HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN FLITSEN MAANDAG 14 NOV. 1927 No. 3705 SMEERGELD. Mot verwondering hebben wu Neder landers vernomen, dat aan verschillen de gasfabrieken knoeieryen hebben plaats gehad, waarvan wij tot nu toe zelfs niet gedroomd hadden en die niettemin al lang hebben geduurd. Niemand sou er van hebben opgekeken, dat in dit vak, evenals in zoovele an dere vakken, zwakke broeders op de kaak waren verschenen; de deugd is het eigendom van menschen en niet van be drijven. Juist daarom is het aantal gevallen hier de merkwaardigheid, want al zijn er verscheidene nog in zweven- den staat en al is het onderzoek van de justitie nog niet afgeioopen. zóóveel weten wij er nu wel van. dat er bin nenkort menigeen op het zondaars bankje zal komen te zitten. Namelijk het straf bank je van het ethische ideaal, dat iets anders is dan dat van de justitie. Wij moeten wel on derscheiden, dat herhaaldelijk een daad kon blijken verkeerd te zijn. zonder in de termen te vallen voor een strafver volging. Meermalen ligt daar iets ver warrends in voor het algemeen rechts gevoel, dat verkeerd en strafbaar licht als synoniemen beschouwt, maar de grenslijnen der strafbaarheid uit het oog verliest. Als niet duidelijk en pre cies omschreven wordt wat onder de strafwet valt, zou de maatschappij ge vaar loopen van een speculatieve justi tie ofschoon aan den anderen kant daardoor het- gevaar niet denkbeeldig is, dat er wat door de mazen slipt. OI sommige (of alle) gevallen die langza merhand aan 't licht komen, or.der het bereik van de justitie komen, zal met tertijd wel Kijken. Voor ons die het met verwondering zien, is dit evenwel hoofdzaak niet. Dit is het voornaamste, dat onder een klasse van menschen. die tot nu toe groot aanzien genoot, de ethische standaard zoo laag gedaald is. Niemand heeft er ooit aan getwijfeld, dat in he: particulier bedrijf al lang een min of meer verborgen stelsel van steekpennin gen bestaat en dat de warme hand er bijzonder gemakkelijk aan orders komt. Maar in '6 ambtelijke werd wel aan af zonderlijke gevallen, maar niet aan een stelsel geloofd, al hebben getuigenver klaringen, onlangs in een zaak van mi litaire malversatie afgelegd, veler goed vertrouwen wel ernstig geschokt. Nu worden er ten opzichte van de onver- trouwbare figuren in het gemeen telijk gasbedrijf cijfers genoemd, maar al kan op dit oogenblik nie mand die controleeren. het blijkt duide lijk genoeg, dat menigeen schuldig is en zich schuldig voelt. Oppervlakkig beschouwd is het eigenaardig, dat van hoofdambtenaren onomkoopbaarheid wordt 'verwacht, ter wijl het him gegunde inkomen gewuoi»- lijk beneden de winsten blijft die in particuliere bedrijven kunnen worden behaald. De verklaring daarvan is het aanzien, dat aan de ambtelijke functies wordt gehecht, ook door de functiona rissen zelf. Afgescheiden van den finan- cieelen toestand zie; men in den tegen de positie van den hoofdambte naar hocg op, omdat hij als een onder deel van het gemeentebestuur aanzien en invloed geniet, om zoo te zeggen mee- regeert. Daarom ook moeten de ont- dekkingen die door het land gaan, als een besmettelijke ziekte die nu hier, dan daar uitbreekt, niet alleen voor de niet aangetasten in hetzelfde bedrijf, maar bovendien ook voor hoofdambtenaren in andere takken van dienst buitenge woon onaangenaam zijn. Dat vooral in kleine gemeenten de bezoldiging van den directeur vaak al te gering is, blijft niettemin een fout der gemeentebe sturen. Waarschijnlijk is het niet moeilijk om van het verschijnsel een aannemelijke verklaring te geven. Inzichten en opvat tingen rijm wisselende en veranderlijke dingen, evenals- de wetten dóe daarvan hei gevolg zijn. Als wij dit voor oogen houden is het begrijpelijk, dat in een ▼ak het niveau var, wat goed en ge oorloofd is, van lieverlede dalen kan, zonder dat de betrokkenen h-t zoo op merken. Warneer in een betrekkelijk klein corps personen aanvankelijk tien personen gevoelig zijn voor fooien of steekpenningen, dan volgen allicht spoe dig vijf en twintig andere, daarna vijftig op zulk een oogenblik schijnt een tóe uw wetboek der behoorlijkheid ge schapen te worden, waarin de usance dó strenge rechtvaardigheid op zij schuift en iemand wel vast in zijn schoener. staan moet om langs zijn eenmaal aangenomen richtsnoer te blij ven voortgaan. Het is. of de theoretisch3 deugd in gevecht raakt met de practyk der usance en daar de laatste altijd voordeeliger is, loopt de arme deugd ge vaar in den hoek te worden gezet. Zulke processen gaan niet in eens, maar heel, heel langzaam en wie een maal door de raderen gegrepen is, komt er niet gemakkelijk meer uit. Vooral niet omdat hy allicht middelen vindt een zyn geweten te paaien. Bijvoorbeeld dit middel, dat hij persoonlijk aan een leverancier onverplichte diensten-bewijst, die ock aan zijn werkgever ten goede komen, of wel de nog troostvoller sug gestie, dat de provisie die hem door den leverancier wordt toegestopt, een ge deelte van diens winst uitmaakt, zoodat de gemeente er geen cent goedkooper om zou worden bediend, wanneer hij hoofd ambtenaar de provisie afwees. Wie in deze noodlottige richting maar lang ge noeg doorredeneert zie; het weldra als Don Quichoütsrie. dat hy een winst zou versmaden, die hem zoo gul geboden wordt en geen nadeel meebrengt voor zijn principaal. Natuurlijk is dit louter zelfbedrog. De leverancier is zoo niet. dat hij den steel penning in mindering zou brengen van zijn eigen winst; hij laat dien eenvou dig door den klant betalen, des te vaster naarmate hij zekerder wordt van de ver plichting om de provisie af te staan. Men ziet, dat juist de usance, die den begunstigde overhaalt om het winstje in den zak te steken, hem daarvan juist moes; weerhouden, omdat de gemeente dat blijkbaar betaalt. Hiermee zijn wij vanzelf aangeland bij een van de andere partijen in het ge ding, den leverancier. Er bestaat in onze taal een spreekwoord, waaraan wij hier bij denken, namelijk dat de heler even goed is als de steler. Men kan zelfs ver der gaan en zeggen, dat wanneer de in breker den snees niet kende, aan wien hij de vrucht van de inbraak kwijt-ken raken, er nooit van inbraak sprake we zen zou. Hier staat de zaak niet anders. Als geen gasairecteur provisie krijgen kon, zou die nooit uitgekeerd worden, wij zouden ons hier kunnen verdiepen in de cm vruchtbare vraag, van wie het kwaad is uitgegaan. Heeft in der tijd (wie weet hoe lang wel geleden!) een gasairecteur het eerst om smeergeld gevraagd of zou een leverancier dat het eerst hebben aangeboden? Dat zoekt de scherpste justitie niet meer uit en het zou practisch ook geen nut meer heb ben, omdat de mensch in de wereld nu eenmaal opgewassen moet zijn tegen de gevaren en verleidingen die op hem af komen. Maar uit het oogpunt van streng recht bekeken is het zeker belangrijk om te weten, hoe hier de verantwoordelijk heden zullen worden verdeeld, name lijk of de vertoornde samenleving het volle gewicht van haar ontevredenheid zal laten vallen op den verleide, dan wel of zij den verleider naast hem op het strafbankje zetten zal. Laten wij de rechtslijnen ter zijde, dan is deze vraag geen vraag meer. Hij behoort er even goed. De justitie zal uitmaken wat daarvan zijn zaL In deze dagen kunnen wij ook nog een verwy; naar een anderen kant hooren, namelijk aan gemeentebesturen, aie nie; genoeg controle zouden hebben uitgeoefend. Di: is een onrechtmatige grief. Van een gemeentebestuur kan niet verwacht worden, dat liet onder zoekt naar financieele transacties, die natuurlijk door de beide partijen zorg vuldig geheim worden gehouden hoe zou de knapste accountant die moeten ontdekken, daar hij in des directeurs privé kasboek, gesteld dat hij het ter inzage kreeg, nooit iets vinden zou en tot de boeken van den leverancier geen toegang heeft! Neen, voor de gemeente besturen kan niemand in redelijkheid schuld vinden. Het is in het geheel een droevige ge schiedenis, ook daar het voet geeft aan de klacht van den belastingbetaler, dat er slordig geleefd wordt met zijn dik wijls zuur verdiende geld. Maar vooral omdat het alweer zoo moeilijk blijkt te zijn voor een mensch, genoegen tó nemen met een beperkt inkomen, wan neer het kan worden aangedikt door practgken, waarvan hij hoopt dat zij niet- zullen worden ontdekt. Er wordt nu gevraagd om wetsbepa lingen, die' het kwaad zullen tegen gaan. Maar die bestaan en het eenige wat men dus zeggen kan is, dat zij ver beterd of uitgebreid moeten worden. Het is evenwel een illusie om ns te ver beelden, dat ooit wetten het kwaad uit de wereld helpen. Hoogstens kunnen zy het beteugelen en een zwakken broeder een hart onder den riem steken. De hoofdzaak is, dat de mensch wete te klimmen tot en te blijven staan op het hocge standpunt, dat fcjj nimmer giften of gaven aanvaardt, waarvan hij in het diepst van zijn hart gevoelt, dat zij hem niet toekomen. J. C. P. LETTEREN EN KUNST. HET TOONEEL. VEREENIGD TOONEEL. DE BLAUWE VOGEL VAN HET GELUK. Tyltyl (Else Manhs) .Zcni het mogelijk zijn „De Blauwe Vogel van het Geluk" ook in Haarlem te krijgen? Van eer. „uitverkocht huis" kan Verkade zeker zijn!"zoo schreef ik aan het slot van mijn kritiek over de voorstelling van Maeterlinck's werk te Amsterdam in ons blad van Woensdag 19 October. Eerder dan wij gehoopt had den, is onze wensch in vervulling gegaan en de schouwburg op het Wilsonsplein was zcoals wij hadden verwacht stampvol. Het is wel toevallig, dat wij de op voering van Maeterlinck's werk in onze stad te danken hebben aan het feit, dat De Blauwe Vogel van het Geluk door Pelléas et Mélisanae tijdelijk uit Amsterdam verdreven werd. De eerste opvoering by de Wagnsrvereeniging van Pelléas et Mélisande, ruim een kwart eeuw na zijn ontstaan deed L'Oiseau Bleu vijf-en-twinig jaar na zijn gebcor- - te ook voor het eerst te Haarlem neer strijken. Wie vreesden, dat wijy Haarlemmers: bij een opvoering van De Blanwe Vo gel bij Amsterdam te kort zouden ko men, hebben zich gelukkig ver gis:. De voorstelling op Zaterdag war vry wel geheel gek k a3n die te Amster dam. Alleen duurde het changeeren der décors nu en dan iets langer en was het bij het ballet in I, evenals in het tafe reel van het land der Toekomst merk baar. dat ons tooneel wat te weinig ruimte bood. Maar tegenover deze toch eigenlijke minieme nadeelen stond het groote voordeel, dat het woord en menig détail in de actie in onzen kleineren schouwburg veel beter nog tot hun recht kwamen. De Haarlemmers en ik schrijf dit met te meer vreugde, nu Verkade hier hedenavond een herhaling van „De Blauwe Vogel" geeft behoe ven dus volstrekt rist naar Amsterdam te gaan om Maeterlinck's werk „in per fectie" te zien opvoeren. Iemand, die „De Blauwe Vogel" te Londen had gezien, zeide mij, dat de vertooning daar veel meer een „show" was. In monteering en aankleed:ng gaf de Londmsche opvoering neg veel meer te z i e nMaar de kleine Tyltyl en Mytyl kv,-amen er geheel door in verdruk king! Dus ook de schrijver Maeterlinck! En Elsa Mauhs liet als Tyltyl haar En- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1051 DE SMOKING-DAS je worstelt met je smo- I verzoekt je vrouw om kingüas zonder veel voortgang te maken die het ding weer los- I je tracht haar systeem markt en geheel op- I te doorgronden, waar- nier, v I door je kin in den weg I raakt verwringt je hals om te probeeren, in den spie gel te zien welke vorde ringen zij maakt ontvangt het dringende verzoek om alsjeblieft eens een oogenblik stil te staan hetgeen je vijf seconden i als het klaar is, ga je volhoudt, waarop je I naar den spiegel en gaat klagen, dat het J trekt de das met een niet zoo lang kan duren, I enkele handbeweging want het is al laat 1 weer uit zijn fatsoen. (Nadruk verboden). My tyl, Polly Obdam, (knielende) en Tyltyl gelsche kunstzuster ver en ver achter zich! ZoiT'een der velen, die het zeldzame voorrecht hadden Elsa Mauhs in de rol van Tyl tyl te zien. dat hebben willen prijsgeven voor de meest fabelachtige „Ausstattung-* van Londen? Ik voor mij geef heel die Londensche feeërie cadeau enkel voor het pure genot, dat Elsa Mauhs mij schonk met een enkelen zin als: „Ik hield neg het meest van het Licht!" of „Als een van u allen hem mofht vinden, wilt u hem dan aan ons teruggeven? Wij hebben hem noodig voor ons geluk!" Want in Elsa Mauhs' creatie in haar zuiver en mooi zeg gen vooral lag voor mij de groote bekoring, de essentieele waarde dezer HcIIandsche opvoering. Door haar on dergang ik de vertoor.ing van De Blauwe Vcgel waarlijk als een mooie droom. Wat Elsa Mauhs als Tyltyl het teere en heldhaftige jongetje geeft, behoort tot het mooiste, dat zij ons in haar zoo rijke artiste-loopbaan heeft geschonken. Zij stond in het werk van Maeterlinck in waarheid als het „droomkoninkje". Eerf zeer bekend acteur vertelde mij, dat hij bij iedere opvoering weer tusschen de coulissen, stond om Elsa Mauhs een en kelen zin als: „Er zijn geen dooden!" te hooren zeggen. „Hoe ontroerend klonk telkens in die groote zaal dat kinderlijke reine stem metje, altijd even zuiver in zijn naïve verwondering, zijr. ontgoocheling of zijn kinderlijke smart!", schreef ik in mijn vorige kritiek. Bij deze tweede opvoering schonk Elsa Mauhs mij die zelfde ver wonderlijke emotie, als toen ik haar voor het eerst als Tyltyl zag. Nieuwe gezichtspunten kreeg ik voor mij van de voorstelling van Zaterdag niet. Ook nu werd ik weer getroffen door dat stemmingsvolle tafereel van het land der herinnering, waarin La Chapelle den grootvader zoo vergeestelijkt speelt en door de kerkhofscène, waarin Elsa het mooiste van den heelen avond gaf. En sterker nog dan den eersten keer miste ik in het tooneel in het woud het be klemmende, het angstaanjagende en be nauwende der dreiging van al die vijan den van het weerlooze kinderpaar! Maar prachtig was ook nu weer de men zou kunnen zeggen „knoestige" dictie van van Dalsum als de oude eik! Ik hoorde de opmerking maken dat de sonore stem van Louise Kooiman eigen lijk te donker was voor het „licht". Ook ik zou haar liever als de „kóningin van den nacht' hebben gezien en ge hoord. Het timbre van Sara Heyblom's stem paste beter voor het licht. Waar mee ik allerminst wil zeggen dat Sara Heyblom niet voldeed als koningin van den nacht.' Het Water. Ook hier te Haarlem had de opvoering van ,De Blauwe Vogel van het Geluk" een overweldigend succes. De luide toe juichingen aan het slot golden evenzeer Elsa Mauhs als Eduard Verkade, den regisseur, die jammer genoeg on zichtbaar bleef. Met St. Joanne mag men De Blauwe Vogel tot het beste rekenen wat Verkade ons in deze vier jaar als regisseur heeft gebracht. J. B. SOHUIL. LEZING Voor het Comité voor winterlczin» gen ter verbreiding cn verdieping van de gereformeerde levenss en wereldbeschouwing zal a.s. Donders dag ds. E. L. Smclink. predikant te Tienhoven in het kerkgebouw in de Zuiderstraat een lezing houden over „Wcreldgclijkvormigheid". KINDERVOEDING De Verccniging „Kindervoeding" begon deze weck weer haar winter» taak en reikte aan warm voedsel uit: Maandag 173. Dinsdag 201, Woensdag 211. Donderdag 2C6, Vrijdag 209 cn Zaterdag 195 porties. GROOTE BRAND TE EINDHOVEN. VEEL VEE OMGEKOMEN. Het persbureau Vaz Dias meldt ons uit Eindhoven: In den nacht van Zaterdag op Zondag is door tot nu toe onbekende oorzaak brand ontstaan in de kapitale boerderij van den landbouwer A. van dei- Velden, gelegen nabij het z.g. Slot te Aalst bij Eindhoven. De boerderij, alsmede de in boedel werd totaal in ascth gelegd. Niet minder dan negen koeien, drie paaiden een hond en eenig kleinvee werden een prooi der vlammen. De assurantie dekt de schade. De bewoners ontdekten den brand zoo laat, dat zij rich zelf ter nairwernood hebben kunnen redden. AUTO IN SLOOT GEREDEN INZITTENDEN MET MOEITE GERED. Op den Kanaalweg te Zwammerdam reed. zoo wordt aan De Courant ge meld. de auto van den heer B. bij het uitwijken tegen een kilometerpaal en kwam onderstboven in de sloot terecht. De twee inzittenden werden met moeite gered. Zy hadden verschillende diepe snywonden opgeloopen. ONDER KERMISGANGERS ZEVEN MESSTEKEN TOEGEBRACHT. De correspondent van De Courant te Maastricht meldt: Op de kermis te Meerssen ontstond heden tusschen eenige kermisgangers twist, welke zoo hoog liep, dat den 22- jarigen H. U. een zevental messteken in de borst werd toegebracht. In levensgevaarlijken toestand is de man door den Geneeskundigen Dienst van Maastricht opgehaald en in het zie kenhuis aldaar opgenomen. AANKLACHT TEGEN EEN DOKTER Op last van den officier van justitie te Leiden is. zoo meldt ue N.R.Crt., het lijk van de onlangs te Leiden overleden mevrouw B. opgegraven en gerechtelijk geschouwd. Dit is geschied wegens het vermoeden dat dokter N., die mevrouw B. bij haar bevalling heeft béhandeld, piet die zorgen aan haar gewijd heeft, welke van een geneesheer venvacht mogen worden. Er is een aanklacht te gen den dokter ingediend. FEUILLETON Het Huis met den Pij! Naar het Engelsch van A E. W. MASON. 55) „Laten we nu eens kijken", zei Hanand Hij nam de schacht van den pijl uit een enveloppe en de punt uit zijn zak, en paste ze aan elkaar. De punt zs; er een beetje los m omdat de opening, waarin het ding paste, verwyd was om er een pen in te kunnen steken. Hij legde den pijl op tafel en sloeg zijn groene map open. Een kleine vierkante enveloppe, zooals apothekers gebruiker., trok Jim's aandacht. Hij greep er naar. Eerst scheen het alsof er niets in zat maar toen hij de enveloppe schudde viel er een vierkant, hard, wit tabletje uit en rolde over de tafeL Het was stoffig en er zat een groene vlek op en toen Jrm het omdraaide zag hij dat er een barst in zat, alsof er iets scherps te genaan gekomen was. „Wat ter wereld heeft cat nu met deze geschiedenis te maken?" vroeg hij. Hanar-d keek op. H:j stak onmidctel- lijk zijn hand uit om Jim het tabletje af te nemen en trók toen zijn hand weer terug. .Misschien heel veel. Misschien niets", zei hij ernstig. „Maar dat tabteije is heel interessant. Morgen zal ik er wel meer van weten". Jim kon zich absoluut niet herinne ren wanneer dat tabletje ergens bij te pas was gekomen. In Jean dadels huis was het zeker niet gevonden want het lag hier al veilig en wel in de brand kast. Jiim had het vierkante envelopje al gezien toen Hanand alles uit de safe haalde. Het tablc-tje zag er uit of het op straat was opgeraapt, net als het be roemde lucifersdoosje van monsieur Bex, Of ja er zat een groene veeg op misschien van het gras. Jim ging opeens recht overeind zitten. Ze hadden 's mor gens allemaal met elkaar in dsn tuin gezeten Hanand, hij zelf, Betty en Ann Upcott. Maar verder kon hij niet komen. Hij ken zich niets herinneren en nergens uit afleiden dot dit tabletje iets te ma ken had met hun gesprek in den tuin. Hij begreep wel dat Hanand het heel belangrijk vond. Want terwijl hij er mee in zijn hand zat en het bekeek, hield Hanand hem voortdurend in het cog. Nauwkeurig volgde hij iedere beweging van Jim's vinger en duim en toen Jim het eindelijk weer in de enveloppe deed slaakte de detective een zueh: van ver lichting. J:m Frobi-her lachte goedig. Hij begon Hanand te kennen. Hij deed geen tever- geefsche vragen meer, waarop hij toch alleen: „Aha" en „oho" ten antwoord kreeg. Hij boeg zich over de tafel heen cn nam zijn c'gen aantekeningen cp, die Hanand net uit de map had geno men en ter rijde had gelegd. Hij legde het papier voor zich op tafel en schreef twee nieuwe vragen bij de anderen, die er al op stonden. Hij schreef. 5o). V/at is er precies uit Parijs naar het bureau van politie getelephoneerd en door Hanand weggestopt in een en veloppe waarop staat: Adres? 6c j. Wanneer en waar en waarom is dat witte tabletje opgeraapt en wat be- teekent het in vredesnaam? Met een lach gaf Frobisher de aantee- keningen weer aan Hanand terug. De detective las ze ernstig en langzaam door. „Ik had gehoopt vanavond al uw vragen te kunnen beantwoorden", ze; hij ontmoedigd. „Maar u ziet het zelf! Al les loopt ons tegen en wij moeten wach ten". Hij legde de aanteekeningen weer in de map toen e: een verbaasde uitdruk king op Jim Frob:Cher's gezicht kwam. Hij wees op de papieren. „Dat telegram!" Er was een telegram vastgespeld aan de drie anonieme brieven dis Kanand in zijn map had de twee die Hanand al in Parijs aan Frcbteher had laten zien en de derde, dte Betty Har!owe hem dier.zclfcen middag gegeven had. En het telegram was aan e-lkaar geplakt met twee postzegel-papiertjes. Dat is ons telegram. Het telegram dat door juffrouw Har! owe aan onze rirma werd gestuurd op Maante.g ja, wa rempel. pas verleden Maandag. Jim stond er zelf verbaasd van. Er was in die dagen zooveel gebeurd dat hij ternauwernood besefte dat het nu pas Vrijdagavond was-, en dat hij den vori- gen Woensdag Betty Harlowe nog nooit gezien oE gesproken had. „Het telegram dat ons in Londen er van in kennis stelde dat u de zaak in handen had". Hanand knikte toestemmend. „Ja. U hebt heeft het my zelf gege ven". ..En u verscheurde het". „Ja. Maar later heb ik het uit ae prullemand opgezocht en weer aan el kaar geplakt,", vertelde Hanand. Ik was van plan om de politie een standje te geven, dat ze het geheim verraden had. Ik ben nu heel blij dat ik het tele gram heb meegenomen. U zelf zult den volgenden morgen, zelfs voor ik in mairon Grenelle kwam, wel begrepen hebben van hoeveel gewicht dit was, toen u mademoiselle vertelde dat u het my had laten zien". Jim dacht n?» Zcoals ht iemand van zijn beroep past. was hij met zulke dingen erg precies. „Pas teen u kwam hoorde ik dat juf frouw Harlowe het uit een anoniemen brief vernomen had", zei hij. „Nu, dat doet er ock niet toe", viel Hanand hem in de rede. „Wat ik eigen lijk bedoel is dat, als de zaak is afge ioopen en ik tijd h:'o cm meer aandacht aan die brieven tc bes'.eten, het tele gram van groote waarde kan blijken te zijn". „Ja. ik begrijp u wel", zei Jrm „ik begrijp het", herhaalde hij en hij schoof onrustig op zün stoel heel en weer; en deed zijn mond open en weer dicht, en bleef tenslotte zwijgen, terwijl Hanand zijn heele verzameling doorkeek en er niets nieuws toy kon ontdekken. „Ik schiet er niets mee op", riep hij heftig en toen nam Jim Fröbisher een besluit. .Monsieur Hanancl, u vertelt mij wel niet wat u denkt", zei hij eenigszins plechtig „maar ik zal u beter behan delen; behalve deze misdaad, in Maison Grenelle moet u het geheim van de anonieme brieven nog oplossen. En mis schien kan ik u hier mee helpen. Er is weer een gekomen". „Wanneer?" „Vrrdiavond, terwijl wij zaten te eten". „Voor wie?" „Ann Upcott". i i „Wat!" Met een schreeuw sprong Hanand overeind; zijn gezicht zag even wit als de rr.uren van de kamer en hij keek Frcbishor angstig aan. Hij zag er uit of hij nog nooit zulk onverwacht nieuws had gehoerd. „Weet u het zeker?" vroeg hij. „Heel zeker. De brief kwam met d'2 avondpost, met nog eena paar andere brieven. Gaston bracht ze in de eetka mer, Er was er een vcor mij van mijn firma in Londen, een paar voor Betty en deze voor Ann Upcott. Ze fror.sde even haar wenkbrauwen toen ze hem open maakte, alsof ze niet wist waar hij vandaan kwam. Ik zag den brief tosn ze hem open vouwde. Hij was cp hetzelfde papier op dezelfde ma nier getypt en er stond geen adres bo ven. Ze hield even haar adem in toen ze er naar keek en toen las ze den brief v/ser over. En daarna vouwde ze hem glimlachend op en legde hem neer. „Glimlachend?" drong Hanand aan. „Ja. Ze was in haar schik. Er kwam weer kleur op haar wangen; de verdrie tige uitdrukking verdween van haar ge zicht". „Heeft ze u dien brief niet laten zien?" „Neen". „Ook niet aan mademoiselle Har lowe?" „Neen". „Maar ze was in haar schik, hè?" Het scheen dat Hanand dit nog het vreemd ste van alles vond. „Heeft ze nog iets gezegd?" „Ja", antwoordde Jim. Ze zei: .HU heeft altijd gelijk gehad, is 't niet?" ..Zei ze dat? Hij heeft altijd gelU'k ge had. is 't niet?" Hanand ging wzer zit ten. hU was als versteend. Na een poosje keek hij op. „Wat is er toen gebeurd?" vroeg hy'. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 6