PARIJSCHE MODE. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 10 NOV. 1927 ITcmina ELEGANTE LINGERIE. Deze zoogenaamde „cami-boekers" is een bijzonder elegante dracht onder een avond tollet. Bovendien is zij zeer praktisch omdat er door de combinatie van chemise en pantalon geen meer dere kleedingstukken onder het toilet verelscht worden, het geen meestal on- noodige dikte veroorzaakt. Zij is ge maakt van zacht-groene crepe-de-chinc, afgzet met ecru kant. Benoodigd materiaal: 1 1/2 Meter crepe-de-chine van 100 c.M. breed, 110 c.M. kant van 12 cM. breed en 1 Meter kant van 7 1/2 c.M. breed. Een knippatroon is verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46, en 48, onder opgave van nummer 41,487. Kosten 55 cents. TERUGBLIKKEN MARGUERITE K. GRETTON Eenige dagen geleden was ik vanuit mijn raam getuige van een klein voor val. Een motorrijder stopte, steeg af, en hielp een meisje uitstappen uit een zijspanwagen. Zij droeg een groote bos wilde bloemen in haar arm en ik leidde daaruit af, dat zij een veldtocht achter den rug hadden en dat zy werd afgezet, dicht bij haar huis. Ik kon aan de uitdrukking op het ge laat van het meisje zien, dat dit uit stapje een mylpaal op haar levenspad was geweest en al hetgeen zij zeide. was dankbaarheid voor een gelukkigen middag. De man klopte haar op den schouder, wandelde rond den zijspan- wagen en staarde met algeheele aan dacht naar de machine welke het laatste uur of zoo niet zijn volle atten tie had gehad. Het meisje deed een paar stappen, draaide zich om en riep „Dag!" De man wuifde met de hand, maar zag niet op. Zij vervolgde haar weg en keek, zooals ik opmerkte, nog viermaal om. Toen stond zij stil op den hoek en wachtte eenige minuten, terwijl de man den motor aanzette maar hij keek geen enkele maal om. En hoe levenswaar Is dat! Van de dagen van Mevrouw Noodlot af zijn vrouwen omgekeerd en hebben „te ruggeblikt". Mannen doorleven het uur en kijken in de toekomst. Vrouwen le ven zooveel in het verleden; zij bewa ren de herinneringen van vandaag voor de droomen van morgen. „Waarom terugzien?" zeggen man nen. „Alles is voorbij en afgedaan Je kunt het niet veranderen." Dat is waar; je kunt het niet veran deren. Maar voor welke vrouw is het. mogelijk te vergeten „de eerste maal dat wij hier kwamen" en hoe houden zij van een conversatie met „weet je nog wel?" Dikwijls brengt „terugblikken" meer droefheid dan zonneschijn in een vrou wenleven, maar zelfs In dezen tijd, met al zijn klaarblijkelijk gebrek aan fijn gevoeligheid, kunnen vrouwen niet ver- anderen. Zoo is het altijd geweest. Grootmoe der stond aan de deur om grootvader na te kijken. Hij keek naar den hemel, hij keek om zich heen, maar hij keek niet om naar haar. En juist zooals grootmoeder zich de gloed van de voor bije zomerdagen herinnerde, zoo zal het zijspanmeisje van 1927 haar ge- heele le7en terugblikken naar dat eene gelukkige uur van wilde herfstbloemen. (Nadruk verboden.) NUTTIGE WENKEN. De beste manier voor het schoonma ken van door damp bevochtigde eiken meubelen is, om ze eerst af te wasschen met heet water, waarin een beetje borax is opgelost. Daarna zorgvuldig drogen en het hout opwrijven met een zacht doekje met lijnolie. Om te voorkomen, dat cake oudbak ken wordt, legt men een dikke snede brood in den trommel waarin ze be waard wordt en ververscht deze om de drie dagen. Wanneer men messen schoonmaakt, legt men een klein beetje dubbelkoolzure soda op de slljpplank.De messen zullen daardoor gemakkelijker worden gepo lijst Als men een zakje blauw even rond- roert in het water, waarin de glazen worden afgewasschen, dan zullen ze, na afgedroogd te zijn, prachtig glin steren. Wanneer men kleine cakes of krente- broodjes bakt bestrooit men de vormpjes eerst met meel inplaats dat men ze met boter insmeert; de cakes zul len daardoor niet aan de vormpjes vast plakken. INGEZONDEN MEDEDEELINGEI- a 60 Cts. per regel. Maakt Uw Stamp krachtiger pot V«rlioogt den smaal; van Uw stamppot en maakt die voed zamer door er Bovril In te doen. Als gij aao een schaal wat Bo- ▼ri! toevoegt,is 't alsof gij et meer vleeseli in doet, Bovril bevat al goede van sterk geconcentreerde vleeschvoedlng ■p tN.V. E. Ostermnnn Co's Eeoig Tmportoor: Ma. RECEPT. GESTOOFDE PREI. Op 15 dikke preien neemt men 3 d.L. preinat, A d.L. azijn (1/2 maatje), 2 eetlepels bloem, 1 flinke eetlepel boter en een weinig zout. De preien worden schoon gemaakt, door de worteltjes er af te snijden en het buitenste velletje er van de verwijderen. Daarna snijdt men de witte en gele deelen in stukjes van een halve vinger lengte en wascht die een paar keer in ruim water. Dan in mim kokend water gaar koken, met een beetje zout. Het koken duurt onge veer A uur. In een vergiet laten uit druipen en vervolgens een sausje net als bloemkoolsaus maken, met dit ver schil, dat men in plaats van melk het preinat en de azijn gebruikt. In dat sausje wordt de prei een kwartiertje nagestoofd. WIJZE WOORDEN. „LEVENSKANS" door CATH. M. v. d. HAAR Ik las eens in een brief, dat iemand juist „de kans van haar leven" had ge had, en haar niet had aangegrepen. Mijn sympathie ging geheel uit naar de schrijfster, die tevergeefs had gepro beerd de andere aan te sporen tot een zekere mate van enthousiasme voor de haar geboden gelegenheid, maar toch voelde ik diep in mijn hart medelijden voor degene, die haar „kans" had laten voorbijgaan. Bestaat er in werkelijkheid zoo iets als de kans voor het leven, of niet? In ieder geval ken ik geen neerdruk- kender theorie van de enkele groote ge legenheid dan waarbij de halve wereld denkt, zij is mij geboden, doch ik heb ze gemist. Is Shakespeare niet bij den grond van de melancholieke traditie met zijn: „Er is een strooming in de aangele genheden van de menschen, welke bij vloed leidt naar het fortuin." Of is de traditie even oud als de we reld zelf? Is een levenskans werkelijk de opening van de poorten der omstandig heden, waardoor de menschen gemak kelijk en onbevreesd hun bestemming tegemoet kunnen gaan? Er is één troost voor de menschen die hun gelegenheid hebben gemist. Het is dit. Als er zich zoo'n fatale opening van poorten voordoet, welke voor altijd voor onze smeekende han den worden gesloten, dan zullen wij on getwijfeld het moment van hun her opening kunnen berekenen. Wanneer ons een paar glimpjes van het gulden verschiet zijn vergund, dan zullen twijfel en aarzeling verdwijnen. Ik geloof, dat als de levenskans een maal komt, zij onmiskenbaar zal zijn. En ondertusschen moeten wij onze ban den uitstrekken en elke nieuwe gelegen heid, welke ons iederen dag geboden kan worden, aangrijpen ondanks onze reputatie van „onze kansen te missen." (Nadruk verboden.) EEN ZEER MODERNE JUMPER. Hebt u allen de nieuwe jumpers al gezien? Ze zien er zeer charmant uit, gegarneerd met golvende strepen van angora- of konijnenwol. Ge denkt na tuurlijk, dat ze heel duur zijn, maar wij weten beter. Het is heel gemakkelijk om zelf zoo'n jumper te maken. Het hier boven afgebee.lde model is van stocki nette en rond de heup zijn verschillende rijen angora-stiksel, welke heel eenvou dig aan te brengen zijn. Neem een ge wone steelsteek, dat Is vrijwel de vlug ste methode en leg voor sommige strepen twee rijen naast elkaar. Een rij volgt de halslijn en eindigt in een vierkant waarin uw initialen geborduurd kunnen worden, hetgeen heel modern is. Benoodigd materiaal: 1 1/2 Meter stockinette van 130 c.M. breedte. Een knippatroon is verkrijgbaar in de maten 42, 44, 46 en 48, onder opgave van nummer 41,545. Kosten 55 cents. VOOR ELEGANTE VROUWEN. XHtylo Appel-groene zijden popeline is het materiaal, waarvan de kapmantel rechts vervaardigd is. De snit is heel eenvou dig; rug- en voorpanden zijn geheel glad. De mouw loopt van onderen eenigszins wijd uit en heeft een lange split. Als sluiting dient een strik van het zelfde materiaal. De voorpanden, en de onderkant der mouwen zijn uitge- schulpt met een harmonieerenae kleur. Benoodigd materiaal: 3 Meter popeline van 100 c.M. breedte. Een knippatroon is verkrijgbaar in de maten 40, 42, 44 en 46 onder opgave van nummer 23,338. Kosten 55 cents. De combination is vervaardigd van creme Japansche zijde, gegarneerd met een bovenstuk van tulle en een gebor duurd monogram in het front. Benoo digd materiaal: 1.50 meter Japansche zijde of batist van 100 c.M. breedte. De stof wordt in de breedte genomen. Een knippatroon is verkrijgbaar in de ma ten 40, 42 44 en 46 onder opgave van nummer 22.940. Kosten 55 cents. EEN EENVOUDIGE NIEUWE AVONDJURK. Volgens de allernieuwste gegevens uit de Parijsche modewereld, zullen we dezen winter veel avondjurken, de z.g. „uitgaansjurken", zien dragen, met lange mouwen. Al zullen de mouwen dan dikwijls van een lichter en dunner stof zijn, dan de .japon zelf. Bijvoorbeeld van crêpe georgette, als de japon zelf van crêpe de chine is. Ook zien we hier het kant toepassen, dus kanten mouwen. Wat heel fijn kan staan. De teekenïng laat een dergelijk, heel bekoorlijk mo delletje zien. Dit is dan uitgevoerd in crêpe de chine en crêpe georgette. Van het eerste heeft men 2.45 M. en- van het laatste 1.05 M. noodig. De mouwen en het bovenstukje van het lijfje zijn van het lichte crêpe georgette. De jurk krijgt een heel aardig en buitenge woon nieuw! cachet door de twee liaaksche strooken en de drie aange zette schuine punten, van verschillende lengte, die eigenlijk de eenige garnee ring vormen. Deze geven tevens aan de jurk iets onregelmatigs, dat men op het oogenblik juist als het „nieuwste* beschouwt. Het beste lijkt ons, dit ja ponnetje van een lichte kleur te nemen, bijvoorbeeld een mooi zilvergrijs, of groen, blauw of wit. Aan het rechte lijfje, zet men de „haaksche" stroo ken (2 en 3 A op de teekening), daarna het stukje van den rok, gemerkt „rok: voor". De drie schuine punten worden trapsgewijs aangezet en afgezet met een biesje van dezelfde stof. De rok is van achteren heelemaal glad. We zouden dit zelfde modelletje ook kunnen maken van crêpe satin, met een vierkante hals en waarbij dan de „haaksche" strooken en de schuine punten zouden zijn van zijden mousseline en dan bovendien niet recht, doch geschulpt ingezet. De schuine punten zouden ook geschulpt zijn en gefestonneerd. Op den schouder, een enkele mooiebloem, als is het dan ook maar een kunstbloem. Fijn staat het toch, en bovendien, het is de „greote mode", hloemengarneering. Dus, wat wil u meer? MADELEINE. DE MOF WEER EN VOGUE. De mof komt weer in de mode, maar niet zooals wij haar van onze grootmoe ders gekend hebben. Bijna te nieuw om waar te zijn is de hierbij afgebeelde tasch-mof van astrakan, met een kleine strik en bloem. De handen worden er aan beide zijden van het hengsel inge stopt. Het ziet er zoo vrouwelijk uit. ten. Huichelarij. Wie wel eens gelet heeft op de ge zichten der verschillende passagiers in een tramwagen, en wie daax-over gaat nadenken, krijgt sterker dan ooit de gewaarwording van evenveel aparte wereldjes als er personen in die tram zitten, en naar verhouding ook het aan tal verborgenheden achter die uiterlijke gelaatsuitdrukkingen. Elk mensch heeft zijn eigen doel, ieder is met een be paalde bedoeling in dat vervoermiddel gaan zitten, en al die bedoelingen loo- pen uiteen. Zóó gewend zijn wij men schen aan de verschillende gedachten en plannen die wij alien ten opzichte van elkaar hebben, dat het ons on sommige oogenblikken kan opvallen als eigenaardig, dat op het perron in een station honderden menschen op één en denzelfden trein loopen te wachten, waaruit dus blijkt dat al die menschen delfde gedachte hebben gehad: ik wi met die en die trein gaan. Verder gaat het echter niet, wat ons doel is, vertellen we niet aan anderen, behalve misschien de praatgrage juffrouw, die r.lle familie-omstandigheden met en be- pevpns alle ziekten uit haar familie In de Tram. Valsche Schaamte. Straaigezich- met een naïve openhartigheid behan delt. Loopt ge in de buurt van een zieken huis op straat, dan komt ge tegen het bezoekuur altijd ettelijke menschen te gen, die met bloemen beladen, wis en zeker op ziekenbezoek gaan, maar hun effen, strakken gezichten zeggen u niets, misschien is de zieke ernstig, maar geen enkel teeken verraadt het u. Dan hebben wij ons, wat wij zouden kunnen noemen „straatgezicht" aan, wij zijn doodsbang dat anderen ons de ver schillende aandoeningen van het gezicht zouden kunnen lezen en daarom kijken we naar ons beste weten maar zoo neu traal mogelijk. Hoe dikwijls wordt er niet over ge klaard, dat men oppervlakkige beken den op straat niet herkent, omdat zij een hoed op hebben, heet het dan, en dat hadden zij bij de vorige ontmoeting binnenshuis niet. Maar dat ligt niet aan den hoed: voor het grootste deel ligt het aan ons straatgezicht, dat ons heel anders doet schijnen dan binnenshuis, waar wij ons niet zoo inspannen om ónze aandoeningen toch vooral maar goed te verbergen. Op straat komt meer dan ooit ónze valsche schaamte, die een echt-Hol- landsche eigenschap is, tot uiting. Voor geen geld van de wereld zouden wij anders villen doen dan anderen, alles wat ook maar zweemt naar het excen trieke, schrikt ons af en wanneer iemand zich niet aan die bepaalde ge woonten In het openbaar houdt, kijken wij verbaasd toe en noemen het kort en goed „gek". Die valsche schaamte heeft al menig een parten gespeeld, iemand die een volle zaal binnenkomt is zoo bang, om een dwaas figuur te maken, dat hij of zij een hcuding aanneemt die niet bij hem past, terwijl die persoon, wanneer hij heel gewoon zich zelf was, een veel minder schutterigen indruk zou maken. Er zijn menschen die zoo bang zijn voor het maken van een minder geluk kig figuur, dat zij zich tenslotte een houding hebben aangewend die niets met hun eigenlijke karakter overeen komt, maar die hun steeds in een har nas van stijfheid houdt; wanneer zulke menschen op een onbewaakt oogenblik eens loskomen, vallen zij meestal ver bazend mee, en ge hebt het gevoel als of ge tegen ze zoudt willen zeggen: zoo moest je altijd zijn. Maar zij hebben zich. doodelijk verschrikt, alweer in het harnas geperst, en de hijgende wedloop tusschen den waren aard en het aange leerde persoonlijkheid begint weer. Zoo iets ontaardt tenslotte in een huiche larij, die misschien on zichzelf niets verkeerds voorheeft, maar die een per soonlijkheid op den achtergrond houdt en tenslotte dood maakt, welke het best waard was, in het volle daglicht te ver schijnen. Ieder mensch heeft zijn kleine eigen aardigheden, en zoo zijn er ook velen, die zichzelf niet kunnen zijn, uit angst dat die eigenaardigheid door anderen gezien zal worden, en dat zij daarom zullen worden uitgelachen. Meestal zijn het belachelijke kleinigheden: een stopwoord, het spelen met een of ander voorwerp, een klein spraakgebrèk, en dei-gelijke. Nu hebben sommige vrou wen de vitterige gewoonte, wanneer het haar man of kinderen betreft, daarvan iederen keer wat te zeggen, ook alweer uit valsche schaamte natuurlijk. Maar bij karakters die hiervoor vatbaar zijn. kan al dat vitten een slechten invloed hebben, er vormt zich een jasje om die persoon, die het eigen jasje niet is. en die de ware persoonlijkheid angstval lig op den achtergrond probeert te houden. Het spreekt vanzelf dat met dit alles allerminst bedoeld wordt, dat wij ons buitenshuis niet zouden moeten be- heerschea met lieel veel zorgen en moeilijkheden, maar ook met geluk, hebben andere menschen meestal niets te maken, maar zoodra er aanleiding toe is, moeten wij onze eigen persoon lijkheid naar voren doen komen, zonder bang te zijn dat een ander het „gek" zal vinden. MENU. Konijnepeper. Appelcompóte, Aardappelen, Citroengelei. Voor het eerste gerecht is noodig: 1 konijn, wat zout en peper, A ons boter, 2 eetlepels bloem, A d.L. azijn, 1 uitje, 2 laurierbladeren, kruidnagelen. Het konijn wordt gewasschen, in stuk ken gesneden en ingewreven met peper en zout. De stukken konijn worden in de boter gebraden tot ze mooi bruin van kleur zijn. Daarna wordt de jus afge maakt met water, het gesnipperde uitje den azijn, de laurierbladeren en kruidnagelen, waarna het konijn hierin nog twee uur moet stoven. Daarna wordt de saus nog wat gebonden met de twee lepels aangemengde tarwebloem De appelen worden geschild, ia schijfjes gesneden en met een halve Li ter water en de benoodigde hoeveelheid suiker opgezet en langzaam gaar ge kookt zoodat de stukjes niet tot moes koken. Zij worden dan uit het vocht ge nomen en dit ingekookt tot het een dikke stroop vormt, die over de appe len in een glazen compóteschaal wordt gegoten. Is er geen tijd om het sap te laten inkoken dan kan men ze ook met aangemengde sago binden, maar dit is natuurlijk niet zoo smakelijk. Voor de gelei is noodig: 1 pond suiker, 10 citroenen, A L. water, 30 gr. of 15 blaadjes gelatine. De suiker wordt met het water opge zet, aan den kook gebracht en goed af geschuimd, waarna de geweekte gelatine in de stroop wordt opgelost. De citroe nen worden inturschen uitgeperst, het sap wordt gezeefd, bij de stroop ge voegd en het mengsel opnieuw gezeefd, nu door een dun lapje. De vorm is in- tusschen zeer dun met olie bestreken, de gelei wordt erin gegoten en de pud ding weggezet cm te bekoelen. Om het storten te vergemakkelijken, wordt de puddingvorm voorzichtig even in warm water gehouden, dan snelt het buiten ste laagje en glijdt de gelei er gemak kelijk uit. E. E. J.—P,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 7