HAARLEM'S DAGBLAD
DE KUNST VAN DEN INGENIEUR.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
FLITSEN
Het Huis met de Pijl
WOENSDAG 14 SEPT. 192T
DERDE BLAD
Wonderen van vernuft.
(Van onzen correspondent.)
Londen, 3 September.
Heden is in Olympia de groote ten
toonstelling van Scheepvaart, Inge-
nièhrsbedrijf en Machinerie geopend, die
elk jaar uit geheel Engeland en van het
vasteland vaklieden trekt om te zien,
wat Engeland in dat opzicht doen Kan,
Het groote publiek trekt er ook in groo-
ten getale heen, meer uit nieuwsgierig
heid waarschijnlijk, dan uit belangstel
ling, maar als het zich de oogen de kost
wil geven, kan het niet alleen heel wat
leeren, maar zich ook kostelijk vermaken
met al de wonderbaarlijkheden, waar
moderne ingenieurs toe in staat zijn.
Kunt gij u staaldraad denken, zóó dun
dat driehonderd meter lengte van dat
goed in een doosje kan worden gepakt,
dat gemakkelijk in uw vestzak gaat? De
dikte is één vijfde van een menschelijk
haar, en een der doeleinden waarvoor
het kan worden gebruikt is het maken
van zeven voor het poeder, dat vrou
wen op haar gezicht doen als haar neu
zen glimmen! Dat poeder moet, als het
goed is, uiterst fijn zijn en een zeef van
zulk ragfijn staal is daarvoor noodig.
Een ander gebruik ervoor men zou
het nauwelijks gelooven is voor da-
meskleerenstof. Zooals vroeger maliën
kolders werden gedragen kunnen thans
vrouwen kurassen dragen, maar dan van
het allerlichtste gewicht. En de dames
behoeven er niet bang voor te zijn, dat
na een fiksche regenbui haar blouses
roesten, want dat net wordt gemaakt
van niet-oxydeerend staal (zoogenaamd
stainless steel), hetzelfde waar tegen
woordig tafelmessen van worden ge
maakt, en noch water, noch vruchten
sap kan het deren.
Als contrast tot dit „klein"-bedrijf ziet
men op de tentoonstelling reusachtige
kracht-installaties, in staat een heele
wijk van licht en kracht te voorzien. Het
aantal machinerieën, waar de leek met
werkelijk ontzag tegen opziet dat op
deze tentoonstelling is te zamen ge
bracht, wordt geschat op het eerbied
waardige gewicht van niet minder dan
100.000 ton!
Er is van alles te zien. In een kolossale
tank met glazen wanden, gevuld met
water, kan men de evoluties bewonde
ren van duikers zoogenaamd arbei
dend op den bodem der zee en bezig
met de oogenschijnlijk onmogelijke taak
onder water ijzer en staal door te bran
den met een oxy-acetyleen-vlam.
Elders ziet men een buis van 350 voet
lang, dunner dan een naald, waardoor
zuurstof wordt geblazen. En als contrast
hiermede zijn er koperen buizen van on
geveer honderd duim omvang en weer
elders kan men een pyramide bewonde
ren van 10.000 voet koperbuizen.
Er zijn heèle secties van schepen, die
speciaal zoodanig zijn blootgelegd, dat
het publiek op zijn gemak kan zien, hoe
op zee roer en schroef worden gecontro
leerd. En in dezelfde afdeeling is een
heele scheepsbrug opgesteld, waar men
wordt toegestaan zelf de automatische
stuurinrichting te hanteeren. Dit kan
men dan zien hoe langs elecrischen weg
op moderne manier een schip wordt be
stuurd en de vaart wordt geregeld. Op
het dek is verder een gyro-kompas, type
Brown, dat nimmer faalt en dan ook
voor sturen wordt gebruikt, en dat zeer
waarschijnlijk in de naaste toekomst cp
de Britsche torpedojagersvloot zal wor
den ingevoerd.
Een prachtig motorjacht, e^n dertig-
voets Thornycroft, gebouwd voor toch
ten in het Kanaal en op de Norfolk
Broads, is geprijsd op 600 pond en vindt
tal van bewonderaars. Het heeft slaap
gelegenheid voor zes personen, heeft een
zeer laag benzine-verbruik en kan een
snelheid van 71/2 Engelsche mijl of 12
K.M. per uur ontwikkelen.
Er zijn tal van zulke groote motor
booten en miniatuur-schepen voor pas-
sagiersverkeer, met mannen in uniform
aan het stuurrad, die de schroeven laten
draaien met groote snelheid en de ma
chines laten stampen dat het een aard
is. Men hoort de stoomfluit en de mist
hoorn en de vlaggen worden geheschen
en signalen gewisseld. Reddingsboeien
zijn gereed om overboord te worden ge
worpen en aan de verbeelding ontbreekt
alleen, dat er nu en dan een drenkeling
overboord valt en realistisch wordt „ge
red".
In een ander deel van de hall ziet
men koks van de groote oceaanbooten,
waaronder ook Britsch-Indiërs druk be
zig met het bereiden van spijzen, zoo
als die in de verschillende werelddeelen
worden opgediend. Het is er alles kraak
zindelijk en ziet er zoo smakelijk uit, dat
alle gedachte aan voedsel uit het „kom
buis" waar men vroeger maar haastig
voorbijliep om de onzindelijkheid niet
te zien er gelukkig door wordt weggeno
men.
Op de stand van de Marconi Inter
national Marine Communication Com
pany, een ontzaglijk bedrijf op zichzelf,
ziet men de laatste snufjes op het ge
bied van draadlooze telegrafie en tele
foon, en hier is het meest treffend van
alles het nieuwe auto-alarm signaal, dat
volgens verordening van het Ministerie
van Handel thans op zekere klassen van
schepen moet worden aangebracht. De
werking van het signaal is dat in ver
schillende deelen van een schip automa
tisch bellen worden geluid wanneer een
speciaal draadloos alarm signaal wordt
ontvangen van een in nood verkeerend
schip. De bedoeling ervan is den mar-
coni-man van het schip onmiddellijk te
waarschuwen, zich naar zijn post te be
geven, wanneer hij niet op dienst is en
ook de andere scheepsofficieren te waar
schuwen, dat een S. O. S.-oproep kan
worden verwacht.
Op de gallery, waar men stellig ook
niet moet verzuimen een bezoeK te bren
gen, is een model in volle werking van
een mono-rail ondergrondsche spoor, die
een zeer hooge snelheid bereikt. Deze
enkele rail heeft een lengte van niet
minder dan honderd voet. Ten slotte
kan ik nog onder de tallooze andere
vermeldenswaardige nieuwigheden wy-
zijn op een reddingsboot, die heet geheel
onzinkbaar te zijn, welke niet kan om
slaan en die zichzelf automatisch van
het golfwater dat in de boot komt, ont
doet.
De tentoonstelling, die stellig groot
bezoek zal trekken, blijft open tot 24 Sep
tember.
XYX.
R.-K. MIDDENSTANDS
BOND „DE HANZE".
Herdenking van het
vierde lustrum.
DEBAT OVER HET VÓÓR-
ONTWERP WINKELSLUITING.
pinsdagmiddag half drie werd de Cen
trale Raadsvergadering van den R.-K.
Middenstandsbond „De Hanze" in de
bovenzalen van „De Kroon" voortgezet.
De heer H. E. v d. Brule bracht het
financieele verslag over 1926 uit. De in
komsten en uitgaven sluiten met een be
drag van 31.574.10.
De heer v. d. Brule hield een uitvoe
rige rede, waarin hij de afdeelingen aan
spoorde, om hun financieele verplich
tingen goed na te komen. Vele afdeelin
gen hebben een belangrijke contributie
schuld.
Naar aanleiding van deze rede ont
stond een langdurig debat waaraan
door een groot aantal afgevaardigden
werd deelgenomen. De wensch werd uil-
gseproken, dat het bedrag der contribu
tie verhoogd dient te 'worden, meer in
overeenstemming mét de waardigeheid
der middenstanders. Hiertoe wetd gewe
zen op het voorbeeld, dat door de ar
beiders gegeven wordt.
De heer v. d. Brule meende, dat een
vergelijking tusschen de contributie van
middenstanders en arbeiders niet ge
maakt mag worden, omdat de
arbeiders meestal een zeer samengestel
de contributie betalen.
De afdeeling Den Haag bracht ver
slag van de commissie tot het nazien
der rekening en verantwoording over
1926 uit. Dit strekte tot goedkeuring.
De vergadering verleende onder ap
plaus décharge aan den heer v. d. Brule.
Vastgesteld werd de Bondsbegrooting
voor 1928 met een eindcijfer voor in
komsten en uitgaven van 28.040.
De afdeeling Leiden werd aangewezen
voor het nazien van het financoieel be
heer over 1927.
De volgende Jaarvergadering zal in
Alkmaar worden gehouden.
De heeren W. Boon Jzn., te Kromme
nie: H. E. van den Brule te Rotterdam,
en S. J. van Rest, te Poeldijk, werden bij
acclamatie tot leden van het hoofdbe
stuur herkozen.
Goedgekeurd werd het voorstel van
t hoofdbestuur tot het samenstellen
van een commissie, belast met het ont
werpen van een steunfonds tot het ver-
leenen van hulp aan leden, die achteruit
zijn geraakt.
WINKELSLUITING.
De afdeeling Den Haag stelde voor,
het hoofdbestuur te verzoeken naar we
gen te zoeken, om de bedoeling van het
Werktijdenbesluit voor winkels en de
Winkelsluitingswet op meer juiste wijze
verwezenlijkt te krijgen. Dit voorstel
werd gecombineerd met de bespreking
van de actueele sociaal-economische po
litiek met betrekking tot het midden-
standSbedrijf.
De heer Van Liemt (Haarlem) zou
voor het nazien van het financieel be
voeren van een Rijkswinkelsluiting van
de baan zou willen schuiven. De be
staande plaatselijke toestanden op het
gebied der winkelsluiting mogen niet ge
handhaafd worden. De gemeente gren
zen zijn zóó mal op dit oogenblik, dat
in één straat soms een winkel aan de
eene zijde geopend mag zijn en een win
kel aan den overkant niet.
De heer Dongemans CDen Haag)
bepleitte aanneming van zijn voorstel in
het belang van den winkelstand. Het
bestaan van vele winkeliers, vooral in
Den Haag, is zóó benard geworden, dat
vele zaken worden opgeheven. In die
stad staan op het oogenblik vele winkels
te huur of te koop. De strijd om het be
staan voor den winkelier wordt steeds
moeilijker. Den Haag is óók voor een
winkelsluiting, maar dan moet er reke
ning worden gehouden met den aard
van de bedrijven; de ééne winkel zou
TDÜvoorbeeld- gemakkelijk in den namid
dag te vijf uur kunnen worden gesloten
en een andere 's avonds te acht uur.
Zoowel door winkeliers als door hun
personeel wordt de Winkelsluitingswet
ontdoken. Spreker kent een geval, waar
bij een overtreder gestraft werd met
twee dagen hechtenis; aan zijn kinde
ren deelde hij mede, dat hij twee dagen
in Amsterdam moest wezen. De heer
Dongemans is van meening, dat deze
toestanden onduldbaar zijn. Hij acht het
in overeenstemming met het R.-K. pro
gram, als er een zelfbestemmingsrecht
voor de bedrijven komt. Dan kan met
de verschillende bedrijfsmoeilijkheden
rekening worden gehouden.
De heer Van Kessel (Alkmaar)
verklaarde het volkomen eens te zijn
met den heer Dongemans. Spreker is
niet tegen winkelsluiting; die is niet
meer tegen te houden. Maar voor elk
winkelbedrijf een sluiting op 's avonds
acht uur vast te stellen acht hij spe
ciaal voor vele kleine zaken funest. En
een algeheele winkelsluiting op Zondag
zou hij een groote ramp vinden.
Duitschland mogen de winkels twee urn-
op Zondag geopend zijn. Dit aantal acht
hij voor Nederland te gering. Daarom
stelt hij voor. te verzoeken de winkels
op Zondag vijf uur open te laten.
De heer Chris Jansen (Amster
dam) gaf toe. dat de toestand van het
winkelbedrijf in 1927 bijzonder ongun
stig is. De winkeliers hebben te kampen
met verschillende moeilijkheden; maar
ook de industrieele patroons hebben
moeilijkheden. De bedrijven van de groo
te stad zijn niet te vergelijken met be
drijven van denzelfden aard op het
platteland. We moeten krijgen een ar
beiderswetgeving, die allen bevredigt.
Het winkelbedrijf kan gezond gemaakt
worden door te groepeeren en te onder
scheiden. Er kan volgens hem geen ge
meente bestaan, waar de winkeliers tot
in het oneindige zouden willen verkoo-
pen.
-De heer Stevens (IJmuiden) acht
het een zegen, dat er bijvoorbeeld een
arbeidswetgeving voor het bakkerijbe-
drijf bestaat, anders zou daar een chaos
heerschen. Wij moeten ons, zei spreker,
niet schrap zetten tegen wetten, die aan
ongewenschte toestanden een einde ma
ken; dat is vechten tegen de bierkaai.
Na uitvoerige replieken werd het voor
stel van Den Haag, dat door het hoofd
bestuur ontraden werd, verworpen met
155 tegen 40 stemmen.
De vergadering vereenigde zich zonder
hoofdelijke stemming met de volgende
motie van den heer Chris Jansen
(hoofdbestuur)
„De Centrale Raad van de Hanze in
het Bisdom Haarlem.
overtuigd dat het tijdstip waarop de
voorontwerpen tot regeling van de win
kelsluiting en van de werktijden van
winkelpersoneel is ingediend, uiterst on
gunstig moet worden genoemd;
van meening, dat een meer bedryfsge-
wijze geregelde opvatting alsnog in zeer
ernstige overweging behoort te worden
enomen en dat daardoor zelfs uitstel
van de doorvoering der ontworpen maat
regelen zou zijn gerechtvaardigd;
besluit klemmend te streven in de
richting van uitstel der invoering van
de bedoelde voorontwerpen; subsidiair
aan het hoofdbestuur op te dragen te
streven naar belangrijke wijzigingen in
de verschillende ontworpen bepalingen".
De afdeeling Lutjebroek stelde voor,
dat de Centrale Raad de mogelijkheid
bespreke, om te komen tot verlenging
van den arbeidstijd ten plattelande en
ter bevoegder plaatse daartoe strekkende
voorstellen indiene.
Dit voorstel werd goedgekeurd.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 999
JANTJE'S VETERS
Vader staat stil om Jan- twee minuten later rap-
tjes veters opnieuw vast J porteert Jantje, dat ze
te maken I weer los zijn
herhaalt de manoeuvre
wat zorgvuldiger, Jantje
onderwijl verzoekende
niet aan zijn oor te trek
ken
na drie stappen klaagt
Jantje, dat vader den
veter te stijf gebonden
heeft, het doet pijn
probeert 'm los te ma
ken, haalt den veter in
'n onontwarbaren knoop
en trekt 'm dan kapot
tracht de einden weer
aan elkaar te maken, in-
tusschen Jantje verbie
dend om zich met een
hond in te laten
slaagt eindelijk tot zijn
satisfactie
waarna Jantje rappor
teert, dat de andere
veter los is.
(Nadruk verboden.)
OFFICIEELE ONTVANGST.
Na afloop der Centrale Raadsvergade
ring van den R.-K Middenstandsbond
De Hanze werden hoofdbestuur en af
gevaardigden ten Stadhuize officieel
door het gemeentebestuur ontvangen.
Deze ontvangst werd bijgewoond, be
halve door den Burgemeester, den heer
C. Maarschalk, door de wethouders Mr.
J. N. J. E. Heerkens Thijssen en Mr. A.
Bruch; door den gemeentesecretaris, Mr.
Th. A. Wesstra, en een aantal raadsle
den.
De Burgemeester hield een rede,
waaraan wij het volgende ontleenen:
„Het is mij een voorrecht en een ge
noegen hier namens het Gemeentebe
stuur u, hoofdbestuurderen en afgevaar
digden van den Bond van R.-K. Mid
denstandsver eenigingen „De Hanze" in
het Bisdom Haarlfem welkom te mogen
heeten ter gelegenheid van de 20ste
jaarvergadering hier ter stede en ter
viering van het vierde lustrum van uwen
bond. Wij begroeten in u vertegenwoor
digers eener ongetwijfeld belangrijke
groep der bevolking, belangrijk zoowel
door haar aantal als door de plaats,
welke zij gedurende tallooze eeuwen in
het maatschappelijk verkeer heeft inge
nomen.
Ook te Haarlem heeft de overheid bij
verschillende gelegenheden, wanneer het
aanhangige vraagstuk daartoe leidde, ge
toond prijs te stellen op het advies van
of de samenwerking met organisaties
uit uw kringen. Niet alleen acht ik dit
een zeer gelukkige omstandigheid, om
dat zij, nog afgezien van het nuttig ef
fect in elk concreet geval, kon leiden tot
een juister inzicht in ieders positie en
daardoor tot betere onderlinge waar
deering.
Volgaarne heeft het stadsbestuur deze
gelegenheid dan ook aangegrepen om
den band tusschen overheid en midden
stand nauwer aan. te halen en hier
openlijk blijk te geven van zijn mede
leven in het streven en de ontwikkeling
van uwen bond.
Het ledental ook de werkzaamheden
en bemoeiingen van uwen bond namen
met de jaren in omvang en in aantal
toe. Behalve de oprichting van talrijke
vakafdeelingen werden door en voor uw
leden verschillende nuttige instellingen
in het leven geroepen. Ik hoop dat de
komende vijfjarige periode zich van het
thans afgesloten tijdperk door een on-
gekenden bloei voor uwen bond moge
onderscheiden en dat uw jaarvergade
ring alhier aan alle verwachtingen vol
ledig moge beantwoorden".
De Voorzitter van het hoofdbe
stuur, de heer Struycken, dankte
het gemeentebestuur van Haarlem na
mens zijn organisatie voor deze mooie
ontvangst. Hij merkte op, dat de woor
den van den Burgemeester hem uit het
hart waren gegrepen en uitte zijn blijd
schap over het medeleven van het ge
meentebestuur in het streven en de ont
wikkeling van den R.-K. Middenstands
bond. Uit het feit, dat acht jaar gele
den de Middenstandsraad in het leven
is geroepen zag spreker eveneens het
bewijs van de belangstelling der over
heid voor de belangen van deze groep
der burgerij. De heer Struycken sprak
tenslotte de beste wenschen voor den
blosi en groei der mooie stad Haarlem
uit en hoopte, dat de heer Maarschalk
nog vele jaren aan het hoofd van de
vijfde gemeente des lands zou staan.
FEESTAVOND.
Dinsdagavond werd door de afdeeling
Haarlem van De Hanze aan hoofdbe
stuur en afgevaardigden in „De Kroon"
een feestavond aangeboden.
Stemming?
Sapristi; daar zat stemming in: on
middellijk na, neen; tijdens noch eens
neen: eigenlijk al vóór het .officieele"
gedeelte!
Aan de bestuurstafel hadden om.
plaats genomen de Belgische Minister
van Staat de heer van de Vijvere dc
heer C. Ten Boom voorzitter van de
Haarlemsche Middenstandscentrale de
heer G. J. Bensink dir. van de Midden-
standsbank als vertegenwoordiger van
de Haarl. Handelsvereeniging, Pastoor
Boogmans, alhier en Rector Jansen,
geestelijk adviseur van den R.-K. Mid
denstandsbond.
Nadat na de binnenkomst van den
heer Vandevijvere eerst het Wilhelmus
en daarna „Zij zullen hem niet hebben!"
uit volle borst was gezongen nam de
heer P. J. M. van Tetering, voorzitter
der afd. Haarlem van den R.-K. Mid
denstandsbond, het woord.
De heer van Tetering sprak tot de
reünisten een woord van ontvangst.
Spr. noemde den gastvroirwelijken plicht
van afdeeling Haarlem bijzonder aan
genaam en dankbaar. In het bijzonder
heette spr. welkom Z.Exc. Vandevijvere,
minister van Staat in het koninkrijk
België die deze reünie met zijn aanwe
zigheid opluisterde. Voorts heette spr.
welkom de verschillende geestelijke en
wereldlijke autoriteiten die aan de uit-
noodiging tot bijwoning der reünie had
den gevolg gegeven. Aan de jonge Mid
denstanders, die met hun strijkje „de
Krekel" voor muzikale afwisseling zor
gen, bracht spr. bij voorbaat dank.
Mede door hun toedoen zou deze avond,
daarvan was spr. overtuigd, gekenmerkt
worden door een gezelligen en prettigen
geest.
Na de rede van den heer van Tete
ring klonk een spontaan: „Hij leve
hoog!" waarvoor de gehuldigde buigend
dankte.
Een rij van sprekers volgde.
Den heer Ten Boom was het een voor
recht de gelukwenschen van den gehee-
len georganiseerden Kaarlemschen mid
denstand te mogen aanbieden. Spr.
noemde het een groot voordeel voor onze
stad dat er een krachtige RK midden
standsorganisatie bestaat en huldigde
den heer van Tetering, aan wiens ener
gie die organisatie zooveel te danken
liëeft, den algemeenen voorzitter, den
heer C. J. G. Struycken voor zijn uitne
mend beleid en den oud-minister, Mr.
Aalberse, voor zijn groote verdiensten
voor den middenstand. Deze hulde van
de Middenstandscentrale ging gepaard
met de aanbieding van een prachtige
bloemenmand. Als voorzitter der Chr.
Middenstandsvereeniging (afd. Haar
lem) sprak de heer Ten Boom nog een
ernstig woord, daarbij doende uitkomen
dat de R.K. er. de Chr. organisatie stoe
len op denzelfden wortel der religie. >v
De vergadering zong hierna: „Aan u,
o Koning der Eeuwen!".
De heer Van Tetering gaf vervolgens
de leiding over aan den heer Struycken,
die dank bracht aan den heer Ten Boom
voor het door hem gesprokene en voor
de bloemenhulde.
De voorzitter der regelingscommissie,
de heer J. Th. Peters, hield daarn^ een
toespraak, tintelend van gezonden hu
mor, waarin hij in 't bijzonder hulde
bracht aan den bondspenningmeester,
den heer van Tetering, wien hij prees
voor zijn uitmuntende werkkracht en
zijn groote liefde voor den middenstand
en wien hij toewenschte, dat hij nog ja
ren voorzitter der Haarlemsche afdee*
ling zal blijven, die hy door zijn werk
kracht twee maal zoo sterk als vroeger
heeft weten te maken. Spr. stelde den
heer Van Tetering als een voorbeeld
aan allen en wekte ten slotte de aanwe
zigen op, te zorgen voor een krachtiger*
middenstand.
„Daar kan op geklonken worden!" be*
sliste de vergadering, op muziek.
De heer Bensink bracht de gelukwen
schen over van de Haarl. Handelsbank
en wenschte dat de afdeeling onder lei
ding van den heer van Tetering zou blij*
ven groeien en bloeien. Bloemenhuldea
Dank van den heer Struycken.
Dan qen geestige speech van Rectos
Jansen
Voorts nog hartelijke gelukwenschen
van den heer De Brabander, directeur
van het Centraal Bureau in het Bisdom
Urecht.
En verder goedronde vroolijkheid eh
gezelligheid, zang en muziek kortom:
een stemming, een échte feeststemming
bij dit gezellig samenzijn, zooals men die
op andere feestavonden soms noode mist.
In den loop van den avond kwamen
nog de heeren Mr. J. N. J. E. Heerkens
Thijssen, wethouder en de raadsleden
de heeren van Liemt, Klein en Elein
Schiphorst.
Het concert op de Groote Markt
Om 9 uur begon op de Groote Markt
het concert dat de recipieerende Haar
lemsche afdeeling aanbood.
Het concert werd gegeven door de
R. K. Harmonie „Euphonia" van Over-
veen, onder leiding van den heer J. W.
Lefeber. Het trok tamelijk veel belang
stelling. Jammer dat het weer niet me
dewerkte.
Verschillende nummers werden op
verdienstelijke wijze uitgevoerd.
Naar het Engelsch van
A. E. W. MASON.
S)
„Maar het is allemaal volkomen dui
delijk", zei Jim ongeduldig tegen zich
zelf. En toch en toch Haslitt ha^
al meer dan dertig jaar een groot deel
van den dag in dien armstoel gezeten.
Hoeveel mannen en vrouwen waren in
al die jaren de straat onder dit raam
overgestoken en deze kamer binnen ge
komen met hun grieven, hun ellende,
hun bekentenissen? En ze waren weer
weggegaan en hadden er allemaal toe
bijgedragen om den ouden man scherp
zinniger en verstandiger te maken. Als
Haslitt ongerust was. stond er dus iets
in dien brief of was er iets uit op te ma
ken, wat hem niet was opgevallen om
dat hij nog maar zoo kort in het vak
was. Hij probeerde zich te herinneren
wat er precies in stond maar even later
legde Haslitt den brief neer.
„Het is natuurlijk een poging om geld
af te persen", riep Jim uit.
Hasliit haalde de schouders op.
„Geld afpersen? Ongetwijfeld, Jim!"
Hij stond op en maakte zijn brand
kast open. Hij nam er de twee Waberski
brieven uit en bracht ze aan Jim.
„Hier heb je het bewijs, zoo duidelijk
als je maar kunt verlangen".
Jim las d(? brieven door en uitte een
kreet van verrukking.
„De sohurk heeft zich volkomen aan
ons overgeleverd".
„Ja", zei Haslitt.
Maar het was duidelijk dat dit hem
niet voldoende was; hij probeerde nog
steeds tusschen de regels van den brief
door iets te zoeken, wat hij niet vinden
kon.
„Waar tobt u dan zoo over?" vroeg
Frobisher.
Haslitt ging op het versleten haard
kleedje staan met zijn rug naar den
haard.
„Dat zal ik je zeggen, Jim", begon hij.
„In vijfennegentig van de honderd ge
vallen zit er nog iets anders achter de
werkelijke beschuldiging, iets, dat niet
genoemd wordt, maar waarop de chan
teur zijn verwachtingen bouwt. Gewoon
lijk is het een geheim, een smet op de
eer van de familie, dat aan het licht
zou komen als de zaak publiek behan
deld werd. En zoo iets moet hier ook
ongetwijfeld zijn. Hoe belachelijker Wa-
berski's beschuldiging is, des te zekerder
is het dat hij iets weet wat den naam
van de familie Harlowe zou schaden en
dat iedere Harlowe maar liever verbor
gen wil houden. Maar ik heb er geen
idee van wat het zijn kan!"
„Misschien wel de een of andere klei
nigheid", zei Jim, „die door^dien idioot
van een Waberski wordt overschat".
„Ja", stemde Haslitt toe. „Dat ge
beurt wel eens meer. Een man die zich
verongelijkt voelt en die bovendien lucht
hartig en verkwistend is ja, dat zou
wel kunnen Jim".
Jeremy Haslitt sprak onmiddellijk op
opgewekter toon.
„Laten we eens zien wat we precies
van de familie afweten", zei hy en hij
trok een stoel tegenover Jim Frobisher
en het raam. Voor hy er op kon gaan
zitten werd er op de deur geklopt en
kwam een der klerken zeggen dat er
bezoek was.
„Nog niet", zei Haslitt vóór de naam
van den bezoeker nog genoemd was.
„Goed meneer", zei de klerk, en ver
dween. Dat was de manier waarop de
firma Frobisher en Haslitt zaken deed.
Als het hun cliënten niet aanstond kon
den zij naar een ander gaan. Net zoo
als menschen die naar den aHerbesten
kleermaker gaan zich moeten neerleg
gen bij de eenigszins bijzondere snit die
hy aan hun kleeren geeft.
Haslitt wendde zich weer tot Jim.
„Laten we eens even nagaan wat we
weten", zei hij en ging zitten.
HOOFDSTUK II.
Hulp geroep.
Simon Harlowe", 'begon hij „was de
eigenaar van de beroemd Clos-du-Prin-
ce wijnbergen aan de Cóte d'Or ten Oos
ten van Dyon. Hij had een groote be
zitting in Norfolk, dit groote huis Maison
Grenelle in Dyon en een villa in Monte
Carlo. Maar hij woonde meestal te
Dyon waar hij op vijfenveertigjarigen
leeftijd huwde met een Fransche dame,
Jeanne-Marie Raviart. Er was, meen ik
nog een kleine roman aan die geschiede
nis verbonden. Jeanne-Marie was ge
trouwd en leefde gescheiden van haar
man en ik meen dat Simon Harlowe
tien jaar gewacht heeft tot de man Ra
viart stierf.
Jim Frobisher maakte onwillekeurig
een beweging en Haslitt, die deze ge
schiedenis van het karpet scheen af te
lezen, keek op.
„Ja, ik begrijp al wat je bedoelt", zei
hij, in antwoord op die beweging van
Jim. „Ja, misschien is er al wel iets
tusschen die twee geweest vóór ze vrij
waren om met elkaar te trouwen. Maar
tegenwoordig beste jonge.n denken de
menschen daar heel anders over dan in
mijn jeugd. Bovendien, een.dergelijk ge
heim zou alleen eenige waarde hebben
voor Boris Waberski wanneer het met
Betty Harlowe zoo nauw in verband
stond, dat ze het vreeselijk zou vinden
als het bekend werd. En Betty Harlowe
komt pas in het stuk voor twee jaar na
het huwelijk van Simon en Jeanne-
Marie, toen het bleek dat ze geen kin
deren zouden krijgen. Neen, de liefdes
geschiedenissen van Simon Harlowe
kunnen we er gevoegelijk buiten laten.
Jim Frobisher bloosde een beetje be
schaamd.
„Wat een dwaas van mij om er aan
te denken", zei hij.
„Heelemaal niet", antwoordde Haslitt
opgewekt. „Laten we alle mogelijkheden
maar bekijken. Dat is de eenige manier
om achter de waarheid te komen. Ik ga
nu verder met mijn verhaal. Simon
Harlowe was een verzamelaar. Een ver
woed verzamelaar, in algemeenen zin.
Zjjn zitkamer in Maison Grenelle was 'n
ware schatkamer, niet alleen van mooie,
maar ook van eigenaardige dingen. Hij
vond het prettig om die dingen om zich
heen te hebben, ook als hij werkte. Lang
heeft hy zijn huwelijk niet overleefd.
Vijf jaar geleden is hij gestorven, een-
en-vyftig jaar oud".
Haslitt scheen weer de figuren van
het karpet te bestudeeren om zy'n ge
heugen op te frisschen.
„Dat. is eigenlijk alles wat ik van hem
weet. Hij was een aardige kerel, maar
niet erg op gezelschap gesteld. Neen, ik
vrees dat we met hem niet veel verder
komen".
„En nu Jeanne-Marie Harlowe", ver
volgde Haslitt „Het is wel eigenaardig
hoe weinig ik van haar weet, nu ik het
goed bekijk. Maar toch ook niet meer
dan begrijpelijk. Ze heeft de bezitting
in Norfolk verkocht en heeft daarna af
wisselend gewoond in Monte Carlo en in
Dyon, en o ja, ook af en toe in een klein
zomerhuisje op den wijnberg".
„Ze is zeker rijk achtergebleven?"
vroeg Frobisher.,
„In ieder geval bemiddeld", antwoord
de Haslitte. .De Bourgogne Clos du
Prince heeft een zeer goeden naam,
maar de voorraad is niet groot".
„Is ze ooit in Engeland geweest?"
.Hooit. Ze was blijkbaar tevreden met
Dyon", antwoordde Haslitt „hoewel
naar mijn idee die Fransche provincie
stadjes zoo saai zijn dat je je er doode-"
lijk verveelt Maar zij was er aan gewend
en toen kreeg ze last van haar hart, en
de laatste twee jaren was ze steeds lij
dend. Daar schieten we dus ook niets
mee op". En Haslitt keek even naar Jim
om bevestiging van zy'n conclusie.
Heelemaal niets", zei Jim.
(Wordt vervolgd