BEÜRSKRONIEK STADSNIEUWS FLITSEN FEUILLETON Het Huis met de Pijl HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 1 OCT. 1927 Geen teruggang in de handels- en industriëele activiteit in Amerika. De rubberbeperking een mis lukking? Onze emissiemarkt. De beurs. Amsterdam, 29 Sept. Er zijn nu eenmaal onverbeterlijke pessimisten, die persé steeds onaange naamheden voorzien. Vooral ook op het gebied van de economie en de handels- vooruitzichten heeft men zwartgallig en. Zoo zijn er, die met een gefronst voor hoofd wijzen naar een vermindering van de activiteit in bepaalde Amerikaan- Bche industrieën, hetgeen dan een voor bode moet zijn van een algemeene „slump". Zij wijzen op de daling der ruw-ijzerproductie en automobiel- „output". Doch deze cijfers geven een absoluut verkeerd beeld van den alge- meenen toestand van handel en bedrijf In Amerika. Herbert Hoover, Amerika's minister van handel, kwam dezer dagen terug van een groote reis door het hee- le land en gaf als zijn overtuiging te kennen, dat de activiteit over het geheel genomen, slechts zeer weinig afwijkt van die van het zeer voorspoedige jaar 1926. Voorts achtte hij de factoren, die de vooruitzichten voor de rest van het jaar 1927 bepalen, buitengewoon bevredigend. In dit verband wordt er op gewezen, dat al was de automobielprcductie in Juli lager, die nog geen aanwijzing voor het heele jaar is. Bovendien, Ford heeft zijn productie van zijn oud-model (T) sterk verminderd, ten einde zich gereed te maken zijn nieuwe model, dat zeer bin nenkort uitkomt, te lanceeren. De bouw nijverheid, die men algemeen als een zeer toonaangevende maatstaf voor het economisch leven beschouwt, is 2 a 3 pCt. gestegen in omvang. De export was in de eerste 7 maanden van 1927 5 pCt. hooger dan in 1926. Nam het aantal ar beiders in zekere industrieën af, in de branches der electriciteitsindustrie, spoorwegbouw, automobielfabrieken, ga rages enz. steeg het aantal zeer sterk. Zoodat er van een ook maar eenigszins beteekenenden teruggang in het Ameri- kaansche zakenleven geen sprake is. Vooral in den handel, waar zooveel ge baseerd is op vertrouwen en „stemmin gen" hebben we te waken voor een on gegrond en remmend pessimisme. In Engeland gaan thans weer, ster ker dan te voren, stemmen op tot op heffing van het rubberbeperkingsplan (Stevensonschema). Zoo legde de Manch. Guardian er den nadruk op, dat het op het oogenblik mode is, groote waarde toe te schrijven aan het smokkelen van rubber uit de Engelsche restrictie-gebie den naar de Hollandsche vrije streken, waar vandaan dan de uitvoer plaats heeft. Men kan dan ook niet in twijfel trekken, dat deze en andere fouten van het Stevenson-schema verband houden met dc- recente opeenhooping van voor raden in Londen en de daaruit voortko mende prijsdaling. Vijf jaar is het sys teem nu in werking geweest en de meerderheid der belanghebbenden zou thans de overtuiging hebben, dat de be perking gefaald heeft. De M. G. be toogde, dat degenen, die verantwoorde- Iilk zijn voor het plan, elke denkbare fout gemaakt hebben. De toestand kon alleen erger worden wanneer het schema gehandhaafd bleef en zij drong daarom op afschaffing aan. Het vaït niet te ontkennen, dat de emissiemarkt de laatste weken een zeke re tendenz van verzadigdheid vertoont. Althans in die mate, dat beleggers niet meer zoo geneigd zijn, hun gelden tegen een al te laag percentage af te staan, terwijl men tevens wel degelijk selectie houdt. Zoo werden de inschrijvingen op 10 millloen G'/2 pCt. obligaties Den Haag ten volle toegewezen. Dit is wel licht een gevolg van het feit, dat beleg gers te kust en te keur 6 en 6 1/2 pCt. gegarandeerde obligaties (meest Duit- :-:che) kunnen opnemen in verband met het groote aantal diergelijke hoogren- '.ende leeningen, welke hier aan de markt komen. Aangekondigd werden nog: Emissie 500 aandeelen Exploitatie Mij Carré te gen 100 pCt.; 1 millioen 5 pCt. pand brieven Pretoria Hypotheek Mij. tegen 93 pCt.; 12.000.000 5 pCt. obL Deensch Rijkswoningfonds a 49 3/4 pCt. De beurs opende de week, hoewel met beperkte affaire, toch vrij algemeen in vaste houding. Verschillende optimis tische berichten droegen daartoe bij, o.a. de tot standkoming van een con centratie tusschen het Jurgens- en v. d. Bergh-concern, hetgeen voor beide lot greote voordeelen zou leiden. La ter werd men wat meer terughoudend en traden in sommige afdeelingen wat dalingen in. De handel bleef evenwel van zeer matigen omvang en groote winstnemingen deden zich niet voor. Banken toonden zich, in overeenstem ming met deze tamelijk stabiele tendenz stationnair. In de industrieele afdeelingen was het vooral Jurgens, die de aandacht trok door een sterke stijging, met meer dan 20 punten. Het hoogste punt kon even wel niet behouden blijven en men sloot op c.a. 230. Philips eveneens sterk ge vraagd, werd zelfs in open hoek verhan deld en monteerde ca. 40 punten tot 523, op zeer wilde geruchten omtrent groote winsten, die de Radio-afaeeling zou maken en op verwachting van een emissie met claim. Draka ook goed ge vraagd en een 20 pimten hooger per saldo op ruim 150. Kunstzijdewaarden vroegen ook wel belangstelling, doch in veel minder mate, zoodat ze slechts enkele punten opliepen. Amerikaansche waarden vrij gevoelig lager, op reactie in New-York. Oliewaarden gedrukt en met geringe affaire. Koninklijke kwam weer een ze vental punten lager af op ca. 342 7/8. Rubbers varieerden in stemming, doch per saldo was men toch iets vaster hier, en verschillende fondsen boekten een gering avans. De voorraden te Lon den waren in de vorige week weer toe genomen. Scheepvaartenmeestal prijshoudend en vertoonden per saldo slechts fractio- neele koersverschillen. Veel had de han del niet om het lijf. Suikerwaarden trokken weinig belang stelling en toonden zich meerendeels luier, zoodat het slot hier op iets lager niveau kwam. Een speciale reden viel hiervoor niet op te geven. Tabakken vertoonden al evenmin groo te verschillen, doch hier was de grond toon vrij goed. De handel was even wel beperkt. Per saldo konden verschil lende waarden hier eenige punten ver beteren. BEURSMAN DE OOGST IN DEN HAARLEMMERMEER POLDER. De uitkomsten van den landbouw. VEEL SCHADE DOOR HET NATTE WEER. Omtrent de uitkomsten van het land bouwbedrijf in den Haarlemmermeerpol der in 1927, werden ons van betrouw bare zijde de volgende gegevens ver strekt. Het voorjaar en de zomer van 1927 zijn zeer ongunstig geweest voor de ont wikkeling en de rijping der meeste land bouw:: ewassen. Er is een abnormale hoe veelheid regen gevallen, terwijl de tem peratuur dikwijls gedurende eenige da gen achtereen, te laag was. Omtrent de resultaten der verschil lende in dezen polder verbouwde ge wassen, kan het volgende worden ge meld, Karwy. De eersteling onzer velden. In het voorjaar stond het gewas slecht. De opbrengst is intusschen „daarom" nog meegevallen. Deze is matig. Tarwe. Over het algemeen heeft dit gewas zich het beste ontwikkeld. Het slechte oogstweder in Augustus heeft echter veel afbreuk gedaan aan de kwaliteit van korrel en stroo. In sommige stukken was vrij veel „schot" zichtbaar, om van het onzichtbaar aanwezige nog maar niet te spreken. Met de ontsmetting van zaaitarwe moet derhalve voorzichtig ge handeld worden. De opbrengst is nogal meegevallen en hier en daar zelfs goed te noemen. Haver. Hiervoor geldt hetzelfde als voor de tarwe. Het gewas is goed opgegroeid. Vooral voor de late stukken heeft echter het natte weder veel bedorven. De opbrengst is vrij goed tot goed. Veldboonen. Werden weinig verbouwd. De op brengst is matig. Erwten. Over 't algemeen had men van dit ge was een grootere opbrengst verwacht. Ze is matig tot vrij goed. Ook de kwa liteit heeft vaak geleden door het weder en de insectenbeschadiging. Koolzaad en Mosterdzaad. Beide gewassen leverden een goede op brengst. Blauwmaanzaad. Ook dit gewas heeft een vrij goede opbrengst gegeven. Spinazlczaad en Suiberbietenzaad. Evenzoo. Aardappelen. Dit gewas heeft zeer veel door de vele regens geleden. De meeste soorten zijn dan ook in hevige mate door de .aard appelziekte" aangetast, waardoor reeds naar schatting ongeveer 30 a 40 pet. der opbrengst als verloren kan worden be schouwd. De kwaliteit valt echter over 't algemeen mee; de meeste soorten, al zijn ze niet groot van stuk, bevatten veel zetmeel. Daaj vrijwel 3n het geheele land de opbrengst door de ziekte veel heeft ge leden. zal de winterprovisie duur wor den. hetgeen den verbouwers voor de bij den oogst ondervonden teleurstellin gen nog eenige vergoeding zal schenken. Dit zelfde kan helaas niet gezegd wor den van of zal althans in zeer ge ringe mate het geval zyn met de an dere gewassen. Suikerbieten. Deze staan er over 't algemeen goed bij. De groei is ondanks het aanhoudende natte weder nog medegevallen. Als een vermeerdering van het percentage-sui kergehalte daarmede gelijken tred heeft gehouden, kan de opbrengst nog bevre digend worden. Van de Voederbieten geldt hetzelfde. Klavers. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1014 HUISARREST Het is vervelend als je thuis moet blijven om dat je smoor-verkouden bent I de Kommers hebben blijkbaar menschen te eten er staat een be zorger van den poelier bij de deur informeert bij vader of hij wist dat het meisje van de Kommers weg is, er staat een ander aan de deur daar staat de auto van den dokter bij de van Stuiterens. Eefje is zeker weer eens zoogenaamd ziek het huis van de van scheutens wordt geverfd; dan heeft ie toch blijk baar die salarisverhoo- ging gekregen bij de Pluimers zijn ze op het dak bezig om een antenne te maken; en dat zijn nou die men schen die niets van radio moesten hebben wat zou dat voor een groot pak zijn, dat ze bij de Jansens brengen? Zeker die nieuwe lamp waar zij zoo om zeurde en die hij niet noodig vond hè, ze wou dat 2e van die vervelende verkoud heid af was, je raakt op deze manier zoo uit de dagelijksche gebeurtenis sen, (Nadruk verboden). HAARLEMSCHE HANDELSVEREENIGING. DE LEZING VAN DEN HEER POSTHUMUS MEYJES. Het blijkt dat in Middenstandskringen groote belangstelling bestaat voor de le zing over het Middenstandsbankwezen, die de heer W. C. Posthumus Meyjes, a.s. Hoofddirecteur van de Nederland- sche Middenstandsbank, Maandagavond a.s. in café restaurant „De Kroon" zal houden. Dat het bestuur van bovengenoemde vereeniging den heer Posthumus Meyjes, een zoo ter zake kundig man, bereid heeft gevonden een voordracht te hou den over dit voor den geheelen midden stand zoo belangrijk onderwerp, moet ten zeerste op prijs worden gesteld. In aanmerking genomen den korten inhoud van zijn te houden voordracht, dien wij hier onder laten volgen, zal Naar het Engelsch van A. E. W. MASON. 18) „Komt u hier logeeren? Als 't u blieft toe!" fluisterde ze. „U heeft toch gehoord dat ik net de invitatie heb geweigerd", antwoordde Jim. „Dat weet ik wel", ging ze voort en ze sprak zoo snel dat ze over haar woor den viel. „Maar kom als 't u blieft op uw wei gering terug. Toe! Ik ben zoo bang en ik begrijp er niets van. Ik weet geen raad van angst!" En ze hief smeekend de handen naar hem op. Jim had nog nooit iemand zóó angstig gezien zelfs Betty niet een paar minuten geleden. Haar gezichtje verloor er alle schoonheid door en ze zag er vervallen en oud uit. Maar vóór hij haar kon antwoorden viel er met een ratelend geluid een stok op den steenen vloer van de hal en ze schrokken er allebei van of het een pis toolschot geweest was. Jim keek door de deur. Hanand bukte zich om zijn stok op te rapen. Betty greep er ook naar, maar Hanand had hem al in zijn hand. het dan ook ongetwijfeld een hoogst belangrijke en tevens leerzame avond worden. De inleider zal bespreken: 1. Doel en werkwijze van banken in het algemeen. 2. Doel van het Middenstandsbankwe zen in het bijzonder. 3. Bestaansrecht en bestaansmogelijk heid voor Middenstandsbanken. 4. Geschiedenis van de Middenstands- banken in Nederland. 5. Recente ontwikkeling en nieuwe denkbeelden over het Nederlandsche Middenstandsbankwezen. 6. Middenstandsbank en Staat. 7. Toekomst-perspectieven. „Dank u, mademoiselle, maar ik kan nog heel goed met mijn vingers mijn tee- nen aanraken. lederen morgen als ik op sta doe ik het vijf keer", en lachend liep hij de binnenplaats op en met zijn eigenaardigen vluggen stap was hij in een oogenblik in de Charles Robert- straat. Toen Jim weer naar Ann Up- cott keek was de angst zóó volkomen uit haar gezicht verdwenen dat hij zijn oogen niet gelooven kon. .Betty, hij blijft logeeren", riep ze vroolijk. „Dat dacht ik al", antwoordde Betty met een eigenaardigen glimlach terwijl ze de kamer in kwam. HOOFDSTUK VU. Waberski %'crdwijnt. Dien dag zag of hoorde Jim Frobisher niets meer van Hanand. Hij haalde zijn bagage uit het hotel en bracht den avond door in Maison Grenelle met Ectty Harlowe en Ar>n Upcott. Zij dron ken na het diner koffie in den tuin ach ter het huis, waar ze kwamen door een groote deur achter in de hal. En hoe wel ze er niets over afgesproken had den. zeiden ze geen van allen iets over Waberski's aanklacht, zy konden nu toch niets anders doen dan het rapport, van de dokters afwachten. Maar vlak boven hun hoofden zagen ze een lange ry gesloten ramen van de ontvangka- Deze staan goed. Gras. Er is veel gras gegroeid. Het hooi vooral de eerste snede heeft veel ge leden van het natte weder en kon voor een groot gedeelte, niet dan in slechte conditie worden binnengehaald. Een ge deelte der tweede snede is beter gewon nen. Boomgaarden. Over 't algemeen Is de vruchfczetting meegevallen. Het zomerfruit bleek hier en daar klein van stuk te zyn. Ditzelfde geldt trouwens ook wel voor de winter appels en peren. De opbrengst is vrii goed tot zeer goed te noemen, terwijl als gevolg van het ruime beschot de prijzen zeer laag zijn. mers, waardoor ze het gebeurde toch niet konden vergeten en er waren tel kens groote leemten in het gesprek. Hier in den donkeren tuin was het koel, heel koel, en stil; het geritsel van een vogel in de boomen schrok hen af en toe op en de voetstappen van de enkele voorbij- 1 gangers in het straatje klonken zoo hard alsof de heele stad er van wak ker zou worden. Het viel Jim op dat Ann Upcott zich een paar keer vlug voorover boog en over het grasveld en de paden naar de hooge boomen keek, alsof ze daar tusschen iets had zien be wegen. Maar ze zei niets en leunde met een byna onhoorbare zucht achterover in haar stoel. „Is er in den tuin een deur naar de straat toe?" vroeg Frobisher en Betty antwoordde hem. „Neen. Er is een gang aan het einde van het huis onder de ontvangkamers, die op de binnenplaats uitkomt en door de tuinlieden gebruikt wordt. De eenige andere ingang is door de hal achter ons. Dit oude huis is heel lang geleden gebouwd, toen het ter wille van de vei ligheid nog noodig was om zoo weinig mogelijk deuren te hebben." De klokken in de stad sloegen elf uur Betty stond op. „Al weer een dag om!" zei ze en Ann Upcott stemde met een zucht van verlichting met haar in. Jim vond het een akelig idee dat deze twee meisjes, voor wie iedere dag een feestdag moest HET ONGELUK MET DE GOOISCHE. MEENING VAN LAREN'S BURGEMEESTER. De Burgemeester van Laren heeft de Rijkscommissie tot ondrzoek naar de oorzaken van het ongeluk met de Gooi- sche Stoomtram een nota gezonden waar in hy zijn meening kenbaar maakt over de geheele gestie der Stoomtrammaat- schappü. De Burgemeester oefent onder meer critiek uit op de wijze waarop de tram rüdt, veelal tot ergernis der overige weggebruikers. Wie niet maakt dat hy weg komt, wordt slachtoffer; wat zich op of kort by de trambaan bevindt, wordt meedoogenloos meegesleurd of omvergereden. Het aantal aanrijdingen en overrij- dingen is dan ook ontelbaar. Daarnaast overschrydt de snelheid waarmede ge reden wordt, menigmaal de toegestane maxima. Burgemeester van Nispen heeft dikwijls zelf geconstateerd, dat de tram met een 40 KM. vaart langs den over belasten weg Naarden—Amsterdam voort snelt. Nog na het ongeval op 7 Aug. heeft de Larensche politie snelheden ge constateerd welke de toelaatbare over schrijden. Op de Torenlaan nl. een van 38 K.M., op den rijksstraatweg een van 45 K.M. Schryvers twyfel over de deugdelijk heid van het remmaterlaal bestaat thans nog, voor zoover den toestand in 't ver leden betreft; het aantal ongelukken was zeer groot en slechts zelden werd er een voorkomen door krachtig remmen. Tot voor enkele Jaren reden de trams met drie wagens en een goederen- en postwagen, zonder aangekoppelde rem men. Eenige gevallen, waarby men zich af vraagt, hoe het toch komt. dat de tram niet eerder tot staan werd gebracht, worden genoemd. In 1919 kwamen in Laren twee botsin gen voor, het ryden van twee trams in tegenovergestelde richting op dezelfde baan op 7 Aug., noemt de burgemeester geen op zichzelf staand feit. Na het weinige overleg, dat z.i. spreekt uit de samenstelling der treinen en de regeling van den dienst per telefoon be sproken te hebben, wil de burgemeester de commissie er op wyzen, dat aan het toezicht toch ook nog wel iets ontbreekt, anders ware in den loop der jaren de exploitatie uit een oogpunt van verkeers veiligheid wel eenigermate gemoderni seerd. In dit verband wijst hy op de gevoerde briefwisseling over de deugde- ïykheid der reminrichting van een trein waarmede een ongeluk veroorzaakt was. Uit deze correspondentie was op te ma ken, dat bij den Rijksinspecteur der Spoor- en Tramwegen niet bekend was, dat het ongeval van 1 Aug. 1926 er een met dooaelyken afloop was geweest, en zyn, die maar al te kort scheen, nu dankbaar moesten zyn als er weer vier- en-twintig uur om waren. „Dit zal wel de laatste moeiiyice dag zyn geweest", zei hy en Betty keerde zich even naar hem om; haar groote oogen schitterden in de duisternis. „Goeden nacht, Jim", zei ze en uit haar mond klonk zijn naam als een lief- koozing. Ze stak hem haar hand toe. „Het is vreeselijk saai voor je, maar wij zyn te egoist om je te laten gaan. Wij worden op 't oogenblik door iedereen vermeden och, het is ook niet meer dan natuurlijk. Het is zoo heerlyk voor ons dat je bij ons bent. In ieder geval", ging zc voort „zal ik vannacht rustig kunnen slapen". Ze liep de treden op naar de deur toe en stond even stil. Scherp stak ze af tegen het licht dat in de hal brandde. „Een lang meisje, met zwarte zijden kousen aan" zoo had de heer Haslitt haar vyf jaar ge leden gezien en die beschryving was nog op haar van toepassing. „Goeden nacht. Betty", zei Jim, en Ann Upcott liep langs hem, het trapje op, en wuifde met haar hand. „Goeden nacht", zei Jim en Ann ging Betty achterna. Maar ze kwam nog even terug. Ze droeg een wit zyden ja ponnetje met witte kousen en schoenen en ze glansde in het licht alsof ze van zilver was. „Zul je sluiten als je naar binnen gaat? vroeg ze met een nadruk, die dat deze aan den officier van justitie rapporteerde, zonder precies op de hoogte te zyn van bedoeld ongeval. Als een ander voorbeeld noemt burge meester v. Nispen het geval dat hij in Aug. 1926 een onderhoud over den slech ten toestand der baan had met ir. Capel, rijks-inspecteur der spoor- en tramwe gen. Op diens verzoek zond hy hem een staat van bemerkingen met kaart. Nim mer werd daarop eenig antwoord ont vangen. In de bladen las de burgemees ter nu, dat de heer Capel voor de Rijks commissie verklaard had, dat bedoelde klachten niet hem regardeerden. VOOR DEN POLITIE RECHTER. Ongewenschte bemoeiing. Ongewenschte bemoeiing met zaken waarmede men niets te maken heeft kan voor de personen die het doen heel onaangename gevolgen hebben. Het gebeurde te Zaandam op een der nachten in de maand Juli is er weder --en voorbeeld van. Een jongeman die kennelijk boven zyn bier was, had zich in een portiek te slapen gelegd. Zijn vermoeide oogen waren dichtgevallen en heerlyk lag hy te ronken. Echter, de bewoners van het perceel waren er min der op gesteld. De politie werd gewaarschuwd, die zach over den slapende ontfermen wilde en hem brengen naar een plaats, waar hy nog beter en nog rustiger kon uitslapen. Ze nam den jongen man goedig onder den arm. Maar, toen ont waakte deze en de boeien, die de politie hem stevig hadd aangedaan, niet zoo'n klein beetje stevig, begonnen hem wat te knellen. Gevolg was dat de man zich begon te verzetten. En niet alléén hy. Twee personen die toevallig in de buurt waren en die niets met de zaak te maken hadden gingen zich er mee bemoeien. Beleefd verzoch ten ze den jongen man him mede te geven. Zy zouden hem dan wel even naar huis brengen. Onverbiddelyk ble ven de politiemannen. Die hielden den jongen man al steviger met hun beiden vast. Heviger werd het verzet van het an dere tweetal, een man en een vrouw. Ze trokken en rukten aan den arrestant en de vrouw begon met kracht-termen tegen de politie te uiten. Ze bleek niet op haar mondje gevallen te zijn. De man probeerde het op een andere ma nier aan te leggen. Hy sprong op den rug van een der politie-agenten, naar hedenochteid voor den Politierechter werd verklaard, en hield den agent bij den keel vast. Dat scheen beter te helpen dan de krachtwoorden van de vrouw. De agent was genoodzaakt den arrestant los te laten en bijna had deze weten te ontko men indien de andere agent die echter moeite had om hem in bedwang te eenigszins vreemd aandeed omdat er zulke hooge muren om den tuin heen stonden. „Zeker", zei Jim en hij vroeg zich af waarom Ann Upcott by deze heele ge schiedenis steeds weer den indruk maak te of ze bang was. Het was hoog tijd dat die lange ry van ramen openging en de druk van het huis en zyn be woners werd afgenomen. Jim Frobisher liep in den donkeren tuin heen en weer, en hoopte dat het morgen al gebeuren zou. In Betty's kamer boven de ontvang kamers brandde nog het licht achter de jalouziën, in weerwil van haar overtui ging dat ze zou kunnen slapen ja, en in Ann Upcott's kamer ook. aan het an dere einde van het huis. dicht by de straat. Hy voelde plotseling een vree- selyke woede tegen Boris Waberski in zich opkomen. Het was al laat toen hy zelf het huis binnen ging en ds deur grendelde en nog later voor hij in slaap viel. Maar toen hy eenmaal sliep, sliep hy vast en toen hy wakker werd scheen de zon naar binnen door de open ramen, er stond een kop koud geworden koffie naast zyn bed. en Gaston, de oude be diende, was in de kamer. „Monsieur Hanand heeft my opge dragen u te zeggen dat hy in de biblio theek is, meneer", zei hy. Jim sprorg onmiddellijk het bed uit. „Nu al? Hoe laat is het dan, Gaston?" „Negen uur. Ik heb een bad voor u houden hem niet stevig had vast gepakt. De man en de vrouw die het verzet hadden gepleegd hadden zich heden te verantwoorden. Het bleek dat ze niets met de zaak hadden te maken en dat ze bijv. niet met den slapenden jongen man waren uitgeweest. Het O.M. laakte de ongewenschte bemoeiing en vorderde tegen ieder der twee verdachten f 20 of 10 dagen. Tot die straf werden ze ook veroordeeld. EXAMEN ONDER POLITIETOEZICHT. GESLAAGD DOCTORAAL VAN ALI SASTRO. Dc heer Ali Sastro Amiöjojo, een der vier Indonesische studenten, die de vo rige week werden gearresteerd en in het huis van bewaring te 's-Graven- hage zijn opgesloten, heeft Vrijdagmor gen, nadat de officier van Justiti# daartoe vergunning had verleend, aan de Leidsche Universiteit het doctoraal examen Indisch recht afgelegd. Om 9 uur, kwam hij per politie auto, vergezeld van een Haagschen in specteur van politie te Leiden, aan. Hier stapte ook het hoofd der T-":che re cherche. de inspecteur Weyers, in den auto, waarna men naar de universi teit reed. De student zag er zeer opgewekt uit. De beide inspecteurs woonden het geheele examen bij. Na afloop deelde prof. André de la Forte namens de fa culteit mede. dat het haar een genoegen was hem het verlangde diploma te kunnen uitreiken. Toen de nieuwe doctorandus het ex&~ menlokaal verliet, werd hij in de gang opgewacht door zijn vrouow, zyn advo caat mr. Mobach en enkele kennissen, die hem met den goeden uitslag geluk- wenschten. Ook de beide inspecteurs drukten hem de hand. Door het achterpoortje in de Nonnen steeg waarlangs hij de Universiteit w&s binnengegaan, verliet de student ook het gebouw, stapte met den Haagschen inspecteur in den auto en reed naar het huis van bewaring terug. OP WEG NAAR DE BRUILOFT. VROUW VERDRONKEN. Donderdagavond was de heer Mole naar uit Kalversdijk met paard en rijtuig op weg naar Zuid-Scharwouie om een bruiloftsfeest mee te vieren. By een bocht van den weg raakte het ry- tuig te water, waarby de echtgenoo'e van den heer M. verdronk. Het lyk is opgehaald. klaargemaakt". Hij nam het blad weg van het tafeltje naast het bed. „Ik zal u nieuwe koffie brengen". „Graag. En wil je alsjeblief aan monsieur Hanand zeggen dat ik gauw kom". „Zeker, meneer". Jim dronk zijn koffie op terwyl hij zich aankleedde en haastte zich naar de bibliotheek, waar Hanand zat aan de groote schryftafel midden in de kamer, met een krant voor zich. die hij aan dachtig zat te lezen. Hy begon echter dadelijk te praten toen Jim binnen kwam. „Dus u is tenslotte toch uit uw hotel weggegaan, hè? Die mooie juffrouw Upcott!" Ze hoefde maar even te zuch ten en haar handen in elkaar te slaan en klaar was het. Ja, ik heb het alle maal gezien van uit de hal. Wat is het toch heerlijk om jong te zyn! Heeft u de twee brieven, die Waberski aan uw firma heeft geschreven?" „Ja", zei Jim. Hij vond het niet noo dig om Hanand te vertellen dat. hoewel Ann Upcott hem er om gesmeekt had, het eigenlijk de gedachte aan Betty was die hem er toegebracht had zijn intrek in Maison Grenelle te nemen. „Mooi zoo. Ik heb om hem gestuurd", zei Hanand. (Wordt Vervolgd.) INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. ADMINISTRATIES EN BELASTINGZAKEN INRICHTEN, BIHIOUDEN EN CONTRÖLEEREN VANAF f6,— PER MAAND N. J. Th. SCHMIDT - LÊERAAR M.O. BOEKH. - WILHELM IN ALA AN 4 - DEN HOUT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 11