VOOR DE LUISTERVINKEN Wfl Haarlemmer Halletjes. BINNENLAND IJI - HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 15 OCT. 1927 DERDE BLAD Onze Radio Rubriek. Hallo! Hallo! Nuttige wenken. Aardverbindingen. Op het door mij gehouden spreekuur, hetwelk voor de abonnés van Haarlem's Dagblad lederen Dinsdagavond van 8—10 uur gratis wordt gegeven, bleek mij, dat zeer vele fouten, welke men meende aan het toestel moesten worden toegeschre ven, niets anders was, als een met te wei nig zorg gemaakte aardverblnding. Velen zeiden mij dan ook, dat ze hierover nooit hadden nagedacht en als er maar een verbinding met „aarde" was, de zaak in orde was. Dit nu is geheel onjuist, en hoewel ik reeds eerder hierover schreef in andere bladen, komt het me zeer be langrijk voor, hierop nog eens goed den nadruk te leggen, dat een goede aard- yerbinding noodzakelijk is. De meest voorkomende fout, die men altijd weer begaat, is wel, het gebruik van draad met verschillende doorsneden. De practijk heeft bewezen, dat een scnakee- ring in de draaddikten der geleidingen van zoo een groot nut is. Zoo moet de an tennegeleiding dubbel- en de aardverbin- ding ongeveer drie maal zoo dik zijn als de antenne zelf. Minder dikwijls, maar toch nog vaak genoeg ziet men te lange aardverbindingen en de in de derde plaats gemaakte fout is een slecht con tact op de verbindingsplaatsen, Alleen het wikkelen van den draad om de blank geschrapte waterleidingbuis geeft geens zins een goed contact; in liet begin mis schien wel, doch later, wanneer de buis en geleidingsdraad soms geoxideerd zijn, evenwel niet. Een werkelijk duurzame verbinding wordt slechts verkregen door een goede soldeering. welker bewerking zich evenwel meestal slechts moeilijk laat uitvoeren. Om deze moeilijkheden te ont gaan, heeft men buisjes geconstrueerd, welke de op tyze plaats geheel blank geschraapte buis vast omknellen, en met schroeven aan den draad worden ver bonden. Hoewel zoo'n buisje ook de soldeering niet geheel kan vervangen, is ze in de meeste gevallen toch voldoende. Om den kortst mogelijken weg te kun nen nemen, wordt dikwijls de aardver- binding aan den vloerkant of in den unallen reet tussehen de planken ge stopt, daar kan ze ook onder drempels zóó aangelegd worden, dat ze noch stoort noch heelemaal zichtbaar is. Ondertus- schen bieden ook licht, gas- en water buizen bruikbare verbindingen. Hierbij blijft een proefneming aanbevolen. Bij zonder voorzie!; z;j men met de licht- leiding, daar hierbij reeds dikwijls kort sluitingen voorkwamen. Door tusschen- schakeling van een goeden met glas ge- isoleerden blokcondensator wordt dit voorkomen. Bij de veiligheidsaardverbinding gel den dezelfde Voorwaarden alleen moet men als het eenigszins mogelijk is, de verbinding niet ver door bewoonde ver trekken leiden. In de steden behelpt men zich meestal hiermee, dat men de regen- EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. De Haarlemsche gemeenteraad was sedert het optreden van den heer George Oversteegen een kijkspul geworden, maar de aardigheid gaat er alweer af. Dit was te voorzien. Zoolang hij den paljas uithing door op klompen en met een hoogen hoed te verschijnen of de Raadszaal te beschouwen als de meest geschikte plaats om een boterham te eten, was de tribune tot de laatste plaats bezet, maar toen die grappen niet doorgingen raakte de aardigheid er a.f en vielen er gaten in de rijen der getrouwen. Het is voor onzen George een moeilijke positie. Grollen blijven veVkoopen in een vergadering van ove rigens ernstige menschen is zoo heel gemakkelijk niet: je kimt er wel mee beginnen, maar volhouden is wat anders. Op den duur moet hij kiezen tussehen de vergadering en de tribune en er be staat goede hoop, dat hij aan de eerste de voorkeur zal geven, al zal hem dat vast en zeker bij de eerstvolgende Raadsverkiezing zijn zetel kosten. Wie geen malligheden blijft zeggen of doen. kan op den duur de aanvoerder van kinderachtige dwarsdrijvers, die samen- geharkt zijn onder de negatieve leus van stemdwangbestrijding, niet zijn. In de laatste Raadsvergadering heeft een ander nieuw lid, de heer de Breuk, kans gezien om met een redevoering van een paar minuten een som van tien duizend gulden voor de Haarlemsche gemeentekas te redden. Dat sommetje werd voorgesteld tot verbetering van voetpaden in het voormalig Heemstede, die slecht in orde heetten te zijn. De heer de Breuk was evenwel gaan kijker en vond den toestand volstrekt zoo slecht niet. De verbetering kon best ui: den post van gewoon onderhoud gebeu ren. Al deze bijzonderheden zijn in het raadsverslag en in de beschouwing daar over vermeld. Ik zal er maar geen re kensommetje van gaan maken en zeg gen. dat een besparing van tienduizend gulden in een rede van vijf minuten (reken het debat er bij dan is het twintig minuten) op zijn minst een bezuiniging geeft van vijfhonderd gulden per mi nuut. dat Ls per uur dertigduizend gul den en per normalen Raadsvergade ringsdag van vier uur honderd twintig duizend gulden. Zoo doorgaande zou den wij, de begroo'tings vergadering berekenende op tien perioden van elk vijf uur gemiddeld, vijftig maal dertigduizend gulden kunnen bezuini gen of wel anderhalf millioen, waardoor Haarlem plotseling een van de goed koopste gemeenten in den lande wor den zou. Verondersteld dat de heele Raad zijn uiterste best deed om te be zuinigen. Maar denkelijk zou dat niet lukken. Ik herinner me, dat een van mijn beken- waterbuis gebruikt en deze door een dik keren draad met de waterleiding in den kelder verbindt. Wil men nog meer ze kerheid hebben en ook het soldeeren ver mijden, dan gebruikt men een doorloo- pende aardverblnding, die men door het keldervenster binnenvoert en het uit einde met een steen in de waterput heeft laten zakken. Op eigen grond of op het platteland zal men liever voor een bijzondere aard- verbinding willen zorgen. Op een daartoe geschikte plaats is spoedig een ongeveer 1 a 2 M. diep gat gegraven, waarin een met cokes of z.g. slakken gevulde emmer of groote metalen kop gestopt wordt. Een goed aangesoldeerd, zoo sterk mo gelijk stuk koperdraad vormt de verbin ding met de bovengrondsche geleiding De „slakken" bezitten de eigenaardigheid de vochtigheid uit den bodem op te zui gen en zoodoende voor een goede aard- verbinding te zorgen. Is de grond niet al te droog dan is het ook voldoende een ongeveer 1.50 M. lange ijzeren of ko peren staaf in den grond te slaan en met den afleidingsdraad door middel van een schroef met moer goed geleidend te ver binden. Eens las ik van een amateur die iets zeer origineels gevonden had om een goede aavdverbinding te verkrijgen. Al lereerst had hij een gat van 1 M. diepte gegraven en daarin laten zinken een in strument hetwelk hij vervaardigd had uit twee oude ijzeren borden. Tussehen deze beide borden was in gespannen toe stand een matrasveer, door van boven en van onderen deze beide borden te ver binden met een touwtje. Aldus. De eigenaardigheid nu is, dat na eeni- gen tijd de touwtjes verrotten en de beide borden door den gespannen ma trasveer uit elkander gedreven worden en zoodoende op zeer origineele ma nier een goede aardverbinding waar borgen. Bij al deze beschermings-aardverbin- dingen is vooral hierop te letten, dat in den draad zco weinig mogelijk hoe- ken en bochten voorkomen; in elk geval zijn scherpe rechte hoeken te vermij den. Om het halfweg langs het ven ster aangebrachte verbindingsbuisje te gen oxydeeren te beschermen, kan men een zoo dicht mogelijk sluitend be schermkapje daarover hangen. Het kleine ongerief van het telkens afne men moet men op den koop toe ne men, als men den invoer niet direct ach'ter het venster aan den zijwand wil aanbrengen. den. een jongeling die pas van de H. B. S. kwam, zich op het verzekerings bedrijf geworpen had en op een morgen uitging om te trachten zijn eersten post af te sluiten. Hij wist dat zijn oom, die pas getrouwd was een verzekering op zijn overlijden wilde aangaan. „Kom maar eens by me praten, neefje." had hy gezeid. En daar stapte neef naar oomlief toe. Onder een kopje koffie en een cigaret werd de zaak besproken en binnen het halfuur was ze beklonken. „En wat heb je daar nou aan ver diend?" vroegen ze hem thuis, toen hy fier en trotsch op zyn eerste succes dien middag aan tafel kwam. „Precies honderd gulden". „Daar moet ik precies een maand voor werken", zei zijn broer die klerk op het Stadhuis was, met een zucht. „En hoeveel tijd heb je daaraan be steed?" vroeg zyn zuster, die middel baar wiskunde studeerde en alles be cijferde wat haar maar onder de aan dacht kwam. „*k Ben een half uur by oom geweest", zei de man van de verzekering. „Reken dan eens uit", zei zus. „Hon derd gulden in een half uur is twee honderd gulden in een uur. Je begint zeker 's morgens te negen uur en werkt door tot twaalf, dat is drie uur. Dan 's middags van half twee tot half zes is vier uur, samen zeven uur. Zeven maal tweehonderd is veertien honderd gulden". „Veertienhonderd gulden op één dag!" zei de jonge verzekeringsman en keek vol bewondering naar zyn wiskundige zuster. „Zes werkdagen per week", ging zy voort, „is acht duizend vierhonderd gulden winst per week". Maar hier protesteerde haar broer. Hy vond, dat hem na een week van hard werken wel een vrije Zaterdagmiddag toekwam en zoo namen ze samen genoegen met achtduizend gulden provisie per week. „Acht maal twee en vyftig is vier honderd zestien „Wacht even, ik mag toch wel zomer- vacantie hebben". „Goed. veertien dagen is voldoende Dus vyftig maal acht is net vier ton". „Kapitaal?" vroeg moeder, die niet aandachtig geluisterd had. „Nee, inkomen", riep de studente in wiskunde. „Jaarlijksch inkomen!" „Mensch nog toe", zei moeder ont steld. „En dat zoo'n jonge jongen? Wat wil je met al dat geld doen?" „Goed van leven", zei de verzekeraar fier, „en jullie er wat van mee laten deelen. Reken er op, dat ik niet gierig wezen zal". De tyd ging voort. De tyd gaat altyd voort. De tyd van arme menschen en de tyd van menschen die vier ton per jaar verdienen (of hopen te verdienen), even goed. De jonge verzekeraar was juist een jaar in het vak geweest en de familie zat weer aan tafel, toen de broer die f 1200 verdiende op het Stad- Behalve de genoemde, is het moel- ïyk algemeen geldende regels te geven voor de aardverbinding, evenals voorde antenne-geleiding; de regeling hangt geheel af van de voor elk geval gelden de plaatseiyke omstandigheden, Dikwyls zyn het slechts onbeteeke- nende kleinigheden, die evenwel alle in acht genomen dienen te worden, wil men een goede ontvangst, c.q. veilige bescherming gewaarborgd hebben. Haarlem, 13 October 1927. JOHN D. AUKES. Voor de abonnés van Haarlem's Dag blad wordt weder Dinsdagavond a.s. van 810 de gelegenheid geopend het gratis radio-spreekuur te bezoeken. Adres: Zijlweg 29 rood (doorgehaald nr. 105 rood). VRAAG1. Gaarne ontving ik van u een verbeterd Koomans Schema voor een vierlamps toestel met als laatste versterking smoorspoel, en ook had ik graag op de volgende vragen antwoord: 2. Is een toestel met verwisselbare honingraatspoelen uit den tyd? 3. Werken toestellen gemonteerd van binnen met de bekende drie spoe len in een montuur goed? ANTWOORD: 1, Indien u nog even ge duld hebt, wordt door my voor de abonnés een desbetreffend schema met werkteekening uitgegeven. 2. Neen, integendeel, voor mij persoonlyk prefereer ik een toe stel met uitwisselbare spoelen en voor kortegolfontvangers is dit ook één der eerste vereischten. Zie schema KG2, op aanvrage by de firma Van Peters te Den Haag verkrijgbaar. 3. Neen, het maakt niets uit of de spoelen van binnen of van buiten zitten. Oordeelkundig montee- ren is een vereischte. VRAAG: In myn bezit is een defect plaatstroomapparaat. Kunt u my hel pen aan een werkteekening voor een modern plaatstroomapparaat, waarin ik zoo mogelijk de oude onderdeden kan verwerken? ANTWOORD: Ik zou u aanraden by- gaand schema te bezigen. Dit voldoet uitstekend. Wat betreft uw oude plaatstroom apparaat weet ik niet uit welke onder deden dit bestaat. Bezoekt u het spreek uur maar eens en brengt het dan mede. Onderdeden: Ferrix transformator, Ferrix smoorspoel, 1 gloeiweerstand 8 Ohm., 2 blokcondensatoren 3 M. F., 1 blokcondensator 1 M. F., 1 royalty- veerstand 50.000 Ohm., 1 Philips 373. t»v huis herinnerde aan wat een jaar ge leden besproken was. „Hoe is het eigeniyk afgeloopen met die vier ton van jou?" vroeg hy een beetje hatelijk. „Vier ton?" „Ja, vier ton. Niet kapitaal maar in komen. Jaarlijksch inkomen. Weet je het niet meer?" „O, jawel". Hy zei het flauwtjes, alsof hy er niet graag aan herinnerd wou worden. „Zeg op, vóór den draad er mee. Wat heb je in dat jaar verdiend? Vier ton? Niet? Drie dan? Ook niet eens? Twee misschien? Toch wel één ton, een on- noozele honderdduizend gulden?" „Plaag hem niet", zei moeder. „Als je 't dan weten wil", zei de verzekeringsman nydig, „precies zeven tien honderd negen en dertig gulden, twaalf en een halven cent. En ik heb er" (hier slikte hy een dik woord nog bytijds in)„hard voor gewerkt". „Jou berekening ging dus niet heele maal op", zei de man van 't stad huis, tot de zuster die wiskunde stu deerde. .Akelige sarder", zei zus, want ze voelde al wat er komen zou. „Ze was nog niet ver genoeg", zei de verzekeringsman. „Daarom is ze ook gestraald". Het volgende oogenblik had de zuster met wiskundige zekerheid haar stoel op den grond gesmeten en was de kamer intgeloopen om boven op haar kamertje te gaan uithuilen over haar mis lukt examen. Maar haar broer, die in verzekering deed, had de illusie van de vier ton (nee, geen kapitaal, maar jaarlijksch Inkomen) al lang begra ven. Zoodat ik maar zeggen wil, dat ook de heer de Breuk niet op dezelfde ma nier zal kunnen voortgaan met het be zuinigen van vijfhonderd gulden per minuut. Maar iets anders kan hy wel blij ven doen en dat is: uit eigen oogen zien. Niemand was eens gaan kyken naar den toestand van die voetpaden, waar tienduizend gulden aan verwerkt moest worden, Geen enkel Raadslid was er op uitgetrokken. Ze hadden het alle maal wel geloefd en toch bleek, dat het niet noodig was. De heer de Breuk doet ons in dit op zicht aan wyien zyn oom denken, die ook niet klakkeloos aanvaardde wat hem voorgezet en aangebracht werd, maar er op uittrok om met eigen oogen te zien. Het kan niet altoos en je moet heelwat aan anderen overlaten, maar voor een Raadslid kan 't geen kwaad, om zoo nu en dan tens op eigen oogen te vertrouwen. Zooals gebleken is. Daar heb ik ook een mooie geschie denis van gehoord, die wanneer ze niet waar gebeurd Is, toch best geschied had kramen ztjn. VRAAG betreffende het aanschaffen van een toestel. ANTWOORD: Uw vraag leent zich niet 'voor beantwoording in deze vra- genrubriek. Wat betreft antennekwestie, zult u niet zoo veel hinder van die andere hebben, indien u hem hooger spant. Bezoekt u het spreekuur maar eens. VRAAG: Welke spoelen zyn bij een 3-lamps toestel noodig voor Parijs, Dauentry en Konigswüsterhausen? ANTWOORD: By gebruik van een normale antenne en eeninductief 3- lamps toestel voor: Konigswüsterhausen spoelen 100, 150, 75; Deventry spoelen 150, 250, 100; Parys spoelen 200, 300, 150. VRAAG: Heeft u voor mij het ori gineele ANRO-sohema? ANTWOORD: Neen, dit wordt alleen door de ANRO verstrekt a f 1 per stuk. Het betreffende schema is echter het gewone z.g. inductieve Koomans-schema Door mij zullen evenwel binnen afzien- baren tijd schema's met werkteeke- ningen worden uitgereikt voor zeer selectieve terugkoppellooze ontvangers. VRAAG: Vorige week heb ik u ge vraagd om een schema voor een 1 of 2-lamps toestel. Ik ben al verscheidene malen komen hooren, maar krijg steeds tot antwoord: „het wordt u toege stuurd". Kan ik het spoedig krygen? ANTWOORD: Uw vraag is beant woord in het nummer van 8 October j.l. Schema's worden niet toegezonden, doch ter algemeene nutte gepubliceerd in den vragenrubriek. Voor. nadere by- zonderheden kunt u het spreekuur be zoeken. HET AVONTUUR VAN MISS RUTH ELDER. HOE DE „MISS AMERICA" VERWOEST WERD. By de directie van Ph. van Omme- ren's Scheepvaartbedrijf is aldus de Tel. een nader telegram binnengekomen van kapitein T. Goos van het s.s. ,3aren- drecht". Het luidt als volgt: „Ik hoop Zaterdagmorgen te Horta aan te leg gen ten einde de bemanning van de vliegmachine te landen. De vliegmachi ne zelf is door het vuur vernietigd ten gevolge van twee explosies, die zich voordeden, toen wy trachtten de vlieg machine aan boord te nemen". Door de directie is een telegram van gelykwensch .aan den gezagvoerder ge zonden. Tevens heeft de directie daar aan toegevoegd goed te keuren, dat de „Barendrecht" Horta aandoet. Het is, naar de directie ons mededeelde, niet ver uit den koers, dien het schip moet vol gen. Van alle zijden is de directie geluk- gewenscht met de redding door de „Ba rendrecht" verricht. Uit heel de wereld wordt de directie opgebeld of vraagt men telegrafisch inlichtingen. Wy waren nog even ten huize van mevr. Goos, de echtgenoote van den ge zagvoerder. Deze was gisteravond reeds door de diretcie op de hoogte gesteld van het wedervaren van de „Baren drecht". De wakkere zeemansvrouw was zeer verheugd, zoo onverwachts goed Het is niet hier gebeurd, maar in de stad Nergenshuizen u weet wel, die weggespoeld is bij den laatsten waters nood in Zeeland, waarbij de Zeeuwsche stroomen buiten hun oevers zijn getre den. Het geschiedde natuurlyk lang vóór dat noodlottige tydstip.Nergenshui- zen was een welvarend stadje. Er was wel geen landbouw, geen veeteelt, geen nijverheid, hoegenaamd, maar dat kwam er niet op aan: de menschen leefden daar van elkaar. De smid smeedde voor de andere inwoners, de bakker bakte dito, de timmerman tim merde idem en de eenige moeilykheld die zich kon opdoen, was wanneer er nog een tweede smid of bakker of tim merman by zou komen, want dan werd het evenwicht in de gemeente verbro ken en dat mocht niet. Op een dag ging het gerucht door het stadje, dat het toch gebeurd was. Een bakkerszoon uit het naburige Westerhuizen, had een oud huisje laten opschilderen, een tweedehandsch bakkersoven er in gezet en een uitstalling gemaakt van versch brood. De eene bakker van Nergenshui zen, die al van ouder tot ouder in het stadje was gevestigd, werd nog bleeker dan anders (hij had de dwaze gewoonte zyn gezicht in de drukte van het werk totaal met meel in te smeren) en liep naar den burgemeester om zich te be klagen. Eén woord was voldoende en de bur gemeester ging met den bakker mee. Samen haalden zij den oudsben webhou der af, daarna den jongsten, toen de Raadsleden naax him dienstjaren, de ambtenaren, de kooplieden, de am bachtslui.... de stoet groeide voortdu rend aan, totdat de 2917 zielen compleet waren (de stads-idioot als een heele ziel gerekend) met inbegrip van de zuigelin gen, want die namen de Nergenshui- zensche moeders natuurlyk in den kin derwagen mee. De optocht ging met sta- tigen tred naar de woning van den nieu wen hakker. Voorop de bode van het Raadhuis, die vroeger tamboer by de marine was geweest en een marsch sloeg, ofschoon niet meer zoo onberispe- lyk, sedert zijn rechter wijsvinger in een hondeketting was afgekneld. Daar achter het gemeentebestuur, dan de no tabelen en vervolgens de overige ingeze tenen en ten slotte de moeders met de kinderwagens, die de cavalerie vorm den, welke in een gewonen optocht ook zoo'n goed figuur maakt. De nieuwe bakker, die nog geen clientèle had en derhalve ruimschoots tyd om voor zyn raam te staan uitky- ken, had natuurlijk al lang den stoet zien aankomen en dacht aan een be leefdheidsbezoek van de dorpelingen, of schoon het hem wel verwonderde, dat zyn concurrent, de bakker, wiens over oud geslacht enz., in een van de eerste ryen mee opmarcheerde, in een hagel wit bakkerspak en met een torenhcoge witte bakkersmuts op. die anders voor Zon- en feestdagen bewaard bleef. Hij begreep dan ook gauw, dat het om hulde nieuws van haar man te vernemen, van wien zy voor- zoo geruimen tyd afscheid had genomen. Ook zy heeft van ver schalende zyden gelukwenschen in ont vangst moeten nemen. Kapitein Goos van het s.s. „Baren drecht" heeft draadloos nog de volgen de byzonderheden medegedeeld over de redding van Ruth Elder en kapitein Haldeman. De „American Girl" streek Donderdag om 1030 v.m. langszij van de „Barendrecht" neer, de reden voor deze daling was, dat de oliedruk in de machine gedurende de afgeloopen vyf uur niet in orde was geweest. De vlie gers hadden van Woensdag 7 uur n-m. tot Donderdagmorgen twee uur met een hevigen storm te kampen gehad, waar door zij uit den koers werden geslagen. De twee vliegers waren zeer vermoeid, toen zij door de „Barendrecht" werden opgepikt. De machine was niet bescha digd, toen zy neerstreek, doch toen zy aan boord gebracht zou worden ont plofte de tank. De machine vloog in brand en er kon niets van gered worden. De echtgenoot van Ruth Elder, Lyle Womack heeft aan de United Press ge vraagd aan zyn vrouw te seinen: „Tele gram ontvangen, alle liefde van de we reld voor het daperste meisje ter wereld wacht je terugkomst met spanning af". De vreugde in Amerika over de red ding van de beide vliegers is zeer groot. In Lakeland (Florida) waar de familie van Haldeman woont, werd een optocht met muziek georganiseerd, terwijl groe pen studenten dansen uitvoerden. De bladen wijzen er evenwel in weerwil van de vreugde over de gelukkige redding, op, dat er voor de vliegers feitelijk geen reden bestond om de vlucht nu te on dernemen. DE MOORD TE HERZOGENRATH. EEN ANDER WAS BEDOELD. Dezer dagen is gemeld, dat de mijn werker S. te Heerlen is aangehouden ter zake van het doodsteken van den mijnwerker A. te Heraogenrath. Nader verneemt thans de correspondent van Het Volk te Heerlen, dat het be bedoe ling van den aangehoudene niet moet zijn geweest A. te dooden. S. had het voorzien op zyn broeder en om dien op te wachten, zich verdekt opgesteld. Toen hij Iemand hoorde naderen stak hij met een aardappelmesje toe, met het gevolg dat hy zyn kameraad dood de in stede van zyn broer. EEN GOEDE VANGST. TWEE BERUCHTE INBREKERS AANGEHOUDEN. In den nacht van Dinsdag op Woens dag is ingebroken in de woning van mevrouw K. aan de 2e Van den Bosch straat te Den Haag. Er werden verschil lende zilveren voorwerpen en sieraden gestolen. De politie, die dadelijk een on derzoek instelde, vond in de huiskamer een stuk envelop waarop zich aan de achterzijde een adres bevond. Dit spoor leidde naar Amsterdam. Donderdag werden daar dan ook aangehouden de 19-jarige bakker A, v. d. G., de 67- jarige C. P. uit de Ooog in 't Zeilstraat, aldaar en de 45-jarige P. G. van het Javapleln (Amsterdam)', dë laatste ver dacht van heling. De Jongste dader heeft volledig bekend, de andere twee ontkennen iets met de inbraak uit staande te hebben gehad. v. d. G. heeft reeds een voorwaardelijke veroor deeling achter den rug, terwijl P, twin tig jaar al in de gevangenis heeft door gebracht voor verschillende inbraken, zy zyn naar den Haag overgebracht en ter beschikking van den officier van Justitie gesteld. PORTRETTEN VAN STADGENOOTEN. ONZE PHOTOGRAAF EN ZIJN CAMERA. ft" i J. A A OCHTMAN. Toen hy op een morgen nam* de gas fabriek wandelde, heeft onze photograaf hem gekiekt, den heer Ochtman, direc teur van de Haarlemsche gasfabriek. Hij kykt er wat verwonderd van en nu wij onze aanteekeningen nazien kyken wij ook verwonderd, omdat hij alweer meer dan elf Jaar lang dit ambt bekleedt. Op 26 Juli 1916 werd hy benoemd, met 23 van de 25 stemmen, waaruit blijkt, dat hij door onzen Raad de aangewezen man werd gevonden. Van deze keus heeft de Raad nimmer spijt gehad, want de heer Ochtman wordt in en buiten het Stadhuis algemeen gewaardeerd als de leider van dit belangrijk en vaak moei- iyk bedryf. Hij begon zijn loophaan als volontair aan de gasfabriek te Zaandam, later werkte hij ook in het laboratorium van een der Amsterdamsche gasfabrieken, ging eenigen tijd naar Ahaus in Duitsch- land om toezicht te houden op den bouw van de gasfabriek aldaar, werd in 1904 benoemd tot adjunct directeur aan de gasfabriek te Zaandam, in 1909 rot di recteur van die te Bolsward en in 1913 tot directeur van de fabriek te ZaaiF- dam. Toen in 1916 door het aftreden van den heer Blom de plaats van directeur der Haarlemsche gasfabriek open kwam, solliciteerde hij daarnaar met boven vermeld resultaat. Toen hy hier kwam was hy 36 jaar oud en is dus nu 47, derhalve in de volle kracht van het leven. niet te doen was, toen 't stadje zich in een grooten halven cirkel voor zyn win kel opstelde (hetgeen door de aanwezig heid van een groot weiland mogelijk was) en de burgemeester in ambtsge waad, omgeven door de wethouders en de ledea van den Raad, plechtig op hem toestapte en zei: „Vriend!" Deze aanhef was al een meesterstuk, daar het woord vriend een zekeren af stand bewaart en tegelyk getuigenis geeft van de .gemoedelijke bedoelingen van den spreker. „Vriend! Gy wensdht u hier te vesti gen als bakker. Wy hebben u niet noo dig. Wij hebben al een bakker. Niet waar burgers?" „Ja, ja, riepen de ingezetenen, die er natuurlyk geen woord van hadden ver staan, maar begrepen wat er van hen verwacht werd. „Gy hoort het, vriend. Nergenshuizen wensoht u niet, het koestert geen vyandsehap tegen u, maar het heeft geen behoefte aan een tweeden bakker. Nietwaar, ingezetenen?" „Ja, ja," riepen de ingezetenen al weer, behalve de cavalerie die by het ongewoon rumoer in tranen uitbarstte. Eigenlijk was dit ook het beste ant woord, omdat die tranen de droefheid van den nieuwen bakker het best weer gaven; 't „ja, ja" was natuurlyk 'n fout, het had „nee, nee" moeten zyn, maar de burgemeester vatte het als „nee" op en vervolgde: „Vriend, .de stad Nergenshuizen heeft gesproken. Ga in vrede van hier, maar ga ga, daar van waar gy gekomen zyt, U zelf zal geen haar gekrenkt worden. Uwe bezittingen zullen u worden nage zonden per van Gend en Loos franco." En alsof hy voelde, dat dit voor een burgemeester wat al te huiselijk klonk, voegde hij er by: „geen krent zal u worden te kort gedaan. Wy doen u thans uitgeleide uit de stad Nergenshui zen". Toen formeerde zich de stoet opnieuw, de tamboer met den gebrekkigen marsch, vanwege den voorvinger, ter zake van den hondeketting, de burgemeester met den nieuwen bakker, omringd door de wethouders en de raadsleden, wel niet als gevangene meegevoerd, maar dan toch zoo dat hij niet ontsnappen kon, de an dere ingezetenen en tot slot de kinder wagen-brigade, nu niet meer schreiende, omdat er weer gang in den stoet was ge komen en de zuigelingen een wiegende beweging voelden Zoo trok de stoet tot aan den grens paal van Nergenshuizen, waar de nieuwe bakker zwijgend afscheid nam. Nergens huizen zweeg ook. Alleen nam de bak ker, v.iens overoude voorouders enz. zijn Zondagschen bakkersmuts af en zette haar daarna ten teeken van triomf schuin op één oor. Aldus eindigde deze gebeurtenis, die destijds uitvoerig in al de dagbladen is vermeld. De verbannen bakker kookte in die dagen van woede, maar prees zyn goed gesternte, toen eenigen tyd later Nergenshuizen in de eveneens kokende golven van de Zeeuwsche stroomen ver. dween. Maar ik bën wat van myn verhaal af gedwaald. Ik zou u vertellen wat er op zekeren dag gebeurde in Nergenshuizen wegens het ontbreken van persoonlyk onderzoek De vrouw van den garnizoens commandant had een gaatje in den openbaren weg opgemerkt, dat de kinde ren van den sergeant-majoor er al spe lende met houten schopjes in hadden ge maakt. Zy zertot haar echtgenoot: „Ma joor, dat gat moet hersteld worden." Ze zei „majoor" wanneer ze haar zin wou hebben en dat was altyd. De majoor hield zich zelf met moeite terug van het antwoord, dat hem op de lippen lag: „tot uw dienst kolonel". Hij zei dus alleen: „ik zal er voor zorgen, lieve," en ging naar het hoofd der gemeente, tot wien hij zei: „burgemeester, er is een groot gat in den openbaren weg dat hersteld moet worden". De burgemeester, doordrongen van het feit, dat het burgerlyk gezag de hand moet reiken aan de militaire auto riteit, zeide onmiddellyk: „ik zal maatre gelen nemen, majoor," en ontbood den directeur van publieke werken, tot wien hij sprak: „een levensgevaarlijk groot gat in den openbaren weg moet worden ge dicht". De directeur snelde weg, (neen, hij snelde niet, want dat paste niet bij zyn functie) maar bewoog zich waardig naar den architect en zeide: „een on- meteiyk gat in den openbaren weg moet dadeiyk hersteld worden". De architect liet den hoofdopzichter voor zich komen, deze ontbood den opzichter, die weer den leerling-opzichter en inmiddels werd het gat voortdurend grooter, zoodat het in- tusschen tot een soort van afgrond was uitgedyd. De Raad stond de volgende week een crediet van vijfduizend gulden toe tot herstel van den weg en teen het personeel van weg en werken op de plaats des onheils verscheen, was al drie weken het gaatje dat de kinderen van den sergeant-majoor met een houten schopje gegraven hadden, dichtgegooid door den sergeant-majoor zelf. die ge zegd had: „anders breekt de ezel van en- zen buurman, den schillenophaler, er zijn poot nog in." Maar dat had niemand opgemerkt, na_ melyk dat het gat al lang weer dicht was. Ook de kolonel (ik wil zeggen de vrouw van den majoor) had het niet gezien. En toen later critiek kwam op het wiilige toestaan van de f 5000 door den Raad, zei iedereen (want een fout zonder zondebok is geen behoorlijke, complet", volledige fout) dat het allemaal niet gebeurd zcu zijn. wanneer de vrouw van den majoor niet een Rotterdamsche. maar een Ner- genshuiziaansche was geweest „want", zeiden ze en daarmee achtten zij sich van alle schuld vrijgepleit „die vreem de elementen zyn in iedere samenleving een groot gevaar." F3DELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9