i HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN STADSNIEUWS. VEERTIG JAREN BESTUURSLID MIJNHARDT'S ZATERDAG 3 SEPT. 1927 VIERDE BLAD No. 3689 UIT DEN GOEDEN OUDEN TIJD. Schitterende hulde aan den heer K. van Eden. Van de uitgeversfirma P. Out te Koog aan de Zaan ontvangen wij een boekje onder bovenstaanden titel, jeugdherinne ringen van Neeltje Mulder, wed. Jacob Honig Jansz. Junior. Nieuw is het niet, want dit is een exemplaar van den der den druk en er wordt aan herinnerd, dat de eerste druk verscheen in 1912. Mis schien ligt het daaraan, dat de uitgever het boekje in een linnen band heeft ge stoken, waarvan de versiering een wat ouderwetschen indruk maakt. Het zijn eenvoudige herinneringen van een vrouw van ruim zestig, zeven tig jaar geleden, die in een kleine plaats leefde (te Zaandijk) souvenirs zonder eenige letterkundige pretentie en toch van zeldzame bekoring, omdat de manier van schrijven meteen het beeld geeft van de schrijfster: eenvoudig, vriendelijk, hartelijk. Het was bijna niet noodig. dat in het boekje het photografisch portret werd ingeplakt. Iedere lezer kijkt als hij het boekje maar even vluchtig heeft doorgebladerd, met eerbied naar dat vriendelijk gezicht met de open, heldere oogen, waarvan de uitdrukking waardig is en tevens een weinig lijdend. Want mevrouw Honig heeft in een lang leven smart en ziekte gekend. „Ik zal", zoo schrijft haar zoon, de heer G. J. Honig in een uitgebreid voorwoord, „niet die per ingaan op haar eigenschappen van karakter en gemoed. Ook d i voor leze men haar boek". Wat is nu de beteekenis van deze uitgave? Dat daarin een kijkje wordt ge geven op vele gewoonten en gebruiken in een streek, die dicht bij Haarlem ligt, de Zaanstreek. Want ofschoon mevrouw Honig zelf van Zaandijk spreekt, veel van wat zij vertelt geldt voor de heele streek. Toen ik onlangs uit mijn eigen geheugen en daarnaast uit het woorden boek van Dr. G. J. Boekenoogen Zaan- sche uitdrukkingen putte, heb ik verbaasd gestaan over de aandacht, die dit arti keltje getrokken had. Er bleek meer be langstelling uit voor deze streek, dan had mogen worden verwacht. Meestal weten Haarlemmers van deze toch zoo merk waardige streek niets ander af, dan het woord „Zaandam...." ja zeker, daar we ten ze van en de rest van hun kennis wordt (zal ik zeggen gecamoufleerd of verborgen) in een vaag handgebaar. Maar nu er dan toch belangstelling gebleken is, durf ik een en ander ont- leenen aan deze herinneringen van zestig, zeventig jaar geleden, neergeschreven ar geloos, vriendelijk, dikwijls met medege voel, soms met een zweempje van spot, die nimmer kwetst. Mevrouw Honig ver deelde de stof in een aantal hoofdstuk ken: woning en bewoning, kleeding, het kind, dienstboden, postwezen, familie- en vriendenkring, bruilofsgewoonten, onze buurt, familie- en geslachtsnamen, uit stapjes en vermaken, ijsvermaak, begra fenis- en rouwkleeding, de geneeskunde en hare dienaars, onderwijs, herinnerin gen op kerkelijk gebied. Natuurlijk kan ik alleen maar hier en daar enkele grepen doen. Dat de meeste huizen van hout waren en groen geverfd is lang de eigenaardigheid van de Zaan streek gebleven en natuurlijk een gevolg van het feit, dat de houtzagerij en de houthandel altijd belangrijke middelen van bestaan in de Zaanstreek zijn ge weest. Men had de grondstof om zoo te zeggen bij de hand, Van buiten hadden enkele huizen steenen voormuren zon der groote ramen, maar alleen kleine veneters voor kelder of opkamer met een dooddeur in het midden. De dood- deur werd niet alleen gebruikt bij de begrafenis, maar deed ook dienst bij het trouwen: die deur was voor den dood en de bruid (bruidstatie). De kantoren waren meestal klein, soms in een afgeschoten hoek van het huis, evenals de slaapplaatsen, waar met de ruimte gewoekerd werd boven den kelder en soms boven de binnenregen- bak, die in tijd van watergebrek hare diensten bewees. Boven slapen deed men niet, zelfs hoorde men van hoogst ar moedige teostanden, waar de kinderen op den zolder moesten slapen, zonder bedgordijnen, onmenschelijk! In de woonvertrekken bevonden zich meestal twee bedsteden met alkoof. In enkele had men een klein raampje naar buiten in de bedstee voor frissche lucht. Voor eenige bedsteden had men deurtjes met muggedoek. Kelders bezat men meestal twee, daar men voor den winter, als de vorst de vaart en daarom den aanvoer gestremd had. gaarne veel proviand in huis wilde hebben. Vleesch in de kuip en een ruim voorzien turfhok stonden boven op het programma. De kleeding. Een hoofddeksel, pet geheeten van bruin of groen leder, ver sierd met een katoen lintje, een knoop bovenop en van model als een kolen schepper, was de algemeene dracht, niet elegant, maar sterk, 's Winters droeg men veel bont goed. Men moest zorgen niets onnoodig vuil te maken, daar de tobbe anders te zwaar werd. Ook werd men van jongs af ingeprent wel zichzelf en voorwerpen frisch te reinigen, maar niet roekeloos, daar bij iangdurige droog te watergebrek volgde, rt veel moei lijkheid veroorzaakte. Gingen de vol wassenen ter kerk, dan trok men de beste klecrcn aan. maar geen Zondag- sche kleeding deed dienst in de week. De mannen hadden evenals de vrouwen een extra zwart pak voor de bedienings plechtigheid. Op dien dag gebruikte men minder sieraden voor de kap enz. en de doopsgezinde vrouwen legden de voor naald af en gebruikten, indien ze die bezaten, parelspelden als de eenvoudig ste versiering. Na het kerkgewaad volg de het verkleedpak, wat in een gezin veel drukte gaf, maar men behoorde het beste goed te sparen om het lang te kunnen dragen. Vorm en snit bleven zoolang eender, dat zulks niet met be stal stond (dat de drfger er niet be spottelijk mee uitzag). Voor Ue mannen volgde het stadpak. dat driemaal per week gebruikt werd (voor de zakenreizen naar Amsterdam). Na het stadspak volgde het kantoor- of molenpak, ter- Wijl het meest versletene voor brandpak diende, als men zijn plichten aan de brandspuit vervulde. De morgenkleeding der vrouw verschilde niet veel van die der dienst bode, paarsch jak, zwart mérinosrok en bont boezelaar. Tegen elf uur, de koffie tijd, waren op gewone dagen de huise lijke bezigheden van de huisvrouwen volbracht, werd de kap gezet of een muts met bloempjes, lint en kant ver sierd opgezet, de japon aangetrokken, een Oost-Indisch boezelaar aangedaan en vingen de bezigheden aan voor naai en breiwerk, daaarbij de zorg voor de kinderen met speelgoed en prenten boekjes. Het kind. De wieg waarin het kind zijn eerste levensjaar rust moest vinden, was minder practisch dan heden. Laag bij den grond had het veel hinder van tocht. Wel was de wieg beschut door een dik saaien wiegkleed soms nog door een ander tocht- of stof kleed daarover, maar dan was ook alle aanvoer van versche lucht ontoeganke lijk, zoodat men niet ten onrechte sprak van: het kind ruikt naar de wieg, een geur, die aan een stokvischhandel deed denken. Aan de wieg was een koordverbinding, het z.g.n. wiegetouw, om de wieg te schommelen als de kleine schreide. Het was om de slaap te be gunstigen, maar de meesten zwegen uit wanhoop. Werd het kind by het opgroeien on- gezeggelijk, dan werd het bedreigd met den Klokketlen, toen Aldert Kwadyk. Deze was de nachtwacht, die op dat uur zijn ronde aanving met den ratel en den uitroep: „De klok heit tien, tien heit de klok". De ratel diende bo vendien om lieden uit den slaap te wekken bij brandgevaar, om de behulp zame hand aan de spuit te bieden. Kin deren behoorden 's avonds als het licht ontstoken werd, binnen te zijn. Zelfs volwassen meisjes was het wel vergund een boodschap te doen of bezoek af te leggen bij familie of kennissen, maar verboden was het te loopen kuieren, nu wandelen. Die zulks toch deden heetten vleermuizen of straatmadelieven, de jongens zaad vboor de Ommershans. Postwezen. Dagelijks reed er een posbkar vanaf Amsterdam over 't Tolhuis langs de Zaan en evenzoo terug naar en van de hulpkantoren. De boden ver richtten intusschen nog eenige bood schappen en opdrachten van anderen en rustten uit van den vermoeienden loop, hier en daar by een kop koffie in de keuken,om dan gesterkt him weg te vervolgen. Het port der brieven be taalde men bij de ontvangst van een brief en kon tot aan de grens zes stui vers bedragen, naar korteren afstand, minder. Brieven voor zaken, by ziekte en sterfgeval, werden onder het adres ge- teekend met spoed, een woord dat meestal bleek van nul en geen waarde, door het te lang onderweg zyn. Op eens kwam de mare der groote verandering op postgebied. Spoed, verbeterde ver- keersinrichting, overal postkantoren, tal van postbeambten enz. Later nog de postpakketten en bij al die kolossale kostbare inrichtingen een ongelooflijk laag port van 5 cent voor een brief door het geheele ryk. Waar dat heen moest? Moest dit niet op een staats bankroet uitloopen. Men begreep er tit tel noch jota van. Uitstapjes en vermaken. De deftigste families bezaten him tuin met koepel en tuinhuis: tot de uitspan ning behoorde een bezoek aan het Heerenhuls op t Kalf, daar room te eten en eenige uren in den tuin rond te brengen. Voor een grooten rytoer be gaf men zich naar Haarlem of Alkmaar en omstreken, maar daar het rytuig huren voor de meesten te duur was er geen andere gelegenheid bestond, ging men soms te voet, wat men uit loopen noemde, maar zeer vermoeiend was. Zelfs het uitgaan naar Amster dam was voor vele een heele gebeur tenis. Groote sensatie gaf het toen de spoor weg van Haarlem tot Amsterdam ge opend werd. Mijn ouders durfden ook van dit wonder genieten en myn broer tje en ik mochten op een Zondag mede. Eerst naar Amsterdam, waar wij by de Haarlemmerpoort instapten. Langs den Haarlemmerweg stond het zwart van menschen om het nieuwe middel van vervoer te aanschouwen terwyi de famihe hier met de vrienden dank baar waren toen we ongedeerd terug kwamen. Het gaat altijd zoo: wie aan een boek vol gegevens citaten ontleent, is altijd van meening dat wat hy niet overnam de belangrykste waren. Hier ook. Ik ben er mij dan ook van bewust, dat het bo venstaande geen recht doet aan het aardige boekje van mevrouw Hoivig en ik haast mij daarvoor de eenig rede lijke verontschuldiging te vinden:: het was er niet om te doen en ook niet doeniyk, het beste er uit te peuren, maar enkel en alleen op het werkje de aandacht te vestigen, zoodat wie er be lang in stellen het zelf koopen en lezen. Zij zullen er heel wat uit vernemen dat zy niet wisten en inzien, dat er ook toen veel goeds bestond, al onder schrijven zy waarschijnlijk niet den al- gemeenen titel: de goede oude tijd. Want er ontbrak ook veel, dat wij nu bezitten. J. C. P. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. ONZE GEMEENTERADEN. WACHTENDE EEN ERNSTIGE BEZUINIGINGSTAAK. In de Tijd van Vrijdagavond vinden wy een artikel over de Rijks en de ge- meentefinanciën. Het blad laat daarin er nadruk op vallen, dat het Ryk, even als de Provinciën reeds heel wat heb ben bezuinigd, terwijl er voor de ge meenten op dit stuk het meeste nog te doen valt. In de periode 1910 tot 1914 was, doet het voorts opmerken de totale belasting druk (Ryk, Provincie en Gemeente) f 35.01 per hoofd der gemiddelde be volking. In 1925 was dit bedrag geste gen tot f 103.42. De totale belasting druk was dus bijna verdrievoudigd. En dan gaat het blad voort: Bij den Staat daalde dus de belas tingdruk van 4 maal het bedrag van vóór den oorlog in 1920, tot 2,7 maal dit bedrag in 1925. Er is dus flink be zuinigd. By de Provincies daalde de belas ting van 4.9 maal 't bedrag van vóór den oorlog in 1921, tot 2,5 maal dit be drag in 1925. Ook hier dus een aanzien lijke inkrimping der uitgaven. Maar geheel anders is het beeld, dat de Gemeenten vertoonen. Daar was in 1921 de bedastingdruk 5 maal het be drag van vóór den oorlog en daalde het in 1925 tot slechts 4 maal dit bedrag. Er is dus by de gemeenten veel minder bezuinigd. De cyfers omtrent de gemeentelijke heffing zouden stellig in een nog on gunstiger licht komen te staan, wan- HPer daaronder ook begrepen waren de vaak overdreven winsten, door ver schillende gemeenten uit hare bedryven gemaakt. Wij zeggen niet, dat de gemeenten terug mosten naar de cijfers van vóór den oorlog. Dtze eisch zou onredelijk zijn. De sociale taak der gemeente heeft zich sedert dien geweldig uitge zet. Doch men komt er ook niet van af met de bewering, dat het Ryk ten koste van de gemeenten heeft bezui nigd. Want dit is nog altijd niet over tuigend aangetoond. Wel is gebleken, speciaal voor het lager onderwys, dat sommige groote gemeenten het bezui- ningswerk hebben gesaboteerd door geheel vrijwillig, zonder noodzaak, uit gaven die het Rijk schrapt, voor eigen rekening te nemen. In het komende tijdperk wacht on zen gemeenteraden een ernstige bezui nigingstaak. GEMEENTERAAD Vergadering van den Raad der ge meente Haarlem op Dinsdag 6 Septem ber 1927 des namiddags ten 1 y3 ure, zoo noodig voort te zetten des avonds ten 8 ure in de Statenzaal (Prinsenhof). Aan de orde zal worden gesteld: 1. Beëediging en installatie nieuw ge kozen leden. 2. Mededeelingen en Ingekomen stuk ken (liggen ter inzage). 3. Benoeming Wethouder, le vacature. 4. Benoeming Wethouder 2evacature.; 5. Benoeming Wethouder 3e vacature. 6. Benoeming Wethouder 4e vacature. 7. Aanvaarding schenking afd. Haar lem Ned. Kunstverbond. 8. Vaststelling 2e suppletotire kohier schoolgelden H. en M. O. 1926/1927. 9. Uitbreiding centrale verwarming Prinsenhof. 10. Verhüur terrein Jacob Geelstraat. llo. Verkoop grond: a. Tuinwyklaan (Mr. Dr. W. P. Vis); b. Engelszstraat (D. Anderson) c. Engelszstraat (G. Hellenberg); d. Voormalige Baanlaan (Weeshuis der Doopsgezinden) 12. Uitgifte grond in erfpacht Leid- schevaart hoek Van Oosten de Bruyn- straat. 13. Aankoop perceelen t Krom hoek Valkestraat. 14. Verbouwing perceel Kampersin gel No. 4. 15. Voehtvry maken woningen wo- ningbouwvereeniging .Rosehaghe". 16. Trekken der afdeelingen. 17. Benoemingen: a. leden vaste en andere commisslën. b. Regentes Barbara Gasthuis, c. tydeiyk personeel Gemeentelijk Lyceum. d. 2 definitieve en 2 tïjdeiyke leer krachten H. B. S. B met 5-j. c. e. leerares Middelbare school voor meisjes. f. personeel Vervolgcursussen. GROND VERKOOP. B. en W. adviseer en den Raad gun stig op een verzoek van Mr. Dr. W. P. Vis. om in koop te mogen ontvangen een gedeelte bouwterrein gelegen aan de westzyde van de Tuinwijklaan. Het voornemen bestaat op dien grond een garage met bovenwoning te bouwen. WEESHUIS DER DOOPSGEZINDEN. Regenten van het Weeshuis der Doopsgezinden te Haarlem, hebben den Raad verzocht hun in koop af te staan het thans nog in eigendom aan de ge meente behoorende gedeelte van de Baanlaan. B. en W. stellen den Raad voor te besluiten den grond aan adressanten te verkoopen tegen f 20 per M2. onder nader omschreven voorwaarden. Bedoeling met den grondaankoop is, te hebben een poortuitgang ten behoeve van aangrenzende eigendommen van het Weeshuis. GROND IN ERFPACHT. B. en W. adviseeren gunstig op een verzoek van S. L. Blom en Tj. de Vries alhier, om in voortdurende erfpacht te mogen ontvangen een gedeelte grond, gelegen aan de Leidsche Vaart hoek van Oosten de Bruinstraat. Het voor nemen bestaat op dien grond te bouwen zes woonhuizen en twee winkelhuizen met twee bovenwoningen. GEYSENDORFFER's RONDVLUCHT DOOR EUROPA. Geysendorffcr is met zyn Fokker van de Kon. Ned. Luchtvaart Maatschappij te Genève aangekomen. Hij hoopt heden naar Venetië te gaan, om aldus een nieu we étappe af te leggen op zyn rondvlucht door Europa. 'f'P P Wel op een inderdaad schitterende en grootsche wyze is de heer EL van Eden Vrydagavond gehuldigd, na afloop van de ledenvergadering der Kon. Liedertafel „Zang en Vriendschap". Veertig Jaar lid van het Bestuur eener liedertafel te zijn is dan ook geen ge ringe praestatle. En dat bestuurslidmaat schap te hebben vervuld op een wijze als de heer Van Eden dat heeft gedaan is wel heel bewonderenswaardig. Men kan veilig zeggen: „Verbeter hem dat maar eens", zooals hy in de kracht zyner jaren het penningmeesterschap waarnam. Me nigeen die het hem niet zou nadoen. En nog is hy de .stille stuwkracht van het Bestuur", zooals de voorzitter het uit drukte. Geen wonder dan dat het Bestuur en met het Bestuur al de leden van de lieder tafel behoefte gevoelden den populairen .Klaas" te huldigen voor zijne groote verdiensten ten opzichte van de lieder tafel. Spontaan was die huldiging en wèl gemeend. De heer Van Eden is in het midden der liedertafel de gevierde man. Dat is Vrijdagavond wel gebleken voor wie het nog niet wisten! Veel, zeer veel heeft de liedertafel aan den heer Van Eden te danken. Dat kwam tot uiting in de rede van den voorzitter, Dr. G. E. A. Broese van Groenou, die de verdiensten van den heer Van Eden ook herdacht had bij de opening der al gemeene vergadering en die hem des middags reeds had gecomplimenteerd te zijnen huize, toen het Bestuur der lieder tafel den heer Van Eden was komen be zoeken om hem een bloemenhulde te bieden. Ge hebt het mij van daag wel lastig gemaakt, begon de voorzitter. Vanmid dag heb ik u reeds thuis moeten toespre ken en by de opening der vergadering kon ik uw Jubileum toch niet negeeren. En nu moet ik u alweder toespreken. Maar al hebt ge het my dan lastig ge maakt, uit groote vriendschap voor u en met groot genoegen huldig ik u ook gaar ne officieel bij uw veertig jarig lidmaat schap van het Bestuur. Wij mogen u inderdaad wel zeer dank baar zyn voor alles wat ge voor de lie dertafel hebt gedaan. Ik heb u gekend in den vollen glans in den tyd dat ge als penningmeester de financiën zoo schit terend in orde hebt gebracht en gemaakt dat alles klopte. Als ik gedenk hoe u de financiën beheerde dan mag ik u wel een grooten pluim op den hoed zetten. Iemand als u, die uit een wedstryd nog zelfs een batig saldo wist te kloppen, hebt daarmede een daad van groote koopmanschap verricht. Ge waart een buitengewoon goed pen ningmeester. En ge hebt een school van penningmeesters gesticht. Wy zouden kunnen zeggen de nieuwere zijn nog be ter dan de oudere uit uwe school. Maar verder werkt ge nog stilletjes. Het was uwe verdienste dat ge maaktet dat we niet te duur de solisten van de Nederlandsche Opera kregen. Ge zijt een van die stillen die een vereeniging een groote stuwkracht geeft. Ge zijt een stille groote werkkracht, jong en oud tegeiyk, een man met een grijzen kop. Ons ideaal is, eindigde spr., dat ge nog moogt medemaken dat de Liedertafel honderd jaar bèstaat. Moge ge nog lang de stille stuwkracht van het Bestuur zyn. Na deze geestdriftige en bezielende toespraak bood spr. den heer Van Eden als een souvenir aan een gouden pot lood. Toen kwam een der leden naar voren, de heer O. Rood. Alle leden zyn, zeide spr., u hoogst dankbaar voor alles wat ge in die veertig jaren voor ons belang gedaan hebt: ik mag wel zeggen met by- na bovenmenschelijke kracht. Als beloo ning wenschen wy u deze krans aan te bieden met den wensch dat ge nog vele jaren voor ons en de liedertafel moge blijven gespaard. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. BIJ HARTKWALEN EN ADER VERKALKING, neiging tot bloeding in de hersenen en aanvallen van beroerte, verzekert het natuurlijke „Franz-Josef- bitterwater gemakkelijken stoelgang zonder inspanning. Uit wetenschappelijke waarnemingen in de klinieken voor ziek ten der bloedvaten is gebleken, dat het „Franz-JoseP'ï-water vooral bij meer be* jaarde patiënten zeer te waardeeren diensten bewijst. Overal verkrijgbaar. HET MOOIE WEDER. ZAL HET AANHOUDEN? De weerkundige medewerker van Het Vaderland schrijft: Het gebied van hoogen druk, dat de oorzaak is van het mooie weer, is se dert ons vorig weerbericht belangrijk in beteekenis toegenomen. Het trok van Zuidwest-Europa Noordoostwaarts, lag Dinsdag met zyn kern boven de Noord zee en verplaatste zich daarna nog meer naar het Noordoosten, zoodat het gis teren. Donderdag, boven Zweden was aangeland. Het beheerschto gedurende de laatste dagen den weerstoestand in byna geheel ons werelddeel, waar de temperatuur met zwakken wind en ge ringe bevolking ongeveer normaal was. Op het midden van den dag was het meest vrij warm, des nachts koeL By ons kwam Woensdag op het midden van den dag een temperatuur van 25.4 gr. C. voor, wat echter voor het einde van Augustus niet byzonder hoog is. De depressiec in het Noordwesten van Europa verwyderde zich in den loop der laatste dagen, maar was gisteren weer iets dichterbij, gekomen. Een kleine, vlakke depressie, die Dinsdag boven de Golf van Biskaye lag en bij verdere ontwikkeling de weersgesteldheid ern stig had kunnen verstoren, is sedert 1 dien dag in beteekenis afgenomen. Woensdag vormde zich in den ïoop van Dit zeggende bood spr. den heer Van Eden een reusachtige lauwerkrans aan. Het behoeft wel niet gezegd dat de leden daarna immers daarvoor is het een liedertafel spontaan aanhieven een „Hy leve hoog". De heer Van Eden dankte voor de hem gebrachte hulde en maakte van de ge legenheid gebruik om verschillende her inneringen uit de geschiedenis van de liedertafel op te diepen. Spr. deed daar in ook uitkomen hoe hij gaarne mede gewerkt had er aan dat de tegenwoordi ge directeur werd benoemd. Hij eindigde met een: Moge de liedertafel nog lang leven en groeien. Natuurlijk weder gejuich. Voorts trad naar voren de heer De Lugt die in dichtmaat de verdiensten van den heer Van Eden gedacht en die zich voorstelde als te zijn „familie van den Rapaljaan en het daarom maar zin gende zou doen". Hetgeen de stemming er nog eens recht inbracht. Al de goede hoe danigheden van den heer Van Eden werden herdacht. Het refrein van elk couplet van het lied zongen de leden mede. Het luidde: O Klaas! O Klaas! Voor ons koor zyt gij een baas. Blijft gij nog lang bestaan Voor Zang en Vriendschap's Vaan. De vriendschap die zal nooit vergaan. De vriendschap Vriendschap Uw vriendschap zal nooit vergaan. Inmiddels moest de directeur der lie dertafel het samenzijn verlaten. Op zijn verzoek werd aangeheven „Chanson des vagues". Na zijn heengaan droeg de heer De Lugt andermaal een gedicht voor dat ook verdiensten van den heer Van Eden releveerde. Ook nu weder zongen alle leden het refrein mede. Dit was aldus: Meneer van Eden, U is een baas By ons bekend als .Klaas". Gij beheerdet lang ons geld Hebt Uw vingers blauw geteld, U is Zang en Vriendschap's held. Veertig Jaar lang in het Bestuur Dat kostte U menig uur. Werkte Gy aan t voortbestaan „Zang en Vriendschap" hoog de vaan Neem onzen dank hier aan. Nog was de heer De Lugt niet uitge put. Er volgde nog een liedje op de wijze van „August, waar zyn je haren". Het refrein wenschte den heer Van Eden een lang leven toe. Zie het hier: Klaas waar zyn de jaren Toch gebleven Snel gaat toch het leven Ons gegeven. Klaas leeft gy nog lang en vroolljk rond Hulde brengen wy in dezen stond Klaas in 't Hof van Eden Leef daar gelukkig en gezond. Dat sloeg er vooral in. De feestelijke stemming was nu ten top gestegen. „Zang en Vriendschap" heet de lieder tafel. Dat de leden de kunst van het „zingen" verstaan is wel genoeg bekend, dat ze daarin uitmunten, welke Haar lemmer weet het niet, zouden we wel mo gen zeggen. Maar dat by de leden ook besef is van wat „vriendschap" is, dat kwam Vrijdagavond wel uit. „Zang" en „.Vriendschap" is bij deze liedertafel in volkomen overeenstemming. Bewijzen van „vriendschap" zijn het jubileerende lid van het Bestuur gegeven, zooals maar zelden wordt gezien. Daarvoor moet men dan ook lid van „Zang en Vriendschap" zyn. De „zang" aan de „vriendschap" te verbinden is hooge kunst. Niet een ieder is dat ge geven. Deze huldiging is dan ook een schoone bladzijde in de geschiedenis der lieder tafel. In gezelligen vriendenkring is de heer Van Eden gevierd. Gezellig bleef men nog eenigen tyd bijeen. Naar wy vernemen had het Bestuur des middags reeds zijn jubüeerepd mede bestuurslid in zijn woning gecomplimen teerd en zal het den heer Van Eden ook nog een souper aanbieden. Zooveel bewijzen van dankbaarheid voor wat je voor een vereeniging hebt gedaan geeft een burger moed voort te gaan. Deze ge dachte zal waarlijk den heer Van Eden wel hebben vervuld. Dan heb je nog eens pleizier in het vervullen van een be stuurslidmaatschap. der dag een eigenaardige bewolking, die tegen den avond eenigszins dreigend werd, maar vermoedelijk in verband met het verdwynen van de genoemde kleines depressie, is de kans op versto ring van den weerstoestand voorbyge- gaan. Weliswaar lag gisterenmorgen een zeer ondiepe secundaire depressie boven de Britsche eilanden, maar ook deze schynt niet tot ontwikkeling gekomen te zijn. Gisteren hield de langzame daling van den barometer in den loop van den na middag op, waarin een kleine aanwij zing lag, dat de algemeene luchtdruk- verdeeling nog vrywel ongewijzigd bleef. Over het Kanaal en langs de Oostkust van Engeland, alsmede in Noord-Duitsch land en vermoedelyk ook boven de Noordzee was het weer gisteren nevelig. Het vergezicht was gisteren zeer gering. Voor zooverre dit mogelijk is te be oordeel en, laat het zich aanzien, dat het mooie weer, althans zoolang de barome ter stand houdt, nog wel iets langer zal duren, maar in verband met de depres sies in het Noordwesten zijn de eerste aanduidingen van naderende verande ring uit die richting te verwachten. De barometer zal echter dan eerst door een daling daarvoor waarschuwen, waarna de hemelstreek, waarin de eerste wolken bank verschijnt, de richting zal aange ven. waaruit de storing nadert. TUINBOUW EN PLANTKUNDE. De afdeeling Haarlem en omstreken der Kon. Ned. Maatschappij voor Tuin bouw- en Plantkunde houdt een ledenl vergadering op Dinsdag 6 September De agenda vermeldt onder meer: Candi- daatstelling Hoofdbestuur en speciale Dahliakeuring. VOCHTVRIJ MAKEN VAN WONINGEN. B. en W. stellen den Raad voor hen te machtigen hun medewerking te ver- leenen tot het doen voehtvry maken van de woningen der Woningbouwvereeni- ging .Rosehaghe" gelegen aan en nabij de HoofmanstraaL INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent» per regel. Hoofdpijn-Tabletten 60rt Laxeer-Tabletten... 60d Zenuw-Tabletten75ct Staal-Tabletten90* Maag-Tabletten 75d 11 Bij Apoth. en Drogisten DREIGEND SUIKERTEKORT. Het Ned. Weekbl. voor Kruideniers waren enz. meldt: Een positie die we sedert de crisis jaren niet meer gekend hebben- dreigt dit jaar in onze suikervoorziening in te treden. Terwijl eenerzijds de voorraden zeer schaarsch zyn, is aan den anderen kant de slechte weersgesteldheid oor zaak, dat de nieuwe oogst veel later zal afkomen dan gewoonlijk en deze datum inplaats begin October zal val len tusschen 15 en 25 October. Hoe wel alle pogingen in het werk worden gesteld om de suikervoorziening te waarborgen, moet toch ook rekening worden gehouden met de mogelijkheid van eenig suikertekort tegen het einde der campagne. De toestand is momen teel zoo, dat de fabrieken te Dinteloord en Sas van Gent uitverkocht zijn; al leen de Centrale Suikermaatschappy heeft nog eenigen voorraad en bet is maar de vraag of deze toereikend is tot den nieuwen oogst. Het zal intusschen van belang zijn de mogelijkheid van een nieuw tekort niet te vergrooten door het geven van abnormale orders. Daargelaten het feit, dat deze toch niet worden uitgevoerd, behoeft men zich niet ongerust te ma ken over fancyprijzen. Zijn we wel in gelicht, dan is de Centrale niet van plan misbruik te maken van haar mo rn enteele machtspositie door den prys der suiker op speculatieve wyze omhoog te jagen. PERSONALIA. Bedankt voor het beroep by de Ned. Herv. Kerk te Nieuw-Vennep door Ds. H. P. Brandt te Lage Zwaluwe. GEDENKTEEKEN VOOR DE LOBO'S. Men schrijft ons uit Amsterdam: Vrijdag 9 September zal het een1 jaar geleden zyn dat Dé Lobo en Greta Lobo—Brakensiek op noodlottige wijze by het spoorwegongeluk bij De Vink om het leven kwamen. Op den middag van dezen dag zal ter eering van hun nagedachtenis een gedenksteen ge plaatst worden in den Stadsschouwburg De plaquette met de beelenis van het echtpaar Lobo, ontworpen door den beeldhouwer Marinus Vreugde, zal aan gebracht worden in den zywand van het trapportaal by de fauteuils de balcon, tegenover die van mevr. HoltropVan Gelder. JACQUES SLUYTERS Jr. ZIJN ZILVEREN JUBILEUM. Twaalf Jaar oud al op de planken met kinderen van gelijken leeftyd. Speelden .Robert en Bertram". Twee jaren later „directeur" van een kinder- tooneelgezelschap. Mocht niet van vader, moest gaan werken in een stoffeerderij. Toch weer naar het tooneél, nu be roepsacteur op de Bossche kennis. Was toen zestien en half jaar en die eerste „echte" optreden geschiedde op 1 Sep tember 1902. Ziehier, in telegramstijl, een paar notities uit de tooneelherinneringen van Jacques Sluyters Jr., die Donderdag avond in Carré te Amsterdam zijn zil veren tooneeljubileum heeft gevierd, schryft het Hbld. Een kwart eeuw van veel ups and downs. Gespeeld met Henri de Vries; sprookjes in den Hollandschen Schouwburg, die een succes werden. In 1906 een eigen gezélschap in het Paleis. Een mislukking. Dan eens naar de revue en weer later impressario; speelde Svengaïl in „Trilby", „de Bruiloft van Mietje" en „Majoor Won derolie"; „Joseph in Dothan" als open luchtspél. Maakte deel uit van het „Groot Tooneel", dat maar kort bestond. Veel tegenslagen tot „De Jantjes" met Bouber succes bracht. Ook financieel, Daarna ging het weer mis. Op 11 Juni 1927 een eigen gezelschap in Carré, met „Trots pijnbank en schavot". Een débacle! En nu, op den dag van het zDveren feest, is niet anders overgebleven dan hei optimisme en de wensch: „een eigen gezelschap, een eigen schouw burg". In „De Sabynsche Maagdenroof" heeft de heer Sluyters gejubileerd. Het publi°k dat „De Jantjes" zoo vaak heeft toegejuicht, vergeet snel. De zaal was niet half vol; de goed- koope rangen waren akelig leeg. Maar zy, die aanwezig waren, hebben den Jubilaris hartelijk toegejuicht in zyn creatie van den tooneeldirecteur Striese. Na het laatste bedrijf kwamen de bloemen van tooneeldirecties en vrien den. De heer Jan Grootveld, die den professor had gespeeld, heeft een har- teiyk speechje gehouden namens de huldigingscommissie. Hy sprak van de moeilijke jaren en het onverwoestbare optimisme en besloot met de beste wen schen voor de toekomst. De „enveloppe" ontbrak niet. Nog meer gelukwenschen volgden; veel tele grammen en brieven waren ontvangen. Geschenken ontbraken niet. De heer Sluyters dankte voor de hulde al had hy liever een vollere zaal ge zien. Hij zal voortw erken en zyn gouden jubileum hoopt hy te vieren in een eigen schouwburg met een eigen gezel schap,. Als „de dubbeltjes" maar komen. Nog een flink applaus. Het einde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 13