VOOR DE LUISTERVINKEN
Wfl
Haarlemmer Halletjes.
BINNENLAND
IJI -
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 15 OCT. 1927
DERDE BLAD
Onze Radio Rubriek.
Hallo! Hallo!
Nuttige wenken.
Aardverbindingen.
Op het door mij gehouden spreekuur,
hetwelk voor de abonnés van Haarlem's
Dagblad lederen Dinsdagavond van 8—10
uur gratis wordt gegeven, bleek mij, dat
zeer vele fouten, welke men meende aan
het toestel moesten worden toegeschre
ven, niets anders was, als een met te wei
nig zorg gemaakte aardverblnding. Velen
zeiden mij dan ook, dat ze hierover nooit
hadden nagedacht en als er maar een
verbinding met „aarde" was, de zaak in
orde was. Dit nu is geheel onjuist, en
hoewel ik reeds eerder hierover schreef
in andere bladen, komt het me zeer be
langrijk voor, hierop nog eens goed den
nadruk te leggen, dat een goede aard-
yerbinding noodzakelijk is.
De meest voorkomende fout, die men
altijd weer begaat, is wel, het gebruik van
draad met verschillende doorsneden. De
practijk heeft bewezen, dat een scnakee-
ring in de draaddikten der geleidingen
van zoo een groot nut is. Zoo moet de an
tennegeleiding dubbel- en de aardverbin-
ding ongeveer drie maal zoo dik zijn als
de antenne zelf. Minder dikwijls, maar
toch nog vaak genoeg ziet men te lange
aardverbindingen en de in de derde
plaats gemaakte fout is een slecht con
tact op de verbindingsplaatsen, Alleen
het wikkelen van den draad om de blank
geschrapte waterleidingbuis geeft geens
zins een goed contact; in liet begin mis
schien wel, doch later, wanneer de buis
en geleidingsdraad soms geoxideerd zijn,
evenwel niet. Een werkelijk duurzame
verbinding wordt slechts verkregen door
een goede soldeering. welker bewerking
zich evenwel meestal slechts moeilijk laat
uitvoeren. Om deze moeilijkheden te ont
gaan, heeft men buisjes geconstrueerd,
welke de op tyze plaats geheel blank
geschraapte buis vast omknellen, en met
schroeven aan den draad worden ver
bonden.
Hoewel zoo'n buisje ook de soldeering
niet geheel kan vervangen, is ze in de
meeste gevallen toch voldoende.
Om den kortst mogelijken weg te kun
nen nemen, wordt dikwijls de aardver-
binding aan den vloerkant of in den
unallen reet tussehen de planken ge
stopt, daar kan ze ook onder drempels
zóó aangelegd worden, dat ze noch stoort
noch heelemaal zichtbaar is. Ondertus-
schen bieden ook licht, gas- en water
buizen bruikbare verbindingen. Hierbij
blijft een proefneming aanbevolen. Bij
zonder voorzie!; z;j men met de licht-
leiding, daar hierbij reeds dikwijls kort
sluitingen voorkwamen. Door tusschen-
schakeling van een goeden met glas ge-
isoleerden blokcondensator wordt dit
voorkomen.
Bij de veiligheidsaardverbinding gel
den dezelfde Voorwaarden alleen moet
men als het eenigszins mogelijk is, de
verbinding niet ver door bewoonde ver
trekken leiden. In de steden behelpt men
zich meestal hiermee, dat men de regen-
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
De Haarlemsche gemeenteraad was
sedert het optreden van den heer George
Oversteegen een kijkspul geworden,
maar de aardigheid gaat er alweer af.
Dit was te voorzien. Zoolang hij den
paljas uithing door op klompen en met
een hoogen hoed te verschijnen of de
Raadszaal te beschouwen als de meest
geschikte plaats om een boterham te
eten, was de tribune tot de laatste
plaats bezet, maar toen die grappen
niet doorgingen raakte de aardigheid er
a.f en vielen er gaten in de rijen der
getrouwen. Het is voor onzen George
een moeilijke positie. Grollen blijven
veVkoopen in een vergadering van ove
rigens ernstige menschen is zoo heel
gemakkelijk niet: je kimt er wel mee
beginnen, maar volhouden is wat anders.
Op den duur moet hij kiezen tussehen
de vergadering en de tribune en er be
staat goede hoop, dat hij aan de eerste
de voorkeur zal geven, al zal hem dat
vast en zeker bij de eerstvolgende
Raadsverkiezing zijn zetel kosten. Wie
geen malligheden blijft zeggen of doen.
kan op den duur de aanvoerder van
kinderachtige dwarsdrijvers, die samen-
geharkt zijn onder de negatieve leus van
stemdwangbestrijding, niet zijn.
In de laatste Raadsvergadering heeft
een ander nieuw lid, de heer de Breuk,
kans gezien om met een redevoering van
een paar minuten een som van tien
duizend gulden voor de Haarlemsche
gemeentekas te redden. Dat sommetje
werd voorgesteld tot verbetering van
voetpaden in het voormalig Heemstede,
die slecht in orde heetten te zijn. De
heer de Breuk was evenwel gaan kijker
en vond den toestand volstrekt zoo
slecht niet. De verbetering kon best ui:
den post van gewoon onderhoud gebeu
ren.
Al deze bijzonderheden zijn in het
raadsverslag en in de beschouwing daar
over vermeld. Ik zal er maar geen re
kensommetje van gaan maken en zeg
gen. dat een besparing van tienduizend
gulden in een rede van vijf minuten
(reken het debat er bij dan is het twintig
minuten) op zijn minst een bezuiniging
geeft van vijfhonderd gulden per mi
nuut. dat Ls per uur dertigduizend gul
den en per normalen Raadsvergade
ringsdag van vier uur honderd twintig
duizend gulden. Zoo doorgaande zou
den wij, de begroo'tings vergadering
berekenende op tien perioden van
elk vijf uur gemiddeld, vijftig maal
dertigduizend gulden kunnen bezuini
gen of wel anderhalf millioen, waardoor
Haarlem plotseling een van de goed
koopste gemeenten in den lande wor
den zou. Verondersteld dat de heele
Raad zijn uiterste best deed om te be
zuinigen.
Maar denkelijk zou dat niet lukken. Ik
herinner me, dat een van mijn beken-
waterbuis gebruikt en deze door een dik
keren draad met de waterleiding in den
kelder verbindt. Wil men nog meer ze
kerheid hebben en ook het soldeeren ver
mijden, dan gebruikt men een doorloo-
pende aardverblnding, die men door het
keldervenster binnenvoert en het uit
einde met een steen in de waterput heeft
laten zakken.
Op eigen grond of op het platteland
zal men liever voor een bijzondere aard-
verbinding willen zorgen. Op een daartoe
geschikte plaats is spoedig een ongeveer
1 a 2 M. diep gat gegraven, waarin een
met cokes of z.g. slakken gevulde emmer
of groote metalen kop gestopt wordt.
Een goed aangesoldeerd, zoo sterk mo
gelijk stuk koperdraad vormt de verbin
ding met de bovengrondsche geleiding
De „slakken" bezitten de eigenaardigheid
de vochtigheid uit den bodem op te zui
gen en zoodoende voor een goede aard-
verbinding te zorgen. Is de grond niet
al te droog dan is het ook voldoende
een ongeveer 1.50 M. lange ijzeren of ko
peren staaf in den grond te slaan en met
den afleidingsdraad door middel van een
schroef met moer goed geleidend te ver
binden.
Eens las ik van een amateur die iets
zeer origineels gevonden had om een
goede aavdverbinding te verkrijgen. Al
lereerst had hij een gat van 1 M. diepte
gegraven en daarin laten zinken een in
strument hetwelk hij vervaardigd had
uit twee oude ijzeren borden. Tussehen
deze beide borden was in gespannen toe
stand een matrasveer, door van boven
en van onderen deze beide borden te ver
binden met een touwtje. Aldus.
De eigenaardigheid nu is, dat na eeni-
gen tijd de touwtjes verrotten en de
beide borden door den gespannen ma
trasveer uit elkander gedreven worden
en zoodoende op zeer origineele ma
nier een goede aardverbinding waar
borgen.
Bij al deze beschermings-aardverbin-
dingen is vooral hierop te letten, dat
in den draad zco weinig mogelijk hoe-
ken en bochten voorkomen; in elk geval
zijn scherpe rechte hoeken te vermij
den. Om het halfweg langs het ven
ster aangebrachte verbindingsbuisje te
gen oxydeeren te beschermen, kan men
een zoo dicht mogelijk sluitend be
schermkapje daarover hangen. Het
kleine ongerief van het telkens afne
men moet men op den koop toe ne
men, als men den invoer niet direct
ach'ter het venster aan den zijwand wil
aanbrengen.
den. een jongeling die pas van de H.
B. S. kwam, zich op het verzekerings
bedrijf geworpen had en op een morgen
uitging om te trachten zijn eersten post
af te sluiten. Hij wist dat zijn oom, die
pas getrouwd was een verzekering op
zijn overlijden wilde aangaan. „Kom
maar eens by me praten, neefje." had
hy gezeid. En daar stapte neef naar
oomlief toe. Onder een kopje koffie
en een cigaret werd de zaak besproken
en binnen het halfuur was ze beklonken.
„En wat heb je daar nou aan ver
diend?" vroegen ze hem thuis, toen hy
fier en trotsch op zyn eerste succes dien
middag aan tafel kwam.
„Precies honderd gulden".
„Daar moet ik precies een maand
voor werken", zei zijn broer die klerk
op het Stadhuis was, met een zucht.
„En hoeveel tijd heb je daaraan be
steed?" vroeg zyn zuster, die middel
baar wiskunde studeerde en alles be
cijferde wat haar maar onder de aan
dacht kwam.
„*k Ben een half uur by oom geweest",
zei de man van de verzekering.
„Reken dan eens uit", zei zus. „Hon
derd gulden in een half uur is twee
honderd gulden in een uur. Je begint
zeker 's morgens te negen uur en werkt
door tot twaalf, dat is drie uur. Dan
's middags van half twee tot half zes
is vier uur, samen zeven uur. Zeven
maal tweehonderd is veertien honderd
gulden".
„Veertienhonderd gulden op één dag!"
zei de jonge verzekeringsman en keek
vol bewondering naar zyn wiskundige
zuster.
„Zes werkdagen per week", ging zy
voort, „is acht duizend vierhonderd
gulden winst per week". Maar hier
protesteerde haar broer. Hy vond, dat
hem na een week van hard werken wel
een vrije Zaterdagmiddag toekwam en
zoo namen ze samen genoegen met
achtduizend gulden provisie per week.
„Acht maal twee en vyftig is vier
honderd zestien
„Wacht even, ik mag toch wel zomer-
vacantie hebben".
„Goed. veertien dagen is voldoende
Dus vyftig maal acht is net vier ton".
„Kapitaal?" vroeg moeder, die niet
aandachtig geluisterd had.
„Nee, inkomen", riep de studente in
wiskunde. „Jaarlijksch inkomen!"
„Mensch nog toe", zei moeder ont
steld. „En dat zoo'n jonge jongen? Wat
wil je met al dat geld doen?"
„Goed van leven", zei de verzekeraar
fier, „en jullie er wat van mee laten
deelen. Reken er op, dat ik niet gierig
wezen zal".
De tyd ging voort. De tyd gaat altyd
voort. De tyd van arme menschen en
de tyd van menschen die vier ton per
jaar verdienen (of hopen te verdienen),
even goed. De jonge verzekeraar was
juist een jaar in het vak geweest en
de familie zat weer aan tafel, toen de
broer die f 1200 verdiende op het Stad-
Behalve de genoemde, is het moel-
ïyk algemeen geldende regels te geven
voor de aardverbinding, evenals voorde
antenne-geleiding; de regeling hangt
geheel af van de voor elk geval gelden
de plaatseiyke omstandigheden,
Dikwyls zyn het slechts onbeteeke-
nende kleinigheden, die evenwel alle in
acht genomen dienen te worden, wil
men een goede ontvangst, c.q. veilige
bescherming gewaarborgd hebben.
Haarlem, 13 October 1927.
JOHN D. AUKES.
Voor de abonnés van Haarlem's Dag
blad wordt weder Dinsdagavond a.s.
van 810 de gelegenheid geopend het
gratis radio-spreekuur te bezoeken.
Adres: Zijlweg 29 rood (doorgehaald
nr. 105 rood).
VRAAG1. Gaarne ontving ik van u
een verbeterd Koomans Schema voor
een vierlamps toestel met als laatste
versterking smoorspoel, en ook had ik
graag op de volgende vragen antwoord:
2. Is een toestel met verwisselbare
honingraatspoelen uit den tyd?
3. Werken toestellen gemonteerd
van binnen met de bekende drie spoe
len in een montuur goed?
ANTWOORD: 1, Indien u nog even ge
duld hebt, wordt door my voor de
abonnés een desbetreffend schema met
werkteekening uitgegeven.
2. Neen, integendeel, voor mij
persoonlyk prefereer ik een toe
stel met uitwisselbare spoelen en
voor kortegolfontvangers is dit ook één
der eerste vereischten. Zie schema KG2,
op aanvrage by de firma Van Peters te
Den Haag verkrijgbaar.
3. Neen, het maakt niets
uit of de spoelen van binnen of van
buiten zitten. Oordeelkundig montee-
ren is een vereischte.
VRAAG: In myn bezit is een defect
plaatstroomapparaat. Kunt u my hel
pen aan een werkteekening voor een
modern plaatstroomapparaat, waarin
ik zoo mogelijk de oude onderdeden
kan verwerken?
ANTWOORD: Ik zou u aanraden by-
gaand schema te bezigen. Dit voldoet
uitstekend.
Wat betreft uw oude plaatstroom
apparaat weet ik niet uit welke onder
deden dit bestaat. Bezoekt u het spreek
uur maar eens en brengt het dan
mede.
Onderdeden: Ferrix transformator,
Ferrix smoorspoel, 1 gloeiweerstand
8 Ohm., 2 blokcondensatoren 3 M. F.,
1 blokcondensator 1 M. F., 1 royalty-
veerstand 50.000 Ohm., 1 Philips 373.
t»v
huis herinnerde aan wat een jaar ge
leden besproken was.
„Hoe is het eigeniyk afgeloopen met
die vier ton van jou?" vroeg hy een
beetje hatelijk.
„Vier ton?"
„Ja, vier ton. Niet kapitaal maar in
komen. Jaarlijksch inkomen. Weet je
het niet meer?"
„O, jawel". Hy zei het flauwtjes,
alsof hy er niet graag aan herinnerd
wou worden.
„Zeg op, vóór den draad er mee. Wat
heb je in dat jaar verdiend? Vier ton?
Niet? Drie dan? Ook niet eens? Twee
misschien? Toch wel één ton, een on-
noozele honderdduizend gulden?"
„Plaag hem niet", zei moeder.
„Als je 't dan weten wil", zei de
verzekeringsman nydig, „precies zeven
tien honderd negen en dertig gulden,
twaalf en een halven cent. En ik heb
er" (hier slikte hy een dik woord nog
bytijds in)„hard voor gewerkt".
„Jou berekening ging dus niet heele
maal op", zei de man van 't stad
huis, tot de zuster die wiskunde stu
deerde.
.Akelige sarder", zei zus, want ze
voelde al wat er komen zou.
„Ze was nog niet ver genoeg", zei de
verzekeringsman. „Daarom is ze ook
gestraald".
Het volgende oogenblik had de zuster
met wiskundige zekerheid haar stoel
op den grond gesmeten en was de kamer
intgeloopen om boven op haar kamertje
te gaan uithuilen over haar mis
lukt examen. Maar haar broer, die
in verzekering deed, had de illusie van
de vier ton (nee, geen kapitaal, maar
jaarlijksch Inkomen) al lang begra
ven.
Zoodat ik maar zeggen wil, dat ook
de heer de Breuk niet op dezelfde ma
nier zal kunnen voortgaan met het be
zuinigen van vijfhonderd gulden per
minuut.
Maar iets anders kan hy wel blij
ven doen en dat is: uit eigen oogen
zien. Niemand was eens gaan kyken
naar den toestand van die voetpaden,
waar tienduizend gulden aan verwerkt
moest worden, Geen enkel Raadslid was
er op uitgetrokken. Ze hadden het alle
maal wel geloefd en toch bleek, dat het
niet noodig was.
De heer de Breuk doet ons in dit op
zicht aan wyien zyn oom denken, die
ook niet klakkeloos aanvaardde wat
hem voorgezet en aangebracht werd,
maar er op uittrok om met eigen oogen
te zien. Het kan niet altoos en je moet
heelwat aan anderen overlaten, maar
voor een Raadslid kan 't geen kwaad, om
zoo nu en dan tens op eigen oogen te
vertrouwen.
Zooals gebleken is.
Daar heb ik ook een mooie geschie
denis van gehoord, die wanneer ze niet
waar gebeurd Is, toch best geschied had
kramen ztjn.
VRAAG betreffende het aanschaffen
van een toestel.
ANTWOORD: Uw vraag leent zich
niet 'voor beantwoording in deze vra-
genrubriek.
Wat betreft antennekwestie, zult u
niet zoo veel hinder van die andere
hebben, indien u hem hooger spant.
Bezoekt u het spreekuur maar eens.
VRAAG: Welke spoelen zyn bij een
3-lamps toestel noodig voor Parijs,
Dauentry en Konigswüsterhausen?
ANTWOORD: By gebruik van een
normale antenne en eeninductief 3-
lamps toestel voor:
Konigswüsterhausen spoelen 100, 150,
75;
Deventry spoelen 150, 250, 100;
Parys spoelen 200, 300, 150.
VRAAG: Heeft u voor mij het ori
gineele ANRO-sohema?
ANTWOORD: Neen, dit wordt alleen
door de ANRO verstrekt a f 1 per
stuk.
Het betreffende schema is echter het
gewone z.g. inductieve Koomans-schema
Door mij zullen evenwel binnen afzien-
baren tijd schema's met werkteeke-
ningen worden uitgereikt voor zeer
selectieve terugkoppellooze ontvangers.
VRAAG: Vorige week heb ik u ge
vraagd om een schema voor een 1 of
2-lamps toestel. Ik ben al verscheidene
malen komen hooren, maar krijg steeds
tot antwoord: „het wordt u toege
stuurd". Kan ik het spoedig krygen?
ANTWOORD: Uw vraag is beant
woord in het nummer van 8 October
j.l. Schema's worden niet toegezonden,
doch ter algemeene nutte gepubliceerd
in den vragenrubriek. Voor. nadere by-
zonderheden kunt u het spreekuur be
zoeken.
HET AVONTUUR VAN
MISS RUTH ELDER.
HOE DE „MISS AMERICA"
VERWOEST WERD.
By de directie van Ph. van Omme-
ren's Scheepvaartbedrijf is aldus de Tel.
een nader telegram binnengekomen van
kapitein T. Goos van het s.s. ,3aren-
drecht". Het luidt als volgt: „Ik hoop
Zaterdagmorgen te Horta aan te leg
gen ten einde de bemanning van de
vliegmachine te landen. De vliegmachi
ne zelf is door het vuur vernietigd ten
gevolge van twee explosies, die zich
voordeden, toen wy trachtten de vlieg
machine aan boord te nemen".
Door de directie is een telegram van
gelykwensch .aan den gezagvoerder ge
zonden. Tevens heeft de directie daar
aan toegevoegd goed te keuren, dat de
„Barendrecht" Horta aandoet. Het is,
naar de directie ons mededeelde, niet ver
uit den koers, dien het schip moet vol
gen.
Van alle zijden is de directie geluk-
gewenscht met de redding door de „Ba
rendrecht" verricht. Uit heel de wereld
wordt de directie opgebeld of vraagt
men telegrafisch inlichtingen.
Wy waren nog even ten huize van
mevr. Goos, de echtgenoote van den ge
zagvoerder. Deze was gisteravond reeds
door de diretcie op de hoogte gesteld
van het wedervaren van de „Baren
drecht". De wakkere zeemansvrouw was
zeer verheugd, zoo onverwachts goed
Het is niet hier gebeurd, maar in de
stad Nergenshuizen u weet wel, die
weggespoeld is bij den laatsten waters
nood in Zeeland, waarbij de Zeeuwsche
stroomen buiten hun oevers zijn getre
den. Het geschiedde natuurlyk lang
vóór dat noodlottige tydstip.Nergenshui-
zen was een welvarend stadje. Er was
wel geen landbouw, geen veeteelt, geen
nijverheid, hoegenaamd, maar dat
kwam er niet op aan: de menschen
leefden daar van elkaar. De smid
smeedde voor de andere inwoners, de
bakker bakte dito, de timmerman tim
merde idem en de eenige moeilykheld
die zich kon opdoen, was wanneer er
nog een tweede smid of bakker of tim
merman by zou komen, want dan werd
het evenwicht in de gemeente verbro
ken en dat mocht niet. Op een dag ging
het gerucht door het stadje, dat het
toch gebeurd was. Een bakkerszoon uit
het naburige Westerhuizen, had een
oud huisje laten opschilderen, een
tweedehandsch bakkersoven er in gezet
en een uitstalling gemaakt van versch
brood. De eene bakker van Nergenshui
zen, die al van ouder tot ouder in het
stadje was gevestigd, werd nog bleeker
dan anders (hij had de dwaze gewoonte
zyn gezicht in de drukte van het werk
totaal met meel in te smeren) en liep
naar den burgemeester om zich te be
klagen.
Eén woord was voldoende en de bur
gemeester ging met den bakker mee.
Samen haalden zij den oudsben webhou
der af, daarna den jongsten, toen de
Raadsleden naax him dienstjaren, de
ambtenaren, de kooplieden, de am
bachtslui.... de stoet groeide voortdu
rend aan, totdat de 2917 zielen compleet
waren (de stads-idioot als een heele ziel
gerekend) met inbegrip van de zuigelin
gen, want die namen de Nergenshui-
zensche moeders natuurlyk in den kin
derwagen mee. De optocht ging met sta-
tigen tred naar de woning van den nieu
wen hakker. Voorop de bode van het
Raadhuis, die vroeger tamboer by de
marine was geweest en een marsch
sloeg, ofschoon niet meer zoo onberispe-
lyk, sedert zijn rechter wijsvinger in
een hondeketting was afgekneld. Daar
achter het gemeentebestuur, dan de no
tabelen en vervolgens de overige ingeze
tenen en ten slotte de moeders met de
kinderwagens, die de cavalerie vorm
den, welke in een gewonen optocht
ook zoo'n goed figuur maakt.
De nieuwe bakker, die nog geen
clientèle had en derhalve ruimschoots
tyd om voor zyn raam te staan uitky-
ken, had natuurlijk al lang den stoet
zien aankomen en dacht aan een be
leefdheidsbezoek van de dorpelingen, of
schoon het hem wel verwonderde, dat
zyn concurrent, de bakker, wiens over
oud geslacht enz., in een van de eerste
ryen mee opmarcheerde, in een hagel
wit bakkerspak en met een torenhcoge
witte bakkersmuts op. die anders voor
Zon- en feestdagen bewaard bleef. Hij
begreep dan ook gauw, dat het om hulde
nieuws van haar man te vernemen, van
wien zy voor- zoo geruimen tyd afscheid
had genomen. Ook zy heeft van ver
schalende zyden gelukwenschen in ont
vangst moeten nemen.
Kapitein Goos van het s.s. „Baren
drecht" heeft draadloos nog de volgen
de byzonderheden medegedeeld over de
redding van Ruth Elder en kapitein
Haldeman. De „American Girl" streek
Donderdag om 1030 v.m. langszij van
de „Barendrecht" neer, de reden voor
deze daling was, dat de oliedruk in de
machine gedurende de afgeloopen vyf
uur niet in orde was geweest. De vlie
gers hadden van Woensdag 7 uur n-m.
tot Donderdagmorgen twee uur met een
hevigen storm te kampen gehad, waar
door zij uit den koers werden geslagen.
De twee vliegers waren zeer vermoeid,
toen zij door de „Barendrecht" werden
opgepikt. De machine was niet bescha
digd, toen zy neerstreek, doch toen zy
aan boord gebracht zou worden ont
plofte de tank. De machine vloog in
brand en er kon niets van gered worden.
De echtgenoot van Ruth Elder, Lyle
Womack heeft aan de United Press ge
vraagd aan zyn vrouw te seinen: „Tele
gram ontvangen, alle liefde van de we
reld voor het daperste meisje ter wereld
wacht je terugkomst met spanning af".
De vreugde in Amerika over de red
ding van de beide vliegers is zeer groot.
In Lakeland (Florida) waar de familie
van Haldeman woont, werd een optocht
met muziek georganiseerd, terwijl groe
pen studenten dansen uitvoerden. De
bladen wijzen er evenwel in weerwil van
de vreugde over de gelukkige redding,
op, dat er voor de vliegers feitelijk geen
reden bestond om de vlucht nu te on
dernemen.
DE MOORD TE
HERZOGENRATH.
EEN ANDER WAS BEDOELD.
Dezer dagen is gemeld, dat de mijn
werker S. te Heerlen is aangehouden
ter zake van het doodsteken van den
mijnwerker A. te Heraogenrath. Nader
verneemt thans de correspondent van
Het Volk te Heerlen, dat het be bedoe
ling van den aangehoudene niet moet
zijn geweest A. te dooden. S. had het
voorzien op zyn broeder en om dien
op te wachten, zich verdekt opgesteld.
Toen hij Iemand hoorde naderen stak
hij met een aardappelmesje toe, met
het gevolg dat hy zyn kameraad dood
de in stede van zyn broer.
EEN GOEDE VANGST.
TWEE BERUCHTE INBREKERS
AANGEHOUDEN.
In den nacht van Dinsdag op Woens
dag is ingebroken in de woning van
mevrouw K. aan de 2e Van den Bosch
straat te Den Haag. Er werden verschil
lende zilveren voorwerpen en sieraden
gestolen. De politie, die dadelijk een on
derzoek instelde, vond in de huiskamer
een stuk envelop waarop zich aan de
achterzijde een adres bevond. Dit spoor
leidde naar Amsterdam. Donderdag
werden daar dan ook aangehouden de
19-jarige bakker A, v. d. G., de 67-
jarige C. P. uit de Ooog in 't Zeilstraat,
aldaar en de 45-jarige P. G. van het
Javapleln (Amsterdam)', dë laatste ver
dacht van heling. De Jongste dader
heeft volledig bekend, de andere twee
ontkennen iets met de inbraak uit
staande te hebben gehad. v. d. G.
heeft reeds een voorwaardelijke veroor
deeling achter den rug, terwijl P, twin
tig jaar al in de gevangenis heeft door
gebracht voor verschillende inbraken,
zy zyn naar den Haag overgebracht
en ter beschikking van den officier van
Justitie gesteld.
PORTRETTEN VAN
STADGENOOTEN.
ONZE PHOTOGRAAF EN
ZIJN CAMERA.
ft"
i
J. A A OCHTMAN.
Toen hy op een morgen nam* de gas
fabriek wandelde, heeft onze photograaf
hem gekiekt, den heer Ochtman, direc
teur van de Haarlemsche gasfabriek. Hij
kykt er wat verwonderd van en nu wij
onze aanteekeningen nazien kyken wij
ook verwonderd, omdat hij alweer meer
dan elf Jaar lang dit ambt bekleedt. Op
26 Juli 1916 werd hy benoemd, met 23
van de 25 stemmen, waaruit blijkt, dat
hij door onzen Raad de aangewezen
man werd gevonden. Van deze keus heeft
de Raad nimmer spijt gehad, want de
heer Ochtman wordt in en buiten het
Stadhuis algemeen gewaardeerd als de
leider van dit belangrijk en vaak moei-
iyk bedryf.
Hij begon zijn loophaan als volontair
aan de gasfabriek te Zaandam, later
werkte hij ook in het laboratorium van
een der Amsterdamsche gasfabrieken,
ging eenigen tijd naar Ahaus in Duitsch-
land om toezicht te houden op den bouw
van de gasfabriek aldaar, werd in 1904
benoemd tot adjunct directeur aan de
gasfabriek te Zaandam, in 1909 rot di
recteur van die te Bolsward en in 1913
tot directeur van de fabriek te ZaaiF-
dam.
Toen in 1916 door het aftreden van
den heer Blom de plaats van directeur
der Haarlemsche gasfabriek open kwam,
solliciteerde hij daarnaar met boven
vermeld resultaat.
Toen hy hier kwam was hy 36 jaar
oud en is dus nu 47, derhalve in de volle
kracht van het leven.
niet te doen was, toen 't stadje zich in
een grooten halven cirkel voor zyn win
kel opstelde (hetgeen door de aanwezig
heid van een groot weiland mogelijk
was) en de burgemeester in ambtsge
waad, omgeven door de wethouders en
de ledea van den Raad, plechtig op hem
toestapte en zei:
„Vriend!"
Deze aanhef was al een meesterstuk,
daar het woord vriend een zekeren af
stand bewaart en tegelyk getuigenis
geeft van de .gemoedelijke bedoelingen
van den spreker.
„Vriend! Gy wensdht u hier te vesti
gen als bakker. Wy hebben u niet noo
dig. Wij hebben al een bakker. Niet
waar burgers?"
„Ja, ja, riepen de ingezetenen, die er
natuurlyk geen woord van hadden ver
staan, maar begrepen wat er van hen
verwacht werd.
„Gy hoort het, vriend. Nergenshuizen
wensoht u niet, het koestert geen
vyandsehap tegen u, maar het heeft
geen behoefte aan een tweeden bakker.
Nietwaar, ingezetenen?"
„Ja, ja," riepen de ingezetenen al
weer, behalve de cavalerie die by het
ongewoon rumoer in tranen uitbarstte.
Eigenlijk was dit ook het beste ant
woord, omdat die tranen de droefheid
van den nieuwen bakker het best weer
gaven; 't „ja, ja" was natuurlyk 'n fout,
het had „nee, nee" moeten zyn, maar
de burgemeester vatte het als „nee" op
en vervolgde:
„Vriend, .de stad Nergenshuizen heeft
gesproken. Ga in vrede van hier, maar
ga ga, daar van waar gy gekomen zyt,
U zelf zal geen haar gekrenkt worden.
Uwe bezittingen zullen u worden nage
zonden per van Gend en Loos franco."
En alsof hy voelde, dat dit voor een
burgemeester wat al te huiselijk klonk,
voegde hij er by: „geen krent zal u
worden te kort gedaan. Wy doen u
thans uitgeleide uit de stad Nergenshui
zen".
Toen formeerde zich de stoet opnieuw,
de tamboer met den gebrekkigen marsch,
vanwege den voorvinger, ter zake van
den hondeketting, de burgemeester met
den nieuwen bakker, omringd door de
wethouders en de raadsleden, wel niet als
gevangene meegevoerd, maar dan toch
zoo dat hij niet ontsnappen kon, de an
dere ingezetenen en tot slot de kinder
wagen-brigade, nu niet meer schreiende,
omdat er weer gang in den stoet was ge
komen en de zuigelingen een wiegende
beweging voelden
Zoo trok de stoet tot aan den grens
paal van Nergenshuizen, waar de nieuwe
bakker zwijgend afscheid nam. Nergens
huizen zweeg ook. Alleen nam de bak
ker, v.iens overoude voorouders enz. zijn
Zondagschen bakkersmuts af en zette
haar daarna ten teeken van triomf
schuin op één oor.
Aldus eindigde deze gebeurtenis, die
destijds uitvoerig in al de dagbladen is
vermeld. De verbannen bakker kookte
in die dagen van woede, maar prees zyn
goed gesternte, toen eenigen tyd later
Nergenshuizen in de eveneens kokende
golven van de Zeeuwsche stroomen ver.
dween.
Maar ik bën wat van myn verhaal af
gedwaald. Ik zou u vertellen wat er op
zekeren dag gebeurde in Nergenshuizen
wegens het ontbreken van persoonlyk
onderzoek De vrouw van den garnizoens
commandant had een gaatje in den
openbaren weg opgemerkt, dat de kinde
ren van den sergeant-majoor er al spe
lende met houten schopjes in hadden ge
maakt. Zy zertot haar echtgenoot: „Ma
joor, dat gat moet hersteld worden." Ze
zei „majoor" wanneer ze haar zin wou
hebben en dat was altyd. De majoor
hield zich zelf met moeite terug van het
antwoord, dat hem op de lippen lag: „tot
uw dienst kolonel". Hij zei dus alleen: „ik
zal er voor zorgen, lieve," en ging naar
het hoofd der gemeente, tot wien hij zei:
„burgemeester, er is een groot gat in
den openbaren weg dat hersteld moet
worden". De burgemeester, doordrongen
van het feit, dat het burgerlyk gezag de
hand moet reiken aan de militaire auto
riteit, zeide onmiddellyk: „ik zal maatre
gelen nemen, majoor," en ontbood den
directeur van publieke werken, tot wien
hij sprak: „een levensgevaarlijk groot gat
in den openbaren weg moet worden ge
dicht". De directeur snelde weg, (neen,
hij snelde niet, want dat paste niet bij
zyn functie) maar bewoog zich waardig
naar den architect en zeide: „een on-
meteiyk gat in den openbaren weg moet
dadeiyk hersteld worden". De architect
liet den hoofdopzichter voor zich komen,
deze ontbood den opzichter, die weer den
leerling-opzichter en inmiddels werd het
gat voortdurend grooter, zoodat het in-
tusschen tot een soort van afgrond was
uitgedyd. De Raad stond de volgende
week een crediet van vijfduizend gulden
toe tot herstel van den weg en teen het
personeel van weg en werken op de
plaats des onheils verscheen, was al drie
weken het gaatje dat de kinderen van
den sergeant-majoor met een houten
schopje gegraven hadden, dichtgegooid
door den sergeant-majoor zelf. die ge
zegd had: „anders breekt de ezel van en-
zen buurman, den schillenophaler, er zijn
poot nog in."
Maar dat had niemand opgemerkt, na_
melyk dat het gat al lang weer dicht
was.
Ook de kolonel (ik wil zeggen de vrouw
van den majoor) had het niet gezien. En
toen later critiek kwam op het wiilige
toestaan van de f 5000 door den Raad, zei
iedereen (want een fout zonder zondebok
is geen behoorlijke, complet", volledige
fout) dat het allemaal niet gebeurd zcu
zijn. wanneer de vrouw van den majoor
niet een Rotterdamsche. maar een Ner-
genshuiziaansche was geweest „want",
zeiden ze en daarmee achtten zij sich
van alle schuld vrijgepleit „die vreem
de elementen zyn in iedere samenleving
een groot gevaar."
F3DELIO.