HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 OCT. 1927
LETTEREN EN KUNST.
HET TOONEEL.
DüSSELDORFER SCHAUSPIELHAÜS
ZURÜCK ZU MET HUSALEM
Uit „Terug naar Methusalem", Franz Everth als Adam, en Hedwig Sparrer als Eva.
Uit een commercieel oogpunt be
schouwd, kan men de keuze van
„Zurück zu Methusalem" voor een
tournee door ons land van het Düs-
seldorfer Schauspielhaus niet erg ge
lukkig noemen. Dit stuk van Shaw is
in Holland zco goed als onbekend en
een opvoering van slechts twee der vijf
aeelen, waaruit „Back to Methusalem"'
bestaat, is ook niet bepaald geschikt
om een zuiver beeld van dit werk te
krijgen. Daarbij is 't meer dan één an
der tooneelwerk van den beroemden Ier
een praatstuk. Het vergt van de hoor
ders zeer veel, zoowel aan intellect als
aan geduld. Shaw heeft zou men kun
nen zeggen ..Back to Methusalem"
geschreven voor de toekomst, wanneer
het „evangelie der gebroeders Barna
bas'* in vervuiling zal zijn gegaan, dat
is wanneer de menschen 300 jaar le
ven en voldoenden tijd en rust hebben
cm kalm naar al dat geredeneer, gefi
losofeer en gepolemiseer te luisteren.
Maar nu wij nog zoo ver niet zijn en
wij het met 80 jaar of minder
moeten doen, hebben wij er niet de rust
en het geduld voor. Persoonlijk heb ik
de kennismaking op net tooneel met
Shaw's werk al was het dan ook
maar een gedeelte gewaardeerd,
doch het verwonderde mij niet, dat
deze voorstelling voor het groote pu
bliek siechts weinig aantrekkelijks had
en onze Stadsschouwburg gisteravond
dan ook vrij ledig was.
Het belangrijkste en meest boeiende
deel van de opvoering kregen wy na
de pauze. Het eerste deel. dat in het
Paradijs tusschen Adam, Eva en de
Slang en later in een oase in
Mesopotanië tusschen Adam. Eva
en Kaïn speelt, viel vrij lang Shaw
is altijd interessant genoeg om naar te
luisteren, maar toch leek mij dit eer
ste deel meer geschikt om gelezen dan
om gespeeld te worden.
Shaw zou Sh3w niet zijn, als hij het
Paradijsverhaal niet op een zeer eigen
er. persoonlijke wijze belichtte. Ad3m
komt bij hei zien van een gestorven
reekalf voor het eerst voor de raad
selen van dood en eeuwigheid te staan.
Hij huivert bij de gedacnce eeuwig
met zich zelf te moeten zijn en het is
de Slang, die het eerste menschenpaar
niet alleen het begrip van sterven en
dood bij brengt, maar ook dat van ae
geboorte en het nieuwe leven. Adam
en Eva zullen 1000 jaar op aarde blij
ven en hun levenstaak dan overdragen
aan hun nageslacht.
Dat Shaw het Paradijsverhaal an
ders zou öramatiseeren dan een Von
del of Laudy was te verwachten. Shaw
staat wel heel ver van de „primitieven"
Vondel nam in zijn Adam in Balling
schap een veel hooger en vooral veel
dichierlijker vlucht. In Back to
Methusalem" zijn Adam en Eva schep
selen van Shaw, die denken met zijn
hersens en spreken in zijn taal. Maar
men kan moeilijk ontkennen, dat Shaw
het eerste menschenpaar ook niet
mooie en diepe dingen laat zeggen
zooals over de waarde van het men-
schenleven en over leven en dood en
eeuwigheid al vragen die woorden
ook niet bepaald om het tooneel.
Met Kaïn komt In het tweede be
drijf dat ecnige eeuwen later speelt
de mensch, die het geschapene ver
woest. Kaïn noemt zich zelf een
„Uebenr.eiisch". Er wordt ook in dit
bedryf zwaar gefilosofeerd en deze
eerste menschen zijn van een spits
vondigheid, die enkel maar hun even
beeld vinden in.Bernard Shaw.
De conclusie, waartoe Shaw Kaïn
laat komen is. dat het leven te lang
cuurt. dat men er genoeg van krijgt en
er voor menschen, die 1000 jaar leven
niets geen nieuws meer is onder de zon.
Het het met den mensch in het kor
tere leven gaat, wil Shaw ons dan in
het tweede deel, dat eigenlijk in gee-
nerlei verband met het eerste deel staat
toonen. Dit deel het welk in 1920
werd geschreven speelt in den tegen-
woordigen tijd, onmiddellijk na den oor
log. In tegenstelling met Kain's uit
spraak, dat het leven voor de eerste
menschen te lang duurde, duurt het
thans volgens de gebroeders Barna
bas, waarnaar het tweede deel is ge
noemd te kort De mensch komt niet
meer tot zijn volkomen ontwikkeling.
HM doet alias te gehaast en het men-
schenras van tegenwoordig is daardoor
mislukt. Hoe het mislukt is. Shaw
kon dat nooit feller en striemender zeg-
rer. dar. onmiddellijk na den oorlog. In
cc twee ministers Burge en Lubin
i in wie wij zonder veel moeite Lloyd
George en Asquith herkennen hekelt
en geeselt Shaw de politici en de poli
tiek! In dit gedeelte is Shaw het
spreekt wel van zelf op zijn sterkst:
scherp, geestig en amusant. Lloyd Geor
ge, fraseur en opportunist, die zwelgt
in rhetorica. man van oppervlakkige
kennis, die alleen maar denkt aan zijn
kiezers, en Asquith, min of meer vadsig,
bang voor zyn vrouw, zij worden door
Shaw meedoogenloos oespot! Dit is
waarschijnlijk ook de reden, waarom
„Zurück zu Methusalem" in Duitsch-
land zoo'n succes had en het hier door
de Dusseldorfers Is gebracht.
Maar Shaw geeselt niet alleen En-
gelsche ministers en het coalitie-kabi
net. De sluwe, niets ontziende politici,
de politieke partijen tones zoowel als
de labour-party de Kerk, niets wordt
door Shaw ge;paard. Democratie, so
cialisme. vrouwenkiesrecht, het zijn
alle tesker.en van het naderend einde.
De wereld gaat ten oneer, ensei en ai-
leen. omdat de mensch te kort
leeft en niet tot veile ontwikkeling kan
komen. De wereld heeft volgens het
„evangelie van de gebroeders Barna
bas" behoefte aan menschen, die
minstens 300 jaar levenI Dat heeft ook
wel zijn schaduwzy denk maar eens
aan het 300 jaar met één en dezelfde
vrouw getrouwd zyn, hooren wij het
kamermeisje zeggen maar toch dat
kan alleen nog maar de redding van
het menschdom en het herstel van de
wereld brenger..
Hoe de wereld in dien nieuwen staat
zal zyn, geeft Shaw in de volgende drie
niet opgevoerde deelen, die res
pectievelijk in 2070, 3000 en. in het
jaar 31920 spelen.
Het stuk boeide zooals ik reeds
schreef na de pauze meer dan voor
de pauze. Het eerste bedrijf werd ge
geven in een gestyleerd decor, waarin
als eenïge aanwijzing, dat dit deel speel
de „in het Paradijs" op een verhoogir.g
tegen een blauw fond, de „boom der
kennisse" stond, met daarom heen ge
kronkeld een reusachtige slang, dewelke
sprak door een suggestief gebrons-
den vrcuwenkop.
Franz Everth als Adam, Cornelie
Gebühr als Eva en Louise Dumont vol
gens het programma, maar in werke
lijkheid een andere actrice aLs de slang
gaven in hun spel minder in hun
grime alle recht aan Shaw-s scnep-
ping. Eva trof ons door „das ewig
weibliche" in haar actie. Prachtig
reageerde zij telkens op de openbarin
gen er. influisteringen van de slang, die
in haar dictie nu en dan voortreffe
lijk was, vooral in de wijze, waarop zij
aan de woorden „Hoffnung", „Liebe"
en .Angst" beeld en be teekenis wist te
geven.
In het tweede bedrijf stond Kaïn als
een operette-figuur tegenover de zeer
menschelijk gespeelde Adam en Eva en
verbrak daardoor totaal de eenheid
Dit was dan ook het minst gelukte deel.
Maar een voorbeeld van nauw slui
tend, intelligent samenspel bracht ons
het tweede deel. Hier konden wij het
detail zoowel als het geheel bewonde
ren. Hermann Greid maakte van den
bioloog een zeldzaam levende figuur.
Dat was in alles de geleerde, voor wien
de wetenschap heel zijn hartstochtelijke
liefde is. Mooi als tegenstelling daar
naast Franklin Barnabas van Fritz
Reiff, kalmer en zachter, de geleerde
an mir.der hevig temperament.
Hce geestig en fijn. en vooral hoe
voornaam in den lichten toets van de
caricatuur waren Eugen Dumont en
Franz Everth als de ministers Lubin en
Joice Burge. Frappant was ook de uiter
lijke gelijkenis met Lloyd George van
Franz Everth.
Het volgen van dit zeer knappe spel
schonk een heel apart genot. Het was
vermoed ik meer de bewondering
voor het spel dan voor het stuk, die in
het warm applaus aan het slot tot
uiting kwam. Wij hopen de Düsseldor-
fers meer in Haarlem te zien en dan
voor een volle zaal, zooals zij het ver
dienen.
J. B. SCHUIL.
DE UNIE-COLLECTE.
De 49e jaarcollecte voor de Scholen
met d?n Bijbel heeft te Vijfhuizen op
gebracht 91.30, te Hillegom 359.62 en
te Lisse 136.44, Te Vyfhuizen en te
Lisse was de opbrengst de helft hooger
i dan in 1926, te Hillegom zelfs driemaal
zoo hoog.
HET NIEUWE MOTOR- EN
RIJWIELREGLEMENT.
LEZING VAN INSPECTEUR
J. A, J. KEESOM.
Dezer dagen hield de heer J. A. J.
Keesom, Inspecteur van Politie alhier,
voor de leden van de Politie-, Studie-,
Debating- en Propaganda-Club voor
Haarlem en omstreken een voordracht
over het nieuwe Motor- en RUsvieire-
glement dat op 1 November a.s. in wer
king treedt, gelijk met de nieuwe Mo
tor en Rijwielwet.
Spr. behandelde voornamelijk die ar
akelen welke nieuw zijn of gewijzigd
werden.
De voorschriften blyven beperkt tot
de reglementeering van het verkeer op
de wegen voor zoover het betreft motor-
rytuigen en rijwielen. Het gehééle ver
keer op de wegen wordt door de wet dus
niet geregeld.
Het begrip „wegen" is in de nieuwe
wet uitgebreid. Onder wegen worden
thans verstaan „alle voor het verkeer
openstaande rywegen, terwyl de
daarin liggende bruggen en duikers,
alsmede tot de wegen behoorende voet
paden en bermen of zykanten deel uit
maken van den weg".
Het begrip rijwielpad is thans opgeno
men zoowel in de Wet als in het Regle
ment. Onder rijwielpaden worden thans
verstaan alle paden (ongeacht of zij
deel uitmaken van een weg door of met
goedvinden ran den daartoe gerech
tigde) al rywielpad aangeduid door een
zwart bord met witte letters.
Het begrip „bestuurder" is in de
nieuwe wet uitgebreid. Hieronder wor
den thans verstaan: hij die liet rytuig
bestuurt en hij die volgens de voorwaar
den van het op art. 2 berustend Kon.
Besluit, een zoodanige plaats innemen
de dat hij ieder oogenblik het bestuur
kan overnemen, het rytuig onder zyn
onmiddellijk toezicht heeft.
Wanneer aan dengene, die het rij
tuig bestuurt, by rechterlijke uitspraak
de bevoegdheid is ontzegd motorrijtuigen
te besturen, wordt hij toch gerekend
bestuurder te zyn, ook al bestuurt, hy
onder onmiddellijk toezicht van een
ander.
Beccgd wordt hiermede het gevaar
met z.g, leswagens te verminderen
en het leeren rijden op den openbaren
weg mogeiyk te maken.
Nopens het verkeer worden krachtens
art. 2 Ged. Staten gehoord, by Kon.
Besluit regelen gesteld:
le aangaande samenstelling, inrich
ting en uitrusting van motorrijtuigen,
rijwielen en van rij en voertuigen, wel
ke door een motorrijtuig worden voort
bewogen.
2e. voorschriften aangaande het ge
heel of gedeeltelijk gesloten verklaren
van wegen of rijwielpaden voor het be-
ryden in eene of beide richtingen, hetzij
met alle, hetzij met een of meer cate
gorieën van motorrytuigen en rywielen,
3e. aangaande het voeren van lichten
aan motorrytuigen, rywielen en andere
ry en voertuigen.
4e. betreffende het geven van seinen
door bestuurders van motorrijtuigen, ry
wielen en andere ry- en voertuigen,
5e. betreffende het uitwijken door en
voof motorrijtuigen, rywielen, andere
ry- en voertuigen, ry- en trekdieren,
ander veé en voetgangers.
6e. aangaande het deen stilhouden
van motorrijtuigen en rywièlen en
voor zooveel motorrytuigen betreft, het
in rust brengen van den motor,
7e. aangaande het doen voortbewegen
(vroeger werd dit trekken genoemd)
van rij- en voertuigen door motorrijtui
gen.
Bovendien kan by Kon. Beslut voor
motorrytugen in verband met hun sa
menstelling, gewicht, as- of wielbelas-
ting, of hunne afmetingen in beladen
of onbeladen staat of in verband met de
omstandigheid, dat rij- en voertuigen
door dergelijke motorrytuigen worden
voortbewegen, het in acht nemen van
een max. snelheid worden voorgeschre
ven.
Door een dergelijke regeling krygt de
regeering het geheel in de hand om be
paalde motorrytuigen van bepaalde
wegen te weren.
In artikel 22 is het alg. verbod op
genomen, dat het den bestuurder van
een motorrijtuig of rywiel verboden is
over een weg of rywielpad te ryden:
a. op zoodanige wyze of met zooda
nige snelheid dat de vrijheid of veilig
heid van het verkeer wordt belemmerd
of in gevaar gebracht of
b. terwijl de bestuurder verkeert on
der zoodanige invloed van het ge
bruik van alcoholhoudenden drank, dat
hy niet in staat moet worden geacht
het motorrijtuig naar behooren ze be
sturen.
Voor motorrijtuigen mag de max.
snelheid niet beneden 20 K.M. en voor
rijwielen niet beneden 10 K.M. zyn.
Uitzonderingen kunnen worden ge
maakt voor bruggen en wegen waarop
een zeer groote verkeersdrukte
heerscht. Binnen de bebouwde kom der
gemeenten echter niet beneden 12
K.M. Voor alle wegen binnen de be
bouwde kom kan 12 K.M. vastgesteld
worden voor het rijden met aanhang
wagens.
Geen maximumsnelheid wordt door
de wet vastgesteld voer rijwielpaden en
voor wegen buiten bebouwde kommen
der gemeenten, behalve dan voor zwaar
rr.otcrverkeer, zooals art. 2 bepaalt.
Tegen woest ryden is art. 22 de eenige
rem.
Het zal niet meer mogeiyk zijn dat
iemand beneden 18 jaar aan het stuur
ga3t zitten van een motorrijtuig op 2
of meer dan 2 wielen, ook al gebeurt
dit onder onmiddellijk toezicht. Voor
Motorrijtuigen op 2 wielen, waarmede
geen grooter snelheid kan worden be
reikt dan 30 K.M. is de leeftijdsgrens
op 16 jaar gesteld.
Een rijbewijs kan o.m. geweigerd
worden wanneer de aanvrager binnen
twee jaar vóór de aanvrage wegens
openbare dronkenschap of overtreding
van art. 426 W. v. S. is veroordeeld.
In art. 21 der Wet wordt uitdruk-
kelUk gezegd dat geen wedstrijden met
motorrijtuigen of rywielen op wegen
of rywielpaden mogen gehouden wor
den (Hieronder zijn dus nu ook be
grepen z.g. betrouwbaarheidsritten,
afstandsritten enz. Vroeger was er in
dezen alleen sprake van snelheidswed-
«tryden).
Volgens het nieuwe Reglement zal
het leeren besturen van een motorry-
wiel slechts op den openbaren weg mo
gen plaats hebben met een motorry-
wiel met zijspan.
Een rywielpad mag slechts bereden
worden door rywielen. Wanneer aan
beide zyden van een weg een rywielpad
is mag alleen van het rechterpad ge
bruik worden gemaakt.
Binnen de bebouwde kommen der
gemeenten mag slechts gebruik worden
gemaakt van den hoorn als geluidsig-
r.aal door motorrytuigen met uitzonde
ring van stoom- en motorwalsen cn
motorrytuigen ten dienste van open
bare besturen byv. de brandweer.
Voor motorrytuigen op meer dan 3
wielen moet het geluid van den hoern
een zwaren en voor 2- of 3-wielige een
schellen toon hebben. Het geluid moet
op een afstand van 100 M. duidelyk
hoorbaar zyn.
Motorrytuigen op meer dan 2 wie
len (dus ook een motor met zyspan)
moeten als zy zich op eon weg bevin
den voorzien zyn van aan weerszyden
aangebrachte lantaarns die voor
waarts een helder wit licht uitstralen,
tusschen een half uur na zonsonder
gang en een half uur voor zonsop
gang. Aan de linkerachterzijde moet
het voorzien zyn van een lantaarn die
achterwaarts een rood licht uitstraalt.
Alle andere rij- of voertuigen moeten
op den zelfden tyd voorzien zijn van
minstens een lantaarn bevestigd voor
aan de linkerzyde van den wagen of
uitstekende lading.
Dragen van een lantaarn door een
persoon, vóór den wagen loopend, is
dus verboden. Laatstgenoemde voer
tuigen mogen in plaats van een rood
licht gebruik maken van een roeden
reflector. Gebruikers van handwagens
en bespannen voertuigen mogen hier
wel aan denken.
Buiten de bebouwde kom moet de
verlichting van een motorrytuig zoo
danig zyn dat bij een snelheid van 20
tot en met 40 K.M, den weg ten minste
25 M. en by een snelheid van 40 tot en
met 100 K.M. 100 M. voor 't motorrytuig
voldoende wordt verlicht onder alle
omstandigheden. De wetgever hoopt
hierdoor tal van ongelukken te voor
komen.
Verblindende verlichting („schijn
werpers" worden niet meer genoemd)
is verboden binnen de DeDouwdc kom
men, wanneer het motorrytuig stil
staat zoowel binnen als buiten de be
bouwde kom en bij het tegenkomen
van andere motorrytuigen, rijwielen,
rij- of voertuigen van het oogenblik af
dat zij elkaar tot op 100 Meter afstand
zijn genaderd.
Rijwielen moeten in den vorenge
noemden tyd voorzien zijn V2n minstens
een lantaarn aan de voorzijde en aan
de achterzyde een rood licht of rooden
reflector.
Een open knalpot Is niet meer ge
oorloofd. Een geheel nieuwe bepaling
is ook dat motorrijtuigen of andere rlj-
of voertuigen voorzien moeten zyn van
een spiegel, waardoor het linksachter-
liggend weggedeelte kan worden over
zien, dit geldt niet wanneer de bestuur
der van zyn zitplaats af dat wegge
deelte gemakkelyk kan overzien, voor
stoom- en motorwalsen en motorry
tuigen bestemd om buiten wegen ge
bruikt te worden en voorts niet bij ry-
of voertuigen waaraan een spiegel be-
zwaarlyk kan worden aangebracht of
bevestigd.
Steeds moet het teeken gegeven wor
den wanneer van richting veranderd
wordt. Gebruik mag worden gemaakt
van mechanische of optische teekens
(seinlichten)
Voetgangers moeten voldoende ruim
te voor passeeren laten van motorrij
tuigen en rywielen, voor zoover dit
mogelijk is. Voor rywielpaden is het
echter een verplichting. De bestuur
ders van motorrytuigen, rijwielen of
andere ry- of voertuigen moeten aan
voetgangers voor zooveel mogelijk bc-
hoorlijkc ruimte tot voorbijgaan laten.
NED. PROTESTANTEN
BOND.
De afdeeling Haarlem van den
Ned. Protestantenbond hield Vrijdag
avond in het gebouw van den Bond een
algemeene ledenvergadering onder lei
ding van den voorzitter, Dr. J. F. Steen
huis, die een kort openingswoord sprak.
De voorznter deelde mede. dat het
bestuur der afdeeling Haarlem het
secretariat van het nieuwe instituut
„Kring Haarlem" op zich heeft geno
men.
De secretaris, Ir. B. Bölger, bracht
het jaarverslag uit. Daaraan ontlce-
nen wij, dat de toestand der afdee
ling alleszins reden tot tevredenheid
geeft. Het aantal leerlingen der Zon
dagsschool bedraagt 113, die door der
tien dames onderwezen waren. De Lees
kring telde 47 leden. Betreurd werd het
heengaan van dr. Rutgers van der
Losff, die zoo byzonder veel voor de af
deeling heeft gedaan.
Dit jaarverslag werd onder dankzeg
ging goedgekeurd.
Namens de commissie tot het nazien
van de rekening over 1925/1926 bracht
de heer P. F. van Siype verslag uit.
Voorgesteld werd, den penningmees
ter, den heer Joh. E. Post, te déchar-
geeren.
Hiertoe werd onder applaus besloten.
De penningmeester bracht hierna
de rekening en verantwoording over het
jaar 1926 1927 uit. De uitgaven bedroe
gen f 1401,73, de Inkomsten f 129990.
Er :s dus een nadeeiig saldo van f 101,83
Op de exploitatie van het gebouw be
staat een nadeeiig saldo van f 626.24.
De voorzitter bracht den penning
meester een woord van warmen dank.
Tot leden der commissie tot nazien
ran de rekening over 1926'27 werden
benoemd de heeren J. van Noppen, C.
Heyman en G. Bouvé.
Bij de bestuursverkiezing werd de
heer Joh. E. Post bij acclamatie tot
penningmeester herkozen. De voorzitter
drukte er zyn biydschap over uit, dat
de heer Post weer bereid was, de functie
van penningmeester voor vijf jaar op
zich te nemen. Hij wenschte hem geluk
en deelde mede, dat het bestuur zyn
werk ten zeerste waardeert.
De heer Pest dankte voor de vrien-
delyke woorden.
Mr. Hoog deelde mede, dat er nu,
dank zy het werk van het damescomité.
een bedrag van f 3000 beschikbaar is
voor het vernieuwen van de stoelen in
de groote zaal. Er is een som van
f 7500 in totaal ncodig. Het bestuur
stelde voor, door het beleggen van effec
ten de ontbrekende f 4500 op te nemen.
De vergadering vercenigde zich hier
mede.
De voorzitter deelde mede, dat de
stoelen by een Belgische firma besteld
zyn. zy zullen spoedig ar ri vee ren.
Ir. Bölger deelde mede, dat deze stoe
len in België besteld zyn, omdat die
soort in Nederland niet gemaakt kon
v.orcion. Een öegeiyke stoel, die eenigs-
zins op de gewenschte soort geiykt, zou
in Nederland bovendien vier gulden
duurder kosten.
Besloten werd tct instelling van een
fonds voor het gebouw.
Voorstellen inzake reglementswyzi-
gingen werden in beginsel goedgekeurd.
Op de vergadering van Vrydag 11 No
vember zal een besluit warden geno
men. Een voorstel inzake de bibliotheek
werd goedgekeurd.
Na een bespreking van den beschrij
vingsbrief voor de aigsmeene vergade-
rins van den Ned. Protestantenbond,
die op 7, 8 en 9 November te 's-Gra-
vonhage wordt gehouden, werden tot
afgevaardigden naar deze vergadering
benoemd mej. J. D. Casteleyn, mej. W.
A Hocg. de heeren H. G. Cannegieter,
Dr. J. F. Steenhuis en Ds. A. Trouw.
By de rondvraag bracht de heer
Heyman aan den voorzitter onder ap
plaus hulde voor de goede wyze waarop
hij deze belangrijke vergadering geleid
heeft.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem op Woensdag 2 No
vember 1927 des namiddags te 130 ure,
zco ncodig voort te zetten des avonds
ten 8 ure in de Statenzaal (Prinsen
hof).
Aan de orde zal worden gesteld:
1. Mededeelingen en ingekomen
stukken (liggen ter inzage).
2. 2e Sup'pietoire begrooting 1926, enz.
3. Rekening der gemeente over 1926.
4. Vaststelling bedrag tijdelijk op te
nemen gelden.
5. 2e suppletoir kohier Straatbelas
ting, dienst 1927.
6. Wijziging bedrag borgstelling Ge
meente-Ontvanger.
7. Instructie bacterioloog-seroloog-
patholoog.
3. Afwijking verordening art. 35, 2d
lid der Drankwet.
9. Opheffing onbewoonbaarverkla
ring perceelen Ramplaan.
10. Aanschaffing schoolmeubelen By-
zondere school Konmg3trast.
11. Aankoop perceelen:
a. Scheepmakersdijk
b. De Haasstraat 7.
12 Uitgifte grond in erfpacht Sterrc-
boschstraat:
a. (H. de Lugt.)
b. (J. Fortgens)
13. Verkoop grond Santpoorterstraat
N.V. Bouwmaatschappy „Kleverpark"
14. Verhuring voorm. clubgebouw enz.
Frlesche Varkenmarkt.
15. Aanschaffing materiaal gemeente-
reiniging.
16. CnfcewGcnbaarverklaring van 51
woningen,
17. Verzoekschrift Handelmaatschappij
„Geko" inzake taxatie perceelen.
13. Wijziging belooning pi. v. hoofden
openbare en bijzondere scholen vm.
Schoten en Spaamdam.
10. Regeling zorg voor Blinden.
29. Wijziging verordening Winkel
sluiting.
21. Wyziging Reglement van Orde
voor de vergaderingen van den Ge
meenteraad.
22. Benoeming van:
a. 3 leden Commissie van Beheer
S t adsschcuwfcurg.
b. Tijd. leerares Middelbare School
voor Meisjes met 5-j.c.
c. Tyd. leeraar Gemeentelijke Avond
school voor Nyverheidsonderwys.
BELOONING PLAATSVERVANGENDE
HOOFDEN VAN SCHOLEN.
In de voormalige gemeente Schoten
en Spaarndam zyn onderscheidenlijk by
raadsbesluiten van 2 November 1922 en
3 Maart 1927 regelingen getToffen no
pens het toekennen eener belooning aan
de onderwijzers verbonden aan de open
bare lagere scholen indien zy zyn aan
gewezen als plaatsvervanger van het
hoofd der school.
Bedoelde, regelingen blyven. zooals
B. en W. den Raad mededeelen, vol
gens art. 30 der annexatiewet vazi 21
April 1927 van kracht tot dat zy door
de bevoegde macht zijn vervangen. Daar
in deze gemeente bedoelde belooning
is geregeld by raadsbesluit van 12
Augustus 1925 komt het B. en W. wen-
scheiyk voor de regelingen uit Schoten
en Spaarndam, gerekend van Mei 1927
af in te trekken en van dien datum af
laatstvermeld raadsbesluit van toepas
sing te verklaren voor alle onderwy-
zers der openbare en der byzondere
lagere scholen in de (vergroote) ge
meente Haarlem, die zyn aangewezen
tot plaatsvervanger van het Hoofd der
school. In dien zin wordt den Raad een
ontwerp-Raadsbesluit ter vaststelling
aangebeden.
In dat Raadsbesluit is een overgangs
bepaling opgenomen om aan belang
hebbenden die vóór Mei 1927 aangewe
zen waren voor één maal de keus te la
ten of zy- voor zich de voor 1 Mei 1927
bestaande of de Haarlemsche regeling
wenschen.
UITGAAN.
SCHOTEN'S CHRIST. GEMENGD
KOOR.
Schoten's Chr. Gemengd Koor, met
als onderafdesling een Kinderkoor, zal
Maandag 7 November een Concert ge
ven ln de Gem. Concertzaal. Mej. Rie
Tuyl Schuitenmaker (alt) en de heer
Willem Knikker (viool) zullen hun me
dewerking verleenen, terwijl de begelei
ding in handen is van mej. Gré Geldorp
en den heer Jac. Zwaan.
Het kinderkoor zal o.a. uitvoeren
„Zonnekla&rtje", Cantate van P. G. van
Anrooy.
Behalve verschillende andere werken,
zal het Gem. Koor in combinatie met
het Kinderkoor uitvoeren de Lentezang
van Ph. Loots.
BIOSCOOP
Rembrandt Theater.
Het Rembrandt Theater spaart moeite
noch kosten om zyn theater zoo aan
trekkelijk mcgelyk te maken. We heb
ben op de Groote Markt al veel mooie
programma's gezien, maar dit van deze
week spant ongetwyfel-d de kroon. Daar
is bijvoorbeeld de twee-acter „Een bolle
boos van een Matroos", waarom gescha
terd is; een allerdolst ding!
V/at „Madam Walker's wereldbe
roemde Pompey Girls" ons te zien en
te hooren geven, gaat hoog uit boven
wat over het algemeen op het Bioscoop-
tooneel geboden wordt. Er is een groepje
van acht Engelsche meisjes, afgewisseld
door een groepje van drie meisjes. Met
haar karaktenstiek-Engelsche cabaret-
stemmen dragen zij een aantal guitige
Engelsche liedjes voor, begeleid door
elegante beweeg- en danspassen. De
sierlijke, smaakvolle toiletjes, die bij
elk volgend nummer weer anders zyn
brengen de „finishing touch" aan het
zeer verzorgde geheel. De elf actricetjes
hebben alle reden om tevreden te zyn
over het behaalde succes, het publiek
juichte hen enthousiast toe.
Met niet hoog gespannen verwachting
gingen we naar 't Rembrandt Theater
toe: „Een parodie op den schitterenden,
aandoenlijken film „De Groote Parade!"
Hoe is het mogelijk! Hoe ongevoelig!
Geheel en al bekeerd gaan we huistoe.
,£>e Schande van het Regiment" Is een
film om tranen te lachen. Het Is een
film, die in den oorlog speelt, maar
de twee krygskameraden Riff Swanson
on Shorty Ray. de eerste an het gewone
leven detective, de laatste zakkenroller,
inbreker enz., zorgen ondanks hun zelf.
dat geen enkele situatie, hoe ernstig
cok, tot de toeschouwers als hachelijk
komt, doordat zij steeds in lachwekende
posities geraken door hun militaire on
handigheid. zy blijven steeds trouwe
kameraden van elkaar, zelfs als zy
bemerken, dat zy hetzelfde meisje lief
hebben, en beiden een zelfde portret
van haar gekregen hebben.
Ze zyn ook heel eendrachtelijk, wan
neer het er om gaat den heer .Rrov/n,
den leverancier van de Brown's biscuits
af te drogen. Deze biscuit, die de sol
daten in den oorlogstijd kregen, was
zoo keihard, dat de vrienden gezworen
hadden zich te wreken op dien mynheer
Brown als ze hem ooit in handen kre
gen. Het toeval wil dat ze hem in
handen krygen en dat wel als bruide
gom van Bettv, het meisje van het por
tret, een feit. dat niet in het voordcel
van Brown meewerkt zooals te begrypen
is.
De vrienschap eindigt plotseling als
Riff markt, dat Shorty de zakenroller
is, die Riff zyn horloge heeft gerold
en de film eindigt, waar hy mee begon:
met de achtervolging van den detective
van den dief.
Cinema Palace.
Mary Carr blijft de innemende be
schaafde oudevrouwen-figuur. Het lieve
vrouwtje met een zorgen-gezichtje vol
rimpels en de moederlijke liefde voor
alles wat alleen is en verlaten.
Mary Carr blijft dit genre trouw.
Wij zagen haar gisterenavond in de
Cinema in zco'n rol. De intrigue van dit
filmdrama was een vrije alledaagsche,
maar de vertolking was goed. Is dit niet
het kenmerk van de meeste films van
dezen tyd? Dat men er de sprong n3ar
het groote in durft te doen, doch faalt
in één of ander bslangryk onderdeel?
„Genadebrood" faalt in de weinig be-
langryke en erg goedkoope intrigue,
maar is weer geslaagd als film-technisch
product. Als fotografie. En hoe schit
terend zyn nfet eenige finesses. Die
bijvoorbeeld met al die kleine kinde
ren en die groote huisknecht.
De Soldaat van Marie is evenzeer
een standaard- een typefilm als die
van Mary Carr. Want Dieterle verte
genwoordigd ook een bepaalde school.
Die van de verliefde militairen, vorsten
of prinsen. Zooals u weet is dit artikel
zeer gewild, vooral in de operette-achtige
films. Je kunt een koning, een prins of
graaf zoo makkelijk slippertjes laten
maken die voor vele complicaties zorgen.
Dergelijke losbollige typen van het aris
tocratische soort zyn vluchtheuvels voor
het uitgeputte filmbrein. Zy leveren
steeds weer filmcopy.
Maar 't wordt afgezaagd. Het moet
onmiddellijk worden toegegeven dat
Dieterle een kr.ap acteur is en een
heel komische kerel, en bovendien door
een vlot stel artisten gesecondeerd
wordt (o.a. Xenia Desni) en dat de
malle verwikkelingen in dit vroolijke
en amoureuze spel erg aardig uitge
werkt zijn.
Luxor-Th eater.
Deze week weder twee hoofdnummers
die geheel verschillend van eLkaar zyn,
maar ieder in hun genre veel belang
stelling verdienen.
Als eerste hoofdnummer draait „De
Bedelaar", met in de hoofdrollen Ni
colas Koline en Elmire Vautier. Vooral
eerstgenoemde in zijn dubbele rol trekt
de aandacht. In zyn spel als bedelaar
is hij de man die het lot aanvaardt om
dat. nu ja omdat het nu eenmaal
zoo is. Maar ook in de andere rol valt
veel in hem te waardecren, vooral waar
hij zich voor den bedelaar moet voor
doen en dan de vrouw ontmoet waarvan
hy gescheiden is. maar niettemin nog
altyd liefheeft. Dit was werkelijk een
nummer waarin veel te genieten was.
Het tweede hoofdnummer: „Het liefje
van een Prins" speelt in Weenen .n in
het byzonder in de hooge kringen. Het
is de geschiedenis van een koningskind
dat alles opoffert ora met het meisje
zyner keuze te kunnen trouwen. De on
bedorven jongeling weet weerstand te
bieden aan de verleidmg van ce groote
stad en bemint het eerlyke, maar a,me
meisje. Ook hier is het voor beiden:
eind goed, al goed.
Er komen ook hierin veel vermakelijke
tooneeltjes voor, die niet nalaten den
lachlust op te wekken. De hoofdrollen
worden hier uitstekend vervuld door
Liane Haid en Oskar Marion. Een echt
leuk nummer.
De Pathé revue, evenals het Luxor-
Nieuws bieden weer veel mooi en inte
ressant wetenswaardigs.
De muziek was uitmuntend en viel
zeer in den smaak.
Een programma da» we gaarne aan
bevelen.