i
HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
STADSNIEUWS.
VEERTIG JAREN BESTUURSLID
MIJNHARDT'S
ZATERDAG 3 SEPT. 1927 VIERDE BLAD
No. 3689
UIT DEN GOEDEN OUDEN TIJD.
Schitterende hulde aan den heer K. van Eden.
Van de uitgeversfirma P. Out te Koog
aan de Zaan ontvangen wij een boekje
onder bovenstaanden titel, jeugdherinne
ringen van Neeltje Mulder, wed. Jacob
Honig Jansz. Junior. Nieuw is het niet,
want dit is een exemplaar van den der
den druk en er wordt aan herinnerd, dat
de eerste druk verscheen in 1912. Mis
schien ligt het daaraan, dat de uitgever
het boekje in een linnen band heeft ge
stoken, waarvan de versiering een wat
ouderwetschen indruk maakt.
Het zijn eenvoudige herinneringen
van een vrouw van ruim zestig, zeven
tig jaar geleden, die in een kleine plaats
leefde (te Zaandijk) souvenirs zonder
eenige letterkundige pretentie en toch
van zeldzame bekoring, omdat de manier
van schrijven meteen het beeld geeft van
de schrijfster: eenvoudig, vriendelijk,
hartelijk. Het was bijna niet noodig. dat
in het boekje het photografisch portret
werd ingeplakt. Iedere lezer kijkt als hij
het boekje maar even vluchtig heeft
doorgebladerd, met eerbied naar dat
vriendelijk gezicht met de open, heldere
oogen, waarvan de uitdrukking waardig
is en tevens een weinig lijdend. Want
mevrouw Honig heeft in een lang leven
smart en ziekte gekend. „Ik zal", zoo
schrijft haar zoon, de heer G. J. Honig
in een uitgebreid voorwoord, „niet die
per ingaan op haar eigenschappen van
karakter en gemoed. Ook d i voor leze
men haar boek".
Wat is nu de beteekenis van deze
uitgave? Dat daarin een kijkje wordt ge
geven op vele gewoonten en gebruiken
in een streek, die dicht bij Haarlem ligt,
de Zaanstreek. Want ofschoon mevrouw
Honig zelf van Zaandijk spreekt, veel
van wat zij vertelt geldt voor de heele
streek. Toen ik onlangs uit mijn eigen
geheugen en daarnaast uit het woorden
boek van Dr. G. J. Boekenoogen Zaan-
sche uitdrukkingen putte, heb ik verbaasd
gestaan over de aandacht, die dit arti
keltje getrokken had. Er bleek meer be
langstelling uit voor deze streek, dan had
mogen worden verwacht. Meestal weten
Haarlemmers van deze toch zoo merk
waardige streek niets ander af, dan het
woord „Zaandam...." ja zeker, daar we
ten ze van en de rest van hun kennis
wordt (zal ik zeggen gecamoufleerd of
verborgen) in een vaag handgebaar.
Maar nu er dan toch belangstelling
gebleken is, durf ik een en ander ont-
leenen aan deze herinneringen van zestig,
zeventig jaar geleden, neergeschreven ar
geloos, vriendelijk, dikwijls met medege
voel, soms met een zweempje van spot,
die nimmer kwetst. Mevrouw Honig ver
deelde de stof in een aantal hoofdstuk
ken: woning en bewoning, kleeding, het
kind, dienstboden, postwezen, familie- en
vriendenkring, bruilofsgewoonten, onze
buurt, familie- en geslachtsnamen, uit
stapjes en vermaken, ijsvermaak, begra
fenis- en rouwkleeding, de geneeskunde
en hare dienaars, onderwijs, herinnerin
gen op kerkelijk gebied.
Natuurlijk kan ik alleen maar hier en
daar enkele grepen doen. Dat de meeste
huizen van hout waren en groen geverfd
is lang de eigenaardigheid van de Zaan
streek gebleven en natuurlijk een gevolg
van het feit, dat de houtzagerij en de
houthandel altijd belangrijke middelen
van bestaan in de Zaanstreek zijn ge
weest. Men had de grondstof om zoo te
zeggen bij de hand, Van buiten hadden
enkele huizen steenen voormuren zon
der groote ramen, maar alleen kleine
veneters voor kelder of opkamer met
een dooddeur in het midden. De dood-
deur werd niet alleen gebruikt bij de
begrafenis, maar deed ook dienst bij het
trouwen: die deur was voor den dood
en de bruid (bruidstatie).
De kantoren waren meestal klein,
soms in een afgeschoten hoek van het
huis, evenals de slaapplaatsen, waar met
de ruimte gewoekerd werd boven den
kelder en soms boven de binnenregen-
bak, die in tijd van watergebrek hare
diensten bewees. Boven slapen deed men
niet, zelfs hoorde men van hoogst ar
moedige teostanden, waar de kinderen
op den zolder moesten slapen, zonder
bedgordijnen, onmenschelijk! In de
woonvertrekken bevonden zich meestal
twee bedsteden met alkoof. In enkele had
men een klein raampje naar buiten in
de bedstee voor frissche lucht. Voor
eenige bedsteden had men deurtjes met
muggedoek. Kelders bezat men meestal
twee, daar men voor den winter, als de
vorst de vaart en daarom den aanvoer
gestremd had. gaarne veel proviand in
huis wilde hebben. Vleesch in de kuip
en een ruim voorzien turfhok stonden
boven op het programma.
De kleeding. Een hoofddeksel, pet
geheeten van bruin of groen leder, ver
sierd met een katoen lintje, een knoop
bovenop en van model als een kolen
schepper, was de algemeene dracht, niet
elegant, maar sterk, 's Winters droeg
men veel bont goed. Men moest zorgen
niets onnoodig vuil te maken, daar de
tobbe anders te zwaar werd. Ook werd
men van jongs af ingeprent wel zichzelf
en voorwerpen frisch te reinigen, maar
niet roekeloos, daar bij iangdurige droog
te watergebrek volgde, rt veel moei
lijkheid veroorzaakte. Gingen de vol
wassenen ter kerk, dan trok men de
beste klecrcn aan. maar geen Zondag-
sche kleeding deed dienst in de week.
De mannen hadden evenals de vrouwen
een extra zwart pak voor de bedienings
plechtigheid. Op dien dag gebruikte men
minder sieraden voor de kap enz. en de
doopsgezinde vrouwen legden de voor
naald af en gebruikten, indien ze die
bezaten, parelspelden als de eenvoudig
ste versiering. Na het kerkgewaad volg
de het verkleedpak, wat in een gezin
veel drukte gaf, maar men behoorde het
beste goed te sparen om het lang te
kunnen dragen. Vorm en snit bleven
zoolang eender, dat zulks niet met be
stal stond (dat de drfger er niet be
spottelijk mee uitzag). Voor Ue mannen
volgde het stadpak. dat driemaal per
week gebruikt werd (voor de zakenreizen
naar Amsterdam). Na het stadspak
volgde het kantoor- of molenpak, ter-
Wijl het meest versletene voor brandpak
diende, als men zijn plichten aan de
brandspuit vervulde.
De morgenkleeding der vrouw
verschilde niet veel van die der dienst
bode, paarsch jak, zwart mérinosrok en
bont boezelaar. Tegen elf uur, de koffie
tijd, waren op gewone dagen de huise
lijke bezigheden van de huisvrouwen
volbracht, werd de kap gezet of een
muts met bloempjes, lint en kant ver
sierd opgezet, de japon aangetrokken,
een Oost-Indisch boezelaar aangedaan
en vingen de bezigheden aan voor naai
en breiwerk, daaarbij de zorg voor de
kinderen met speelgoed en prenten
boekjes.
Het kind. De wieg waarin het
kind zijn eerste levensjaar rust moest
vinden, was minder practisch dan
heden. Laag bij den grond had het
veel hinder van tocht. Wel was de wieg
beschut door een dik saaien wiegkleed
soms nog door een ander tocht- of stof
kleed daarover, maar dan was ook alle
aanvoer van versche lucht ontoeganke
lijk, zoodat men niet ten onrechte
sprak van: het kind ruikt naar de wieg,
een geur, die aan een stokvischhandel
deed denken. Aan de wieg was een
koordverbinding, het z.g.n. wiegetouw,
om de wieg te schommelen als de kleine
schreide. Het was om de slaap te be
gunstigen, maar de meesten zwegen uit
wanhoop.
Werd het kind by het opgroeien on-
gezeggelijk, dan werd het bedreigd met
den Klokketlen, toen Aldert Kwadyk.
Deze was de nachtwacht, die op dat
uur zijn ronde aanving met den ratel
en den uitroep: „De klok heit tien,
tien heit de klok". De ratel diende bo
vendien om lieden uit den slaap te
wekken bij brandgevaar, om de behulp
zame hand aan de spuit te bieden. Kin
deren behoorden 's avonds als het licht
ontstoken werd, binnen te zijn. Zelfs
volwassen meisjes was het wel vergund
een boodschap te doen of bezoek af te
leggen bij familie of kennissen, maar
verboden was het te loopen kuieren, nu
wandelen. Die zulks toch deden heetten
vleermuizen of straatmadelieven, de
jongens zaad vboor de Ommershans.
Postwezen. Dagelijks reed er een
posbkar vanaf Amsterdam over 't Tolhuis
langs de Zaan en evenzoo terug naar
en van de hulpkantoren. De boden ver
richtten intusschen nog eenige bood
schappen en opdrachten van anderen
en rustten uit van den vermoeienden
loop, hier en daar by een kop koffie in
de keuken,om dan gesterkt him weg
te vervolgen. Het port der brieven be
taalde men bij de ontvangst van een
brief en kon tot aan de grens zes stui
vers bedragen, naar korteren afstand,
minder.
Brieven voor zaken, by ziekte en
sterfgeval, werden onder het adres ge-
teekend met spoed, een woord dat
meestal bleek van nul en geen waarde,
door het te lang onderweg zyn. Op eens
kwam de mare der groote verandering
op postgebied. Spoed, verbeterde ver-
keersinrichting, overal postkantoren,
tal van postbeambten enz. Later nog de
postpakketten en bij al die kolossale
kostbare inrichtingen een ongelooflijk
laag port van 5 cent voor een brief
door het geheele ryk. Waar dat heen
moest? Moest dit niet op een staats
bankroet uitloopen. Men begreep er tit
tel noch jota van.
Uitstapjes en vermaken.
De deftigste families bezaten him tuin
met koepel en tuinhuis: tot de uitspan
ning behoorde een bezoek aan het
Heerenhuls op t Kalf, daar room te
eten en eenige uren in den tuin rond
te brengen. Voor een grooten rytoer be
gaf men zich naar Haarlem of Alkmaar
en omstreken, maar daar het rytuig
huren voor de meesten te duur was er
geen andere gelegenheid bestond,
ging men soms te voet, wat men uit
loopen noemde, maar zeer vermoeiend
was. Zelfs het uitgaan naar Amster
dam was voor vele een heele gebeur
tenis.
Groote sensatie gaf het toen de spoor
weg van Haarlem tot Amsterdam ge
opend werd. Mijn ouders durfden ook
van dit wonder genieten en myn broer
tje en ik mochten op een Zondag mede.
Eerst naar Amsterdam, waar wij by
de Haarlemmerpoort instapten. Langs
den Haarlemmerweg stond het zwart
van menschen om het nieuwe middel
van vervoer te aanschouwen terwyi de
famihe hier met de vrienden dank
baar waren toen we ongedeerd terug
kwamen.
Het gaat altijd zoo: wie aan een boek
vol gegevens citaten ontleent, is altijd
van meening dat wat hy niet overnam
de belangrykste waren. Hier ook. Ik ben
er mij dan ook van bewust, dat het bo
venstaande geen recht doet aan het
aardige boekje van mevrouw Hoivig en
ik haast mij daarvoor de eenig rede
lijke verontschuldiging te vinden:: het
was er niet om te doen en ook niet
doeniyk, het beste er uit te peuren,
maar enkel en alleen op het werkje de
aandacht te vestigen, zoodat wie er be
lang in stellen het zelf koopen en lezen.
Zij zullen er heel wat uit vernemen dat
zy niet wisten en inzien, dat er ook
toen veel goeds bestond, al onder
schrijven zy waarschijnlijk niet den al-
gemeenen titel: de goede oude tijd.
Want er ontbrak ook veel, dat wij nu
bezitten.
J. C. P.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
ONZE GEMEENTERADEN.
WACHTENDE EEN ERNSTIGE
BEZUINIGINGSTAAK.
In de Tijd van Vrijdagavond vinden
wy een artikel over de Rijks en de ge-
meentefinanciën. Het blad laat daarin
er nadruk op vallen, dat het Ryk, even
als de Provinciën reeds heel wat heb
ben bezuinigd, terwijl er voor de ge
meenten op dit stuk het meeste nog
te doen valt.
In de periode 1910 tot 1914 was, doet
het voorts opmerken de totale belasting
druk (Ryk, Provincie en Gemeente)
f 35.01 per hoofd der gemiddelde be
volking. In 1925 was dit bedrag geste
gen tot f 103.42. De totale belasting
druk was dus bijna verdrievoudigd.
En dan gaat het blad voort:
Bij den Staat daalde dus de belas
tingdruk van 4 maal het bedrag van
vóór den oorlog in 1920, tot 2,7 maal
dit bedrag in 1925. Er is dus flink be
zuinigd.
By de Provincies daalde de belas
ting van 4.9 maal 't bedrag van vóór
den oorlog in 1921, tot 2,5 maal dit be
drag in 1925. Ook hier dus een aanzien
lijke inkrimping der uitgaven.
Maar geheel anders is het beeld, dat
de Gemeenten vertoonen. Daar was in
1921 de bedastingdruk 5 maal het be
drag van vóór den oorlog en daalde het
in 1925 tot slechts 4 maal dit bedrag.
Er is dus by de gemeenten veel minder
bezuinigd.
De cyfers omtrent de gemeentelijke
heffing zouden stellig in een nog on
gunstiger licht komen te staan, wan-
HPer daaronder ook begrepen waren de
vaak overdreven winsten, door ver
schillende gemeenten uit hare bedryven
gemaakt.
Wij zeggen niet, dat de gemeenten
terug mosten naar de cijfers van vóór
den oorlog. Dtze eisch zou onredelijk
zijn. De sociale taak der gemeente
heeft zich sedert dien geweldig uitge
zet. Doch men komt er ook niet van af
met de bewering, dat het Ryk ten
koste van de gemeenten heeft bezui
nigd. Want dit is nog altijd niet over
tuigend aangetoond. Wel is gebleken,
speciaal voor het lager onderwys, dat
sommige groote gemeenten het bezui-
ningswerk hebben gesaboteerd door
geheel vrijwillig, zonder noodzaak, uit
gaven die het Rijk schrapt, voor eigen
rekening te nemen.
In het komende tijdperk wacht on
zen gemeenteraden een ernstige bezui
nigingstaak.
GEMEENTERAAD
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem op Dinsdag 6 Septem
ber 1927 des namiddags ten 1 y3 ure, zoo
noodig voort te zetten des avonds ten 8
ure in de Statenzaal (Prinsenhof).
Aan de orde zal worden gesteld:
1. Beëediging en installatie nieuw ge
kozen leden.
2. Mededeelingen en Ingekomen stuk
ken (liggen ter inzage).
3. Benoeming Wethouder, le vacature.
4. Benoeming Wethouder 2evacature.;
5. Benoeming Wethouder 3e vacature.
6. Benoeming Wethouder 4e vacature.
7. Aanvaarding schenking afd. Haar
lem Ned. Kunstverbond.
8. Vaststelling 2e suppletotire kohier
schoolgelden H. en M. O. 1926/1927.
9. Uitbreiding centrale verwarming
Prinsenhof.
10. Verhüur terrein Jacob Geelstraat.
llo. Verkoop grond:
a. Tuinwyklaan (Mr. Dr. W. P. Vis);
b. Engelszstraat (D. Anderson)
c. Engelszstraat (G. Hellenberg);
d. Voormalige Baanlaan (Weeshuis
der Doopsgezinden)
12. Uitgifte grond in erfpacht Leid-
schevaart hoek Van Oosten de Bruyn-
straat.
13. Aankoop perceelen t Krom hoek
Valkestraat.
14. Verbouwing perceel Kampersin
gel No. 4.
15. Voehtvry maken woningen wo-
ningbouwvereeniging .Rosehaghe".
16. Trekken der afdeelingen.
17. Benoemingen:
a. leden vaste en andere commisslën.
b. Regentes Barbara Gasthuis,
c. tydeiyk personeel Gemeentelijk
Lyceum.
d. 2 definitieve en 2 tïjdeiyke leer
krachten H. B. S. B met 5-j. c.
e. leerares Middelbare school voor
meisjes.
f. personeel Vervolgcursussen.
GROND VERKOOP.
B. en W. adviseer en den Raad gun
stig op een verzoek van Mr. Dr. W. P.
Vis. om in koop te mogen ontvangen
een gedeelte bouwterrein gelegen aan
de westzyde van de Tuinwijklaan. Het
voornemen bestaat op dien grond een
garage met bovenwoning te bouwen.
WEESHUIS DER DOOPSGEZINDEN.
Regenten van het Weeshuis der
Doopsgezinden te Haarlem, hebben den
Raad verzocht hun in koop af te staan
het thans nog in eigendom aan de ge
meente behoorende gedeelte van de
Baanlaan.
B. en W. stellen den Raad voor te
besluiten den grond aan adressanten
te verkoopen tegen f 20 per M2. onder
nader omschreven voorwaarden.
Bedoeling met den grondaankoop is,
te hebben een poortuitgang ten behoeve
van aangrenzende eigendommen van
het Weeshuis.
GROND IN ERFPACHT.
B. en W. adviseeren gunstig op een
verzoek van S. L. Blom en Tj. de Vries
alhier, om in voortdurende erfpacht te
mogen ontvangen een gedeelte grond,
gelegen aan de Leidsche Vaart hoek
van Oosten de Bruinstraat. Het voor
nemen bestaat op dien grond te bouwen
zes woonhuizen en twee winkelhuizen
met twee bovenwoningen.
GEYSENDORFFER's RONDVLUCHT
DOOR EUROPA.
Geysendorffcr is met zyn Fokker van
de Kon. Ned. Luchtvaart Maatschappij
te Genève aangekomen. Hij hoopt heden
naar Venetië te gaan, om aldus een nieu
we étappe af te leggen op zyn rondvlucht
door Europa.
'f'P
P
Wel op een inderdaad schitterende en
grootsche wyze is de heer EL van Eden
Vrydagavond gehuldigd, na afloop van
de ledenvergadering der Kon. Liedertafel
„Zang en Vriendschap".
Veertig Jaar lid van het Bestuur eener
liedertafel te zijn is dan ook geen ge
ringe praestatle. En dat bestuurslidmaat
schap te hebben vervuld op een wijze als
de heer Van Eden dat heeft gedaan is
wel heel bewonderenswaardig. Men kan
veilig zeggen: „Verbeter hem dat maar
eens", zooals hy in de kracht zyner jaren
het penningmeesterschap waarnam. Me
nigeen die het hem niet zou nadoen. En
nog is hy de .stille stuwkracht van het
Bestuur", zooals de voorzitter het uit
drukte.
Geen wonder dan dat het Bestuur en
met het Bestuur al de leden van de lieder
tafel behoefte gevoelden den populairen
.Klaas" te huldigen voor zijne groote
verdiensten ten opzichte van de lieder
tafel. Spontaan was die huldiging en wèl
gemeend. De heer Van Eden is in het
midden der liedertafel de gevierde man.
Dat is Vrijdagavond wel gebleken voor
wie het nog niet wisten!
Veel, zeer veel heeft de liedertafel aan
den heer Van Eden te danken. Dat kwam
tot uiting in de rede van den voorzitter,
Dr. G. E. A. Broese van Groenou, die
de verdiensten van den heer Van Eden
ook herdacht had bij de opening der al
gemeene vergadering en die hem des
middags reeds had gecomplimenteerd te
zijnen huize, toen het Bestuur der lieder
tafel den heer Van Eden was komen be
zoeken om hem een bloemenhulde te
bieden.
Ge hebt het mij van daag wel lastig
gemaakt, begon de voorzitter. Vanmid
dag heb ik u reeds thuis moeten toespre
ken en by de opening der vergadering
kon ik uw Jubileum toch niet negeeren.
En nu moet ik u alweder toespreken.
Maar al hebt ge het my dan lastig ge
maakt, uit groote vriendschap voor u en
met groot genoegen huldig ik u ook gaar
ne officieel bij uw veertig jarig lidmaat
schap van het Bestuur.
Wij mogen u inderdaad wel zeer dank
baar zyn voor alles wat ge voor de lie
dertafel hebt gedaan. Ik heb u gekend
in den vollen glans in den tyd dat ge als
penningmeester de financiën zoo schit
terend in orde hebt gebracht en gemaakt
dat alles klopte. Als ik gedenk hoe u de
financiën beheerde dan mag ik u wel
een grooten pluim op den hoed zetten.
Iemand als u, die uit een wedstryd nog
zelfs een batig saldo wist te kloppen,
hebt daarmede een daad van groote
koopmanschap verricht.
Ge waart een buitengewoon goed pen
ningmeester. En ge hebt een school van
penningmeesters gesticht. Wy zouden
kunnen zeggen de nieuwere zijn nog be
ter dan de oudere uit uwe school.
Maar verder werkt ge nog stilletjes.
Het was uwe verdienste dat ge maaktet
dat we niet te duur de solisten van de
Nederlandsche Opera kregen. Ge zijt
een van die stillen die een vereeniging
een groote stuwkracht geeft. Ge zijt een
stille groote werkkracht, jong en oud
tegeiyk, een man met een grijzen kop.
Ons ideaal is, eindigde spr., dat ge nog
moogt medemaken dat de Liedertafel
honderd jaar bèstaat. Moge ge nog lang
de stille stuwkracht van het Bestuur
zyn.
Na deze geestdriftige en bezielende
toespraak bood spr. den heer Van Eden
als een souvenir aan een gouden pot
lood.
Toen kwam een der leden naar voren,
de heer O. Rood. Alle leden zyn, zeide
spr., u hoogst dankbaar voor alles wat
ge in die veertig jaren voor ons belang
gedaan hebt: ik mag wel zeggen met by-
na bovenmenschelijke kracht. Als beloo
ning wenschen wy u deze krans aan te
bieden met den wensch dat ge nog vele
jaren voor ons en de liedertafel moge
blijven gespaard.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
BIJ HARTKWALEN EN ADER
VERKALKING, neiging tot bloeding in
de hersenen en aanvallen van beroerte,
verzekert het natuurlijke „Franz-Josef-
bitterwater gemakkelijken stoelgang
zonder inspanning. Uit wetenschappelijke
waarnemingen in de klinieken voor ziek
ten der bloedvaten is gebleken, dat het
„Franz-JoseP'ï-water vooral bij meer be*
jaarde patiënten zeer te waardeeren
diensten bewijst. Overal verkrijgbaar.
HET MOOIE WEDER.
ZAL HET AANHOUDEN?
De weerkundige medewerker van Het
Vaderland schrijft:
Het gebied van hoogen druk, dat de
oorzaak is van het mooie weer, is se
dert ons vorig weerbericht belangrijk in
beteekenis toegenomen. Het trok van
Zuidwest-Europa Noordoostwaarts, lag
Dinsdag met zyn kern boven de Noord
zee en verplaatste zich daarna nog meer
naar het Noordoosten, zoodat het gis
teren. Donderdag, boven Zweden was
aangeland. Het beheerschto gedurende
de laatste dagen den weerstoestand in
byna geheel ons werelddeel, waar de
temperatuur met zwakken wind en ge
ringe bevolking ongeveer normaal was.
Op het midden van den dag was het
meest vrij warm, des nachts koeL By
ons kwam Woensdag op het midden van
den dag een temperatuur van 25.4 gr. C.
voor, wat echter voor het einde van
Augustus niet byzonder hoog is.
De depressiec in het Noordwesten van
Europa verwyderde zich in den loop der
laatste dagen, maar was gisteren weer
iets dichterbij, gekomen. Een kleine,
vlakke depressie, die Dinsdag boven de
Golf van Biskaye lag en bij verdere
ontwikkeling de weersgesteldheid ern
stig had kunnen verstoren, is sedert
1 dien dag in beteekenis afgenomen.
Woensdag vormde zich in den ïoop van
Dit zeggende bood spr. den heer Van
Eden een reusachtige lauwerkrans aan.
Het behoeft wel niet gezegd dat de leden
daarna immers daarvoor is het een
liedertafel spontaan aanhieven een
„Hy leve hoog".
De heer Van Eden dankte voor de hem
gebrachte hulde en maakte van de ge
legenheid gebruik om verschillende her
inneringen uit de geschiedenis van de
liedertafel op te diepen. Spr. deed daar
in ook uitkomen hoe hij gaarne mede
gewerkt had er aan dat de tegenwoordi
ge directeur werd benoemd. Hij eindigde
met een: Moge de liedertafel nog lang
leven en groeien.
Natuurlijk weder gejuich.
Voorts trad naar voren de heer De
Lugt die in dichtmaat de verdiensten
van den heer Van Eden gedacht en die
zich voorstelde als te zijn „familie van
den Rapaljaan en het daarom maar zin
gende zou doen". Hetgeen de stemming er
nog eens recht inbracht. Al de goede hoe
danigheden van den heer Van Eden
werden herdacht. Het refrein van elk
couplet van het lied zongen de leden
mede. Het luidde:
O Klaas! O Klaas!
Voor ons koor zyt gij een baas.
Blijft gij nog lang bestaan
Voor Zang en Vriendschap's Vaan.
De vriendschap die zal nooit vergaan.
De vriendschap Vriendschap
Uw vriendschap zal nooit vergaan.
Inmiddels moest de directeur der lie
dertafel het samenzijn verlaten. Op zijn
verzoek werd aangeheven „Chanson des
vagues".
Na zijn heengaan droeg de heer De
Lugt andermaal een gedicht voor dat
ook verdiensten van den heer Van Eden
releveerde. Ook nu weder zongen alle
leden het refrein mede. Dit was aldus:
Meneer van Eden, U is een baas
By ons bekend als .Klaas".
Gij beheerdet lang ons geld
Hebt Uw vingers blauw geteld,
U is Zang en Vriendschap's held.
Veertig Jaar lang in het Bestuur
Dat kostte U menig uur.
Werkte Gy aan t voortbestaan
„Zang en Vriendschap" hoog de vaan
Neem onzen dank hier aan.
Nog was de heer De Lugt niet uitge
put. Er volgde nog een liedje op de wijze
van „August, waar zyn je haren". Het
refrein wenschte den heer Van Eden
een lang leven toe. Zie het hier:
Klaas waar zyn de jaren
Toch gebleven
Snel gaat toch het leven
Ons gegeven.
Klaas leeft gy nog lang en vroolljk rond
Hulde brengen wy in dezen stond
Klaas in 't Hof van Eden
Leef daar gelukkig en gezond.
Dat sloeg er vooral in. De feestelijke
stemming was nu ten top gestegen.
„Zang en Vriendschap" heet de lieder
tafel. Dat de leden de kunst van het
„zingen" verstaan is wel genoeg bekend,
dat ze daarin uitmunten, welke Haar
lemmer weet het niet, zouden we wel mo
gen zeggen. Maar dat by de leden ook
besef is van wat „vriendschap" is, dat
kwam Vrijdagavond wel uit. „Zang" en
„.Vriendschap" is bij deze liedertafel in
volkomen overeenstemming. Bewijzen
van „vriendschap" zijn het jubileerende
lid van het Bestuur gegeven, zooals maar
zelden wordt gezien.
Daarvoor moet men dan ook lid van
„Zang en Vriendschap" zyn. De „zang"
aan de „vriendschap" te verbinden is
hooge kunst. Niet een ieder is dat ge
geven.
Deze huldiging is dan ook een schoone
bladzijde in de geschiedenis der lieder
tafel. In gezelligen vriendenkring is de
heer Van Eden gevierd. Gezellig bleef
men nog eenigen tyd bijeen.
Naar wy vernemen had het Bestuur
des middags reeds zijn jubüeerepd mede
bestuurslid in zijn woning gecomplimen
teerd en zal het den heer Van Eden
ook nog een souper aanbieden. Zooveel
bewijzen van dankbaarheid voor wat je
voor een vereeniging hebt gedaan geeft
een burger moed voort te gaan. Deze ge
dachte zal waarlijk den heer Van Eden
wel hebben vervuld. Dan heb je nog eens
pleizier in het vervullen van een be
stuurslidmaatschap.
der dag een eigenaardige bewolking, die
tegen den avond eenigszins dreigend
werd, maar vermoedelijk in verband
met het verdwynen van de genoemde
kleines depressie, is de kans op versto
ring van den weerstoestand voorbyge-
gaan. Weliswaar lag gisterenmorgen een
zeer ondiepe secundaire depressie boven
de Britsche eilanden, maar ook deze
schynt niet tot ontwikkeling gekomen te
zijn.
Gisteren hield de langzame daling van
den barometer in den loop van den na
middag op, waarin een kleine aanwij
zing lag, dat de algemeene luchtdruk-
verdeeling nog vrywel ongewijzigd bleef.
Over het Kanaal en langs de Oostkust
van Engeland, alsmede in Noord-Duitsch
land en vermoedelyk ook boven de
Noordzee was het weer gisteren nevelig.
Het vergezicht was gisteren zeer gering.
Voor zooverre dit mogelijk is te be
oordeel en, laat het zich aanzien, dat het
mooie weer, althans zoolang de barome
ter stand houdt, nog wel iets langer zal
duren, maar in verband met de depres
sies in het Noordwesten zijn de eerste
aanduidingen van naderende verande
ring uit die richting te verwachten. De
barometer zal echter dan eerst door een
daling daarvoor waarschuwen, waarna
de hemelstreek, waarin de eerste wolken
bank verschijnt, de richting zal aange
ven. waaruit de storing nadert.
TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
De afdeeling Haarlem en omstreken
der Kon. Ned. Maatschappij voor Tuin
bouw- en Plantkunde houdt een ledenl
vergadering op Dinsdag 6 September
De agenda vermeldt onder meer: Candi-
daatstelling Hoofdbestuur en speciale
Dahliakeuring.
VOCHTVRIJ MAKEN VAN
WONINGEN.
B. en W. stellen den Raad voor hen
te machtigen hun medewerking te ver-
leenen tot het doen voehtvry maken van
de woningen der Woningbouwvereeni-
ging .Rosehaghe" gelegen aan en nabij
de HoofmanstraaL
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regel.
Hoofdpijn-Tabletten 60rt
Laxeer-Tabletten... 60d
Zenuw-Tabletten75ct
Staal-Tabletten90*
Maag-Tabletten 75d
11 Bij Apoth. en Drogisten
DREIGEND SUIKERTEKORT.
Het Ned. Weekbl. voor Kruideniers
waren enz. meldt:
Een positie die we sedert de crisis
jaren niet meer gekend hebben- dreigt
dit jaar in onze suikervoorziening in te
treden.
Terwijl eenerzijds de voorraden zeer
schaarsch zyn, is aan den anderen
kant de slechte weersgesteldheid oor
zaak, dat de nieuwe oogst veel later
zal afkomen dan gewoonlijk en deze
datum inplaats begin October zal val
len tusschen 15 en 25 October. Hoe
wel alle pogingen in het werk worden
gesteld om de suikervoorziening te
waarborgen, moet toch ook rekening
worden gehouden met de mogelijkheid
van eenig suikertekort tegen het einde
der campagne. De toestand is momen
teel zoo, dat de fabrieken te Dinteloord
en Sas van Gent uitverkocht zijn; al
leen de Centrale Suikermaatschappy
heeft nog eenigen voorraad en bet is
maar de vraag of deze toereikend is
tot den nieuwen oogst.
Het zal intusschen van belang zijn
de mogelijkheid van een nieuw tekort
niet te vergrooten door het geven van
abnormale orders. Daargelaten het feit,
dat deze toch niet worden uitgevoerd,
behoeft men zich niet ongerust te ma
ken over fancyprijzen. Zijn we wel in
gelicht, dan is de Centrale niet van
plan misbruik te maken van haar mo
rn enteele machtspositie door den prys
der suiker op speculatieve wyze omhoog
te jagen.
PERSONALIA.
Bedankt voor het beroep by de
Ned. Herv. Kerk te Nieuw-Vennep door
Ds. H. P. Brandt te Lage Zwaluwe.
GEDENKTEEKEN VOOR
DE LOBO'S.
Men schrijft ons uit Amsterdam:
Vrijdag 9 September zal het een1
jaar geleden zyn dat Dé Lobo en Greta
Lobo—Brakensiek op noodlottige wijze
by het spoorwegongeluk bij De Vink
om het leven kwamen. Op den middag
van dezen dag zal ter eering van hun
nagedachtenis een gedenksteen ge
plaatst worden in den Stadsschouwburg
De plaquette met de beelenis van het
echtpaar Lobo, ontworpen door den
beeldhouwer Marinus Vreugde, zal aan
gebracht worden in den zywand van het
trapportaal by de fauteuils de balcon,
tegenover die van mevr. HoltropVan
Gelder.
JACQUES SLUYTERS Jr.
ZIJN ZILVEREN JUBILEUM.
Twaalf Jaar oud al op de planken
met kinderen van gelijken leeftyd.
Speelden .Robert en Bertram". Twee
jaren later „directeur" van een kinder-
tooneelgezelschap. Mocht niet van vader,
moest gaan werken in een stoffeerderij.
Toch weer naar het tooneél, nu be
roepsacteur op de Bossche kennis. Was
toen zestien en half jaar en die eerste
„echte" optreden geschiedde op 1 Sep
tember 1902.
Ziehier, in telegramstijl, een paar
notities uit de tooneelherinneringen van
Jacques Sluyters Jr., die Donderdag
avond in Carré te Amsterdam zijn zil
veren tooneeljubileum heeft gevierd,
schryft het Hbld.
Een kwart eeuw van veel ups and downs.
Gespeeld met Henri de Vries; sprookjes
in den Hollandschen Schouwburg, die
een succes werden.
In 1906 een eigen gezélschap in het
Paleis. Een mislukking. Dan eens naar
de revue en weer later impressario;
speelde Svengaïl in „Trilby", „de
Bruiloft van Mietje" en „Majoor Won
derolie"; „Joseph in Dothan" als open
luchtspél. Maakte deel uit van het
„Groot Tooneel", dat maar kort bestond.
Veel tegenslagen tot „De Jantjes" met
Bouber succes bracht. Ook financieel,
Daarna ging het weer mis.
Op 11 Juni 1927 een eigen gezelschap
in Carré, met „Trots pijnbank en
schavot".
Een débacle!
En nu, op den dag van het zDveren
feest, is niet anders overgebleven dan
hei optimisme en de wensch: „een
eigen gezelschap, een eigen schouw
burg".
In „De Sabynsche Maagdenroof" heeft
de heer Sluyters gejubileerd.
Het publi°k dat „De Jantjes" zoo
vaak heeft toegejuicht, vergeet snel.
De zaal was niet half vol; de goed-
koope rangen waren akelig leeg. Maar
zy, die aanwezig waren, hebben den
Jubilaris hartelijk toegejuicht in zyn
creatie van den tooneeldirecteur Striese.
Na het laatste bedrijf kwamen de
bloemen van tooneeldirecties en vrien
den. De heer Jan Grootveld, die den
professor had gespeeld, heeft een har-
teiyk speechje gehouden namens de
huldigingscommissie. Hy sprak van de
moeilijke jaren en het onverwoestbare
optimisme en besloot met de beste wen
schen voor de toekomst.
De „enveloppe" ontbrak niet. Nog
meer gelukwenschen volgden; veel tele
grammen en brieven waren ontvangen.
Geschenken ontbraken niet.
De heer Sluyters dankte voor de hulde
al had hy liever een vollere zaal ge
zien. Hij zal voortw erken en zyn gouden
jubileum hoopt hy te vieren in een
eigen schouwburg met een eigen gezel
schap,. Als „de dubbeltjes" maar komen.
Nog een flink applaus.
Het einde.