STADSNIEUWS.
DE AANRIJDING OP HET SCHUINE PAD
TE HEEMSTEDE.
FEUILLETON
Het Kuis met den Pijl
FLITSEN
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 21 OCT. 1927
Een langdurig getuigenverhoor
DOOR HET O. M. VEERTIEN DAGEN HECHTENIS GEëlSCHT.
DE VERDEDIGER VRAAGT VRIJSPRAAK OF EEN VOOR
WAARDELIJKE VEROORDEELING.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1031
DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT
Als je je vrouws trein het station ziet
verlaten en je rrerkt plotseling dat je
haar kaartje nog in je hand hebt.
houden van een onder zijne hoede
staanden hond, die gevaarlijk is, 6
subs. 1 dag hechtenis. F. de V. over
treding der Motor- en Rijwielwet 20
subs. 5 dagen hechtenis. J. Th. G. U.
overtreding der Alg. Pol. verord. van
Haarlem f 10 subs. 3 dage hechtenis.
K B. idem van Heemstede 8 subs. 2
dagen hechtenis. L. T. overtreding van
het Motor- en F.ijwielreglenient 5
subs. 1 dag hechtenis. J. M. B. overtre
ding der Arbeidswet 4 subs. 1 dag
hechtenis. E. W. het loopen over verbo
den grond 15 subs. 15 dag hechtenis.
A. J. W. overtreding van tiet Melkbe-
sluit 3 subs. 1 dag hechtenis. A. J. W.
ider 2 suhs. 1 dag hechtenis. J. C. S.
idem 3 subs. 1 dag hechtenis. S. B.
idem idem. B. de J. overtreding der
Jachtwet 30 subs. 30 dagen hechtenis.
G. A. H. overtreding van het Melfcbe-
sluit 3 subs. 1 dag hechtenis. D. V.
als reiziger zich bevindende in eene af-
deellng der 3e klasse van een rijtuig
niet in het bezit zijn van een behoorlijk
plaatsbewijs, schuldig verklaard, zonder
toepassing van eene straf. F. D. balda
digheid 5 subs. 1 dag hechtenis. O. K.
overtreding der wapenwet 5 subs. 1
dog hechtenis. J. G. K. overtreding der
IJwet 0.50 subs. 1 dag met verbeurd
verklaring van de lengtemaata H. A. A.
B. idem 9 geldboeten a 0.50 subs. 1
dag hechtenis voor elke boete, met ver
beurdverklaring van de gewichten.
(Nadruk verboden).
Thorbecke beschouwde bet openbaar
onderwijs als een a&nvulltng ran bet
bijzondere, terwijl zijn latere intellectua
listische aanhangers de openbare school
wilden gebruiken, om steeds grooter
groepen der bevolking de nieuwe ver
lichte leer der natuurwetenschappe
lijke inteUeotueelen deelachtig te doen
worden. Volgens spr. Ii2d Thorbecke in
dezen gelijk: onze cuituur is op het
Christendom gebaseerd en men kan dat
er niet uitschrappen zonder tct anar
chie te ver/allen.
In den tegenwoordigen tijd ziet spr.
een sterke neiging om tot het libera
lisme van Thorbecke terug te keesen.
Spr. stelde tenslotte ais zijn conclu
sie vast, dat wij staan aan een keer
punt der Neder! andsche politieke ge
schiedenis en dat er een andere party-
groepeering zal komen, waarbij de lei
ding kan en zal worden gegeven door
de liberale gedachte van vrijheid -ran
geest op den grondslag van het
Cnristendom boven kerkelijke verdeeld
heid.
ARBEIDEItSMANDOLIXECLUB
APOLLO.
14 November a.s. geeft de arbeiders-
mandolineclub Apollo, haar eerste con
certavond in dit seizoen. Verscheidene
nieuwe stukken züjn door Apollo Inge
studeerd. waaronder een stuk van Men
delssohn en van Corelli.
Kosten noch moeite zUn gespaard om
deze twee schitterende nummers te
kunnen uitvoeren. Men mag dus van
dezen eersten avond hooge verwachtin
gen koesteren. Te meer daar de heer
Boris Lensky zijn medewerking als
violist zal verleenen. Het concert wordt
gegeven in het gebouw van den Pro
testantenbond in de Jacobsstraat.
Voor de Haarlemsche Rechtbank had
zich Donderdagmiddag te verantwoorden
de 27-jarige wagenbestuurder J. van K
geboren te Haarlem, aan wiens schuld
volgens de dagvaarding de dood te wij
ten is van Govert Goossens, loopknecht
te Heemstede. Op 21 Juli 1927 deed de
verdachte dienst als wagenbestuurder op
een tramtrein van de N. Z. H. T M. Hij
reed te Heemstede in de richting van
het eindpunt- Groenendaal. Ter hoogte
van het Raadhuis gekomen, op het zoo
genaamde schuine pad. naderde van de
tegenovergestelde richting genoemde
Goossens op een driewielig transportrij
wiel; de ma.r' kon wegens de situatie
aldaar noch naar links noch naar rechts
uitwijken. Hoewel verdachte een vrij uit
zicht van circa 40 a 59 M. had. heeft hij
fccogst roekeloos en onvoorzichtig, al
thans niet tijdig, geremd, ten gevolge
waarvan hij Goossens heeft aan- en om
ver gereden. Deze is tusschen de tram
wagens gevallen: hij werd aan don sche
del en aan de linkerzijde getroffen; er
omstonden uitgebreide hersenverwondin-
gen. zoodat het slachtoffer kort na de
aanrijding overleden is.
Tot zoover de bijzonderheden uit dc
dagvaarding.
Het getuigenverhoor.
Getuige W.Schoo, agent van politie,
antwoordde op een desbetreffende -Taag
van den President, dat de rails op
het fatale oogenblik wel glad waren,
maar hij wist niet. of dit voor den wa
genbestuurder toen gevaarlijk was.
De verdediger. Mr Witlox, uit
•s-Hertogenbosch, adviseur der R-K.
Vereeniging van Spoor- en Tramwegper-
So-sel, vroeg aan getuige of het juist
was wat de vierster-schrijver van riaar-
lem's Dagblad eenige dagen na het on-
gsval geschreven had. namelijk of het
zachte trottoir aan de zijde van het
plantsoen slechts vier of vijf cü. hoog is.
Getuige antwoordde bevestigend.
Mr. Witlox vroeg daarop, of he'
mogelijk was geweest, dat Goossens ge
makkelijk op dit trottoir had kunnen
uitwijken.
Ook dit werd door getuige erkend.
Verdachte merkte op. dat hij
Goossens eerst op 20 M. afstand gezien
fc-d.
De President begreep dat niet
goed, omdat ook heel duidelijk letters op
het transportrijwiel geschilderd stonden.
Dit meest toch wel de aandacht trek
ken. Ook vroeg de President, of verdach
te wist, dat er aan de zyde van het
plantsoen een verhoogd voetpad was.
Goossens ken daar toch niet gemakkelijk
cp uitwijken?
Verdachte antwoordde, dat dit vol
gens hem we; mogelijk was geweest. Ver
eer verklaarde hij. dat hij den éénen
voet op de rem en den anderen op den
zendstrooier had gehad. Toen hij de ge
vaarlijke situatie zag. heeft hij dadelijk
de electrise he rem in werking gebracht.
Ook heeft hij getracht zand op de rails
te laten vallen, maar de stop van den
zandstrooier was er waarschijnlijk door
dat hij er met de zool van zijn schoen
aan was blijven haken er uitgeraakt.
Even later had h'j de stop er in gedaan
en zand gestrooid, maar toen was het
ongeluk al gebeurd.
Rechter Ma assen vroeg hoe het
mogelijk was, dat by de demonstratie,
cie eenige weken geleden plaats had. de
tramwagen cp ongeveer vijf a zes meter
tot staan kon worden gebracht, en niet
op het oogenblik van het ongeluk.
Verdachte antwoordde, dat de
toestand van de rails bij de demonstra
tie gunstiger was, dan bij dit ongeluk.
Eij de demonstratie waren de rails niet
zoo glad.
President: .Kunt u op den wagen
niet zien, hoe hard hij rijdt?"
Verdachte: ..Neen".
President: „Hoe gToot schat u de
snelheid van de tram op dat oogen
blik?"
Verdachte: „Vijftien a twintig
kilometer".
President (tot ge tuige - va genbe -
stuurder H. J. Rooijers): ..Hoe komt het,
dat er verschil is tusschen wat gij op
den dag vua het ongeluk aan een poli-
tie-agent verklaarde en wat gij in Sep
tember tegenover den rechter-commissa-
ris gezegd hebt?"
Naar het Engelseh van
A. E. W. MASON.
25)
Hanand had hem zelfs niet gehoord.
Hij staarde ook naar maison Grenells
met een vreemde uitdrukking op zijn ge
zicht, een uitdrukking die Jim vaag be
kend voor kwam, maar die hij toch in t
eerst niet thuis kon brengen. Hanand
keek niet stomverbaasd, maar belang
stellend was toch ook weer te zwak uit
gedrukt.
Plotseling begreep Jim Frobisher het
en voelde zich daarna allerminst op zijn
gemak. Kan ami's gezicht op dat mo
ment herinnerde hem aan een jacht
hond als zijn meester zijn geweer te
voorschijn haalt.
Jim keek weer naar het dak van het
huis. Hier en daar werden de pannen
onderbroken door kleine raampjes, maar
hij zag nergens iemand voor staan. Ner
gens werd een teeken gegeven.
„V/aar kijkt u toch naar?" vroeg Jim
verwonderd en een beetje ongeduldig.
„Ik ben er zeker van dat u daar iets
ziet".
Eindelijk hoorde Hanand hem Zijn
Getuige: ..Ik heb toen zeker een
verkeerden indruk van de vragen van
den pclitie-ager.t gehad".
President: „Denkt u er vooral om.
dat u nu hier onder eede staat en dat
u niets dan de waarheid zegt. Als gij
dit niet doet, dan maakt u zich aan een
veel ernstiger misdrijf schuldig, dan
waarvan deze verdachte beschuldigd
wordt. Bent u daarvan wel goed door
drongen?"
Getuige: ,Ja zeker. Ik zal de waar
heid zeggen".
President: Toen u met den tram
wagen van de richting Grcenendaal na
derde, en Goossens zag. bent u zachter
gaan rijden, nietwaar? En ock gaf u
signalen?"
Getuige: „Ja".
Fresident: .Had Goossens niet
rechts kunnen uitwijken?"
Getuige: .Ja. Maar hy deed dat
niet".
President: „Kunt u zich niet meer
herinneren, dat u aan de politie gezegd
hebt, van meer.ing te zijn geweest, dat
verdachte wat sneller had kunnen rem
men?"
„Ik kan mij de vragen
van dien veldwachter niet goed meer
herinneren. Ik wil niet iets verklaren.
dat in strijd met mijn geweten is. Wel
heb ik plotseling gezien, dat er een on
geluk zou gebeuren ea dat verdachte in
een houding stond, alsof hij bezig was
ora krachtig te remmen. Wij wagenbe
stuurders rijden ook niet overal precies
eender. Als ik bijvoorbeeld in de Grccte
Houtstraat rijd. den weet ik. dat er elk
oogenblik wat op de trambaan kan ko
men: ik ben er dus op voorbereid om
als het moet elk oogenblik krachtig te
remmen. Iets anders is het- evenwel, als
ik op een traject ben, waar de tram
baan geheel vrij is".
President (tot verdachte): „U
hebt dien ouden man toch meermalen
met dat transportrijwiel zien rijden?"
Verdachte: „Ja".
President: „U moet toch kunnen
begrijpen, dat een man op dien leeftijd
toch niet gemakkelijk het trottoir aan
den linkerkant had kunnen oprijden?"
Verdachte haalt de schouders op.
President: „Ik kan maar niet be
grijpen, dat u Goossens niet eerder ge
zien hebt'.
De Officier: „Ik ook niet".
President (tot getuige C. van der
Leek): „Hebt u zand op de rails zien
liggen?"
Getuige: „Ja; ongeveer op de
plaats waar de tram stil stond".
President: „U hebt het ongeluk
van nabij zien gebeuren. Wat dacht u
teen wel?"
Getuige: ..Ik dacht by me zelf:
waarom stopte die trambestuurder niet
eerder?"
President: „Was dat vóór of na
het ongeluk?"
Getuige: „Daarna".
De Officier: „O, dus u hebt het
ongeluk niet zien aankomen?"
Getuige: .Heen'.
President: „Als u daar op het
schuine pad op een rüwiel zit, zoudt u
dan gemakkelUk op dat verhoogde voet
pad naast het plantsoen kunnen ko
men?"
Getuige: „Ja".
President: „Maar sou ook een
ouderman met een driewielig transport-
rijwftel dat kunnen doen?"
Getuige: „Neen, dat geloof ik
niet".
President: (tot getuige F. Flaat.
wagenbestuurder): „Waarom hebt u op
den dag na het ongeluk iets anders te
gen de politie verklaard, dan later te
gen den rechter-commissaris?"
Getuige: Ik werd op het Soenda-
plein tusschen twee ritten in gehoord.
Omdat ik nogal haast had. heb ik toen
maar gauw wat aan dien politieman ge
zegd".
President: .Maar u bent toch
geen kind meer! Er werd u toch iets
ernstigs gevraagd?"
Getuige hcudt vol, zich niet goed
meer te kunnen herinneren, wat hij
toen gezegd heeft.
Getuige C. H. Kemper, inspecteur
van politie te Heemstede, geeft inlich
tingen over de bekende demonstratie,
die eenige weken geleden op het bewuste
schuine pad heeft plaats gehad. ,Hy die
gezicht veranderde in een oogenblik
de waakzaamheid verdween en hy werd
weer de potsenmaker.
„Natuurlijk zie ik iets. Ik zie altijd
iets. Ben ik niet Hanand? O, beste
vriend, het is een zware taak om Hanand
te zyn! Wees maar blij dat jy het niet
bent. Eeklaag mij maar! Want de Ha
nand's moeten altijd overal iets zien
zelfs als er niets te zien is. Kom, ga
mee!"
Haastig verdween hij van het zonnige
dak naar de donkere trap. De beide
mannen liepen naar beneden en ston
den weldra weer op liet half cirkelvor
mige Wapenplein.
„Nu!" zei Hanand en toen: „Ja"
alsof hy iets te zeggen had, en er nog
niet zeker van was of hij het wel zeg
gen zou. Toen vond hU een uitweg
„Gaat u nog even een glas Vermouth
met mij drinken voor u naar huis gaat",
zei hy.
„Dan zou ik te laat komen", antwoord
de Frobisher.
„Maar dat was Hanand heelemaa!
niet met hem eens.
„Nog tUd genoeg, monsieur. Gaat u
rustig met mij een glaasje Vermouth
drinken, u komt toch nog eerder in
maison Grenelie terug dan mademoi
selle Karlowe. Dat zeg ik, Hanar.d!"
voegde hij er vol overtuiging bij en Jim
Frobisher lachte en stemde toe.
„Als ik thuis kom op het oogenblik
demonstratie was een soortgeiyk trans-
portrywiel wel op 70 M. afstand te zien",
zogt getuige.
President: „Waren de letters op
de verongelukte transportfiets duldeiyk
zichtbaar?"
Getuige: „Ja".
President: „Hoe ver is die tram
wagen doorgeloopen, nadat geremd
was?"
Getuige: „D3t weet ik niet, want
ik v.as niet bij het ongeluk tegenwoor
dig".
Presiden: „Hoe groot was de snel
heid van de tram?"
Getuige: „Tijdens de demonstratie
15 a 18 K.M. Daarna heb ik de snelheid
nog eens gecontroleerd, zonder dat de
wagenbestuurder het wist. Toen werd
een snelheid van ongeveer 25 K.M. be
reikt".
President: „Had Goossens niet
even tusschen de booinen aan den rech
terkant van het schuine pad kunnen
wachten totdat de tram uit Bennebroek
voorby was? De ruimte tusschen twee
booinen is daarvoor toch groot genoeg?"
Getuige: „Dat heb ik in de praktyk
nog niemand zien doen. Hoogstens doet
dat wel eens een handig wielryder. Het
is zeer gevaarlijk om dat te doen. De
wagenbestuurders rekenen er dan ook
op. dat t uitwüken op het schuine pad
naar links gebeurt.'In den regel doet
dat dan ook iedereen. De oude Goos
sens, die heel langzaam, zelfs ongeveer
stapvoets reed, kan absoluut niet uitwy-
ken".
President (tot getuige P. M.
Gieske. chef van den uitvoerenden
dierst)„Hoe groot was de snelheid var.
den tramwagen op den dag der demon
stratie?"
Getuige: „Ongeveer 20 a 25 KM."
President: „Hoe groot schat u,
toen u stond op de tram komende 'uit de
richting Haarlem, de grootte van het
gezichtsveld eer u het toen gebruikte
trsr.sportrijwiel zag?"
Getuige: „Ongeveer 75 M."
President: „Staat deze verdachte
b!,j de trarr.maatschappy goed bekend?"
Getuige: „Hy staat als een be
kwaam ruder bekend".
Op een vraag van den President
antwoordt getuige, dat verdachte niet
gestraft is. De directie beschouwt het als
een noodlottig tramongeval".
Als getuige a décharge wordt gehoord
H. A. Kruit, de conducteur, die ln
dienst was op dc tram waarop ook ver
dachte op het tijdstip van het ongeluk
dienst deed.
President: „Wat hebt u gezien of
gemerkt?"
Getuige: „Ik voelde opeens, dat de
wagen begon te glijden. Ik hoorde sissen,
keek om en zag Goossens op den weg
liggen. De wagenbestuurder stond toen
Ln een voorover gebogen houding, maar
wat hU deed kon ik niet zien".
Geen requisitoir.
De Officier van Justitie vraagt
een nader onderzoek voor een Juiste be
paling van den afstand tusschen het
transportrijwiel en den tramwagen op
het oogenblik van het ongeluk. Dat is
volgens hem uit de getuigenverklaringen
niet duideiyk gebleken. En dit acht hy
toch van.'groot belang.
Mr. Witlox vreest nadeel voor den
verdachte uit een nieuw onderzoek, om
dat dan de omstandigheden, ook wat
het gezichtsveld betreft, geheel andérs
kunnen zijn. Als de zar.dsircoier goed
gewerkt had, zegt pleiter, dan was het
ongeluk zeer waarschijniyk niet gebeurd.
Hi; vermoedt ook, dat Goossens eerst op
het laatste oogenblik naar links is uit
geweken, zoodat de wagenbestuurder
niet in de gelegenheid Is geweest om by-
tijds te steppen. Verdachte heeft nu al
zoo lang onder den druk der beschuldi
ging geleefd, dat het hoogst gewenscht
is, zegt pleiter, om dien nu van hem weg
te nemen. Hij vraagt dus, deze zaak
niet te schorsen, maar verdachte nu
reeds vry te spreken.
Cm over dit verzoek te beraadslagen
begeeft de rechtbank zich daarop in
raadkamer.
Bij terugkeer in de rechtszaal deelt de
President mee, dat de rechtbank op
het oogenblik nog geen termen aanwezig
acht om een nieuw onderzoek te gelas
ten. Spreker bepaalde de uitspraak op
as. Donderdag. Mocht de rechtbank het
evenwel intusschen noodzakelijk achten,
zegt hij, om een nader onderzoek te doen
instellen, dan zal daartoe worden over
gegaan.
De Officier eischt. als de Recht
bank van meening mocht zijn, dat ver
dachte een strafbaar feit heeft gepleegd,
een heehtenisstraf van veertien dagen.
Op dit oogenblik kan spreker de zaak
echter nog niet overzien.
De verdediger. Mr. Witlox. begrypt
er nu niets meer van. „De Officier zegt
zelf. dat hü de zaak nog niet duidelijk
acht, maar by voorbaat vraagt hy veer
tien dagen hechtenis", aldus merkt plei
ter op.
De Officier: „Dit vraag Ik alleen
als de rechtbank den verdachte schuldig
verklaart".
dat zy en Ann Upcott al half klaar zijn
met eter. zal ik uw ydelheid als veront
schuldiging gebruiken."
Op den hoek van de Vryheidsstraat
en het Wapenplein staat een klein café
waar onder een zonnescherm een paar
kleine tafeltjes buiten staan. Aan een
daarvan gingen zij zitten en terwijl ze
Vermouth dronken stond Hanand weer
op het punt om vertrouwelijker te wor
den.
„Weet u begon hy en toen
dwaalde bij weer af. „Dus u is al vyf
maal boven op den Mont Blanc ge
weest!" zei hy. „Van Cliamonix uit?"
„Eer.s'\ antwoordde Jim. „Eens van
de Col du Géant over den Brenva glet-
scher. Eens langs de Dötne-route. Eons
over den Brouillard-gletscher. En den
laatsten keer over den Mont Mai'dit".
Hanar.d luisterde niet ongehuichelde
belangstelling, en zei:
„U vertelt my daar zeer interessante
dingen, die volkomen nieuw vcor mij
zijn. Ik ben u heel dankbaar, monsieur 1"
„Aan den anderen kant", antwoordde
Jim droogjes „vertelt u my heel
weinig, monsieur. U heeft mU meege
nomen naar dit café om my lets te ver
tellen en zelfs dat houdt u voor u. Maar
lk zal niet zoo nauw zijn. Ik zal u eens
zeggen wat ik denk".
„Ja?"
„Ik denk dat we op het verkeerde
spoor zUn'\
Deverdedlger: „Ik meen toch, dat
dit wel eenigszins Inconsequent is".
Pleiter meent, dat een veroordeeilng
niet volgen kan. Daarvoor locpen de
meeningen te veel uiteen. Hy leest ci
taten uit de zooeven genoemde vierster
van Haarlem's Dagblad voor, om aan te
toonen hoe gevaariyk de situatie op het
schuine pad by het Heemsteedsche raad
huis is. Bovendien hebben één-en-der
tig wagenbestuurders schrifteiyk ver
klaard, dat zy veel last van Goossens
hebben ondervonden, omdat hij zich zoo
dikwijls met zyn transportrywiei op de
trambaan bevond. Plelter veronderstelt,
dat ook de Rechtbank niet aan de schuld
van dezen verdachte gelooft. Nogmaals
vraagt Mr. Witlox ray spraak. En mocht
de Rechtbank van meening zijn, dat als
nog van eenige schuld sprake is. dan
hcopfc pleiter, dat verdachte gestraft zal
worden met een geldboete of met een
voorwaardeiyke veroordeeilng.
De President verklaard? nu de
beraadslagingen gesloten en bepaalde de
uitspraak op as. Donderdag, des mor
gens kwart voor tien.
ARR.-RECHTBANK.
Uitspraken.
A. M. S., wed. W. L. N. werkster wo
nende te Zandvoort, diefstal, 25 boete
subs. 5 dagen hecht. o.v.
C. A. de L„ huisvrouw L. H. H., wo
nende te Haarlem, art. 250 bis W. v. S
60 boete subs. 20 dagen hechtenis o.v.
J. F. B. slagersknecht, wonende te
Haarlem;, art. 251 bis W. v. S„ twee
maanden gevangenisstraf met aftrek
prev. hechtenis o.v.
H. J. U„ los werkman, wonende te
Haarlem, thans gedetineerd, diefstal,
acht maanden gevangenisstraf met af
trek prev. hechtenis o.v.
P. J. O., los werkman, wonende te
Haarlem, vrijgesproken.
N. D. V.. steenzetter, wonende te
Haarlem, vrygesproken.
A. v. A., los werkman, wonende te
Haarlem, vrygesproken.
J. H. G„ chauffeur, wonende te
Haarlem, thans gedetineerd, oplichting,
zes maanden gevangenisstraf met aftrek
prev. hechtenis o.v.
KANTONGERECHT.
UITSPRAKEN
A. J. overtreding der Ongevallenwet
5 subs. 1 dag hechtenis. H. S. idem
5 subs. 1 dag hechtenis. A. de W. het
loopen over verbod: - grond 15 subs.
15 dagen hechtenis. S. Z. openbare
dronkenschap bij 3e herhaling 3 dagen
hechtenis. J. J. v. K. overtreding der
Ongevallenwet 3 subs. 1 dag hechte
nis. J. v. E. overtreding van het Motor
en Rljwielreglcment 4 subs. 1 dag
hechtenis. A. W. openbare dronkenschap,
drie dagen hechtenis en plaatsing in
eene Rykswerkinrichting voor den tik
van 6 maanden. P. H. B. overtreding
der wet op de geneeskunde 10 subs.
1 dag hechtenis. H. L. het geen voldoen
de zorg dragen voor het onschadeiyk
„O!"
Hanand nam een sigaret uit het pak
je.
„U vindt het misschien wel verwaand
van my dat ik dit zeg".
„In het minst niet", antwoordde Ha
nand heel ernstig. „Wy menschen van
de politie zien soms de waarheid volko
men over het hoofd. Dat gevaar loopen
we steeds. Niets is meer waard dan een
ander gezichtspunt. Ik ben geheel oor".
Jim Frobisher trok zyn steel dichter
naar het ijzeren tafeltje toe cn leunde
er met zijn ellebogen op.
„Ik geloof dat er één vraag i3, die wij
allereerst moeten beantwoorden als wy
willen ontdekken of mevrouw Harlowe
vermoord is en door wie".
Hanand knikte.
„Dat ben ik met u eens", zei hy lang
zaam. „Maar lk ben benieuwd of wy
dezelfde vraag bedoelen".
„Het is een punt dat wy verwaarloosd
hebben. Het .is dit: Wie heeft die ver
handeling over Sporanthus weer op zijn
plaats gezet op de boekenplank in de bi
bliotheek, tusschen gisterenmiddag
twaalf uur en vanochtend?"
Hanand stak weer een van zyn luci
fers aan en beschutte hem met zijn
hand tot de vlam beier brandde. Teen
stak hij zyn sigaret aan en deed een
paar trekken.
„Dat is ongetwijfeld een zeer belang
rijke vraag", stemde hü een beetje on-
FAILLISSEMENTEN.
20 October werd door de Haarlemsche
Rechtbank in staat van faillissement
verklaard: Marinus Jacobus van As.
assistent apotheker, wenende te Pur-
merend. Hoogstraat 4. Rechter-Com-
m-ssaris Mr. G. Sluis. Curator Mr. H.
H. Rlepma te Edam.
JONGE LIBERALEN.
De Vereeniging ran Jonge Libera
len alhier hield dezer dagen haar eerste
vergadering ln het nieuwe vereenigings-
jaar.
Als spreker trad op Mr. Rutgers, te
Amsterdam, die het onderwerp behan
delde: „De liberale gedachte in onzen
tijd".
Tegenover de bewering, dat het libe
ralisme dood zou zijn betoogde spr.,
naar aanleiding van verschillende uit
latingen van sociaal- democraten en
Roomsch-Ka .holleken, dat er nog wel
degelijk een levend liberalisme bestaat.
En by de laatste verkiezingen beeft de
liberale partij zijn numerieke positie
niet onaanzienlijk versterkt.
Toch lijkt het onzeker of zelfs bij
verdere staging van het stemmental
er perspectief voor den Vrijheidsbond
bestaat. Deze stelt zich tot nog toe te
vreden met te zyn een balansparty, die
het juiste evenwicht bewaart bussöhen
de uitersten, een positie, die de jonge
ren niet erg moet aanstaan.
Spr. behandelde voorts uitvoerig den
geestelijken inhoud van de liberale ge
dachte, daarbij twee stroomingen on
derscheidende, hl. het liberalisme van
Thorbecke en het latere van Kappeyne,
Goeman Borgesius e.a.
verschillig toe. „Maar myn vraag is het
niet. Neen. Volgens my is er een nog
belangryker punt. Ik geloof dat we als
wij wisten waarom de deur van de schat
kamer, die na den dood van Simon Har
lowe steeds gesloten was geweest, op den
avond van den zeven-en-twintigsten
April open was, heel dicht by de oplos
sing van deze duistere historie zouden
zyn. Maar en hy spreidde zyn han
den uit „lk kan er niet achter ko
men".
Toen Jim hem verliet zat h'J met een
peinzend gezicht naar het plaveisel te
kijken alsof hy daar het antwoord hoop
te te lezen.
HOOFDSTUK XII.
Het verbreken der zegels.
Een paar minuten later moest Jim
Frobisher toegeven dat Hanand heel
goed raden kon. Maar hy wou niet toe
geven dat het iets anders dan raden ge-
vveesfc Icon zyn. Monsieur Hanand was
misschien wel een meneertje. „Weet-al".
maar al was hy nog zoo slim, dcrgeiyke
kleinigheden kon hy toch niet vooruit
weten. Toch bleef het een feit. Frobisher
kwam in maison Grenelie aan nog voor
Betty Harlowe thuis was. Hij was juist
by Hanand voor het café blijven zitten
om dit te voorkomen. Nu hy Ann Up
cott verdacht zag hij er tegen op om met
0 G BESCHUIT
In el\e rol bevindt zich een spaarkaartje Can 1 cent,
I evens Inwisselbaar lenen boeken ooor eiken leeftijd.
Op aanvraag zenden nil U geschenkenlijst toe.
Beschuitfabriek HILLE. Zaandam.
33
haar alleen te zyn. Hy hoopte maar dat
ze niet zou merken waarover hy tobde,
want hy was niet in staat te verbergen
dat hy bezorgd was. En ze maakte het
hem nog moeiiyker door een beetje me
delijdend tegen hem te doen.
„Je lijkt me verdrietig", zei ze vrien
delijk. „Maar dat is nu toch niet meer
üoedig. Wat ik vanochtend verteld heb
is waar. H9fc was half elf toen ik dat
vreeselijke gefiuister hoorde. Betty was
cp dat cegenblik by haar vrienden in
de balzaal. Dat staat zoo vast als een
huis".
„Ik maak me ook niet ongerust over
haar", zei hy en Ann keek hem ver
schrikt aan.
Betty stak dc binnenplaats over en
voegde zich in de hal by hen voor Ann
iets meer kon vragen en gedurende het
maal zorgde Jim er wel voor het ge
sprek gaande te houden over allerlei on
beduidende onderwerpen.
Gelukkig was er niet veel tijd over. Ze
zaten bij hun kopje koffie een sigaret
te rooken toen Gaston hen kwam ver
tellen dat de commissaris van politie.met
zijn secretaris in de bibliotheek zat te
wachten.
„Dit is meneer Frobisher, mijn zaak
waarnemer uit Londen" stelde Eetty
voor.
(Wordt vervolgd.)