1UITENLANDSCH OVERZICHT DE NATIONALISTISCHE IDEALEN IN CHINA. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 27 AUG. 1927 door Ir. P. J. BLOM. De schrijver van dit artikel ls sinds vijftien Jaar ingenieur bij Publieke Werken te Sjanghai en vertoeft sinds eenige weken met verlof in Holland Als kenner van de Chineesche toestan den zal hy verscheidene onderwerpen, bet groote Chineesch vraagstuk betref fende, in ons blad behandelen. ZU die met aandacht de berichten uit China gevolgd hebben, zullen dikwyis geklaagd hebben dat ze geen wys kon den worden uit de politieke verwikke lingen. Het aantal strydende generaals, de legers, de steden, alles met voor een Westersch oor ongewone namen, in een land waarvan de meesten de aardryks- kundige byzonderheden allang vergeten zyn, is dan ook zoo groot dat de lezing van zulke berichten meer een taak dan een genoegen is. Toch moet iedereen erkennen dat het gebeuren in China hoogst belangrijk is en een groote invloed zal kunnen uit oefenen op 's werelds belangen. Afgezien van de verwarrende byzon derheden van den stryd tusschen Noord en Zuid, is de kern der moeilykheden, de nationalistische beweging niet moei- hjk te begrypen. De stryd is het beste te beschrijven als een evolutie, een verandering van oud China tot een nieuw China. Deze verandering, waaraan de vreem delingen een grooten stoot hebben ge geven, verloopt niet zoo vreedzaam als we dat zouden wtenschen. zy gaat ge paard met een revolutie die alles dreigt te vernielen wat de vreemdelingen in een zestigtal jaren met zorg hebben opgebouwd. Jong China, niet tevreden met de resultaten van den republïkeinschen re- geeringsvorm bewerkt de verandering Voor ons Westerlingen is dit een merk waardig verschynsel. Wel kennen wij studentenvereenigingen, die een invloed uitoefenen op hun eigen studie, maar met 's lands politiek bemoeien zij zich niet. In China houden de studenten optochten, beleggen volksvergaderingen en enkele allesomvattende leuzen wor den rondgedragen, opgenomen in de couranten en te pas en onpas gebruikt in hun strUd tegen een gehaten gouver neur. een belasting of tegen den ge- haten vreemdeling. De zeer weinig ont wikkelde koelie-klasse ziet in hen- de verlossers. De ouderen, opgevoed in Amerika, Duitschland, Engeland, Frankrijk, of aan scholen in Sjanghai en Peking voelen den drang tot hervorming, tot verhef fing van de koelieklasse uit de mid- deneeuwsche toestanden die in 't bin nenland heerschen. Deze beweging is nog pas van jonge ren datum. Sommigen der teruggekeer de studenten bekleeden reeds flinke betrekkingen: men vindt bankdirec teuren, rechters, doktoren, chefs van handelshuizen die reeds enkele jaren praktijk op konden doen.. Dat echter de meeste der jongeren niet ryp zijn om als leiders op te treden is begrij- pelijk. Het volk volgt hen blindelings in den stryd tegen de vreemdelingen die volgens hen de ontwikkeling en vry- making in den weg staan. Veel goeds is reeds gedaan. De recht spraak is beter geregeld, moderne fa brieken worden opgericht, wegen worden aangelegd, al is het op bescheiden' schaal. Maar het is slechts een drup pel in den oceaan. Er, ontbreekt nog te veel aan. Alle vooruitgang stuit op hebzucht, bedrog, onkunde en verre- pedanterie. De ouderen, nog opgevoed in de con- fucius-school zwygen. Hun rol is uit gespeeld, zy worden opzy gedrongen. Hun systeem van regeeren was aller minst ideaal, zy kunnen de nieuwe iedeeën van algemeene ontwikkeling niet begrypen, van hygiëne en medezeg gingschap in 't algemeen. Zy waren op gevoed in de oude wijsbegeerte en staathuishoudkunde. Zy stonden als en kelingen in de dorpen aan het hoofd van de gemeente als vaders, beslissend, rechtsprekend volgens de oude leer en eigen inzicht. Om volkswelvaart, ont wikkeling gaven zy niet. De gildes zorg den voor hun eigen welvaart. Scholen was een particulier genoegen. Vandaar dan ook dat in de moderne beweging geen oudere leiders gevonden worden. Maar de jongeren zyn nog onervaren. Zoo is in Sjanghai een opperste rech ter benoemd, een meisje, juffrouw Soemi Pscheng, in Parijs afgestudeerd. Zonder rype ervaring te bezitten, wordt zij geacht de meest ingewikkelde vraag punten te kunnen beslissen en de ver houding te kunnen bepalen van Chi- neezen tot vreemdelingen, wat recht en verdragen betreft. Dat loopt natuurlijk spaak. De gemengde rechtbank in Sjanghai, tot voor kort onder vreemd toezicht, welke gedingen beslist tusschen Chineezen en Vreemdelingen, wordt ernstig beschuldigd van partydigheïd. Er is een beweging op touw gezet onder de vreemde kooplieden om die recht bank weer onder hun leiding terug te brengen om den handel een beteren ruggesteun te kunnen geven. Had de beweging der jongeren, de Nationalistische beweging zich rustig kunnen ontwikkelen, geslacht na ge slacht, ervaring opdoende, wellicht was er wat beters van terecht geko men. Jammer genoeg heeft het com munisme, een verkeerden kant naar vo ren gebracht, en eenhopeloozze verwar ring gesticht die de Chineezen zelf trachten op te lossen. De communisten, gebruik makende van den strydlust van jong China, hebben het laagste deel van de bevolking opgezweept tot geweld daden die de evolutie schaden in plaats van helpen. De rustige boerenarbeider, de koopman ziet zyn bestaan bedreigd. Zuid en Noord trekken tegen elkaar te velde. De oorlogvoerenden, een heerleger van dieven, roevers en moordenaars maken handel en industrie onmogelijk. Fabrie ken en handelshuizen worden gebrand schat. dorpen uitgemoord, oogsten ver nield, de arbeiders meegevoerd in het leger en vrouwen en meisjes verkocht. En de zich ryk-stelende partyleiders en generaals verdwynen van het tooneel, zoeken hun toevlucht in de vreemde nederzettingen en worden door ande ren opgevolgd, die 't werk op den zelfden voet voortzetten. En u worstelt weer met nieuwe namen van generaals. Jong China ziet deze ontwikkeling met leede oogen aan. Zóó hadden ze 't niet bedoeld. Zö meenden in de woor den van den gestorven leider Soenjatsen hun strydkreet gevonden te hebben. De uitslag kwam de idealen van den voor vechter niet naby. Soenjatsen was meer een idealist, een droomer, dan een krachtige regeeringsfiguur. Maar hy had een leuze, en dat heeft een Chinees nóodig. 't Is zijn partijprogramma. Aan Soenjatsen is veel toegedicht door com munisten, dat niet tot zijn idealen be hoorde. Zijn leuze, „door het volk, van het volk, voor het volk" is dikwijls ver keerd uitgelegd. Zijn politiek testament in iedere vergadering voorgelezen, als een verlossend woord, kan moeilyk wor den toegeschreven aan den idealist dien de ontwikkeling van handel, de geeste- lyke en zedelijke opheffing van China aan het hart lag. Het is ongetwyfeld onder commmistischen invloed tot stand gekomen. Na de openbaringen te Peking na de vernietiging van den handel op de Jangtse werd de strijd tegen het communisme aangebonden. Die kwam niet overeen met 't Chineesche karakter, het schaadde den rustigen koopman en 't bracht armoede en geweld in het land. Borodin en volgelingen moesten ver trekken. De eerste stap naar de verbetering der toestanden in China is het streven naar eenheid. Gezamenlijk kunnen Noord en Zuid, Oost en West het ideaal nastreven. Maar welke party zal de regeerende zyn? 't Is een strijd geworden om de hegemonie van enkele kleine groepen. De ziel van t volk is er niet in betrokken. Ook die van de soldaten niet. Zij trekken heen en weer om aardsche bezittingen, om den broode zy rooven en branden naar harte lust. De strijd tot verbetering, de nationa listische beweging is daarom niet alge meen. Slechts in enkele groote steden komt die beweging tot uiting. Waarom zou het ook? De landbouwer, de han delsman ondervindt slechts de ellen de. President of keizer, 't is hem om 't even. ZU die in t binnenland van China gereisd hebben, kennen de aartsvader- ïyke toestanden, de rust en de genoeg zaamheid. De boer is het gelukkigst als hij met rust gelaten wordt, als hy zijn landje kan verzorgen en aan zijn hoogst bescheiden eischen kan vol doen. Een woning van bamboe besmeerd met klei, zyn kippen en varkens, een buffel voor 't ploegen en de melk, zyn rijst en kool en wat vleesch of gedroog de visch, ziedaar zijn primitieve wen- schen. Zyn geschillen, zyn moeilykhe den worden door het dorpshoofd opge lost. Beslissingen over het tydstip van huwelijken, begrafenissen, erfenissen, aan te nemen betrekkingen worden door den blinden man tegen matige ver goeding gegeven. Wat wil hy met evolutie, communisme, met legers? Zoo lang hij vrij is van rooversbenden, of brandstichters is hij tevreden. Dat er in een reuzenland als China met verschillende stammen, met kli maten als in Java in 't Zuiden en als Rusland m 't Noorden, geen eenheid is, is te verklaren. De levensvoorwaarden de idealen zijn verschillend. De ideeën van verheffing, van evolutie zyn niet gelijk in Zuid en Noord. Dat de communisten eerst het Zuiden bewerkt hebben is uitsluitend te wijten aan het feit dat de ideeën van Soen jatsen in 't Zuiden ingang vonden. Het was een houvast, een vruchtbare bo dem. Toch is Soenjatsen de eerste, al hoewel tijdelijke president van de Chi neesche Republiek geweest, gezeteld in Peking. Zijn ideeën vonden daar geen ingang. China heeft zelden een periode van rust gekend. Maar nooit ging het zoo ten gronde als nu in den strijd om de opperheerschappij onder een leuze van verbetering, van nationalisme. Hoe de vreemdelingen daarby be trokken werden, zullen we een ander maal zien. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regeL De suprematie ter zee. T eg eng e- jsproken berichten over plannen van Engeland en Japan. Nieuwe aanslui ting tusschen de Donaustaten. De spoorwegongelukken. T BELANGRIJKSTE NIEUWS. I William Castel die de leiding in han den heeft van het ministerie van Bui- tenlandsche Zaken der Vereenigde Staten, tydens de afwezigheid van Kel logg heeft de volgende verklaring afge legd: »Het bericht fai de pers over een ma rinepact tusschen Engeland en Japan is voor zoover het ministerie bekend is. absoluut ongegrond. Er is geen enkel dergelijk bericht te Washington ontvangen en ik heb geen reden om aan te nemen, dat er een basis bestaat voor dit bericht". Het desbetreffende bericht was ver sohenen In de „Washington Post" en begon als volgt: „Het ministerie van Buitenlandsche Zaken heeft uit be trouwbare bron het bericht ontvangen, dat Engeland en Japan tot een gemeen schappelijk geheim pact zyn gekomen betreffende de toekomstige suprematie ter zee. Dit pact is gesloten toen het duide lijk werd, dat de Vereenigde Staten het op de jongste conferentie te Genève voorgestelde Britsche program niet wil den aanvaarden". Het bericht wordt beschouwd als het begin eener poging om verdenking in Amerika te stichten tegen Engeland en Japan en om daardoor het Congres der Vereenigde Staten gunstig te stem men voor de toekenning der fondsen, benoodigd voor den aanbouw van groote kruisers. Het Japansche ministerie van Bui tenlandsche Zaken verklaart categorisch dat het gerucht volgens hetwelk een overeenkomst zou zijn gesloten tusschen Engeland en Japan aangaande de toe komstige suprematie op maritiem ge bied, van allen grond ontbloot is. Ook ontkent het ministerie dat het herstel van het Engelsch-Japansch verbond op het oogenblik besproken wordt. Men zou kunnen zeggen dat de In terparlementaire Unie die thans te Parijs bijeenkomt als een voor-parle ment is te beschouwen. Ook ditmaal zal men daarom in Genève het oor wel te luisteren leggen naar wat te Parys gesproken wordt over de huidige si tuatie in de wereldpolitiek, het tot- standbrengen van een Europeesche tol- overeenkomst. de vermindering der be wapening en de methoden van codifi catie van het internationaal recht, alle onderwerpen die op de conferentie te Parijs aan de orde komen. En hoe zal dan straks in Genève worden be slist over de wereldpolitiek, voorzoover zij wordt beheerscht door het Fransch- Duitsche probleem? De Assemblée zal allereerst drie nieuwe leden moeten benoemen in den Raad, in plaats van België, Tsjecho- Slovakye en San Salvador, welke dit jaar aftreden. Men verwacht, dat een besluit zal worden genomen, om de verkiezing voor den Raad volgens een systeem van overdraagbare stemmen te doen plaats hebben. Tevens zal men bespreken, of de Raad in het vervolg drie of vier maal per jaar zal byeen- komen. Verder zullen de gewone debat-, ten gevoerd worden over de problemen der ontwapening, alsmede over de kwesties betrekking hebbende op de financiën, het verkeer, de gezondheid, mandaten en slavernij. Natuurlijk zul len echter ook aparte besprekingen tus schen de toonaangevende staatslieden worden gehouden, en men neemt zelfs aan, dat daar de quaestie van de Rijn- landbezetting zal worden beslist. Nieuwe aansluiting tusschen de Donau staten? Deze ook voor heel Europa be- langryke quaestie bespreekt Dr. Ludwig Walko, minister van buitenlandsche zaken van Hongarije in een artikel in de Telegraaf. Hy schrijft: „Steeds veelvuldiger en voortdurend grondiger houdt men zich in den jong- sten tyd in de groote rijken van het Westen bezig met den toestand der successie-staten. Deze verhoogde be langstelling heeft echter nog niet tot concreet geformuleerde conclusies ge leid en blijft voorshands nog tot com binaties beperkt. Meestentyds wordt het denkbeeld geopperd. dat eenigerlei nauwe economische samenwerking tus schen de betrokken landen den toe stand zou kunnen verpieteren. Van welken aard deze samenwerking zou moeten zyn en in welke mate zy zou moeten geschieden, is nog nimmer nauwkeurig geformuleerd. Maar met het oog op het feit, dat óf handelsverdragen tusschen de Donau staten na langdurige onderhandelingen reeds van kracht zyn geworden, óf dat de mogelijkheid voor het sluiten van dergelijke verdragen aanwezig is, wordt onder deze samenwerking klaar blijkelijk een verder strekkende en nauwere samenwerking verstaan dan die, welke langs den weg van normale verdragen te bereiken is. Zonder twijfel men kan zich zeer goed overeenkom sten voorstellen, die uitgaan boven deze verdragen, doch voor overeenkomsten van dien aard is een onontbeerlijke voorwaarde: de grootste en meest vol komen politieke verzoening tusschen de betreffende staten, ómdat dergelijke overeenkomsten uit den aard der zaak gepaard gaan met belangrijke reacties op het politieke en economische leven van de verdragsluitende partijen. Als er vérstrekkende overeenkomsten tot stand zullen komen, is het eener- zijds noodig dat elk van de deelne mende partijen in de overeenkomst voordeelen ziet, omdat anders een har monische samenwerking niet denkbaar zou zyn. Aan den anderen kant is het echter noodzakelijk, dat door derge lijke overeenkomsten de belangen van derden niet benadeeld worden. Geheel afgezien nu van het feit, dat dit probleem eigenlijk niet behandeld kan worden nu de politieke voorwaar den daartoe niet zUn vervuld, zou voor Hongarije een economische samenwer king, verder gaande dan de thans be staande verdragen, zooveel nadeelen op leveren en het zou zich daarby naar zooveel zyden moeten binden, dat er voor Hongarye ten slotte geen econo misch voordeel uit voortvloeien zou. Wellicht zou het voor enkele landbouw producten voordeelen kunnen verkrij gen, maar voor zoover het de algemeene productie betreft, bestaan er slechts na deelen. In politiek opzicht zou een dergelijke overeenkomst bovendien groote moge lijkheden openen voor beïnvloeding en de resultaten, bereikt by de moeizame economische reconstructie, op het spel zetten, zoodat leidende Hongaarsche kringen voor dit denkbeeld niet te win nen zouden zyn. Blyft aldus de vraag, of in plaats hiervan een economische gemeenschap of samenwerking der suc cessie-staten of vqn een deel dezer sta ten tot stand gebracht kan worden. By een dergelijke economische oplossing echter kan geen enkele staat belang hebben, die op export Is aangewezen en voor wie de successie-staten export mogelijkheden bestaan. De opvatting, als zou ten gevolge van een eventueele economische gemeen schap of coöperatie elke verdragscon nectie tot de staten die belang hebben by de export-mogelijkheden kunnen worden opgeheven, vervalt reeds daar om, omdat dit een buitengewoon na- deeligen invloed op alle Donau-staten zou hebben. Alleen reeds deze omstan digheid is een beletsel voor de verwe zenlijking der geopperde plannen. Het is gemakkelijk te begrijpen, dat vooral door politici, die de belangen van het eigen land voor oogen hebben, vaak theoretisch geschikte economische sa menwerkingsvoorstellen worden gedaan. Toch zullen er In Europa zoowel ten aanzien der politieke verzoening als ook aangaande de stabillseering van het economisch leven belangrijke verande ringen moeten komen, voor deze voor stellen werkelijk practische waarde kunnen erlangen". Tegen de doodstraf De „Ryksbond van de Duitsche demo cratische jeugd" heeft een motie aan genomen, waarbij naar aanleiding van de executie van Sacco en Vanzetti en de tallooze terechtstellingen in Rusland op de geheele Duitsche jeugd en de openba re meening een beroep wordt gedaan om er op aan te dringen dat by de a.s. herziening van het strafrecht de dood straf wordt afgesch-ft. In de motie wordt o.a. het volgende verklaard: J „Het misbruik dat een formeel ver steende justitie van dit strafmiddel maakt en executie van jonge mensohen onder de 25 jaar, bij wie altijd de moge- lykheid van verbetering blijft bestaan, moeten ook degenen die tot dusver steeds vóór de doodstraf pleitten, tot nadenken stemmen." HET SPOORWEG ONGELUK BIJ CHAMONIX Onder de dooden bij het spoorwegon geluk op de lyn Montenvers—Chamonix, die meerendeels ontzettend zyn ver minkt en nog niet allen geïdentificeerd konden worden, heeft men geen Neder landers aangetroffen: het zijn vrijwel allen Duitschers en Engelschen. Onder de gewonden bevinden zich de heer en mevrouw Van Oven afkomstig uit den Haag die naar het ziekenhuis van Bonneville werden overgebracht, ge legen aan de lijn ChamonixGenève. Uit het feit, dat zy naar Bonneville worden vervoerd, werd reeds dadelijk af geleid, dat hun verwondingen niet le vensgevaarlijk zyn, daar de ernstig ge wonden te Chamonix zijn gebleven. Nader wordt ons geseind: De heer van Oven heeft een ernstige been fractuur, zyn echtgenoot© heeft een rib gebroken. Het been van den heer van Oven is reeds gezet. De heer Van Voorst van Beest uit Den Haag, die zich eveneens in den trein be vond kreeg slechts eenige zeer lichte kwetsuren. Hij bevindt zich thans in zyn hotel. In den tweeden wagon, die, doordat de koppeling afbrak, niet naar beneden viel, bevond rich nog een Nedcrland- sche familie van vier personen. Deze zyn met den schrik vrijgekomen. In totaal zijn er thans 22 dooden en 30 gewonden. Roerende liefde in het dierenrijk.. CV an onzen Weenschen correspondent.) Kunnen dieren voelen als menschen en zijn hun gevoelens even diep als die van ons? Het is een vraag, die reeds sedert eeuwen wordt gesteld en die meestal bevestigend wordt beantwoord. Dezelfde bevestiging vindt men ook in het boek van zekeren Josef Delmont, die jaren lang door de oerwalden en steppen van haast heel de aarde rond- dooldee en die daarby het leven van verschillende diereii met de grootste op merkzaamheid van dichtbij gadesloeg. In zijn boek „Von lustigen Tieren und dummen Menschen". dat te Berlijn by de Neue Berliner Verlagsgesellschaft m.b.H. het licht zag, vertelt hy ontel bare vroolijke en tragische dierenge- schiedenissen. die ons een diepen inblik in het zieleleven der afstammelingen van dq passagiers van Noachs ark ver schaffen. Met een benijdens waardig ge voel voor humor discht Delmont ons de grappigst anecdotes op. Hy vertelt o.a. waarom de hyena lacht, hoe het op een dierencongres toe gaat, wat de dieren over de Oceaanvliegers denken.... men ziet dat Delmont dus ook actueel is en in dit opzicht dus niet verstoken is van een zeker journalitiek talent! wat dieren doen, wanneer zy jaloersch op el kander zyn enz. enz. In niets zyn de dieren minder „menschelyk" dan de mensch zelve. Het opmerkelyke. is Delmont heeft het herhaaldelijk kun nen constateeren dat dieren, die voortdurend in gezelschap van men schen zyn, huisdieren dus, eerder over verdriet en smart heenkomen dan die ren, die zich in de vrije natuur ophou den. Natuuriyk bestaat er geen regel zonder uitzonderingen en ook by huis dieren heeft men roerende staaltjes van liefde kunnen zien. Vooral moederliefde verloochent zichzelf. De kat van een herbergier op Rhode Island had zes jongen gekregen. De baas besloot deze diertjes t.e verdrinken. Hy stopte hen in een zak en wierp hen in het watei van een zyarm der Providence River. De kat was miauwend den waard ach terna geloopen. Toen de zak met de •jongen in het water was geworpen sprong de moeder haar jonge katjes na. Zij greep den zak met haar tanden beet en zwom er mee naar den oever. De waard liet haar toen haar jongen be houden. Een ander staaltje van moederlief de: In de Wenzelgasse te Weenen was bij een tuinman brand uitgebroken. Een geit waagt zich in de vlammen om haar jong te redden. In den staat Newyork, In de buurt van Nyack, had èen Duitsche waard, Fischer geheeten, een huisje aan een boer ver huurd. In de schuur by dit huis brak des nachts brand uit. Op den zolder van deze schuur had een kat haar vier jongen liggen, zy kwam met een harer jongen in haar bek den ladder af. Dan ging zi) terug om een tweede jong te redden. Reeds was haar vel verzengd, doch ook een derde katje haalde zy naar be neden. Nu had zy reeds zware brand wonden opgeloopen en de waardin wilde de kat niet meer opnieuw in de bran dende schuur laten gaan. Zy nam de kat in haar armen, maar het dier wist zich los te rukken, klom opnieuw in den vlammengloed en vond hier den dood met haar vierde kind. In een oerwoud had men een orang- oetang gevangen. Het dier was in de kooi, die tegelyk als val had dienst ge daan, gestorven en zyn vrouwtje zat vóór de kooi om te trachten hem te be vrijden. zy maakte een helsch misbaar en nam een dreigende houding aan, toen de jagers naderden. Men loste een geweerschot om haar weg te jagen en zij vlood. Uit den top van een boom keek zy toe, wat de booze mannen de den. De doode orang-oetang werd in de kooi vastgebonden cn de deur werd opengelaten. Men stelde het mechaniek opnieuw zóó, dat wanneer een dier de kooi zou binnengaan, de deur moest toe- klappen. Nauwelijks hadden de men schen zich verwyderd, of de orang- oetan-weduwe klauterde naar bene den en lfep de kooi binnen. Klap... de deur viel toe en het vrouwtje was ge vangen! zy zat treurig in een hoekje cn had het doodeh dier in haar armen. Men bracht haar elders heen, waar zy opnieuw in een kooi kwam te zitten. Zij at en dronk niets en bleef treurig. Men gaf haar een nieuwen mannetjes-aap, doch zy begon onmiddeliyk met dezen orang-oetan te vechten en beet hem op verschrikkelijke wijze. Men moest den nieuwen aap weer wegnemen en men legde nu het geprepareerde vel van den gedooden aap in haar kooi. Onmid deliyk trok zy de roodbruine huid naar zich toe, zy snuffelde en rook aan dit vel en draaide met haar oogen. Zy wreef met haar handen over het vel en rook daarna aan haar vingers. Dit her haalde zich meerdere malen en voortdu rend bewoog zy haar lippen. Het was, alsof zy met zichzelf sprak. Zij richtte zich op haar achterbeenen op en gedroeg zich als een krankzinnige. Nu eens drukte zy het vel aan haar hart dan weer spreidde zy het uit op den grond en rolde zich er overheen. Eindelijk legde zy de huid als een mantel om haar schouders en wikkelde zy zich er in. Den volgenden morgen vond men haar dood op het vel liggen. Londen in Augustus. (Van onzen Londenschen correspondent) Engelsche romanschrijvers, Thackeray niet het minst, hebben herhaaldeiyk den lof gezongen van Londen in Augustus. Ik heb inderdaad Augustus-maanden in Londen gekend die een atmosfeer van rust en zomersche behagelykheid adem den. die men tevergeefs in de vacantie- oorden en aan zee zou hebben gezocht. Tegen alle vooroordeel in zou men gerust kunnen volhouden dat een Augustus- vacantie in deze metropool (en er om heen) een uitgezocht genoegen kan wor den. Zelfs in het hartje van de City kan de zomer luisterryk heerschen. Lincoln's Inn en de Temple-tuinen krijgen in de zomerzon extra bekoring, niet het minst indien men beéeft dat een paarhonderd meter er buiten het geraas van druk stadsverkeer met de geuren van benzine en teer biyft overheerschen. De rivier oever by Chelsea kan in Augustus het aspect aannemen van een exotisch en romantisch oord, dat alle verlangens „naar een verandering" ten volle bevre digt. Maar dit alles kan niet gelden voor deze Augustus. De stad is het tegendeel van rustig, want de pneumatische beton- boor is allerwege en vult de lucht met oorverdoovend geraas. De weg-autoritei- ten schyr.cn een offensief te zyn begon nen tegen alle wegen en straten, die wat vervallen zyn. Het centrum van den aanval ligt in Piccadilly, maar allerlei ondergeschikte straten, over de gansche stad verspreid, worden eveneens aange pakt. De beroemde hoofdstraat is een chaos van loopgraven, kuilen en opge graven riolen en andere leidingen. Het grootste deel van een etmaal maken de straatbrekers met hun razende werktui gen het verblyf binnen gehoorafstand onmogelyk. De omnibussen nemen onge wone routes en men kan er nooit zeker van zyn of een bus u naar de gewensch- te en op het richtingbord aangegeven plaats brengt. Voor het eerst in de ge schiedenis van Londen rijden de openba re voertuigen over de Mali, de officieuze avenue van het koninklijk paleis. De clubbezoeker, die zich had voorgesteld vreedzaam te kunnen soezen in de groo te leunstoelen van rook en leeskamers op warme Augustus-middagen, wordt uit zyn droom geholpen door de voorby-ja gende omnibussen waarvan de passagiers in zyn heiligdom kunnen gluren. Dat is nu niet het eenige voorrecht van bus reizigers. Zy kunnen nieuwe schoonheid- ontdekken in St. James' Park, nu de bus him gelegenheid geeft over de hooge mu ren, die koningklyke woningen afzonde ren, die koninklijke woningen afzonde ham Palace liggen nu open voor de oogen der omnibussende gemeenschap; en mooi zyn zy, heel wat mooier dan het paleis zelf. Maar ondanks deze voordee len van tydelyken aard moet alle vacan- tievreugde in Londen dit jaar lettelyk in het water zyn gevallen. Wat zullen de Amerikanen wel hebben gedacht in grooten getale waren zij door de „Come to Britain"-propaganda gelokt van een stad, die overal open lag, waar helsch lawaai van vernielende instru menten de lucht in hevige trilling hield en waar de regen neerplaste, dag in, dag uit, negentien kostbare dagen van Augustus lang. Nieuwe Poolreis van Nobile. De „Popoio d'Itaüa" meldt. d?.t ge neraal Nobile, die met Amundsen en Ellsworth over de Noordpool vloog, on- nieuw een poging zal doen om met een Italiaansch luchtschip de Noordpool te bereiken. De expeditie zal worden gefi nancierd door de stad Milaan. Het latente talent. Een bokser in opkomst is de achttien jarige Franschman Humery, die al kampioenneigingen begint te vertocnen. zyn talent ontdekte hy evenals alle be gaafden by toeval. Zijn ouders hadden een koekkraampje op de markt tet Va lenciennes, en lieten de zorg daarvoor wel eens aan hun zoon over, wien het ook best toevertrouwd bleek te zijn. Een klant, die zonder te betalen weg wilde gaan kwam er zoo gemakkelijk niet af. Toen hy den kleinen koopman met een draai om zyn ooren wilde afschepen, greep deze den lafaard, die wel twee maal zoo groot was vast en legde het eerste blijk van zijn bokskunst af. Hy was toen vijftien jaar, en van dat oogenblik heeft Humery zich gerege'd geoefend al was het dan niet op oneer- lyke klanten. Hy is nu op den we®, die naar het kampioenschap leidt' en traint zich met zyn vriend en landge noot Mascart. „De Hymne van den Haat." Sovjet-Rusland zendt een nieuw pro duct de wereld in: de „Hymne van den Haat". De auteur is Alexy Besymenski, een dichter, die goed aangeschreven staat bij de Sovjet-autoriteiten. Het lied is zeer bevorderlijk voor den wereldvre de en de inhoud richt zich grootendeels tegen de andere volken. De strofen zijn niet erg verheffend om te lezen; zoo heet het o.a.: „Engeland, land van de koningen zonder hersenen, van de vrou wen met geverfde lippen, land van de dreadnoughts en granaten, en van de vermomde schurken". Van Rusland zelf wordt heel wat beters gezegd, in dich- terlyke beeldspraak gaat het gedicht voort: „Onze fabrieken hebben open oogen, onze mynen tandenknarsen, om: schoorsteenen ballen de vuisten", 't Is te hopen, dat het lied te dichterlijk is om door de massa begrepen en gezongen te worden, want als nationale hymne staat het niet hoog, al is het geheel in den geest der regeering samengesteld. De prae-historische mensch. Alvorens naar Engeland te vertrekken heeft de leider van de laatste archeolo gische expeditie in Afrika, de heer Leakey te Mombasa een lezing gehou den over den prae-hlstorischen mensch. Aan de hand van een der beenderen toonde hy aan dat de voorhistorische dieren een lengte van 80 voet en een hoogte van 20 voet konden bereiken. Wat betreft den prae-historischen mensch verklaarde hy, dat er overblijf selen zyn gevonden van wel 41 verschil lende typen. Eigenaardig is. dat het ne gertype er niet in teruggevonden wordt. De menschen hadden een grooten sche del en leefden waarschynlyk ten tyde van het Europeesche ystydperk. De expeditie heeft aanwijzingen ge vonden, die duiden op het bestaan van een talrijke bevolking, die verschillende rassen omvatte. Duizenden werktuigen en andere oudheden werden opgegraven. De rassen, die in het tegenwoordige district Kenia leefden, zyn waarschyn- lyk na den ystyd naar Europa getrok ken. Op zoek naar de Gouden Maagd". Zal men haar vinden? Het heele Fransche stadje Saint-Pol- sur-Ternoise is op zoek naar de „Gou den Maagd". Ingenieurs, wichelroedo- toovenaars, zieners allen zyn zy ijverig aan- 't wroeten in den grond onder het oude stadje. Zy dalen af in de cata comben, die zich nog onder Sairt-Pol uitstrekken en speuren naar den glans van de „Gouden Maagd", waarvan... de legende spreekt. Een bekend expert op het gebied van het vinden van bron nen, de abt Bouly heeft zijn hulp aan geboden, maar hy zegt, dat hst vin den heel moeilyk is by gebrek aan zon. Het terrein behoorende aan mynheer Poiret, waar onder zich het kostbare beeld moet bevinden wordt doorwroet als een molshoop. Het ïs te hopen dar een verlossende zonnesrtaal zal door dringen in de sombere grafkelder en de „Gouden Maagd" in het volle licht zet ten. tot heil der Saint-Pol-sur-Ter-. noisers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 13