HAARLEM'S DAGBLAD GEMENGD NIEUWS. WAAROM IS IJSLAND EEN MERKWAARDIG OORD? ZATERDAG 15 OCT. 1927 Een stad met één inwoner In 1891 werd In Brltsch Columbia niet Ver van de Noord-Amerikaansche grens koper aangetroffen, dat goud bleek te bevatten. Een zwerm fortuinzoekers streek natuurlijk neer op de streek. Eenige Jaren later waren reeds hon derd duizend arbeiders in de grootsche omgeving van het Rotsgebergte geves tigd en hadden er een stad gebouwd. Kerken zoowel als dancings verrezen al spoedig er waren luxueuse hotels en de vrijmetselaren hadden er een loge. Houten villa's stonden aan de breede wegen. Een der rijk geworden mijnwer kers werd burgemeester. De Noord-Amerikaansche pelsjagers, Jaloersch op den voorspoed van de nieuwe stad beschoten haar en deden aanvallen op reizigers in de nabijheid. De zeden van de Far West waren dus nog niet geweken voor beschaving. Toen de oorlog kwam groeide de stad dubbel zoo hard. Koper werd bijna meer waard dan zilver. Lieden die de stad binnen gekomen waren zonder een cent te bezitten werden millionaire. Toen de vrede kwam, konden de kos ten de exploitatie van de kopermijnen niet meer dekken, en de stad werd ver laten. De mijnwerkers emigreerden in En nu ligt de stad eenzaam en ver laten in de woeste Rocky Mountains. De huizen, haastig en onsolied gebouwd, storten in. Het gras schiet te voorschijn tusschen de straatsteenen en het woud, dat wijken moest voor de bouwmeesters der stad, begint het verloren domein te hernemen. Het publiek, dat 's nachts op straat is, bestaat uit beren en her ten. De stad draaft den eigenaardiger! naam van Phoenix, en er is nog slechts éen persoon, die in dien naam gelooft. Een zaam woont nog één enkele man in de verlaten stad, een oude mijnwerker, die gelooft dat de stad, gelijk de legendari sche vogel, wiens naam zy draagt, uit haar assche zal herrijzen. De hondenrennen en dierenmishandeling. 'Het lid van het Lagerhuis Bromley heeft schriftelijk aan Joynson Hicks ge vraagd of de minister wist, dat de nieuwe rage voor rennen met windhon den aanleiding gaf tot dierenmishan deling vooral bij de hindernisrennen. De minister heeft geantwoord dat zulks hem niet bekend was, doch dat ieder burger er voor de rechtbank een toetsge- val van kon maken. Bromley heeft nu aangekondigd zijn vragen, door feiten gestaafd, in het Lagerhuis zelf te zullen hertialen. Zooals men weet wordt bij de hon denrennen een mechanisch voortbewo gen haas gebruikt Voor den man de vrouw. Lady Iveagh, de echtgenoote van den nieuwen lord Iveagh die tengevolge van zijn verheffing tot pair zijn zetel in het Lagerhuis verliest, is gisteren door de Conservatieve Kiesvereeniging te Southend candidaat voor den zetel van haar echtgenootgesteld. Het is in het Engel sohe parlement reeds meer voorgekomen dat een vrouw haar man opvolgde. Lady As tor werd lid voor Plymouth, toen haar echtge noot tot pair verheven werd. Mevrouw Wintringham volgde haar man bij zijn dood op en mevrouw Philipson won den zetel dien haar man door een techni sche onregelmatigheid bij de verkie zingen had verloren. WILLIAM LE QUEUX, de overleden Engelsche r manschrijver. Je moet 't maar treffen. Twee firmanten in de bekende uitge versfirma Cope and Fenwick te Londen, die te Falmouth hun vacantie doorbren gen, zijn toen zij van een autotocht naar Dartmoor terugkeerden en twee voor bijgangers naar den weg vroegen, een zeer onaangename ervaring rijker ge worden. De lieden die hun den weg hadden gewezen, schijnen het vreemd té hebben gevonden dat twee vreemde lingen zoo laat op den weg waren. Zij waarschuwden althans telefonisch de politie, die het tweetal aanhield en hen aan een kruisverhoor onderwierp, om na te gaan of ze soms iets meer wisten van den moord op den veldwachter Gutte- ridge uit Essex. Kun verweer, dat zij argelooze vacantie-toeristen waren werd niet geloofd. „Wie gaat er nu in Octo ber met vacantie?" merkte de politie man op. Na geruimen tijd in het po litiebureau vastgehouden te zijn slaag den de twee er ten slotte In het bewijs van hun onschuld te leveren. Zij heb ben zich echter voorgenomen voortaan hun vacantie eerder te nemen. De val van de rotsen. Bij Dael is en bouwer, die met zijn auto was uitgereden om de werkzaam heden aan een huis in aanbouw na te gaan op 'n punt waar de weg dicht langs het strand lcopfc, van een 150 voet hooge rots in zee gestort. De auto viel met een doffen slag op het rotsige strand en werd geheel vernield; de bouwer, Ken neth genaamd was op slag dood. De dagelyksche dracht.. Eert schoone IJslandsche. Hel lange mooie haar is een bezit waar de IJslandsche trotsch op is. De IJslander is ondanks zijn zakelijke, stoere karaktereigenschappen, die hij verwierf in een gestagen harden strijd om het bestaan een menschelijk pro duct, waarin nog iets van het Romanti sche, Keltische bloed van de sagen stroomt. Zoo althans ziet R. Pape Cowl de man die belangrijke werken over IJsland en IJslandsche cultuur heeft gepubliceerd den IJslander. En dat is niet alleen zoo, omdat hij de robuste nakomeling is van een sterk en oud ge slacht, doch omdat hij en de zijnen, de eenzamen zijn op het groote eiland. Doch er is ook nog een derde, een klassieke omstandigheid die den IJslan der een voornaam cachet verleent. Zij hebben het contact met hun „gouden" verleden niet verbroken omdat zij en dat is eenig in de geschiedenis van Europeesche vol ken, de taal spreken van de 12de eeuw, de boeken lezen van die eeuw, en de poëzie schrijven in den klassieken vorm van dien tyd. De taal die een dui zend jaar geleden alle Scandinavische volken spraken, het oude Noorsch is de taal van IJsland. Zelfs een kind kan de oude IJslandsche sagen uit de 12de eeuw, zonder noemenswaardige moei lijkheden lezen. Vele IJslanders zijn ook uitstekende vertellers van sagen. Zy schijnen door alle banden waarmee zij vastzitten aan een beroemd verleden een talent te heb ben om dat verleden fantastisch maar mooi te zien en mooi te doen herleven. De bevolking van IJsland (95000 zie len) is dun verspreid over een uitge strektheid, die aanmerkelijk grooter is dan Ierland of Schotland. Op iedere 10 vierkante kilometers on geveer 9 menschen! Dat is waarlijk niet veel. Doch dit is slechts een gemiddelde. Want het binnenland van IJsland, om het zoo maar eens te noemen is hoog, bestaat uit ruwe bergen, is bedekt met gletschers, lavavelden en zelfs moerassen en uitgestrekte verlaten woestenijen. De bewoners hebben zich, zooals het ge meenlijk in dergelijke landschappen gaat geconcentreerd in de valleien en lage landen by de kusten. Doch zelfs daar is het land nog vry dun bewoond. Uitge zonderd in Reikjavik dat 18000 inwoners heeft. Een oud, sterk en mooi ras op ouden grond. GELUKKIG LAND VAN DILIGENCE EN CENTRALE VERWARMING! Een JJslandsch melkmeisje op haar morgenrit. een landelijke idylle. In den regel zyn de vrouwen en man nen van IJsland blond en blauw-oogig. Doch vrü veel ziet men een combinatie van zwart haar en licht blauwe oogen. De mannen zyn groot en welgevormd. Robust en rustig. De vrouwen zyn ge zond. frisch en over het algemeen regel matig en goed gevormd. De mannen kleeden zich vrywel geheel zooals de be woners van West-Europa dat doen. Doch de vrouwen toonen grooter aanhanke lijkheid voor het klassieke nationale costuum. „De vrouw op haar Zondagsch" draagt een jak, meestal in donkere tin ten gehouden en daarbij een hemd. dat hoven hét jak uitkomt, en in kleur er bij hoort. Op het haar dat in lange dikke vlechten neerhangt, draagt de IJsland sche een zwart fluweelen kap met tres sen. Trouwens de vrouwen van IJsland hébben mooi haar. Zy zouden dat niet graag opofferen voor de geneugten van 't bobbed hair. Groote antieke; en artistieke waarde heeft het feestcostuum (het heet: up- phlutur of skantbuningur). De kap is er het hoofdbestanddeel van (ditmaal in letterlijken zin!) Deze bestaat uit een hoogopgemaakte wit linnen haartooi die van voren vastgehouden wordt door een prachtigen breeden gouden band. Het vest en bijbehoorend hemd, zijn ryk be werkt. Op de wegen ziet de toerist veelal karovanen van ponies en paarden. En daarbij loopen dan de ouderwetsch-uit- gedoschte vrouwen. De kleine paardjes zyn belast met groote pakketten. De wegen zijn tram- en treinvry. Geen wonder dat men zich af en toe in de middeneeuwen teruggekeerd waant! IJsland heeft geen spoorwegen en men doet dan ook werkelijk het beste den rug van de gedweëe pony voor lief te ne men. Het dier zal u veilig, zij het lang zaam langs de slingerende wegen voeren. Toevalliger wyze komt ons juist een berichtje uit een Fransche Courant on der het oog, waarin staat dat er sprake van is dat in de volgende lente IJsland zijn eerste spoorweg krijgt van 80 K.M. lengte! Die zal 8 millioen francs moeten kos ten. En zegt het Fransche blad er by in afwachting daarvan bedienen de IJslanders zich nog maar steeds van de diligence. Dit gelukkige land, dat geen gevangenissen en politieagenten kent, bezit wel het- moderne' voorrecht van een alleruitmuntendste centrale verwarming I De geysers, de immense spuitfonteinen zorgen daar wel voor. En zy zyn meteen de bezienswaardig- j En de feesttooi. Nog een dochter van IJsiand, met wit linnen kap en gouden hoojdband. heid van het eiland. De IJslanders, zoo besluit de Fransche journalist, heb ben weliswaar het warme water niet uit gevonden, maar zy weten zich er dan toch maar goed van te bedienen! Schapenfokken en visschen zijn de voornaamste bezigheden van de IJslan ders. De laatste tak van nijverheid om vat zelfs 65% van de bevolking. De kusten van het eiland zijn zeer vogel rijk en de wateren herbergen groote hoeveelheden visch, die een evengroote economische waarde vertegenwoordigen. Daarnaast zyn de machtige watervallen en heete bronnen belangryke bronnen van welvaart en rykdom. De lezer zal wel inzien dat by een dergelijke „voorraad" voor handenarbeid er menschen te kort komen. Want zoo als gezegd, de bevolking is dun zaaid over IJsland. Het is daarom een heel gewoon plaatselijk verschynsel, dat de geestelijke van een gemeente ook boer is en wellicht ook, postdirecteur. En de schoolmeester vindt het heel normaal als hy in zyn vacantie en vrijen tyd de handen uit de mouwen steekt, om de hooioogst binnen te halen, of zelfs bereid is om de vis- schers op hun booten by te staan. En u moet ook maar niet verwonderd zyn als u ontdekt bij een bezoek aan IJsland, dat de bankdirecteur die uw financiën behartigt de eerste acteur is van het stedelijk schouw tooneel. Ondanks deze merkwaardige verhou dingen hebben zonen en dochters van het eiland kans gezien om zioh in wetenschap of kunst dermate te speciali- seeren dat zy er naam mee maakten. IJsland heeft zelfs in tijden van geeste lijke depressie belangryke figuren voortgebracht op het punt van litera tuur, philosophic en schilderkunst. Einar Jónsson is één van de grootste leven de beeldhouwers van dezen tyd. Hy is een man van Reykjavik.... Hier lezer hebben wy u een idee ge geven van wat IJsland typeert en den IJslander merkwaardig maakt. In een volgend artikel iets over andere be langwekkende zaken die IJsland be treffen, en die vele zyn! Andersen en Heine. Helnrich Heine en Hans Christian Andersen hebben elkaar in hun leven een paar maal ontmoet. Andersen stelde er een groote eer in, in het buitenland met vooraanstaande persoon lijkheden kennis te maken. Uit zyn dagboek blijkt dat het hem dan ook gelukt is. met een groot aantal belang ryke tydgenooten in aanraking te ko men. Een dergenen, die Andersen by'- zonder gaarne wilde ontmoeten, was Heine. Het eerst troffen zy elkander in 1 op een letterkundige club te Parys. Andersen was toen 28. Heine 36 jaar oud De Kopenhaagsche bibliothecaris Chr. Behrend beschrijft in de „Nationalti- dende" de ontmoeting naar Anderen's dagboek: De Deensche dichter riep onmiddel- lyk uit: „Niemand heb ik hier liever willen ontmoeten dan u". „Dat zegt u maar", glimlachte Heine, „als u werkelijk zooveel belang in my stelde, had u mij wel eens eerder be zocht". Andersen verontschuldigde zich er mee te zeggen, dat hy steeds gevreesd had, geen goeden indruk op Heine te maken en in zijn dagboek voegt hy daaraan toe: Mijn woorden hadden een gunstige uitwerking. Hij was buiten gewoon vriendelijk en hartelijk. Reeds den volgenden dag bezocht- hy my in myn hotel. Wy spraken daarna nog meermalen af en gingen vaak wandelen langs de boulevards. Maar toch was er toen nog geen vertrouwelijkheid tus schen ons en ik voelde nog niet die hartelijke toenadering, waartoe het later gekomen is. By het afscheid gaf Heine Andersen een paar vriendelijke regels mede. In 1843 zagen zy elkander ten tweede male te Parys. Andersen heeft daar over in zyn dagboek het volgende ge schreven: „Ik trof hem eenigszins ly- dend aan, maar toch vol energie en zoo vriendelijk jegens my, zoo onge dwongen, dat my ditmaal niets weer hield my geheel aan hem voor te doen, zooals ik was". Andersen werd aan Heine's vrouw voorgesteld en terwyl de laatste speelde met een troepje buurkinderen, schreef Heine voor Andersen zyn gedicht: „Ein Lachen und Singen, Es blibzen und gauketa", Andersen's aanteekeningen worden nog aangevuld door hetgeen bekend geworden is over den indruk, dien hij zelf op Heine maakte. Andersen sprak by het eerste be zoek Duitsch. Daar hem dit niet be paald vloeiend afging, stelde hy zelf voor liever Fransch met elkaar te spre ken. Ook daarmede vlotte het echter niet byzonder en de Deen kon zich slechts met moeite uitdrukken. Daarop vroeg Heine allervriendelijkst: „In welke taal wenscht u zich vervolgens met my te onderhouden, monsieur Andersen?" Andersen geraakte buiten zichzelve over deze spottende opmerking. Over datzelfde 'bezoek zegt Heine van Andersen, dat deze op hem den in druk maakte van een kleermaker, en inderdaad zag Andersen er geheel zoo uit. Een lange schrale man met een hol ingevallen gezicht, angstig in zijn optreden en onderdanig, zooals vorsten dat wenschen. Daaraan heeft hij ook het gunstig onthaal te danken, dat hem by alle vorsten ten deel is gevallen. Andersen was zeer trotsch op zyn vorstelijke relaties. By zyn eerste be zoek aan Heine droeg hy een groote dasspeld op de borst. Op Heine's vraag wat het voor sierraad was, antwoord de de Deensche dichter zalvend, dat het een cadeau was, dat Hare Hoog heid, de Keurvorstin van Hessen hem wel allergenadigst had willen vereeren. Overingens, voegt Heine er aan toe, achtte hy Andersen's karakter zeer hoog. Om een Friesche kist. Het dorpje East Derham in Nor- folkshire is in heftige beroering ge bracht door een Amerikaansch bod van 1000 pond voor een antieke Friesche be werkte kist, die in de parochiekerk als altaarstuk wordt gebruikt. De kist is af komstig uit de bouwvallen van het oude kasteel der Howards, hertogen van Nor folk, in Buckenhara en staat reeds eenige eeuwen in de kerk. De dominee en de ouderlingen kunnen het geld goed gebruiken voor restauratie der oude kerk, maar een deel ran den gemeente raad en der parochianen is tegen ver koop tot iederen pry's. Een ruwharige herder. Eerste prijswinner wiens optimistische lijfspreuk is: „Pluk den dag." Een zeer geheimzinnige moord. Te Merxem by Antwerpen heeft zich een voorloopig nog geheimzinnig drama afgespeeld in de woning van een be kenden aannemer van bouwwerken. De aannemer zou zich, volgens de eerste ver klaringen van zyn vrouw, om een on bekende reden twee kogels in het hoofd hebben gejaagd, maar het parket, dat ter plaatse kwam, liet de vrouw, op grond van zekere vermoedens, arrestee ren. Tydens het bezoek van het parket on derzocht een politie-officier het wapen, een revolver van klein kaliber, waar mede de aannemer zelfmoord zou heb ben gepleegd, toen plots een schot af ging en den ambtenaar doodelyk ver wondde. Kort na zyn overbrenging in het ziekenhuis van Antwerpen is hy •verleden. Tornado, orkaan en typhoon. Maar al te vaak Is de wereld in den afgeloopen onheilszomer door natuur rampen bezocht. Typhoons in China en Japan, tornado's in Amerika, orkanen overal. Zoo gemakkelijk, zonder er by na te denken, spreken wij deze woorden uit, zonder dat wy eigenlyk recht weten, waar ze vandaan komen. B.v. het woord tornado. Men leidt dit vaak af van het Latynsche „tornare", aldus de Tel., dat draaien beteekent. Doch naar alle waarschynlijkheid is deze afleiding onjuist. Want het woord is tegen het einde der zeventiende eeuw uit Spanje tot ons gekomen, waar het door de zeelieden als aanduiding van byzonder hevige stormen werd gebe zigd. Het Spaansche woord was oor- spronkeiyk „tonado" en duidde op een met onweer gepaard gaanden storm, zoodat het klaarblijkelijk van het La tynsche „tonare", donderen afkomstig is. Eerst later leidde de foutieve opvat ting over de afleiding van het Latynsche „tornare" tot de inlassching van de „r" in tonado, waardoor ons huidig tornado ontstond. Ook het woord orkaan komt uit het Spaansch; het werd afgeleid van het Spaansche woord „huricano". Laatstge noemd woord was door de Spanjaarden op hun beurt uit de taal der Caraïbische Indianen overgenomen, die de geweldi ge stormen langs hun kusten met het woord „huracan" bestempelden. Het woord typhoon, dat voornamely'k voor de stormen in de Japansche en Chineesche zeeën wordt gebezigd, geldt meestal voor Chineesch. In waarheid echter is het afgeleid van het Griek- sche „typhon", dat wervelstorm betee kent. Door de Arabieren werd „tyiphon" in „toefan" gewijzigd en door de Arabi sche zeevaarders, die in dien overouden tjjd zich reeds langs de kusten der ge- heele toenmaals bekende wereld waag den, voor de stormen in het Verre Oos ten gebezigd. Vandaar de meening, dat het woord eigenlyk Chineesch zou zyn, welke foutieve opvatting steun vindt in de toevallige omstandigheid, dat „ta" in het Chineesch groot en „fang" storm beteekent. Over dansen dat steeds moeilijker wordt. Het dansen zal den komenden winter stijlvoller en als gevolg daarvan moel- lyker zyn, wanneer de „walk" de ge wone looppas, die de laatste jaren in vele danszalen voor danspas is doorge gaan, naar het 'zeggen der experts, ver dwenen zal zyn. De directeuren der Londensche dans zalen zoeken thans het geheele West End af voor bekwame leeraren en leeraressen aan wie hoogere eischen dan ooit gesteld zullen worden. Ook de beroepsdanspartner zal een strengere proef moeten doorstaan, voordat hij of zy geëngageerd wordt. Zco had Santos Casani, de bekende Londensche dans- leeraar voor eenige dagen groote moeite met het uitzoeken van een twaalftal pa ren, die tijdens de wintermaanden, wan neer de Yale-Blew één der populair ste dansen belooft te worden, als in structeurs en partners zullen optreden in het Royal Opera House in Covent Garden. Hierover zeide Mr. Santos Casani in het interview met een verslaggever van de Daily Mail: „Oschoon er duizenden de dansscho len hebben doorloopen, is het toch heel moeilijk personen te vinden, die ge schikt zijn dansonderwys te geven. Ve len van hen mogen al in staat zyn om zelf uitstekend te dansen, maar dit staat neg niet gelyk met het opleiden van leerlingen, vooral nu het publiek over het algemeen een veel hooger standaard wenscht dan in vroeger ja ren". Volgens Casani zyn de voornaamste vereischen om goed dansonderwijs te geven: takt: persoonlijkheid; bescha ving; natuurlyke gratie van beweging en een absolute beheersching der tech niek. Hoe kan ik nog rustig eten. (Van onzen Londenschen correspondent). Het begon indertijd met het troepje Weensche meisjes, een keur van Mizi's dat ons maal van soep tot koffie „mu zikaal illustreerde" (zoo heet het tegen woordig). Toen kregen wy rood gejakte Tziganen of wy hadden hen aL Voor de afwisseling waren er ook wel eens orkesten, te sterk bezet voor een eetzaal, maar geriefelijk voor hen die moeite hebben geruischloos te eten, die ons onthaalden op ouvertures van Wagner of op Mozarts tooverfluifcmu- ziëk. Een sopraan of tenor plaagde by- wylen onze ooren, die niet zoo naar melodie stonden als een tong naar een smakelijk maal stond. De jazz-bende vroeg niet elleen aandacht voor onze ooren maar ook voor onze oogen. Al etend volgden wy de slangachtige be wegingen van quasï-Argentijnsche dan sers of de crimineele dansbewegingen van leden der Parijsche onderwereld. Toen de Charleston kwam konden wij alle opvoeding ten spijt niet langer stil aan tafel blijven zitten. Wij dan sten meer dan wy aten. Dit alles gaat voorbij. Wij zullen weer stil aan tafel gaan zitten maar niet kunnen eten; want een Lon- densch hoteleigenaar heeft 'gezegd dat hy er mee zou beginnen mannen van het slag van een Casals, een Pach- mann, een Kreisler gaan nu ons oor sfcreelen op dat belangrijk uur, waarin de inwendige mensch bevrediging be- hooft. Alleen de grofste natuur zal onder zulke omstandigheden voor vork en lepel den weg weten te vinden naar den mond. De hotelhouder verontschuldigt zich op de redeneering dat hotels ge dwongen zyn geworden hun restaurants om te zetten in gelegenheden voor openbaar vermaak, daar ze als gastro nomische tempels puur en simpel niet meer kunnen floreeren. Mrs Grayson, da volgende eandidaat voor een vlucht over den Oceaan. Steun voor vliegclubs. Het Brrtsche ministerie voor Lucht vaart heeft vier nieuwe clubs voor lichte vliegtuigen te Bristol, Norwich, Not tingham en Schotland betrokken in haar subsidie-schema, waarvan reeds een aantal vliegclubs in Engeland ge nieten. Het bericht is met vreugde ontvangen door diegenen, die heil zien in de in stelling van een goede reserve aan Britsche vliegers, voor welk doel die vliegclubs bestaan. Het oorspronkelyke plan was de vliegclubs 2000 pst. te ge ven voor aanschaffing van vliegtuigen en uitrustingstukken, 1000 p.st. voor onderhoudskosten in het eerste jaar cn een zelfde bedrag in het tweede jaar, en de helft van de kosten f 2000 p.st. niet te boven gaande, verbonden aan herstel of vervanging van gebroken ma chines. Van 1 Augustus van dit jaar af is dit subsidie-stelsel ten gunste der vliegclubs verbeterd. De regeering be taald nu ook 50 p.st. aan elke club voor eiken vlieger die het brevet A of B haalt. Deze vliegbeweging blijkt succes te hebben. Want zelfs zyn in verscheide ne plaatsen vliegclubs opgericht, die om haar status niet voor subsidie in aan merking komen maar die toch met goe den uitslag vliegers kweeken. De lief- hebbery is grooter dan men had ge dacht en breidt zich zoo uit, dat het subsidie-schema ze niet meer kan om vatten. Merkwaardig is dat het aantal vrouwelijke aspiranten voor vliegbre vetten grooter is dan het aantal man nelijke,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 11