FLITSEN Sanapirin-tablettën OE GEHEIMZINNIGE ZAAK VAN STYLES HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 5 SEPT. 1927 NA DEN DOOD VAN ZAGLOEL PACHA. De onafhankelijkheidsbeweging in Egypte. (Bijzondere correspondentie.) De naam van Zagloel Pacha is onaf scheidelijk verbonden met de belangrijk ste periode van de moderne Egyptische geschiedenis. Hij was niet alleen de lei der van de Egyptische onafhankelijk heidsbeweging sedert haar eerste op laaien. nu meer dan 45 jaar geleden maar is het tot op zijn hoogen ouder dom gebleven. Hij was niet alleen naar buiten de vertegenwoordiger van zijn volk, maar naar binnen ook voor de breede massa een geheiligd symbool. Dat alles heeft vorm gegeven aan een vaag politiek besef bij de boeren en aan poli tiek streven bij de Egyptische intellec- tueelen. Hij was tevens verreweg de knapste kop, dien modern Egypte heeft opgeleverd, van een niet alleen in Oos- tersche landen zeldzame integriteit, een heethoofd, die niettemin maat wist te houden en een denker van scherpe lo gica. wiens verbeeldingskracht steeds ver in de toekomst vooruit zag. Vijf-en-veertig jaar geleden bestond het begrip „Egyptisch volk" nog niet. In Egypte heerschte een aristocratie, die afkomstig was uit Turksche en Tsjerkes- sische geslachten. Daarnaast; bestond al leen de breede massa Fellahs, die door de reizigers meestal als Arabieren wor den aangeduid, doch zichzelf met trots Mohammedanen noemden. Omstreeks 1880 was de beweging van Arabi Pacha de eerste, die bij de Fel lahs een nationaal of politiek besef wekte. Arabi Pacha was de eerste, die zich met trots Egyptenaar noemde. On der zijn leiding weerklonk voor het eerst de strijdkreet „Egypte voor de Egyptenaren", die sindsdien de leuze van de Egyptische onafhankelijkheidsbe weging is geworden. De door Arabi Pa cha geleide beweging was niet zoozeer tegen de vreemdelingen gericht, dan wel tegen de Turksche en Tsjerkessische aristocratie van het land. Arabi Pacha zelf was zoowel in zijn uiterlijk als in zijn bekwaamheden een typische Fel lah. Aan de door hem geleide beweging nam destijds ook Zagloel Pacha deel; wegens deze deelneming werd hij tot eenige jaren gevangenisstraf veroor deeld. Evenals Arabi Pacha is ook hij uit den Fellah-stam voortgekomen. Ter wijl echter Arabi Pacha zich op de offi ciersloopbaan toelegde, die voor de Turksche aristocratie van het land scheen gereserveerd, is Zagloel een stap verder gegaan, die hem niet alleen wat zijn ontwikkelingspeil ver boven Arabi verhief, maar hem ook tot voor vechter maakte van de burgerij van Egypte. Zagloel Pacha werd advocaat en was jarenlang een van de leidende figuren van den Egyptischen juristen stand. In politiek opzicht trad hij in de ja ren na de onderdrukking van den opstand van Arabi Pacha weinig op den voorgrond. Niettemin was hij omstreeks 1910 de meest algemeen geachte per soonlijkheid in het Egyptische open bare leven. Lord Cromer sprak met de grootst mogelijke erkentelijkheid over hem, hij werd onder Engelsche lei ding tot beheerder van een belangrijk ministerie benoemd. En toen in het jaar 1913 naar aanleiding van de constitutioneele rechten in Egypte de wetgevende macht een vice-president had te kiezen (de president van de vergadering werd niet gekozen, doch benoemd), viel de keuze van de Ka mer op Zagloel Pacha. Zagloel Pacha was niet alleen van geboorte, maar in geheel zijn wezen een vertegenwoordiger van de Egyptische fellahs, Egyptenaar van het zuiverste gehalte, maar bij hem schenen alle ne gatieve eigenschappen van den Egypti schen boer veredeld en in het positieve getransponeerd. Het kan derhalve geen verwondering wekken, dat het volk in stinctmatig in Zagloel zijn geboren ver tegenwoordiger, zijn held erkende en liefhad. Zagloel was echter van den boerenstand tot de bourgeoisie opge klommen. In de 40 jaren sedert den op stand van Arabi Pacha had zich in Egypte een rijke en beschaafde mid denstand ontwikkeld. Hij nam, gelijk overal, ook hier de leiding van de na tionale beweging. En met Zagloels naam is niet alleen ten eeuwigen dage de opkomst en de overwinning van het Egyptische nationalisme verbonden, maar tevens ook de opkomst en de over winning van de Egyptische bourgeoisie. Deze bourgeoisie had allereerst den strijd aan te binden tegen het groot grondbezit, den Turkschen en Tsjerkes- sischen adel, die ook alle hooge officiers- en ambtenarenfuncties bekleedde. Deze aristocratie kon het Zagloel niet verge-- ven, dat hij, die in haar oogen een op komeling was, een nieuwe ordening van de dingen in Egypte hielp teweeg bren gen, die haar alleenheerschappij in ge vaar bracht en tenslotte ten val bracht. Telkens weer stuitte Zagloel ook in la tere jaren op den tegenstand van deze aristocratie. Des te meer verdienen de beide be langrijkste tijdperken van de Egyptische nationale beweging de aandacht, waarin eerst omstreeks 1919, daarna opnieuw in den herfst van 1924 het gevoel der na tionale eenheid zoo ver ging, dat het zich ook van de aristocratie van het land meester maakte en het geheele volk zonder onderscheid van stand in Zagloel zijn leider zag. De sterke positie van Zagloel en de door zijn persoon ge waarborgde stabiliteit van de Egypti sche politiek gedurende zooveel jaren, zijn in de moderne geschiedenis van het Oosten, en misschien niet alleen van het Oosten, een bijzonder verschijnsel en zij brengen de beteekenis van dezen nu n bijzonder op den voorgrond. Terwijl de nationale leiders in Indië of in Turkije hebben afgedaan, of door geweldmidde. len een oppositie onderdrukken, terwijl de afgodsbeelden van de massa gedu rende den oorlog in Amerika, in Frank rijk, in Engeland en in andere landen reeds lang van het tooneel zijn verdwe nen, heeft Zagloel Pacha zijn heerschap pij onbelemmerd en onophoudelijk uit geoefend. Onder zijn leiding zijn de nog enkele jaren voor den oorlog actieve te genstellingen tusschen de Mohamme- daansche bevolking van het land en de koptisch-christelijkd minderheid vol ledig genivelleerd en de Kopten behoor den tot zijn trouwste en mees* toege wijde medewerkers. Toen in de jaren 1921 en 1922 de partij der „nationale eenheid" en de aristocratie zich weer tegen Zagloel verzetten, scheen deze breuk schier onherstelbaar. In den herfst van 1924 reikte Zagloel in het be lang van het streven naar nationale on afhankelijkheid zijn tegenstanders weer de hand en zijn autoriteit werd onvoor waardelijk door allen erkend. Zagloel Pacha is op een voor Egypte moeilijk en ongunstig oogenblik over leden. Zijn gezondheid was reeds sedert vele jaren slecht. De verbanning die hij na den oorlog jaren achtereen en voor een deel in een gevaarlijk klimaat ver droeg en de opwinding van den strijd, waaraan hij zijn leven heeft gewijd, heb ben haar verder ondermijnd. De 76-ja- rige heeft nog met zeldzame energie de laatste zitting van de Egyptische kamer die in November van het vorig jaar is begonnen en tot Juli jJ. heeft geduurd, gepresideerd. Aan zijn bekwaamheid en zijn autoriteit was het kalme verloop van de zittingen te danken. Met trots en voldoening kon hij by de sluiting van het parlement in Juli er in zijn groote afscheidsrede op wijzen, dat het Egypti sche parlement door de wijze en den inhoud van zijn besprekingen heeft be wezen, dat het onder de parlementen van de wereld een gelijkwaardige en waardige plaats inneemt. Dit parlement, evenals het parlementaire leven in Egyp te in het algemeen, was Zagloels werk. Nu is hij gestorven, voor het groote doel bereikt is: de onderhandeling met Engeland over de definitieve regeling van de Engelsch-Egyptische betrekkin gen, vooral over de toekomstige uitwer king van de zoogenaamde „vier voorbe houden punten", waarvan Engeland by de onafhankelijkheidsverklaring van 1922 zich de goedkeuring voorbehield en die toch essentieele quaesties van het Egyptische politieke leven betreffen. De Egyptische minister-president Sarwat Pacha is te Londen naar aanleiding van het verblijf van Koning Foead I onder handelingen met Engeland over de re geling van deze quaesties begonnen. Be gin September zou hij naar Egypte te- rugkeeren. om met Zagloel Pacha de re sultaten van deze onderhandelingen te bespreken. Hij zal dit niet meer kunnen doen. Egypte heeft met Zagloel Pacha niet alleen een leider verloren, van wiens geweldige, tot in het leven van iederen burger en boer zich uitstrek kende beteekenis men zich buiten Egypte moeilijk een voorstelling kan vormen, het heeft in hem ook den eeni- gen politicus verloren, die zoo zijn ver stand en zijn autoriteit de in Egypte evenals overal elders aanwezige politieke tegenstellingen wist te compenseeren. Er zal niemand te vinden zijn, die Zagloels opvolger kan zijn. Voor Egypte is het te hopen, dat de nog voor menige generatie levendige herinnering aan Zagloel de politieke partijen en stroomingen in Egypte voor het gemeenschappelijke doel zal vereenigen, waartoe hij de groote opvoeder van zijn volk is geweest tot de toetreding van Egypte tot de reeks der beschaafde landen als een volko men gelijkgerechtigd en gelijkwaardig lid van de gemeenschap der volken. STADSNIEUWS. EEN VEEL BELOVENDE TENTOONSTELLING. DE DAHLIA-KEURING. De belangstelling voor de dahlia zal zich dit jaar geheel concentreeren op Haarlem, waarvan 911 September de groote speciale dahlia-keuring gehouden wordt. Alle andere tentoonstellingen moeten voor deze de vlag strijken, omdat nu te Haarlem alle voorname dahlia kweekers uit het geheele land te zamen komen en het beste uit het beste expo- seeren. Zelfs komen er inzendingen uit het buitenland. Alle zalen van de Gemeentelijke Con certzaal zijn gehuurd en de ontwerpen voor den aanleg zijn gereed. Daaruit kunnen we concludeeren, dat het geheel buitengewoon schitterend zal worden. Onze dahliakweekers stellen er zich niet meer mede tevreden om dahlia's tentoon te stellen, maar ze maken van hunne groepen prachtige arrangemen ten, waarin de bloemschikkunst zich op de beste wijze uit. Vele nieuwigheden zijn reeds inge schreven en de beste daaruit zullen me dedingen naar den Hornsveld-beker, een wisselbeker, door den heer H. Horns- veld, eerelid van de Ned. dahliavereenl- ging uitgeloofd voor den inzender, die drie keer den beker wint. Naar dezen beker kan alleen met die nieuwe Ne- derlandsche dahlia's gedongen worden, welke reeds bekroond zijn met twee ge tuigschriften van verdienste, het getuig schrift van den proeftuin, twee getuig schriften eerste klasse en het certificaat van de Ned. dahliavereeniging. Het zijn dus de uitverkorenen, welke in het strijdperk gebracht worden. De strijd om den Hornsveld-beker be gint dit jaar. Indien de voorteekenen niet bedriegen zal er ook prachtig bloemwerk ingezon den worden, waarin uitsluitend dahlia bloemen verwerkt mogen worden. Van 9—11 September zal de dahlia te Haarlem hoogtij vieren! Wie haar in haar meest bekoorlijke schoonheid wil zien en in een omgeving de Konigin van den Herfst waardig, kan dat in Haarlem, de bloemenstad, doen. SLOOPEN VAN NOOD- WONINGEN. OPRUIMING. Op de Papentorenvest staan een groot aantal noodwoningen. Een dezer staat op den hoek van de Oostvest en vormt daar een leelijke sta- in-den-weg voor het verkeer. Een be langrijk gedeelte van het verkeer Am- sterdamsche poortStation gaat langs de Papentorenvest. Deze noodwoning wordt nu afgebro ken. Een verbetering voor het verkeer! Nu moet ook in het bijzonder de noodwoning verdwijnen die op den hoek van den Harmenjansweg staat. Ook die levert gevaren op voor auto mobilisten. Twee van de drie noodwoningen aan den Korten Dijk worden ook gesloopt. De derde is nog bewoond. Eenige noodwoningen aan de Rusten burgerlaan zijn al gesloopt. Er is dus flink begonnen met Haarlem noodwoning-vrij te maken! DE BIETEN-CAMPAGNE. SUIKERGEHALTE GESTEGEN In verband met de bietencampagne in den Haarlemmermeerpolder, vernemen we, dat de eerste vaartuigen al lig plaats in de Hoofdvaart bij genie- sluis hebben genomen, in afwachting van het bericht om te kunnen gaan la den. De bieten, waarmede dit jaar in den Haarlemmermeerpolder duizenden hec taren werden beteeld, zijn door het warme weder der laatste dagen sterk ge groeid, waardoor het percentage van het suikergehalte aanmerkelijk is ge stegen. Dit is maar gelukkig ook, want het stond er aanvankelijk met den stand van dit gewas niet best voor. Daar de graanoogst nog in vollen gang is, zal het nog wel enkele weken duren alvorens met het rooien der bie ten in dezen polder wordt begonnen. Wij hebben reeds medegedeeld, dat de suikerfabriek te Halfweg dit seizoen weer zal draaien. Verleden jaar stond zij stil tot groot nadeel van Halfweg. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 99! TREINLECTUUR Vader is al ingestapt als hij ont- l raadpleegt zijn horloge om te zien dekt, dat hij zyn krant vergeten I of hij nog tijd heeft er een te bespeurt een Ako en klopt op het raampje de Ako kijkt hardnekkig den an deren kant uit en vader worstelt met het raam trekt ieders aandacht behalve die van den Ako maar houdt kop pig vol Ako komt toerennen als de trein juist begint te rijden en vader zoekt in den verkeerden zak naar geld vischt naar het juiste bedrag met vingers die plotseling allemaal dui men geworden zijn geeft den Ako in wanhoop veel tè veel en zinkt uitgeput op de bank (Nadruk verboden.) ZURE MELK EN ONWEDER. HITTE DE OORZAAK. Algemeen bekend is het feit, dat na onweer melk, die niet in een koelkast werd bewaard dikwijls zuur is gewor den. Als van zelf sprekend wordt daar bij de oorzaak van het zuur worden ge zocht in het onweer en onwillekeurig heeft zich bij velen de voorstelling ge vormd, dat meer in 't bijzonder de oor zaak te zoeken is in de atmospherische electrische verschijnselen. Het ligt voor de hand dat men by deze voorstelling in de eerste plaats denkt aan de elec trische spanningen, potentiaaalverschil- len, die bij onweer of dreigend onweer in de atmospheer optreden. Voor zoover mij bekend is nog nim mer nagegaan of melk ln een electrisch krachtveld sneller zuur wordt dan daar buiten, 't zij dat het veld is van onver anderlijke of wel van wisselende snerkte. Het leek mij van belang, zulks na te gaan, want wellicht zou daarbij kunnen blijken, of in het algemeen de activiteit van micro-organismen of fermenten on der den invloed van electrische krach ten wordt gewijzigd, in casu verhoogd. De proeven, die ik tot dusverre heb genomen, leverden een negatief resul taat op en deden zien, dat het zuur worden van melk in electrische velden als door mij werden gekozen, en in die weike bij onweer of dreigend onweer ontstaan, quantitatief op dezelfde wijze verloopt als in een veld, dat practisch electrisch neutraal is te noemen. De proefnemer beschrijft daarna zyn proeven, welke gedaan zijn in het labo ratorium van den provincialen keu ringsdienst van waren te Groningen. Hij meent daarmede voldoende te hebben aangetoond, dat electrische krachten, al of niet atmosferisch, geen merkbaren invloed uitoefenen op de snelheid, waar mede melk spontaan zuur wordt. Het behoeft echter nog niet vast te staan, dat electrische krachten zonder eenigen invloed zijn op de chemische activiteit van alle micro-organismen of hun enzymen. Waarschijnlijk is die in vloed niet groot. Ik heb nagegaan of een electrische spanning (110 Volt per cM.) de bewe gelijkheid beinvloedt van een paar bacteriënsoorten (proteus en paraty- phus), door deze onder het microscoop gade te slaan en het objectglaasje te vatten tusschen 2 roodkoperen klemmen die met de polen der gemeentelijke stroomleiding zijn verbonden. Het bleek mij, dat de electrische kracht geen beweging dier bacteriën uitoefent. Dr. Leopold acht het dus waarschijn- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL in gewrichten en ledematen, alsmede hoofd- en spijn, worden zeer snel verdreven door buisjes van 75 en 40 ct.; proefbuisje 25 ct. KUclSjfCntlc pijnen kiesp'in> worden zeer snel verdreven door: lijk dat de oorzaak van het zuur zyn der melk, dat men zoo dikwijls na een onweer pleegt waar te nemen, is gele gen in de hitte, die aan het onweer voorafgaat en die ook daarna nog heerscht in de huishoudkast, waarin de melk wordt bewaard. BUZIAU, HOLLANDER OF BELG? In zijn artikel over Buziau schreef onze tooneelrecensent, de heer J. B. Schuil daarbij afgaande op een door hem indertijd gelezen artikel over Bu ziau in een tijdschrift dat onze be kende komiek een Belg was. De secretaris van het gezelschap van Henri ter Hall belde reeds den volgen den dag op en deelde mede, dat Buziau's ouders wel is waar Belgen waren, maar dat de gevierde komiek te Den Haag dus in Holland werd geboren. - En thans ontvingen wij een brief van den heer Henri ter Hall, die ons schrijft dat Buziau een „volbloed Amsterdam mer" is. Alle drie kunnen gelijk hebben. Want het is zeer wel mogelijk, dat men vol bloed Amsterdammer is, in Den Haag geboren en uit Belgische ouders toch van nationaliteit Belg is of ge weest is. Hoofdzaak lijkt ons. dat Bu ziau zich thans onze beste Holiandsche komiek kan noemen. PERSONALIA. Bij het notarieel staatsexamen is ge slaagd voor het tweede gedeelte mej. H. E. van Olst te Haarlem. ONDERWIJZEND PERSONEEL VER VOLGCURSUSSEN. B. en W. stellen den Raad voor te benoemen tot: A. den Vervolgcursus no. 1de heeren M. A. van Heuven en Ls. van der Have, laatstgenoemde met gelijktijdige toe kenning van eervol ontslag als onder wijzer aan den Vervolgcursus no. 2; B. den Vervolgcursus no. 2: de dames wed. H. L. E. UitermarkHulshoff en J. van Gelder, alsmede den heer W. W. Weide; C. den yervolgcursus no. 3: de heeren A. H. Bloem en H. Paul; n. Te benoemen tot tijdelijk onder wijzer (es). voor den cursus 19271928, aan: A. den Vervolgcursus no. 1: de da mes J. van Doorn, E. Elffers en M. C. de Groot, alsmede de heeren J. D. Boes en D. Peereboom; B. den Vervolg cursus no. 2: de dames Th. Kuling Vertregt, M. J. C. Olffvan Boven en J. de Haan, alsmede de heeren J. Pan man en P. Volger; C den Vervolgscursus no. 3: de da mes wed. W. H. Versteeg—Schouw, J. P. van Dorsten en D. E. Droogendijk, alsmede den heer E. Geerts; D. aan den Vervolgcursus no. 4: de dames M. B. Roosen en J. P. Visser van den Berg, alsmede de heeren D. de Boer, C. J. Rijkers en G. Brouwer. RECLAME OP GEMEENTE. EIGENDOMMEN. Ook voor 'jenever toe laatbaar KAN VOLGENS B. EN W. VAN UTRECHT NIET WORDEN GEWEIGERD. Te Utrecht doet zich een eigenaardig geval voor, dat ook voor andere ge meenten, waar de Stedelijke Overheid gemeente-eigendommen voor reclame doeleinden beschikbaar stelt, van be lang kan zijn. De vraag is: mag ook voor jenever reclame worden gemaakt? Eenige leden van den gemeenteraad van Utrecht hadden gevraagd of B. en W. het wel gewenscht achten, dat op de gemeente-eigendommen (in dit ge val op den z.g.n. veegwagen der ge meentelijke electrische tram) een zeer de aandacht trekkende reclame is ge plaatst voor tet gebruik van een bepaal de soort jenever „waar toch bekend mag worden geacht, dat het gebruik en misbruik maken van sterken drank leidt tot ellende in breede lagen van het volk en waar de Gemeentelijke Overheid zich voor de bestrijding van het volkseuvel van het alcoholisme heeft uitgesproken door het geven van sub sidies aan drankbestrijdersvereenigin- gen en het droogleggen van sommige stadswijken?" B. en W. hebben deze vraag als volgt beantwoord: De beschikbaarstelling van gemeen telijke eigendommen, voor reclamedoel einden, waartoe met instemming van den Raad is besloten, moet, wil zij be antwoorden aan het daarmede beoogde doel, zooveel mogelijk op commerciee- len grondslag geschieden. Dit brengt mede, dat met inacht neming van zekere aesthetische eischen in het algemeen alle reclames toe laatbaar worden geacht, voor zoover zij niet strijdig zijn met de openbare orde en goede zeden. Aangezien in dit opzicht tegen de bedoelde reclame geen bezwaar bestaat, hebben wij den rail-reinigingswagen daarvoor beschibaar gesteld. Weigering van die reclame zou o.i. een geheel ondoelmatige wijze van drankbestrijding zijn, welke voor de ge meente alleen derving van inkomsten zou beteekenen. Tot zoover het antwoord van B. en W. Denkelijk zal daarover in den Utrechtschen Raad nog wel een en an der te doen zijn. Vooral over de laatste zinsnede: „Weigering van die reclame zou o.i. een geheel ondoelmatige wijze van drank bestrijding zijn" zal wel een hartig woordje vallen! FEUILLETON door AGATHA CHRISTIE. Vertaling van A. «L Z. 48) Zoover als we weten, was ze heel alleen gedurende dat half uur. Niemand kwam het boudoir binnen, of heeft het verlaten. Wat heeft dan die plotselinge verandering in haar gevoel veroorzaakt? Men kan slechts gissen, maar ik ge loof, dat mijn gissing juist is. Mevrouw Inglethorp had geen postzegels in haar schrijftafel. We weten dit, omdat ze la ter Dorcas vroeg, er haar eenige te brengen. Nu stond in den tegenoverge- stelden hoek van de kamer de schrijf tafel van haar man op slot. Ze hoop te een paar postzegels te vinden, en, volgens mijn theorie, probeerde ze hare eigen sleutels op de schrijftafel. Dat één ervan paste, weet ik. Ze maakte dus de schrijftafel open, en, bij het zoe ken naar de postzegels, vond ze toeval lig k r nderdat stuk papier, waar mee Dorcas haar in de hand zag zit- |en, en dat stellig niet voor mevrouw Inglethorps oogen bestemd was. Daar entegen geloofde mevrouw Cavendish, dat het stuk papier, dat haar schoon moeder zoo hardnekkig vastklemde, een geschreven bewijs van de ontrouw van haar man was. Ze eischte het van me vrouw Inglethorp op, die haar, naar waarheid, verzekerde, dat het daar niets mee te maken had. Mevrouw Ca vendish geloofde haar niet. Ze dacht, dat mevTouw Inglethorp haar stiefzoon in bescherming nam. Nu is mevrouw Cavendish een heel resolute vrouw en achter haar masker van gereserveerd heid was ze krankzinnig jaloersch op haar man. Ze besloot, dat papier ten koste van alles in handen te krijgen en bij dat besluit kwam het toeval haar te hulp. Ze raapte toevallig den sleutel van mevrouw Inglethorps postefeuille op, welke dien morgen verloren was. Ze wist, dat haar schoonmoeder steeds alle belangrijke papieren in die bewuste por tefeuille bewaarde. Mevrouw Cavendish maakte daarom haar plannen, zooals alleen een vrouw, die door jaloerschheid tot wanhoop wordt gedreven, zou kun nen doen. Op een oogenblik van den avond ontgrendelde ze de deur, die naar mademoiselle Cynthia's kamer leidde. Waarschijnlijk heeft ze olie aen de scharnieren gedaan, want, toen ik die probeerde, merkte ik, dat ze volkomen geruischloos openging. Ze stelde haar plan uit tot de vroege uren van den morgen, daar die veiliger waren, om dat de bedienden gewend waren, haar om dien tijd door haar kamer te hoo- ren loopen. Ze kleedde zich geheel aan, met haar tuinschort en nam haar weg rustig door de kamer van mademoiselle Cynthia naar die van mevrouw Ingle thorp". Hij hield een oogenblik op, en Cyn thia kwam er tusschen: „Maar ik zou we! wakker zijn gewor den, als er iemand door myn kamer ge komen was". „Niet, als M verdoofd was, mademoi selle". „Verdoofd?" ,Mais, oui!" „U herinnert u wel" hij sprak ons weer allen te zamen aan „dat ma demoiselle Cynthia in de kamer er naast door al het lawaai en het leven heen bleef slapen. Dat liet twee mogelijkhe den toe. Of haar slaap was voorgewend wat ik niet geloofde of haar be wusteloosheid was door kunstmiddelen veroorzaakt. Met dit laatste denkbeeld in mijn hoofd, keek ik alle koffiekopjes heel zorg vuldig na, daar ik me herinnerde, dat mevrouw Cavendish den vorigen avond mademoiselle Cynthia haar koffie ge bracht had. Ik nam van alle kopjes een proefje, en liet ze onderzoeken zon der resultaat. Ik had de kopjes zorgvul dig geteld, voor het geval, dat er een weggenomen was. Zes personen hadden koffie gedronken, en er werden ook zes kopjes gevonden. Ik moest bekennen, dat ik me vergist had. Toen ontdekte ik, dat ik me schuldig had gemaakt aan een zeer groot ver zuim. Er was koffie binnengebracht voor zeven personen, want ar. Bauer- stein was er dien avond geweest. Dat veranderde het aspect van de geheele zaak, want nu ontbrak er een kopje. De bedienden hadden niets opgemerkt, daar Annie, het kamermeisje, dat de koffie binnengebracht had, zeven kopjes mee had genomen, niet wetend, dat mr. Inglethorp nooit koffie dronk, terwijl Dorcas, die ze den volgenden morgen opruimde, er zes vond, als gewoonlijk of, nauwkeurig gesproken, vond ze er vijf, daar het zesde gebroken in de ka mer van mevrouw Inglethorp werd ge vonden. Ik twijfelde er niet aan, dat het ont brekende kopje dat van mademoiselle Cynthia was. Ik had extra reden voor die gedachte door het feit. dat alle ge vonden kopjes suiker bevatten, die ma demoiselle Cynthia niet in haar koffie gebruikte. Mijn aandacht werd getrok ken door het verhaal van Annie over wat „zout" op het blaadje van de cho colade, dat ze iederen avond naar de kamer van mevrouw Inglethorp bracht. Ik bemachtigde dus een proefje van die chocolade, en zond het op» om te laten onderzoeken". „Maar dat was al door dr. Bauerstein gedaan", zei Lawrence vlug. ..Niet precies. Den analyst werd door hem gevraagd, rapport uit te brengen, of er al of niet strychnine aanwezig was. Hij liet het niet, zooals ik, onderzoe ken op een slaapmiddel". „Op een slaapmiddel?" „Ja. Hier is het rapport van den ana lyst. Mevrouw Cavendish diende een veilig, maar krachtdadig slaapmiddel toe, zoowel aan mevrouw Inglethorp als aan mademoiselle Cyntha. En het is mogelijk, dat ze daardoor een mauvais quart d'heure had. Stelt u haar gevoe lens voor, toen haar schoonmoeder plot seling ziek wordt en sterft, en ze onmid dellijk daarna het woord „vergif' hoort! Ze heeft geloofd, dat het slaapmiddel, door haar toegediend, volkomen onscha delijk was. maar er is geen twijfel aan, dat ze één verschrikkelijk oogenblik ge vreesd moet hebben, dat de dood van mevrouw Inglethorp aan haar te wijten was. Ze wordt door een plotseüngen schrik aangegrepen, en. onder invloed daarvan, snelt ze naar beneden en laat gauw het koffiekopje en schoteltje, door mademoiselle Cynthia gebruikt, in een groote koperen vaas vallen, waar het later door monsieur Lawrence ontdekt wordt. Het overblijfsel van de chocolade durft ze niet aanraken. Teveel oogen zijn op haar gericht. Denkt u haar ver lichting. toen strychnine genoemd wordt en ze ontdekt, dat ten slotte de tragedie niet haar schuld is. We kunnen nu verklaren, dat de symp tomen van strychnine-vergiftiging zoo lang uitbleven. Een slaapmiddel, met strychnine genomen, zal de uitwerking van het vergif eenige uren vertragen". Poirot zweeg even. Mary keek naar hem op en de kleur kwam langzaam weer in haar gezicht. „Alles wat u gezegd hebt, is volkomen waar, monsieur Poirot. Het is het vree- selijkste uur van mijn leven geweest. Ik zal het nooit vergeten. Maar u bent be wonderenswaardig. Ik begrijp nu „Wat ik bedoelde, toen ik zei, dat u gerust bij Papa Poirot kondt biechten? Maar u wilde me niet. vertrouwen". ..Ik zie het nu alles", zei Lawrence. „De chocolade met het slaapmiddel, na de vergiftigde koffie genomen, verklaart het uitstel ten volle". „Juist. Maar was de koffie vergiftigd, of niet? We komen hier aan een kleine moeilijkheid; daar mevrouw Inglethorp die niet. heeft gedronken". „Wat?" De kreet van verbazing was '(Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6