HAARLEM'S DAGBLAD DE KUNST VAN DEN INGENIEUR. STADSNIEUWS. FEUILLETON FLITSEN Het Huis met de Pijl WOENSDAG 14 SEPT. 192T DERDE BLAD Wonderen van vernuft. (Van onzen correspondent.) Londen, 3 September. Heden is in Olympia de groote ten toonstelling van Scheepvaart, Inge- nièhrsbedrijf en Machinerie geopend, die elk jaar uit geheel Engeland en van het vasteland vaklieden trekt om te zien, wat Engeland in dat opzicht doen Kan, Het groote publiek trekt er ook in groo- ten getale heen, meer uit nieuwsgierig heid waarschijnlijk, dan uit belangstel ling, maar als het zich de oogen de kost wil geven, kan het niet alleen heel wat leeren, maar zich ook kostelijk vermaken met al de wonderbaarlijkheden, waar moderne ingenieurs toe in staat zijn. Kunt gij u staaldraad denken, zóó dun dat driehonderd meter lengte van dat goed in een doosje kan worden gepakt, dat gemakkelijk in uw vestzak gaat? De dikte is één vijfde van een menschelijk haar, en een der doeleinden waarvoor het kan worden gebruikt is het maken van zeven voor het poeder, dat vrou wen op haar gezicht doen als haar neu zen glimmen! Dat poeder moet, als het goed is, uiterst fijn zijn en een zeef van zulk ragfijn staal is daarvoor noodig. Een ander gebruik ervoor men zou het nauwelijks gelooven is voor da- meskleerenstof. Zooals vroeger maliën kolders werden gedragen kunnen thans vrouwen kurassen dragen, maar dan van het allerlichtste gewicht. En de dames behoeven er niet bang voor te zijn, dat na een fiksche regenbui haar blouses roesten, want dat net wordt gemaakt van niet-oxydeerend staal (zoogenaamd stainless steel), hetzelfde waar tegen woordig tafelmessen van worden ge maakt, en noch water, noch vruchten sap kan het deren. Als contrast tot dit „klein"-bedrijf ziet men op de tentoonstelling reusachtige kracht-installaties, in staat een heele wijk van licht en kracht te voorzien. Het aantal machinerieën, waar de leek met werkelijk ontzag tegen opziet dat op deze tentoonstelling is te zamen ge bracht, wordt geschat op het eerbied waardige gewicht van niet minder dan 100.000 ton! Er is van alles te zien. In een kolossale tank met glazen wanden, gevuld met water, kan men de evoluties bewonde ren van duikers zoogenaamd arbei dend op den bodem der zee en bezig met de oogenschijnlijk onmogelijke taak onder water ijzer en staal door te bran den met een oxy-acetyleen-vlam. Elders ziet men een buis van 350 voet lang, dunner dan een naald, waardoor zuurstof wordt geblazen. En als contrast hiermede zijn er koperen buizen van on geveer honderd duim omvang en weer elders kan men een pyramide bewonde ren van 10.000 voet koperbuizen. Er zijn heèle secties van schepen, die speciaal zoodanig zijn blootgelegd, dat het publiek op zijn gemak kan zien, hoe op zee roer en schroef worden gecontro leerd. En in dezelfde afdeeling is een heele scheepsbrug opgesteld, waar men wordt toegestaan zelf de automatische stuurinrichting te hanteeren. Dit kan men dan zien hoe langs elecrischen weg op moderne manier een schip wordt be stuurd en de vaart wordt geregeld. Op het dek is verder een gyro-kompas, type Brown, dat nimmer faalt en dan ook voor sturen wordt gebruikt, en dat zeer waarschijnlijk in de naaste toekomst cp de Britsche torpedojagersvloot zal wor den ingevoerd. Een prachtig motorjacht, e^n dertig- voets Thornycroft, gebouwd voor toch ten in het Kanaal en op de Norfolk Broads, is geprijsd op 600 pond en vindt tal van bewonderaars. Het heeft slaap gelegenheid voor zes personen, heeft een zeer laag benzine-verbruik en kan een snelheid van 71/2 Engelsche mijl of 12 K.M. per uur ontwikkelen. Er zijn tal van zulke groote motor booten en miniatuur-schepen voor pas- sagiersverkeer, met mannen in uniform aan het stuurrad, die de schroeven laten draaien met groote snelheid en de ma chines laten stampen dat het een aard is. Men hoort de stoomfluit en de mist hoorn en de vlaggen worden geheschen en signalen gewisseld. Reddingsboeien zijn gereed om overboord te worden ge worpen en aan de verbeelding ontbreekt alleen, dat er nu en dan een drenkeling overboord valt en realistisch wordt „ge red". In een ander deel van de hall ziet men koks van de groote oceaanbooten, waaronder ook Britsch-Indiërs druk be zig met het bereiden van spijzen, zoo als die in de verschillende werelddeelen worden opgediend. Het is er alles kraak zindelijk en ziet er zoo smakelijk uit, dat alle gedachte aan voedsel uit het „kom buis" waar men vroeger maar haastig voorbijliep om de onzindelijkheid niet te zien er gelukkig door wordt weggeno men. Op de stand van de Marconi Inter national Marine Communication Com pany, een ontzaglijk bedrijf op zichzelf, ziet men de laatste snufjes op het ge bied van draadlooze telegrafie en tele foon, en hier is het meest treffend van alles het nieuwe auto-alarm signaal, dat volgens verordening van het Ministerie van Handel thans op zekere klassen van schepen moet worden aangebracht. De werking van het signaal is dat in ver schillende deelen van een schip automa tisch bellen worden geluid wanneer een speciaal draadloos alarm signaal wordt ontvangen van een in nood verkeerend schip. De bedoeling ervan is den mar- coni-man van het schip onmiddellijk te waarschuwen, zich naar zijn post te be geven, wanneer hij niet op dienst is en ook de andere scheepsofficieren te waar schuwen, dat een S. O. S.-oproep kan worden verwacht. Op de gallery, waar men stellig ook niet moet verzuimen een bezoeK te bren gen, is een model in volle werking van een mono-rail ondergrondsche spoor, die een zeer hooge snelheid bereikt. Deze enkele rail heeft een lengte van niet minder dan honderd voet. Ten slotte kan ik nog onder de tallooze andere vermeldenswaardige nieuwigheden wy- zijn op een reddingsboot, die heet geheel onzinkbaar te zijn, welke niet kan om slaan en die zichzelf automatisch van het golfwater dat in de boot komt, ont doet. De tentoonstelling, die stellig groot bezoek zal trekken, blijft open tot 24 Sep tember. XYX. R.-K. MIDDENSTANDS BOND „DE HANZE". Herdenking van het vierde lustrum. DEBAT OVER HET VÓÓR- ONTWERP WINKELSLUITING. pinsdagmiddag half drie werd de Cen trale Raadsvergadering van den R.-K. Middenstandsbond „De Hanze" in de bovenzalen van „De Kroon" voortgezet. De heer H. E. v d. Brule bracht het financieele verslag over 1926 uit. De in komsten en uitgaven sluiten met een be drag van 31.574.10. De heer v. d. Brule hield een uitvoe rige rede, waarin hij de afdeelingen aan spoorde, om hun financieele verplich tingen goed na te komen. Vele afdeelin gen hebben een belangrijke contributie schuld. Naar aanleiding van deze rede ont stond een langdurig debat waaraan door een groot aantal afgevaardigden werd deelgenomen. De wensch werd uil- gseproken, dat het bedrag der contribu tie verhoogd dient te 'worden, meer in overeenstemming mét de waardigeheid der middenstanders. Hiertoe wetd gewe zen op het voorbeeld, dat door de ar beiders gegeven wordt. De heer v. d. Brule meende, dat een vergelijking tusschen de contributie van middenstanders en arbeiders niet ge maakt mag worden, omdat de arbeiders meestal een zeer samengestel de contributie betalen. De afdeeling Den Haag bracht ver slag van de commissie tot het nazien der rekening en verantwoording over 1926 uit. Dit strekte tot goedkeuring. De vergadering verleende onder ap plaus décharge aan den heer v. d. Brule. Vastgesteld werd de Bondsbegrooting voor 1928 met een eindcijfer voor in komsten en uitgaven van 28.040. De afdeeling Leiden werd aangewezen voor het nazien van het financoieel be heer over 1927. De volgende Jaarvergadering zal in Alkmaar worden gehouden. De heeren W. Boon Jzn., te Kromme nie: H. E. van den Brule te Rotterdam, en S. J. van Rest, te Poeldijk, werden bij acclamatie tot leden van het hoofdbe stuur herkozen. Goedgekeurd werd het voorstel van t hoofdbestuur tot het samenstellen van een commissie, belast met het ont werpen van een steunfonds tot het ver- leenen van hulp aan leden, die achteruit zijn geraakt. WINKELSLUITING. De afdeeling Den Haag stelde voor, het hoofdbestuur te verzoeken naar we gen te zoeken, om de bedoeling van het Werktijdenbesluit voor winkels en de Winkelsluitingswet op meer juiste wijze verwezenlijkt te krijgen. Dit voorstel werd gecombineerd met de bespreking van de actueele sociaal-economische po litiek met betrekking tot het midden- standSbedrijf. De heer Van Liemt (Haarlem) zou voor het nazien van het financieel be voeren van een Rijkswinkelsluiting van de baan zou willen schuiven. De be staande plaatselijke toestanden op het gebied der winkelsluiting mogen niet ge handhaafd worden. De gemeente gren zen zijn zóó mal op dit oogenblik, dat in één straat soms een winkel aan de eene zijde geopend mag zijn en een win kel aan den overkant niet. De heer Dongemans CDen Haag) bepleitte aanneming van zijn voorstel in het belang van den winkelstand. Het bestaan van vele winkeliers, vooral in Den Haag, is zóó benard geworden, dat vele zaken worden opgeheven. In die stad staan op het oogenblik vele winkels te huur of te koop. De strijd om het be staan voor den winkelier wordt steeds moeilijker. Den Haag is óók voor een winkelsluiting, maar dan moet er reke ning worden gehouden met den aard van de bedrijven; de ééne winkel zou TDÜvoorbeeld- gemakkelijk in den namid dag te vijf uur kunnen worden gesloten en een andere 's avonds te acht uur. Zoowel door winkeliers als door hun personeel wordt de Winkelsluitingswet ontdoken. Spreker kent een geval, waar bij een overtreder gestraft werd met twee dagen hechtenis; aan zijn kinde ren deelde hij mede, dat hij twee dagen in Amsterdam moest wezen. De heer Dongemans is van meening, dat deze toestanden onduldbaar zijn. Hij acht het in overeenstemming met het R.-K. pro gram, als er een zelfbestemmingsrecht voor de bedrijven komt. Dan kan met de verschillende bedrijfsmoeilijkheden rekening worden gehouden. De heer Van Kessel (Alkmaar) verklaarde het volkomen eens te zijn met den heer Dongemans. Spreker is niet tegen winkelsluiting; die is niet meer tegen te houden. Maar voor elk winkelbedrijf een sluiting op 's avonds acht uur vast te stellen acht hij spe ciaal voor vele kleine zaken funest. En een algeheele winkelsluiting op Zondag zou hij een groote ramp vinden. Duitschland mogen de winkels twee urn- op Zondag geopend zijn. Dit aantal acht hij voor Nederland te gering. Daarom stelt hij voor. te verzoeken de winkels op Zondag vijf uur open te laten. De heer Chris Jansen (Amster dam) gaf toe. dat de toestand van het winkelbedrijf in 1927 bijzonder ongun stig is. De winkeliers hebben te kampen met verschillende moeilijkheden; maar ook de industrieele patroons hebben moeilijkheden. De bedrijven van de groo te stad zijn niet te vergelijken met be drijven van denzelfden aard op het platteland. We moeten krijgen een ar beiderswetgeving, die allen bevredigt. Het winkelbedrijf kan gezond gemaakt worden door te groepeeren en te onder scheiden. Er kan volgens hem geen ge meente bestaan, waar de winkeliers tot in het oneindige zouden willen verkoo- pen. -De heer Stevens (IJmuiden) acht het een zegen, dat er bijvoorbeeld een arbeidswetgeving voor het bakkerijbe- drijf bestaat, anders zou daar een chaos heerschen. Wij moeten ons, zei spreker, niet schrap zetten tegen wetten, die aan ongewenschte toestanden een einde ma ken; dat is vechten tegen de bierkaai. Na uitvoerige replieken werd het voor stel van Den Haag, dat door het hoofd bestuur ontraden werd, verworpen met 155 tegen 40 stemmen. De vergadering vereenigde zich zonder hoofdelijke stemming met de volgende motie van den heer Chris Jansen (hoofdbestuur) „De Centrale Raad van de Hanze in het Bisdom Haarlem. overtuigd dat het tijdstip waarop de voorontwerpen tot regeling van de win kelsluiting en van de werktijden van winkelpersoneel is ingediend, uiterst on gunstig moet worden genoemd; van meening, dat een meer bedryfsge- wijze geregelde opvatting alsnog in zeer ernstige overweging behoort te worden enomen en dat daardoor zelfs uitstel van de doorvoering der ontworpen maat regelen zou zijn gerechtvaardigd; besluit klemmend te streven in de richting van uitstel der invoering van de bedoelde voorontwerpen; subsidiair aan het hoofdbestuur op te dragen te streven naar belangrijke wijzigingen in de verschillende ontworpen bepalingen". De afdeeling Lutjebroek stelde voor, dat de Centrale Raad de mogelijkheid bespreke, om te komen tot verlenging van den arbeidstijd ten plattelande en ter bevoegder plaatse daartoe strekkende voorstellen indiene. Dit voorstel werd goedgekeurd. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 999 JANTJE'S VETERS Vader staat stil om Jan- twee minuten later rap- tjes veters opnieuw vast J porteert Jantje, dat ze te maken I weer los zijn herhaalt de manoeuvre wat zorgvuldiger, Jantje onderwijl verzoekende niet aan zijn oor te trek ken na drie stappen klaagt Jantje, dat vader den veter te stijf gebonden heeft, het doet pijn probeert 'm los te ma ken, haalt den veter in 'n onontwarbaren knoop en trekt 'm dan kapot tracht de einden weer aan elkaar te maken, in- tusschen Jantje verbie dend om zich met een hond in te laten slaagt eindelijk tot zijn satisfactie waarna Jantje rappor teert, dat de andere veter los is. (Nadruk verboden.) OFFICIEELE ONTVANGST. Na afloop der Centrale Raadsvergade ring van den R.-K Middenstandsbond De Hanze werden hoofdbestuur en af gevaardigden ten Stadhuize officieel door het gemeentebestuur ontvangen. Deze ontvangst werd bijgewoond, be halve door den Burgemeester, den heer C. Maarschalk, door de wethouders Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen en Mr. A. Bruch; door den gemeentesecretaris, Mr. Th. A. Wesstra, en een aantal raadsle den. De Burgemeester hield een rede, waaraan wij het volgende ontleenen: „Het is mij een voorrecht en een ge noegen hier namens het Gemeentebe stuur u, hoofdbestuurderen en afgevaar digden van den Bond van R.-K. Mid denstandsver eenigingen „De Hanze" in het Bisdom Haarlfem welkom te mogen heeten ter gelegenheid van de 20ste jaarvergadering hier ter stede en ter viering van het vierde lustrum van uwen bond. Wij begroeten in u vertegenwoor digers eener ongetwijfeld belangrijke groep der bevolking, belangrijk zoowel door haar aantal als door de plaats, welke zij gedurende tallooze eeuwen in het maatschappelijk verkeer heeft inge nomen. Ook te Haarlem heeft de overheid bij verschillende gelegenheden, wanneer het aanhangige vraagstuk daartoe leidde, ge toond prijs te stellen op het advies van of de samenwerking met organisaties uit uw kringen. Niet alleen acht ik dit een zeer gelukkige omstandigheid, om dat zij, nog afgezien van het nuttig ef fect in elk concreet geval, kon leiden tot een juister inzicht in ieders positie en daardoor tot betere onderlinge waar deering. Volgaarne heeft het stadsbestuur deze gelegenheid dan ook aangegrepen om den band tusschen overheid en midden stand nauwer aan. te halen en hier openlijk blijk te geven van zijn mede leven in het streven en de ontwikkeling van uwen bond. Het ledental ook de werkzaamheden en bemoeiingen van uwen bond namen met de jaren in omvang en in aantal toe. Behalve de oprichting van talrijke vakafdeelingen werden door en voor uw leden verschillende nuttige instellingen in het leven geroepen. Ik hoop dat de komende vijfjarige periode zich van het thans afgesloten tijdperk door een on- gekenden bloei voor uwen bond moge onderscheiden en dat uw jaarvergade ring alhier aan alle verwachtingen vol ledig moge beantwoorden". De Voorzitter van het hoofdbe stuur, de heer Struycken, dankte het gemeentebestuur van Haarlem na mens zijn organisatie voor deze mooie ontvangst. Hij merkte op, dat de woor den van den Burgemeester hem uit het hart waren gegrepen en uitte zijn blijd schap over het medeleven van het ge meentebestuur in het streven en de ont wikkeling van den R.-K. Middenstands bond. Uit het feit, dat acht jaar gele den de Middenstandsraad in het leven is geroepen zag spreker eveneens het bewijs van de belangstelling der over heid voor de belangen van deze groep der burgerij. De heer Struycken sprak tenslotte de beste wenschen voor den blosi en groei der mooie stad Haarlem uit en hoopte, dat de heer Maarschalk nog vele jaren aan het hoofd van de vijfde gemeente des lands zou staan. FEESTAVOND. Dinsdagavond werd door de afdeeling Haarlem van De Hanze aan hoofdbe stuur en afgevaardigden in „De Kroon" een feestavond aangeboden. Stemming? Sapristi; daar zat stemming in: on middellijk na, neen; tijdens noch eens neen: eigenlijk al vóór het .officieele" gedeelte! Aan de bestuurstafel hadden om. plaats genomen de Belgische Minister van Staat de heer van de Vijvere dc heer C. Ten Boom voorzitter van de Haarlemsche Middenstandscentrale de heer G. J. Bensink dir. van de Midden- standsbank als vertegenwoordiger van de Haarl. Handelsvereeniging, Pastoor Boogmans, alhier en Rector Jansen, geestelijk adviseur van den R.-K. Mid denstandsbond. Nadat na de binnenkomst van den heer Vandevijvere eerst het Wilhelmus en daarna „Zij zullen hem niet hebben!" uit volle borst was gezongen nam de heer P. J. M. van Tetering, voorzitter der afd. Haarlem van den R.-K. Mid denstandsbond, het woord. De heer van Tetering sprak tot de reünisten een woord van ontvangst. Spr. noemde den gastvroirwelijken plicht van afdeeling Haarlem bijzonder aan genaam en dankbaar. In het bijzonder heette spr. welkom Z.Exc. Vandevijvere, minister van Staat in het koninkrijk België die deze reünie met zijn aanwe zigheid opluisterde. Voorts heette spr. welkom de verschillende geestelijke en wereldlijke autoriteiten die aan de uit- noodiging tot bijwoning der reünie had den gevolg gegeven. Aan de jonge Mid denstanders, die met hun strijkje „de Krekel" voor muzikale afwisseling zor gen, bracht spr. bij voorbaat dank. Mede door hun toedoen zou deze avond, daarvan was spr. overtuigd, gekenmerkt worden door een gezelligen en prettigen geest. Na de rede van den heer van Tete ring klonk een spontaan: „Hij leve hoog!" waarvoor de gehuldigde buigend dankte. Een rij van sprekers volgde. Den heer Ten Boom was het een voor recht de gelukwenschen van den gehee- len georganiseerden Kaarlemschen mid denstand te mogen aanbieden. Spr. noemde het een groot voordeel voor onze stad dat er een krachtige RK midden standsorganisatie bestaat en huldigde den heer van Tetering, aan wiens ener gie die organisatie zooveel te danken liëeft, den algemeenen voorzitter, den heer C. J. G. Struycken voor zijn uitne mend beleid en den oud-minister, Mr. Aalberse, voor zijn groote verdiensten voor den middenstand. Deze hulde van de Middenstandscentrale ging gepaard met de aanbieding van een prachtige bloemenmand. Als voorzitter der Chr. Middenstandsvereeniging (afd. Haar lem) sprak de heer Ten Boom nog een ernstig woord, daarbij doende uitkomen dat de R.K. er. de Chr. organisatie stoe len op denzelfden wortel der religie. >v De vergadering zong hierna: „Aan u, o Koning der Eeuwen!". De heer Van Tetering gaf vervolgens de leiding over aan den heer Struycken, die dank bracht aan den heer Ten Boom voor het door hem gesprokene en voor de bloemenhulde. De voorzitter der regelingscommissie, de heer J. Th. Peters, hield daarn^ een toespraak, tintelend van gezonden hu mor, waarin hij in 't bijzonder hulde bracht aan den bondspenningmeester, den heer van Tetering, wien hij prees voor zijn uitmuntende werkkracht en zijn groote liefde voor den middenstand en wien hij toewenschte, dat hij nog ja ren voorzitter der Haarlemsche afdee* ling zal blijven, die hy door zijn werk kracht twee maal zoo sterk als vroeger heeft weten te maken. Spr. stelde den heer Van Tetering als een voorbeeld aan allen en wekte ten slotte de aanwe zigen op, te zorgen voor een krachtiger* middenstand. „Daar kan op geklonken worden!" be* sliste de vergadering, op muziek. De heer Bensink bracht de gelukwen schen over van de Haarl. Handelsbank en wenschte dat de afdeeling onder lei ding van den heer van Tetering zou blij* ven groeien en bloeien. Bloemenhuldea Dank van den heer Struycken. Dan qen geestige speech van Rectos Jansen Voorts nog hartelijke gelukwenschen van den heer De Brabander, directeur van het Centraal Bureau in het Bisdom Urecht. En verder goedronde vroolijkheid eh gezelligheid, zang en muziek kortom: een stemming, een échte feeststemming bij dit gezellig samenzijn, zooals men die op andere feestavonden soms noode mist. In den loop van den avond kwamen nog de heeren Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, wethouder en de raadsleden de heeren van Liemt, Klein en Elein Schiphorst. Het concert op de Groote Markt Om 9 uur begon op de Groote Markt het concert dat de recipieerende Haar lemsche afdeeling aanbood. Het concert werd gegeven door de R. K. Harmonie „Euphonia" van Over- veen, onder leiding van den heer J. W. Lefeber. Het trok tamelijk veel belang stelling. Jammer dat het weer niet me dewerkte. Verschillende nummers werden op verdienstelijke wijze uitgevoerd. Naar het Engelsch van A. E. W. MASON. S) „Maar het is allemaal volkomen dui delijk", zei Jim ongeduldig tegen zich zelf. En toch en toch Haslitt ha^ al meer dan dertig jaar een groot deel van den dag in dien armstoel gezeten. Hoeveel mannen en vrouwen waren in al die jaren de straat onder dit raam overgestoken en deze kamer binnen ge komen met hun grieven, hun ellende, hun bekentenissen? En ze waren weer weggegaan en hadden er allemaal toe bijgedragen om den ouden man scherp zinniger en verstandiger te maken. Als Haslitt ongerust was. stond er dus iets in dien brief of was er iets uit op te ma ken, wat hem niet was opgevallen om dat hij nog maar zoo kort in het vak was. Hij probeerde zich te herinneren wat er precies in stond maar even later legde Haslitt den brief neer. „Het is natuurlijk een poging om geld af te persen", riep Jim uit. Hasliit haalde de schouders op. „Geld afpersen? Ongetwijfeld, Jim!" Hij stond op en maakte zijn brand kast open. Hij nam er de twee Waberski brieven uit en bracht ze aan Jim. „Hier heb je het bewijs, zoo duidelijk als je maar kunt verlangen". Jim las d(? brieven door en uitte een kreet van verrukking. „De sohurk heeft zich volkomen aan ons overgeleverd". „Ja", zei Haslitt. Maar het was duidelijk dat dit hem niet voldoende was; hij probeerde nog steeds tusschen de regels van den brief door iets te zoeken, wat hij niet vinden kon. „Waar tobt u dan zoo over?" vroeg Frobisher. Haslitt ging op het versleten haard kleedje staan met zijn rug naar den haard. „Dat zal ik je zeggen, Jim", begon hij. „In vijfennegentig van de honderd ge vallen zit er nog iets anders achter de werkelijke beschuldiging, iets, dat niet genoemd wordt, maar waarop de chan teur zijn verwachtingen bouwt. Gewoon lijk is het een geheim, een smet op de eer van de familie, dat aan het licht zou komen als de zaak publiek behan deld werd. En zoo iets moet hier ook ongetwijfeld zijn. Hoe belachelijker Wa- berski's beschuldiging is, des te zekerder is het dat hij iets weet wat den naam van de familie Harlowe zou schaden en dat iedere Harlowe maar liever verbor gen wil houden. Maar ik heb er geen idee van wat het zijn kan!" „Misschien wel de een of andere klei nigheid", zei Jim, „die door^dien idioot van een Waberski wordt overschat". „Ja", stemde Haslitt toe. „Dat ge beurt wel eens meer. Een man die zich verongelijkt voelt en die bovendien lucht hartig en verkwistend is ja, dat zou wel kunnen Jim". Jeremy Haslitt sprak onmiddellijk op opgewekter toon. „Laten we eens zien wat we precies van de familie afweten", zei hy en hij trok een stoel tegenover Jim Frobisher en het raam. Voor hy er op kon gaan zitten werd er op de deur geklopt en kwam een der klerken zeggen dat er bezoek was. „Nog niet", zei Haslitt vóór de naam van den bezoeker nog genoemd was. „Goed meneer", zei de klerk, en ver dween. Dat was de manier waarop de firma Frobisher en Haslitt zaken deed. Als het hun cliënten niet aanstond kon den zij naar een ander gaan. Net zoo als menschen die naar den aHerbesten kleermaker gaan zich moeten neerleg gen bij de eenigszins bijzondere snit die hy aan hun kleeren geeft. Haslitt wendde zich weer tot Jim. „Laten we eens even nagaan wat we weten", zei hij en ging zitten. HOOFDSTUK II. Hulp geroep. Simon Harlowe", 'begon hij „was de eigenaar van de beroemd Clos-du-Prin- ce wijnbergen aan de Cóte d'Or ten Oos ten van Dyon. Hij had een groote be zitting in Norfolk, dit groote huis Maison Grenelle in Dyon en een villa in Monte Carlo. Maar hij woonde meestal te Dyon waar hij op vijfenveertigjarigen leeftijd huwde met een Fransche dame, Jeanne-Marie Raviart. Er was, meen ik nog een kleine roman aan die geschiede nis verbonden. Jeanne-Marie was ge trouwd en leefde gescheiden van haar man en ik meen dat Simon Harlowe tien jaar gewacht heeft tot de man Ra viart stierf. Jim Frobisher maakte onwillekeurig een beweging en Haslitt, die deze ge schiedenis van het karpet scheen af te lezen, keek op. „Ja, ik begrijp al wat je bedoelt", zei hij, in antwoord op die beweging van Jim. „Ja, misschien is er al wel iets tusschen die twee geweest vóór ze vrij waren om met elkaar te trouwen. Maar tegenwoordig beste jonge.n denken de menschen daar heel anders over dan in mijn jeugd. Bovendien, een.dergelijk ge heim zou alleen eenige waarde hebben voor Boris Waberski wanneer het met Betty Harlowe zoo nauw in verband stond, dat ze het vreeselijk zou vinden als het bekend werd. En Betty Harlowe komt pas in het stuk voor twee jaar na het huwelijk van Simon en Jeanne- Marie, toen het bleek dat ze geen kin deren zouden krijgen. Neen, de liefdes geschiedenissen van Simon Harlowe kunnen we er gevoegelijk buiten laten. Jim Frobisher bloosde een beetje be schaamd. „Wat een dwaas van mij om er aan te denken", zei hij. „Heelemaal niet", antwoordde Haslitt opgewekt. „Laten we alle mogelijkheden maar bekijken. Dat is de eenige manier om achter de waarheid te komen. Ik ga nu verder met mijn verhaal. Simon Harlowe was een verzamelaar. Een ver woed verzamelaar, in algemeenen zin. Zjjn zitkamer in Maison Grenelle was 'n ware schatkamer, niet alleen van mooie, maar ook van eigenaardige dingen. Hij vond het prettig om die dingen om zich heen te hebben, ook als hij werkte. Lang heeft hy zijn huwelijk niet overleefd. Vijf jaar geleden is hij gestorven, een- en-vyftig jaar oud". Haslitt scheen weer de figuren van het karpet te bestudeeren om zy'n ge heugen op te frisschen. „Dat. is eigenlijk alles wat ik van hem weet. Hij was een aardige kerel, maar niet erg op gezelschap gesteld. Neen, ik vrees dat we met hem niet veel verder komen". „En nu Jeanne-Marie Harlowe", ver volgde Haslitt „Het is wel eigenaardig hoe weinig ik van haar weet, nu ik het goed bekijk. Maar toch ook niet meer dan begrijpelijk. Ze heeft de bezitting in Norfolk verkocht en heeft daarna af wisselend gewoond in Monte Carlo en in Dyon, en o ja, ook af en toe in een klein zomerhuisje op den wijnberg". „Ze is zeker rijk achtergebleven?" vroeg Frobisher., „In ieder geval bemiddeld", antwoord de Haslitte. .De Bourgogne Clos du Prince heeft een zeer goeden naam, maar de voorraad is niet groot". „Is ze ooit in Engeland geweest?" .Hooit. Ze was blijkbaar tevreden met Dyon", antwoordde Haslitt „hoewel naar mijn idee die Fransche provincie stadjes zoo saai zijn dat je je er doode-" lijk verveelt Maar zij was er aan gewend en toen kreeg ze last van haar hart, en de laatste twee jaren was ze steeds lij dend. Daar schieten we dus ook niets mee op". En Haslitt keek even naar Jim om bevestiging van zy'n conclusie. Heelemaal niets", zei Jim. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9