HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 OCT. 1927 LETTEREN EN KUNST. HET TOONEEL. DüSSELDORFER SCHAUSPIELHAÜS ZURÜCK ZU MET HUSALEM Uit „Terug naar Methusalem", Franz Everth als Adam, en Hedwig Sparrer als Eva. Uit een commercieel oogpunt be schouwd, kan men de keuze van „Zurück zu Methusalem" voor een tournee door ons land van het Düs- seldorfer Schauspielhaus niet erg ge lukkig noemen. Dit stuk van Shaw is in Holland zco goed als onbekend en een opvoering van slechts twee der vijf aeelen, waaruit „Back to Methusalem"' bestaat, is ook niet bepaald geschikt om een zuiver beeld van dit werk te krijgen. Daarbij is 't meer dan één an der tooneelwerk van den beroemden Ier een praatstuk. Het vergt van de hoor ders zeer veel, zoowel aan intellect als aan geduld. Shaw heeft zou men kun nen zeggen ..Back to Methusalem" geschreven voor de toekomst, wanneer het „evangelie der gebroeders Barna bas'* in vervuiling zal zijn gegaan, dat is wanneer de menschen 300 jaar le ven en voldoenden tijd en rust hebben cm kalm naar al dat geredeneer, gefi losofeer en gepolemiseer te luisteren. Maar nu wij nog zoo ver niet zijn en wij het met 80 jaar of minder moeten doen, hebben wij er niet de rust en het geduld voor. Persoonlijk heb ik de kennismaking op net tooneel met Shaw's werk al was het dan ook maar een gedeelte gewaardeerd, doch het verwonderde mij niet, dat deze voorstelling voor het groote pu bliek siechts weinig aantrekkelijks had en onze Stadsschouwburg gisteravond dan ook vrij ledig was. Het belangrijkste en meest boeiende deel van de opvoering kregen wy na de pauze. Het eerste deel. dat in het Paradijs tusschen Adam, Eva en de Slang en later in een oase in Mesopotanië tusschen Adam. Eva en Kaïn speelt, viel vrij lang Shaw is altijd interessant genoeg om naar te luisteren, maar toch leek mij dit eer ste deel meer geschikt om gelezen dan om gespeeld te worden. Shaw zou Sh3w niet zijn, als hij het Paradijsverhaal niet op een zeer eigen er. persoonlijke wijze belichtte. Ad3m komt bij hei zien van een gestorven reekalf voor het eerst voor de raad selen van dood en eeuwigheid te staan. Hij huivert bij de gedacnce eeuwig met zich zelf te moeten zijn en het is de Slang, die het eerste menschenpaar niet alleen het begrip van sterven en dood bij brengt, maar ook dat van ae geboorte en het nieuwe leven. Adam en Eva zullen 1000 jaar op aarde blij ven en hun levenstaak dan overdragen aan hun nageslacht. Dat Shaw het Paradijsverhaal an ders zou öramatiseeren dan een Von del of Laudy was te verwachten. Shaw staat wel heel ver van de „primitieven" Vondel nam in zijn Adam in Balling schap een veel hooger en vooral veel dichierlijker vlucht. In Back to Methusalem" zijn Adam en Eva schep selen van Shaw, die denken met zijn hersens en spreken in zijn taal. Maar men kan moeilijk ontkennen, dat Shaw het eerste menschenpaar ook niet mooie en diepe dingen laat zeggen zooals over de waarde van het men- schenleven en over leven en dood en eeuwigheid al vragen die woorden ook niet bepaald om het tooneel. Met Kaïn komt In het tweede be drijf dat ecnige eeuwen later speelt de mensch, die het geschapene ver woest. Kaïn noemt zich zelf een „Uebenr.eiisch". Er wordt ook in dit bedryf zwaar gefilosofeerd en deze eerste menschen zijn van een spits vondigheid, die enkel maar hun even beeld vinden in.Bernard Shaw. De conclusie, waartoe Shaw Kaïn laat komen is. dat het leven te lang cuurt. dat men er genoeg van krijgt en er voor menschen, die 1000 jaar leven niets geen nieuws meer is onder de zon. Het het met den mensch in het kor tere leven gaat, wil Shaw ons dan in het tweede deel, dat eigenlijk in gee- nerlei verband met het eerste deel staat toonen. Dit deel het welk in 1920 werd geschreven speelt in den tegen- woordigen tijd, onmiddellijk na den oor log. In tegenstelling met Kain's uit spraak, dat het leven voor de eerste menschen te lang duurde, duurt het thans volgens de gebroeders Barna bas, waarnaar het tweede deel is ge noemd te kort De mensch komt niet meer tot zijn volkomen ontwikkeling. HM doet alias te gehaast en het men- schenras van tegenwoordig is daardoor mislukt. Hoe het mislukt is. Shaw kon dat nooit feller en striemender zeg- rer. dar. onmiddellijk na den oorlog. In cc twee ministers Burge en Lubin i in wie wij zonder veel moeite Lloyd George en Asquith herkennen hekelt en geeselt Shaw de politici en de poli tiek! In dit gedeelte is Shaw het spreekt wel van zelf op zijn sterkst: scherp, geestig en amusant. Lloyd Geor ge, fraseur en opportunist, die zwelgt in rhetorica. man van oppervlakkige kennis, die alleen maar denkt aan zijn kiezers, en Asquith, min of meer vadsig, bang voor zyn vrouw, zij worden door Shaw meedoogenloos oespot! Dit is waarschijnlijk ook de reden, waarom „Zurück zu Methusalem" in Duitsch- land zoo'n succes had en het hier door de Dusseldorfers Is gebracht. Maar Shaw geeselt niet alleen En- gelsche ministers en het coalitie-kabi net. De sluwe, niets ontziende politici, de politieke partijen tones zoowel als de labour-party de Kerk, niets wordt door Shaw ge;paard. Democratie, so cialisme. vrouwenkiesrecht, het zijn alle tesker.en van het naderend einde. De wereld gaat ten oneer, ensei en ai- leen. omdat de mensch te kort leeft en niet tot veile ontwikkeling kan komen. De wereld heeft volgens het „evangelie van de gebroeders Barna bas" behoefte aan menschen, die minstens 300 jaar levenI Dat heeft ook wel zijn schaduwzy denk maar eens aan het 300 jaar met één en dezelfde vrouw getrouwd zyn, hooren wij het kamermeisje zeggen maar toch dat kan alleen nog maar de redding van het menschdom en het herstel van de wereld brenger.. Hoe de wereld in dien nieuwen staat zal zyn, geeft Shaw in de volgende drie niet opgevoerde deelen, die res pectievelijk in 2070, 3000 en. in het jaar 31920 spelen. Het stuk boeide zooals ik reeds schreef na de pauze meer dan voor de pauze. Het eerste bedrijf werd ge geven in een gestyleerd decor, waarin als eenïge aanwijzing, dat dit deel speel de „in het Paradijs" op een verhoogir.g tegen een blauw fond, de „boom der kennisse" stond, met daarom heen ge kronkeld een reusachtige slang, dewelke sprak door een suggestief gebrons- den vrcuwenkop. Franz Everth als Adam, Cornelie Gebühr als Eva en Louise Dumont vol gens het programma, maar in werke lijkheid een andere actrice aLs de slang gaven in hun spel minder in hun grime alle recht aan Shaw-s scnep- ping. Eva trof ons door „das ewig weibliche" in haar actie. Prachtig reageerde zij telkens op de openbarin gen er. influisteringen van de slang, die in haar dictie nu en dan voortreffe lijk was, vooral in de wijze, waarop zij aan de woorden „Hoffnung", „Liebe" en .Angst" beeld en be teekenis wist te geven. In het tweede bedrijf stond Kaïn als een operette-figuur tegenover de zeer menschelijk gespeelde Adam en Eva en verbrak daardoor totaal de eenheid Dit was dan ook het minst gelukte deel. Maar een voorbeeld van nauw slui tend, intelligent samenspel bracht ons het tweede deel. Hier konden wij het detail zoowel als het geheel bewonde ren. Hermann Greid maakte van den bioloog een zeldzaam levende figuur. Dat was in alles de geleerde, voor wien de wetenschap heel zijn hartstochtelijke liefde is. Mooi als tegenstelling daar naast Franklin Barnabas van Fritz Reiff, kalmer en zachter, de geleerde an mir.der hevig temperament. Hce geestig en fijn. en vooral hoe voornaam in den lichten toets van de caricatuur waren Eugen Dumont en Franz Everth als de ministers Lubin en Joice Burge. Frappant was ook de uiter lijke gelijkenis met Lloyd George van Franz Everth. Het volgen van dit zeer knappe spel schonk een heel apart genot. Het was vermoed ik meer de bewondering voor het spel dan voor het stuk, die in het warm applaus aan het slot tot uiting kwam. Wij hopen de Düsseldor- fers meer in Haarlem te zien en dan voor een volle zaal, zooals zij het ver dienen. J. B. SCHUIL. DE UNIE-COLLECTE. De 49e jaarcollecte voor de Scholen met d?n Bijbel heeft te Vijfhuizen op gebracht 91.30, te Hillegom 359.62 en te Lisse 136.44, Te Vyfhuizen en te Lisse was de opbrengst de helft hooger i dan in 1926, te Hillegom zelfs driemaal zoo hoog. HET NIEUWE MOTOR- EN RIJWIELREGLEMENT. LEZING VAN INSPECTEUR J. A, J. KEESOM. Dezer dagen hield de heer J. A. J. Keesom, Inspecteur van Politie alhier, voor de leden van de Politie-, Studie-, Debating- en Propaganda-Club voor Haarlem en omstreken een voordracht over het nieuwe Motor- en RUsvieire- glement dat op 1 November a.s. in wer king treedt, gelijk met de nieuwe Mo tor en Rijwielwet. Spr. behandelde voornamelijk die ar akelen welke nieuw zijn of gewijzigd werden. De voorschriften blyven beperkt tot de reglementeering van het verkeer op de wegen voor zoover het betreft motor- rytuigen en rijwielen. Het gehééle ver keer op de wegen wordt door de wet dus niet geregeld. Het begrip „wegen" is in de nieuwe wet uitgebreid. Onder wegen worden thans verstaan „alle voor het verkeer openstaande rywegen, terwyl de daarin liggende bruggen en duikers, alsmede tot de wegen behoorende voet paden en bermen of zykanten deel uit maken van den weg". Het begrip rijwielpad is thans opgeno men zoowel in de Wet als in het Regle ment. Onder rijwielpaden worden thans verstaan alle paden (ongeacht of zij deel uitmaken van een weg door of met goedvinden ran den daartoe gerech tigde) al rywielpad aangeduid door een zwart bord met witte letters. Het begrip „bestuurder" is in de nieuwe wet uitgebreid. Hieronder wor den thans verstaan: hij die liet rytuig bestuurt en hij die volgens de voorwaar den van het op art. 2 berustend Kon. Besluit, een zoodanige plaats innemen de dat hij ieder oogenblik het bestuur kan overnemen, het rytuig onder zyn onmiddellijk toezicht heeft. Wanneer aan dengene, die het rij tuig bestuurt, by rechterlijke uitspraak de bevoegdheid is ontzegd motorrijtuigen te besturen, wordt hij toch gerekend bestuurder te zyn, ook al bestuurt, hy onder onmiddellijk toezicht van een ander. Beccgd wordt hiermede het gevaar met z.g, leswagens te verminderen en het leeren rijden op den openbaren weg mogeiyk te maken. Nopens het verkeer worden krachtens art. 2 Ged. Staten gehoord, by Kon. Besluit regelen gesteld: le aangaande samenstelling, inrich ting en uitrusting van motorrijtuigen, rijwielen en van rij en voertuigen, wel ke door een motorrijtuig worden voort bewogen. 2e. voorschriften aangaande het ge heel of gedeeltelijk gesloten verklaren van wegen of rijwielpaden voor het be- ryden in eene of beide richtingen, hetzij met alle, hetzij met een of meer cate gorieën van motorrytuigen en rywielen, 3e. aangaande het voeren van lichten aan motorrytuigen, rywielen en andere ry en voertuigen. 4e. betreffende het geven van seinen door bestuurders van motorrijtuigen, ry wielen en andere ry- en voertuigen, 5e. betreffende het uitwijken door en voof motorrijtuigen, rywielen, andere ry- en voertuigen, ry- en trekdieren, ander veé en voetgangers. 6e. aangaande het deen stilhouden van motorrijtuigen en rywièlen en voor zooveel motorrytuigen betreft, het in rust brengen van den motor, 7e. aangaande het doen voortbewegen (vroeger werd dit trekken genoemd) van rij- en voertuigen door motorrijtui gen. Bovendien kan by Kon. Beslut voor motorrytugen in verband met hun sa menstelling, gewicht, as- of wielbelas- ting, of hunne afmetingen in beladen of onbeladen staat of in verband met de omstandigheid, dat rij- en voertuigen door dergelijke motorrytuigen worden voortbewegen, het in acht nemen van een max. snelheid worden voorgeschre ven. Door een dergelijke regeling krygt de regeering het geheel in de hand om be paalde motorrytuigen van bepaalde wegen te weren. In artikel 22 is het alg. verbod op genomen, dat het den bestuurder van een motorrijtuig of rywiel verboden is over een weg of rywielpad te ryden: a. op zoodanige wyze of met zooda nige snelheid dat de vrijheid of veilig heid van het verkeer wordt belemmerd of in gevaar gebracht of b. terwijl de bestuurder verkeert on der zoodanige invloed van het ge bruik van alcoholhoudenden drank, dat hy niet in staat moet worden geacht het motorrijtuig naar behooren ze be sturen. Voor motorrijtuigen mag de max. snelheid niet beneden 20 K.M. en voor rijwielen niet beneden 10 K.M. zyn. Uitzonderingen kunnen worden ge maakt voor bruggen en wegen waarop een zeer groote verkeersdrukte heerscht. Binnen de bebouwde kom der gemeenten echter niet beneden 12 K.M. Voor alle wegen binnen de be bouwde kom kan 12 K.M. vastgesteld worden voor het rijden met aanhang wagens. Geen maximumsnelheid wordt door de wet vastgesteld voer rijwielpaden en voor wegen buiten bebouwde kommen der gemeenten, behalve dan voor zwaar rr.otcrverkeer, zooals art. 2 bepaalt. Tegen woest ryden is art. 22 de eenige rem. Het zal niet meer mogeiyk zijn dat iemand beneden 18 jaar aan het stuur ga3t zitten van een motorrijtuig op 2 of meer dan 2 wielen, ook al gebeurt dit onder onmiddellijk toezicht. Voor Motorrijtuigen op 2 wielen, waarmede geen grooter snelheid kan worden be reikt dan 30 K.M. is de leeftijdsgrens op 16 jaar gesteld. Een rijbewijs kan o.m. geweigerd worden wanneer de aanvrager binnen twee jaar vóór de aanvrage wegens openbare dronkenschap of overtreding van art. 426 W. v. S. is veroordeeld. In art. 21 der Wet wordt uitdruk- kelUk gezegd dat geen wedstrijden met motorrijtuigen of rywielen op wegen of rywielpaden mogen gehouden wor den (Hieronder zijn dus nu ook be grepen z.g. betrouwbaarheidsritten, afstandsritten enz. Vroeger was er in dezen alleen sprake van snelheidswed- «tryden). Volgens het nieuwe Reglement zal het leeren besturen van een motorry- wiel slechts op den openbaren weg mo gen plaats hebben met een motorry- wiel met zijspan. Een rywielpad mag slechts bereden worden door rywielen. Wanneer aan beide zyden van een weg een rywielpad is mag alleen van het rechterpad ge bruik worden gemaakt. Binnen de bebouwde kommen der gemeenten mag slechts gebruik worden gemaakt van den hoorn als geluidsig- r.aal door motorrytuigen met uitzonde ring van stoom- en motorwalsen cn motorrytuigen ten dienste van open bare besturen byv. de brandweer. Voor motorrytuigen op meer dan 3 wielen moet het geluid van den hoern een zwaren en voor 2- of 3-wielige een schellen toon hebben. Het geluid moet op een afstand van 100 M. duidelyk hoorbaar zyn. Motorrytuigen op meer dan 2 wie len (dus ook een motor met zyspan) moeten als zy zich op eon weg bevin den voorzien zyn van aan weerszyden aangebrachte lantaarns die voor waarts een helder wit licht uitstralen, tusschen een half uur na zonsonder gang en een half uur voor zonsop gang. Aan de linkerachterzijde moet het voorzien zyn van een lantaarn die achterwaarts een rood licht uitstraalt. Alle andere rij- of voertuigen moeten op den zelfden tyd voorzien zijn van minstens een lantaarn bevestigd voor aan de linkerzyde van den wagen of uitstekende lading. Dragen van een lantaarn door een persoon, vóór den wagen loopend, is dus verboden. Laatstgenoemde voer tuigen mogen in plaats van een rood licht gebruik maken van een roeden reflector. Gebruikers van handwagens en bespannen voertuigen mogen hier wel aan denken. Buiten de bebouwde kom moet de verlichting van een motorrytuig zoo danig zyn dat bij een snelheid van 20 tot en met 40 K.M, den weg ten minste 25 M. en by een snelheid van 40 tot en met 100 K.M. 100 M. voor 't motorrytuig voldoende wordt verlicht onder alle omstandigheden. De wetgever hoopt hierdoor tal van ongelukken te voor komen. Verblindende verlichting („schijn werpers" worden niet meer genoemd) is verboden binnen de DeDouwdc kom men, wanneer het motorrytuig stil staat zoowel binnen als buiten de be bouwde kom en bij het tegenkomen van andere motorrytuigen, rijwielen, rij- of voertuigen van het oogenblik af dat zij elkaar tot op 100 Meter afstand zijn genaderd. Rijwielen moeten in den vorenge noemden tyd voorzien zijn V2n minstens een lantaarn aan de voorzijde en aan de achterzyde een rood licht of rooden reflector. Een open knalpot Is niet meer ge oorloofd. Een geheel nieuwe bepaling is ook dat motorrijtuigen of andere rlj- of voertuigen voorzien moeten zyn van een spiegel, waardoor het linksachter- liggend weggedeelte kan worden over zien, dit geldt niet wanneer de bestuur der van zyn zitplaats af dat wegge deelte gemakkelyk kan overzien, voor stoom- en motorwalsen en motorry tuigen bestemd om buiten wegen ge bruikt te worden en voorts niet bij ry- of voertuigen waaraan een spiegel be- zwaarlyk kan worden aangebracht of bevestigd. Steeds moet het teeken gegeven wor den wanneer van richting veranderd wordt. Gebruik mag worden gemaakt van mechanische of optische teekens (seinlichten) Voetgangers moeten voldoende ruim te voor passeeren laten van motorrij tuigen en rywielen, voor zoover dit mogelijk is. Voor rywielpaden is het echter een verplichting. De bestuur ders van motorrytuigen, rijwielen of andere ry- of voertuigen moeten aan voetgangers voor zooveel mogelijk bc- hoorlijkc ruimte tot voorbijgaan laten. NED. PROTESTANTEN BOND. De afdeeling Haarlem van den Ned. Protestantenbond hield Vrijdag avond in het gebouw van den Bond een algemeene ledenvergadering onder lei ding van den voorzitter, Dr. J. F. Steen huis, die een kort openingswoord sprak. De voorznter deelde mede. dat het bestuur der afdeeling Haarlem het secretariat van het nieuwe instituut „Kring Haarlem" op zich heeft geno men. De secretaris, Ir. B. Bölger, bracht het jaarverslag uit. Daaraan ontlce- nen wij, dat de toestand der afdee ling alleszins reden tot tevredenheid geeft. Het aantal leerlingen der Zon dagsschool bedraagt 113, die door der tien dames onderwezen waren. De Lees kring telde 47 leden. Betreurd werd het heengaan van dr. Rutgers van der Losff, die zoo byzonder veel voor de af deeling heeft gedaan. Dit jaarverslag werd onder dankzeg ging goedgekeurd. Namens de commissie tot het nazien van de rekening over 1925/1926 bracht de heer P. F. van Siype verslag uit. Voorgesteld werd, den penningmees ter, den heer Joh. E. Post, te déchar- geeren. Hiertoe werd onder applaus besloten. De penningmeester bracht hierna de rekening en verantwoording over het jaar 1926 1927 uit. De uitgaven bedroe gen f 1401,73, de Inkomsten f 129990. Er :s dus een nadeeiig saldo van f 101,83 Op de exploitatie van het gebouw be staat een nadeeiig saldo van f 626.24. De voorzitter bracht den penning meester een woord van warmen dank. Tot leden der commissie tot nazien ran de rekening over 1926'27 werden benoemd de heeren J. van Noppen, C. Heyman en G. Bouvé. Bij de bestuursverkiezing werd de heer Joh. E. Post bij acclamatie tot penningmeester herkozen. De voorzitter drukte er zyn biydschap over uit, dat de heer Post weer bereid was, de functie van penningmeester voor vijf jaar op zich te nemen. Hij wenschte hem geluk en deelde mede, dat het bestuur zyn werk ten zeerste waardeert. De heer Pest dankte voor de vrien- delyke woorden. Mr. Hoog deelde mede, dat er nu, dank zy het werk van het damescomité. een bedrag van f 3000 beschikbaar is voor het vernieuwen van de stoelen in de groote zaal. Er is een som van f 7500 in totaal ncodig. Het bestuur stelde voor, door het beleggen van effec ten de ontbrekende f 4500 op te nemen. De vergadering vercenigde zich hier mede. De voorzitter deelde mede, dat de stoelen by een Belgische firma besteld zyn. zy zullen spoedig ar ri vee ren. Ir. Bölger deelde mede, dat deze stoe len in België besteld zyn, omdat die soort in Nederland niet gemaakt kon v.orcion. Een öegeiyke stoel, die eenigs- zins op de gewenschte soort geiykt, zou in Nederland bovendien vier gulden duurder kosten. Besloten werd tct instelling van een fonds voor het gebouw. Voorstellen inzake reglementswyzi- gingen werden in beginsel goedgekeurd. Op de vergadering van Vrydag 11 No vember zal een besluit warden geno men. Een voorstel inzake de bibliotheek werd goedgekeurd. Na een bespreking van den beschrij vingsbrief voor de aigsmeene vergade- rins van den Ned. Protestantenbond, die op 7, 8 en 9 November te 's-Gra- vonhage wordt gehouden, werden tot afgevaardigden naar deze vergadering benoemd mej. J. D. Casteleyn, mej. W. A Hocg. de heeren H. G. Cannegieter, Dr. J. F. Steenhuis en Ds. A. Trouw. By de rondvraag bracht de heer Heyman aan den voorzitter onder ap plaus hulde voor de goede wyze waarop hij deze belangrijke vergadering geleid heeft. GEMEENTERAAD. Vergadering van den Raad der ge meente Haarlem op Woensdag 2 No vember 1927 des namiddags te 130 ure, zco ncodig voort te zetten des avonds ten 8 ure in de Statenzaal (Prinsen hof). Aan de orde zal worden gesteld: 1. Mededeelingen en ingekomen stukken (liggen ter inzage). 2. 2e Sup'pietoire begrooting 1926, enz. 3. Rekening der gemeente over 1926. 4. Vaststelling bedrag tijdelijk op te nemen gelden. 5. 2e suppletoir kohier Straatbelas ting, dienst 1927. 6. Wijziging bedrag borgstelling Ge meente-Ontvanger. 7. Instructie bacterioloog-seroloog- patholoog. 3. Afwijking verordening art. 35, 2d lid der Drankwet. 9. Opheffing onbewoonbaarverkla ring perceelen Ramplaan. 10. Aanschaffing schoolmeubelen By- zondere school Konmg3trast. 11. Aankoop perceelen: a. Scheepmakersdijk b. De Haasstraat 7. 12 Uitgifte grond in erfpacht Sterrc- boschstraat: a. (H. de Lugt.) b. (J. Fortgens) 13. Verkoop grond Santpoorterstraat N.V. Bouwmaatschappy „Kleverpark" 14. Verhuring voorm. clubgebouw enz. Frlesche Varkenmarkt. 15. Aanschaffing materiaal gemeente- reiniging. 16. CnfcewGcnbaarverklaring van 51 woningen, 17. Verzoekschrift Handelmaatschappij „Geko" inzake taxatie perceelen. 13. Wijziging belooning pi. v. hoofden openbare en bijzondere scholen vm. Schoten en Spaamdam. 10. Regeling zorg voor Blinden. 29. Wijziging verordening Winkel sluiting. 21. Wyziging Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Ge meenteraad. 22. Benoeming van: a. 3 leden Commissie van Beheer S t adsschcuwfcurg. b. Tijd. leerares Middelbare School voor Meisjes met 5-j.c. c. Tyd. leeraar Gemeentelijke Avond school voor Nyverheidsonderwys. BELOONING PLAATSVERVANGENDE HOOFDEN VAN SCHOLEN. In de voormalige gemeente Schoten en Spaarndam zyn onderscheidenlijk by raadsbesluiten van 2 November 1922 en 3 Maart 1927 regelingen getToffen no pens het toekennen eener belooning aan de onderwijzers verbonden aan de open bare lagere scholen indien zy zyn aan gewezen als plaatsvervanger van het hoofd der school. Bedoelde, regelingen blyven. zooals B. en W. den Raad mededeelen, vol gens art. 30 der annexatiewet vazi 21 April 1927 van kracht tot dat zy door de bevoegde macht zijn vervangen. Daar in deze gemeente bedoelde belooning is geregeld by raadsbesluit van 12 Augustus 1925 komt het B. en W. wen- scheiyk voor de regelingen uit Schoten en Spaarndam, gerekend van Mei 1927 af in te trekken en van dien datum af laatstvermeld raadsbesluit van toepas sing te verklaren voor alle onderwy- zers der openbare en der byzondere lagere scholen in de (vergroote) ge meente Haarlem, die zyn aangewezen tot plaatsvervanger van het Hoofd der school. In dien zin wordt den Raad een ontwerp-Raadsbesluit ter vaststelling aangebeden. In dat Raadsbesluit is een overgangs bepaling opgenomen om aan belang hebbenden die vóór Mei 1927 aangewe zen waren voor één maal de keus te la ten of zy- voor zich de voor 1 Mei 1927 bestaande of de Haarlemsche regeling wenschen. UITGAAN. SCHOTEN'S CHRIST. GEMENGD KOOR. Schoten's Chr. Gemengd Koor, met als onderafdesling een Kinderkoor, zal Maandag 7 November een Concert ge ven ln de Gem. Concertzaal. Mej. Rie Tuyl Schuitenmaker (alt) en de heer Willem Knikker (viool) zullen hun me dewerking verleenen, terwijl de begelei ding in handen is van mej. Gré Geldorp en den heer Jac. Zwaan. Het kinderkoor zal o.a. uitvoeren „Zonnekla&rtje", Cantate van P. G. van Anrooy. Behalve verschillende andere werken, zal het Gem. Koor in combinatie met het Kinderkoor uitvoeren de Lentezang van Ph. Loots. BIOSCOOP Rembrandt Theater. Het Rembrandt Theater spaart moeite noch kosten om zyn theater zoo aan trekkelijk mcgelyk te maken. We heb ben op de Groote Markt al veel mooie programma's gezien, maar dit van deze week spant ongetwyfel-d de kroon. Daar is bijvoorbeeld de twee-acter „Een bolle boos van een Matroos", waarom gescha terd is; een allerdolst ding! V/at „Madam Walker's wereldbe roemde Pompey Girls" ons te zien en te hooren geven, gaat hoog uit boven wat over het algemeen op het Bioscoop- tooneel geboden wordt. Er is een groepje van acht Engelsche meisjes, afgewisseld door een groepje van drie meisjes. Met haar karaktenstiek-Engelsche cabaret- stemmen dragen zij een aantal guitige Engelsche liedjes voor, begeleid door elegante beweeg- en danspassen. De sierlijke, smaakvolle toiletjes, die bij elk volgend nummer weer anders zyn brengen de „finishing touch" aan het zeer verzorgde geheel. De elf actricetjes hebben alle reden om tevreden te zyn over het behaalde succes, het publiek juichte hen enthousiast toe. Met niet hoog gespannen verwachting gingen we naar 't Rembrandt Theater toe: „Een parodie op den schitterenden, aandoenlijken film „De Groote Parade!" Hoe is het mogelijk! Hoe ongevoelig! Geheel en al bekeerd gaan we huistoe. ,£>e Schande van het Regiment" Is een film om tranen te lachen. Het Is een film, die in den oorlog speelt, maar de twee krygskameraden Riff Swanson on Shorty Ray. de eerste an het gewone leven detective, de laatste zakkenroller, inbreker enz., zorgen ondanks hun zelf. dat geen enkele situatie, hoe ernstig cok, tot de toeschouwers als hachelijk komt, doordat zij steeds in lachwekende posities geraken door hun militaire on handigheid. zy blijven steeds trouwe kameraden van elkaar, zelfs als zy bemerken, dat zy hetzelfde meisje lief hebben, en beiden een zelfde portret van haar gekregen hebben. Ze zyn ook heel eendrachtelijk, wan neer het er om gaat den heer .Rrov/n, den leverancier van de Brown's biscuits af te drogen. Deze biscuit, die de sol daten in den oorlogstijd kregen, was zoo keihard, dat de vrienden gezworen hadden zich te wreken op dien mynheer Brown als ze hem ooit in handen kre gen. Het toeval wil dat ze hem in handen krygen en dat wel als bruide gom van Bettv, het meisje van het por tret, een feit. dat niet in het voordcel van Brown meewerkt zooals te begrypen is. De vrienschap eindigt plotseling als Riff markt, dat Shorty de zakenroller is, die Riff zyn horloge heeft gerold en de film eindigt, waar hy mee begon: met de achtervolging van den detective van den dief. Cinema Palace. Mary Carr blijft de innemende be schaafde oudevrouwen-figuur. Het lieve vrouwtje met een zorgen-gezichtje vol rimpels en de moederlijke liefde voor alles wat alleen is en verlaten. Mary Carr blijft dit genre trouw. Wij zagen haar gisterenavond in de Cinema in zco'n rol. De intrigue van dit filmdrama was een vrije alledaagsche, maar de vertolking was goed. Is dit niet het kenmerk van de meeste films van dezen tyd? Dat men er de sprong n3ar het groote in durft te doen, doch faalt in één of ander bslangryk onderdeel? „Genadebrood" faalt in de weinig be- langryke en erg goedkoope intrigue, maar is weer geslaagd als film-technisch product. Als fotografie. En hoe schit terend zyn nfet eenige finesses. Die bijvoorbeeld met al die kleine kinde ren en die groote huisknecht. De Soldaat van Marie is evenzeer een standaard- een typefilm als die van Mary Carr. Want Dieterle verte genwoordigd ook een bepaalde school. Die van de verliefde militairen, vorsten of prinsen. Zooals u weet is dit artikel zeer gewild, vooral in de operette-achtige films. Je kunt een koning, een prins of graaf zoo makkelijk slippertjes laten maken die voor vele complicaties zorgen. Dergelijke losbollige typen van het aris tocratische soort zyn vluchtheuvels voor het uitgeputte filmbrein. Zy leveren steeds weer filmcopy. Maar 't wordt afgezaagd. Het moet onmiddellijk worden toegegeven dat Dieterle een kr.ap acteur is en een heel komische kerel, en bovendien door een vlot stel artisten gesecondeerd wordt (o.a. Xenia Desni) en dat de malle verwikkelingen in dit vroolijke en amoureuze spel erg aardig uitge werkt zijn. Luxor-Th eater. Deze week weder twee hoofdnummers die geheel verschillend van eLkaar zyn, maar ieder in hun genre veel belang stelling verdienen. Als eerste hoofdnummer draait „De Bedelaar", met in de hoofdrollen Ni colas Koline en Elmire Vautier. Vooral eerstgenoemde in zijn dubbele rol trekt de aandacht. In zyn spel als bedelaar is hij de man die het lot aanvaardt om dat. nu ja omdat het nu eenmaal zoo is. Maar ook in de andere rol valt veel in hem te waardecren, vooral waar hij zich voor den bedelaar moet voor doen en dan de vrouw ontmoet waarvan hy gescheiden is. maar niettemin nog altyd liefheeft. Dit was werkelijk een nummer waarin veel te genieten was. Het tweede hoofdnummer: „Het liefje van een Prins" speelt in Weenen .n in het byzonder in de hooge kringen. Het is de geschiedenis van een koningskind dat alles opoffert ora met het meisje zyner keuze te kunnen trouwen. De on bedorven jongeling weet weerstand te bieden aan de verleidmg van ce groote stad en bemint het eerlyke, maar a,me meisje. Ook hier is het voor beiden: eind goed, al goed. Er komen ook hierin veel vermakelijke tooneeltjes voor, die niet nalaten den lachlust op te wekken. De hoofdrollen worden hier uitstekend vervuld door Liane Haid en Oskar Marion. Een echt leuk nummer. De Pathé revue, evenals het Luxor- Nieuws bieden weer veel mooi en inte ressant wetenswaardigs. De muziek was uitmuntend en viel zeer in den smaak. Een programma da» we gaarne aan bevelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 12