TWEEDE KAMER.
ITALIë, FRANKRIJK EN HET VERDRAG MET
YOEGO-SLAVIë.
BINNENLAND.
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 17 NOV, 1927
Wat Brland zeide over het verdrag.
VOOR DEN VREDE.
(Van onzen Parijscben correspondent).
ten van thans zal geven, zoo dat de
Mubsolini-pers begrijpt dat het verstan
diger is te zwijgen. Het is Italië dat
het eerst, in 1923, het denkbee.ld opper
de van deze pacte. En Italië teekende
haar ook in Januari 1924 Frankrijk, al
even verengend om in den Balkan een
nieuwe Locarno-entente te stichten,
droomde er van een verbond te sluiten,
samen niet Italië en Yoego-SlaviëMaar
Rome heeft zich ineens doof gehouden.
De vele incidenten welke zich den laat-
sten tijd in den Balkan hebben voor
gedaan en waaraan de Italiaansche po
litiek niet geheel vreemd is (we herin
neren slechts aan Albanië) hebben ech
ten ten duidelijkste aangetoond dat
een afzonderlijk verdrag met Italië geen
garantie is voor den vrede, en dat de
regeering van den heer Mussolini tot nu
toe geen enkel bewijs heeft geleverd van
vredesgezindheid maar wel van het te
genovergestelde hetgeen men alleen var.
Itaüsansch-nationalïstisch standpunt
~-3ti verdedigen. Daarom liet zich de
noodzakelijkheid gevoelen van de inmen
ging van een derde, in casu Frankrijk
en die inmenging is daadwerkelijk ge
steund door alle andere groote Europee-
sche naties die niet alleen vertrou
wen hebben in de vredelievendheid van
Frankrijk, maar ook in haar kracht. Het
is daarom dat men een groote beteeke-
nis moet hechten aan deze pacte welke
de weegschaal weder in evenwicht
brengt. En we weten maar al te zeer,
uit droeve ondervinding, dat de groote
beschaafde Europeesche naties den
Balkan niet aan eigen lot en aan eigen
wü mogen overlaten wilt het niet op
nieuw tot allerlei verwikkelingen lei
den. Daarom zou het wensehelijk zijn,
dat Italië als het den inhoud kent van
de op 11 November ge teekende pacte,
zich er niet alleen bij neerlegde maar
ook de van Frankrijk uitgestoken hand
greep als.... men tenminste in Rome de
zelfde vredelievende politiek in den Bal
kan wil nastreven, zooals die waarvoor
Frankrijk zich andermaal als kampioen
heeft opgeworpen. En daar schuilt nu
juist dc adder onder het gras. De pacte
van 1923 is een Italiaansche. die van 11
November 1927 een Europeesche.
Op de vele vragen welke in de journa-
listenbijeenkomst met den heer Briana
zijn gesteld, heeft de Franscbe minister
van Buitf-landsche Zaken natuurlijk
niet definitief kunnen antwoorden om
dat zooals gezegd de volledige
tekst eerst aan den volkenbondsraad
moet worden medegedeeld.
Maar toen we sommige persstemmen
citeerden, couranten die beweerden dat
deze pacte uitsluitend „platonisch" is,
riep de heer Briand letterlijk uit:
Alle pactes zijn platonisch in den
goeden zin van het woord. Maar vriend
schapsbewijzen zijn het niet—
Meneer de minister, is de pacte
een alliantie?
Hier kwam de gezant van Yoego-Sla-
vië, Z. E. Spalaïkovitch, die bij het on
derhoud tegenwoordig was, tusschen-
beide:
Het is geen mariage de raison,
maar een mariage d' amour... dat is voor
het oogenblik het eenige wat we kunnen
Mussoluii
Er is wel eenige ontspanning geko
men in het laatste jaar, sedert de groote
mogendheden aan den Italiaanschen
dictator te kennen hebben gegeven dat
hij verstandiger deed zich een beetje in
te binden en niet me; vuur te spelen,
maar men kan toch ook niet naar waar
heid getuigen dat er een innige band
bestaat tusschen Frankrijk en Italië.
Twee verschillende landen, twee ver
schillende richtingen, mentaliteiten
zelfs, en twee staatslieden die in alle
opzichten van elkaar verschillen. Briand
de groote vredesman aan deze zijde
van de Alpen, Mussolini, de imperialist,
de dwingeland, ginds; hier het constant
werken voor e#n wereldvrede, een stre
ven naar algeheele ontwapening en in
het land van den dictator een politiek,
welke uitsluitend Italiaansch is en waar
voor alles zon moeten zwichten. We
willen hier geen party kiezen omdat het
er niet de plaats voir is (hoewel we we!
dadelijk weten wie onze meeste sympa
thie heeft) maar constateeren alleen fei
ten.
En nu is daar ineens het verdrag tus
schen Frankrijk en Yoego-Slavië geko
men, een nieuw stuk werk van Briand,
een verdrag waarmee we weer een
stap verder komen tot het Fransche
ideaal en hetwelk weer een mogelijk
heid van oorlog uitsluit. Uit respect voor
den Volkenbond hebben de twee onder
teekenaars van het verdrag besloten
om den tekst eerst bekend te maken
voor den Volkerer.bondsraad. „Maar
zoo heeft de heer Briand ons dadelijk
gezegd, wanneer de tekst bekend zal
worden gemaakt, zal men zien dat er
geen enkel punt in is, dat wien dan
ook zou kunnen kwetsen, dat hei een
verdrag is, dat uitsluitend den vrede
ten doel heeft. We hoopten nog verder
te gaan maar wanhopen niet dat doel
nog eens te bereiken in een naaste toe
komst. Het Fransch-Slavische verdrag
is voor hen, die van goeden wille zijn..."
Het is zeer duidelijk voor wien deze
woorden bestemd zijn. De heer Briand,
toen hij de buiteniandsche journalisten
bijeen riep om op enkele vragen te ant
woorden en eenige explicaties te geven,
wist natuurlijk van te voren dat deze
echo gehoord zou worden aan den ande
ren kant van de grens, in Italië. Want
sedert weken, sedert er sprake was van
dit verdrag en het bezoek van minister
Marinkovitch, is de Italiaansche pers,
onder censuur van Mussolini, weer
vreest-lijk te keer gegaan tegen Frank
rijk dat voor den vrede werkt en zelfs
aan grove woorden heeft het niet ont-
bror.cn, He. zou heel gemakkelijk zijn om
er met dezelfde woorden op te ant
woorden, maar waartoe zou dat dienen?
Italië sedert de opmarsch naar Rome.
lijdt aan een jeugdkwaal, al te groote
nationale sensibiliteit. Regeeren is ook
iets wat men moet leeren, wat zelfs een
Mussolini maar niet komt aangewaaid,
wat een lange studie en praktijk noo-
dig maakt en waarvan vooral kalmte
en zwijgen de basis moet zijn. We heb
ben al zoovee! scheldwoorden aan het
adres van Frankrijk gehoord en zooveel
mal troepenvertoon van de Italianen ge
zien dat we ook nu niet de perscam
pagne van de zwartbenden au sérieux
mogen namen. Men hoopt nog dat de
consrJta, de regeering van Mussolini, i
een eerlijke uiteenzetting van de fei-
En Aristide Briand, die in een buiten
gewoon goed humeur was en zich ver
genoegd in de handen wreef, riep vroo-
üjk uit:
Voila une definition qui emporte
tons les suffrages!
Uitdrukkelijk heeft de heer Briand
echter gezegd:
Ik hoop dat dit verdrag het begin
zal zijn van een Locarno voor den Bal
kan.
Deze woorden op zichzelf zijn een heel
programma, hetwelk niet alleen den
samensteller, maar ook Frankrijk eere
aandoet. Zoo ooit dan is dit de gelegen
heid voor Italië om een houding te be-
paden en haar grootheid te toonen en
tevens om voor gced een einde te maken
aan de onverkwikkelijke debatten en
incidenten welke de regeering en de
pers van den duce steeds meenden te
moeten uitlokken tegenover het land
aan wie Italië het leven heeft te danken.
Of is het misschien Juist deze harde
waarheid, dit stuk geschiedenis, dat de
Italiaansche vrienden juist willen ver
geten en doen vergeten in daverende
speeches en wapenschouwingen waarom
toch héél de wereld medelijdend lacht?...
HENRY A. TEL LESTURGEON.
Parijs, 12 November.
16 November.
De algemeene beschouwingen. Repliekendag.
Weinig nieuwe gezichtspunten. Ds. Lingbeek en
Dr. De Visser.
De replieken by de rJeemeene beschou
wingen over ds StaatsbegroOting voor
1928 zijn vandaag voortgezet.
Replieken zij houden in. her
nieuwing van aanval cf verdediging van
eens geponeerde stellingen.
Om niet in herhalingen te vervallen
zijn wij kort.
De heer Stenhuis kwam op tegen den
heer Van Gijn, wear deze op verlaging
vrin ioonen had aangedrongen. Immers,
zeide de s.d. afgevaardigde, de positie
der Nederlandsche industrie is veel beter
dan het wordt voorgesteld. En zij kan
nóg beter worden, wanneer de industrie
slechts wordt verbeterd en geïntensi-
feerc. Het zal niet lang duren zet* de
heer Svenhr.is of co Duitsche loonen
zijn aan die hier te lande gelijk. Wat
praat men dan rog van stervende con
currentie? De voorz-.i.er van het NV.V.
waarschuwde voor theoretisch-specula-
t eve constructies.
De heer Heemskerk attaqueerde eerst
bij herhaling de soc. dem. en daarna
voornamelijk den heer Eersten. De soc.
cem.-partij werd verweten godsüienstig-
gezïnöe elementen in zich op te nemen,
om zoo langzamerhand hen tot socialis
ten te maken. Wanneer de heer Albar-
óa betoogde, dat de sociale wetgeving
aan de sociaal-democratie te danken is,
dan bestreed de heer Heemskerk dat op
historische gronden.
Neg eens merkte de heer Heemskerk
op hij was het hierin volkomen eens
met den heer Van Schaick dat het
beter is een extra-parlementair kabi
net te hebben, dan een coalitie op onge
zonde basis.
De oud-minister van Justitie zag den
heer Kersten op dwaalwegen gaan,
waneer hij met Dathenus de kerk
de overheid wilde doen regeeren, ge
loofsvrijheid uitsluitend. Dan schaarde
de heer Heemskerk zich liever aan de
zijde van Willem den Zwijger, die on
getwijfeld, wanneer hij den heer Kersten
op zijn weg had ontmoet, hém zou heb
ben toegeroepen: „Niet voor een nieuwe
geloofsdwang, maar voor gewetensvrij
heid gaf ik mijn goed en bloed".
De heer v. d. Tempel wenschte een
datum te zien vastgesteld voor de in
werking-treding van het nieuw te for-
meeren bezoldigingsbesluit.
De heer Van Vuuren pleitte nog eens
voor de groote gezinnen. En de heer
Kersten opponeerde opnieuw tegen de
ar1, staatsleer, hij noemde om. de ax.
niet gereformeerd. En achtte het over-
heddsplicht de Geref. beginselen uit te
breiden, op grond van art. 36 der ge
loofsbelijdenis.
De heer Lovink opponeerde tegen den
heer Nolens, door te betoogen, dat de
Economische conferentie te Genève
ntet alleen afraadde de verlaging van
buitensporige douanerechten maar dat
het de geest van Genève is, te komen
tot het volledig wegnemen van tarief-
muren. Sprak zij niec uit, dat het stre
ven moet zijn zulke handeJsverdrriT^n
te sluiten welke geschikt zijn t door «Je
conferentie beoogde doe! te verwezen
lijken? Deze afgevaardigde waarschuwde
nog eens tegen dubbele tarieven.
Dan kwamen de heeren Lingbeek en
de Visser aan het woord.
De hoer lingbeek had beft ditmaal
vooral voorzien op Dr. de Visser. Van
wien hij zedde, dat deze in het geheel
geen volgeling was van Groen van Prin-
sterer. Waarop Dr. de Visser volhield het
wel te zijn, niet anders dan dat te kun
nen zijn.
De" heer Lingbeek heeft echter ook op
gemerkt, dat Dr. de IVsser buiten de
Kamer anders sprak dan binnen de
Kamer.
Dit nam Dr. de Visser hoog op. Hij
zag in deze opmerking een aantijging
van oneerlijkheid. En daarom deelde
hij mede voortaan niet verder met den
heer Lingbeek te zullen discussdeeren.
Een mededeeling. die de heer Lingbeek
niet vernam, want hij was niet in de
vergaderzaal aanwezig. Een feit nu weer.
dat Dr. de Visser hem óók zeer kwaüijk
nam. omdat Ds. Lingbeek had kunnen
weten, dat spoedig na hem Dr. de Visser
aan het woord zou komen en het geen
parlementaire rede is, het wederwoord
van den aangevallene te negeeren.
Toen de heer Lingbeek binnentrad was
Dr. de Visser juist gereed. Verschillende
Kamerleden zorgden wel, dat hij te weten
kwam v;at de heer de Visser had ge
zegd.
De heer Lingbeek vroeg daarom aan
het eind van den middag het woord
voor een persoonlijk feit.
Maar wie nu gedacht had. dat dit de
beschuldiging van oneerlijkheid beftrof,
dacht mis: de heer Lingbeek verklaarde
alleen, niet aanwezig te hebben kunnen
zijn, omdat hij zich even aan '4 vertre
den was. (Daverend gelach in de Ka
mer).
Dr. die Visser verklaarde ook ca het
antwoord van den premier, niet te kun
nen instemmen met de defensie-politiek
van het kabinet.
Van krammen en lijmen der coalitie
wist* de heer de Visser nog niets. Hij zag
echter geen andere mogelijkheid voor
een parlementaire regeering dan de
rechfcsche samenwerking, waarom hij op
de beteekenis wees van een elkaar wil
len zoeken.
De heer Van Gijn achtte de toezeg
gingen, die de minister van Fin?noiën
den heer Fleskens deed over een ver
hooging van den kinderaftrek, t.z. van
de inkomstenbelasting, bij aanwezigheid
van meer kinderen dan vijf, in strijd
met het karakter dier wet. Hij merkte
ook op, dat de Vrijheidsbond evenzeer
als AFt.-partij een volkspartij ls, wier
leden uit alle deelen dei- bevolking ko
men en verdedigde ten slotte de stelling,
dat de loonbepaüng niet een kwestie is
van macht alleen, maar bovenal van
economische mogelijkheden.
Heksluiter was de heer Braat.
Hij kwam na opnieuw betoogd te
hebben, dat de ambtenaren zeer wel iets
kunnen missen: de heer Braat heeft nu
eenmaal een broertje dood aan „de
ambtenarij" hij kwam met de eerste
motie. Ware deze motie aanvaard, dan
had de Kamer uitgesproken, dat elk
Nederlander van 65 jaar, wanneer hij
geen inkomen heeft van 5 gulden per
week, dit bedrag van staatswege in geld
moest zien uitgekeerd.
Maar deze motie is niet aanvarad.
Zij komt niet eens in stemming!
Omdat er niet genoeg Kamerleden de
motie ondersteunden.
JDemocraten" riep de heer Braat
hevig boos-
Attilla is een wondermensch. Hij is uit Londen naar Amsterdam gekomen, om er
zich gebonden en opgesloten in een luchtdichte tank in den Amstel te laten
werpen. In Londen heeft hij dat staaltje al vertoond. Wij geven er hierboven
wtde plaatjes van. Na vele minuten kwam hij springlevend en ongebonden te
voorschijn.
Het wetsontwerp deze meedeelicg
ten slotte tot wijziging van de Ziek
tewet zal verzonden worden naar een
van Voorbereiding. Deze
van Voorbereiding bestaat
uit de heeren Nolens,, Schaper, Mer
chant, van Vuuren, Snoeck Henkemans.
Beumer, van Gijn met als plaatsvervan
gers de hoeren van Wijnbergen, Duys,
Oud, Engels, Bakker, Smeank en Boon.
INTIMUS.
DE MOORDAANSLAG TE
ROTTERDAM.
SLACHTOFFER VERHOORD.
Woensdagmorgen is de 29-jarige Frie
da Hansen op wie op de Boompjes te
Rotterdam een moordaanslag werd ge
pleegd in het ziekenhuis aan den Cool-
singel aan een kort verhoor onderwor
pen. Haar toestand is nog steeds hoogst
ernstig.
De vrouw heeft verklaard. Zaterdag
avond den. omgang met N. te hebben
willen verbreken, omdat hij een tijd ge
leden zonder werk zijnde, door haar
geldelijk gesteund was en thans, nu hi1
weer verdiende, het geleend bedrag niet
of slechts zeer ten deéle terugbetaalde.
Toen zij hierover twist kregen in het
café had N. haar geslagen, hetgeen voor
haar de maat volmaakte.
De opperman liet haar echter niet met
rust en bedreigde haar o.a. toen zij bij
het hotel buiten aan het werk was.
Toen kon hij zijn bedreiging niet ten
uitvoer ^tergen, omdat er anderen bij
waren. Het mes, waarmede de vier ste
ken zijn toegebracht had N. gekócht in
de omgeving van zim woning.
De vrouw is lijdende aan hooge wond
koorts. Men vreest nog steeds voor haar
leven.
VERBRAND IN HEET WATER.
Te Bussum is een ruim 4-Jarig jonge
tje van een kruidenier aan den Munti
weg spelend in een teil met heet water
gevallen. Met ernstige brandwonden
over het geheele lichaam werd het arme
kind naar de Majellastlchtïng gebracht,
waar het aan de gevolgen is overleden.
VOORDRACHTEN VOOR DE
PRINSES.
Naar gemeld wordt zal de Koningin
ditmaal reeds in deze maand haar win
terverblijf in de Residentie vestigen, ten
einde persoonlijk de regeling en leiding
op zich te kunnen nemen van verschil
lende voordrachten, welke gedurende
dezen winter door daartoe door H. M.
de Koningin aangezochte en nog aan
te zoeken deskundigen voor Prinses
Juliana zullen gehouden worden op da
gen waarop H. K. H. de Prinses niet te
Leiden aanwezig is voor haar studie.
Deze ovordrachten betreffen onderwer
pen die voor de Prinses van uitnemend
belang kunnen geacht worden met het
oog op de taak die Haar in de toekomst
wacht.
in Bcllevue te Amsterdam wordt de Jaarl Beur» van den NeJ
Bond van Rijwiel- en Mof.hand. gehouden. Een exposant heeft per.
prijs uitgeloofd voor leder die erin slaagt het door hem aanbevolen
rijwlelslot binnen vïjf minuten te openen zonder dat het slot wordt
geforceerd. Event, gegadigden worden In een kooi opgesloten en
moeten dan trachten het rijwielslot en tevens de kooi weer te openen.
WIJZIGING INVALIDI
TEITS- EN OUDERDOMS
WET.
INGEDIENDE VOOR
ONTWERPEN.
De minister van Arbeid heeft bij den
Hoogen Raad van Arbeid thans voor
ontwerpen van wet aanhangig gemaakt
tot wijziging van de Invaliditeitswet en
van de Ouderdomswet 1919. Het ligt in
de bedoeling van den minister omtrent
deze voorontwerpen het praeadvies te
vragen van commissie XI uit den Hoo
gen Raad van Arbeid. Deze commissie
zal omstreeks half December a.s. bijeen
komen.
In de Memorie van Toelichting bij het
voorontwerp tot wijziging der Ouder
domswet 1919 wordt opgemerkt, dat,
naar in de practijk gebleken is, in vele
gevallen personen, wier maatschappe
lijke omstandigheden het sluiten van
een Vrijwillige Ouderdomsverzekering
gewenscht doen zijn, daarvan worden
afgehouden door de overweging, dat,
indien zij mochten komen te overlijden
voor den leeftijd, waarna het rentege
not zal intreden, de betaalde premiën
voor hun gezinnen en nabestaanden
nutteloos zouden zijn opgebracht.
De populariteit der verzekering zou
er daarom op winnen, Indien bij over
lijden van den verzekerde, vóórdat het
recht op rente ls ontstaan, de betaalde
premiën goeddeels zouden kunnen wor
den terugbetaald. Uiteraard zouden de
premiën verschuldigd voor een ouder
domsverzekering, gesloten onder het be
ding van teruggaaf der betaalde pre
miën dit risico moeten dekken en dus
hooger zijn dan de premiën voor verze
keringen, waarbij dat beding niet is
gemaakt.' Tot het scheppen van de mo
gelijkheid van zoodanige premie-terug
gaaf bevat het huidige ontwerp de noo-
dige voorziening. Tevens wordt het
daarbij voor de Nederlanders, die geen
Rijksingezetenen zijn, mogelijk gemaakt
een vrijwillige verzekering te sluiten.
Verhooging loongrens.
De voornaamste wijziging, die in de
Invaliditeitswet is aangebracht betreft
de verhooging van de loongrens, waarop
de verzekeringsplicht eindigt, van ƒ1200
tot ƒ2000. Hieronder zullen naar in de
M. van T. wordt opgemerkt, meer ar
beiders, welke tot nog toe buiten den
verzekeringsplicht vielen, maar die aan
de onderhavige voorziening behoefte
hebben, daar thans onder vallen. Een
overgangsregeling wordt getroffen ten
aanzien van de groep personen, die na
1 Juni 1922 buiten de verzekering zijn
gebleven, omdat him loon, toen meer
dan 1200 per jaar bedroeg. Voorgesteld
wordt daarom aan deze personen de ge
legenheid te geven, zich alsnog in de
verzekering te doen opnemen. Aanmel
ding moet geschieden binnen veertien
maanden.
Voorts wordt nog een aantal andere
wijzigingen voorgesteld. Zoo beoogt een
wijziging van artikel 4A der wet perso
nen, die zoogenaamd aangenomen werk
verrichten maar feitelijk loonarbeiders
zijn, onder de bepalingen der Invalidi
teitswet te brengen. Door een wijziging
van de redactie van artikel 6 der Wet
wordt hetzelfde mogelijk gemaakt ten
opzichte van hen. die uitsluitend fooien
e. d. en in het geheel geen loon ont
vangen.
Een andere wijziging beoogt de mo
gelijkheid te elimineeren, dat men zich
gedurende een groot deel van zijn leven
premiebedragen heeft zien tegoed-
schrijven, waarvan dan op het oogen
blik van renterekening een belangrijk
deel ongeldig blijkt te zijn, terwijl bij de
administratie der Bank reeds lang be
kend was, dat die premiën niet zouden
meetellen, I
Uitgesteld pensioen-
Verder wordt o.m. een bepaling in
het leven geroepen met betrekking tot
de z.g. uitgestelde pensioenen, welke de
Pensioenwet thans kent. Voor zoover dit
uitgesteld pensioen nabij komt aan de
gemiddelde rente welke ingevolge de
Invaliditeitswet kan worden verkregen,
bestaan er naar de minister van Arbeid
meent, ten aanzien van den werkgever
redenen van billijkheid om het uitge
steld pensioen met onmiddellijk ingaand
pensioen gelijk te stellen.
Ten slotte wordt een in artikel 453
tweede lid der Invaliditeitswet bestaan
de leemte weggenomen. Bij de thans
bestaande redactie van dat artikel werd
een persoon, die op 3 December 1919
reeds 35 jaar was, en eerst daarna,
doch voor 1 Juli 1922, in een pensioen
gerechtigden dienst is getreden, bij ont
slag zonder dadelijk ingaand pensioen
niet in de verplichte verzekering opge
nomen. De gewijzigde redactie doet ook
de hier bedoelde personen bij hun ont
slag zonder dadelijk ingaand pensioen
onder de verplichte verzekering vallen.
GEEN BEPERKING
DER RADIO.
DE POGING TE DEVENTER
MISLUKT.
In den Raad van Deventer Is gerul-
men tijd gediscussieerd over een voor
stel van de Commissie voor de Straf
verordeningen, te verbieden door het ten
gehoore brengen van muziek of van de
menschelijke stem, hetzij in de buiten
lucht, hetzij binnenshuis met ongesloten
ramen en deuren, voor de omgeving
hinderlijke geluiden maken Er kwam
van den heer Straver (R.-K.) nog een
tusschenvoorstel, om het verbod alleen
te doen gelden des avonds na half elf.
Al spoedig bleek, dat de raad noch het
een, noch het ander in de richting van
een verbod wilde doen. In hoofdzaak
werd gedacht aan beteugeling van den
hinder, die buren van elkaar kunnen
ondervinden bij gebruik van radiotoe
stellen. Het genoemde tusschenvoorstel
werd het eerst verworpen, met 15 tegen
7 stemmen en daarop werd het geheele
verbod met 17 tegen 5 stemmen afge
wimpeld, zoodat de radio hier vrij en
blij zal mogen worden aangezet ook in
de toekomst.
DE GASDIRECTEUREN
- v
Te Steenwflk.
Dinsdag Is aan den gemeenteraad van
Steenwijk de volgende brief gezonden:
Naar aanleiding van de vele gevallen
van corruptie bij verschillende gasfa
brieken in ons land, neemt de soc.-dem.
raadsfractie de vrijheid, den raad te
verzoeken een raadscommissie te benoe
men, die bijgestaan wordt door een des
kundige om na te gaan, of er ook aan
onze gemeentelijke licht- en waterlei
dingsbedrijven dergelijke handelingen
zijn gepleegd. Bij de vele gevallen, die
er in de laatste tijden worden genoemd,
wordt ook iemand besproken, die jaren
lang alhier directeur van genoemde be
drijven is geweest. Vandaar dat het van
zeer groot belang moet worden geacht
te weten, of de leiding van deze bedrij
ven zich ook aan dergelijke practijken
schuldig heeft gemaakt.
EEN DRAMA OP ZEE.
ONJUISTE GENEESKUNDIGE
BEHANDELING?
De Tijd schrijft:
Na een aantal maanden vergeefs ge
tracht te hebben een broodwinning te
vinden in de hoofdstad van Suriname
Paramaribo scheepte zich een Deensche
familie, bestaande uit de twee ouders,
een zoon en een dochter naar Amster
dam in op het Nederlandsche stoom
schip „Oranje Nassau".
Onderweg is de moeder, ondanks de
zorgen van den scheepsdokter aan een
hevige malaria ter hoogte van de Azo-
ren bezweken. Volgens zeemansgebruik
wilde de gezagvoerder het lijk in zee
doen zinken, doch op het verzet van de
overblijvende familieleden, die dreigden
in zee te zullen springen, besloot de
kapitein in overleg met den scheepsdok
ter de doode aan boord te houden.
Het lijk werd door middel van zout
en alcohol geprepareerd en in een kist
op het bovenste dek geplaatst.
Bij aankomst in de haven te Amster
dam heeft de Deensche familie zich on
middellijk naar de politie begeven om
aangifte te doen dat de vrouw tengevol
ge eener onjuiste geneeskundige behan
deling door den scheepsdokter zou zijn
ges toiwen.
Het een en ander heeft er toe geleid,
dat het lijk, hetwelk niet meer in goe
den staat verkeerde, in beslag werd ge
nomen, alsmede de gebruikte medicij
nen,, terwijl de scheepsapotheek werd
verzegeld. Dr. E. Hammer, patholoog-
autonoom van het Wilhelmïna-gasthuis
heeft op verzoek der justitie de autop
sie verricht. Daarbij bleek, dat de inge
wanden bij het prepareeren waren ver
wijderd, waardoor thans een belangrijk
voorwerp voor het onderzoek ontbreekt.
De medicamenten worden thans onder
zocht door de apothekers van het Bin
nengasthuis en het Wilhelminagasthuis.
In afwachting van de resultaten van
dit onderzoek blijft het lijk ter onder
zoek aanwezig. De Deensche familie is,
bijgestaan door den consul van Dene
marken, een voorloopig onderdak be
zorgd in een hotel aan den Singel.
FORENSENBELASTING.
Het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers vraagt in een adres aan de
Tweede Kamer verwerping van het ont
werp tot wijziging van de forensenbelas
ting als niet urgent en niet billijk.