STADSNIEUWS. DE AANRIJDING OP HET SCHUINE PAD TE HEEMSTEDE. FEUILLETON Het Kuis met den Pijl FLITSEN HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 21 OCT. 1927 Een langdurig getuigenverhoor DOOR HET O. M. VEERTIEN DAGEN HECHTENIS GEëlSCHT. DE VERDEDIGER VRAAGT VRIJSPRAAK OF EEN VOOR WAARDELIJKE VEROORDEELING. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1031 DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT Als je je vrouws trein het station ziet verlaten en je rrerkt plotseling dat je haar kaartje nog in je hand hebt. houden van een onder zijne hoede staanden hond, die gevaarlijk is, 6 subs. 1 dag hechtenis. F. de V. over treding der Motor- en Rijwielwet 20 subs. 5 dagen hechtenis. J. Th. G. U. overtreding der Alg. Pol. verord. van Haarlem f 10 subs. 3 dage hechtenis. K B. idem van Heemstede 8 subs. 2 dagen hechtenis. L. T. overtreding van het Motor- en F.ijwielreglenient 5 subs. 1 dag hechtenis. J. M. B. overtre ding der Arbeidswet 4 subs. 1 dag hechtenis. E. W. het loopen over verbo den grond 15 subs. 15 dag hechtenis. A. J. W. overtreding van tiet Melkbe- sluit 3 subs. 1 dag hechtenis. A. J. W. ider 2 suhs. 1 dag hechtenis. J. C. S. idem 3 subs. 1 dag hechtenis. S. B. idem idem. B. de J. overtreding der Jachtwet 30 subs. 30 dagen hechtenis. G. A. H. overtreding van het Melfcbe- sluit 3 subs. 1 dag hechtenis. D. V. als reiziger zich bevindende in eene af- deellng der 3e klasse van een rijtuig niet in het bezit zijn van een behoorlijk plaatsbewijs, schuldig verklaard, zonder toepassing van eene straf. F. D. balda digheid 5 subs. 1 dag hechtenis. O. K. overtreding der wapenwet 5 subs. 1 dog hechtenis. J. G. K. overtreding der IJwet 0.50 subs. 1 dag met verbeurd verklaring van de lengtemaata H. A. A. B. idem 9 geldboeten a 0.50 subs. 1 dag hechtenis voor elke boete, met ver beurdverklaring van de gewichten. (Nadruk verboden). Thorbecke beschouwde bet openbaar onderwijs als een a&nvulltng ran bet bijzondere, terwijl zijn latere intellectua listische aanhangers de openbare school wilden gebruiken, om steeds grooter groepen der bevolking de nieuwe ver lichte leer der natuurwetenschappe lijke inteUeotueelen deelachtig te doen worden. Volgens spr. Ii2d Thorbecke in dezen gelijk: onze cuituur is op het Christendom gebaseerd en men kan dat er niet uitschrappen zonder tct anar chie te ver/allen. In den tegenwoordigen tijd ziet spr. een sterke neiging om tot het libera lisme van Thorbecke terug te keesen. Spr. stelde tenslotte ais zijn conclu sie vast, dat wij staan aan een keer punt der Neder! andsche politieke ge schiedenis en dat er een andere party- groepeering zal komen, waarbij de lei ding kan en zal worden gegeven door de liberale gedachte van vrijheid -ran geest op den grondslag van het Cnristendom boven kerkelijke verdeeld heid. ARBEIDEItSMANDOLIXECLUB APOLLO. 14 November a.s. geeft de arbeiders- mandolineclub Apollo, haar eerste con certavond in dit seizoen. Verscheidene nieuwe stukken züjn door Apollo Inge studeerd. waaronder een stuk van Men delssohn en van Corelli. Kosten noch moeite zUn gespaard om deze twee schitterende nummers te kunnen uitvoeren. Men mag dus van dezen eersten avond hooge verwachtin gen koesteren. Te meer daar de heer Boris Lensky zijn medewerking als violist zal verleenen. Het concert wordt gegeven in het gebouw van den Pro testantenbond in de Jacobsstraat. Voor de Haarlemsche Rechtbank had zich Donderdagmiddag te verantwoorden de 27-jarige wagenbestuurder J. van K geboren te Haarlem, aan wiens schuld volgens de dagvaarding de dood te wij ten is van Govert Goossens, loopknecht te Heemstede. Op 21 Juli 1927 deed de verdachte dienst als wagenbestuurder op een tramtrein van de N. Z. H. T M. Hij reed te Heemstede in de richting van het eindpunt- Groenendaal. Ter hoogte van het Raadhuis gekomen, op het zoo genaamde schuine pad. naderde van de tegenovergestelde richting genoemde Goossens op een driewielig transportrij wiel; de ma.r' kon wegens de situatie aldaar noch naar links noch naar rechts uitwijken. Hoewel verdachte een vrij uit zicht van circa 40 a 59 M. had. heeft hij fccogst roekeloos en onvoorzichtig, al thans niet tijdig, geremd, ten gevolge waarvan hij Goossens heeft aan- en om ver gereden. Deze is tusschen de tram wagens gevallen: hij werd aan don sche del en aan de linkerzijde getroffen; er omstonden uitgebreide hersenverwondin- gen. zoodat het slachtoffer kort na de aanrijding overleden is. Tot zoover de bijzonderheden uit dc dagvaarding. Het getuigenverhoor. Getuige W.Schoo, agent van politie, antwoordde op een desbetreffende -Taag van den President, dat de rails op het fatale oogenblik wel glad waren, maar hij wist niet. of dit voor den wa genbestuurder toen gevaarlijk was. De verdediger. Mr Witlox, uit •s-Hertogenbosch, adviseur der R-K. Vereeniging van Spoor- en Tramwegper- So-sel, vroeg aan getuige of het juist was wat de vierster-schrijver van riaar- lem's Dagblad eenige dagen na het on- gsval geschreven had. namelijk of het zachte trottoir aan de zijde van het plantsoen slechts vier of vijf cü. hoog is. Getuige antwoordde bevestigend. Mr. Witlox vroeg daarop, of he' mogelijk was geweest, dat Goossens ge makkelijk op dit trottoir had kunnen uitwijken. Ook dit werd door getuige erkend. Verdachte merkte op. dat hij Goossens eerst op 20 M. afstand gezien fc-d. De President begreep dat niet goed, omdat ook heel duidelijk letters op het transportrijwiel geschilderd stonden. Dit meest toch wel de aandacht trek ken. Ook vroeg de President, of verdach te wist, dat er aan de zyde van het plantsoen een verhoogd voetpad was. Goossens ken daar toch niet gemakkelijk cp uitwijken? Verdachte antwoordde, dat dit vol gens hem we; mogelijk was geweest. Ver eer verklaarde hij. dat hij den éénen voet op de rem en den anderen op den zendstrooier had gehad. Toen hij de ge vaarlijke situatie zag. heeft hij dadelijk de electrise he rem in werking gebracht. Ook heeft hij getracht zand op de rails te laten vallen, maar de stop van den zandstrooier was er waarschijnlijk door dat hij er met de zool van zijn schoen aan was blijven haken er uitgeraakt. Even later had h'j de stop er in gedaan en zand gestrooid, maar toen was het ongeluk al gebeurd. Rechter Ma assen vroeg hoe het mogelijk was, dat by de demonstratie, cie eenige weken geleden plaats had. de tramwagen cp ongeveer vijf a zes meter tot staan kon worden gebracht, en niet op het oogenblik van het ongeluk. Verdachte antwoordde, dat de toestand van de rails bij de demonstra tie gunstiger was, dan bij dit ongeluk. Eij de demonstratie waren de rails niet zoo glad. President: .Kunt u op den wagen niet zien, hoe hard hij rijdt?" Verdachte: ..Neen". President: „Hoe gToot schat u de snelheid van de tram op dat oogen blik?" Verdachte: „Vijftien a twintig kilometer". President (tot ge tuige - va genbe - stuurder H. J. Rooijers): ..Hoe komt het, dat er verschil is tusschen wat gij op den dag vua het ongeluk aan een poli- tie-agent verklaarde en wat gij in Sep tember tegenover den rechter-commissa- ris gezegd hebt?" Naar het Engelseh van A. E. W. MASON. 25) Hanand had hem zelfs niet gehoord. Hij staarde ook naar maison Grenells met een vreemde uitdrukking op zijn ge zicht, een uitdrukking die Jim vaag be kend voor kwam, maar die hij toch in t eerst niet thuis kon brengen. Hanand keek niet stomverbaasd, maar belang stellend was toch ook weer te zwak uit gedrukt. Plotseling begreep Jim Frobisher het en voelde zich daarna allerminst op zijn gemak. Kan ami's gezicht op dat mo ment herinnerde hem aan een jacht hond als zijn meester zijn geweer te voorschijn haalt. Jim keek weer naar het dak van het huis. Hier en daar werden de pannen onderbroken door kleine raampjes, maar hij zag nergens iemand voor staan. Ner gens werd een teeken gegeven. „V/aar kijkt u toch naar?" vroeg Jim verwonderd en een beetje ongeduldig. „Ik ben er zeker van dat u daar iets ziet". Eindelijk hoorde Hanand hem Zijn Getuige: ..Ik heb toen zeker een verkeerden indruk van de vragen van den pclitie-ager.t gehad". President: „Denkt u er vooral om. dat u nu hier onder eede staat en dat u niets dan de waarheid zegt. Als gij dit niet doet, dan maakt u zich aan een veel ernstiger misdrijf schuldig, dan waarvan deze verdachte beschuldigd wordt. Bent u daarvan wel goed door drongen?" Getuige: ,Ja zeker. Ik zal de waar heid zeggen". President: Toen u met den tram wagen van de richting Grcenendaal na derde, en Goossens zag. bent u zachter gaan rijden, nietwaar? En ock gaf u signalen?" Getuige: „Ja". Fresident: .Had Goossens niet rechts kunnen uitwijken?" Getuige: .Ja. Maar hy deed dat niet". President: „Kunt u zich niet meer herinneren, dat u aan de politie gezegd hebt, van meer.ing te zijn geweest, dat verdachte wat sneller had kunnen rem men?" „Ik kan mij de vragen van dien veldwachter niet goed meer herinneren. Ik wil niet iets verklaren. dat in strijd met mijn geweten is. Wel heb ik plotseling gezien, dat er een on geluk zou gebeuren ea dat verdachte in een houding stond, alsof hij bezig was ora krachtig te remmen. Wij wagenbe stuurders rijden ook niet overal precies eender. Als ik bijvoorbeeld in de Grccte Houtstraat rijd. den weet ik. dat er elk oogenblik wat op de trambaan kan ko men: ik ben er dus op voorbereid om als het moet elk oogenblik krachtig te remmen. Iets anders is het- evenwel, als ik op een traject ben, waar de tram baan geheel vrij is". President (tot verdachte): „U hebt dien ouden man toch meermalen met dat transportrijwiel zien rijden?" Verdachte: „Ja". President: „U moet toch kunnen begrijpen, dat een man op dien leeftijd toch niet gemakkelijk het trottoir aan den linkerkant had kunnen oprijden?" Verdachte haalt de schouders op. President: „Ik kan maar niet be grijpen, dat u Goossens niet eerder ge zien hebt'. De Officier: „Ik ook niet". President (tot getuige C. van der Leek): „Hebt u zand op de rails zien liggen?" Getuige: „Ja; ongeveer op de plaats waar de tram stil stond". President: „U hebt het ongeluk van nabij zien gebeuren. Wat dacht u teen wel?" Getuige: ..Ik dacht by me zelf: waarom stopte die trambestuurder niet eerder?" President: „Was dat vóór of na het ongeluk?" Getuige: „Daarna". De Officier: „O, dus u hebt het ongeluk niet zien aankomen?" Getuige: .Heen'. President: „Als u daar op het schuine pad op een rüwiel zit, zoudt u dan gemakkelUk op dat verhoogde voet pad naast het plantsoen kunnen ko men?" Getuige: „Ja". President: „Maar sou ook een ouderman met een driewielig transport- rijwftel dat kunnen doen?" Getuige: „Neen, dat geloof ik niet". President: (tot getuige F. Flaat. wagenbestuurder): „Waarom hebt u op den dag na het ongeluk iets anders te gen de politie verklaard, dan later te gen den rechter-commissaris?" Getuige: Ik werd op het Soenda- plein tusschen twee ritten in gehoord. Omdat ik nogal haast had. heb ik toen maar gauw wat aan dien politieman ge zegd". President: .Maar u bent toch geen kind meer! Er werd u toch iets ernstigs gevraagd?" Getuige hcudt vol, zich niet goed meer te kunnen herinneren, wat hij toen gezegd heeft. Getuige C. H. Kemper, inspecteur van politie te Heemstede, geeft inlich tingen over de bekende demonstratie, die eenige weken geleden op het bewuste schuine pad heeft plaats gehad. ,Hy die gezicht veranderde in een oogenblik de waakzaamheid verdween en hy werd weer de potsenmaker. „Natuurlijk zie ik iets. Ik zie altijd iets. Ben ik niet Hanand? O, beste vriend, het is een zware taak om Hanand te zyn! Wees maar blij dat jy het niet bent. Eeklaag mij maar! Want de Ha nand's moeten altijd overal iets zien zelfs als er niets te zien is. Kom, ga mee!" Haastig verdween hij van het zonnige dak naar de donkere trap. De beide mannen liepen naar beneden en ston den weldra weer op liet half cirkelvor mige Wapenplein. „Nu!" zei Hanand en toen: „Ja" alsof hy iets te zeggen had, en er nog niet zeker van was of hij het wel zeg gen zou. Toen vond hU een uitweg „Gaat u nog even een glas Vermouth met mij drinken voor u naar huis gaat", zei hy. „Dan zou ik te laat komen", antwoord de Frobisher. „Maar dat was Hanand heelemaa! niet met hem eens. „Nog tUd genoeg, monsieur. Gaat u rustig met mij een glaasje Vermouth drinken, u komt toch nog eerder in maison Grenelie terug dan mademoi selle Karlowe. Dat zeg ik, Hanar.d!" voegde hij er vol overtuiging bij en Jim Frobisher lachte en stemde toe. „Als ik thuis kom op het oogenblik demonstratie was een soortgeiyk trans- portrywiel wel op 70 M. afstand te zien", zogt getuige. President: „Waren de letters op de verongelukte transportfiets duldeiyk zichtbaar?" Getuige: „Ja". President: „Hoe ver is die tram wagen doorgeloopen, nadat geremd was?" Getuige: „D3t weet ik niet, want ik v.as niet bij het ongeluk tegenwoor dig". Presiden: „Hoe groot was de snel heid van de tram?" Getuige: „Tijdens de demonstratie 15 a 18 K.M. Daarna heb ik de snelheid nog eens gecontroleerd, zonder dat de wagenbestuurder het wist. Toen werd een snelheid van ongeveer 25 K.M. be reikt". President: „Had Goossens niet even tusschen de booinen aan den rech terkant van het schuine pad kunnen wachten totdat de tram uit Bennebroek voorby was? De ruimte tusschen twee booinen is daarvoor toch groot genoeg?" Getuige: „Dat heb ik in de praktyk nog niemand zien doen. Hoogstens doet dat wel eens een handig wielryder. Het is zeer gevaarlijk om dat te doen. De wagenbestuurders rekenen er dan ook op. dat t uitwüken op het schuine pad naar links gebeurt.'In den regel doet dat dan ook iedereen. De oude Goos sens, die heel langzaam, zelfs ongeveer stapvoets reed, kan absoluut niet uitwy- ken". President (tot getuige P. M. Gieske. chef van den uitvoerenden dierst)„Hoe groot was de snelheid var. den tramwagen op den dag der demon stratie?" Getuige: „Ongeveer 20 a 25 KM." President: „Hoe groot schat u, toen u stond op de tram komende 'uit de richting Haarlem, de grootte van het gezichtsveld eer u het toen gebruikte trsr.sportrijwiel zag?" Getuige: „Ongeveer 75 M." President: „Staat deze verdachte b!,j de trarr.maatschappy goed bekend?" Getuige: „Hy staat als een be kwaam ruder bekend". Op een vraag van den President antwoordt getuige, dat verdachte niet gestraft is. De directie beschouwt het als een noodlottig tramongeval". Als getuige a décharge wordt gehoord H. A. Kruit, de conducteur, die ln dienst was op dc tram waarop ook ver dachte op het tijdstip van het ongeluk dienst deed. President: „Wat hebt u gezien of gemerkt?" Getuige: „Ik voelde opeens, dat de wagen begon te glijden. Ik hoorde sissen, keek om en zag Goossens op den weg liggen. De wagenbestuurder stond toen Ln een voorover gebogen houding, maar wat hU deed kon ik niet zien". Geen requisitoir. De Officier van Justitie vraagt een nader onderzoek voor een Juiste be paling van den afstand tusschen het transportrijwiel en den tramwagen op het oogenblik van het ongeluk. Dat is volgens hem uit de getuigenverklaringen niet duideiyk gebleken. En dit acht hy toch van.'groot belang. Mr. Witlox vreest nadeel voor den verdachte uit een nieuw onderzoek, om dat dan de omstandigheden, ook wat het gezichtsveld betreft, geheel andérs kunnen zijn. Als de zar.dsircoier goed gewerkt had, zegt pleiter, dan was het ongeluk zeer waarschijniyk niet gebeurd. Hi; vermoedt ook, dat Goossens eerst op het laatste oogenblik naar links is uit geweken, zoodat de wagenbestuurder niet in de gelegenheid Is geweest om by- tijds te steppen. Verdachte heeft nu al zoo lang onder den druk der beschuldi ging geleefd, dat het hoogst gewenscht is, zegt pleiter, om dien nu van hem weg te nemen. Hij vraagt dus, deze zaak niet te schorsen, maar verdachte nu reeds vry te spreken. Cm over dit verzoek te beraadslagen begeeft de rechtbank zich daarop in raadkamer. Bij terugkeer in de rechtszaal deelt de President mee, dat de rechtbank op het oogenblik nog geen termen aanwezig acht om een nieuw onderzoek te gelas ten. Spreker bepaalde de uitspraak op as. Donderdag. Mocht de rechtbank het evenwel intusschen noodzakelijk achten, zegt hij, om een nader onderzoek te doen instellen, dan zal daartoe worden over gegaan. De Officier eischt. als de Recht bank van meening mocht zijn, dat ver dachte een strafbaar feit heeft gepleegd, een heehtenisstraf van veertien dagen. Op dit oogenblik kan spreker de zaak echter nog niet overzien. De verdediger. Mr. Witlox. begrypt er nu niets meer van. „De Officier zegt zelf. dat hü de zaak nog niet duidelijk acht, maar by voorbaat vraagt hy veer tien dagen hechtenis", aldus merkt plei ter op. De Officier: „Dit vraag Ik alleen als de rechtbank den verdachte schuldig verklaart". dat zy en Ann Upcott al half klaar zijn met eter. zal ik uw ydelheid als veront schuldiging gebruiken." Op den hoek van de Vryheidsstraat en het Wapenplein staat een klein café waar onder een zonnescherm een paar kleine tafeltjes buiten staan. Aan een daarvan gingen zij zitten en terwijl ze Vermouth dronken stond Hanand weer op het punt om vertrouwelijker te wor den. „Weet u begon hy en toen dwaalde bij weer af. „Dus u is al vyf maal boven op den Mont Blanc ge weest!" zei hy. „Van Cliamonix uit?" „Eer.s'\ antwoordde Jim. „Eens van de Col du Géant over den Brenva glet- scher. Eens langs de Dötne-route. Eons over den Brouillard-gletscher. En den laatsten keer over den Mont Mai'dit". Hanar.d luisterde niet ongehuichelde belangstelling, en zei: „U vertelt my daar zeer interessante dingen, die volkomen nieuw vcor mij zijn. Ik ben u heel dankbaar, monsieur 1" „Aan den anderen kant", antwoordde Jim droogjes „vertelt u my heel weinig, monsieur. U heeft mU meege nomen naar dit café om my lets te ver tellen en zelfs dat houdt u voor u. Maar lk zal niet zoo nauw zijn. Ik zal u eens zeggen wat ik denk". „Ja?" „Ik denk dat we op het verkeerde spoor zUn'\ Deverdedlger: „Ik meen toch, dat dit wel eenigszins Inconsequent is". Pleiter meent, dat een veroordeeilng niet volgen kan. Daarvoor locpen de meeningen te veel uiteen. Hy leest ci taten uit de zooeven genoemde vierster van Haarlem's Dagblad voor, om aan te toonen hoe gevaariyk de situatie op het schuine pad by het Heemsteedsche raad huis is. Bovendien hebben één-en-der tig wagenbestuurders schrifteiyk ver klaard, dat zy veel last van Goossens hebben ondervonden, omdat hij zich zoo dikwijls met zyn transportrywiei op de trambaan bevond. Plelter veronderstelt, dat ook de Rechtbank niet aan de schuld van dezen verdachte gelooft. Nogmaals vraagt Mr. Witlox ray spraak. En mocht de Rechtbank van meening zijn, dat als nog van eenige schuld sprake is. dan hcopfc pleiter, dat verdachte gestraft zal worden met een geldboete of met een voorwaardeiyke veroordeeilng. De President verklaard? nu de beraadslagingen gesloten en bepaalde de uitspraak op as. Donderdag, des mor gens kwart voor tien. ARR.-RECHTBANK. Uitspraken. A. M. S., wed. W. L. N. werkster wo nende te Zandvoort, diefstal, 25 boete subs. 5 dagen hecht. o.v. C. A. de L„ huisvrouw L. H. H., wo nende te Haarlem, art. 250 bis W. v. S 60 boete subs. 20 dagen hechtenis o.v. J. F. B. slagersknecht, wonende te Haarlem;, art. 251 bis W. v. S„ twee maanden gevangenisstraf met aftrek prev. hechtenis o.v. H. J. U„ los werkman, wonende te Haarlem, thans gedetineerd, diefstal, acht maanden gevangenisstraf met af trek prev. hechtenis o.v. P. J. O., los werkman, wonende te Haarlem, vrijgesproken. N. D. V.. steenzetter, wonende te Haarlem, vrygesproken. A. v. A., los werkman, wonende te Haarlem, vrygesproken. J. H. G„ chauffeur, wonende te Haarlem, thans gedetineerd, oplichting, zes maanden gevangenisstraf met aftrek prev. hechtenis o.v. KANTONGERECHT. UITSPRAKEN A. J. overtreding der Ongevallenwet 5 subs. 1 dag hechtenis. H. S. idem 5 subs. 1 dag hechtenis. A. de W. het loopen over verbod: - grond 15 subs. 15 dagen hechtenis. S. Z. openbare dronkenschap bij 3e herhaling 3 dagen hechtenis. J. J. v. K. overtreding der Ongevallenwet 3 subs. 1 dag hechte nis. J. v. E. overtreding van het Motor en Rljwielreglcment 4 subs. 1 dag hechtenis. A. W. openbare dronkenschap, drie dagen hechtenis en plaatsing in eene Rykswerkinrichting voor den tik van 6 maanden. P. H. B. overtreding der wet op de geneeskunde 10 subs. 1 dag hechtenis. H. L. het geen voldoen de zorg dragen voor het onschadeiyk „O!" Hanand nam een sigaret uit het pak je. „U vindt het misschien wel verwaand van my dat ik dit zeg". „In het minst niet", antwoordde Ha nand heel ernstig. „Wy menschen van de politie zien soms de waarheid volko men over het hoofd. Dat gevaar loopen we steeds. Niets is meer waard dan een ander gezichtspunt. Ik ben geheel oor". Jim Frobisher trok zyn steel dichter naar het ijzeren tafeltje toe cn leunde er met zijn ellebogen op. „Ik geloof dat er één vraag i3, die wij allereerst moeten beantwoorden als wy willen ontdekken of mevrouw Harlowe vermoord is en door wie". Hanand knikte. „Dat ben ik met u eens", zei hy lang zaam. „Maar lk ben benieuwd of wy dezelfde vraag bedoelen". „Het is een punt dat wy verwaarloosd hebben. Het .is dit: Wie heeft die ver handeling over Sporanthus weer op zijn plaats gezet op de boekenplank in de bi bliotheek, tusschen gisterenmiddag twaalf uur en vanochtend?" Hanand stak weer een van zyn luci fers aan en beschutte hem met zijn hand tot de vlam beier brandde. Teen stak hij zyn sigaret aan en deed een paar trekken. „Dat is ongetwijfeld een zeer belang rijke vraag", stemde hü een beetje on- FAILLISSEMENTEN. 20 October werd door de Haarlemsche Rechtbank in staat van faillissement verklaard: Marinus Jacobus van As. assistent apotheker, wenende te Pur- merend. Hoogstraat 4. Rechter-Com- m-ssaris Mr. G. Sluis. Curator Mr. H. H. Rlepma te Edam. JONGE LIBERALEN. De Vereeniging ran Jonge Libera len alhier hield dezer dagen haar eerste vergadering ln het nieuwe vereenigings- jaar. Als spreker trad op Mr. Rutgers, te Amsterdam, die het onderwerp behan delde: „De liberale gedachte in onzen tijd". Tegenover de bewering, dat het libe ralisme dood zou zijn betoogde spr., naar aanleiding van verschillende uit latingen van sociaal- democraten en Roomsch-Ka .holleken, dat er nog wel degelijk een levend liberalisme bestaat. En by de laatste verkiezingen beeft de liberale partij zijn numerieke positie niet onaanzienlijk versterkt. Toch lijkt het onzeker of zelfs bij verdere staging van het stemmental er perspectief voor den Vrijheidsbond bestaat. Deze stelt zich tot nog toe te vreden met te zyn een balansparty, die het juiste evenwicht bewaart bussöhen de uitersten, een positie, die de jonge ren niet erg moet aanstaan. Spr. behandelde voorts uitvoerig den geestelijken inhoud van de liberale ge dachte, daarbij twee stroomingen on derscheidende, hl. het liberalisme van Thorbecke en het latere van Kappeyne, Goeman Borgesius e.a. verschillig toe. „Maar myn vraag is het niet. Neen. Volgens my is er een nog belangryker punt. Ik geloof dat we als wij wisten waarom de deur van de schat kamer, die na den dood van Simon Har lowe steeds gesloten was geweest, op den avond van den zeven-en-twintigsten April open was, heel dicht by de oplos sing van deze duistere historie zouden zyn. Maar en hy spreidde zyn han den uit „lk kan er niet achter ko men". Toen Jim hem verliet zat h'J met een peinzend gezicht naar het plaveisel te kijken alsof hy daar het antwoord hoop te te lezen. HOOFDSTUK XII. Het verbreken der zegels. Een paar minuten later moest Jim Frobisher toegeven dat Hanand heel goed raden kon. Maar hy wou niet toe geven dat het iets anders dan raden ge- vveesfc Icon zyn. Monsieur Hanand was misschien wel een meneertje. „Weet-al". maar al was hy nog zoo slim, dcrgeiyke kleinigheden kon hy toch niet vooruit weten. Toch bleef het een feit. Frobisher kwam in maison Grenelie aan nog voor Betty Harlowe thuis was. Hij was juist by Hanand voor het café blijven zitten om dit te voorkomen. Nu hy Ann Up cott verdacht zag hij er tegen op om met 0 G BESCHUIT In el\e rol bevindt zich een spaarkaartje Can 1 cent, I evens Inwisselbaar lenen boeken ooor eiken leeftijd. Op aanvraag zenden nil U geschenkenlijst toe. Beschuitfabriek HILLE. Zaandam. 33 haar alleen te zyn. Hy hoopte maar dat ze niet zou merken waarover hy tobde, want hy was niet in staat te verbergen dat hy bezorgd was. En ze maakte het hem nog moeiiyker door een beetje me delijdend tegen hem te doen. „Je lijkt me verdrietig", zei ze vrien delijk. „Maar dat is nu toch niet meer üoedig. Wat ik vanochtend verteld heb is waar. H9fc was half elf toen ik dat vreeselijke gefiuister hoorde. Betty was cp dat cegenblik by haar vrienden in de balzaal. Dat staat zoo vast als een huis". „Ik maak me ook niet ongerust over haar", zei hy en Ann keek hem ver schrikt aan. Betty stak dc binnenplaats over en voegde zich in de hal by hen voor Ann iets meer kon vragen en gedurende het maal zorgde Jim er wel voor het ge sprek gaande te houden over allerlei on beduidende onderwerpen. Gelukkig was er niet veel tijd over. Ze zaten bij hun kopje koffie een sigaret te rooken toen Gaston hen kwam ver tellen dat de commissaris van politie.met zijn secretaris in de bibliotheek zat te wachten. „Dit is meneer Frobisher, mijn zaak waarnemer uit Londen" stelde Eetty voor. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6