BEÜRSKRONIEK
STADSNIEUWS
FLITSEN
FEUILLETON
Het Huis met de Pijl
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 1 OCT. 1927
Geen teruggang in de handels- en industriëele
activiteit in Amerika. De rubberbeperking een mis
lukking? Onze emissiemarkt. De beurs.
Amsterdam, 29 Sept.
Er zijn nu eenmaal onverbeterlijke
pessimisten, die persé steeds onaange
naamheden voorzien. Vooral ook op het
gebied van de economie en de handels-
vooruitzichten heeft men zwartgallig en.
Zoo zijn er, die met een gefronst voor
hoofd wijzen naar een vermindering
van de activiteit in bepaalde Amerikaan-
Bche industrieën, hetgeen dan een voor
bode moet zijn van een algemeene
„slump". Zij wijzen op de daling der
ruw-ijzerproductie en automobiel-
„output". Doch deze cijfers geven een
absoluut verkeerd beeld van den alge-
meenen toestand van handel en bedrijf
In Amerika. Herbert Hoover, Amerika's
minister van handel, kwam dezer dagen
terug van een groote reis door het hee-
le land en gaf als zijn overtuiging te
kennen, dat de activiteit over het geheel
genomen, slechts zeer weinig afwijkt van
die van het zeer voorspoedige jaar 1926.
Voorts achtte hij de factoren, die de
vooruitzichten voor de rest van het jaar
1927 bepalen, buitengewoon bevredigend.
In dit verband wordt er op gewezen, dat
al was de automobielprcductie in Juli
lager, die nog geen aanwijzing voor het
heele jaar is. Bovendien, Ford heeft zijn
productie van zijn oud-model (T) sterk
verminderd, ten einde zich gereed te
maken zijn nieuwe model, dat zeer bin
nenkort uitkomt, te lanceeren. De bouw
nijverheid, die men algemeen als een
zeer toonaangevende maatstaf voor het
economisch leven beschouwt, is 2 a 3
pCt. gestegen in omvang. De export was
in de eerste 7 maanden van 1927 5 pCt.
hooger dan in 1926. Nam het aantal ar
beiders in zekere industrieën af, in de
branches der electriciteitsindustrie,
spoorwegbouw, automobielfabrieken, ga
rages enz. steeg het aantal zeer sterk.
Zoodat er van een ook maar eenigszins
beteekenenden teruggang in het Ameri-
kaansche zakenleven geen sprake is.
Vooral in den handel, waar zooveel ge
baseerd is op vertrouwen en „stemmin
gen" hebben we te waken voor een on
gegrond en remmend pessimisme.
In Engeland gaan thans weer, ster
ker dan te voren, stemmen op tot op
heffing van het rubberbeperkingsplan
(Stevensonschema). Zoo legde de Manch.
Guardian er den nadruk op, dat het op
het oogenblik mode is, groote waarde
toe te schrijven aan het smokkelen van
rubber uit de Engelsche restrictie-gebie
den naar de Hollandsche vrije streken,
waar vandaan dan de uitvoer plaats
heeft. Men kan dan ook niet in twijfel
trekken, dat deze en andere fouten van
het Stevenson-schema verband houden
met dc- recente opeenhooping van voor
raden in Londen en de daaruit voortko
mende prijsdaling. Vijf jaar is het sys
teem nu in werking geweest en de
meerderheid der belanghebbenden zou
thans de overtuiging hebben, dat de be
perking gefaald heeft. De M. G. be
toogde, dat degenen, die verantwoorde-
Iilk zijn voor het plan, elke denkbare
fout gemaakt hebben. De toestand kon
alleen erger worden wanneer het schema
gehandhaafd bleef en zij drong daarom
op afschaffing aan.
Het vaït niet te ontkennen, dat de
emissiemarkt de laatste weken een zeke
re tendenz van verzadigdheid vertoont.
Althans in die mate, dat beleggers niet
meer zoo geneigd zijn, hun gelden tegen
een al te laag percentage af te staan,
terwijl men tevens wel degelijk selectie
houdt. Zoo werden de inschrijvingen op
10 millloen G'/2 pCt. obligaties Den
Haag ten volle toegewezen. Dit is wel
licht een gevolg van het feit, dat beleg
gers te kust en te keur 6 en 6 1/2 pCt.
gegarandeerde obligaties (meest Duit-
:-:che) kunnen opnemen in verband met
het groote aantal diergelijke hoogren-
'.ende leeningen, welke hier aan de
markt komen.
Aangekondigd werden nog: Emissie
500 aandeelen Exploitatie Mij Carré te
gen 100 pCt.; 1 millioen 5 pCt. pand
brieven Pretoria Hypotheek Mij. tegen
93 pCt.; 12.000.000 5 pCt. obL Deensch
Rijkswoningfonds a 49 3/4 pCt.
De beurs opende de week, hoewel met
beperkte affaire, toch vrij algemeen in
vaste houding. Verschillende optimis
tische berichten droegen daartoe bij,
o.a. de tot standkoming van een con
centratie tusschen het Jurgens- en v.
d. Bergh-concern, hetgeen voor beide
lot greote voordeelen zou leiden. La
ter werd men wat meer terughoudend
en traden in sommige afdeelingen wat
dalingen in. De handel bleef evenwel
van zeer matigen omvang en groote
winstnemingen deden zich niet voor.
Banken toonden zich, in overeenstem
ming met deze tamelijk stabiele tendenz
stationnair.
In de industrieele afdeelingen was het
vooral Jurgens, die de aandacht trok
door een sterke stijging, met meer dan
20 punten. Het hoogste punt kon even
wel niet behouden blijven en men sloot
op c.a. 230. Philips eveneens sterk ge
vraagd, werd zelfs in open hoek verhan
deld en monteerde ca. 40 punten tot
523, op zeer wilde geruchten omtrent
groote winsten, die de Radio-afaeeling
zou maken en op verwachting van een
emissie met claim. Draka ook goed ge
vraagd en een 20 pimten hooger per
saldo op ruim 150. Kunstzijdewaarden
vroegen ook wel belangstelling, doch in
veel minder mate, zoodat ze slechts
enkele punten opliepen. Amerikaansche
waarden vrij gevoelig lager, op reactie
in New-York.
Oliewaarden gedrukt en met geringe
affaire. Koninklijke kwam weer een ze
vental punten lager af op ca. 342 7/8.
Rubbers varieerden in stemming, doch
per saldo was men toch iets vaster
hier, en verschillende fondsen boekten
een gering avans. De voorraden te Lon
den waren in de vorige week weer toe
genomen.
Scheepvaartenmeestal prijshoudend en
vertoonden per saldo slechts fractio-
neele koersverschillen. Veel had de han
del niet om het lijf.
Suikerwaarden trokken weinig belang
stelling en toonden zich meerendeels
luier, zoodat het slot hier op iets lager
niveau kwam. Een speciale reden viel
hiervoor niet op te geven.
Tabakken vertoonden al evenmin groo
te verschillen, doch hier was de grond
toon vrij goed. De handel was even
wel beperkt. Per saldo konden verschil
lende waarden hier eenige punten ver
beteren.
BEURSMAN
DE OOGST IN DEN
HAARLEMMERMEER
POLDER.
De uitkomsten van den
landbouw.
VEEL SCHADE DOOR HET
NATTE WEER.
Omtrent de uitkomsten van het land
bouwbedrijf in den Haarlemmermeerpol
der in 1927, werden ons van betrouw
bare zijde de volgende gegevens ver
strekt.
Het voorjaar en de zomer van 1927
zijn zeer ongunstig geweest voor de ont
wikkeling en de rijping der meeste land
bouw:: ewassen. Er is een abnormale hoe
veelheid regen gevallen, terwijl de tem
peratuur dikwijls gedurende eenige da
gen achtereen, te laag was.
Omtrent de resultaten der verschil
lende in dezen polder verbouwde ge
wassen, kan het volgende worden ge
meld,
Karwy.
De eersteling onzer velden. In het
voorjaar stond het gewas slecht. De
opbrengst is intusschen „daarom" nog
meegevallen. Deze is matig.
Tarwe.
Over het algemeen heeft dit gewas
zich het beste ontwikkeld. Het slechte
oogstweder in Augustus heeft echter
veel afbreuk gedaan aan de kwaliteit
van korrel en stroo. In sommige stukken
was vrij veel „schot" zichtbaar, om van
het onzichtbaar aanwezige nog maar
niet te spreken. Met de ontsmetting van
zaaitarwe moet derhalve voorzichtig ge
handeld worden.
De opbrengst is nogal meegevallen en
hier en daar zelfs goed te noemen.
Haver.
Hiervoor geldt hetzelfde als voor de
tarwe. Het gewas is goed opgegroeid.
Vooral voor de late stukken heeft echter
het natte weder veel bedorven.
De opbrengst is vrij goed tot goed.
Veldboonen.
Werden weinig verbouwd. De op
brengst is matig.
Erwten.
Over 't algemeen had men van dit ge
was een grootere opbrengst verwacht.
Ze is matig tot vrij goed. Ook de kwa
liteit heeft vaak geleden door het weder
en de insectenbeschadiging.
Koolzaad en Mosterdzaad.
Beide gewassen leverden een goede op
brengst.
Blauwmaanzaad.
Ook dit gewas heeft een vrij goede
opbrengst gegeven.
Spinazlczaad en Suiberbietenzaad.
Evenzoo.
Aardappelen.
Dit gewas heeft zeer veel door de vele
regens geleden. De meeste soorten zijn
dan ook in hevige mate door de .aard
appelziekte" aangetast, waardoor reeds
naar schatting ongeveer 30 a 40 pet. der
opbrengst als verloren kan worden be
schouwd. De kwaliteit valt echter over
't algemeen mee; de meeste soorten, al
zijn ze niet groot van stuk, bevatten
veel zetmeel.
Daaj vrijwel 3n het geheele land de
opbrengst door de ziekte veel heeft ge
leden. zal de winterprovisie duur wor
den. hetgeen den verbouwers voor de
bij den oogst ondervonden teleurstellin
gen nog eenige vergoeding zal schenken.
Dit zelfde kan helaas niet gezegd wor
den van of zal althans in zeer ge
ringe mate het geval zyn met de an
dere gewassen.
Suikerbieten.
Deze staan er over 't algemeen goed
bij. De groei is ondanks het aanhoudende
natte weder nog medegevallen. Als een
vermeerdering van het percentage-sui
kergehalte daarmede gelijken tred heeft
gehouden, kan de opbrengst nog bevre
digend worden.
Van de Voederbieten geldt hetzelfde.
Klavers.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1014
HUISARREST
Het is vervelend als je
thuis moet blijven om
dat je smoor-verkouden
bent
I de Kommers hebben
blijkbaar menschen te
eten er staat een be
zorger van den poelier
bij de deur
informeert bij vader of
hij wist dat het meisje
van de Kommers weg is,
er staat een ander aan
de deur
daar staat de auto van
den dokter bij de van
Stuiterens. Eefje is zeker
weer eens zoogenaamd
ziek
het huis van de van
scheutens wordt geverfd;
dan heeft ie toch blijk
baar die salarisverhoo-
ging gekregen
bij de Pluimers zijn ze
op het dak bezig om een
antenne te maken; en
dat zijn nou die men
schen die niets van radio
moesten hebben
wat zou dat voor een
groot pak zijn, dat ze
bij de Jansens brengen?
Zeker die nieuwe lamp
waar zij zoo om zeurde
en die hij niet noodig
vond
hè, ze wou dat 2e van
die vervelende verkoud
heid af was, je raakt op
deze manier zoo uit de
dagelijksche gebeurtenis
sen,
(Nadruk verboden).
HAARLEMSCHE
HANDELSVEREENIGING.
DE LEZING VAN DEN HEER
POSTHUMUS MEYJES.
Het blijkt dat in Middenstandskringen
groote belangstelling bestaat voor de le
zing over het Middenstandsbankwezen,
die de heer W. C. Posthumus Meyjes,
a.s. Hoofddirecteur van de Nederland-
sche Middenstandsbank, Maandagavond
a.s. in café restaurant „De Kroon" zal
houden.
Dat het bestuur van bovengenoemde
vereeniging den heer Posthumus Meyjes,
een zoo ter zake kundig man, bereid
heeft gevonden een voordracht te hou
den over dit voor den geheelen midden
stand zoo belangrijk onderwerp, moet
ten zeerste op prijs worden gesteld.
In aanmerking genomen den korten
inhoud van zijn te houden voordracht,
dien wij hier onder laten volgen, zal
Naar het Engelsch van
A. E. W. MASON.
18)
„Komt u hier logeeren? Als 't u blieft
toe!" fluisterde ze.
„U heeft toch gehoord dat ik net de
invitatie heb geweigerd", antwoordde
Jim.
„Dat weet ik wel", ging ze voort en
ze sprak zoo snel dat ze over haar woor
den viel.
„Maar kom als 't u blieft op uw wei
gering terug. Toe! Ik ben zoo bang en
ik begrijp er niets van. Ik weet geen
raad van angst!" En ze hief smeekend
de handen naar hem op. Jim had nog
nooit iemand zóó angstig gezien zelfs
Betty niet een paar minuten geleden.
Haar gezichtje verloor er alle schoonheid
door en ze zag er vervallen en oud uit.
Maar vóór hij haar kon antwoorden viel
er met een ratelend geluid een stok op
den steenen vloer van de hal en ze
schrokken er allebei van of het een pis
toolschot geweest was.
Jim keek door de deur. Hanand bukte
zich om zijn stok op te rapen. Betty
greep er ook naar, maar Hanand had
hem al in zijn hand.
het dan ook ongetwijfeld een hoogst
belangrijke en tevens leerzame avond
worden.
De inleider zal bespreken:
1. Doel en werkwijze van banken in
het algemeen.
2. Doel van het Middenstandsbankwe
zen in het bijzonder.
3. Bestaansrecht en bestaansmogelijk
heid voor Middenstandsbanken.
4. Geschiedenis van de Middenstands-
banken in Nederland.
5. Recente ontwikkeling en nieuwe
denkbeelden over het Nederlandsche
Middenstandsbankwezen.
6. Middenstandsbank en Staat.
7. Toekomst-perspectieven.
„Dank u, mademoiselle, maar ik kan
nog heel goed met mijn vingers mijn tee-
nen aanraken. lederen morgen als ik op
sta doe ik het vijf keer", en lachend
liep hij de binnenplaats op en met zijn
eigenaardigen vluggen stap was hij in
een oogenblik in de Charles Robert-
straat. Toen Jim weer naar Ann Up-
cott keek was de angst zóó volkomen
uit haar gezicht verdwenen dat hij zijn
oogen niet gelooven kon.
.Betty, hij blijft logeeren", riep ze
vroolijk.
„Dat dacht ik al", antwoordde Betty
met een eigenaardigen glimlach terwijl
ze de kamer in kwam.
HOOFDSTUK VU.
Waberski %'crdwijnt.
Dien dag zag of hoorde Jim Frobisher
niets meer van Hanand. Hij haalde zijn
bagage uit het hotel en bracht den
avond door in Maison Grenelle met
Ectty Harlowe en Ar>n Upcott. Zij dron
ken na het diner koffie in den tuin ach
ter het huis, waar ze kwamen door een
groote deur achter in de hal. En hoe
wel ze er niets over afgesproken had
den. zeiden ze geen van allen iets over
Waberski's aanklacht, zy konden nu
toch niets anders doen dan het rapport,
van de dokters afwachten. Maar vlak
boven hun hoofden zagen ze een lange
ry gesloten ramen van de ontvangka-
Deze staan goed.
Gras.
Er is veel gras gegroeid. Het hooi
vooral de eerste snede heeft veel ge
leden van het natte weder en kon voor
een groot gedeelte, niet dan in slechte
conditie worden binnengehaald. Een ge
deelte der tweede snede is beter gewon
nen.
Boomgaarden.
Over 't algemeen Is de vruchfczetting
meegevallen. Het zomerfruit bleek hier
en daar klein van stuk te zyn. Ditzelfde
geldt trouwens ook wel voor de winter
appels en peren. De opbrengst is vrii
goed tot zeer goed te noemen, terwijl
als gevolg van het ruime beschot de
prijzen zeer laag zijn.
mers, waardoor ze het gebeurde toch
niet konden vergeten en er waren tel
kens groote leemten in het gesprek. Hier
in den donkeren tuin was het koel, heel
koel, en stil; het geritsel van een vogel
in de boomen schrok hen af en toe op
en de voetstappen van de enkele voorbij-
1 gangers in het straatje klonken zoo
hard alsof de heele stad er van wak
ker zou worden. Het viel Jim op dat
Ann Upcott zich een paar keer vlug
voorover boog en over het grasveld en
de paden naar de hooge boomen keek,
alsof ze daar tusschen iets had zien be
wegen. Maar ze zei niets en leunde met
een byna onhoorbare zucht achterover
in haar stoel.
„Is er in den tuin een deur naar de
straat toe?" vroeg Frobisher en Betty
antwoordde hem.
„Neen. Er is een gang aan het einde
van het huis onder de ontvangkamers,
die op de binnenplaats uitkomt en door
de tuinlieden gebruikt wordt. De eenige
andere ingang is door de hal achter
ons. Dit oude huis is heel lang geleden
gebouwd, toen het ter wille van de vei
ligheid nog noodig was om zoo weinig
mogelijk deuren te hebben."
De klokken in de stad sloegen elf uur
Betty stond op.
„Al weer een dag om!" zei ze en
Ann Upcott stemde met een zucht van
verlichting met haar in. Jim vond het
een akelig idee dat deze twee meisjes,
voor wie iedere dag een feestdag moest
HET ONGELUK MET DE
GOOISCHE.
MEENING VAN LAREN'S
BURGEMEESTER.
De Burgemeester van Laren heeft de
Rijkscommissie tot ondrzoek naar de
oorzaken van het ongeluk met de Gooi-
sche Stoomtram een nota gezonden waar
in hy zijn meening kenbaar maakt over
de geheele gestie der Stoomtrammaat-
schappü.
De Burgemeester oefent onder meer
critiek uit op de wijze waarop de tram
rüdt, veelal tot ergernis der overige
weggebruikers. Wie niet maakt dat hy
weg komt, wordt slachtoffer; wat zich
op of kort by de trambaan bevindt,
wordt meedoogenloos meegesleurd of
omvergereden.
Het aantal aanrijdingen en overrij-
dingen is dan ook ontelbaar. Daarnaast
overschrydt de snelheid waarmede ge
reden wordt, menigmaal de toegestane
maxima. Burgemeester van Nispen heeft
dikwijls zelf geconstateerd, dat de tram
met een 40 KM. vaart langs den over
belasten weg Naarden—Amsterdam voort
snelt. Nog na het ongeval op 7 Aug.
heeft de Larensche politie snelheden ge
constateerd welke de toelaatbare over
schrijden. Op de Torenlaan nl. een van
38 K.M., op den rijksstraatweg een van
45 K.M.
Schryvers twyfel over de deugdelijk
heid van het remmaterlaal bestaat thans
nog, voor zoover den toestand in 't ver
leden betreft; het aantal ongelukken
was zeer groot en slechts zelden werd
er een voorkomen door krachtig remmen.
Tot voor enkele Jaren reden de trams
met drie wagens en een goederen- en
postwagen, zonder aangekoppelde rem
men.
Eenige gevallen, waarby men zich af
vraagt, hoe het toch komt. dat de tram
niet eerder tot staan werd gebracht,
worden genoemd.
In 1919 kwamen in Laren twee botsin
gen voor, het ryden van twee trams in
tegenovergestelde richting op dezelfde
baan op 7 Aug., noemt de burgemeester
geen op zichzelf staand feit.
Na het weinige overleg, dat z.i. spreekt
uit de samenstelling der treinen en de
regeling van den dienst per telefoon be
sproken te hebben, wil de burgemeester
de commissie er op wyzen, dat aan het
toezicht toch ook nog wel iets ontbreekt,
anders ware in den loop der jaren de
exploitatie uit een oogpunt van verkeers
veiligheid wel eenigermate gemoderni
seerd. In dit verband wijst hy op de
gevoerde briefwisseling over de deugde-
ïykheid der reminrichting van een trein
waarmede een ongeluk veroorzaakt was.
Uit deze correspondentie was op te ma
ken, dat bij den Rijksinspecteur der
Spoor- en Tramwegen niet bekend was,
dat het ongeval van 1 Aug. 1926 er een
met dooaelyken afloop was geweest, en
zyn, die maar al te kort scheen, nu
dankbaar moesten zyn als er weer vier-
en-twintig uur om waren.
„Dit zal wel de laatste moeiiyice dag
zyn geweest", zei hy en Betty keerde
zich even naar hem om; haar groote
oogen schitterden in de duisternis.
„Goeden nacht, Jim", zei ze en uit
haar mond klonk zijn naam als een lief-
koozing. Ze stak hem haar hand toe.
„Het is vreeselijk saai voor je, maar wij
zyn te egoist om je te laten gaan. Wij
worden op 't oogenblik door iedereen
vermeden och, het is ook niet meer
dan natuurlijk. Het is zoo heerlyk voor
ons dat je bij ons bent. In ieder geval",
ging zc voort „zal ik vannacht rustig
kunnen slapen". Ze liep de treden op
naar de deur toe en stond even stil.
Scherp stak ze af tegen het licht dat
in de hal brandde. „Een lang meisje,
met zwarte zijden kousen aan" zoo
had de heer Haslitt haar vyf jaar ge
leden gezien en die beschryving was
nog op haar van toepassing.
„Goeden nacht. Betty", zei Jim, en
Ann Upcott liep langs hem, het trapje
op, en wuifde met haar hand.
„Goeden nacht", zei Jim en Ann
ging Betty achterna. Maar ze kwam nog
even terug. Ze droeg een wit zyden ja
ponnetje met witte kousen en schoenen
en ze glansde in het licht alsof ze van
zilver was.
„Zul je sluiten als je naar binnen
gaat? vroeg ze met een nadruk, die
dat deze aan den officier van justitie
rapporteerde, zonder precies op de
hoogte te zyn van bedoeld ongeval.
Als een ander voorbeeld noemt burge
meester v. Nispen het geval dat hij in
Aug. 1926 een onderhoud over den slech
ten toestand der baan had met ir. Capel,
rijks-inspecteur der spoor- en tramwe
gen. Op diens verzoek zond hy hem een
staat van bemerkingen met kaart. Nim
mer werd daarop eenig antwoord ont
vangen. In de bladen las de burgemees
ter nu, dat de heer Capel voor de Rijks
commissie verklaard had, dat bedoelde
klachten niet hem regardeerden.
VOOR DEN POLITIE
RECHTER.
Ongewenschte bemoeiing.
Ongewenschte bemoeiing met zaken
waarmede men niets te maken heeft
kan voor de personen die het doen heel
onaangename gevolgen hebben.
Het gebeurde te Zaandam op een der
nachten in de maand Juli is er weder
--en voorbeeld van. Een jongeman die
kennelijk boven zyn bier was, had zich
in een portiek te slapen gelegd. Zijn
vermoeide oogen waren dichtgevallen
en heerlyk lag hy te ronken. Echter, de
bewoners van het perceel waren er min
der op gesteld.
De politie werd gewaarschuwd, die
zach over den slapende ontfermen
wilde en hem brengen naar een plaats,
waar hy nog beter en nog rustiger kon
uitslapen. Ze nam den jongen man
goedig onder den arm. Maar, toen ont
waakte deze en de boeien, die de politie
hem stevig hadd aangedaan, niet
zoo'n klein beetje stevig, begonnen hem
wat te knellen. Gevolg was dat de man
zich begon te verzetten.
En niet alléén hy. Twee personen die
toevallig in de buurt waren en die niets
met de zaak te maken hadden gingen
zich er mee bemoeien. Beleefd verzoch
ten ze den jongen man him mede te
geven. Zy zouden hem dan wel even
naar huis brengen. Onverbiddelyk ble
ven de politiemannen. Die hielden den
jongen man al steviger met hun beiden
vast.
Heviger werd het verzet van het an
dere tweetal, een man en een vrouw. Ze
trokken en rukten aan den arrestant en
de vrouw begon met kracht-termen
tegen de politie te uiten. Ze bleek niet
op haar mondje gevallen te zijn. De
man probeerde het op een andere ma
nier aan te leggen. Hy sprong op den
rug van een der politie-agenten, naar
hedenochteid voor den Politierechter
werd verklaard, en hield den agent bij
den keel vast.
Dat scheen beter te helpen dan de
krachtwoorden van de vrouw. De agent
was genoodzaakt den arrestant los te
laten en bijna had deze weten te ontko
men indien de andere agent die echter
moeite had om hem in bedwang te
eenigszins vreemd aandeed omdat er
zulke hooge muren om den tuin heen
stonden.
„Zeker", zei Jim en hij vroeg zich af
waarom Ann Upcott by deze heele ge
schiedenis steeds weer den indruk maak
te of ze bang was. Het was hoog tijd
dat die lange ry van ramen openging
en de druk van het huis en zyn be
woners werd afgenomen. Jim Frobisher
liep in den donkeren tuin heen en weer,
en hoopte dat het morgen al gebeuren
zou. In Betty's kamer boven de ontvang
kamers brandde nog het licht achter de
jalouziën, in weerwil van haar overtui
ging dat ze zou kunnen slapen ja, en
in Ann Upcott's kamer ook. aan het an
dere einde van het huis. dicht by de
straat. Hy voelde plotseling een vree-
selyke woede tegen Boris Waberski in
zich opkomen.
Het was al laat toen hy zelf het huis
binnen ging en ds deur grendelde en
nog later voor hij in slaap viel. Maar
toen hy eenmaal sliep, sliep hy vast en
toen hy wakker werd scheen de zon
naar binnen door de open ramen, er
stond een kop koud geworden koffie
naast zyn bed. en Gaston, de oude be
diende, was in de kamer.
„Monsieur Hanand heeft my opge
dragen u te zeggen dat hy in de biblio
theek is, meneer", zei hy.
Jim sprorg onmiddellijk het bed uit.
„Nu al? Hoe laat is het dan, Gaston?"
„Negen uur. Ik heb een bad voor u
houden hem niet stevig had vast
gepakt.
De man en de vrouw die het verzet
hadden gepleegd hadden zich heden te
verantwoorden. Het bleek dat ze niets
met de zaak hadden te maken en dat ze
bijv. niet met den slapenden jongen
man waren uitgeweest. Het O.M. laakte
de ongewenschte bemoeiing en vorderde
tegen ieder der twee verdachten f 20 of
10 dagen. Tot die straf werden ze ook
veroordeeld.
EXAMEN ONDER
POLITIETOEZICHT.
GESLAAGD DOCTORAAL VAN
ALI SASTRO.
Dc heer Ali Sastro Amiöjojo, een der
vier Indonesische studenten, die de vo
rige week werden gearresteerd en in
het huis van bewaring te 's-Graven-
hage zijn opgesloten, heeft Vrijdagmor
gen, nadat de officier van Justiti#
daartoe vergunning had verleend, aan
de Leidsche Universiteit het doctoraal
examen Indisch recht afgelegd.
Om 9 uur, kwam hij per politie
auto, vergezeld van een Haagschen in
specteur van politie te Leiden, aan. Hier
stapte ook het hoofd der T-":che re
cherche. de inspecteur Weyers, in den
auto, waarna men naar de universi
teit reed.
De student zag er zeer opgewekt uit.
De beide inspecteurs woonden het
geheele examen bij. Na afloop deelde
prof. André de la Forte namens de fa
culteit mede. dat het haar een genoegen
was hem het verlangde diploma te
kunnen uitreiken.
Toen de nieuwe doctorandus het ex&~
menlokaal verliet, werd hij in de gang
opgewacht door zijn vrouow, zyn advo
caat mr. Mobach en enkele kennissen,
die hem met den goeden uitslag geluk-
wenschten. Ook de beide inspecteurs
drukten hem de hand.
Door het achterpoortje in de Nonnen
steeg waarlangs hij de Universiteit w&s
binnengegaan, verliet de student ook
het gebouw, stapte met den Haagschen
inspecteur in den auto en reed naar het
huis van bewaring terug.
OP WEG NAAR DE
BRUILOFT.
VROUW VERDRONKEN.
Donderdagavond was de heer Mole
naar uit Kalversdijk met paard en
rijtuig op weg naar Zuid-Scharwouie
om een bruiloftsfeest mee te vieren. By
een bocht van den weg raakte het ry-
tuig te water, waarby de echtgenoo'e
van den heer M. verdronk. Het lyk is
opgehaald.
klaargemaakt". Hij nam het blad weg
van het tafeltje naast het bed. „Ik zal
u nieuwe koffie brengen".
„Graag. En wil je alsjeblief aan
monsieur Hanand zeggen dat ik gauw
kom".
„Zeker, meneer".
Jim dronk zijn koffie op terwyl hij
zich aankleedde en haastte zich naar de
bibliotheek, waar Hanand zat aan de
groote schryftafel midden in de kamer,
met een krant voor zich. die hij aan
dachtig zat te lezen. Hy begon echter
dadelijk te praten toen Jim binnen
kwam.
„Dus u is tenslotte toch uit uw hotel
weggegaan, hè? Die mooie juffrouw
Upcott!" Ze hoefde maar even te zuch
ten en haar handen in elkaar te slaan
en klaar was het. Ja, ik heb het alle
maal gezien van uit de hal. Wat is
het toch heerlijk om jong te zyn! Heeft
u de twee brieven, die Waberski aan
uw firma heeft geschreven?"
„Ja", zei Jim. Hij vond het niet noo
dig om Hanand te vertellen dat. hoewel
Ann Upcott hem er om gesmeekt had,
het eigenlijk de gedachte aan Betty was
die hem er toegebracht had zijn intrek
in Maison Grenelle te nemen.
„Mooi zoo. Ik heb om hem gestuurd",
zei Hanand.
(Wordt Vervolgd.)
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
ADMINISTRATIES EN BELASTINGZAKEN
INRICHTEN, BIHIOUDEN EN CONTRÖLEEREN VANAF f6,— PER MAAND
N. J. Th. SCHMIDT - LÊERAAR M.O. BOEKH. - WILHELM IN ALA AN 4 - DEN HOUT