FLITSEN
Sanapirin-tablettën
OE GEHEIMZINNIGE ZAAK
VAN STYLES
HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 5 SEPT. 1927
NA DEN DOOD VAN ZAGLOEL PACHA.
De onafhankelijkheidsbeweging in Egypte.
(Bijzondere correspondentie.)
De naam van Zagloel Pacha is onaf
scheidelijk verbonden met de belangrijk
ste periode van de moderne Egyptische
geschiedenis. Hij was niet alleen de lei
der van de Egyptische onafhankelijk
heidsbeweging sedert haar eerste op
laaien. nu meer dan 45 jaar geleden
maar is het tot op zijn hoogen ouder
dom gebleven. Hij was niet alleen naar
buiten de vertegenwoordiger van zijn
volk, maar naar binnen ook voor de
breede massa een geheiligd symbool. Dat
alles heeft vorm gegeven aan een vaag
politiek besef bij de boeren en aan poli
tiek streven bij de Egyptische intellec-
tueelen. Hij was tevens verreweg de
knapste kop, dien modern Egypte heeft
opgeleverd, van een niet alleen in Oos-
tersche landen zeldzame integriteit, een
heethoofd, die niettemin maat wist te
houden en een denker van scherpe lo
gica. wiens verbeeldingskracht steeds
ver in de toekomst vooruit zag.
Vijf-en-veertig jaar geleden bestond
het begrip „Egyptisch volk" nog niet.
In Egypte heerschte een aristocratie, die
afkomstig was uit Turksche en Tsjerkes-
sische geslachten. Daarnaast; bestond al
leen de breede massa Fellahs, die door
de reizigers meestal als Arabieren wor
den aangeduid, doch zichzelf met trots
Mohammedanen noemden.
Omstreeks 1880 was de beweging van
Arabi Pacha de eerste, die bij de Fel
lahs een nationaal of politiek besef
wekte. Arabi Pacha was de eerste, die
zich met trots Egyptenaar noemde. On
der zijn leiding weerklonk voor het
eerst de strijdkreet „Egypte voor de
Egyptenaren", die sindsdien de leuze
van de Egyptische onafhankelijkheidsbe
weging is geworden. De door Arabi Pa
cha geleide beweging was niet zoozeer
tegen de vreemdelingen gericht, dan
wel tegen de Turksche en Tsjerkessische
aristocratie van het land. Arabi Pacha
zelf was zoowel in zijn uiterlijk als in
zijn bekwaamheden een typische Fel
lah. Aan de door hem geleide beweging
nam destijds ook Zagloel Pacha deel;
wegens deze deelneming werd hij tot
eenige jaren gevangenisstraf veroor
deeld. Evenals Arabi Pacha is ook hij
uit den Fellah-stam voortgekomen. Ter
wijl echter Arabi Pacha zich op de offi
ciersloopbaan toelegde, die voor de
Turksche aristocratie van het land
scheen gereserveerd, is Zagloel een stap
verder gegaan, die hem niet alleen
wat zijn ontwikkelingspeil ver boven
Arabi verhief, maar hem ook tot voor
vechter maakte van de burgerij van
Egypte. Zagloel Pacha werd advocaat
en was jarenlang een van de leidende
figuren van den Egyptischen juristen
stand.
In politiek opzicht trad hij in de ja
ren na de onderdrukking van den
opstand van Arabi Pacha weinig op den
voorgrond. Niettemin was hij omstreeks
1910 de meest algemeen geachte per
soonlijkheid in het Egyptische open
bare leven. Lord Cromer sprak met de
grootst mogelijke erkentelijkheid over
hem, hij werd onder Engelsche lei
ding tot beheerder van een belangrijk
ministerie benoemd. En toen in het
jaar 1913 naar aanleiding van de
constitutioneele rechten in Egypte de
wetgevende macht een vice-president
had te kiezen (de president van de
vergadering werd niet gekozen, doch
benoemd), viel de keuze van de Ka
mer op Zagloel Pacha.
Zagloel Pacha was niet alleen van
geboorte, maar in geheel zijn wezen een
vertegenwoordiger van de Egyptische
fellahs, Egyptenaar van het zuiverste
gehalte, maar bij hem schenen alle ne
gatieve eigenschappen van den Egypti
schen boer veredeld en in het positieve
getransponeerd. Het kan derhalve geen
verwondering wekken, dat het volk in
stinctmatig in Zagloel zijn geboren ver
tegenwoordiger, zijn held erkende en
liefhad. Zagloel was echter van den
boerenstand tot de bourgeoisie opge
klommen. In de 40 jaren sedert den op
stand van Arabi Pacha had zich in
Egypte een rijke en beschaafde mid
denstand ontwikkeld. Hij nam, gelijk
overal, ook hier de leiding van de na
tionale beweging. En met Zagloels naam
is niet alleen ten eeuwigen dage de
opkomst en de overwinning van het
Egyptische nationalisme verbonden,
maar tevens ook de opkomst en de over
winning van de Egyptische bourgeoisie.
Deze bourgeoisie had allereerst den
strijd aan te binden tegen het groot
grondbezit, den Turkschen en Tsjerkes-
sischen adel, die ook alle hooge officiers-
en ambtenarenfuncties bekleedde. Deze
aristocratie kon het Zagloel niet verge--
ven, dat hij, die in haar oogen een op
komeling was, een nieuwe ordening van
de dingen in Egypte hielp teweeg bren
gen, die haar alleenheerschappij in ge
vaar bracht en tenslotte ten val bracht.
Telkens weer stuitte Zagloel ook in la
tere jaren op den tegenstand van deze
aristocratie.
Des te meer verdienen de beide be
langrijkste tijdperken van de Egyptische
nationale beweging de aandacht, waarin
eerst omstreeks 1919, daarna opnieuw in
den herfst van 1924 het gevoel der na
tionale eenheid zoo ver ging, dat het
zich ook van de aristocratie van het
land meester maakte en het geheele
volk zonder onderscheid van stand in
Zagloel zijn leider zag. De sterke positie
van Zagloel en de door zijn persoon ge
waarborgde stabiliteit van de Egypti
sche politiek gedurende zooveel jaren,
zijn in de moderne geschiedenis van het
Oosten, en misschien niet alleen van
het Oosten, een bijzonder verschijnsel en
zij brengen de beteekenis van dezen nu n
bijzonder op den voorgrond. Terwijl de
nationale leiders in Indië of in Turkije
hebben afgedaan, of door geweldmidde.
len een oppositie onderdrukken, terwijl
de afgodsbeelden van de massa gedu
rende den oorlog in Amerika, in Frank
rijk, in Engeland en in andere landen
reeds lang van het tooneel zijn verdwe
nen, heeft Zagloel Pacha zijn heerschap
pij onbelemmerd en onophoudelijk uit
geoefend. Onder zijn leiding zijn de nog
enkele jaren voor den oorlog actieve te
genstellingen tusschen de Mohamme-
daansche bevolking van het land en de
koptisch-christelijkd minderheid vol
ledig genivelleerd en de Kopten behoor
den tot zijn trouwste en mees* toege
wijde medewerkers. Toen in de jaren
1921 en 1922 de partij der „nationale
eenheid" en de aristocratie zich weer
tegen Zagloel verzetten, scheen deze
breuk schier onherstelbaar. In den
herfst van 1924 reikte Zagloel in het be
lang van het streven naar nationale on
afhankelijkheid zijn tegenstanders weer
de hand en zijn autoriteit werd onvoor
waardelijk door allen erkend.
Zagloel Pacha is op een voor Egypte
moeilijk en ongunstig oogenblik over
leden. Zijn gezondheid was reeds sedert
vele jaren slecht. De verbanning die hij
na den oorlog jaren achtereen en voor
een deel in een gevaarlijk klimaat ver
droeg en de opwinding van den strijd,
waaraan hij zijn leven heeft gewijd, heb
ben haar verder ondermijnd. De 76-ja-
rige heeft nog met zeldzame energie de
laatste zitting van de Egyptische kamer
die in November van het vorig jaar is
begonnen en tot Juli jJ. heeft geduurd,
gepresideerd. Aan zijn bekwaamheid en
zijn autoriteit was het kalme verloop
van de zittingen te danken. Met trots en
voldoening kon hij by de sluiting van
het parlement in Juli er in zijn groote
afscheidsrede op wijzen, dat het Egypti
sche parlement door de wijze en den
inhoud van zijn besprekingen heeft be
wezen, dat het onder de parlementen
van de wereld een gelijkwaardige en
waardige plaats inneemt. Dit parlement,
evenals het parlementaire leven in Egyp
te in het algemeen, was Zagloels werk.
Nu is hij gestorven, voor het groote
doel bereikt is: de onderhandeling met
Engeland over de definitieve regeling
van de Engelsch-Egyptische betrekkin
gen, vooral over de toekomstige uitwer
king van de zoogenaamde „vier voorbe
houden punten", waarvan Engeland by
de onafhankelijkheidsverklaring van
1922 zich de goedkeuring voorbehield en
die toch essentieele quaesties van het
Egyptische politieke leven betreffen. De
Egyptische minister-president Sarwat
Pacha is te Londen naar aanleiding van
het verblijf van Koning Foead I onder
handelingen met Engeland over de re
geling van deze quaesties begonnen. Be
gin September zou hij naar Egypte te-
rugkeeren. om met Zagloel Pacha de re
sultaten van deze onderhandelingen te
bespreken. Hij zal dit niet meer kunnen
doen. Egypte heeft met Zagloel Pacha
niet alleen een leider verloren, van
wiens geweldige, tot in het leven van
iederen burger en boer zich uitstrek
kende beteekenis men zich buiten
Egypte moeilijk een voorstelling kan
vormen, het heeft in hem ook den eeni-
gen politicus verloren, die zoo zijn ver
stand en zijn autoriteit de in Egypte
evenals overal elders aanwezige politieke
tegenstellingen wist te compenseeren. Er
zal niemand te vinden zijn, die Zagloels
opvolger kan zijn. Voor Egypte is het te
hopen, dat de nog voor menige generatie
levendige herinnering aan Zagloel de
politieke partijen en stroomingen in
Egypte voor het gemeenschappelijke doel
zal vereenigen, waartoe hij de groote
opvoeder van zijn volk is geweest tot
de toetreding van Egypte tot de reeks
der beschaafde landen als een volko
men gelijkgerechtigd en gelijkwaardig
lid van de gemeenschap der volken.
STADSNIEUWS.
EEN VEEL BELOVENDE
TENTOONSTELLING.
DE DAHLIA-KEURING.
De belangstelling voor de dahlia zal
zich dit jaar geheel concentreeren op
Haarlem, waarvan 911 September de
groote speciale dahlia-keuring gehouden
wordt. Alle andere tentoonstellingen
moeten voor deze de vlag strijken, omdat
nu te Haarlem alle voorname dahlia
kweekers uit het geheele land te zamen
komen en het beste uit het beste expo-
seeren. Zelfs komen er inzendingen uit
het buitenland.
Alle zalen van de Gemeentelijke Con
certzaal zijn gehuurd en de ontwerpen
voor den aanleg zijn gereed. Daaruit
kunnen we concludeeren, dat het geheel
buitengewoon schitterend zal worden.
Onze dahliakweekers stellen er zich
niet meer mede tevreden om dahlia's
tentoon te stellen, maar ze maken van
hunne groepen prachtige arrangemen
ten, waarin de bloemschikkunst zich op
de beste wijze uit.
Vele nieuwigheden zijn reeds inge
schreven en de beste daaruit zullen me
dedingen naar den Hornsveld-beker, een
wisselbeker, door den heer H. Horns-
veld, eerelid van de Ned. dahliavereenl-
ging uitgeloofd voor den inzender, die
drie keer den beker wint. Naar dezen
beker kan alleen met die nieuwe Ne-
derlandsche dahlia's gedongen worden,
welke reeds bekroond zijn met twee ge
tuigschriften van verdienste, het getuig
schrift van den proeftuin, twee getuig
schriften eerste klasse en het certificaat
van de Ned. dahliavereeniging. Het zijn
dus de uitverkorenen, welke in het
strijdperk gebracht worden.
De strijd om den Hornsveld-beker be
gint dit jaar.
Indien de voorteekenen niet bedriegen
zal er ook prachtig bloemwerk ingezon
den worden, waarin uitsluitend dahlia
bloemen verwerkt mogen worden.
Van 9—11 September zal de dahlia te
Haarlem hoogtij vieren!
Wie haar in haar meest bekoorlijke
schoonheid wil zien en in een omgeving
de Konigin van den Herfst waardig,
kan dat in Haarlem, de bloemenstad,
doen.
SLOOPEN VAN NOOD-
WONINGEN.
OPRUIMING.
Op de Papentorenvest staan een groot
aantal noodwoningen.
Een dezer staat op den hoek van de
Oostvest en vormt daar een leelijke sta-
in-den-weg voor het verkeer. Een be
langrijk gedeelte van het verkeer Am-
sterdamsche poortStation gaat langs
de Papentorenvest.
Deze noodwoning wordt nu afgebro
ken.
Een verbetering voor het verkeer!
Nu moet ook in het bijzonder de
noodwoning verdwijnen die op den hoek
van den Harmenjansweg staat.
Ook die levert gevaren op voor auto
mobilisten.
Twee van de drie noodwoningen aan
den Korten Dijk worden ook gesloopt.
De derde is nog bewoond.
Eenige noodwoningen aan de Rusten
burgerlaan zijn al gesloopt.
Er is dus flink begonnen met Haarlem
noodwoning-vrij te maken!
DE BIETEN-CAMPAGNE.
SUIKERGEHALTE GESTEGEN
In verband met de bietencampagne in
den Haarlemmermeerpolder, vernemen
we, dat de eerste vaartuigen al lig
plaats in de Hoofdvaart bij genie-
sluis hebben genomen, in afwachting
van het bericht om te kunnen gaan la
den.
De bieten, waarmede dit jaar in den
Haarlemmermeerpolder duizenden hec
taren werden beteeld, zijn door het
warme weder der laatste dagen sterk ge
groeid, waardoor het percentage van
het suikergehalte aanmerkelijk is ge
stegen. Dit is maar gelukkig ook, want
het stond er aanvankelijk met den
stand van dit gewas niet best voor.
Daar de graanoogst nog in vollen
gang is, zal het nog wel enkele weken
duren alvorens met het rooien der bie
ten in dezen polder wordt begonnen.
Wij hebben reeds medegedeeld, dat de
suikerfabriek te Halfweg dit seizoen
weer zal draaien.
Verleden jaar stond zij stil tot groot
nadeel van Halfweg.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 99!
TREINLECTUUR
Vader is al ingestapt als hij ont- l raadpleegt zijn horloge om te zien
dekt, dat hij zyn krant vergeten I of hij nog tijd heeft er een te
bespeurt een Ako en klopt op het
raampje
de Ako kijkt hardnekkig den an
deren kant uit en vader worstelt
met het raam
trekt ieders aandacht behalve die
van den Ako maar houdt kop
pig vol
Ako komt toerennen als de trein
juist begint te rijden en vader
zoekt in den verkeerden zak naar
geld
vischt naar het juiste bedrag met
vingers die plotseling allemaal dui
men geworden zijn
geeft den Ako in wanhoop veel tè
veel en zinkt uitgeput op de bank
(Nadruk verboden.)
ZURE MELK EN
ONWEDER.
HITTE DE OORZAAK.
Algemeen bekend is het feit, dat na
onweer melk, die niet in een koelkast
werd bewaard dikwijls zuur is gewor
den. Als van zelf sprekend wordt daar
bij de oorzaak van het zuur worden ge
zocht in het onweer en onwillekeurig
heeft zich bij velen de voorstelling ge
vormd, dat meer in 't bijzonder de oor
zaak te zoeken is in de atmospherische
electrische verschijnselen. Het ligt voor
de hand dat men by deze voorstelling
in de eerste plaats denkt aan de elec
trische spanningen, potentiaaalverschil-
len, die bij onweer of dreigend onweer
in de atmospheer optreden.
Voor zoover mij bekend is nog nim
mer nagegaan of melk ln een electrisch
krachtveld sneller zuur wordt dan daar
buiten, 't zij dat het veld is van onver
anderlijke of wel van wisselende snerkte.
Het leek mij van belang, zulks na te
gaan, want wellicht zou daarbij kunnen
blijken, of in het algemeen de activiteit
van micro-organismen of fermenten on
der den invloed van electrische krach
ten wordt gewijzigd, in casu verhoogd.
De proeven, die ik tot dusverre heb
genomen, leverden een negatief resul
taat op en deden zien, dat het zuur
worden van melk in electrische velden
als door mij werden gekozen, en in die
weike bij onweer of dreigend onweer
ontstaan, quantitatief op dezelfde wijze
verloopt als in een veld, dat practisch
electrisch neutraal is te noemen.
De proefnemer beschrijft daarna zyn
proeven, welke gedaan zijn in het labo
ratorium van den provincialen keu
ringsdienst van waren te Groningen. Hij
meent daarmede voldoende te hebben
aangetoond, dat electrische krachten,
al of niet atmosferisch, geen merkbaren
invloed uitoefenen op de snelheid, waar
mede melk spontaan zuur wordt.
Het behoeft echter nog niet vast te
staan, dat electrische krachten zonder
eenigen invloed zijn op de chemische
activiteit van alle micro-organismen of
hun enzymen. Waarschijnlijk is die in
vloed niet groot.
Ik heb nagegaan of een electrische
spanning (110 Volt per cM.) de bewe
gelijkheid beinvloedt van een paar
bacteriënsoorten (proteus en paraty-
phus), door deze onder het microscoop
gade te slaan en het objectglaasje te
vatten tusschen 2 roodkoperen klemmen
die met de polen der gemeentelijke
stroomleiding zijn verbonden. Het bleek
mij, dat de electrische kracht geen
beweging dier bacteriën uitoefent.
Dr. Leopold acht het dus waarschijn-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL
in gewrichten en ledematen, alsmede hoofd- en
spijn, worden zeer snel verdreven door
buisjes van 75 en 40 ct.; proefbuisje 25 ct.
KUclSjfCntlc pijnen kiesp'in> worden zeer snel verdreven door:
lijk dat de oorzaak van het zuur zyn
der melk, dat men zoo dikwijls na een
onweer pleegt waar te nemen, is gele
gen in de hitte, die aan het onweer
voorafgaat en die ook daarna nog
heerscht in de huishoudkast, waarin
de melk wordt bewaard.
BUZIAU, HOLLANDER OF BELG?
In zijn artikel over Buziau schreef
onze tooneelrecensent, de heer J. B.
Schuil daarbij afgaande op een door
hem indertijd gelezen artikel over Bu
ziau in een tijdschrift dat onze be
kende komiek een Belg was.
De secretaris van het gezelschap van
Henri ter Hall belde reeds den volgen
den dag op en deelde mede, dat Buziau's
ouders wel is waar Belgen waren, maar
dat de gevierde komiek te Den Haag
dus in Holland werd geboren. -
En thans ontvingen wij een brief van
den heer Henri ter Hall, die ons schrijft
dat Buziau een „volbloed Amsterdam
mer" is.
Alle drie kunnen gelijk hebben. Want
het is zeer wel mogelijk, dat men vol
bloed Amsterdammer is, in Den Haag
geboren en uit Belgische ouders
toch van nationaliteit Belg is of ge
weest is. Hoofdzaak lijkt ons. dat Bu
ziau zich thans onze beste Holiandsche
komiek kan noemen.
PERSONALIA.
Bij het notarieel staatsexamen is ge
slaagd voor het tweede gedeelte mej.
H. E. van Olst te Haarlem.
ONDERWIJZEND PERSONEEL VER
VOLGCURSUSSEN.
B. en W. stellen den Raad voor te
benoemen tot:
A. den Vervolgcursus no. 1de heeren
M. A. van Heuven en Ls. van der Have,
laatstgenoemde met gelijktijdige toe
kenning van eervol ontslag als onder
wijzer aan den Vervolgcursus no. 2; B.
den Vervolgcursus no. 2: de dames wed.
H. L. E. UitermarkHulshoff en J.
van Gelder, alsmede den heer W. W.
Weide; C. den yervolgcursus no. 3: de
heeren A. H. Bloem en H. Paul;
n. Te benoemen tot tijdelijk onder
wijzer (es). voor den cursus 19271928,
aan: A. den Vervolgcursus no. 1: de da
mes J. van Doorn, E. Elffers en M.
C. de Groot, alsmede de heeren J. D.
Boes en D. Peereboom; B. den Vervolg
cursus no. 2: de dames Th. Kuling
Vertregt, M. J. C. Olffvan Boven en
J. de Haan, alsmede de heeren J. Pan
man en P. Volger;
C den Vervolgscursus no. 3: de da
mes wed. W. H. Versteeg—Schouw, J.
P. van Dorsten en D. E. Droogendijk,
alsmede den heer E. Geerts;
D. aan den Vervolgcursus no. 4: de
dames M. B. Roosen en J. P. Visser
van den Berg, alsmede de heeren D. de
Boer, C. J. Rijkers en G. Brouwer.
RECLAME OP GEMEENTE.
EIGENDOMMEN.
Ook voor 'jenever toe
laatbaar
KAN VOLGENS B. EN W. VAN
UTRECHT NIET WORDEN
GEWEIGERD.
Te Utrecht doet zich een eigenaardig
geval voor, dat ook voor andere ge
meenten, waar de Stedelijke Overheid
gemeente-eigendommen voor reclame
doeleinden beschikbaar stelt, van be
lang kan zijn. De vraag is: mag ook
voor jenever reclame worden gemaakt?
Eenige leden van den gemeenteraad
van Utrecht hadden gevraagd of B. en
W. het wel gewenscht achten, dat op
de gemeente-eigendommen (in dit ge
val op den z.g.n. veegwagen der ge
meentelijke electrische tram) een zeer
de aandacht trekkende reclame is ge
plaatst voor tet gebruik van een bepaal
de soort jenever „waar toch bekend
mag worden geacht, dat het gebruik en
misbruik maken van sterken drank
leidt tot ellende in breede lagen van
het volk en waar de Gemeentelijke
Overheid zich voor de bestrijding van
het volkseuvel van het alcoholisme heeft
uitgesproken door het geven van sub
sidies aan drankbestrijdersvereenigin-
gen en het droogleggen van sommige
stadswijken?"
B. en W. hebben deze vraag als volgt
beantwoord:
De beschikbaarstelling van gemeen
telijke eigendommen, voor reclamedoel
einden, waartoe met instemming van
den Raad is besloten, moet, wil zij be
antwoorden aan het daarmede beoogde
doel, zooveel mogelijk op commerciee-
len grondslag geschieden.
Dit brengt mede, dat met inacht
neming van zekere aesthetische eischen
in het algemeen alle reclames toe
laatbaar worden geacht, voor zoover
zij niet strijdig zijn met de openbare
orde en goede zeden.
Aangezien in dit opzicht tegen de
bedoelde reclame geen bezwaar bestaat,
hebben wij den rail-reinigingswagen
daarvoor beschibaar gesteld.
Weigering van die reclame zou o.i.
een geheel ondoelmatige wijze van
drankbestrijding zijn, welke voor de ge
meente alleen derving van inkomsten
zou beteekenen.
Tot zoover het antwoord van B. en
W. Denkelijk zal daarover in den
Utrechtschen Raad nog wel een en an
der te doen zijn.
Vooral over de laatste zinsnede:
„Weigering van die reclame zou o.i. een
geheel ondoelmatige wijze van drank
bestrijding zijn" zal wel een hartig
woordje vallen!
FEUILLETON
door
AGATHA CHRISTIE.
Vertaling van A. «L Z.
48)
Zoover als we weten, was ze heel
alleen gedurende dat half uur. Niemand
kwam het boudoir binnen, of heeft het
verlaten. Wat heeft dan die plotselinge
verandering in haar gevoel veroorzaakt?
Men kan slechts gissen, maar ik ge
loof, dat mijn gissing juist is. Mevrouw
Inglethorp had geen postzegels in haar
schrijftafel. We weten dit, omdat ze la
ter Dorcas vroeg, er haar eenige te
brengen. Nu stond in den tegenoverge-
stelden hoek van de kamer de schrijf
tafel van haar man op slot. Ze hoop
te een paar postzegels te vinden, en,
volgens mijn theorie, probeerde ze hare
eigen sleutels op de schrijftafel. Dat
één ervan paste, weet ik. Ze maakte
dus de schrijftafel open, en, bij het zoe
ken naar de postzegels, vond ze toeval
lig k r nderdat stuk papier, waar
mee Dorcas haar in de hand zag zit-
|en, en dat stellig niet voor mevrouw
Inglethorps oogen bestemd was. Daar
entegen geloofde mevrouw Cavendish,
dat het stuk papier, dat haar schoon
moeder zoo hardnekkig vastklemde, een
geschreven bewijs van de ontrouw van
haar man was. Ze eischte het van me
vrouw Inglethorp op, die haar, naar
waarheid, verzekerde, dat het daar
niets mee te maken had. Mevrouw Ca
vendish geloofde haar niet. Ze dacht,
dat mevTouw Inglethorp haar stiefzoon
in bescherming nam. Nu is mevrouw
Cavendish een heel resolute vrouw en
achter haar masker van gereserveerd
heid was ze krankzinnig jaloersch op
haar man. Ze besloot, dat papier ten
koste van alles in handen te krijgen en
bij dat besluit kwam het toeval haar te
hulp. Ze raapte toevallig den sleutel
van mevrouw Inglethorps postefeuille
op, welke dien morgen verloren was. Ze
wist, dat haar schoonmoeder steeds alle
belangrijke papieren in die bewuste por
tefeuille bewaarde. Mevrouw Cavendish
maakte daarom haar plannen, zooals
alleen een vrouw, die door jaloerschheid
tot wanhoop wordt gedreven, zou kun
nen doen. Op een oogenblik van den
avond ontgrendelde ze de deur, die naar
mademoiselle Cynthia's kamer leidde.
Waarschijnlijk heeft ze olie aen de
scharnieren gedaan, want, toen ik die
probeerde, merkte ik, dat ze volkomen
geruischloos openging. Ze stelde haar
plan uit tot de vroege uren van den
morgen, daar die veiliger waren, om
dat de bedienden gewend waren, haar
om dien tijd door haar kamer te hoo-
ren loopen. Ze kleedde zich geheel aan,
met haar tuinschort en nam haar weg
rustig door de kamer van mademoiselle
Cynthia naar die van mevrouw Ingle
thorp".
Hij hield een oogenblik op, en Cyn
thia kwam er tusschen:
„Maar ik zou we! wakker zijn gewor
den, als er iemand door myn kamer ge
komen was".
„Niet, als M verdoofd was, mademoi
selle".
„Verdoofd?"
,Mais, oui!"
„U herinnert u wel" hij sprak ons
weer allen te zamen aan „dat ma
demoiselle Cynthia in de kamer er naast
door al het lawaai en het leven heen
bleef slapen. Dat liet twee mogelijkhe
den toe. Of haar slaap was voorgewend
wat ik niet geloofde of haar be
wusteloosheid was door kunstmiddelen
veroorzaakt.
Met dit laatste denkbeeld in mijn
hoofd, keek ik alle koffiekopjes heel zorg
vuldig na, daar ik me herinnerde, dat
mevrouw Cavendish den vorigen avond
mademoiselle Cynthia haar koffie ge
bracht had. Ik nam van alle kopjes een
proefje, en liet ze onderzoeken zon
der resultaat. Ik had de kopjes zorgvul
dig geteld, voor het geval, dat er een
weggenomen was. Zes personen hadden
koffie gedronken, en er werden ook zes
kopjes gevonden. Ik moest bekennen,
dat ik me vergist had.
Toen ontdekte ik, dat ik me schuldig
had gemaakt aan een zeer groot ver
zuim. Er was koffie binnengebracht
voor zeven personen, want ar. Bauer-
stein was er dien avond geweest. Dat
veranderde het aspect van de geheele
zaak, want nu ontbrak er een kopje.
De bedienden hadden niets opgemerkt,
daar Annie, het kamermeisje, dat de
koffie binnengebracht had, zeven kopjes
mee had genomen, niet wetend, dat mr.
Inglethorp nooit koffie dronk, terwijl
Dorcas, die ze den volgenden morgen
opruimde, er zes vond, als gewoonlijk
of, nauwkeurig gesproken, vond ze er
vijf, daar het zesde gebroken in de ka
mer van mevrouw Inglethorp werd ge
vonden.
Ik twijfelde er niet aan, dat het ont
brekende kopje dat van mademoiselle
Cynthia was. Ik had extra reden voor
die gedachte door het feit. dat alle ge
vonden kopjes suiker bevatten, die ma
demoiselle Cynthia niet in haar koffie
gebruikte. Mijn aandacht werd getrok
ken door het verhaal van Annie over
wat „zout" op het blaadje van de cho
colade, dat ze iederen avond naar de
kamer van mevrouw Inglethorp bracht.
Ik bemachtigde dus een proefje van die
chocolade, en zond het op» om te laten
onderzoeken".
„Maar dat was al door dr. Bauerstein
gedaan", zei Lawrence vlug.
..Niet precies. Den analyst werd door
hem gevraagd, rapport uit te brengen,
of er al of niet strychnine aanwezig was.
Hij liet het niet, zooals ik, onderzoe
ken op een slaapmiddel".
„Op een slaapmiddel?"
„Ja. Hier is het rapport van den ana
lyst. Mevrouw Cavendish diende een
veilig, maar krachtdadig slaapmiddel
toe, zoowel aan mevrouw Inglethorp als
aan mademoiselle Cyntha. En het is
mogelijk, dat ze daardoor een mauvais
quart d'heure had. Stelt u haar gevoe
lens voor, toen haar schoonmoeder plot
seling ziek wordt en sterft, en ze onmid
dellijk daarna het woord „vergif' hoort!
Ze heeft geloofd, dat het slaapmiddel,
door haar toegediend, volkomen onscha
delijk was. maar er is geen twijfel aan,
dat ze één verschrikkelijk oogenblik ge
vreesd moet hebben, dat de dood van
mevrouw Inglethorp aan haar te wijten
was. Ze wordt door een plotseüngen
schrik aangegrepen, en. onder invloed
daarvan, snelt ze naar beneden en laat
gauw het koffiekopje en schoteltje, door
mademoiselle Cynthia gebruikt, in een
groote koperen vaas vallen, waar het
later door monsieur Lawrence ontdekt
wordt. Het overblijfsel van de chocolade
durft ze niet aanraken. Teveel oogen
zijn op haar gericht. Denkt u haar ver
lichting. toen strychnine genoemd wordt
en ze ontdekt, dat ten slotte de tragedie
niet haar schuld is.
We kunnen nu verklaren, dat de symp
tomen van strychnine-vergiftiging zoo
lang uitbleven. Een slaapmiddel, met
strychnine genomen, zal de uitwerking
van het vergif eenige uren vertragen".
Poirot zweeg even. Mary keek naar
hem op en de kleur kwam langzaam
weer in haar gezicht.
„Alles wat u gezegd hebt, is volkomen
waar, monsieur Poirot. Het is het vree-
selijkste uur van mijn leven geweest. Ik
zal het nooit vergeten. Maar u bent be
wonderenswaardig. Ik begrijp nu
„Wat ik bedoelde, toen ik zei, dat u
gerust bij Papa Poirot kondt biechten?
Maar u wilde me niet. vertrouwen".
..Ik zie het nu alles", zei Lawrence.
„De chocolade met het slaapmiddel, na
de vergiftigde koffie genomen, verklaart
het uitstel ten volle".
„Juist. Maar was de koffie vergiftigd,
of niet? We komen hier aan een kleine
moeilijkheid; daar mevrouw Inglethorp
die niet. heeft gedronken".
„Wat?" De kreet van verbazing was
'(Wordt vervolgd.)