heel mooi, geloof ik. Ik weet het niet, omdat ik haar nooit gekend heb. Ze stierf toen ik nog een kind was. Ik geloof, dat er een tra gedie aan haar dood verbonden was ze nam bij ongeluk een te groote dosis van een slaapdrank. Hoe het zij, m'n vaders hart was gebroken. Kort daarna ging hij in den Consulairen Dienst. Overal, W2ar hij heenging, ging ik met hem mee. Toen ik drie-en-twintig was, was ik bijna de heele wereld door ge weest. Het was een heerlijk leven ik hield ervan". (Wordt yeryoIgdJ,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6