TWEEDE KAMER. BIOSCOOP DE KLEEREN MAKEN DEN MAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 12 NOV. 1927 II November. De laatste dag der algemeene beschouwingen. Dinsdag komt de minister-president aan het woord. Vandaag voerden het woord de heeren Marchant, Krijger, Arts, Kersten en Schouten. De coalitie, de belastingen en het parlementaire stelsel worden besproken. Vandaag op de» laat sten dag. dat de Kamer aan het woord zou zijn, im mers Dinsdag komt de regeering van daag zet® de heer Marchant de be schouwingen voort, die hij gisteren heeft afgebroken. Het eerste punt door hem bespreken vormde de belastingverlaging, dcor den heer De Geer voorgesteld, een verlaging op de directe belastingen en niet op de indirecte betastingen. Dit wraakte de lieer Marchant. Immers by het sluitend maken der begrooting door minister Colijn zyn de indirecte heffingen ver hoogd en thans worden de directe ver laagd. Is dit juist en is dit goed? vroeg de v.-d. spreker. Wanneer de di recte belastingen worden verlaagd, be tekent dit toch ock kapitaalvorming, versterkt dit tcch ook de Ned. positie. De heer Marchant betwijfelde of de mo- griykheid van die versterking in géiyke mate bestaat, bij gr co te verlaging van de directe heffingen. Immers blijkt niet telkens, dat het hier bespaarde kapitaal in het buitenland wordt belegd, waar door de buitenlandsche industrie wordt gesteund en de binnenlandsche industrie benadeeld? Wanneer de heeren Lovinik en Van Gyn een tencSenz naar flinke bezuiniging en versobering van den staatsdienst bij het huidige ministerie zien. maar nog geen flinke werkzaamheid, dan onder streept de heer Marchant deze laatste klacht met dufctel blauw. Hij act niet alleen geen genoegzame versobering, hjj speurt daarenboven de neiging tot uit breiding van een Staatsdienst. Twee voorbeelden: de nieuwe drankwet vraagt aanmerkelijke uitbreiding van ce in spectie, hes ontwerp tot het ccntrolee- xen van verpakte geneesmiddelen vraagt evenzeer meer ambtenaren voor controle. Dit alles achtte hij zeer verderfelijk, nu na 1 1/2 jaar voorbereiding de Kamer nog niets van ce werkzaamheid der ver sobering heeft gemerkt. De heer Marchant zag als groot nadeel van het huidig kabinet, van het inter mezzo-kabinet, dat het geen program heeft, dat het niet met een program is begonnen. Het program immers stri ae de v.-d. leider in het hebt is in elk ministerie primair, de samenstelling, de vorming van het kabinet is secun dair. Het program is het bindend cement en moet dat zijn. Zulk een program ontbrak m het huidig kabinet. De fout. Vandaar de politieke malaise van het ©ogenblik. Een program kan alleen op gesteld worden door e.en parlementaire regeering. En de heer Marchant laadde de schuld voor het weinig juiste, weinig aanlok kelijke van den huldigen toestand: op de R.-K. Staatspartij, die weigerde samen te werken mee de v.-d.. en de s.-d. par tijen; zij richtte zich bij gevolg tegen het parlementaire stelsel. Verdediging in feite echterheef dit stelsel noocig. om dat het stelsel noocig is voor de demo cratie. Wie het- parlementaire stelsel be strijdt. keert den volksinvloed zeide de heer Marchant. Wanneer ce heer Nolens opmerkt een opmerking door de heeren Heems kerk en de Visser onderschreven dat de samenwerking der rechtsche groepen de beste waarborgen biedt, voor een al zijdige behartiging van 's landsbelangen. dan noemde de heer Marchant dat niet meer dan een phrase. Een phrase, omdat de coaütie niet leeft in het volk, omdat de coalitie het recht niet hand haaft. Heeft vroeg hij de vroe gere regeering het recht gehandhaafd bij de verdediging van de Duurtewet, bij de verdediging der intrekking van art. 40. Wanneer er een wensch is naar herstel van de coalitie, dan is de oorzaak daarvan alleen het wenschen van een ma*1 mum van invloed, een begeerte naar macht. Het volk vraagt wat an ders zekie de heer Marchant het volk vraagt ontwapening, democratie, en niet een binden der landsbelangen aan die der economisch sterken. Er groeit iets anders in de wereld, dan dat waarop de rechtsche partijen de coalitie willen herstellen. Dc heer Marchant begreep de aan vallen van de A.-R. en G.-H. groepen en sprekers op minister Lambooy niet. Immers wordt de heer Lambooy niet ondersteund dcor den heer De Geer en naar het wezen door den beer Colijn? De coalitie wees daarom de heer Mar chant ook af, omdat daarin innerlijke eenheid moet ontbreken. Merkt men tel kens niet op, dat de c.-h. en de a.-r. groepen zich een beetje gecompromit teerd gevoelen, wanneer zij spreken van de R.-K.? De heer Lingbeek genoot by deze wcorden. Een coalitie-kabinet aldus besloot de heer Marchant deugt niet, omdat 't niet wortelt in ons volk. Op een laatsten dag van algemeene beschouwingen verschijnt er ook „bij werk". de voorloopers van de repliek, wanneer na de leiders der fractie, de leden zich reeds in de discussie men gen. om ontvangen slagen te pare eren. Bijwerk leverden de heeren Kryger en Van Rappard. De heer Kryger opponeerde tegen den heer Lingbeek, de heer van Rap pard tegen den heer Schaper. De heer Krijger wraakte het beroep van Ds. Linkbeek op Groen van Prin- sterer. Met vele citoten uit Groan's wer ken betoogde hij, dat elk beroep op Groen van Ds. Lingbeek, fout ging, wan neer hU daarmede bewijzen wilde, dat de houding van Kuyper en Lohman in hun samengaan met Rome door Groen van Prlnsterer zou zyn veroordeeld: Groen heeft de samenwerking met Ro me steeds gebillijkt. En evenzeer citeer de de heer Krijger Groen van Prln sterer om uit diens geschriften te doen zien dat Groen ook wilde den strijd, dien Schaepman, Lobman er. Kuyper voor de Chrl .olijke Schccl hebben gevoerd. De heer Van Rappard stelde tegen over des heeren Schaper's aanval op den heer van Gijn die op loonsverla ging voor de arbeiders aandrong, om dat dit de prijzen zou doen verlagen een tegenaanval, door de S.-D. te verwij ten dat zy het geluk der plattelands bevolking opofferen aan het S.-D. par tybelang. omdat de gezindheid van de plattelandsbevolking gevoeld wordt als een bedreiging voor den S.-D. invloed. De heer van Rappard stelde tegenover elkaar de lage loonen ten plattenlande en de hooge loonen der industrie-arbei ders, stelde ook tegenover elkaar de hooge loonen hier te lande en de lage over de grenzen. In beide gevallen wilde hij de uitzonderingsposities opheffen. Omdat dit den lande sou ten goede ko men. Vandaag heeft de Kamer ook twee redevoeringen gehoord van voorzitters van twee kleine groepen, van de RE. Volksparty en van de Geref. Staatspar ty, van de heeren Arts en Kersten. De heer Arts stelde op den voorgrond, dat hy evengoed Rcomsch-Katholiek is, als de leden van de R.-K. Staatsparty. Hy laakte den heer Lingbeek om diens feilen aanval op de R.K.. Zoo slecht als Ds. Lingbeek de R.K. voorstelde ls het heusch niet zeide de heer Arts in de R.-K. provincies is het samenle ven tusschen de R.-K. en de Protestan ten zeker niet slecht. Wanneer de zuide lijke provincies iets gevoelen van afzy- zigheid tegen de Nocrdelyke provincies, dan achtte de heer Arts dat te ver klaren uit een uitblijven van steun voor land en industrie, die- beide door de zuidelijke provincies als zoo noodig worden gevoeld. De Kamer staat onder curateele van het huidig kabinet meende de heer Arts daaraan is alleen te ontkomen wanneer de daartoe aangewezen groe pen elkaar de politieke hand reiken. Dat moet, wil het aanzien van het parle ment toch reeds zoo benadeeld niet nog meer dalen. Welke groepen moeten nu elkaar de hand reiken? Op deze vraag gaf de heer Arts slechts een negatief antwoord. Hy acht te een samenwerking wenschelyk tus schen de drie rechtsche groepen, wan neer deze dan maar het yrogram zouden uitvoeren van de R. K. Volksparty. En dit zag de heer Arts nog niet zoo spoe dig gebeuren. Integendeel: hy klaagde ernstig over wat de coalitie had nagela ten. Zy was niet democratisch geweest en de R.K. missionarissen waren niet vrij in hun missiearbeld. En van de C.-H. is niet te wachten een medewer ken aan het herstel van het gezant schap bij den pauselyken Stoel. Het R.K. Volk kan om dit alles coalitie niet bewonderen. De heer Arts behoeft om dit alles voor 1929 zich niet warm te maken. Im mers, betoogde hij komt er een coa litie, dan kan dit alleen de R.K. Volks partij ten goede komen. De heer Kersten heeft de principes van zijn groep nog eens geteekend. Hij eischt van elke regeering, dat zij de beide tafelen der tien geboden hand haaft. En aanvaardt het parlementaire stelsel, omdat dit het despotisme te genhoudt. De spreker onderstreepte dit met een citaat uit een zeer oud boek me: klampen Ds. Kersten kon het werk haast niet torsen we gelooven uit de allereerste uitgave in het Hol- landsch van Calvyn's „Institutio". Wanneer aldus de leider der Geref. Staatsparty de overheid de wet der tien geboden niet houdt, ook in het Staatsleven, dan kan het volk daar mede niet gebaat zyn. De oude belijdenis der Geref. Vaderen vindt Ds. Kersten niet by de A.-R. groep, omdat deze de Kerk uitschakelt, omdat zy samenwerkt in een coalitie, die toelaat wat God verbiedt, die het Pantheïsme toelaat, die de vrijdenkers toelaat, die het Nieuw-Malthusianisme werken laat. En daarenboven: zy laat Rome werken, Rome, dat niet verandert en nooit verandert. Daarom achtte de hf.tr Kersten zich gelukkig, dat hy ook op 11 Nov. inderdaad de dag van Kersten was jarig! had de heer Kersten daarom tot den laatster, dag der rlgemeene beschouwingen met zyn t%- Cvoering gewacht? de coalitie gebro ken bad. Hij hoopte nog op een ople ving van de ware Chr. politiek. Zouden o rechtsche groepen de coalitie-ge dachten loslaten dan eerst ls er moge lijkheid van groei voor het Protestan tisme. Weinig tijd was den heer Kersten ge laten voor zijn oppositie tegen het 7de leerjaar, tegen de vaccinatie, tegen de Zcndagsontheiliging. tegen de verzeke ring. De punten zooals onze lezers weten waarop de heer Kersten steeds weer terugkomt. De slotredevoering werd gehouden door den a.r. heer Schouten, die de fi- nancieele opmerking ender a. r. fractie heeft geplaatst. Den heer Schouten was door de loffelijke rantsceneering van tyd nog maar weinig tijd gelaten. In telegram stijl maakte hy zijn opmerkingen, die wij even kort weergeven. De a.r. spreker wenschte niet te veel menschen in staatsdienst orgenomen te zien als werkend op arbeidscontract, omdat wanneer een arbeid een blyvend karakter heeft men in blijvenden staats dienst moet worden opgenomen. Over de salariskwestie wenschte de heer Schouten niet te spreken hy keurde het af. dat er over gesproken werd, omdat deze kwestie in het Geor ganiseerd Overleg kom» en men in de Kamer de discussie daar niet als 't ware moet voorbereiden. Over de fiaancieele verhouding tus schen Ryk en gemeenten het woord voe rende. verwachtte ook op dit punt de heer Schouten geen antwoord, maar hij wenschte dan toch alvast te betoogen, dat hy nooit zal medewerken tot een centraal beheer van de gemeeutefi- nanciën, omdat dit de gemeenteiyke autonomie doet uitschakelen en omdat dit de verantwoordeiykheld der gemeen tebesturen voor het welzyn der gemeen- teiyke financiën niet versterkt. Voorts kwam de heer Schouten op tegen de voorstelling, dat de toestand der landsfinanciën rooskleurig is. Een dergeiyke voorstelling kweekt een mentaliteit, die het bereikte evenwicht al heel spoedig weer zou doen verbreken. In het algemeen stemde de heer Schou ten in met de verlaging van de ryks- inkomstenbelasting. Hy hield den heeren van Vuuren en Fleskens. die om rui mere maatregelen voor de groote gezin nen hadden gevraagd, voor. dat zy er wel aan moesten denken, welke de ge volgen daarvan weer zouden zyn voor de financiën der gemeenten. De heer Schouten maakte ook enkele politieke opmerkingen. Hy begreep niet hoe de s. d. a. p. zoo op de verschillen tusschen de drie rechtsche groepen den nadruk legde, terwyi er zooveel mogeiyk verschillende zienswijzen in de S. D. A. P. zelve waren op te merken. En van den heer Kersten werd niet begrepen, dat hy op het parlementaire stelsel een lofspraak hield, terwyi hü niets deed om dat parlementire stelsel te be vorderen. De rede der Geref. Staats partij noemde de heer Schouten ver warrend. De minister-president Is zyn groote antwoord-rede aangevangen mot en kele losse opmerkingen, om a.s. Dins dag zyn hoofdbetoog te houden. De heer de Geer stelde vast, dat hy als opvolgend minister zich had neer te leggen by een fait accompli de in trekking van de garantie van art. 40 ook al zou hy die garantie zelve nimmer hebben weggenomen. Hy stelde ook vast, dat een minister, die een com missie van advies benoemt, zoowel voor de instelling daarvan als voor den richtigen inhoud van wat ten slotte mede gevolg is van het advies, volle dig verantwoordelyk is. INTIMUS. Lux or-Th eater „Hoop" is een der belde groote num mers die deze week in dit theater ver toond worden. Het is een alledaagsche en toch treffende geschiedenis. Het ge geven is ontleend aan het bekende schildery van G. F. Watts en het Is de geschiedenis van een jonge visschers- vrouw die naar de terugkomst van haar man zit uit te kyken. Als ze hoort dat hy verongelukt is, maar toch weerkomt zegt ze, dat ze altyd nog hoop had. Het verhaal wordt gedaan aan een jonge vrouw die zegt dat na alle mogeUjke te genspoeden er voor haar geen hoop meer is. Dit is één van de interessante num mers die gegeven worden, Het tweede hoofdnummer draagt tot titel: „In den maalstroom eener wereldstad" en geeft de geschiedenis van een onbedorven jongen van het land, die naar Parys gaat om daar de schilderschool te gaan' bezoeken. Hy valt in de strikken van een danseres, die hem echter later, als ze weer naar haar vroegeren vriend te rugkeert, geheel links laat liggen. Na veel gebeurtenissen wordt de danseres vermoord, maar de verdachte, de moe der van den jongen schilder, die in- tusschen geheel aan lager wal is ge raakt, blijkt niet de schuldige te zyn. Het is een verrassende ontknooping. Dit is een nummer waar men met genoegen naar kijkt, want aankleeding. costumes enz. is alles even schitterend. Ook voor het spel, vooral voor de beide hoofdper sonen André la Fayette als de danseres Yvette de Valombes en Ernst Verebes als Gaston Ravel, niets dan lof Ook voor de overige medewerkenden een woord van weerdeering. De wekeiyksche Pathé-revue was weer Interessant en het Luxor-Nieuws bevatte veel dingen van den dag en liet ons een wereldreis maken. De komische film „Wat nu?" was van de goede soort. Voorts verdient de muziek een pluim. Ook was er weder iets moois voor de dames: de Mode. Alzoo weder een programma, dat veel belangstelling verdient. Scala-Theater. Vol grappige originerie vondsten zit de nieuwe schets, waarmee Mie en Ko deze week kamen. Het is weer een greep uit het Jordaanleven, wel sterk ge ïdealiseerd maar toch door de taal en uitdrifkkingen, door de wijze van optre den. reëel. Het humoristische, dat de volkstaal kenmerkt biyft behouden, tot in de droevigste scènes. Een staaltje van den volksaard: Mie en Trui. haar doch ter. zitten te klagen over Mooie Karei, de man. die zoo schandelijk slecht voor Trui is. Als hij dood was. zou ik er geen traan om laten, zegt Trui. en Mie merkt op: „alleen maar levertraan", hetgeen zoo geheel uit den toon valt. dat ieder bezoeker in een schaterlach schiet. Maar als dan de bemoeizuchtige buurvrouw van boven komt. en schijnheilig vraagt, of er wat aan de hand is, nemen beiden het nog voor Mooie Karei op en er volgt een kostelijke fcuurvrouwenruzie. By al het droevige is Ko de gtoote optimist, die zyn eigen weg maar gaat en alles op maakt wat hy vindt. Ko geeft allerlei verrassende wendingen aan de zaak. romantiek, die in deze schets zit nemen wy graag op den koop toe, omdat er zoo ten volle gelegenheid is voor alleraar digst spel. Mie en Ko, die bijna elke week een nieuwe schets moeten produ- ceeren, hebben biyk gegeven nog niet uitgeput te zijn. Mevr. De Vries, de heer en mevr. Calvé, de heer Busch, Jan Chanson, allen oude bekenden werkten weer mee aan het succes. „Stormwind" is een renbaanpaard. dat niet tegen rook kan: een eigenschap, waarvan de vijanden van zijn baas lis tiglijk gebruik maken. Men begrijpt, dat de film daardoor vol verwikkelingen wordt, die spannend zijn om te volgen. Kijkjes 'op renbanen zijn er in over vloed. Rembrandt-Theater. Er zyn voor de bioscoopliefhebbers zoo bepaalde namen, die het „doen" en daartoe behoort op een der eerste plaat sen „Pola Negri's naam, en na wat we weer van haar in .Hotel Imperial" ge zien hebben, mogen we wel zeggen, te recht. „Hotel Imperial" geeft een epi sode uit den grooten oorlog. De Rus sen bezetten een Oostenryksch plaatsje en hebben hun hoofdkwartier opgesla gen in „Hotel Imperiaal", waar het dienstertje direct het hart steelt van den Russischen generaal. Van het voor de overmacht vluchten de Oostenrijksche leger ls een officier door een val van de rest van zijn ka meraden afgeraakt. Hy zoekt ergens een schuilplaats en valt doodeiyk ver moeid in slaap op een sofa. Die sofa staat in Hotel Imperial en den volgen den morgen vindt het dienstertje hem daar. Zij begrijpt welk gevaar de sla pende officier loopt als hy daar blijft. Ze brengt hem met den portier naar bo ven naar de kamer van den juist ge- vluchten kellner. Als de officier ont waakt en weg wil gaan weet zij hem te beduiden, dat zijn-nu-heengaan een ze keren dood voor hem beteekent. zy haalt hem over de plaats van den ver dwenen kellner in te nemen. Als be dienend kellner hoort hU veel van de vijandelijke plannen, en als een geheime boodschapper in het hotel komt om den generaal berichten over de Oosten rijkers te brengen, waardoor er duizen den Oostenrijkers zouden sneuvelen, be denkt hy zich niet lang en schiet hem dood in zi)n bad Als verdachte voor den krygóiaad gebracht, wordt hy op schitterende, zelfopofferende wyze ge red door Ann, het dienstertje, dat nu van den generaal de grootste verne deringen moet ondervinden. Ze ziet kans hem te helpen ontvluchten. Het lukt hem zich weer by zyn regiment te voegen en door zyn aanwyzingen en inlichtingen, in Imperial opgedaan, Ja gen de Oostenrykers nu de Russen op de vlucht en zien we den biyden intocht van het zegevierende leger. Na de plech tige godsdienstoefening wordt de ex- kellner gedecoreerd door den generaal, hy brengt de hulde over op Ann, die de plechtigheid bijwoont, waarna ook Ann gehuldigd wordt. Gelukkig een biy einde na al die spanning en opwinding. Pola Negri als Ann, Edmund Lowe als de officier en de generaal van het Rus sische leger, het was allemaal mooi spel. Het Rembrandt Nieuws geeft kükjes van hier en daar. jammer, dat de beelden zoo nu en dan wat te vlug ver- dwynen om ze goed op te nemen. Als extra nummer ging „Waar zit de heer" Een allermalst ding, waarom gescha terd is. De „The Balzar Sisters" zyn een paar zeer origineele tooneelzusjes. Wat zy al niet bedacht hebben, waarby ook de sterkte en de kracht van haar gebit goed uitkomen. Zy laten zich aan haar tanden aan een tweearmlge lamp op trekken. Zoo hangend ontdoen zij zich van haar avondtoilet en vertoonen zich in haar tooneelcostuum. Maar van al haar verschillende toeren is m.i. verre weg het mooist het laatste, wanneer zij aan haar tanden hangend aan de ronddraaiende lamp over het tooneel zweven als vlinders, of feeën. Dat i3 ook, uit artistiek oogpunt, wat stand en houding betreft, prachtig. Cinema Palace. „De maker van deze film, de heer Tassilo Adam, heeft volle vier Jaar noo dig gehad," zoo deelde de directie van de Cinema mede, „om zulk een unieke film van Java te kunnen samenstellen". Dit sloeg op de Indische film „Ma- taram" en wij gelooven gaarne dat er bij die vier Jaar r.iet één gejokt is. Want dit is inderdaad een film, waaraan tyd noch moeite om van de kosten nog maar niet te spreken gepaard zijn. Deze rolprent geeft een prachtig beeld van Java, een beeld van de Inlandsche industrie, van het volksleven, van de volksfeesten, van den landbouw zooals die in Indië wordt beoefend, de hier woeste daar liefeiyke natuur in ons Insulinde en ook van de verhouding tusschen de Indische vorsten en de be volking en de feesten die aan de ho ven dier vorsten worden gegeven. Met recht mag hier van „een standaard werk van ons eigen Insulinde" gespro ken worden. Het andere hoofdnummer „De laat ste wals" doet in de eerste plaats de regie van Dr. A. Robinson alle eer aan. De buitengewoon weelderige escèneering maakt „De laatste wals" tot een kost baar en kosteiyk filmwerk en de smaak volle interieurs zyn alleen al de moeite van het aanzien ten zeerste waard. De spannende inhoud verdient evenzeer de aandacht, nu en dan is een werkelijk dramatische situatie geschapen, die niet nalaat indruk te maken. Tenslotte zal de gelukkige ontknooping een ieder die de geschiedenis heeft gevolgd bevredigd hebben. En het spel der hoofdpersonen boeit van het begin tot het eind; eerste krachten hebben aan deze rolprent medegewerkt. „Alice in de Wildernis" is een gees tig teekenfilmpje, waarvan de samen stelling heel wat tyd aan den teekenaar zal hebben gekost. Oe onthulling van het monument, dat ter eere van den Hongaarsehen vrijheidsheld Kossuth te Boedapest is opge richt, geschiedde door den, ook hier te lande welbekenden, graaf Albert Apponyl. Hier ziet men den grijzen staats plan tijdens de feestrede. DE ZENDINGSFILM WARTA SARI. In de aula van het Kennemer Lyceum is gisteren voor het eerst de zendings film Warta Sari vertoond, 's middags voor leerlingen van het Lyceum en 's avonds voor een publiek dat belang stelling heeft in de zending in onze ko loniën. i De film kan een prachtig, onmlddel- iyk werkend propaganda-middel zyn. Dat kwam ook duideiyk uit bij de ver tooning van Warta Sari, waarin het werk van de protestantsche zending voornamelijk in Oost Java op zoo treffende wijze in beeld ls gebracht. Neem maar dadeftk de op het doek ge projecteerde cyfers! Ze maken door de suggestieve wyze, waarop zij ons voor oogen worden „getooverd" veel meer indruk, dan wanneer men ze in een nuchter verslag of rapport leest. Dc denk hier byvoorbeeld aan de vier geld zakjes, waarop vermeld stond, dat in Nederland voor drinken 118 millioen, voor rooken 130 millioen. voor pleizier ik meen 45 millioen en voor de zending slechts 1 millioen per jaar wordt besteed. Zulke cijfers .spreken", bereiken direct hun doel. Zoo ook de cyfers, welke den groei in den loop der jaren aangeven van het aantal zen- lingsscholen en het aantal leerlingen in 1924 meer dan 4400 leerlingen die duideiyk een denkbeeld geven van de snelle ontwikkeling van het zendings- onderwijs. Deze cyfers vormden echter maar een klein onderdeel van de zen dingsfilm. Hoofddoel van Warta Sari is natuurlijk het publiek in Holland ter propageering van de zending het een en ander van het werk onzer zendelin gen in Indië te laten zien. En daar mede tegeiyk iets van dat prachtige land, waar de zeuding werkt. De heer Ochsen, een der directeuren van de „Polygoon" die deze film ver vaardigde, heeft voor een zeer gelukkige afwisseling gezorgd, zoodat het volgen van het zendingswerk op het doek een werkelijk genot schenkt zoowel voor hen, die Indië kennen als voor de veel grootere massa, die nooit in Indië is geweest. Hoe interessant is dadelyk reeds het eerste dcc!, de reis van een zendeling naar Batavia met gezichten op de Needies. Gibraltar, Algiers, Ge nua. Pert Said, het Kanaal van Suez. Colombo de laatste vooral zeer Het Veiligheidsmuseum te Amsterdam herbergt op het oogenbllk een internatio nale tentoonstelling van veiligheidsplaten, die Woensdag door den directeur-generaal van don Arbeid, C. J. Ph. Zaalberg, is geopend. Een hoekje van deze, veiligheid predikende expositie. mooi! en de aankomst te Tandjong Priok! Dan volgde het eigenlijke zen dingswerk, voornameiyk te Modjowemo ou Oost-Java, het centrum der pro testantsche zending. Wat de zending doet voor het onderwys. voor hygiëne, armenzorg, ziekenverpleging, opleiding van vroedvrouwen en verpleegsters, het wordt op interessante wyze in beeld ge bracht. De heer Ochsen zorgde er voor door groote afwisseling in de beel denreeksen dat de belangstelling tot het eind toe blijft. Hoe aardig bijvoorbeeld die Javaan- sche kindertjes in hun kinderspelen te zien! En toen ds baby-kamer met die kleine, ernstig kykende Javaansche kin dertjes op het doek verscheen, was er merkbare vreugde bU het publiek! Het komisch element kregen wy in de vertraagde film. Welk een „stemming" was er in de kerkgang, den kerkdienst, de kerkeraad3zitting. de huwelyksinze- gening en de ..doopplechtigheid.! Want hierin lag dan toch de kern van het zendingswerk. En het slot de reis van den zendeling Schuurman lar.gs het Zuidergebergte op Zuid-Java gaf een opvolging van natuur-tafereelen zóó overweldigend mooi, dat het voor velen een openbaring zal zyn geweest. De film Warta Sari zal ons Neder- landsch publiek niet alleen met eerbied voor het werk der zending in onze kolo niën vervullen, zy zal het tevens eenig idee geven van de ongekende schoon heid van het tropenland. Wy woonden de vertooning der film op gistermiddag voor de leerlingen van het Kennemer Lyceum by. Dat de draagkoelie Pak S o e n door het Jeugdig publiek met een hoeratje werd begroet, was begrypelUk. Wie draagt er in Holland een zoo „sprekenden" naam! Aardig was het applaus, dat opging, toen de zendeling F. van Hasselt op het doek verscheen. Het was een bewys dat zyn interessante voordracht over het zendingswerk in Nieuw Guinea, drie jaar geleden voor de leerlingen ge houden, nog niet vergeten was. Een bijzondere attractie vormde bij deze film-vertoon ing de wel zeer muzi kale begeleiding door een leerling van het Kennemer Lyceum, Dat was waar- lyk verrassend en verhoogde de belang- ryklieid van dezen middag. Maandagavond wordt de film Warta Sari vertoond in de groote zaal van het Gemeentelijk Concertgebouw! Dat de belangstelling voor deze film groot zal zyn is w:! zeker. J. B. SCHUIL. GOED VERZORGD DRUKWERK VERGROO' L'V OMZET VOOR GOED VERZORGD DRUKWERK Y i DRUKKERIJ LOUREWS COSTER SS HAARLEM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6