VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN GEMEENTERAAD. HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 17 NOV. 1927 Wijziging Reglement van Orde. Kindervoeding. De speelplaats voor het Paviljoen blijft er. Ver koop „Spaar en Hout". Beginselbesluit aangenomen. Vaststelling voorwaarden. Werkverruiming. PUNT 1. Mededeelingen en Ingekomen stuk ken. Ingekomen zijn: een verzoekschrift van Th. van der Sloot., om eervol ontslag met ingang v?.n 1 Februari 192S als onderwijzer aan school 13: een brief van dyfn Armenraad, waarin hö steunt de pc>^ingen om te komen tot benoeming vaQ een vrouwelijk Inspecteur van Politie, GestekJ, wordt in handen van B. en W. om praeadvies een verzoekschrift van het Best-uur der Haarlemsche Or kest Vereeniging om verschillende maat regelen te treffen, waardoor de zomer- con'.ei-ten in den Hout beter tot hun recht komen. Besloten wordt om naar aanleiding van een verzoek van den Pensioenraad te 's-Gravenhage ten behoeve van C. P G. G. Balfour van Burleigh, die van 1 September 1921 tot en met 15 Cttober 1921 zonder schriftelijke aan stelling werkzaam is geweest als tijdelUk leeraar in de plant- en dierkunde aan da 2e K.B.S. me: 5-jaxigen cursus alhier een verklaring als bedoeld bij art 133. 3e lui der Pensioenwet 1922, S no. 24 zooals dat artikel luidde vóór de wijzi ging by de wet van 2S Mei 1925. S no. 2! 5. af te geven. Bij de voortgezette discussie over de behandeling der gemeentebegrooting In de afdeelingen wan den Raad zegt de heer Van L i e m t dat hy den termijn voor het bijeenroepen van den Raad in de afdeelingen te kort vindt Het is ge- wensckter den raad daartoe bijeen tc roepen op heden over drie weken. Dan kin de begroocing ook eerst in de ver schillende fracties van den Raad wor den bespreken. De heeren Doosjes en Wolzak sluiten zich bij der. wensch van den hoar Van Liem: om de afdeelingen eerst heden over drie weken bijeen te roepen ter onderzoek van de begrooting aan. De voorzitter zegt ten slotte aan dien wensch te zullen voldoen. Hamerponten. Achtereenvolgens worden aangenomen de voordellen van B. en W. tot verlee- nen yan medewerking tot inrichting var ee;* lokaal der R K. School aan di Ged Oude Gracht voor parallel 6e klas se; tot regeling van de toekenning van bydragen in schoolgeld van leerlingen van enkele ondervysinrichiingen; toekenning van een voorschot op de vergoeding volgens art. 101 der L.C. v.et aan de bijzondere RK. School aan de Timorstraat (tijdelijk Middenweg no. 41a) over het tijdvak van 1 September to: en met 31 December 1927, tot ver koop van gror.d en een muur aan de Brouwersvaart, inzake overdracht van voor straat bestemden grond aan de Poortstraat en aan de Semarangstre. ;t de voorstellen ter zr.ke van de schade vergoedingen ingevolge de Annexatie wet aan de gemeenten Haarlemmerl'.e- de ca.. Heemstede en Bloemend aal. Wijziging Reglement V3n Or2: Raad. PUNT 3. Voorstel van B. en W. gedaan naar aanleiding van een voorstel van den heer Gerritsz tot- wijziging van het Reglement van Orde voor de vergade ringen van den gemeenteraad (vergade ren als regel ééns om de 14 dagen). De heer Boes kan medegaan met het voorstel. Maar spr. drukt den wensch uit. dat het voortaan niet meer zal gebeuren, dat een raadsvergadering niet kan doorgaan omdat de zaal aan een vereeniging of een comité in gebruik is gegeven. De heer Peper herinnert aan het interview dat Haarlem's Dagblad met den heer Gerritsz had De heer Gerritsz zeide, dat hy met het voorstel van B. er. V. zich kon vereenigen. Verder dat hy had gewenschi dat ook iets was voorge steld ten aanzien van minder gewensc'n- t.? elementen in den Raad. Wat bedoelt c 5 heer Gerritsz daar mede? vraagt spr. Hst kan zyn dat het aan mijn kwaad geweten ligt zegt spr. (hilariteit)maar ik gevoel mij niet veilig. Wat is een ongewenscht element? AI de leden van den Raad zijn door de demos aangewe zen, Een ieder is hier dus gewerscht voor honderd procent. Wat verstaat de heer Gerritsz onder het nemen van maatregelen tegen ongewenschte ele menten'' Hot zou wel eigenaardig zijn indien een kertwieking van de uiroefe- ning van het algemeen kiesrecht juist van iemand als den heer Gerritsz zou uitgaan. De beer Gerritsz antwoordt dat hij geen interview in dan eigenlijken zin van het woord met Haarlem's Dag blad had gehad. Het onderhoud duurde slechts een paar minuten. Spr kan niet aannemen dat hij var. minder gewensch- te elementen in den Raad zou hebben gespreken. Indien hij dat mocht gezegd hebben aan biedt hy den Raad zijn vc-ror.L'huldiging aan. Hij had r.let dc bedoeling dat te zeggen. Zijn bedoeling v CS te zeggen dat men in den raad voor cf tegen moet stemmen en dat het zich vin stemming onthouden behoudens de gevallen geroemd in de wei in strijd is met ce wet. Volgens sommigen is hst Reglement van Orde voer den Raad in dezen niet duidelijk. Spr. had willen zeg gen dat men nu wel eens had kunnen nagaan of het Reglement van Orde ten deze soms moet worden herzien. Die genen die hier in den Raad ritten moe ten de meeningen van hen die hen af- vzard "den doen uitkomen door te stem men met voor of tegen. Ze mogen zich niet ven stemming onthouden behou- d-n: da gevallen genoemd in de wet. D3 Voorzitter antwoordt den heer B- - dat in "net geval waarop deze doel de da raad maal al a 0 een commissie was g-.mvrn voordat er sprak? was vsn bet boaden var. eer. XBadBBttt&glg 8pt zal met de opmerking van den heer Boes rekening houden Het voorstel wordt aangenomen Kindervoeding PUNT 4. Voorstel van B. en W. tot goedkeu ring van de rekening en verantwoor ding over 1926 1927 der vereeniglm Kindervoeding". De heer Van Liemt brengt hulde en waardeering aan de dames van Kin dervoeding die zich ge n aan dit moo; en grootech werk en die dat doen op zulk een liefderyke manier, f wenscht te vernemen hoe het nu zal gaan met de voedingverstrekking aan kinderen uit het voormalige Schoten. Moet de voeding steeds van het cen trum uit geschieden? Het gaan met de tram naar Haarlem kan voor zeer jonge kinderen verkeerd zyn. Kan het eten niet worden vervoerd naar een lokaal izi het Schoterkwartier om dan daar te worden verdeeld? Mej. Van Vliet kan niet medegaan met de hulde door den heer Van Liemt aan de dames van Kindervoeding ge bracht Reeds meer is in den Raad b? pleit de vo: iing langer te doen plaats hebben. Doch daar is nimmer iets van gekomen. Deze gelegenheid hebben de dames niet aangegrepen. In de Kersfcva- cantie als de kinderen het toch ook noo. dig hebben wordt de kindervoeding stop gezet. Het toezicht van de dames laat te wenschen over Het ls gebeurd dat een agent van politie noodig was voor het toezicht Dat vindt spr. verkeerd Hadden de dames meer personen noo dig gehad dan hadden zy daarvoor een oproeping kunnen doen en verscheide- nen hadden zich daarvoor aangemeld Spr. vindt in een eh ander aanleiding in ze dier.en een motie waarin de Raad !e. B. en W. uitnoodigt aan Kindervoe ding op te dragen warm voedsel te ver strekken van 1 October tot ai met 30 April. 2e uitspreekt dat hst verstrekken van warm voedsel ook gedurer.de de va- canties moet geschieden. 3e- «n tiit te spreken dat de verstrekking van voed sel moet geschieden op verschillende punten waarvoor de gemeente lokalitei ten moet beschikbaar stellen en voorts besluit de vereeniging Kindervoeding uit te nood:gen die maatregelen te ne men dat politietoezicht niet meer noo dig is. De heer Peper zegt dat als de dames. van Kindervoeding het zco goed meenen met de kinderen ze meer gelden hadden kunnen gebruiken dan is geschied. Bij de critieb ren mei. van Vliet sluit spr. zich aan. Spr is van oordeel dat kindervoeding een deel van het onderwys utmaakt. De kindervoe ding moet niet aHeen des winters, maar ook des zomers geschieden. De heer Kees en zegt dat als mej. Van Vliet en de heer Peper meenen dat ze de belangen van het kind behartigen mee hun betoogen, zij het mis hebben. De dames van Kindervoeding doen een chariöef werk. Maar als er nu zoo over hun werk wordt gesproken, dan zou ne wel eens kunnen gebeuren da: ze nic-t meer hun liefde op die manier aan de kinderen zouden gaan geven. Heef: men aanmerkingen, laat men dan eens gaan praten met de leden van het Be stuur van Kindervoeding. Maar te gaan spreken als nu is geschied, is niet de manier. Deze dames stellen zich be langeloos in dienst van de Charitas. Van de andere zyde doet men op dat ter rein niets, zegt spr.. althans my is dat niet bekend, De heer Översteegen zegt dat in de maatschappij veel meer is te doen dan alleen dit werk. Van al hetgeen moet worden verricht is dit werk slechts n heel klein ding. Mej. Berdenis van Berlekom betoogt dat het gewenscht is op een aan tal plaatsen in de stad gelegenheid te geven tot het verstrekken van voedsel. De afstand naax het eene centrale punt is te groot. De heer B r u c h sluit zich aan bij de woorden van hulde gebracht aan de dames van Kindervoeding voor het werk dat door hen op onbekrompen wyze wordt verricht en de zorg van hem voor het zwakke kind. Er moet worden ge waardeerd zegt spr. al wat uit de vrije maatschappij zelf als weldadigheid op komt. Niet die weldadigheid die via het belastingbiljet komt. moet als de hoog ste weldadgheid worden geschat. Spr deelt verder mede dat met het bestuur van Kindervoeding over een ge legenheid in het voormalige Schoten om daar voedsel uit te reiken, is gesproken. Eerst was gedacht aan het voormalige gemeentehuis. Maar later werd dat min der geschiktgeacht. Daarna werd ge dacht aan het voormalige dienstgebouw van openbare werken. Toen kwam de heer Keerkens Thijssan met het denk beeld het voormalige Bureau van het Burgerlijk Armbestuur van Schoten als lokaliteit aan te wyzen. B en W. zijn doende met Kindervoe ding de zaak te regelen. Getracht zal worden dat voor 1 December een gebouw het voormalige Schoten voor kinder voeding wordt aangewezen. Van het Zuid-Oosten der stad kwamen nimmer klachten over verren afstand naar het lokaal in het centrum der stad. Indien ?r klachten komen, zullen B. en V/ overwegen ook een lokaliteit in het Leidsche kwartier aan te wijzen. Wat voorts aangaat de motie van mej Van Vliet, ze is er niet in geslaagd een gelukkig advies te geven. Ze spreekt van het geven van een „opdracht" aan Kin dervoeding. Maar het geven van eer. opdracht gaat niet. Dat is een figuur in strijd met de rechtsverhouding die er nu is. De Kindervoeding geschiedt van 1 November tot en met Paschen. Indien dat noodig is, geschiedt het nog later. Jaar dat- hangt van de omstandigheden af, van de heerschende werkloosheid en van andere omstandigheden. Mej. van Vliet sprak van uitreiken van voedsel ook gedurende de vac an tic-. :pr. wenscht er echter aan te herinne- c-n dat kindervoeding nis: de leerplicht wet samenhangt. Evenwei is spr. bereid dit punt neg eens te bespreken in het college van B. en W. en met het Bestuur van Kindervoeding. Spr. is van meening dat indien kindervoeding ook in de va- cantie moet geschieden dit van het Bur- gerlyk Armbestuur dient uit te gaan Wat aangaat het laatste punt van de motie van mej. Van Vliet is spr. van meening dat in dezen niets moet worden gedaan via een raadsbesluit. De heer Gerritsz betoogt uitvoe rig naar aanleiding van de slot-opmer- king van den heer Kcesen dat de mo derne vakbeweging en de S.D.A.P. ook wel degelyk iets doen op charitief ge bied. De heeren van de andere zyde. al dus spr., moeten zich niet gaan tooien met het monopolie alsof zy alleen iets op charitief gebied doen. De heer Van Liemt verklas..t zich voldaan met hetgeen de wethouder zei- de naar aanleiding van zyn vraag. Voor het inrichten van een lokaliteit is het echter niet noodig weder geld te beste' den. Gebruikt kunnen worden gemeen telijke stemtafels en de stoelen die in gebruik zyn by concerten in Den Hout. De heer R e i n a 1 d a wenscht een paar opmerkingen te maken over de principieele zijde van de zaak. Spr. me moreert dat sinds 1894 heel wat gespro ken is ter zake van het onderwerp kin dervoeding. Volgens hem deed indertUd dr. Schaepman ter zake een heel ander geluld hooren dan nu de R.K doen. Zy nemen nu schijnbaar een ander stand punt in dan indertijd Dr. Schaepman deed. Wat aangaat de anti-rev., die zyn consequent die waren steeds tegen een Overheidsbemoeiing op dit gebied. Komende op de motie van mej. Van Vliet zegt spr. dat de vacantie uit de kindervoeding moet worden gelaten. Het ls schoolvoeding en deze behoort by het onderwys en niet by weldadigheid. Het ls een element van het onderwys en schoolvoeding behoort dus figuurlyk en eigenlijk ook letterlijk in de school thuis Wil men kindervoeding gedurende de vacantie dan moeten maatregelen op ander terrein worden genomen- Het is een taak van Overheidsbe moeiing, besluit spr te zorgen dat die kinderen die by het onderwijs zyn be trokken op beiioorlyke manier worden gevoed en gekleed, De heer Peper betoogt dat van de arbeiders veel solidariteit uitgaat. Zeker niet minder van de arbeidende klasse dan van eenige andere klasse. De arbei ders geven veel meer aan de maatschap pij dan zy van haar ontvangen. Ter za ke ran het onderwys en andere punten ontvangt de burgerlijke klasse feifcelyk bedeeling. Mei. Van Vliet zegt dat zy haar aanval op de dames van Kindervoeding niet had gedaan, als die dames haar taak naar bshooren hadden opgevat. Haar motie wenscht spr. te handhaven. Maar in stede van Kindervoeding „op te dragen" wenscht ze te lezen „uit te noodigen". De heer B r u c h betoogt tegenover den heer Gerritsz dat barmhartigheid iets anders is dan een sociale zorg van gemeensc-hapsweze. Chariteit is riemen van eigen leer en niet van eens andei's leer snijden. Van particuliere zijde wordt op dat gebied neg al een en an der gedaan Daar moet men eerbied voor hebben. Indien de maatschappy tekort schiet, dan kan de Overheid de helpen de hand bieden, aooals Mr. Anema dat uiteenzet in zyn Grondslagen der so ciologie". Aan den heer Van de Kamp antwoordt spr. nog naar aanleiding van een door dezen gestelde vraag dat ter zake van voedselverstrekking tydens de vacantie ook het advies van het Burgeriyk Arm bestuur zal worden ingewonnen Daarna komen de verschillende deelen van de motie van mej. Van Vliet in stemming. Het eerste deel (uitnoodi- ging aan Kindervoeding verstrekking van voedsel van l October tot en met 30 April) wordt verworpen met 21 stem men tegen en 7 stemmen voor. Het tweede deel (voedselverstrekking ook gedurende de vacantie) wordt aan genomen met 22 stemmen voor en 15 tegen. Het derde deel (beschikbaarstelling van lokaliteiten op verschillende punten der gemeente) wordt ingetrokken. Het vierde deel (uitnoodiging aan Kindervoeding nemen van maatregelen dat politietoezicht niet meer noodig is) wordt verworpen met 24 stemman tegen en 13 voor. Volgens het voorstel van B, en V7., wordt de rekening van Kindervoeding goedgekeurd. Aangenomen wordt het voorstel van B. en W. tot overplaatsing van mej. Charbon als onderwijze -e* van school no. 29 naar school no. By het voorstel van L. en W. tot in stelling van een cursus vervolgonderwijs voor leerlingen in het voormalige Spaarndam zegt de heer Bruch naar aanleiding van een vraag van mevrouw MaarschallKoinin dat tot heden zich voor den cursus alleen jongens aanmeld den en dat indien zich meisjes aanmeld den dan mede een voorstel zal worden gedaan om voor hen iets te doen. waar na het voorstel van B. en W. wordt aan genomen. PUNT 9a. Voorstel van B. en W. tot afwUklng van het verzoek om medewerking inge volge art. 72 der L. O. Wet ten bate van de bijzondere school aan de Ripper- dastraat no. 13 a. De heer Boes gaat met de meerder heid van B. en W. mede. De heer Loosjes merkt op dat in de practijk is gebleken dat centrale ver warming door stoom of warm water voor een school minder geschikt is en dat een school meer met een kachel is gebaat. Het gebruiken van een kachel is niet oneconomisch. De conclusie van spr. is dat voor een school centrale ver warming te duur en onpractisch is. De heer Bruch verdedigt het ge voelen van de minderheid van B. en W. die var. oordeel is dat hier sprake is van een verandering van inrichting in den zin van art. 72 der L. O. Wet. De heer Reinalda verdedigt het gevoelen van de meerderheid van B en W. die de meening is toegedaan dat op het verzoek afwyzend moet worden be schikt. Mej. Berdenis van Berlekom dient een voorEtel in om te besluiten aan het verzoek van het schoolbestuur te voldoen. Het voorstel van mej. Berdenis van Berlekom wordt aangenomen met 24 stemmen voor en 12 tegen. PUNT 10. Voorstel van B. en W. ir.zake de ver vallenverklaring van het recht van erf pacht van het perceel Kleverparkweg co. 208, Naar aanleiding van een opmerking van den heer Oversteegen antwoordt de heer Reinalda dat mej. M. C. Dek ker niet alleen de erfpachtssom niet be taalde maar dat ze ook nimmer iets van zich liet hooren, waarna het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. PUNT 12. Voorstel van B. en W. tot uitgifte van grond in erfpacht aan de Dubbele Buurt aan J. Michel en om te besluiten een adres van de Bouwvereeniging „Onze Woning" om het daarheen te leiden dat de opslagplaatsen in het nieuwe Slacht huiskwartier verdwijnen in hunne han den te stellen ter afdoening. De heer Peper is voor inwilliging van het verzoek gedaan in het adres van de bouwvereeniging. Spr. kan er niet medegaan dat het verzoek zou moe ben worden afgewezen alleen om der- wille van de lieve duiten. Spr. dient het volgende voorstel in: De Raad der gemeente Haarlem: gelezen een adres van de bouwvereni ging „Onze Woning" noodlgt B. en W uife voorstellen te ontwerpen die aan het in bovengenoemd adres gedane ver zoek gevolg geven. De heer Kees en memoreert dat B en W. in hun praeadvies zeggen dat een der opslagplaatsen door een schutting aan 't oog zal worden onttrokken en ver zoekt om het terrein aan den Vyfhuizer weg ook een schutting te plaatsen. De heer Koppen gaat met den heer Peper in diens betoog mede. Spr. oor deelt dat B. en W. meer aandacht moe ten wijden aan de toegangswegen naar dit kwartier. De heer Reinalda merkt op, dat van de drie toegangswegen naar dit kwartier er in de laatste jaren reeds twee zyn verbeterd geworden. Spr. zegt verder dat hetgeen in het adres der bouwvereeniging wordt gevraagd de volle aandacht van B. en W. heeft. Te gen de motie van den heer Peper is echter een formeel bezwaar daar de ge meente over een der opslagplaatsen niet de zeggenschap heeft. B. en W. willen echter alle aandacht wijden aan de ver betering van de Dubbele Buurt, Spreker hoopt dat de heer Peper zyn motie zal intrekken. De heer Peper trekt zyn motie in al is dat dan moeilijk voor hem, daar ze kans had te worden aangenoinn. Aangehouden wordt het voorstel van B. en W. tot aankoop van grond in het voormalige Schoten van de N. V. Aannemingsmaatschappij v.h. J. Roze- straten. PUNT 15. Voorstel van B. en W. tot verleening van een crediet voor het ver wijderen van zwam onder de vloeren van de Raadzaal enz. De heer Wolzak vraagt of het de gewoonte is voor dergeiyke kleine be dragen bij den Raad om een crediet te komen. De heer Reinalda antwoordt dat B. en W. slechts kunnen beschikken over de gelden die him by de begroo ting zijn toegestaan of by raadsbesluit. Daar voor dit werk geen geld te hunner beschikking was, moesten zy dus wel by den Raad met een voorstel om een cre diet komen. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen. PUNT 16. Speelplaats voor het Paviljoen- Voorstel van B. en W. om het ver zoek van A. Bierens de Haan e.a. tot opheffing van de speelplaats voor het Paviljoen Welgelegen van de hand te wyzen. De heer Visser erkent de bezwaren die adressanten aanvoerden. Kunnen B. en W. niet de mogeiykheid nagaan de speelplaats ergens anders te vestigen byv. aan het einde van den Kleinen Houtweg? De heer Groenendaal wil wel naast deze een andere speelplaats maar niet een er in de plaats van. Hy wil deze behouden De heer D 3 Breuk zegt dat toen hij een jongen was men bijna op iedere plaats In Den Hout kon spelen. Nu gaat dat niet meer. Spr. zou het jammer vin den indien nu ook deze speelplaats, een der weinige plaatsen in Den Hout waar de kinderen kunnen spelen zou moeier. verdwijnen. Wat meer toezicht zou aar. het bezwaar van adressanten kunnen tegemoet komen. De heer Heerkens Thyssen oordeelt dat de klacht van de omwonen den niet geheel uit de lucht is gegre pen. Indien echter aan het hoofd der politie ter plaatse wat meer politietoe zicht wordt gevraagd dan is daarmede alles in orde. De Voorzitter zegt dat de klacht niet ongegrond is die in het adres tot uiting komt. Vooral de jonge vrouwen die met hun kinderen medegaan, merkt spr. op, vormen de attractie ter plaatse. Spr. is bereid te maken dat er meer politietoezicht komt. Het voorstel van B. en W wordt z.hst. aangenomen. PUNT 17. Verkoop Spaar en Hout. Voorstel van B. en W. inzake verkoop van de voormalige buitenplaats „Spaar en Hout". De heer Loerakker kan in het al gemeen met de voordracht van B. en W. medegaan. Echter verlangt spr. nog enkele inlichtingen. Onder meer verlangt spr. nog enkele inlichtingen ter zake van den prys te betalen door de ge meente bij terugkoop door de gemeente. Hoe staat het er mede Indien de grond eens in waarde mocht zijn verminderd De heer Bijvoet bespreekt de voor waarden genoemd door B. en W. in hun voorstel. Onder de voorwaarden is deze dat de buitenplaats worde bestemd vcor een Tehuis van ouden van dagen uit den gegoeden stand. - Bedoeling is zeker blijvend worde be stemd. Echter d.e herren D:enik c a kunnen de buitenplaats aan een ander gaan verkoopen en dan. volgens een ar rest van den Hcogen Raad. zijn dis anderen niet aan c'.e verplichtingen ver bonden. Mede namens den heer Wolzak dient spr. een amendement in om in de ge noemde voorwaarden te lezen „biy- vend". Voorts dient spr. een amendement in om onder de voorwaarde als 6 op, te nemen een bepaling dat indien er sprake is van een verkoop de terreinen het eerst aan de gemeente te koop worden aangeboden tegen een prys die wordt bepaald op de wijze als in 5 is aange geven (nl. vast te stelen door taxatie). De heer Groenendaal zou wen schen dat B. en W. hun voorstel nu te rug namen naar aanleiding van de op merkingen nu gedaan om die nader te overwegen en om dan tevens te over wegen den grond in erfpacht te geven en het huis te verhuren. De gemeente kan dan eigenaresse van den grond en van het gebouw biyven. Spr. drukt den wensch uit dat B. en W. met een nader voorstel z~21en komen. De heer Pepei heeft er bezwaar te gen de buitenplaats te verkoopen om aan ryke oude heeren een aangenamen ouden dag te geven. Deze ouden van da gen van den gegoeden stand kunnen voor hun geld elders een goede verzor ging hebben. De heer Gerritsz gaat met den heer Bijvoet mede dat het wenschelyk is aan de buitenplaats een meer biy- vend karakter te geven. Echter is het de vraag of dat zal worden bereikt door het amendement van den heer Byvoet. Men zou ook kunnen besluiten er een servituut op te vestigen voor 50 Jaar. Spr. zou wenschen dat de zaak nog eens werd bezien. De heer Reinalda doet opmerken dat B. en W. meenden dat door het voorstel dat ze den Raad deden kan worden bereikt dat de buitenplaats zijn tegenwoordige® vorm behoudt. Inmid dels erkent spr. de belangrykheid van het argument door den heer Byvoet ge opperd. Echter wil men dien kant op gaan dan zal daaraan sanctie moeten worden gegeven door een strafbepaling. Aan den heer Loerakker antwoordt spr. dat naar zyn meening van een waardevermindering by deze gronden geen sprake zal zyn. Spr. zegt voorts dat het het beste is dat de ^aad zich nu met het voorstel van B. en W. tot ver koop aoccord verklaart. Ter zake van de voorwaarden zullen dan B. en W. nog nader met adressant onderhandelen en van de voorwaarden, indien ten aanzien er van tot overeenstemming is gekomen, zullen zy dan nader den raad mededee- ling doen. De heer Slingenberg meent dat de heer Byvoet met zijn amendement een weinig te ver gaat. Men kan niet verlangen dat de buitenplaats 50 jaar de bestemming van een tehuis voor ouden van dagen zal hebben. Echter om het karakter van buitenplaats te hand haven zou in punt 1 een servituut van niet bebouwing kunnen worden opge nomen. Spr. zal dat anders formuleeren. De heer Loerakker vraagt of het dan maar niet beter is de zaak aan te houden opdat B. en W. nader met Mr. Deen-ik kunr.en gaan onderhandelen. De heer B y v.o et zet nader uiteen waarom hy het amendement op art. 1 indiende. Men kan ook een kettingcon tract met een sanctie maken zooals de heer Reinalda betoogde. Volgens een uitspraak van den Hoogen Raad kan voorts een servituut worden gevestigd ten behoeve van een openbaren weg. Het laatste zal misschien de beste oplossing zyn. Spr. zou wenschen dat over de verschillende mogelijkheden nog eens met adressant werd onderhandeld. De raad zou dan nu in beginsel kun nen besluiten Spaar en Hout te gaan verkoopen, echter onder nader den Raad over te leggen voorwaarden. De heer Groenendaal bepleit andermaal de zaak aan te houden. De heer Gerritsz zou er tegen zyn nu reeds een principieele uitspraak te doen. De soc.-dem. zouden dan tegen moeten stemmen. De soc.-dem. kunr.en zijn voor den verkoop van de buiten plaats vcor een bestemming van min of meer algemeen nut voor private en voor geen speculatieve doeleinden, maar dan hangt het van de voorwaarden af of ze met een verkoop kunnen mede gaan. De heer Slingenberg vat het nemen van een principieele beslissing zoo op. dat de raad zegt wy -willen gaan verkoopen, maar als de voorwaarden ons niet aanstaan, dan kunnen wy nog tegenstemmen. Spr. dient een amendement in om onder de voorwaarden in 1 op te nemen een bepaling van een servituut van niet bebouwing ten behoeve van aanhoorige terreinen met uitzondering van, onder goedkeuring van B. en W., van een by- bouwing. De heer Groenendaal dient een voorstel in om te besluiten het voorstel aan te houden tot de volgende vergade ring, met verzoek aan B. en W. de ge maakte opmerkingen te bezien en dan eventueel met nadere voorstellen by den raad te komen. Het voorstel van den heer Groenen daal wordt verworpen met 23 stemmen tegen en 14 voor. Gestemd wordt daarna over de alinea „Behoudens goedkeuring van Ged. Sta ten B. en W. te machtigen aan mr. J. Deenik tegen een prys van 200 000 in koop af te staan de voormalige buiten plaats Spaar en Hout onder voorwaar de". Deze alinea van het ontwerpbesluit wordt aangenomen met 24 stemmen voor en 13 tegen. De eerste der voorwaarden wordt zoo gewijzigd dat daarin is neergelegd de blijvende bestemming als buitenplaats en verder de vestiging van het servituut zooals die nader door den heer Slingen berg is aangegeven. Op een vraag van den heer Loerakker antwoordt de heer Slingenberg dat hij gemachtigd is mede te deelen dat adressant met die bepaling kan accoord gaan. Da Voorzitter zegt dat het de bedeeling is dat B. en W. een leiddraad hebben om te gaan onderhandelen. De heer Bruch verduidelijkt nog dat als de koorer aocoord gaat met de voorwaard:» d e de raad nu vaststelt B. en V.ï. n.r( i: .1 nader by den Raad behoeven te komen. De eerste voorwaarde wordt aldus v - 'tjcstsld. Dc tweede voorwaarde (bepaling wat dc kcoperCs) meer moeten betalen in dien Haarlem meer dan 200.000 aan Heemstede voor de buitenplaats moet betalen enz.) wordt z.h.s. aangenomen. De andere voorwaarden orden ook aangenomen. Nog wordt opgenomen een bepaling aangaande de verplichting wanneer er sprake is van een verkoop van de ter reinen, deze het eerst aan de gemeente Haarlem ten koop aan te bieden. Deze bepaling wordt aangevuld met een amercement van den heer Bruch dat de kooper ook verplicht is na aan vaarding door de gemeente Haarlem van de aanbieding de gronden te leveren „op boete van 50.000 onmiddellijk op te elschen, behoudens schadevergoeding indien daartoe termen zyn". Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna heit geheeJe voorstel, aooals dat is aangevuld, aangenomen. Werkverruiming. PUNT 18. Voorstellen van B. en W. tot verlee- ning van verschillende credieten voor uitvoering van werken ter bestrijding van werkloosheid. De heer De Breuk zegt dat bl] de stukken geen advies van de commissie van openbare werken is overgelegd. Het is echter goed dat die commissie ook van haar gevoelen blijk geeft. Voordat de debatten over dit punt worden voortgezet vraagt de Voorzit ter of de raad bereid is des avonds byeen te komen, daar nog een zitting met gesloten deuren moet worden ge houden ter bespreking van het uitbrei dingsplan. De Raad blijkt bezwaar te hebben tegen een avondzitthig. De Voorzit ter zegt daarna dat dan de zaak van de uitbreidingsplannen het eerste punt van de agenda van de volgends raads zitting zal zijn. De heer Översteegen zegt diait met de voorstellen die B. en W. nu doen, nog slechts weinige werkloozen aan werk zullen kunnen worden geholpen. Spr. dient een motie In waarbij B. en W. worden uitgenoodigd met grootere plannen by den naad te komen ter zake van werkverruiming. Deze mocie wordt niet genoeg onder steund en kan dus n. :t in behandeling komen. De heer Gerritsz merkt op c£t als men den eerster, zin van het voorstel leest luidende: „wy hebben onderzocht welke werken in den komenden winter kunnen worden uitgevoerd ter bestrijding van die werkloosheid in onze gemeente", men den indruk zou krijgen dat nog nimmer in den raad lets is gebeurd- ter zake van werkverruiming. Het is alsof thans voor het eerst er over wordt ge rept. Echter in Nov. 1922 zyn reeds be- sluiten genomen. Daarvan geschiedt nu geen mededeeling. Spr. herinnert er aan dat in Maart van dit jaar hij bij dien raad voorstel len heeft ingediend waarover echter nog geen praeadvies van B. en W is verschenen Daaruit blajkt dat B. on W. aan hot initiatief uit dön raad genomen weinig aandacht hebben geschonken. Er is reeds geklaagd dat geen advies is overgelegd van dé commissie van openbare werken. Spr. heeft nog een andere klacht en wel dat de commissie voor de werkloosheid over deze voorstel len van B. en W. niet is gehoord- Die commissie had in de gelegenheid moeten worden gesteld bij elkaar te komen. Doordat dat niet is geschied is ook de vakbeweging niet in de gelegenheid ge weest haar wenschen kenbaar te maken. Er is voldoende tijd geweest om die commissie te hooren. Nu zal wel worden gezegd dat men die commissie achter af zal gaan hooren Echter daar gaat dan weder tijd mede henen. Teleurgesteld over het beleid van B. en W. in dezen, is spr. De commissie had tydiig moeten worden gehoord. In andere gemeenten kan dat wel tUdig. Waarom is dat dan hier niet geschud? Jammer is dat niet met meer spoed is gehande!d.In andere gemeenten kunnen na-dat een besluit is genomen terzeke van werkverruiming de plannen spoedig tot uitvoering komen, maar hier zal dat nu niet kunnen. De heer Van Liemt zegt dat hij gewenscht acht uit het voorstel te lich ten punt 2 (de terreinen ten zuiden van die Jan Gyzenvaant). De commissie van openbare werken heeft geen ad vies gegeven maar om der wille van den speed zijn de voorstellen alléén rondge gaan bij de commissie om er kantteeke- nÊngen bij te maken. De commissie had er op aangeteekend het verzoek om met 2 nog te wachten. De heer K e e s e n is he* met den heer Gerritsz eens dat de werkloosheids- commissie had moeten worden gehoord. Volgens de voorstellen zullen slechte weinig werkloozen aan het werk kunnen warden gesteld. Kunnen niiet meer wer ken worden onderhanden genomen. Voorts vraagt spr. by te werkstelling de voorkeur te geven aan werkloozen die zich hadden verzekerd. De heer De Braai had meer ver wacht dan datgene waarmede B. en W. nu by den Raad komen. Hoe belangrijk het voorstel van B. en W. ook is, slechte een kleine categorie zal er mede gebaat zyn en een groot doel van de werk loozen zal niet aan werk kunnen worden geholpen. Volgens spr. hadden E. en W. met een breedsr program ter zake van een werkverruiming moeten ko men. De heer Peper is ook niet vol daan. Naar zijn meenimg had van B. en W. meer mogen worden verwacht. Spr. dient het volgende voorst?] in. De Raad der Gemeente Haarlem; van oordeel dat de omvang der werk loosheid in deze gemeente krachtiger maatregelen ter vermindering daarvan eisebt: verzoekt B. en W. naast de voorstellen in raadsstuk 400 (1927) opgenomen, ten spoedigste met voorstellen by den rand te komen, waarin belangrijk grootere plannen zijn verwerkt, don in bovenge noemd raadsstuk het geval is. De heer Mizerus zegt dot die wet houder nadtet in de commte '.e van oren- bare werken een lange ageneïa was afge werkt met deze voorstellen kwam. De commissie ging er mede accnrri dat de rcodige materizCen zoud.xi weren aarg?.ichaft. Maar ze ve-te rg :1e v -."te dat de stukken by haar va.-eten rond gestuurd. Spr. had daarna nog een ver gadering verwacht om ze te kunnen be handelen. Naar de meening van spr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 10