BEURSKRONIEK KOMIEK LETTEREN EN KUNST.|FLITSEN FEUILLETON DE GEHEIMZINNIGE ZAAK VAN STYLES VlCTO RIA-V E R De Fransch.Duitsche handelsbetrekkingen. Sterke verbetering in Engeland voor handel en nijver heid. Oostenrijksche renten. Emissies. De Am- sterdamsche beurs. ZATERDAG 27 AUG. 1527 VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 984 HET TOONEEL. DE JUISTE TIJD alle klokken en horloges in liais blijken het on eens te zijn vader informeert bij Jan Kommer, die ant- j woordt dat het drie mi nuten voor zeven is mevrouw Kommer in terrumpeert dat Jan zich vergist, het ls pas acht minuten voor zeven vader vraagt Kees Jan sen, die in zün tuin bezig is en als hU zijn handen heeft afgeveegd merkt dat hij zün hor loge niet bil zich heeft vader doet een beroep op zijn overbuurman, die wat doovig is en ant woordt dat 't de 25ste is waarna vader den ju's- ten tijd hoort van Ger- rit van Stuiteren, die zün horloge net op de Markt heeft gelijk ge zet Vader blijft buiten nog tien minuten praten met Van Epscheute, die juist langs komt en zet later de klok op de gis gelyk. HAARLEM'S DAGBLAD Amsterdam, 25 Augustus. Als een nieuwe stap in de richting van meerdere stabiliteit en rust in de internationale handelsbetrekkingen weLke een eerste voorwaarde zün voor een voorspoedige ontwikkeling van Europa's herstel, kan de afsluiting van het Fransch-Duitsche handelsverdrag beschouwd worden. welke verleden week tot stand kwam. Hiermede is een periode van 21/2 jaar van onderhan delen afgesloten. Meermalen hebben de onderhandelingen op het punt ge staan volledig te worden afgebroken, tot zelfs op het laatste oogenblik. Maar ten slotte is men tot overeenstemming gekomen en voortaan zullen de han delsbetrekkingen van deze twee groote en belangrijke buurstaten door een ver drag geregeld zijn. voor het eerst sedert den oorlog van 1870. Oogen- schymijk heeft bet nieuwe verdrag voor Dmtschland niet zooveel gunstigs sis voor Frankrijk. Duitschland staat Frankrijk namelijk toe hoogere rechten te heffen van de Duitse he goederen, dan de douane-wetten op het oogenblik voorschreven voor de Duitsche produc ten. terwijl op het meerendeel der Fransche goederen een verlaging der rechten worde verleend. De inconse quentie is echter slechts schünbaar aanwezig, omdat het Fransche tarief binnenkort door een veel zwaarder ver vangen zal worden, zoodat de tarief- verhoogingen, waarin Duitschland nu toestemt, minder schadelijk zullen zün, dan straks het geval zou zijn, indien de Duitsche producten aan het nieuwe hooge tarief onderw-sn zouden wor den. Het nieuwe verdrag is in hoofd zaak gebaseerd op het beginsel der meestbegunstiging, zoodat Duitschland waarschijnlijk zal profiteeren van dc concessies, die andere landen zullen be dingen, die met Frankrijk in onderhan deling zijn, o.a. Zwitserland, België en Italië. Het is voorts een bemoedigend ver schijnsel. dat de handels- en inrius- trieele toestand in Engeland mede met het oog op de beteekenis ran de Engelsche markt als afzetgebied voor onzen handel den laatsten tijd aoo'n aanmerkelijke verbetering vertoont. Uit verschillende districten van Engeland wordt een aigemeene verbetering in de belangrijkste takken van handel en ny- verheia gemeld. Teekenend hiervoor is bijv. de toestand in de scheep6bouw- nijverheid aan de Clyde-rivier. De in aanbouw zijnde tonnage bedraagt 50% meer dan verleden jaar. In vele andere districten dalen de werkloosheidscijfers voortdurend. Uit de industrie-centra van Manchester, Leeds, Bradford, Boston, Sheffield en in het Noorden van Enge land komen goede berichten. Uit Manchester wordt een recordcijfer voor de exporten der electriciterts-industrie gemeld. Steeds meer optimisme en ver trouwen in de toekomst dus. Aan de oplossing van de kwestie der oude Oostenrijksche schulden wordt nog steeds gewerkt. Thans wordt een con ferentie tegen October verwacht, byeen- geroepen door de Schadevergoedings- eommissïe. Op deze conferentie zouden de oude Oostenrijksche in papierkronen luiden de rente, de gegarandeerde vooroorlog- sche schuld en de in zilver luidende obligatieschuld geregeld worden. In de vergadering van 28 Juli der commissie kwam men namelijk met betrekking tot de oude Oostenrijksche in zilver luidende obligaties niet tot een positief resultaat. Aangekondigd werd nog een nieuwe emissie van f 1.000.000 41/2 obl. Zwolle tegen 99%. De uitgifte van 1 millioen obl. N.V. Prov. en Gem. Utrechtsch Stroomleveringsbedrijf werd scerk overteekend, evenals die van S 1.500.000 6% obl. Rh. Westf. Elektri- zitatswerk en 1 millioen 61/2% obl. Vereinigte Stahlwerke. door AGATHA CHRISTIE. Vertaling van A. d. Z. 4!) Voor dat ik kon antwoorden, deed één van de andere Belgen de deur open, en stak zijn hoofd naar binnen. „Er is eqn dame beneden, die naar Mr. Hastings vraagt". ..Een dame?" Ik sprong op, Piorot volgde me de smalle trap af. Mary Cavendish stond in de deur. „Ik heb een oude vrouw in het dorp bezocht", legde ze uit, „en daar La wrence me verteld had, dat u bij mon sieur Poirot waart, bedacht ik, u aan te halen". „Helaas, madame", zei Poirot. „Ik dacht, dat u gekomen waart, om mij met een bezoek te vereeren!" „Dat zal ik wel eens doen. als u het me vraagt", beloofde ze glimlachend. „Dat is goed. Als u een biechtvader noodig mocht hebben, madame" ze schrikte heel even „denk er dan aan, De stemming ter beurze kan over het geheel genomen als gunstig bestem peld worden. Er heeft zich in de meeste afdeelingen een kalme koersverheffing voltrokken, die als een bewüs moet worden beschouwd, dat de beurs ge looft in een geleidelijke verbetering van den algemeenen economischen toe stand. toenemende welvaart enz. Na tuurlijk waren er nog enkele andere factoren, die aan sommige afdeelingen een speciale tendenz gaven. Maar in hoofdtrekken gaat deze bewering toch op en dat blijkt o.a. ook weer uit de koersbeweging in de bankafdeeling, waar de meeste fondsen enkele punten hooger afkwamen, Amsterdamsche Bank zelfs per saldo 5 punten op 180. Opmerkelijk was het verloop van de thee-aandeelen. voor welke papieren deze week plotseling een groote be langstelling ontstond, by een open hoek. En dat, terwyl er in deze fondsen da genlang niets om gaat soms. Later nam de handel wel af, doch de stemming was zeer vast en de koersen wisten zich een stuk te verheffen. De oorzaak moet ge zocht worden in het feit, dat de thee- uitvoeren der thes-produceerende lan den een aanzienlijke vermindering te zien zullen geven, vergeleken by ver leden Jaar. En dit, terwyl de afleverin gen steeds toenemen. Daardoor zou het evenwicht tussohen productie en con sumptie hoe langer hoe meer verbro ken worden, waarvan het gevolg zou worden, dat de voorraden sterk zouden aangesproken worden en deze dus steeds zouden afnemen. Een en ander is ge baseerd op de beschikbare statistische gegevens. In de industrieele afdeeling was de tendenz vry goed prijshoudend doch de handel was kalm. Philips wat luier en per saldo eenige punten lager. Ook kunstzijde aan den luien kant. Jurgens prijshoudend. Het totaal nominaal be drag aan 6% obligaties dat geconver teerd is bedraagt f 14.019.COO waar tegen zijn uitgegeven aan gewone aan- deelen nominaal f 9.346.000. Het totale bedrag aan uitstaande 6% obligaties beloopt nu f 25.981.000. Amerikaansche waarden vast en hooger. op het zeer gunstige koersver loop te New York. Steels een zestal punten hooger op 140. Olie's aanvankelijk Iets beter, werden later weer gedrukt op de onverwachte verlaging der prijzen voor ruwe Pennsyl vania olie, die, naar men verwacht spoedig zal gevolgd worden door andere verlagingen. Toch kwamen Koninklijke per saldo nog iets boven het vorig peil uit, op ca. 346 Rubbers lagen aanvankelijk gedrukt. De kwestie der ongebruikte uitvoer- coupons, waardoor de effectiviteit van de 60% beperking weer eenige maanden verschoven is, beïnvloedde de markt on gunstig. Van een blijvende daling der rubbervoorraden te Londen kan nog kwalijk gesproken worden. Later ver beterde de stemming echter en werd de houding vaster. Hetgeen evenwel niet kon beletten, dat de koersen eenige punten beneden het vorige peil terecht kwamen. Vast lagen daarentegen scheep vaarten, op de betere vrachtenmarkt en de gunstige toekorastverwadhtlngen. Men hoopt namelijk op een nog ster kere toeneming van de vraag naar ton nage in de komende herfstmaanden. De koersen kwamen hier meestal eenige punten hooger af. De handel was kalm. Suikers meestal enkele punten hooger vooral H.V-A-, die liefst ruim 15 punten opliep tot 768. De handel was hier echter gerir.g. Tabakken lagen aanvankelijk zeer vast, vooral voor Senembah, die dan ook een zestal punten hooger op 481 af kwam. Deli Batavia, en Deli My. later iets flauwer. Ook Arendsburg mon teerde per saldo een tiental punten tot 689. BEURSMAN. Papa Poirot is altijd tot uw dienst". Ze staarde hem een paar minuten aan, alsof ze een diepere beteekenis in zijn woorden zocht te lezen. Toen keerde ze zich bruusk af. .Kom, wilt u niet met ons mee terug- wandelen, monsieur Poirot?" „Heel graag, madame." Den geheelen weg naar Styles praatte Mary snel en koortsachtig. Het trof me. dat ze eenigszins bang voor Poirot's oogen was. Het weer was veranderd, en de scher pe wind was bijna herfstachtig in zijn guurheid. Mary huiverde een beetje en knoopte haar zwarten mantel hooger dient. De wind maakte een treurig ge luid door de boomen, als een groote reus, die zuchtte.. We liepen naar de groote deur van Styles, en opeens bemerkten we, dat er iets niet in orde was. Dorcas kwam naar buiten loopen, ons tegemoet. Ze schreide en wrong de handen. Ik zag andere dienstboden op den achter grond samengeschoold, één en al oog en oor. „O, mevrouw; o mevrouw! Ik weet niet. hoe ik het u vertellen moet „Wat is er, Dorcas?" vroeg ik onge duldig. „Vertel het ons maar dadelijk". „Die akelige rechercheurs. Ze hebben hem gearresteerd ze hebben mr. Cavendish gearresteerd!" NIETS IS GEHEEL WAAR. EEN DUIT5CH TOONEEL- SPEL OVER MULTATULI. „Misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet!" De Duitscher F. M. Huebner koos dit eerste der Ideeën van Multatuli Nlchts ist ganz wahr voor den titel van een tooneelspel, dat Eduard Douwes Dekker tot hoofdpersoon heeft. Het stuk is in het oorspronkelijke eerst versche nen in het tijdschrift De Stem cn thans in een Kollandsche vertaling van Simon Koster in boekvorm bü de uit gevers P. N. van Kampen en Zoon te Amsterdam. Een Duitsch tooneelspel. waarin het leven en de strijd van Multatuli drama tisch zyn verwerkthet leek mü be langrijk genoeg om het eens in ons blad te bespreken. Het stuk begint met de verschü'nlng van Fancy in een costuum, dat de Duitscher schrijft dit uitdrukkelUk voor „haar tegelijkertijd kenteekent als muze en als denion". Deze aanwüzing ..half demon" is van belang en duldt er reeds op, dat Huebner Fancy heel an ders ziet dan Multatuli dit deed. In zijn proloog, dien hij Fancy doet uitspre ken, bereidt hü ons eveneens er op voor. dat de hoofdpersoon uit zün too neelspel een ander zal zün dan de held. „welke het nageslacht voor oogen staat". En alsof hy van te voren reeds tegen spraak verwacht, laat hü Fancy in den proloog verder zeggen: Doch ban den toom uit uw ontstelde hart, Wanneer gy hier dit nieuwe beeld aanschouwt Met vreemde trekken, zinneloos en verward, Verteerd in hartstocht, waar gü hebt vertrouwd Op wat uw liefde dezen mensch van smart Voor lïcht-omklaarde woning had gebouwd. Zeg niet: ,,'t Is leugen. Slecht gebeeld. Onklaar". Wie kent zich zelf? Wie andren? Wat is waar? „Verteerd in hartstocht", zoo heeft Huebner Multatuli voornamelijk gezien en zoo heeft hij hem ook in zijn tooneel spel „Niets geheel waar" geteekend. Het zyn eigenlijk meer drie episodes dan een dramatisch geheel, die Huebner ons geeft, en in die 3 geheel verschil lende episodes zien wy Multatuli telkens in zyn behoefte om steun van de vrouw, maar altyd weer eene andere vrouw dar Tine. Tine blijft de aangebedene, maar daar naast zoekt hü troost en inspiratie Ir. de kussen en de aanbidding van Eugenie, het meisje, dat hü verloste uit een leven van slavernij, van Betsy, het nichtje, dat om hem haar ouderlyk huis heeft verlaten, van Mimi. die als „tweede" hem met Tine wil dee- len. „Ik kan het mün en dün der ..zielen, niet meer uit elkaar houden!" laat de schrü'ver Multatuli aan het slot van het tweede bedrijf in verbüstering uitroe pen. „Iedereen heeft toegang in me. alsof ik water ben, waar het licht in breekt. Betsy's kus. Betsy's klacht, die pas tot me doordrongen, verbleeken al tot legende.... Onuitsprekelijk heerlijk en kostbaar, daarom alleen. Warm en levend, als een droom, mü toegezonden door Fancy, wier ademtocht mij in zich opneemt!" Fancy de mèze, maar tegelijk dus ook de demon. Fancy, die zich van de vrou wen bedient om hem, den dichter, te inspireeren. Gij hebt hem lief. En lk. uit tijdverdry f Verberg mij zelf in u. Uit uwen mond. Uw siddren, uwen overvloed, uw lüf Was ik het, die hem lokte en liefde zond. Ik straalde in u, gy waart mün schoon verbïüf, Toen ik zijn hemel aan uw aarde bond. zegt Fancy in een epiloog tot Mimi en Tine, die beiden Dekker evenzeer lief hebben en hem trouw zijn. Maar Multa tuli weet niet, wat trouw is. Hij heeft de vrouw noodig voor zijn bezieling, hij be seft nauwelijks hoe wreed hij is, hoe hij de vrouwen martelt, die in zijn liefde welke écht is, zoolang zij duurt ge- looven. Dit is het hoofdmotief van „Niets is geheel waar". Daartusschen door geeft de Duitsche schrijver drie vrywel van elkaar los staande fragmentarische episodes uit Multatuli's leven, welke voor een Duitsch publiek, dat verder van Multatuli staat dan het Hollandsche, minder interessant zullen zyn dan voor ons. Het is meer verhalend dan drama tisch. sn de eerste episode op zijn zolderkamertje te Brussel, waar Multa- tuii zijn Max Havelaar schrüft en gebrek lijdt krijgt hij bezoek van den Am- sterdamschen tooneeldirecteur Eduard de Vries, die Multatuli's-tooneelstuk De Eerlooze wil spelen. In dit too- neel met de Vries komt Multatuli vol geestdrift en in extatisch vuur over zün Havelaar te spreken en hij leest de Vries het beroemde slot waarin hü zün i>oek aan den Koning opdraagt voor. Maar de Vries, die een conventioneel en be krompen man is. kan Multatuli in zyn dichtersvlucht niet volgen. Hü speurt overal bezwaren en ziet in dit lyrische stuk een aanranding van het gezag en majesteitsschennis. Multatuli's exaltatie beangstigt hem en als Multatuli weer ai- leen is, is deze er van overtuigd, dat de Amsterdamsche tooneeldirecteur hem voor krankzinnig houdt. Maar dan is het Eugenie het meisje, dat hem m Brus sel troost schenkt die hem weer be zieling geeft. En wanneer hy dan een brief met geld van Tine ontvangt en een juist uitgebroken oproer op straat, waarbij stakende arbeiders de Interna tionale zingen in 1859?? hem zyn roeping scherper bewust doet worden, dan is zijn besluit spoedig genomen. In de strijdkreten van het opgestane volk hoort hij de strijdkreten van de Javanen, die zijn hulp noodig hebben, en hy snelt in geëxalteerden toestand de straat op, waar het oproer heerscht om naar Amsterdam te vertrekken, Eugenie troos teloos alleen achter latend. De jonge vrouw begrijpt; dat zij haar held nooit meer zal zien. In het tweede bedryf brengt de Duit sche schrijver Multatuli op een kamer in het Poolsche koffiehuis te Amsterdam te zamen met Jacob van Lennep en profes sor Pieter Johannes Veth en in dat ge sprek ondergaat Multatuli dezelfde ont goocheling als in zün onderhoud met Eduard de Vries. Van Lennep, de voor zichtige en conservatieve Hollander ziet een gevaar in Multatuli's verlangen om het volk in de zaak der Javanen te be trekken. Hij bevonderde den Max Have laar dat een „rilling door het land deed gaan" als kunstwerk, maar voor de consequenties van dit boek deinst hij terug. En ook prof. Veth. die eerst in zyn bewondering voor Multatuli een natio nale adhaesiebetuiging voor hem op touw wilde zetten, retireert, zoodrat hy ziet, dat Ven Lennep zich om politieke rede nen terugtrekt. Multatuli staat alleen, maar weer is het de in hem geloovende vrouw, die heb inspireert tot het schep pen. van zijn Minnebrieven, die hü zzl schrijven aan Tine en haar. Doch dan verschijnt Betsy's vader. Abrahamsz, die zijn dochter komt opeischen en Multatuli hevige verwyten doet. Abrahamsz, die het nuchtere verstand vertegenwoordigt is niet in staat den kunstenaar van den mensch te scheiden, hetgeen van een in zün dochter bedreigd vader zeer begrijpelyk is. Hij houdt Multatuli een spiegel voor, waarin deze zich zelf als zelfzuchtig, stuurloos mensch ziet. De vader neemt zijn dochter met zich mede, maar zij „verbleekt reeds tot legende" voor Multatuli zoodra zü is heengegaan. Het laatste bedrijf brengt ons bij Tine met haar liefde en haar strijd. Het speelt in 1369 wanneer Multatuli zijn lezin gen door heel het land houdt en daarbij overal als kunstenaar wordt gehuldigd. Tine moet haar man deelen met Mimi. Multatuli vindt dit in zijn zelfverblin ding iets heel gewoons. „Ik heb iets. dat niemand heeft, ik heb jullie!" zegt hy tot Mimi en Tine. Er. terwijl hij hun beider handen in de zijne neemt, gaat hü door „Hier ontstond wat onder menschen onmogelijk scheen. Twee handen houd ik in de mijne. Ze zijn deelen van 2 lichamen, maar toch is het één, toch ben Julüe het Eén en het Al en ik sta verwonderd voor dit Al en ontvang zün wonderbare stralingen van rechts en links"en de vrouwen ant woorden beiden: „Ik behoor jou toe!" Doch wanneer Multatuli is afgereisd naar Mainz en Tine alleen is, komt Edu, haar jongen, die haar wijst op het onteerende en krenkende van dezen toe stand. Zij besluit zooals zü reeds één maal deed heen te gaan naar Ita lië en Multatuli voor goed alleen te laten. Zy vertrekt, overtuigd, dat zij hem meer zal inspireeren uit de verte als een schim, als een geliefde om naar te ver langen dan als zün vrouw. „O, Tine, jij bent edelmoediger dan ik!" zegt Mimi. „Hij houdt van den droom!" is Tine's antwoord. „Hü moet het vertrouwen hebben, dat hü is voorbestemd, het uit verkorene te veroveren". Zü gaat heen met haar kinderen, haar huis in Mimi's handen latend. En het laatste woord, dat zü tot Mimi zegt, is: „Zuster!" Of „Niets is geheel waar" op het too- neel zou voldoen? Multatuli staat niet meer zoo in het centrum van de belang stelling van ons volk als een 30 jaar ge leden en zün figuur als hoofdpersoon van een drama zou niet alleen voldoende zijn zooals misschien vroeger om succes te waarborgen. Als tooneelwerk lijkt het mü te fragmentarisch en meer een poging de figuur van Multatuli te „beiichten" dan te dramatiseeren. Mis schien zouden dilettanten wanneer tenminste voor de hoofdrol een geschikte speler gevonden kan worden eens een proef met dit stuk kunnen nemen. De hoofdpersoon in dit werk is zeker be langrijk genoeg om er zyn krachten aan te geven. Zoo heeft blykbaar ook de Duitscher F. M. Huebner gedacht, toen hij Multatuli uitverkoos om er een too neelspel aan te wüden. 3. B. SCHUIL. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. a 60 Cents per regeL keer te slim was af geweest en de be schuldiging van spionnage niet volge houden kon worden, waren zü'n vleugels voor het vervolg vrüwel gekortwiekt. Ik vroeg, o£ Poirot dacht, dat John veroordeeld zou worden. Tot mijn groo te verwondering gaf hij ten antwoord, dat hij integendeel zeer waarschijnlijk vrijgesproken zou worden. „Maar Poirot", protesteerde ik. „O, m'n vriend, heb ik niet aldoor te gen je gezegd, dat ik geen bewijzen heb. Het is één ding, te weten, dat iemand schuldig is. het is een heel an der iets, het te bewyzen, En in deze zaak is er verschrikkelijk weinig bewijs. Dat is de heele moeilijkheid. Ik, Hercule Poirot, weet het, maar ik mis den laat sten schakel van mijn ketting. En, ten zij ik dien ontbrekenden schakel kan vinden"Hü schudde ernstig het hoofd. „Wanneer hebt u John Cavendish voor 't eerst verdacht?" vroeg ik na een paar minuten. „Heb jij hem in 't geheel niet ver dacht?" „Neen". „Niet na dat stukje gesprek tusschen mevrouw Cavendish en haar schoon moeder, dat je toevallig hoorde en haar daaropvolgend gebrek aan openhartig heid bij het onderzoek?" „Neen" „Heb je geen gevolgtrekkingen ge fNadfuk verboden.) FELIX TIMMERMANS ALS SCHILDER. In de (fBrusselsche)) Standaam verhaalt een redacteur van dit blad van zijn jongste bezoek aan Den Fee, zooals Timmermans in de wandeling wordt ge- heeten, en van diens huidige werkzaam heden, welke op het oogenblik, vooral van picturalen aard blijken te zyn. We vallen, aldus de Standaard-man, op een stoel terwijl Timmermans een mooi pastel, een zicht op de kerk boven roode daken, fixeert Wat hij tegen woordig doet? 's Morgens Breu#iel tot aan de patatten, dan teekenen, schetsen, brieven schrijven. De koerier wordt zoo groot, dat hij een secretaris heeft aangeworven en naar een schrijf machine zoekt. Breughel moet af tegen October. Het zal een omvangryk werk zijn, geen technische studie, maar een boek over Breughel, zooals Timmermans hem ziet. Intusschen gaat O. L. Vrouw in de Doornkens, uit het Fransch van Ghéon vertaald, weldra onder druk bü de N.V. De Standaard. Het stuk zal, eigenaardig genoeg, nooit m het Fransch verschij nen. Het blüft iets voor Vlaanderen, heeft de auteur gezegd. Ghéon schikt ook met zijn compagnons naar Brus sel te komen om daar „De Ster" door hem in het Fransch vertaald, op te voeren. Timmermans werkt verder sinds lang reeds aan een Kruisweg. De schet sen in pastel, hangen naast mekaar ge speld. Vooral twee der eerste zyn van opvallende schoonheid en oorspronke lijkheid „De Weenende Vrouwen" en de .Derde Val onder het Kruis". Ze gaan naar de tentoonstelling, op 10 Sep tember door de „Pelgrim" waar Tim mermans deel van uitmaakt te Ant werpen ingericht. Voor dien Kruisweg is hij thans vol vuur, een voor een komen de staties klaar. Die worden dan in groot formaat en in kleur door de Stan daard uitgegeven met een inleidenden „psalm" van den kunstenaar. Eigenlijk waren deze schetsen be doeld als de voorbereiding van den Kruisweg, dien hij voor het Begijnhof zal maken om de oude, verweerde schil derijtjes langs de straatjes te vervan gen. Die nieuwe Kruisweg wordt ge schilderd op eternit met een nieuw pro cédé, dat de verf tegen de guurste onty bestand maakt. Een eerste proef is vol komen gelukt en de uitslag verrassend moot Dit jaar komt er ook weer een Pal- lieter-Kalender. De motieven zyn alle maal aan het Begijnhof ontleend met begijntjes, processie en het haantje van den toren!Maar Breughel blyft hoofdzaak! Dan komt er een herinnering aan Raymond de la Haye, den bekenden Lierschen schilder, die bü den aanvang van den oorlog sneuvelde. En... de rest is voor later! maakt en bedacht, dat, als het Alfred Inglethorp niet was, die met zyn vrouw in een twistgesprek was en je herin nert, je dat hü het bü de zitting hard nekkig ontkende het óf Lawrence óf John moest zijn? Nu, als het Lawrence was. zou het gedrag van Mary Caven dish even onverklaarbaar zyn. Maar als het daarentegen John was, werd de heele zaak volkomen natuurlyk opge lost". ,Dus", riep ik uit, daar er een licht bij me opging, „was het John, die op dien middag met zyn moeder overhoop lag?" Huist" „En u hebt dat aldoor geweten?" „Zeker. Het gedrag van mevrouw Cavendish kon alleen op die wijze ver klaard worden". „En toch zegt u, dat hij vrijgespro ken kan worden?" Poirot haalde de schouders op „Zeker dos ik dat. Bü de behandeling op hét politiebureau zullen we de acte van beschuldiging hooren, maar naar alle waarschünlykheid zullen zün ad vocaten hem raden, zyn verdediging voor later te bewaren Daar zullen we by de terechtzitting mee overvallen worden. En, a propos, ik moet je met een enkel woord waarschuwen, m'n vriend. Ik moet niet in de zaak ge noemd worden". (Wordt vervolgd.^ INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. Toor huishoudelijk gebruik „Lawrence gearresteerd?" vroeg ik verbaasd. Ik zag een vreemden blik in de oogen van Dorcas komen. „Neen, meneer. Niet meneer Lawrence meneer John". Achter me viel Mary Cavendish met een wilden kreet tegen me aan en toen ik me omkeerde, om haar te grijper., ving ik den kalmen triomf in Poirots oogen op. HOOFDSTUK XI. De akte van beschuldiging. Het verhoor van John Cavendish voor den moord op zyn stiefmoeder vond twee maanden later plaats. Van de tusschenliggende weken zal ik maar weinig zeggen, maar mijn bewon dering en sympathie gingen ongeveinsd naar Mary Cavendish uit. Ze stelde zich hartstochtelijk aan de zijde van haar echtgenoot, zelfs de gedachte aan zijn schuld versmadend en vocht voor hem met hand en tand. Ik uitte mijn bewondering tegenover Poirot en hy knikte peinzend. „Ja, ze is één van de vrouwen, die in tegenslag zich op haar best toonen. Die brengt alles, wat er lief en waar in haar is. naar buiten. Haar trots en jaloersch- heid zijn „Jaloerschheid?" vroeg ik. „Ja- Heb je niet gemerkt, dat ze een I buitengewoon jaloersche vrouw is? Zoo als ik zei, haar trots en jaloerschheid zün op zü gezet. Ze denkt aan niets dan aan haar man en het vreeselijke lot, dat hem boven 't hoofd hangt", j Hij sprak met medegevoel en ik keek hem ernstig aan, mij dien laatsten mia- dag herinnerend, toen hij aan 't over- i denken was. of hij al of niet zou spre- I ken. Met zijn teederheid voor .diet ge- luk van een vrouw", was ik blü. dat de j beslissing hem uit de hand was geno men. I „Zelfs nu", zei ik, „kan ik het bijna niet gelooven. Ziet u, tot de allerlaatste minuut heb ik gedacht, dat het Lawren ce was". Poirot glimlachte. „Dat weet ik". „Maar John! M'n oude vriend John!" „Iedere moordenaar is waarschnlijk van iemand de oude vriend", merkte Poirot wijsgeerig op. „Je moet gevoel en verstand niet verwarren". „Ik moet wel zeggen, dat u me een „hint" hadt kunnen geven", „Misschien, mon ami, heb ik dat niet gedaan, juist omdat hij een oude vriend van je was". Ik was daar nogal ontdaan over, om dat ik me herinnerde hoe ik ijverig aan John had overgebracht, wat ik geloofde, dat Poirots meening over Bauerstein was. Die was intusschen vrygesproken van de beschuldiging tccen hem inge bracht. Nochtans, hoewel hij hun dezen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6