HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
FLITSEN
MAANDAG 14 NOV. 1927
No. 3705
SMEERGELD.
Mot verwondering hebben wu Neder
landers vernomen, dat aan verschillen
de gasfabrieken knoeieryen hebben
plaats gehad, waarvan wij tot nu toe
zelfs niet gedroomd hadden en die
niettemin al lang hebben geduurd.
Niemand sou er van hebben opgekeken,
dat in dit vak, evenals in zoovele an
dere vakken, zwakke broeders op de
kaak waren verschenen; de deugd is het
eigendom van menschen en niet van be
drijven. Juist daarom is het aantal
gevallen hier de merkwaardigheid, want
al zijn er verscheidene nog in zweven-
den staat en al is het onderzoek van
de justitie nog niet afgeioopen. zóóveel
weten wij er nu wel van. dat er bin
nenkort menigeen op het zondaars
bankje zal komen te zitten.
Namelijk het straf bank je van het
ethische ideaal, dat iets anders is dan
dat van de justitie. Wij moeten wel on
derscheiden, dat herhaaldelijk een daad
kon blijken verkeerd te zijn. zonder in
de termen te vallen voor een strafver
volging. Meermalen ligt daar iets ver
warrends in voor het algemeen rechts
gevoel, dat verkeerd en strafbaar licht
als synoniemen beschouwt, maar de
grenslijnen der strafbaarheid uit het
oog verliest. Als niet duidelijk en pre
cies omschreven wordt wat onder de
strafwet valt, zou de maatschappij ge
vaar loopen van een speculatieve justi
tie ofschoon aan den anderen kant
daardoor het- gevaar niet denkbeeldig
is, dat er wat door de mazen slipt. OI
sommige (of alle) gevallen die langza
merhand aan 't licht komen, or.der het
bereik van de justitie komen, zal met
tertijd wel Kijken. Voor ons die het met
verwondering zien, is dit evenwel
hoofdzaak niet.
Dit is het voornaamste, dat onder een
klasse van menschen. die tot nu toe
groot aanzien genoot, de ethische
standaard zoo laag gedaald is. Niemand
heeft er ooit aan getwijfeld, dat in he:
particulier bedrijf al lang een min of
meer verborgen stelsel van steekpennin
gen bestaat en dat de warme hand er
bijzonder gemakkelijk aan orders komt.
Maar in '6 ambtelijke werd wel aan af
zonderlijke gevallen, maar niet aan een
stelsel geloofd, al hebben getuigenver
klaringen, onlangs in een zaak van mi
litaire malversatie afgelegd, veler goed
vertrouwen wel ernstig geschokt. Nu
worden er ten opzichte van de onver-
trouwbare figuren in het gemeen
telijk gasbedrijf cijfers genoemd,
maar al kan op dit oogenblik nie
mand die controleeren. het blijkt duide
lijk genoeg, dat menigeen schuldig is
en zich schuldig voelt.
Oppervlakkig beschouwd is het
eigenaardig, dat van hoofdambtenaren
onomkoopbaarheid wordt 'verwacht, ter
wijl het him gegunde inkomen gewuoi»-
lijk beneden de winsten blijft die in
particuliere bedrijven kunnen worden
behaald. De verklaring daarvan is het
aanzien, dat aan de ambtelijke functies
wordt gehecht, ook door de functiona
rissen zelf. Afgescheiden van den finan-
cieelen toestand zie; men in den
tegen de positie van den hoofdambte
naar hocg op, omdat hij als een onder
deel van het gemeentebestuur aanzien
en invloed geniet, om zoo te zeggen mee-
regeert. Daarom ook moeten de ont-
dekkingen die door het land gaan, als
een besmettelijke ziekte die nu hier, dan
daar uitbreekt, niet alleen voor de niet
aangetasten in hetzelfde bedrijf, maar
bovendien ook voor hoofdambtenaren
in andere takken van dienst buitenge
woon onaangenaam zijn. Dat vooral in
kleine gemeenten de bezoldiging van
den directeur vaak al te gering is, blijft
niettemin een fout der gemeentebe
sturen.
Waarschijnlijk is het niet moeilijk om
van het verschijnsel een aannemelijke
verklaring te geven. Inzichten en opvat
tingen rijm wisselende en veranderlijke
dingen, evenals- de wetten dóe daarvan
hei gevolg zijn. Als wij dit voor oogen
houden is het begrijpelijk, dat in een
▼ak het niveau var, wat goed en ge
oorloofd is, van lieverlede dalen kan,
zonder dat de betrokkenen h-t zoo op
merken. Warneer in een betrekkelijk
klein corps personen aanvankelijk tien
personen gevoelig zijn voor fooien of
steekpenningen, dan volgen allicht spoe
dig vijf en twintig andere, daarna vijftig
op zulk een oogenblik schijnt een
tóe uw wetboek der behoorlijkheid ge
schapen te worden, waarin de usance
dó strenge rechtvaardigheid op zij
schuift en iemand wel vast in zijn
schoener. staan moet om langs zijn
eenmaal aangenomen richtsnoer te blij
ven voortgaan. Het is. of de theoretisch3
deugd in gevecht raakt met de practyk
der usance en daar de laatste altijd
voordeeliger is, loopt de arme deugd ge
vaar in den hoek te worden gezet.
Zulke processen gaan niet in eens,
maar heel, heel langzaam en wie een
maal door de raderen gegrepen is, komt
er niet gemakkelijk meer uit. Vooral
niet omdat hy allicht middelen vindt
een zyn geweten te paaien. Bijvoorbeeld
dit middel, dat hij persoonlijk aan een
leverancier onverplichte diensten-bewijst,
die ock aan zijn werkgever ten goede
komen, of wel de nog troostvoller sug
gestie, dat de provisie die hem door den
leverancier wordt toegestopt, een ge
deelte van diens winst uitmaakt, zoodat
de gemeente er geen cent goedkooper om
zou worden bediend, wanneer hij hoofd
ambtenaar de provisie afwees. Wie in
deze noodlottige richting maar lang ge
noeg doorredeneert zie; het weldra als
Don Quichoütsrie. dat hy een winst zou
versmaden, die hem zoo gul geboden
wordt en geen nadeel meebrengt voor
zijn principaal.
Natuurlijk is dit louter zelfbedrog. De
leverancier is zoo niet. dat hij den steel
penning in mindering zou brengen van
zijn eigen winst; hij laat dien eenvou
dig door den klant betalen, des te vaster
naarmate hij zekerder wordt van de ver
plichting om de provisie af te staan.
Men ziet, dat juist de usance, die den
begunstigde overhaalt om het winstje in
den zak te steken, hem daarvan juist
moes; weerhouden, omdat de gemeente
dat blijkbaar betaalt.
Hiermee zijn wij vanzelf aangeland bij
een van de andere partijen in het ge
ding, den leverancier. Er bestaat in onze
taal een spreekwoord, waaraan wij hier
bij denken, namelijk dat de heler even
goed is als de steler. Men kan zelfs ver
der gaan en zeggen, dat wanneer de in
breker den snees niet kende, aan wien
hij de vrucht van de inbraak kwijt-ken
raken, er nooit van inbraak sprake we
zen zou.
Hier staat de zaak niet anders. Als
geen gasairecteur provisie krijgen kon,
zou die nooit uitgekeerd worden, wij
zouden ons hier kunnen verdiepen in
de cm vruchtbare vraag, van wie het
kwaad is uitgegaan. Heeft in der tijd
(wie weet hoe lang wel geleden!) een
gasairecteur het eerst om smeergeld
gevraagd of zou een leverancier dat het
eerst hebben aangeboden? Dat zoekt de
scherpste justitie niet meer uit en het
zou practisch ook geen nut meer heb
ben, omdat de mensch in de wereld nu
eenmaal opgewassen moet zijn tegen de
gevaren en verleidingen die op hem af
komen.
Maar uit het oogpunt van streng recht
bekeken is het zeker belangrijk om te
weten, hoe hier de verantwoordelijk
heden zullen worden verdeeld, name
lijk of de vertoornde samenleving het
volle gewicht van haar ontevredenheid
zal laten vallen op den verleide, dan wel
of zij den verleider naast hem op het
strafbankje zetten zal. Laten wij de
rechtslijnen ter zijde, dan is deze vraag
geen vraag meer. Hij behoort er even
goed.
De justitie zal uitmaken wat daarvan
zijn zaL
In deze dagen kunnen wij ook nog
een verwy; naar een anderen kant
hooren, namelijk aan gemeentebesturen,
aie nie; genoeg controle zouden hebben
uitgeoefend. Di: is een onrechtmatige
grief. Van een gemeentebestuur kan
niet verwacht worden, dat liet onder
zoekt naar financieele transacties, die
natuurlijk door de beide partijen zorg
vuldig geheim worden gehouden hoe
zou de knapste accountant die moeten
ontdekken, daar hij in des directeurs
privé kasboek, gesteld dat hij het ter
inzage kreeg, nooit iets vinden zou en
tot de boeken van den leverancier geen
toegang heeft! Neen, voor de gemeente
besturen kan niemand in redelijkheid
schuld vinden.
Het is in het geheel een droevige ge
schiedenis, ook daar het voet geeft aan
de klacht van den belastingbetaler, dat
er slordig geleefd wordt met zijn dik
wijls zuur verdiende geld. Maar vooral
omdat het alweer zoo moeilijk blijkt
te zijn voor een mensch, genoegen tó
nemen met een beperkt inkomen, wan
neer het kan worden aangedikt door
practgken, waarvan hij hoopt dat zij
niet- zullen worden ontdekt.
Er wordt nu gevraagd om wetsbepa
lingen, die' het kwaad zullen tegen
gaan. Maar die bestaan en het eenige
wat men dus zeggen kan is, dat zij ver
beterd of uitgebreid moeten worden. Het
is evenwel een illusie om ns te ver
beelden, dat ooit wetten het kwaad uit
de wereld helpen. Hoogstens kunnen zy
het beteugelen en een zwakken broeder
een hart onder den riem steken.
De hoofdzaak is, dat de mensch wete
te klimmen tot en te blijven staan op
het hocge standpunt, dat fcjj nimmer
giften of gaven aanvaardt, waarvan
hij in het diepst van zijn hart gevoelt,
dat zij hem niet toekomen.
J. C. P.
LETTEREN EN KUNST.
HET TOONEEL.
VEREENIGD TOONEEL.
DE BLAUWE VOGEL VAN HET
GELUK.
Tyltyl (Else Manhs)
.Zcni het mogelijk zijn „De Blauwe
Vogel van het Geluk" ook in Haarlem
te krijgen? Van eer. „uitverkocht huis"
kan Verkade zeker zijn!"zoo schreef
ik aan het slot van mijn kritiek over
de voorstelling van Maeterlinck's werk
te Amsterdam in ons blad van Woensdag
19 October. Eerder dan wij gehoopt had
den, is onze wensch in vervulling gegaan
en de schouwburg op het Wilsonsplein
was zcoals wij hadden verwacht
stampvol.
Het is wel toevallig, dat wij de op
voering van Maeterlinck's werk in onze
stad te danken hebben aan het feit,
dat De Blauwe Vogel van het Geluk
door Pelléas et Mélisanae tijdelijk uit
Amsterdam verdreven werd. De eerste
opvoering by de Wagnsrvereeniging van
Pelléas et Mélisande, ruim een kwart
eeuw na zijn ontstaan deed L'Oiseau
Bleu vijf-en-twinig jaar na zijn gebcor- -
te ook voor het eerst te Haarlem neer
strijken.
Wie vreesden, dat wijy Haarlemmers:
bij een opvoering van De Blanwe Vo
gel bij Amsterdam te kort zouden ko
men, hebben zich gelukkig ver
gis:. De voorstelling op Zaterdag war
vry wel geheel gek k a3n die te Amster
dam. Alleen duurde het changeeren der
décors nu en dan iets langer en was het
bij het ballet in I, evenals in het tafe
reel van het land der Toekomst merk
baar. dat ons tooneel wat te weinig
ruimte bood. Maar tegenover deze toch
eigenlijke minieme nadeelen stond het
groote voordeel, dat het woord en menig
détail in de actie in onzen kleineren
schouwburg veel beter nog tot hun recht
kwamen. De Haarlemmers en ik
schrijf dit met te meer vreugde, nu
Verkade hier hedenavond een herhaling
van „De Blauwe Vogel" geeft behoe
ven dus volstrekt rist naar Amsterdam
te gaan om Maeterlinck's werk „in per
fectie" te zien opvoeren.
Iemand, die „De Blauwe Vogel" te
Londen had gezien, zeide mij, dat de
vertooning daar veel meer een „show"
was. In monteering en aankleed:ng gaf
de Londmsche opvoering neg veel meer
te z i e nMaar de kleine Tyltyl en Mytyl
kv,-amen er geheel door in verdruk
king! Dus ook de schrijver Maeterlinck!
En Elsa Mauhs liet als Tyltyl haar En-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1051
DE SMOKING-DAS
je worstelt met je smo- I verzoekt je vrouw om
kingüas zonder veel
voortgang te maken
die het ding weer los- I je tracht haar systeem
markt en geheel op- I te doorgronden, waar-
nier, v I door je kin in den weg
I raakt
verwringt je hals om te
probeeren, in den spie
gel te zien welke vorde
ringen zij maakt
ontvangt het dringende
verzoek om alsjeblieft
eens een oogenblik stil
te staan
hetgeen je vijf seconden i als het klaar is, ga je
volhoudt, waarop je I naar den spiegel en
gaat klagen, dat het J trekt de das met een
niet zoo lang kan duren, I enkele handbeweging
want het is al laat 1 weer uit zijn fatsoen.
(Nadruk verboden).
My tyl, Polly Obdam, (knielende) en Tyltyl
gelsche kunstzuster ver en ver achter
zich!
ZoiT'een der velen, die het zeldzame
voorrecht hadden Elsa Mauhs in de rol
van Tyl tyl te zien. dat hebben willen
prijsgeven voor de meest fabelachtige
„Ausstattung-* van Londen? Ik voor mij
geef heel die Londensche feeërie cadeau
enkel voor het pure genot, dat Elsa
Mauhs mij schonk met een enkelen zin
als: „Ik hield neg het meest van het
Licht!" of „Als een van u allen hem
mofht vinden, wilt u hem dan aan ons
teruggeven? Wij hebben hem noodig
voor ons geluk!" Want in Elsa Mauhs'
creatie in haar zuiver en mooi zeg
gen vooral lag voor mij de groote
bekoring, de essentieele waarde dezer
HcIIandsche opvoering. Door haar on
dergang ik de vertoor.ing van De Blauwe
Vcgel waarlijk als een mooie droom.
Wat Elsa Mauhs als Tyltyl het teere
en heldhaftige jongetje geeft, behoort
tot het mooiste, dat zij ons in haar zoo
rijke artiste-loopbaan heeft geschonken.
Zij stond in het werk van Maeterlinck
in waarheid als het „droomkoninkje".
Eerf zeer bekend acteur vertelde mij, dat
hij bij iedere opvoering weer tusschen de
coulissen, stond om Elsa Mauhs een en
kelen zin als: „Er zijn geen dooden!" te
hooren zeggen.
„Hoe ontroerend klonk telkens in die
groote zaal dat kinderlijke reine stem
metje, altijd even zuiver in zijn naïve
verwondering, zijr. ontgoocheling of zijn
kinderlijke smart!", schreef ik in mijn
vorige kritiek. Bij deze tweede opvoering
schonk Elsa Mauhs mij die zelfde ver
wonderlijke emotie, als toen ik haar
voor het eerst als Tyltyl zag.
Nieuwe gezichtspunten kreeg ik voor
mij van de voorstelling van Zaterdag
niet. Ook nu werd ik weer getroffen door
dat stemmingsvolle tafereel van het land
der herinnering, waarin La Chapelle den
grootvader zoo vergeestelijkt speelt en
door de kerkhofscène, waarin Elsa het
mooiste van den heelen avond gaf. En
sterker nog dan den eersten keer miste
ik in het tooneel in het woud het be
klemmende, het angstaanjagende en be
nauwende der dreiging van al die vijan
den van het weerlooze kinderpaar! Maar
prachtig was ook nu weer de men
zou kunnen zeggen „knoestige" dictie
van van Dalsum als de oude eik! Ik
hoorde de opmerking maken dat de
sonore stem van Louise Kooiman eigen
lijk te donker was voor het „licht".
Ook ik zou haar liever als de „kóningin
van den nacht' hebben gezien en ge
hoord. Het timbre van Sara Heyblom's
stem paste beter voor het licht. Waar
mee ik allerminst wil zeggen dat Sara
Heyblom niet voldeed als koningin van
den nacht.'
Het Water.
Ook hier te Haarlem had de opvoering
van ,De Blauwe Vogel van het Geluk"
een overweldigend succes. De luide toe
juichingen aan het slot golden evenzeer
Elsa Mauhs als Eduard Verkade, den
regisseur, die jammer genoeg on
zichtbaar bleef. Met St. Joanne mag
men De Blauwe Vogel tot het beste
rekenen wat Verkade ons in deze vier
jaar als regisseur heeft gebracht.
J. B. SOHUIL.
LEZING
Voor het Comité voor winterlczin»
gen ter verbreiding cn verdieping
van de gereformeerde levenss en
wereldbeschouwing zal a.s. Donders
dag ds. E. L. Smclink. predikant te
Tienhoven in het kerkgebouw in de
Zuiderstraat een lezing houden over
„Wcreldgclijkvormigheid".
KINDERVOEDING
De Verccniging „Kindervoeding"
begon deze weck weer haar winter»
taak en reikte aan warm voedsel uit:
Maandag 173. Dinsdag 201, Woensdag
211. Donderdag 2C6, Vrijdag 209 cn
Zaterdag 195 porties.
GROOTE BRAND TE
EINDHOVEN.
VEEL VEE OMGEKOMEN.
Het persbureau Vaz Dias meldt ons
uit Eindhoven:
In den nacht van Zaterdag op Zondag
is door tot nu toe onbekende oorzaak
brand ontstaan in de kapitale boerderij
van den landbouwer A. van dei- Velden,
gelegen nabij het z.g. Slot te Aalst bij
Eindhoven. De boerderij, alsmede de in
boedel werd totaal in ascth gelegd. Niet
minder dan negen koeien, drie paaiden
een hond en eenig kleinvee werden een
prooi der vlammen. De assurantie dekt
de schade. De bewoners ontdekten den
brand zoo laat, dat zij rich zelf ter
nairwernood hebben kunnen redden.
AUTO IN SLOOT GEREDEN
INZITTENDEN MET MOEITE
GERED.
Op den Kanaalweg te Zwammerdam
reed. zoo wordt aan De Courant ge
meld. de auto van den heer B. bij het
uitwijken tegen een kilometerpaal en
kwam onderstboven in de sloot terecht.
De twee inzittenden werden met moeite
gered. Zy hadden verschillende diepe
snywonden opgeloopen.
ONDER KERMISGANGERS
ZEVEN MESSTEKEN
TOEGEBRACHT.
De correspondent van De Courant te
Maastricht meldt:
Op de kermis te Meerssen ontstond
heden tusschen eenige kermisgangers
twist, welke zoo hoog liep, dat den 22-
jarigen H. U. een zevental messteken in
de borst werd toegebracht.
In levensgevaarlijken toestand is de
man door den Geneeskundigen Dienst
van Maastricht opgehaald en in het zie
kenhuis aldaar opgenomen.
AANKLACHT TEGEN EEN DOKTER
Op last van den officier van justitie
te Leiden is. zoo meldt ue N.R.Crt., het
lijk van de onlangs te Leiden overleden
mevrouw B. opgegraven en gerechtelijk
geschouwd. Dit is geschied wegens het
vermoeden dat dokter N., die mevrouw
B. bij haar bevalling heeft béhandeld,
piet die zorgen aan haar gewijd heeft,
welke van een geneesheer venvacht
mogen worden. Er is een aanklacht te
gen den dokter ingediend.
FEUILLETON
Het Huis met den Pij!
Naar het Engelsch van
A E. W. MASON.
55)
„Laten we nu eens kijken", zei Hanand
Hij nam de schacht van den pijl uit
een enveloppe en de punt uit zijn zak,
en paste ze aan elkaar. De punt zs; er
een beetje los m omdat de opening,
waarin het ding paste, verwyd was om
er een pen in te kunnen steken. Hij
legde den pijl op tafel en sloeg zijn
groene map open. Een kleine vierkante
enveloppe, zooals apothekers gebruiker.,
trok Jim's aandacht. Hij greep er naar.
Eerst scheen het alsof er niets in zat
maar toen hij de enveloppe schudde viel
er een vierkant, hard, wit tabletje uit
en rolde over de tafeL Het was stoffig
en er zat een groene vlek op en toen
Jrm het omdraaide zag hij dat er een
barst in zat, alsof er iets scherps te
genaan gekomen was.
„Wat ter wereld heeft cat nu met deze
geschiedenis te maken?" vroeg hij.
Hanar-d keek op. H:j stak onmidctel-
lijk zijn hand uit om Jim het tabletje
af te nemen en trók toen zijn hand weer
terug.
.Misschien heel veel. Misschien niets",
zei hij ernstig. „Maar dat tabteije is heel
interessant. Morgen zal ik er wel meer
van weten".
Jim kon zich absoluut niet herinne
ren wanneer dat tabletje ergens bij te
pas was gekomen. In Jean dadels huis
was het zeker niet gevonden want het
lag hier al veilig en wel in de brand
kast. Jiim had het vierkante envelopje
al gezien toen Hanand alles uit de safe
haalde. Het tablc-tje zag er uit of het op
straat was opgeraapt, net als het be
roemde lucifersdoosje van monsieur Bex,
Of ja er zat een groene veeg op
misschien van het gras. Jim ging opeens
recht overeind zitten. Ze hadden 's mor
gens allemaal met elkaar in dsn tuin
gezeten Hanand, hij zelf, Betty en Ann
Upcott. Maar verder kon hij niet komen.
Hij ken zich niets herinneren en nergens
uit afleiden dot dit tabletje iets te ma
ken had met hun gesprek in den tuin.
Hij begreep wel dat Hanand het heel
belangrijk vond. Want terwijl hij er mee
in zijn hand zat en het bekeek, hield
Hanand hem voortdurend in het cog.
Nauwkeurig volgde hij iedere beweging
van Jim's vinger en duim en toen Jim
het eindelijk weer in de enveloppe deed
slaakte de detective een zueh: van ver
lichting.
J:m Frobi-her lachte goedig. Hij begon
Hanand te kennen. Hij deed geen tever-
geefsche vragen meer, waarop hij toch
alleen: „Aha" en „oho" ten antwoord
kreeg. Hij boeg zich over de tafel heen
cn nam zijn c'gen aantekeningen cp,
die Hanand net uit de map had geno
men en ter rijde had gelegd. Hij legde
het papier voor zich op tafel en schreef
twee nieuwe vragen bij de anderen, die
er al op stonden. Hij schreef.
5o). V/at is er precies uit Parijs naar
het bureau van politie getelephoneerd
en door Hanand weggestopt in een en
veloppe waarop staat: Adres?
6c j. Wanneer en waar en waarom is
dat witte tabletje opgeraapt en wat be-
teekent het in vredesnaam?
Met een lach gaf Frobisher de aantee-
keningen weer aan Hanand terug. De
detective las ze ernstig en langzaam
door. „Ik had gehoopt vanavond al uw
vragen te kunnen beantwoorden", ze; hij
ontmoedigd. „Maar u ziet het zelf! Al
les loopt ons tegen en wij moeten wach
ten".
Hij legde de aanteekeningen weer in
de map toen e: een verbaasde uitdruk
king op Jim Frob:Cher's gezicht kwam.
Hij wees op de papieren.
„Dat telegram!"
Er was een telegram vastgespeld aan de
drie anonieme brieven dis Kanand in
zijn map had de twee die Hanand al
in Parijs aan Frcbteher had laten zien
en de derde, dte Betty Har!owe hem
dier.zclfcen middag gegeven had. En
het telegram was aan e-lkaar geplakt
met twee postzegel-papiertjes.
Dat is ons telegram. Het telegram dat
door juffrouw Har! owe aan onze rirma
werd gestuurd op Maante.g ja, wa
rempel. pas verleden Maandag.
Jim stond er zelf verbaasd van. Er
was in die dagen zooveel gebeurd dat hij
ternauwernood besefte dat het nu pas
Vrijdagavond was-, en dat hij den vori-
gen Woensdag Betty Harlowe nog nooit
gezien oE gesproken had. „Het telegram
dat ons in Londen er van in kennis
stelde dat u de zaak in handen had".
Hanand knikte toestemmend.
„Ja. U hebt heeft het my zelf gege
ven".
..En u verscheurde het".
„Ja. Maar later heb ik het uit ae
prullemand opgezocht en weer aan el
kaar geplakt,", vertelde Hanand. Ik
was van plan om de politie een standje
te geven, dat ze het geheim verraden
had. Ik ben nu heel blij dat ik het tele
gram heb meegenomen. U zelf zult den
volgenden morgen, zelfs voor ik in
mairon Grenelle kwam, wel begrepen
hebben van hoeveel gewicht dit was,
toen u mademoiselle vertelde dat u het
my had laten zien".
Jim dacht n?» Zcoals ht iemand van
zijn beroep past. was hij met zulke
dingen erg precies.
„Pas teen u kwam hoorde ik dat juf
frouw Harlowe het uit een anoniemen
brief vernomen had", zei hij.
„Nu, dat doet er ock niet toe", viel
Hanand hem in de rede. „Wat ik eigen
lijk bedoel is dat, als de zaak is afge
ioopen en ik tijd h:'o cm meer aandacht
aan die brieven tc bes'.eten, het tele
gram van groote waarde kan blijken te
zijn".
„Ja. ik begrijp u wel", zei Jrm „ik
begrijp het", herhaalde hij en hij schoof
onrustig op zün stoel heel en weer; en
deed zijn mond open en weer dicht, en
bleef tenslotte zwijgen, terwijl Hanand
zijn heele verzameling doorkeek en er
niets nieuws toy kon ontdekken.
„Ik schiet er niets mee op", riep hij
heftig en toen nam Jim Fröbisher een
besluit.
.Monsieur Hanancl, u vertelt mij wel
niet wat u denkt", zei hij eenigszins
plechtig „maar ik zal u beter behan
delen; behalve deze misdaad, in Maison
Grenelle moet u het geheim van de
anonieme brieven nog oplossen. En mis
schien kan ik u hier mee helpen. Er
is weer een gekomen".
„Wanneer?"
„Vrrdiavond, terwijl wij zaten te eten".
„Voor wie?"
„Ann Upcott". i i
„Wat!"
Met een schreeuw sprong Hanand
overeind; zijn gezicht zag even wit als
de rr.uren van de kamer en hij keek
Frcbishor angstig aan. Hij zag er uit
of hij nog nooit zulk onverwacht nieuws
had gehoerd.
„Weet u het zeker?" vroeg hij.
„Heel zeker. De brief kwam met d'2
avondpost, met nog eena paar andere
brieven. Gaston bracht ze in de eetka
mer, Er was er een vcor mij van
mijn firma in Londen, een paar voor
Betty en deze voor Ann Upcott. Ze
fror.sde even haar wenkbrauwen toen ze
hem open maakte, alsof ze niet wist
waar hij vandaan kwam. Ik zag den
brief tosn ze hem open vouwde. Hij
was cp hetzelfde papier op dezelfde ma
nier getypt en er stond geen adres bo
ven. Ze hield even haar adem in toen
ze er naar keek en toen las ze den brief
v/ser over. En daarna vouwde ze hem
glimlachend op en legde hem neer.
„Glimlachend?" drong Hanand aan.
„Ja. Ze was in haar schik. Er kwam
weer kleur op haar wangen; de verdrie
tige uitdrukking verdween van haar ge
zicht".
„Heeft ze u dien brief niet laten
zien?"
„Neen".
„Ook niet aan mademoiselle Har
lowe?"
„Neen".
„Maar ze was in haar schik, hè?" Het
scheen dat Hanand dit nog het vreemd
ste van alles vond. „Heeft ze nog iets
gezegd?"
„Ja", antwoordde Jim. Ze zei: .HU
heeft altijd gelijk gehad, is 't niet?"
..Zei ze dat? Hij heeft altijd gelU'k ge
had. is 't niet?" Hanand ging wzer zit
ten. hU was als versteend. Na een poosje
keek hij op.
„Wat is er toen gebeurd?" vroeg hy'.
(Wordt vervolgd.)