WEENSCHE BRIEF.
FLITSEN
LETTEREN EN KUNST.
FEUILLETON
Het Huis met den Pijl
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 4 NOV. 1927
(Van onzen correspondent.)
Een verzameling van onschatbare waarde. Histo
rische wapenrustingen. Harnassen van Philips den
Schoone, Maximiliaan van Oostenrijk en Karei V.
Een vlaggetje uit het leger van Willem den Zwijger.
De enorme waarde der collectie.
De kleine republiek Oostenrijk heeft
tal van zware lasten te dragen, welke
een gevolg zijn van den verschrikkelijken
wereldoorlog, die door het vroegere kei
zerrijk in het leven werd geroepen, en
van de moeilijke economische toestan
den. die na dezen oorlog bleven voort
bestaan. Doch ook onschatbare rijk
dommen zijn in Oostenrijk, en vooral
te Weenen, overgebleven, kunstschatten,
die de Oostenrijkers voor geen geld ter
wereld zouden willen missen. Enkele
jaren geleden was er sprake van. dat
men een deel der schitterende oude go
belins naar het buitenland zou verkeo-
pen, opdat Oostenrijk zich financieel be
ter zou kunnen bewegen, maar een
storm van verontwaardiging ging op.
De Oostenrijkers beschouwden deze go
belins als een soort nationaal eigen
dom. dat niet verloren mocht gaan.
en precies zoo oordeelden zij over de
kostbare schilderijencollectie van het
groote staatsmuseum aan den Burgring,
waar tallooze Rembrandts, Van Dycks,
Rubens. Breughels, Teniers, Geertgen
van Haarlems, Ruysdaels, Gerard Dous
Van Mieris', Wouwermans en anders
oude Nederlandsche meesters hangen,
zoomede kostbare doeken van beroem
de Italiaansehe schilders als Titiaan.
Tintoretto, Veronese, Raphael, Correg-
gio e.a. Wanneer men zich van een paar
dezer kostbars schilderstukken had
ontdaan, zou Oostenrijk wellicht zoo
veel geld hebben ontvangen, dat de
staat het niet noodig had gehad een
buitenlandscha leening aan te gaan.
Doch neen, de Oostenrijkers wilden
deze meesterwerken in Weenen behou
den. ook wanneer zij misschien het
hardste schreeuwden, die persoonlijk
steeds de minste belangstelling in deze
kunstwerken aan den dag hadden ge
legd en die het museum haast nooit
betraden. Ook in Frankrijk maakte men
een groot misbaar, toen de een of an
dere vermetele persoon het idee op
perde een deel der schilderyen van het
Louvre eer "tournee" door Amerika te
laten maken.
In hetzelfde groote kunsthistorische
museum te Weenen, waar al deze kost
bare schilderijen zijn ondergebracht,
bevindt zich ook een buitengewoon in
teressante collectie oude wapenrustin
gen, die eigenlijk veel te weinig bekend
is en die steeds door een te gering aan
tal bezoekers wordt bezichtigd. En toch
bevinden zich in deze verzameling
stukken van onschabare waarde,
stukken, die zoowel van een histo
risch standpunt als om him kunstwaarde
ten zeerste de aandacht verdienen. Doch
museumbezoekers wagen er zich zeer
zelden aan van het eene harnas naar
het andere te wandelen en voor elk
dezer wapenrustingen een tydlang in
gedachten verzonken te staan!
In de Weensche collectie vinden we
een complete wapenrusting van Ferdi
nand den Katholieke, kening van Arra-
gon, de echtgenoot van Isabella van
Kastilie. In de onmiddellijke nabijheid
daarvan bevindt zich een in gothischen
stijl uitgevoerd harnas ran zijn schoon
zoon, Philips den Schoone, en In de
zelfde zaal treft men een harnas van
diens zoon, Karei V aan. uit den tijd.
toen deze nog een kleine jongen was.
Doch ook uit de latere jaren van dezen
machtigen vorst, in wiens rijk de zon
nooit onderging, heeft men hier een wa
penrusting, welke in den loop der eeuwen
een zwarte tint heeft aangenomen. Dit
harnas, dat de keizer in het veld droeg,
is met schitterende arabesken en figu
ren versierd en bovendien zijn er ver
gulde ornamenten op aangebracht, die
er als borduurwerk uitzien Aan deze
wapenrusting ziet men. dat Karei V
eigenlijk heelemaal niet zulk een groote
man was, wat postuur aangaat. Een heel
anderen indruk maakt de wapenrusting
van Ferdlnando Gonzaga, hertog van
Arianos, die een boom van een kerel
moet zijn geweest, ongeveer twee meter
lang, met een enormen buik, die vaak
zeer veel wijn in zich moet hebben ge
torst 1
Van Karei V .is overigens ook nog een
prachtig zwaard aanwezig, dat in het
jaar 1530 vervaardigd werd. Kareis
grootvader, keizer Maximiliaan I van
Oostenrijk, de man van Maria van Bour-
gondië, is door een wapenrusting en een
paar zwaarden vertegenwoordigd en
ook de ons Nederlanders uit de geschie
denis zoo goed bekende hertog van Al va
heeft een veer, of liever gezegd een wa
penrusting moeten laten, opdat deze in
de twintigste eeuw door ons in het
Weensche museum kan worden aan
schouwd. Op eigenaardige wijze kwam
dit harnas in Oostenrijk terecht. Ferdi
nand van Tirol hield er een merkwaar
dige liefhebbrij op na Hij verzamelde
wapenrustingen en hij deinsde er niet
voor terug cok zijn tegenstanders om
een stuk voor zijn collectie te vragen.
Zoo schreef hij zijn vijand Alva een brief
waarvan de inhoud ongeveer op het vol
gende neerkwam: .Beste meneer mijn
vijand! U hebt in die en die veldslag een
wapenrusting gedragen, die er zoo en
zoo uitzag. Wilt u zoor goed zijn mij die
harnas te sturen. Ik wil dan graag ver
geten, dat mijn tegenstander bent
geweest. Ik zou het buitengewoon op
prjjs stellen, wanneer U my ook een
portret en een levensbeschrijving zoudt
willen zenden". De brutalen hebben de
halve wereld en ook Ferdinand van Ti-
rol had geluk. Want Alva stuurde hem
het gewensehte. Ferdinand heeft deze
wapenrusting in liet werk beschreven,
waarin hij alle stukken van zyn collectie
behandelde. Ferdinands verzameling is
een der voornaamste onderdeelen der te
genwoordige Weensche collectie.
Weenen bezit ongeveer twee derde ge
deelte van alle oude tournooiharnassen
en van alle oude wapens, van steek- en
ridderspelen, welke thans nog zijn over
gebleven. In het Weensche museum
bevindt zich ook een ruitsrvlaggetje van
witte zijde, waarop zeven bijeengebon
den pijlen zijn geschilderd. Dit vaantje
is afkomstig van een der ruiters van
Willem den Zwijger. Voorts treft men
aan een fraai bewerkt harnas van keizer
Maximiliaan II van Oostenrijk, een
pronkhamas van Alessandro Farnese,
hertog van Panna, een wapenrusting van
Maurits van Saksen, een met verguld
sel versierden helm van Georg Castriota,
vorst van Albanië, bijgenaamd Skander-
beg, enz. enz.
Welke waarde bezitten nu oude wa
penrustingen en wat betaalt men even
tueel voor hen op de internationale
markt? Een harnas van een onbekend
gewoon krijgsman brengt ongeveer vijf
duizend schilling, L circa 1875 Ned.
guldens op. De wapenrusting van een
ridder, wiens naam men niet kent. en
van welk harnas ook de vervaardiger
onbekend is, kost ongeveer het dubbele.
Een harnas, waarvan men weet, door
welken kunstenaar het gesmeed cn ge
ciseleerd is, en waarvan men ook den
vroeger en drager en bezitter kent, kan,
wanneer het werkelijk een fijn uitge
voerd kunstwerk is, wel een millioen
schillingen opbrengen, d.i. ongeveer
375.000 Ned. guldens. Voor eenigen tijd
werd te Londen de mouw van een be
roemd harnas in een veiling verkocht.
Een Amerikaansch museum bezat reeds
het geheele andere gedeelte dezer wa
penrusting. De mouw alleen bracht
50.000 Engelsche guinjes op!
De Weensche collectie, die zoo on
telbaar veel gewone harnassen en -zoo
veel bijzondere harnassen van groote
historische waarde in zich bergt, is dus
zóó kostbaar, dat men misschien heel
Obstenrijk en meer nog wellicht voor
haar zou kunnen koopen. Doch waar
zyn de lieden, die zóóveel geld voor
een liefhebberij zouden kunnen uitge
ven? Bovendien, en dat is de hoofd
zaak: Oostenrijk verkoopt de collectie
niet'
W. M. BEKAAR.
CHRISTELIJKE TECHNICI.
In het gebouw voor Chr. Sociale Be
langen vergaderde de afdeeling Haar
lem van de Ned. Ver. van Chr. Tech
nici. Onder meer werd behandeld het
onderwerp „Werkstaking, uitsluiting en
steun", meer speciaal in verband met de
positie van de technici.
De heer Riphagen werd tot bestuurs
lid gekozen, zoodat thans het bestuur
bestaat uit de heeren: C. Zuilhof, voor
zitter; P. de Wagenaar, secretaris; H.
Riphagen, penningmeester, J. H. Wern-
sen, 2e secretaris en T. Oosterling, alg.
adjunct.
Het voornemen bestaat om op 14 De
cember een propaganda-avond te orga-
niseeren, waarop het hoofdbestuurslid
de heer W. Dijkshoorn uit Den Haag,
een propaganda-rede hoopt te houden.
EVANGELISCHE MAATSCHAPPIJ.
Voor de afö. Haarlem en Omstreken
der Evangelische Maatschappij zal as.
Maandag Ds. P. Stegenga van Amster
dam, het onderwerp: „Roomsch en Pro-
testantsch gezag", behandelen.
HEROPENING ..CENTRAL".
Het liep Donderdagmiddag reeds direct
in het oog dat er aan het eind van de
Groote Houtstraat iets bijzonders te
zien was. Talrijke voorbijgangers bleven
even staan, om een blik te werpen op
café-restaurant „Central" dat heropend
was.
Achter de breede ramen trokken tien
tallen bloemstukken de aandacht.
Het interieur is geheel gerestaureerd.
Alles in is moderne kleuren geschilderd
en de wanden zyn sierlijk gedecoreerd,
uitgevoerd naar ontwerpen van de hee
ren v. d. Ouden en Aider te Rotter
dam.
Kleurige lampen verspreiden een
warm licht. De tafeltjes, het buffet, al
les ziet er even aantrekkelijk uit en een
groot aantal gasten was dan ook 's mid
dags bij de opening aanwezig, en felici
teerde den eigenaar den heer G. M. W.
Hartje met het gunstige resultaat van
de verbouwing. Twee maanden is ..Cen
tral" na den brand gesloten geweest, en
in dien tijd is het heel wat veranderd.
Achter de groote zaal is een eetzaal, ter
wijl ook de binnenplaats dicht gebouwd
is. Boven heeft de heer Hartje 'n groote
zaal met parketvloer, waar gedanst kan
worden.
Het glas in lood in de ramen aan de
voorzijde is van het atelier Le Nobel, d?
onderpui van de firma J. Noë en de
electrische installatie van H. J. Zomers
allen te Haarlem. Het stucadoorswerk
leverde M. de Vries, en de granieten
vloeren V. Massaro. beiden te Haarlem.
Gezien de groote belangstelling bij de
heropening zal de heer Hartje met de
nieuwe zaak wel veel succes hebben.
NED. ARBEIDERS REISVEREENI-
GING
Door het bestuur der afdeeling Haar
lem is voor de maand November het
volgende programma vastgesteld.
Zaterdag 19 November: Kienavond.
Daarna dansen.
Vrijdag 25 November: openbare pro-
pagandalezing in het Blauwe Kruis met
lichtbeelden. Door den heer H Bartels
zal de ^Hoogtoer in Zwitserland" en
door den heer H. van Herwerden, „Een
voetreis door de Alpen" (met lichtbeel
den) behandeld worden.
Zondag 4 December bezoek aan de
Kon Fabriek van verbandstoffen vh.
Utermohlen en Co. te Amsterdam. Vóór
het bezoek aan de fabriek wordt door de
Directie een film vertoond, welke een
beeld geeft van de cultuur in Indië.
waaraan de watten enz. haar ontstaan
te danken hébben.
Zaterdag 10 December feest ter eere
van het vijfjarig bestaan der 3fdeeling
PERSONALIA.
- By de Ned. Spoorwegen zijn be
roemd tot commies te IJmuiden de klerk
F. Meeken en tot commies te Zandvoort
de klerk T. H. Bossers.
In de hoofdcommissie van de ver-
eeniging voor Chr. Nationaal Schoolon
derwijs zijn thans o.m. benoemd Ds. B.
van Schelven van Overveen, voorzitter
en de heer Tyo H. van Eeghen te Aer-
denhout, penningmeester.
De heer L. H. v. d. Woude té1 Vijfhuizen
slaagde te Den Haag voor het Staats
examen werktuigkunde (V. D.)
SYNAGOGEDIENSTEN.
Ned. Israël. Gemeente.
Van 411 Nov. af.
Sabbath: Vrijdagavonddienst b. den
Ingang te 4 uur.
Ochtenddienst te 8 uur.
Middagdiens t te 1 uur.
Avonddienst te 5.11 uur.
Werkdagen: Ochtenddiensten te 7 u.
Zondag te 7 1/2 uur. Avonddiensten te
7.45 uur.
Talmoed Torah: Sabbath te 12 uur.
Werkdagen: 's avonds te 7.15 uur Zon
dagavond te 7 uur.
De Avonddiensten op de werkdagen,
alsmede Talmoed Torah, vinden plaats
in het gemeentegebouw L. Wijngaard
straat 14. De overige diensten worden
verricht ter Synagoge L. Begijnestraat
no. 11.
DE DIEF OPGESPOORD.
Vóór eenige weken werd bij de politie
te Haarlemmerliede door de E. S. M.
aangifte gedaan van diefstal van 26
dwarsliggers, liggende nabij het Lieweg-
je. Het is de politie van Haarlemmer
liede gelukt de hand te leggen op den
vermoedelijken dader. De 24-jarige schip
per J. v. T. te Haarlem had de dwars
liggers in zijn schuit geladen, ze vervoerd
en later van de hand gedaan.
Proces-verbaal is opgemaakt.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1043
DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT
Wanneer de man, met wien je bij den vorigen
straathoek ruzie hebt gehad vlak achter je
stilhoudt en je merkt dat je beiden op het
zelfde eetpartijtje bent uitgenoodigd.
(Nadruk verboden)
GEVONDEN DIEREN EN VOOR
WERPEN.
Terug te bekomen bij:
Bur. v. Politie, Smedestraat, broche,
aardrijkskunde boekje, J. Huising, Craye
nesterlaan 30. broche met steentje; Por.
tier Gasbedrijf, beursje met inhoud; J.
Kors. Jan Steenstraat 27. rapportenboek
je (Woude); B. v. d. Maat. Kruistocht-
straat 57, étui schrijfbehoeften; Tesch,
Zomerluststraat 16, padvindersfluit; B.
Witteman, Kamperstraat 39. paar glacé
handschoenen; M. v. Wamel, Goltzius-
straat 12. beige handschoenen; J. Geels.
Kinderhuisstraat 5 rood, damesarmband
horloge. Kennel .Fauna", Parklaan:
bruin hondje, gebracht door G. Out.
Zuid Polderstraat 61; Kennel „Haerlem"
Wilhelminalaan 22, greote zwarte hond;
L. Hooidonk, Bakenessergracht 58, zil
veren kruisje; A. v. Orden, Leidsche-
straat 45, kindermuts met bontrand; v.
Duffelen, Eerckheydestraat 23 rood.
bruine overjas; J. Kramer, Jansweg 16.
kinderrozenkrans in étui; A. Nessen, Gr.
Willemstraat 30, rozenkrans in étui; N.
v. Hamburg, Glasblazerstraat 33, rozen
krans; Bur. van Politie. Smedestraat, si
garettenkoker. J. Vermeer. Hof van Eg-
rf!óff(f*3«T'5br'®hë heefenschoen; B. v. d.
Vosse, Ten Katestraat 'i, sleutel Ford-
■auto; A. Rol. Soendastraat 14. 2 sleutels,
waarvan 1 „Lips M. v. Reekom. Hofje
van Oorschot 44c, lapje grijze stof: C
v. d. List, Grebberstraat 5. kindertaschje
W. v. Es, Glasblazerstraat 41, tabaks
zak.
Terug te bekomen bij: Bellaart.
Tuinwijk'aan 26, zilveren armbandje;
P. Kneijnsberg, Garcnkokcrskade 26
hoeveelheid aardappelen; F. J. Bom.
Leidschestraat 2 rood, heerenboord:
Klein Laures Csotcrstraat 23. dag*
staatje; Wasscnberg. Karolingensfr-
43, geldstuk; F. A. Vissers. Krui*s
weg 5O. dameshandschocnen: T. Vree*
ken. Gasthuislaan 74, hecrcnhorloge;
M. Prinsen, Prinsen Bolwerk 54, kist
met groente, hlauwc muts; Terhorst.
Bothastraat 76. kraan van melkbus:
A. Brouwer- Antoniëstr. 51 J. rij*
wielpomp; '7. van Houten Ktc Hce*
renstraat 10, penning 110. 53 J. J. B..
Bur. van Politic, Smedestraat. por*
temonaie met inhoud; II. Vcrkooij,
De Clercqstraat 92, poretmonnaic m.
inhoud; N. van Esch, 2c Zuidpolder*
straat 66a, portcmonnaic met inhoud;
J. Hendriks. Gasthuislaan 7, rozen*
krans; A. Verhaart, Wouwermanstr.
112, rijwiclbolastingmerk; B. v Waard
Amstcrdamstr. 3 M„ rijwielbelasting*
merk; P. van Egmond, Lcidschevaart
300. rijwiel; Flink, Hertogstraat 7,
paar damesschoenen; J. Koopman,
Zomerstraat 39. kindertaschjc; S.
P. Schouw, Damiatcstraat 38, kinder*
taschje met inhoud; F. Kuipers, Bar*
teljoristraat 22, vulpenhouder.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL
MUZIEK.
FRITZ IIIRSCH OPERETTE GAST-
SPIEL.
Stadsschouwburg.
De operette heeft, oorspronkelijk als
uitwas van de Fransche Opéra-Comi-
que, haar meestal komisch of paro-
diëerend karakter behouden. In 't al
gemeen is de operette meer als amuse
ment dan als kunst op te vatten; het
geen ons echter in „Wie Einst lm Mai"
onder regie van Fritz Hirsch geboden
werd, is tot goede z.g. kleinkunst te re
kenen. Waar tooneel en muziek samen
gaan is het altijd de vraag geweest wel
ke van deze kunstvormen de groottse
aandacht mag vragen. Ieder werk eischt
andere verhoudingen, maar wanneer een
schoon geheel verkregen is, zal zoowel
de muziek als het tooneel, het een af
wisselend meer dan het ander, belang
rijk moeten zijn. De genoemde operette
is bijna uitsluitend als tooneel op te vat
ten. terwijl de muziek het rythme,
vooral voor de vele dansen leverde. Dit
gebeurde echter voortreffelijk onder lei
ding van Willy Libiczowsky. die een
beknopt maar niet onverdienstelijk or
kestje tot zijn beschikking heeft. De
strekking van deze operette is een beeld
te geven van liefdesavonturen uit ver
schillende tijden, nl. 1845, 1860 („lm
zeichen der Krinoline!) 1888 (Als der
Vater die Mutter nahm!) en 1927, waar
bij nog eenige „Jazz Taumel" te pas
kwam. In de eerste acte wist de muziek
door het verwerken van eenige gra-
eieuse 18de eeuwsche motiefjes even
sfeer te scheppen; behalve enkele an
dere kleine verheffingen werden „Wie
ner Walzer" enz. gespeeld. Grappige,
spannende, dramatische, ja zelfs aan
doenlijke momenten kwamen voor. Dit
laatste was b.v. het geval met het jonge
meisje Ottilie (Friedl Dotza) uit de
eerste acte, die we in de derde acte als
oude vrouw de droevigste jeugdmyme-
ringen hooren klaag-zingen. Alle acteurs
speelden uitstekend; de decors en vooral
de kleeding, beide naar de verschillen
de modes ingericht, waren smaakvol en
uiterst verzorgd. Ondanks alle wisselen
de vormen en begrippen waren de lief
desuitingen in deze vier periodes natuur
lijk niet zoo verschillend en, evenals het
wederzijdsche geklaag van ontrouw,
even spontaan. Groot succes had Fritz
Hirsch in zijn rol van Stanislaus van
Methusalem. den rijkaard, die al deze
periodes doorleeft, niets doet dan steeds
opnieuw trouwen en modern blijven. De
erfenis komt tenslotte in 't bezit van een
handig modern winkelmeisje die de laat
ste vrouw van den ruim honderdjarige
wordt. Deze uitstekend uitgevoerde ope
rette had groot succes. Gememoreerd
dient nog het optreden van de danseres
Maud Zajonz in het ballet uit de tweede
acte. Zy danste in het hoepelrok-cos-
tuum zeer gracieus. Te midden der vele
leuke vondsten was dit een bijzondere
verrassing.
PIET MÖHRINGER.
EEN STUK VAN
HERMAN POORT.
Het Ver. Rotterdamsch Hofstad Too
neel, directeur Cor v. d. Lugt Melsert,
heeft een tooneelstuk van Hennan Poort
getiteld „De Professor zonder Pruik",
ter opvoering aangenomen.
Aan een medewerker van de „Prov.
Groninger Crt." vertelde de schrijver
over dit werk het volgende:
„De Professor zonder Pruik" is een
symbolisch stuk en behandelt de msn-
schelijk-wording van een dorren geleer
de, wiens leven geheel ls vastgeloopen
in uiterlijkheid, in cliché, in de allure
van de wetenschappelijkheid. De sym
bolische figuur van een clown scheurt
hem wakker uit dien onwaardigen ziels
toestand en leert hem te lachen en
mènsch te zijn. Doch ternauwernood is
hem dit gelukt, of een andere symbo
lische figuur, de „Verstandige Man"
tracht den geleerde weer neer te halen
naar het vooze. valsche leven van schijn,
„slipjasserij"en pruikendracht. Tus-
schen deze beide symbolische figuren
gaat de strijd om de overwinning op
den professor, waarby ik gepoogd heb,
iets nieuws op tooneelgebied te bren
gen".
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regeL
In efye rol heolndl zich een spaarkaartje con 1 cenl,
leoens Inwisselbaar legen boeken coor eiken leeftql
Op aanoraog zenden a<i] U geschenkenlijst lot.
Beschuitfabriek HILLE, Zaandam.
Naar het Engelscb van
A. E. W. MASON.
47)
Monsieur Bex keek verontwaardigd.
„Een excentriek mannetje. In Dyon
zou hij zich gauw onmogelijk maken".
Jim verdedigde Hanand.
„Hij acteert graag, dat is wel waar",
antwoordde hij. „Wat hij ook doet en
hoe belangrijk het ook is, hij doet al
tijd net of hij achter het voetlicht
staat".
„Zulke menschen zijn er", stemde
monsieur Eex toe. Hij was iemand, die
het menschdom graag in categoriën ver
deelde.
„Maar wat hij doet is van zeer groot
belang", vervolgde Jim met gepasten
trots. Hij had nu het gevoel of hij al
minstens een kwartier in de arena was.
„HU zoekt ergens naar iets. Ik heb er
hem opmerkzaam op gemaakt. Hij had
het over het hoofd gezien. Vanochtend
heb ik hem nog verweten dat hij niets
aan wilde nemen van menschen. die
hem toch zoo graag wilden helpen. Maar
ik heb hem blijkbaar onrecht aange
daan. Hij luistert wel degelijk naar an
deren".
Monsieur Bex was diep onder den in
druk en een beetje jaloersch.
„Ik moet eens nagaan of ik Hanand
ook niet iets kan voorstellen", zei hy.
„Ja. ja. Is er niet eens in Engeland een
paarlencollier in een lucifersdoosje in de
goot geworpen, toen men den dief te
dicht op de hielen zat? Ik weet zeker
dat ik er iets van gelezen heb. Ik zal
Hanand zeggen dat hij eens een paar
dagen naar lucifersdoosjes in de gooten
moet zoeken. Misschien vindt hij zoo de
parels van mevrouw Harlowe wel. Ja,
ja".
Monsieur Bex was verrukt over die
schitterende ingeving. Hij voelde zich
nu weer niets minder dan zUn Engelsche
collega. Hij zag Hanand al zoeken, langs
alle straten van Dyon en aan iedereen
die er naar vroeg, vertellen „Dit idéé
is mij aan de hand gedaan door mon
sieur Bex, den notaris. U weet wel, mon
sieur Bex, van het Dolet-plein". Totdat
hij ergens maar monsieur Bex had
nog niet uitgemaakt in welke goot Ha
nand het lucifersdoosje met de kost
bare parels zou vinden, toen de deur
van de bibliotheek open ging en Betty
in de hal verscheen.
Zij keek de twee mannen verbaasd
aan.
„En monsieur Hanand?' vroeg ze. „Ik
heb hem niet zien weg gaan".
„Hij is in je schatkamer", zei Jim.
„O!" riep Betty vol belangstelling uit.
„Is hU daar weer heen gegaan?"
Vlug liep ze naar de deur en draaide
den knop om.
„Op slot!" riep ze verwonderd uit,
zonder zich om te keeren. ,Fy heeft de
deur achter zich op slot gedaan! Waar
om?"
„Vanwege het voetlicht", antwoordde
monsieur Bex en Betty keerde zich om
en staarde hem aan. „Ja, tot die con
clusie zijn monsieur Frobisher en ik ge
komen. Hij moet altijd doen of hU too
neel speelt" en op dat oogenblik werd
de sleutel weer omgedraaid.
Betty keerde zich weer om toen ze'
dat geluid hoerde en kwam vlak tegen
over Hanand te staan. Hanand keek
langs haar heen naar Frobisher en
schudde het hoofd.
„Niet gevonden?" vroeg Jim.
„Neen".
Hanand keek nu van Jim naar Betty
Harlowe.
.Monsieur Frobisher heeft mij iets
aan de hand gedaan, mademoiselle. Ik
had nog niet in dien mooien draagstoel
gekeken. De parels hadden wel onder de
kussens verborgen kunnen zijn. Maar
dat was niet het geval".
„En u deed de deur op slot, monsieur"
zei Betty stijfjes. „De deur van mijn
kamer nota bene".
Hanand richtte zich op.
„Zeker, mademoiselle", antwoordde
hy. „Wat zou dat?"
Betty was op het punt om een hate
lijk antwoord te geven. Maar ze sprak
het niet uit. Ze haalde haar schouders
cp en zei koeltjes terwijl ze zich om
keerde:
„U heeft er ongetwijfeld het volste
recht toe, monsieur".
Hanand glimlachte vriendelijk tegen
haar. Hy had haar weer beleedigd. Ze
werd weer het humeurige, opstandige
kind dat hij den vorigen ochtend ont
moet had. Maar de glimlach bleef op
zijn gezicht. In de deur van de biblio
theek stond Ann Upcott. Haar gezichtje
was heel bleek en haar oogen schoten
vuur.
„Ik hoop dat u mijn kamers doorzocht
heeft, monsieur", zei ze op uiWagenden
toon.
„Terdege, mademoiselle".
„En u heeft de parels niet gevonden?"
„Neen!" en hij liep dwars door de
hal naar haar toe. terwijl er plotseling
een ernstige uitdrukking op zi)n gezicht
kwam.
„Mademoiselle ik zou graag willen dat
u mij antwoord gaf op een vraag. Maar
u behoeft het niet te doen. Dat moet u
goed begrijpen. U heeft het recht om
uw antwoorden te bewaren voor het bu
reau van den rechter van instructie en
ze dan alleen te geven in tegenwoordig
heid en met toestemming van uw ad
vocaat. Monsieur Bex zal dit wel willen
bevestigen".
Ann's houding werd minder uitdagend.
„Wat wilde u mij vragen?" vroeg ze.
„Hoe u precies in Maison Grenelle ge
komen is".
Ann sloeg haar oogen neer. Ze stak
haar hand uit naar de deurpost om een
steuntje te zoeken. Jim vroeg zich af
of ze geraden had dat een deel van
Simon Harlowe's pijl nu in Hanand's zak
zat.
„Ik was in Monte Carlo", begon ze en
zweeg toen.
„En alleen?" vervolgde Hanand mee-
doogenloos.
„Ja".
„En zonder geld?"
„Met een beetje geld", verbeterde
Ann hem.
„Dat u verloor", antwoordde Hanand.
„Ja".
„En in Monte Carlo maakte u kermis
met Boris Waberski?"
„Ja".
„En zoo is u hier in huls gekomen"
„Ja".
„Dat is allemaal heel eigenaardig,
mademoiselle", zei Hanand ernstig, en
als het alleen maar eigenaardig was,
dacht Jim Frobisher. Want Arm Up
cott scheen voor den onderzoekenden
blik van den detective in elkaar te
krimpen. Nog één vraag van Hanand
en de kans was groot dat ze stamelend
zou bekennen. Bekennen dat ze een com
plot had gesmeed met Boris Waberski!
En dan? Jim dacht met afgrUzen aan
wat haar dan te wachten stond. De
guillotine? Waarschijnlijk iets veel er-
gers. Want dat zou spoedig voorbij zyn
en dan zou zij rust hebben. Een paar
weken vol spanning, vol afwachten, nu
eens dronken van hoop, dan weer ziek
van ellende, een paar afgrijselijke minu
ten bij het aanbreken van een dag
en dan het eindeDat zou tenslotte toch
beter zijn dan jaren en jaren van hart-
verscheurenden arbeid grove kleeren, en
slecht eten, te midden van andere mis
dadigers in een Fransche gevangenis.
Jim kon het niet verdragen om langer
naar haar te kijken en zag met schrik
dat Betty hem vol spanning aan stond
te kijken, alsof ze het gevaar waarin
Ann verkeerde, minder belangrijk vond
dan wat hij er van dacht.
Infcusschen had Ann haar besluit ge
nomen.
(Wordt vervolgd.)