HAARLEM'S DAGBLAD
DE GROOTEN DER HISTORIE.
Haarlemmer Halletjes.
ZATERDAG 1 OCT. 1927 DERDE BLAD
24.
Michel Ney, hertog van Elchingen,
prins van de Moskowa, maarschalk van
Frankrijk, 17691815.
;r - - - - - ,:T-
-
W'jktÏKmÈ
'"j
'j
mm/.-
/l
MAARSCHALK NEY
int de roemruchte groep van veertien
maarschalken van Frankrijk, door Na
poleon uit zijn vele geniale legeraanvoer
ders gekozen, is Michel Ney historisch
wel de vermaardste. Niet omdat het
vaststaat dat hij de knapste krijgskun
dige in deze groep was, maar omdat zijn
loopbaan bewogener was dan dïë van
de anderen. Hij staat midden in de ro
mantiek van dat merkwaardige tijdperk,
en treedt er telkens in naar voren. Op de
hoogtepunten van Napoleon's militaire
glorie, en tenslotte ook in de crises,
schittert naast den zijne de naam Ney.
En het einde van dezen merkwaardigen
man was ook de climax van zijn ro
mantische carrière. Toen de afgezette
keizer van Elba was ontvlucht en naar
Parijs oprukte, toen Lodewijk XVin
troepen op hem afzond onder bevel van
Ney, bleek het verleden den maarschalk
te machtig. Hij liep met zijn gansche
leger naar den keizer over en bij Water
loo commandeerde hij het centrum van
Napoleon's armée. Na den nederlaag
werd hij gevangen genomen, schuldig
verklaard aan hoogverraad en gefusil
leerd. Het was een diep-tragisch slot,
maar het paste wel op de carrière en
op de figuur die haar gedragen had
Ney's i*ol was uitgespeeld, en hij moest
ondergaan.
Evenals zoovele andere generaals van
den grooten keizer was hij uit den
troep voortgekomen, als een van de sol
daten die den maarschalksstaf in den
ransel droegen.
HU werd op 10 Januari 1769 te Saar-
louls in Lotharingen geboren als zoon
van een kuiper, werd eerst klerk op een
notariskantoor en trad in 1788, dus op
negentienjarigen leeftUd, als gewoon hu
zaar in dienst.
Zijn promotie In de lagere rangen was
al heel snel. Hij deed zich dadelijk ken
nen als een jonge man van ongewone
schranderheid en van onvermoeide ener
gie. In 1792 had hU den hoogsten onder
officiers-rang adjudant-onderofficier
bereikt, een jaar later was hy' -luite
nant en weer een jaar later kapitein.
Toen trok hij de aandacht van den ge
neraal Kléber, wiens naam later ver-
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Natuurlijk zal niemand verwachten
of verlangen, dat ik rekenschap geef
van ieceren voetstap, dien ons reisgezel
schap te Luzern of naderhand te In
terlaken gezet heeft. Avonturen of by-
zondere gebeurtenissen kwamen in Lu
zern niet meer voor. Alle bergen bleven
netjes op hun plaats en droegen waar
dig de namen, die hun eeuwen geleden
door niemand weet meer wie gegeven
zijn, het meer kabbelde of golfde den
eenen dag wat meer dan den anderen,
maar trad nooit bulten zUn oevers, de
zon bestraalde dit alles uitbundig en
welwillend, zoodat van Stuiteren bU het
afrekenen met den oberkellner terecht
mocht zeggen, dat wij zeer tevreden wa
ren. De ober trok evenwel een gezicht
alsof hU zeggen wou: „als je niet tevre
den was, zou ik toch geen cent van de
rekening aftrekken".
Dat was toen wy te Luzern een week
hadden doorgebracht en voor de tweede
week naar Interlaken vertrokken. Zon
der discussie was dat niet gegaan. Er
waren kransleden die liever te Luzern
hadden willen blijven, onder de zin
spreuk: „waar je 't goed hebt moet je
blijven" en anderen, die Interlaken ver
kozen onder de zinspreuk: „verandering
van spijs doet eten". Dat is het aardige
van spreekwoorden en gezegden: eT is
er alrijd wel een. die op een bepaalden
toestand past. Ten slotte werd er ge
stemd en staakten de stemmen, vier te
gen vier, waarbij zelfs de splytzwam
geworpen werd in de echtparen. Hopma
wou naaT Interlaken. zUn vrouw liever
in Luzern blijven, Hupstra eveneens blij
ven, zijn vrouw naar Interlaken gaan.
„Laat de leider een beslissende stem
hebben", raadde ik. „Vereerd, maar be
dank", zei van Stuiteren in telegram
stijl. „Dan moet het lot maar beslissen".
Hy schreef twee woorden op 'n papiertje
en liet tante Koosje trekken. Interlaken
won 't pleit. Meteen scheurde van Stui
teren de twee briefjes in kleine stuk
jes en gooide die in de prullemand. Hoe
kwam het dat ik wantrouwen voelde
opkomen omdat hij het zoo haastig
deed? En hoe kwam het, dat ik nader
hand de snippers uit de overigens leege
prullemand opvisschende, op de kleine
stukjes nergens een u of een z kon te
rugvinden. maar wel tweemaal een k?
Denkt u soms, dat van Stuiteren twee
maal INTERLAKEN had geschreven en
geen enkele maal Luzern? Dan was 't
geen wonder, dat de eerste stad getrok
ken werd.
bonden werd aan den Egyptischen veld
tocht. Kléber was een goed leider en
dus ook een goed menschenkenner; hij
ontdekte weldra de qualitelten van den
25-jarlgcn kapitein, verbond hem aan
zyn staf en promoveerde hem tot adju
dant-generaal, eskadronschef. Hy werd
later belast met het bevel over een dier
merkwaardige korpsen van „partijgan
gers", samengesteld uit soldaten van alle
wapens, die in die dagen zulk een merk
waardige rol in het leger speelden. Zy
kregen geen soldy, rustten zichzelf uit
en zorgden voor hun eigen inkomsten,
hetgeen in onomwonden woorden wil
zeggen dat zij er stevig op los stalen en
plunderden. Daartegenover stond dat zy
met de gevaarlykste missies werden be
last: met het geleiden van convooien
in de moeilijkste omstandigheden, het
uitvoeren van verkenningen tot in des
vijands kantonnementen, het volbrengen
van raids. Ney bleek de ware man voor
deze expedities, die hU niet als dolle
waaghalzerUen uitvoerde, maar in fi
nesses vooruit beraamde en met groote
koelbloedigheid en behendigheid tot een
goed einde bracht.
Intusschen gebruikte hU de tusschen-
poozen in de militaire operaties heel
nuttig door zich de kennis te .verwer
ven, die een gebrekkige opvoeding hem
onthouden had. Zijn kennis van de
Fransche taal was ook maar gering,
want in Lotharingen werd voornamelyk
Duitsch gesproken, maar hij slaagde er
in om het Fransch volkomen meester te
worden zonder dat iemand hem er lessen
in gaf.
In 1796 ging hij over naar het Sambre-
en-Maas leger, waarin hU dienst deed
by de divisie van generaal Colaud en
herhaaldelijk buitengewone staaltjes van
zyn militaire talenten gaf. Een van zijn
wonderbaarlijkste prestaties was wel dat
hU met een detachement van 100 man
cavalerie er in slaagde om het 2000 man
sterke garnizoen van Wurtzburg tot de
overgave te brengen en de stad te be
zetten, waar hy een geweldigen munitie-
voorraad in beslag nam.
In April '97 voerde hU in den slag
by Neuwied het bevel over de Fransche
cavalerie, en droeg in hooge mate by
tot de zege over de Oostenrijkers. En
kele dagen later werd hij gevangen ge
nomen maar later uitgewisseld tegen an
dere krUgsgevangenen.
HU was toen juist op het slagveld be
vorderd tot brigade-generaal, en reeds
in 1799, bU het Rynleger onder Berna-
dotte dienst doende, werd hy divisie-
generaal en leverde een der merkwaar
digste prestaties van zUn roemryke car
rière bU heit beleg van de stad Mann
heim. Ney vermomde zich ln de uniform
van Pruisisch officier, en slaagde er op
zyn eentje in om 's nachts den RUn
over te steken en in de stad te komen.
Hij werd niet gesnapt, verkende op zUn
gemak alle verdedigingswerken van de
stad en keerde langs denzelfden weg
naar het Fransche leger terug. Het was
een ongehoorde daad voor iemand van
zijn rang: als de Duitschers hem ont
dekt hadden zouden zij hem als spion
tegen den muur gezet en gefusilleerd
hebben.
Maar iets veel mooiers volgde: Den
volgenden avond stak generaal Ney
met 150 man den RUn over, benutte zyn
kennis van de zwakke punten der ver
dedigingswerken en had het geluk dat
het garnizoen juist een uitval ging on-
Maar ik hield het schrikkelyk geheim
in mUn borst besloten (ik was immers
zelf een voorstander van Interlaken!)
en de lieve vrede in onze krans be tee
kent ook wat. Zoo brak dan de dag aan
waarop wij naar Interlaken vertrokken
met fonkelenden zonneschUn, de Brunig-
baan en de Brunigpas bewonderden en
ten slotte over het meer van Brienz in
de sloot binnenvoeren, die toegang geeft
tot Interlaken. Dat viel niet mee, maar
het was nog onplezieriger, toen bU het
uitstappen de lucht betrok en een, twee,
drie een regenbul losbarstte, die het
tegendeel van een welkomstgroet was.
In ouderwetsche rUtuigen reden we naar
ons hotel.
„Nou!" zei mevrouw Hopma, die zoo
als ik vertelde in Luzern had willen
bhjven. „Maar 't regent in Luzern ook",
zei van Stuiteren. „Ik zeg toch niks",
antwoordde Emma Hopma, ofschoon er
een wereld van beteekenis in dat ééne
woordje „nou" kan liggen.
Daarom was de gedachtenwisseling
uit, maar niet de regenbui. Die had er
nu echt schik in en plaste door. „Duurt
een bui hier lang?" vroeg een van ons
aan den gérant. „Nooit mevrouw", zei
hU met een gezicht vol waarheidsliefde.
Er is in de heele wereld geen hoteldi
recteur, of portier, die een ander ant
woord geven zal. Een Ietwat grimmige
gast, die het gesprek hoorde, schoot in
een onaangenamen lach en zei: „Als 't.
ergens in Zwitserland regent, regent het
ook in Interlaken".
,Nou", zei Emma Hopma, toen ze dat
verhaal hoorde. Van Stuiteren hief zyn
hoofd op en keek haar kant uit, alsof
hij antwoorden wou. Toen bedacht hij
zich en praatte over wat anders.
Toen plaatsen als Interlaken gesticht
werden is er op regen niet gerekend. En
komt hij toch naar beneden, dan weten
de gasten geen raad. Je kunt toch den
heelen dag geen taartjes zitten eten en
thee of koffie drinken in de vermaarde
Conditorei op den hoek. 's Avonds zit
je veilig bU 't concert van het Kurhaus
en daarna ga je een kijkje nemen bU
de speelbank.
,'t Is waar, daarvan moet ik nog wat
vertellen. De speelbank te Interlaken is
een dobbelarij in miniatuur. Je ziet er
alleen burgermenschen die op reis zijn
en een klein gokje willen doen, dat ze
toch niet ruïneeren zal. De dames zUn
er niet geparfumeerd en de heeren
schieten er zich niet dood, wanneer zij
hun laatsten rent verdobbeld hebben en
om een uur of elf, twaalf gaat de bank
dicht en naar bed. Men zegt, dat je aan
een speelbank menschenkennis opdoet
dit heb ik wel opgemerkt, dat onze da-
dernemem. Hij bond er in de duisternis
den strijd mee aan, slaagde er volko
men in om de bezetting te misleiden
omtrent de getalsterkte van zijn troe
pen, zoodat zU week, drong met haar
de stad binnen en veroverde Mannheim
met 150 man! Een wonderbaarlUk hel
denfeit.
Daarna deed hfj achtereenvolgens
dienst onder de generaals Masséna en
Moreau en werd bU den vrede van
Lunéville Inspecteur-generaal der ca
valerie. In 1802 kweet hU zich op merk
waardige wijze van een geheel nieuwe
taak als gezant van Napoleon te Bern.
Toen de Corsikaan keizer werd behoor
de Michel Ney natuurlijk tot de roem
ruchte groep van veertien die tot maar
schalken van Frankrijk werden verhe
ven.
In 1805 brak de oorlog met Pruisen
plotseling uit. Ney leverde den Moedi
gen veldslag bU Elchingen, die geen
van beiden partijen voordeel opleverde
maar hem den titel van hertog van El
chingen bezorgde nadat hU de stad
Ulm tot capitulatie had gedwongen. Op
14 October 1805 voerde hU bU Jena, waar
Napoleon de Pruisische .macht verplet
terde, het bevel over den rechtervleugel
en onderscheidde zich hoogelijk.
Intusschen was hij in het huwelijk ge
treden met Aglaé Louise Auguié de
Lascans, een vriendin van Hortense de
Beauharnais, de latere koningin van
Holland. Dit huwelijk,waaruit vier kin
deren geboren werden, was niet onge
lukkig, ofschoon de maarschalk gewoon
lijk op het oorlogspad was en bij zUn
verblijf te Parijs geen deel nam in het
society-leven, de vele diners en recepties
waarvan zijn vrouw genoot en nimmer
genoeg kon krUgen. HU leefde in stren
gen eenvoud, daaraan gewend door inge
spannen arbeid en ontberingen, en zelfs
zUn vijanden hebben later van hem ge
tuigd dat op zijn moraliteit niets aan
te merken viel.
Het zou eentonig worden, en ook veel
te uitvoerig voor dit korte artikel, om
al zyn krijgsdaden op te sommen. De
voornaamste stip ik ln 't kort aan. In
1807 streed hfl ln de vermaarde veld
slagen tegen de Oostenrijkers, bU Eylau
en Friedland. speelde daarin een leiden
de rol en verwierf zUn eerer.aam van
,.le brave des braves" den dapperste
der dapperen. In 1808 en daarna onder
scheidde hU zich door vele heldenfeiten
in den Spaanschen veldtocht. Daarna
kreeg hy het bevel over het derde le
gerkorps en leverde ongeloofelüke pres
taties van beleid en moed. tijdens den
ramnzallgen veldtocht van de Grande
Armée naar Rusland (1812). HU slaagde
erin om door scherpe handhaving van
de discipline en onuitnuttelüke energie
Mi den ramnzaligen 'terugtocht althans
een deel van het leger te redden, en
Naooleon begiftigde hem toen met zUn
hoogsten titel nrins van de Moskowa.
In het jaar 1813 nam hij met succes
deel aan de veldslagen bU Lützen.
Bautzen, en Dresden, maar had geen
commando in den volkerenslag bij Lein-
zig, nadat hij met zijn legerkorps bil
Dennewitz door Von Billow was ver
slagen.
Toen het Keizerrijk viel en Napoleon
naar Elba was overgebracht ging Nev
met de meeste andere maarschalken in
den dienst der Bourbons over. en levde
den eed van trouw aan Lodewijk XVHT
af. Hij streed voor hem, werd pair van
Frankrük en lid van den oorlogsraad, en
toen in Maart 1815 Nanoleon te Cannes
landde en naar Grenoble oprukte be
loofde Ney den koning, dat hU den Cor
sikaan in een ijzeren kooi naar Parits
zou brengen. Dat was op 7 Maart. Hit
ziin proces bleek later dat hij, eenmaal
hU ziin leger, tot in den avond van den
13en Maart de zaak der Bourbons heeft
behartigd. Toen kwamen 's nachts af
gezanten van Bonaparte tot hem, en
hij bezweek voor de oude fascinatie van
mes begeeriger naar spelen waren dan
wU- Niet om het gewin, maar om de
emotie. Emma Hopma gaf het voorbeeld
en schoorvoetend volgden de anderen,
met inbegrip van tante Koosje. 't Duur
de niet lang, of Wouter zei: „Tt heb
geen zilver meer", waarop Koos gedwee
van de tafel terugkwam en er niet aan
dacht, be vragen of hU niet wisselen
zou. Ten slotte speelden ze allemaal,
behalve Wouter en ik. Ik zeg dat niet
om den braven Hendrik uit te hangen,
maar omdat ik er niet de minste reden
voor zie om te spelen met een bank. die
minstens driemaal zooveel goede kan
sen heeft als de speler. Het is of je gaat
worstelen met een tegenstander met zes
armen of hardloopen tegen een athleet
met zes beenen. Je weet vfcn tevoren
dat je 't aflegt.
Op den langen duur deden onze spe
lers dat ook allemaal. De een was wat
fortuiniger dan de ander, maar ten
slotte kwam het allemaal op verliezen
neer. Emma Hopma won in 't begin
flink. Hopma werd zichtbaar trotsch op
zUn vrouw. Maar toen de stapel zilveren
vyffrancsstukken voortdurend vermin
derde begon hU somber te kijken. Er
was nog maar een klein hoopje over,
dat ze op één slag waagde. Onhoorbaar
kwam de hark van den croupier, be-
geerig als de klauw van een geheimzin
nig monster, en trok het naar zich toe.
De Bank had alies opgeslokt. DadelUk
keerde Emma zich om. „Geef nog wat
geld", kommandeerde ze, stak haar
rechter hand uit en keek meteen naar de
speelbank om toch geen spel te missen.
Hopma keek een beetje suf naar die uit
gestoken, open hand, maar legde er niets
in. Toen keek ze verwonderd om.
„Heb je *t niet gehoord? Ik wil geld."
Toen zei Hopma, die gezien had hoe
Wouter zich er afgemaakt had:
„Ik heb geen geld meer in myn
zak".
Maar hy was Wouter niet en zUn
vrouw de gemoedelijke Koos niet.. Het
antwoord klonk weinig overtuigend.
Emma zei onmiddellyk: „Niet waar.
Geef geld."
Hopma, de zwakke, was al overwon
nen. Hij greep in zijn zak. Juist op dat
oogenblik.
Ik weet, dat myn verhaal hier onge
loofwaardig wordt en dat is ook wel be
grijpelijk. Van het oogenblik af, toen de
eerste romanschrijver den eersten roman
schreef (en hoe lang is dat wel geleden!)
hebben zy'n collega's en navolgers de ge
woonte gehad, om op het oogenblik dat
de held of de heldin in gevaar ver
keerde en redding onmogelUk scheen,
iets héél ongewoons, iets bijzonders te
den keizer. Ney brak zijn eed en pleeg
de verraad. Den volgenden morgen las
hU in het plaatsje Lons-le-Sauln:er, in
de Jpra, den troepen een proclamatie
voor, waarin hU hen aanspoorde om met
hem naar den keizer over te loopen.
„Alles volgde hem, het was een rage
zooals Ney later tijdens zijn proces ver
klaarde. Tot eenige officieren zei hU te
Lons: „Ik kan met mUn hand het water
van de zee niet tegenhouden".
De keizer ontving hem met open ar
men.
Toen volgden de Honderd Dagen, en
de beslissende nederlaag bij Waterloo,
na Ney's zege bU LignyHij zocht
den dood, maar vond hem niet. berustte
toen in zUn lot en ging de gevolgen
dapper tegemoet.
Na den slag bU Waterloo, toen Napo
leon slechts afstand van zUn troon wilde
doen ten bate van zyn zoon, den koning
van Rome, beraadslaagde de Chambre
des Pairs over de mogelijkheden die nog
restten om den vijand het hoofd te bie
den. Een optimistisch rapport van het
ministerie van Oorlog werd uitgebracht,
dat concludeerde tot een sterkte van
60.000 man geregelde troepen, waarover
maarschalk Grouchy nog zou kunnen
beschikken.
Ney vroeg het woord en bestreed dit
rapport. Hij verklaarde er zeker van te
zy'n dat Grouchy en den anderen leger
aanvoerders slechts hoogstens 25000 man
restten. Hij voegde er aan toe, dat er
geen andere kans meer overbleef dan te
onderhandelen met den vyand en de
Bourbons terug te roepen, Hyzelf zou
naar Amerika uitwyken.
Behalve dit laatste geschiedde alles
zooals hij het voorzegd had. En Napo
leon werd door de Engelschen naar het
eenzame Oceaan-eilandje St. Helena ge
bracht om daar, na zes jaren kwelling
en marteling door den infamen gouver
neur Hudson Lowe, aan kanker te ster
ven. Door opzettelijke slechte voeding
en martelingen van allerlei aard ver
haastte men zyn dood.
Ney's einde kwam veel spoediger.
Toen de restauratie der Bourbons
plaatsgreep, bevond hij zich in de pro
vincie. Hij haastte zich niet om weg te
komen. Zyn lot scheen minstgenomen
zeer onzeker, maar hy gaf geen teekenen
van vrees, en bleef. Misschien voelde hij
zich schuldig en wilde zijn boete doen,
misschien hadden de brieven van zijn
gemalin te Parijs, die hem telkens ge
ruststellende berichten zond hetgeen
zij zichzelf later wanhopig verweten
heeft invloed op zyn blijven. Toen hij
tenslotte met achttien anderen in staat
van beschuldiging werd gesteld wegens
hoogverraad, en een bevel tot inhechte
nisneming tegen hem uitgevaardigd,
werd hU nog tijdig gewaarschuwd en
kon zich nog begeven naar een kasteel
nabij Auxerre, toebehoorend aan de fa
milie van zyn vrouw. Vandaar zou hij
naar Zwitserland gaan. Maar hij verloor
weer een paar dagen door aarzelen, en
die werden hem noodlottig. Hy had vele
jaren tevoren een prachtig-bewerkten
Egyptischen sabel van den keizer ten
geschenke ontvangen. Er waren maar
twee zulke sabels in Frankryk; de an
dere had toebehoord aan Murat, koning
van Napels.
Ney liet dit wapen achteloos liggen
in een vertrek van het kasteel, en toen
er op een avond bezoekers kwamen en
een hunner dien sabel bewonderde, en
er den volgenden dag met vrienden over
sprak, leidde dit tot Ney's ontdekking.
De prefect van het departement zond
een groep gendarmes, en hy liet zich
zonder eenig verzet arresteeren. waarna
men hem naar Parijs overbracht en in
de Conciergerie gevangen zette.
Er scheen van den aanvang af weinig
twyfel te bestaan aan den afloop van
zyn proces, maar de gevaren voor de
jonge herstelde monarchie waren groot
en natuurlUk was de opgang, dien het
proces maakte, geweldig. Sinds meer dan 1
twintig jaar was deze „soldat de for-
laten gebeuren. Ik heb romans gelezen
waarin iemand werd overreden, doodge
reden, doodgeschoten door een onzicht-
baren vyand, getroffen door een blik
semstraal, zelfs verzwolgen door een zee
beving of een aardbeving en nu zullen
mUn lezers zeggen: „daar heb je 't al
weer, Fidelio weet geen raad met de
veeleischende Emma, hfl wil toch niet
dat Hopma van zUn geld afstapt en nu
vindt hU maar wat uit om er een eind
aan te maken. „Neen, honderdmaal neen,
zeg ik u. Ik schrUf hier geen roman, al
leen maar de eenvoudige lotgevallen van
eenvoudige menschen, en wat hier staat
is precies waar, iedereen kan het zelf
onderzoeken. Wie het niet gelooft, moet
maar schrijven aan den gérant van het
Kurhaus, of aan den burgemeester van
Interlaken, of aan den president van de
Zwitsersche republiek. Neen, ik word
niet boos, maar het stemt mij toch bit
ter, dat terwUl nog geen drie maanden
geleden een hooge autoriteit te Haarlem
zelf gezegd heeft: iedere komma, ieder
vraagteeken in Fldelio's beschouwingen
is waar, nu maar zoo klakkeloos aan
mUn oprechtheid getwyfeld wordt.
Maar genoeg. Ik ga voort met mUn
reisverhaal en zal u dus vertellen wat er
dan wel gebeurde, toen Emma Hopma
zoo dringend om' geld vroeg om verder
te spelen en haar man op het punt stond
dat met tegenzin te geven.
Het licht in de speelzaal
ging plotseling uit.
Wat er toen gebeurde is begry'pelyk.
Alle menschen die hun geld vóór zich
op tafel hadden laten liggen, vielen
daarop aan en staken het in den zak. De
eigenaar van de speelbank greep met
beide handen het Ijzeren geldkistje beet,
dat hij voor zich had staan. Gelukkig
was er op dit oogenblik geen geld op de
speeltafel ingezet, anders zou het later
wel buitengewoon moeilUk geweest zyn
uit te maken wat van wie was; geluk
kig ook, dat er in de zaal roode veilig
heidslichtjes brandden, waardoor dc
menschen nog1 iets konden zien. Anders
hadden de zakkenrollers gemakkelijk
hun slag kunnen slaan. Maar driewerf
gelukkig voor Hopma, die nu geen geld
aan zijn vrouw behoefde te geven, want
er kon voorloopig niet verder gespeeld
worden. We hoorden al heel gauw, dat
er kortsluiting in de straatleiding was
ontstaan, die moest worden opgespoord,
maar dat het wel een uurtje kon duren.
En daar het al laat was, werd ons aan
gekondigd, dat de speelbank voor dien
avond sloot.
WU gingen uit de donkere lokalen, die
pas nog „gebaad hadden in een zee van
licht" zooals de romanschryvers dat noe
men, naar huis. Natuurlyk viel er weer
tune" een aangebeden krijgsheld der
Franschen geweest.... de eerste na
Napoleon!
Het was misschien angst die het „an
cien régime" de eenigszins-zonderlinge
gedachte ingaf om den maarschalk te
laten terechtstaan voor een specïalen
krijgsraad, bestaande uit vroegere wa
penmakkers. Daarin hadden zitting de
maarschalken Jourdan, Masséna (prins
van Esslingen), Augercau (hertog van
Castiglione) en Mortier (hertog van
TrévLso) en de luitenant-generaals graaf
Gazan, Claparède en graaf Villate. De
maarschalk Moncey, aanvankelUk ook
in den krUgsraad benoemd, had gewei
gerd en was deswege gestraft met ver
vallenverklaring van al zyn waardighe
den en drie maanden gevangenis.
Michel Ney was een typisch soldaat
van Napoleon. Aan moed en openhartig
heid had het hem nimmer ontbroken,
en van juristerij had hU niet het flauw
ste begrip. Daarom misschien was het
dat hij zich maar geheel overleverde aan
de inzichten van zijn verdedigers, de
advocaten Berryer en Dupin, en de on
bevoegdheid van den krUgsraad, om over
een pair van FrankrUk te oordeelen, liet
bepleiten. Dit had succes. Ongetwijfeld
waren zyn oude krijgsmakkers dankbaar
dat zij er zoo af konden komen. Met
5 tegen 2 stemmen verklaarde de krijgs
raad zich onbevoegd, en reeds den vol
genden dag (11 November 1815) verwees
een Koninklijk Decreet het proces naar
de Chambre des Pairs. Daarmee was
Ney's laatste kans vervlogen.
Het kardinale punt van de acte van
beschuldiging was de voorlezing van de
proclamatie aan zUn troepen te Lons-le-
Saulnier, maar men legde hem boven
dien voorbedachten rade ten laste. Men
trachtte te bewijzen dat hy' deelgeno
men had aan een complot voor den te
rugkeer van Napoleon, dat reeds drie
maanden tevoren beraamd' Was, en daar
in zijn rol met verfynde sluwheid had
gespeeld.
Daarin slaagde men niet. De historie
heeft Ney van zulke eerloosheid vrijge
sproken. ZUn karakter, al zijn daden,
zijn eigen verklaringen en ook de feiten
spreken dit tegen. Ney had een groote
fout begaan, maar hij pleegde haar im
pulsief, in opwinding, in een wilde herle
ving van den ouden geestdrift voor den
naderenden Keizer, onder wiens roem
ryke vanen hij twintig jaar gestreden
had
De historie heeft hem veel vergeven.
De Chambre des Pairs veroordeelde
hem op 6 December 1815 bU groote meer
derheid ter dood, en den volgenden mor
gen werd hU in den tuin van het Palais
du Luxembourg gefusilleerd. Tot het
laatste toe gaf hij geen enkel teeken
van vrees. Hy weigerde zich te laten
blinddoeken, en zijn laatste woorden wa
ren: „Soldaten, doet uw plicht. Leve
FrankrUk!"
Zoo was het einde van dezen grooten
medestryder des groote Keizers.
Van zUn vier kinderen, allen zoons,
hebben er drie in Napoleon Ill's leger
gediend. Twee bereikten den rang van
brigade-generaal. Joseph Napoleon Ney,
prins van de Moskowa, pair van Frank
rijk, stierf in 1857 te St. Germain.
Michel Aloys Félix Ney, hertog van El
chingen, bezweek in 1854, tydens den
Krimoorlog, op Gallipoli. De derde zoon,
Napoléon Henri Edgar graaf Ney, die
na den dood van zijn oudsten broeder
diens titel van prins van de Moskowa
erfde, bereikte den rang van divisie-
generaal, was senator tijdens het Twee
de KeizerrUk en stierf eerst in 1882, op
zeventigjarigen leeftyd.
R. P.
RESTAURATIE
NIEUWE KERK.
Kerkvoogden der Ned. Herv. Kerk
deelen in Haarl. Pred.blad mede, dat zy
ten behoeve van de restauratie der
Nieuwe Kerk van de wUkvereeniging
„Wijk 1155 een gift hebben ontvangen
van 500.
een regenbui. Onder vier parapluies
stapten wU aan paren naar het hoteL
Hopma en zijn vrouw liepen vlak bij ons
en zij hield een lang betoog, waarvan
de slotsom was, dat wanneer zU nu nog
doorgespeeld had, haaf heele verlies zou
zy'n teruggekomen en groote winst nog
daarbij. Ze had namelijk juist opge
merkt, dat het balletje aan één kant wat
plat was, zoodat het vier van de vijf
keer daar en daar terecht moest komen.
„Jawel," zei Hopma. Het kwam mij
voor, dat hU het zei op spottenden toon,
maar de regen kletterde zóó op mijn
parapluie, dat ik er niet voor kan in
staan.
Het Is begrijpelijk, dat mUn lezers we
ten willen, hoe het met Emma's speel
woede afliep. Die kostte Hopma een
mooie japon als prijs voor haar belofte,
dat zij geen cent meer inzetten zou. Tot
haar eer moet ik zeggen, dat zij die be
lofte hield, maar het was dan ook een
bijzonder mooie japon van kant, meen
ik gehoord te hebben, met zwart fluweel
en bont aan den hals.
Dat was zoo dus in orde, tot tevreden
heid van alle partUen. Och, ware de re
gen ook maar zoo gemakkelijk af te
koopen geweest! Helaas, die was onver
murwbaar. Het regende den heelen dag
door. Hij begroette ons met zacht geklet
ter bij het opstaan, hU zong ons een
hymne der natheid voor bij het middag
maal (andere tafelmuziek was er niet)
hij zong ons een slaaplied voor bij het
naar bed gaan. Regen vergezelde ons op
het Thunermeer, by den tocht naar de
Heimwehfluh, zelfs bij het bestUgen (wel
te verstaan per bergspoor) van de Jung-
frau. Het heele berglandschap was
grauw, grijs, mistig, verregend. Natuur
lyk zei Emma Hopma op een avond voor
den derden keer haar veelbeteekenend
„Nou!" Maar toen was Van Stuiteren
er op gewapend. Hij kwam met couran
ten, barometerrapporten en andere on
loochenbare stukken, waaruit duidelijk
bleek, dat het al dagen lang stortre
gende in heel Zwitserland.
De gasten in het hotel slonken met
den dag. lederen dag waren er minder
aan tafel en geen enkele nieuwe kwam
zich aanmelden. De gérant waarde als
een verslagen spook bleek en zwijgend
door de leege kamers en de holklinkende
gangen. Er kwam al gauw een morgen,
dat onze krans heel alleen in de ontbyt-
zaal zat, natuurlijk in gezelschap van
een eeuwig kletterenden regen. Wij had
den toen nog vier dagen voor de borst.
Daar, als nietig hoopje in het midden
van de groote eetzaal, gelijk een ver
dwaalde mier in de woestijn, hielden
wij krijgsraad of wy óók zouden vertrek-
KUNST AAN HET VOLK.
HET WINTER-PROGRAMMA.
Een belangrijk setsoen *27"28 staat
den leden te wachten. Maandag 17 Oc
tober vindt de openingsavond plaats'ln
de Gem. Concertzaal. Daar zal dan op
treden het bekende Parijsehe ensemble
„La Société des Instruments anciens".
Verder biedt het as. winterprogramma
een dansavond van La Argentina, die
te Haarlem voor het eerst zal optreden
en waarvan reeds nu kan worden gezegd,
dat het een der evenementen van bet
seizoen zal zijn.
De tooneelvooTstening derde onder
werp van voortdurende zorg Is ln
voorbereiding. Met enkele gezelschappen
wordt onderhandeld om te komen tot
iets waardevols en iets nieuws op too-
neelgebied.
Dan komt Charlotte Köhler een avond
voordragen waarvoor reeds een interes
sant programma van nieuwe poëzie en
proza van> den laatsten tijd is ontvan
gen en verder zal de vy'fde kunstavond
wordn gegeven door Berthe Seroen en
Willem Pyper.
Het rijdschrift, dat tn belangrijk ver-
grooten vorm begin October zal ver-
schynen als eerste nummer van het sei
zoen '27—*28 zal voornamelijk gewyd zijn
aan de as. architectuurtentoonstelling
van den Kring aarlem van den B. N. A.
MELKPRIJSVERHOOGING
DRIE CENT PER LITER.
WU lezen in de De Avondpost van he
denochtend dat, naar aanleiding van het
meer moeten betalen aan de veehouders
te DenHaag van heden af de straat-
prijs van de melk met niet minder dan
drie cent per Liter zal worden ver
hoogd.
AANRIJDING TE
SANTPOORT.
EEN MAN GEDOOD.
Vrijdagavond ongeveer zes uur reed dé
arbeider van het Provinciaal Ziekenhuis
Hendriks per rijwiel op den Bredero-
deweg nabij Santpoort. De weg is daar
ter plaatse drie Meter breed. Van de te
genovergestelde zUde kwam een vracht
auto van den heer G. Hendriks werd
door de auto aangereden. Dr. De Groot
was direct ter plaatse en constateerde
zware schedelbreuk. H. werd naar het
gesticht St. Joannes de Deo te Haarlem
vervoerd, waar hij hedennacht is over
leden. Hy was gehuwd en vader van
twaalf kinderen.
JUBILEUM H. HARTENDORP
Zooals wij meldden herdacht heden de
heer H. Hartendorp, portier aan de gas
fabriek alhier, den dag waarop hy vóór
25 jaar in functie trad bij de gasfabriek
te Haarlem.
Hy werd waardeerend toegesproken
door den directeur der gasfabriek, den
heer J. A. A. Ochtman en, namens het
personeel, door den onderdirecteur, Dr.
A. J. den Hollander. De laatste bood
den jubilaris namens het personeel van
het gemeentelijk gas- en electriciieits-
bedrijf een schemerlamp aan en een hor
loge met inscriptie.
Voorts werd nog het woord gevoerd
door den heer C. van de Haar, voorzitter
van den Neutralen Ambtenaarsbond en
door een der hulpportiers, die den heer
Hartendorp met een toepasselijk woord
een mand fruit overhandigde.
De jubilaris dankte voor de vriende
lijke woorden hem toegesproken en voor
de geschenken.
Hy' bracht verder den dag in den fa
miliekring door.
ken of de week uitblijven op hoop van
beter weer. De vergadering duurde een
uur en kwam niet tot een vast besluit.
Er waren er, die dadelijk; wilden ver
trekken en de overblijvende drie dagen
doorbrengen in Keulen en Dlisseldorf.
„Daar regent het even hard," zei van
Stuiteren na raadpleging van zUn papie
ren, Anderen wilden regelrecht naar
huis. „Daar is het niet beter," verze
kerde onze leider. Besloten werd, dat hij
den gérant zou raadplegen om te weten
wat die er van dacht.
Toen kwam er plotseling een omme
keer in de stemming, want de gérant
had niet onduidelUk laten blijken, dat
hij maar liever wou, dat wij vertrokken.
Acht menschen waren te duur voor een
groot hotel. Als wU weggingen dacht hij
maar te sluiten. Dat was toch altijd
nog goedkooper.
Maar toen draaide de stemming om
Wat verbeeldde die gérant zich wel!
Van Stuiteren had toch een afspraak
gemaakt voor een week en die overeen
komst moesten beide partUen toch na
komen. De wanhopigste regen vluchters
zeiden: „nu blijven wU!" Nog drie dagen
zetten wy tegen den triestlgen regen
een triestig gezicht. Toen was onze tUd
om en gingen we cp de terugreis.
Juist op het oogenblik dat wij den
drempel var: het hotel overschreden,
uitgeleid door den gérant, die correct
bleef, tot het laatste moment, brak de
zon, die wij haast vergeten waren, door
de grijze regenwolken heen. En gedu
rende de heele reis bleef dat zoo. Ei-
waren er die daarover pruttelden, maar
weldra was de goede stemming terugge
keerd, omdat er toch ook vreugde ligt
in de weerkomst naar huis. En toen wy
afscheid namen aan 't station te Haar
lem, waren alle kleine moeilUkheden
vergeten. Maar op 't laatste moment
vroeg van Stuiteren:
„Wanneer en by wie Is de volgende
kransavond?"
„Voorloopig niet. We hebben elkaar
nu veertien dagen achtereen gezelschap
gehouden. Die kransavond kan wach
ten".
Het was Wouter, dié sprak. En dezen
keer was ieder het met hem eens. Op
eens voelden we allen den humor, die in
het antwoord lag en met een algemec-
nen schaterlach ging iedereen naar
huis.
FIDELIO.