HAARLEM'S DAGBLAD
BUITENLANDSCH OVERZICHT
MAANDAG 29 AUG. 1927TWEEDE BLAD
Waarom Lord Robert Cecil er aan
denkt uit het Engelsche ministerie te
treden. De mislukking van de vloot-
conferentie te Genève.
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Er is heden van over de grenzen wei
nig belangrijk nieuws.
De Sacco en Vanzetti-stormen beda
ren.
Alleen is het te Parijs nog niet geheel
rustig. Daar duren de razzia's, welke
onder de verdachte elementen en voor
al onder de buitenlanders worden ge
houden, in verband met de communis
tische relletjes, der afgeloopen week,
nog steeds voort. In totaal hebben 300
arrestaties plaats gehad, waarvan niet
mindèr dan 100 vreemdelingen zijn, die
niet in het bezit waren van de noodige
papieren, zich niet hadden gehouden
aan de order tot het verlaten van het
land, of die uit Frankrijk waren uit
gewezen en weder clandestien zijn terug
gekeerd.. Een aantal personen is ook
in arrest gehouden wegens het onwet
tig bezit van vuurwapenen. De mees
ten der gearresteerde vreemdelingen
zullen zoo spoedig mogelijk over de
grens worden gezet.
Verder verwijzen wij naar de hieron
der volgende berichten en beschouwin
gen over het mogelijke aftreden van
lord Robert Cecil als lid van het Engel
sche ministerie.
Omdat hier vraagstukken van Euro-
peesche politiek mee samenhangen, trekt
dit geschil de aandacht.
De vlaggen-quaestie
te Berlijn.
Nog steeds is het vlag-conflict te
Berlijn niet geheel opgelost.
De vertegenwoordigers van de Belgi
sche hotel-directies hebben, na heftige
conferenties, besloten, vast te houden
aan het huidige standpunt in zake het
hijschen van de rykskleuren, tenzij, van
bevoegde zijde een uitweg wordt aan
gewezen, hoe men de ergernis van een
groot deel der gasten over een hijschen
dier kleuren zou kunnen wegnemen.
Nu deelt evenwel de directie van de
Aschinger A. G. mede, dat zij de zwart-
rood-gouden vlag van de republiek na
tuurlijk eerbiedigt. Op den tachtigsten
verjaardag van president Hindenburg
zal zij van haar administratiegebouw,
waar de directie zetelt, deze vlag uit
steken.
De republikeinsche bladen hebben
met bevrediging van dit besluit kennis
genomen en voegen er de verwachting
aan toe, dat de directie, welke door de
meerderheid der aandeelen, de hotels
Kaisershof, Bristol, Fürstenhof, Palast,
e.a. dirigeert, reeds thans zal nagaan,
op welke wijze men op de a.s. verga
dering van den raad van commissa
rissen der Hotelbetriebs A. G. deze zaak
zal kunnen regelen.
Naar vernomen wordt, is men in de
bankkringen, die bij het hotelbedrijf
geïnteresseerd zijn, de meening toege
daan, dat ook de hotels op 2 October
a.s. ter gelegenheid van den 80sten
verjaardag van rijkspresident Hinden
burg de zwart-rood-gouden vlag dienen
uit te steken. Overigens zou men het
niet ongaarne zien, wanneer van rijks
wege bepaald werd, dat bij het hijschen
eener buitenlandsche vlag ook de rijks-
kleuren geheschen moeten worden.
Op het schrijven van den Pruisi-
schen minister-president Braun aan
de rijksrregeering, betreffende de vlag-
kwestie, heeft dr. Gessier, die thans
den rijkskanselier vervangt, volgens het
„Hamburger Fremdenblatt" geantwoord
dat de rijksregeering haar houding in
deze aangelegenheid nog niet heeft
kunnen bepalen, daar de meeste leden
der rijksregeering zich thans niet te
Berlijn bevinden. Voor zijn persoon
voegde hij er evenwel aan toe, dat hij
natuurlijk een hotel, dat weigeren zou
de officieele Duitsche rijksvlag uit te
steken, niet zou betreden.
Het Engelsche
ministerie.
Er is reeds gemeld, dat. lord Cecil op
het punt staat om uit het Engelsche
ministerie te treden.
Zijn secretaris heeft nu Zaterdag
evenwel de volgende verklaring aan de
pers gegeven:
„Er is niets definitiefs te melden; men
laat de kwestie voor het oogenblik
rusten; mogelijk zullen er over eenigë
dagen definitieve berichten zijn".
Voor het oogenblik is nog geen wijzi
ging gebracht in het oorspronkelijk plan
dat lord Cecil sir Austen Chamberlain
zal vergezellen naar de vergadering van
den Volkenbond te Genève. Verder
meent de „Evening Standard" te weten,
dat welke overweging lord Cecil moge
hebben om af te treden, die geen ver
band houdt met de oyereenkomst tus-
schen Engeland, Frankrijk, en België,
in zake de bezetting in het Rijnland.
Lord Cecil was het volgens dit blad
niet geheel eens met dë houding van
de meerderheid zijner collega's ten op
zichte van de vlootconferentie te Genève
vooral in verband met het werk der
voorbereidende ontwapeningscommissie
van den Volkenbond, waarin hij een
zoo groot aandeel heeft gehad. Het
falen der vlootconferentie heeft de
waarde van den arbeid gedaan door de
voorbereidende commissie, volgens hem
gewijzigd. Bij zijn terugkeer uit Genève
zoo wordt gemeld, heeft hij zijn teleur
stelling daarover te kennen gëgeven en
hij besprak toen de mogelijkheid
van een aftreden. Men trachtte hem er
toe te brengen zijn houding te wijzigen.
Vernomen wordt verder, dat hij wel
licht een onderhoud met Baldwin zal
hebben voordat deze heden Maandag
naar Aix-les-Bains vertrekt.
De Telegraaf-correspondent te Lon
den seint nog:
Een onderhoud heeft Zondag plaats
gehad tusschen Baldwin en lord Cecil,
waarin deze laatste de gelegenheid
kreeg, om de redenen uiteen te zetten,
welke hem tot zijn stap hebben geleid.
Maandag wordt dan zijn definitief be
sluit verwacht, vóór Baldwin naar Aix-
les-Bains vertrekt voor een korte va-
cantie en tevens vóór het vertrek der
Britsche delegatie naar de Volkenbonds
vergadering te Genève, waarvan lord
Cecil onder normale omstandigheden
deel zou hebben uitgemaakt.
Lord Cecil hult zich naar buiten nog
in stilzwijgen doch in een blijkbaar ge
ïnspireerd bericht geeft de „Observer"
een overzicht van de overwegingen, die
op het voornemen van lord Cecil van
invloed waren.
De werkelijke oorzaak van zijn be
sluit is de mislukking van de vloot
conferentie te Genève. Gedurende de
laatste stadia van deze conferentie
poogde hij met alle macht de volledige
ineenstorting van de conferentie te
voorkomen, doch de aanhangers van
het standpunt der Britsche Admiraliteit
kregen de overhand. Naar de meening
van Cecil zou de mislukking vermeden
hebben kunnen worden, indien er aan
Britsche zijde meer wezenlijke geneigd
heid had bestaan om tot een compromis
te komen, en sedert zijn terugkeer uit
Genève heeft hij niet verheeld bitter
te zijn teleur gesteld over het betreu
renswaardig resultaat.
Toen bleek, dat deze mislukking niet
meer was te vermijden, was Baldwin
intusschen reeds naar Canada vertrok
ken. Lord Robert stelde derhalve zijn
decisie tot diens terugkeer uit, wan
neer hij gelegenheid zou hebben zijn
standpunt openhartig een den premier
kenbaar te maken.
De burgeroorlog
in China.
Uit Sjanghai wordt ons door Reuter
geseind, dat de Nationalisten verklaar
den, dat zij de Noordelijkë troepen, die
Vrijdag den Jangtse waren overgesto
ken, teruggedreven hebben, na het
meerendeel te hebben ontwapend. Voorts
verzekerden zij, de spoorwegverbinding
weer hersteld te hebben en onverwijld
8000 man naar Tsjingkiang te hebben
gezonden.
De boschbanden
in Frankrijk.
Uit Toulon wordt ons geseind:
Aangewakkerd door den hevigen
Mistral duren de boschbranden in Zuid-
Frankrijk voort. De bosschen op de
heuvels ten westen van Toulon staan
tot Baume in vlammen. De overtuiging
wint veld, dat het ontstaan der branden
door misdadigen toeleg wordt veroor
zaakt. De gendarmerie en de. politie zet
ten het onderzoek hiernaar met groote
energie voort.
De fascisten te
Praag.
Uit Praag wordt gemeld, dat onder de
documenten, welke de politie in hett fas
cistische hoofdkwartier in beslag heeft
genomen, zich ook een lijst bevond van
de betrouwbare fascistische elementen
in de verschillende regeeringsbureaux.
Er komen o.m. veertig beambten van de
staatspolitie op voor.
Een Praagsch blad zegt vernomen te
hebben, dat de fascistische organisatie
binnen veertien dagen zal worden ont
bonden.
De bewaking van generaal Gajda
in zijn woning door twee rechercheurs
is opgeheven. De politie verklaart, dat
deze bewaking niet meer noodig is, daar
thans ook de laatste fascistenleider bij
den inval in de woning van dr. Vorel
gearresteerd is. De politie onderzoekt
thans, of Gajda bevel tot den inval
by dr. Vorel heeft gegeven. De resul
taten van dit onderzoek zyn tot dusver
nog niet bekend gemaakt. De politie
heeft een document in handen, waaruit
blijkt, dat in het voorjaar ter gelegen
heid-van het groote Sokol-congres een
fascistische revolutie beraamd was. De
hoofdredactie van het orgaan der fascis
ten, zekere Dostal, is gearresteerd we
gens poging tot opruiing van het volk.
De doodstraf voor
40.000 roebel.
De rechtbank te Moskou heeft een
boekhouder van de Russische Staatsbank
wegens verduistering van 40.000 roebels
tot de doodstraf veroordeeld.
Het bedrag met wissels liep reeds over
jaren-
Een medeplichtige kreeg 3 jaar cel
straf.
Scheepsramp.
De Zweedsche stoomboot „Tryggoe"
die van Stockholm naar Leningrad ver*
trokken was, is daar niet aangekomen.
Het is zeer waarschijnlijk dat de boot
vergaan is en alle 13 opvarenden (op
één na) zijn verdronken.
Een Finsche stoomboot heeft name
lijk dezer dagen te Stockholm een sto
ker van de „Tryggve" aan wal gezet: hij
blijkt de eenig overlevende te zijn van
de opvarenden van het schip, dat op
14 Augustus in de golven verdwenen
is. Aan boord bevonden zich een be
manning van 11 koppen en twee pas
sagiers. Toen het schip zonk, bevon
den zich nog zes matrozen aan boord.
De overige vijf leden der bemanning
benevens de twee passagiers waren er
in geslaagd een boot- uit te zetten. Maar
toen deze op 21 dezer door de Finsche
stoomboot werd opgepikt, was nog
slechts de stoker in leven. Eenige der
overige inzittenden waren ten gevolge
van doorgestane ellende bezweken, ter
wijl een paar anderen zich in een vlaag
van verstandsverbijstering in zee. had
den gestort.
LETTEREN EN KUNST.
BEETHOVENMONUMENT TE
BOEDAPEST
Het Hongaarsche orrespondentiebureau
seinde uit eoBdapest dat de Beefchoven-
Gemeinde daar ter stede het besluit
heeft genomen tot het oprichten van
een monument voor den componist in
de Hongaarsche hoofdstad. De kosten
zullen worden bestreden uit de opbrengst
van een inzameling in het geheéle land.
EVERT CORNELIS NAAR AMERIKA.
Evert Cornells, de dirigent van het
Utrechtsch Stedelijk Orkest, heeft aan
een verslaggever van het U. D. medege
deeld dat hij uitgenoodigd was in Ame
rika een serie concerten te cfirigeeren.
Hij voegde daaraan toe:
Wy konden jammer genoeg niet tot
overeenstemming komen, tenminste niet
op één punt: het tijdvak dat Ik in Ame
rika zou moeten zijn paste mij niet,
Waarschijnlijk zullen de plannen het
volgend jaar tot verwezenlijking komen.
Men heeft my uit Amerika geschreven,
dat men het op prijs zou stellen, in
dien ik dan voor onderhandelingen te
vinden ben. Eén gastdirigentschap in
Amerika geefti je altijd weer rijker erva
ring.
De heer Cornells toonde zich met de
uitnoodiging ten zeerste ingenomen en
drukte er nogmaals zijn spijt over uit,
dat hij de invitatie voor dit seizoen on
mogelijk kon aanvaarden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regeï.
WELKOM IN KOPENHAGEN. De enthousiaste begroeting In de Oeensche hoofdstad van Geysendorffer, zijn makker Bcholte en
hun onafsoheidelijken passagier Van Lear Black. Het drietal met mevrouw Geysendorffer als inzet
WEENSCHE BRIEF,
Een vereeniging van ongelukkig-
gehuwden en een bond van
mislukkelingen.
(Van onzen correspondent.)
Weenen, Aug.
Voor eeniger. tijd werd te Weenen
een mannenbond opgericht, die den
naam „Justitia" draagt en die opkomt
voor de rechten van den man tegen de
al te overdreven eischen, die vrouwen
tegenwoordig in het openbare en econo
mische leven en in de rechtspraak vaak
stellen. Ik schreef indertijd over dezen
mannenbond, toen het bestuur van deze
vereeniging een langen brief aan Char
lie Chaplin had geschreven, toen deze
het slachtoffer dreigde te worden van
de hebzucht van zijn vrouw, van welke
hij zich liet scheiden.
Thans is er te Weenen alweer zulk een
vreemdsoortige vereeniging opgericht,
die zich „Schutzbund der ungluec-klichen
Ehen" noemt, ..Bond ter bescherming
van ongelukkige huwelijken"! Jaren ge
leden zou geen mensch aan de oprich
ting van een dergelyken bond hebben
gedacht, maar thans, nu in onzen tijd
duizenden en duizenden huwelijken
worden ontbonden of echtgenooten als
halve vijanden in voortdurende ruizie
en ontevredenheid naast eikaar blijven
voortleven, thans heeft men gemeend,
dat een vereeniging, waarvan tallooze
ongelukkig-gehuwaen deel uitmaken, er
misschien wel iets toe kan bijdragen het
verstoorde liefdesgeluk weder 'terug te
roepen. Natuurlijk moet men een opti
mist zijn, om een dergelijke vereeniging
te kunnen oprichten en bovendien eenig
heil erin te zien. Welnu, de oprichter
een Weensche koopman, Julius Hradil
geheeten, is zulk een optimist. Hij ^ïeeft
reeds anderhalf jaar geleden een an
dere vereeniging in het leven geroepen,
die ook van niet alledaagschen aard is,
namelijk een „Vereeniging van misluk
te levens"!! Vreemd klinkt de naam in
de ooren. Een bond van mislukkelingen?
Door een kleinigheid kan iemands le
ven te gronde worden gericht en in de
huidige maatschappij, die zeer wreed is,
bestond voor deze ongelukkige wezens
absoluut geen mogelijkheid ooit weer
eens in beteren doen te komen. Bijvoor
beeld: iemand heeft zich, door nood ge
dreven, aan een klein vergrijp schuldig
gemaakt of een diefstal begaan. Dat is
gemakkelijk mogelijk, zonder dat de
man een geboren misdadiger behoeft te
zyn! De schuldige komt voor den rech
ter en wordt veroordeeld. Hij blijft nu
voor zyn geheele verdere leven een mis
dadiger en in de meeste gevallen heeft
hij zijn betrekking verloren. Reclassee-
ringsvereenigingen kunnen wel veel,
doch niet alles bereiken en vooral in
een land als Oostenrijk, waar zooveel
werkloosheid heerscht en ,in zooveel be
drijven telkens nog meer lieden door den
grooten „Abbau" op straat worden ge
zet. De bestrafte krygt geen bewijs van
goed gedrag en noch in het binnenland,
noch in den vreemde kan hij zonder dit
papier een nieuwe betrekking vinden.
Julius Hradil, de oprichter van de
vereeniging, waartoe de lieden, wier le
ven te gronde dreigde te gaan, als le
den toetraden, heeft in henderden ge
vallen weten te bewerkstelligen, dat de
betrokken personen toch een bewijs van
goed gedrag kregen en hij heeft hon
derden lieden het pad geëffend om een
nieuw leven te beginnen. Ook arme uit
vinders en mannen, die buiten hun eigen
schuld in de misère kwamen, heeft hij
de reddende hand geboden. Tallooze He
len zijn hem daarom dank verplicht!
Of hij echter ook zooveel succes met
ongelukkig-gehuwden zal hebben is een
groote vraag. Liefde laat zich niet dwin
gen en of men kapotte huwelyken weer
kan lijmen, is zeer dubieus. In ieder ge
val: het doel is goed en ook de middelen,
die Hradil wil toepassen, zijn niet slecht
gekozen. In de eerste plaats wil hij
groote bijeenkomsten arrangeeren, want.
zoo zegt hij, het groote kwaad, waaraan
veel huwelyken te gronde gaan. ligt
daarin, dat de lieden te weinig omgang
met anderen hebben. Uitgaan kost vaak
te veel geld en wanneer men overdag
druk bezet is met werkzaamheden, komt
men er des avonds niet zoo licht toe
bezoeken af te leggen of te ontvangen.
De echtelieden zijn dan alleen op zich
zelf aangewezen en dan beginnen zij te
twisten. Ook wil Hradil een juristisch
informatiebureau voor.de leden van de
nieuwe vereeniging in het leven roepen.
Men heeft te Weenen wel een „Ehebera-
tungsstelle", dat is een bureau, waar
trouwlustigen allerhande informaties
kunnen inwinnen, maar dit is alleen lie
den van dienst, die eerst van plan zijn
met elkaar in het huwelijksbootje te
stappen. Zoodra zij eenmaal aan elkaar
vastgeketend zijn, helpt dit bureau hen
niet meer. Een bekend Weensche advo
caat zal de leden van de nieuwe ver
eeniging steeds kosteloos met raad bij
staan. En Hradil zelf zal steeds al het
mogelijke doen om eventueele geschil
len tusschen echtgenooten bij te leggen,
zoodat hun huwelijk niet noodeloos be
hoeft te worden ontbonden.
Van de bijeenkomsten der leden stelt
hij zich veel voor. Wie weet, hoe gezel
lig deze nog zullen worden. In plaats,
dat een man, die geen huiselijk geluk
meer kent, zijn toevlucht tot de kroeg
neemt, gaan man en vrouw gezamenlijk
naar de clubavonden van hun vereeni
ging toe. „Waar gaan jelui heen?" wordt
hen dan op straat gevraagd. „O, naar de
clubavond van de vereeniging der onge
lukkig-gehuwden. Dat is de gezelligste
en leukste club van heel Weenen!"
W. M. BEKAAR.
Ongelukkige renteniers.
Het moet in Frankrijk geen plezier
zijn obligaties te bezitten. Niet dat de
Fransche obligaties noodlijdend zijn,
maar dank zy den fiscus. Ieder rente
trekker betaalt in Frankrijk zijn aan
deel aan den Staat, in den vorm van
een coupon-belasting, die lang niet
malsch is. Iemand die op zijn coupon
netje 20 francs behoort uitbetaald te
krijgen ontvangt door de ongewenschte
tusschenkomst van Vader Staat 1 franc
en 26 centimes. 18 francs en 74 centi
mes is voor de schatkist.
Verkeert iemand in het gelukkige ge
val. dat hij 80 centimes meer rente
krijgt dan de in het vorige geval be
doelde rentenier, dan betaalt hij ineens
6 francs 4 centimes meer belasting. Van
20 francs 80 intrest moet dus af 24 70 be
lasting. zoodat deze gelukkige rentenier
er 4 francs 10 op toelegt.
Evenmin te benijden is hij, die wat
meer rente trekt. Iemand, die op zijn
couponnetje 75 francs 60 behoort te in
nen betaalt75.60 aan couponbelas
ting.
Het is geen pleziertje in Frankrijk je
spaarcenten in obligaties belegd te heb
ben. al nemen wij aan dat bovenstaande
heffingen wel op toevalligheden zullen
berusten, en dat het niet altijd zoo erg
is. Wat zijn de Nederlandsche rente
niers gelukkig, vergeleken bij de Fran
sche.
Het dubbele huwelijk.
Heel Noyal-sous-Bazouges is in op
schudding. Vanwege een slagersjongen.
Valentin Fontaine, 26 jaar oud heeft de
dwaze streek uitgehaald twee maal te
huwen, zonder ooit weduwnaar of ge
scheiden te zijn geweest. Den eersten keer
is hij getrouwd voor den burgemeester,
den tweeden voor den dominee. Beide
keeren trouwde hij in een andere plaats
en met een ander meisje, zoodat hij nu
twee wettige vrouwen bezit. De ceremo
nieën waren in orde, maar toch heeft
de rechter gemeend te moeten ingrijpen
en het laatste huwelijk, met een meisje
van 19 beschouwd als schaking van een
minderjarige.
Valentin heeft gemaakt, dat hij tegen
dien tijd uit de voeten was. Zijn min
derjarige bruid heeft hij meegenomen.
De burgerlijk met hem getrouwde is
achtergebleven. Het zal haar niet spij
ten!
Sneeuw te Parijs.
Te Parijs werd verleden week bericht
uit New-York ontvangen, dat het in die
wereldstad sneeuwde, en de Parijzenaars
verwonderden zich. Weldra zouden zy er
zelf ook him deel van krijgen.
Vrijdag begon het 's middags kwart
over tweeën plotseling te sneeuwen, en
om drie uur begon het opnieuw. Wel is
waar vielen er geen dikke vlokken en
werden de boulevards niet met een wol
lige deken bedekt maar toch moesten
de Parisiennes in allerijl hun bont en
pelsmantels uit de naphtaline halen,
want het was leelijk koud. Een mot
regentje vermengde zich met de dunne
natte vlokjes en drenkte al de zomer
gasten in een vieze nattigheid.
En dat in Augustus.
Romantische dieven.
Op het Fransche platteland heerscher.
nog hier en daar toestanden die men
in den modernen tijd niet zou verwach
ten. In Ariège is de laatste dagen een
bandietenbende aan het werk. zooals
men die aantreft in zeventiende eeuw-
sehe verhalen. Een goed georganiseerde
troep stroopt overal in de omgeving en
waagt zich in afgelegen dorpen. De
bende verbergt zich in dichte bosschen,
zooals de bende van „Zwarten Piet" uit
Ferdinand Huyck, het pleegde te doen.
De boeren worden door de met revol
vers gewapende bandieten in hun eigen
huis bedreigd, en moeten hun kostbare
biljetjes van duizend franc gewillig af
staan.
Alle veldwachters uit de streek heb
ben zich vereenigd en trekken er een
drachtig met de bevolking op uit. om
met hooivorken en buksen gewapend de
gevaarlijke bosschen in te dringen. Wel
licht zullen zij een kampvuur moeten
omsingelen en een hevigen strijd met
de bandieten moeten voeren, die gelijk
Schiller's „Raber" hun hoofdman met
ware doodsverachting zullen verdedigen.
Dat is heel wat romantischer, dan een
simpele arrestatie!
De kaart van 't heelal.
Veertig jaar geleden besloot het Astro
nomische congres dat er een kaart sa
mengesteld zou worden, waarop alle be
kende sterren van het heelal zouden
worden aangegeven. De uitvoering van
dit moeilijke plan werd opgedragen aan
professor Turner van de Universiteit te
Oxford. Achttien landen namen aan
deze groote ondernenvng deel. De hemel
werd onder hen gelijkelijk verdeeld.
Ieder kreeg een bepaald gedeelte in
kaart te brengen; elke observatiepost
moest 1100 a 1500 sterren fotografeeren.
Thans veertig jaar later, doet Profes
sor Turner, die inmiddels wel aardig
grijs geworden zal zijn de mededeeling.
dat enkele afdeelingen klaar gekomen
zijn. De ijverigste observatoria waren de
Spaansche en Britsche, en ook de ster
renwacht van het Vaticaan.
Als het reusachtige werk heelemaal
klaar zal zyn zullen er op de kaari vijf
millien sterren staan. Het is te hopen,
dat Professor Turner het nog zal be
leven. 't Is wel een geduldwerkje.
Europeesche parels.
Niet alle paarlen komen uit de Oos-
tersche zeeën, zooals men allicht ge
neigd is te denken. Ook West-Europa
levert parels, en wel Schotland. Dit zijn
zoetwaterparels, die gevonden worden
in de Schotsche rivieren en heel wat
makkelijker te verkrijgen zijn dan die
uit het verre Oosten, die met groote
moeite opgedoken worden. De parel
oesters liggen verscholen tusschga het
zand op den bodem van de Schotsche
rivieren, en zijn niet talrijk. Toch wordt
er regelmatig naar gevisch en wel voor
namelijk in de rivieren Ugie en Ythan.
De mooiste parel, die in het vorige sei
zoen gevonden is heeft vijftien pond
sterling oftewel honderdtachtig gulden
opgebracht. De groote parel die op de
Schotsche kroon blinkt werd in
Ythan gevonden.
De Schotten gewagen altyd met ple
zier van het volgende verhaal:
In 1750 vond een koopman uit Aber
deen in de Ythan een vrij mooie parel,
Den eersten den besten liefhebber, dien
hij tegenkwam vroeg hij er honderd
ponden voor. De kooper schatte de pa
rel op het oog en betaalde er honderd
Engelsche ponden voor. De koopman
moest zich beheeTschen om niet van
blijdschap een gat in de lucht te sprin
gen. Hy had gerekend op honderd
Schotsche ponden hetgeen een waarde
vertegenwoordigt van acht Engelsche
ponden sterling en zes shilling. Zulke
meevallers komen tegenwoordig niet
meer voor.
Van een koe.
Koeien kunnen er ook wel eens ge
noeg van krijgen! Een Fransche koe
tenminste begon het allang te vervelen
op de altyd egaal groene wei. Temeer
daar zij onbarmhartig achtervolgd werd
door haar kwelgeesten, de vliegen, mug
gen en andere kwaadwilligen. Zij moest
er niets meer van hebben, van die da-
gelyksche sleur met alle groote en kleine
beproevingen. Zij nam 'n grooten sprong
die haar ongetwyfeld tot kampioene van
alle springende koeien maakte, en troon
de in minder dan geen tyd boven op
een schuur Ongetwyfeld genoot zij van
de geheel ongekende emotie, maar de
vreugde was van korten duur. De
schuur, niet berekend op het gewicht
van moeder koe begon te wankelen en
nog voor het 't geheele terrein harer
dagelijksche wandelingen overzien had
stortte het arme beest al naar beneden,
dwars door pannen en dakspanten heen.
Physiek schadelyke gevolgen had het
avontuur niet. maar wel psychisch, want
ongetwyfeld is alle ondernemingsgeest
van deze energieke kce voor goed ge
dood. En dat is jammer. Het koeien*
leven biedt zoo weinig afwisseling.