BIJ HET VEERTIGJARIG JUBILEUM VAN ONZEN OUDSTEN DIRECTEUR 1887 - 1 DECEMBER - 1927 HAARLEM'S DAGBL4D STADSNIEUWS. LETTEREN EN KUNST. Hij heeft vele personen zien komen en gaan. vele toestanden op verschil lend gebied zich zien wijzigen. Mis schien heeft hij gevonden, dat veel ls verbeterd, doch dat op andere punten het heden, in vergelijking me; vroeger den toets der critiek niet kan door staan. Maar een journalist kan niet bij de pakken neerzitten; hij moet voor uit; hij moet met zijn tijd medegaan. wil hij het onderspit niet delven. Dat alles heeft de journalist Peereboom be grepen, en dat begrijpt hij nog. Dit verklaart de gToote sympathie, waarin hij zich bij voortduring mag verheugen. Wanneer wij een blik slaan op de veer tig jaren, die achter cns liggen, kunnen wij niet anders dan den Jubilaris daar mede van harte gelukwenschen. Mogen nog vele jaren van zegenrijken arbeid hem beschoren zijn. P. W. VAN STYRUM. door den heer Chr. A. View eg, Voorzitter der Vereoniging De Nederland- sche Dagbladpers. Er zijn menschen, die ais het ware la chend door de wereld gaan. Hier een handdruk, daar een vriendelijke belofte, ginder weêr een gezellig babbeltje of een nieuwe mop, steeds een open oog voor den vroolijken kant van het leven en angstig schuwend elke verduistering van hun horizon. Menschen, die zooge naamd de geheele wereld hun vriend noemen, doch die tenslotte weinig voor him medemenschen zijn geweest. Tot dit genus mag de heden jubilee- rende Directeur van het Haarlem's Dag blad J. C. Peereboom niet gerekend wor den. Integendeel. Zyn leven is dat van een ernstig en werkzaam man. die de vele gaven, welke hem zijn toebedeeld, in de eerste plaats wijdde aan zijn le venstaak de courant doch daar naast lust en gelegenheid vond om zijne talenten tevens dienstbaar te maken aan het algemeen belang. Toen mij het verzoek bereikte om ln dit nummer eenige woorden aan den jubilaris te wijden, heb ik geaarzeld. Peereboom toch heeft zich op zoo veel zijdig gebied verdienstelijk gemaakt, dat ik, die hem eerst in de latere Jaren leerde kennen, zeker tekort zou schieten in het eerbetoon dat hem daarvoor rechtmatig toekomt. Maar gelukkig kwam vóór mij in dit nummer een Haar lemmer aan de beurt, die heel wat meer over Peereboom's leven vertellen kan dan ik. Müne kennismaking met vriend Pee reboom dateert van de oprichting van de collegiale vereeniging van uitgevers van Dagbladen ..De Nederlandsche Dag bladpers", ruim vijftien jaren geleden. Beiden hebben we herhaaldelijk deel uit gemaakt van het bestuur. Dat bracht mij van zelf nader met hem in aanra king en ik meen hem in den loop der jaren zelfs goed te hebben leeren ken nen. Dit aanvankelijke sympathie is waaröeermg. genegenheid en vriend schap ontstaan eu ais er één is. die er zich in verheugt dat Peereboom heden de hulde zal worden gebracht, die hem voor zijn veertigjarige onvermoeide werkzaamheid eerlyk toekomt, dan is het zeker schrijver dezes. Uiteraard ken ik dus den jubilaris het best als „vereenig tngs-collega" en als ik hem liier als zoodanig naar voren breng, dan ben ik overtuigd dat degenen, die op ander gebied met hem samenwerkten in .het algemeen belang of in dat eener nuttige instelling of vereeniging, mijn ervarmg zullen moeten beamen. Peereboom is bovenal een ernstig man, die het leven niet onverschillig aan zich heeft laten voorbijgaan. Hij deed als mensch en als journalist-uitgever rijke ervaringen op en verstaat bij uit stek de kunst daarvan anderen te doen profiteeren. Zijn uitgebreide kennis van menschen en zaken stelt hem in staat ln veie omstandigheden een juist en helder oordeel uit te spreken. Met ge paste bescheidenheid doch niettemin met de kracht eener overtuiging, die respect afdwingt, brengt hij zijne bezwaren of adviezen naar voren, met het woord of met de pen eerlijk strijdend voor wat hij juist acht. En daarbij bezit hy de gave tevens anderer meening te eerbiedigen. In werkkracht doet hy zeker voor nie mand onder. Want als iemand er van overtuigd is, dat het zitting nemen in een bestuur niet alleen „vergaderen" be- teekent, doch dat het beste werk in het belang van de zaak. die men gemeen- schappeiyk voorstaat, veelal geschiedt aan de schryftafel in de rustige werk kamer thuis dan is dat zeker Peere boom. Hij schuwt den arbeid nooit en neemt daarvan gaarne ruim zijn deel. Maken die vele goede eigenschappen hem tot een ellte-bestuurslld, hij heeft er nog een andere hoedanigheid by, die niet genoeg kan worden op prys gesteld, nl. een goed humeur en den vasten wil om een aangenamen en vriendschappeiy- ken toon te helpen bevorderen. Als ik aldus naga wat Peereboom ln onzen kring heeft gepresteerd en wat wy daar nog van dien krachtigen en le- venslustigen man mogen verwachten dan kan ik my voorstellen wat hy in eigen omgeving is geweest, wat hy voor de bloeiende gemeente Haarlem heeft gedaan en wat hy daar nog wezen kan. Allen, die daarvan rijke vruchten heb ben geplukt, mogen dat heden wel eens met een dankbaar hart vastleggen. En wat my betreft, ga ik. ook uit naam van de leden van ..De Nederlandsche Dagbladpers" heden gaame vooraan met den wensch, dat onze geachte Jubilaris nog gedurende vele jaren in het bezit moge blijven van zyn werkkracht en zUn werklust, die velen tot zegen is ge weest. Chr. A. VIE WEG, Voorzitter van „De Neder landsche Dagbladpers". Nymegen, 30 November 1927. WOENSDAG 30 NOV. 1927 TWEEDE BLAD ZENUWAANDOENINGEN NA VACCINATIE. EEN COMMISSIE VAN ONDERZOEK. Op verzoek van den Minister van Ar beid. Handel en Nijverheid, heeft de voorzitter van den Gezondheidsraad een commissie samengesteld ten einde het vraagstuk van het voorkomen van zenuwaandoeningen na vaccinatie dat door verschillende leden afzon derlijk in behandeling was geno men, in onderling overleg en in al zyn geledingen wetenschappelijk te bestudee- ren. In deze comrr'.sie hebben zitting genomen: Dr. N. M. Josephus Jitta, (voorzitter): Prof. Dr. H. Aldershoff; arts J. P. Byl; Prof. Dr. L. Bouman, Dr. P. S. van Boudyk Bastiaanse; Dr. H. S. Frenkel; Prof. Dr. E. Gorter, Prof. Dr. J. J. van Loghem, Dr. J. T. Terburgh, Dr. A. J. Vitringa. De Gezondheidsraad roept de medewerking in van alle ge- neesheeren in den lande om zyn werk zoo vruchtdragend mogelijk te maken JUBILEUM H. SPIER, Den eersten December a.s. hoopt de heer H. Spier, brievenbesteller alhier, den dag te herdenken dat hy vóór 25 jaren in dienst trad by de Posteryen. De heer Spier, die reeds een twintig tal jaren deel uitmaakt van het bestuur zijner vakorganisatie, is bij zyn collega's en andere vakgenooten, alsmeie by het personeel der Telegrafie en Telefonie een zeer geziene persoonlijkheid. Gedurende het grootste deel van zyn diensttijd was hy belast met de invordering van gelden op quitanties en wissels, waardoor hy ook buiten den krin:. zijner vakgenooten zeker geen onbekende is. Ook in zyn particuliere leven neemt hy in verschillende vereenigingen, zoo als de Kindervereeniging Zuider-Buiten- spaarne, Het Vaderland Getrouw, het Israëlitisch Begrafenisfonds, enz., als bestuurslid of in andere functies, een vooraanstaande plaats in. Aan vele blijken van belangstelling zal het hem dien dag dus zeker niet ontbreken. DE ZAAK-VAN DER STEL. Proces tee en de Vereeni ging van Gasfabrikanten SCHADEVERGOEDING GEVRAAGD. Het Vaderland schrijft; By de Haagsche Rechtbank is een civiel geding aanhangig, waarby A. van der Stel, vroeger gasdirecteur. van de Vereeniging van Gasfabrikanten scha devergoeding vordert op grond, dat hy ls geroyeerd als lid dier Vereeniging. In deze zaak zullen de pleidooien wor den gehouden voor de 1ste Kamer der Haagsche Rechtbank op Vryöag 9 De cember a.s. OPENBARE VERGADERING ANTI- STEMDWANGPARTIJ. Bovengenoemde party belegt heden avond een vergadering in het Brongebouw. Als spreker treedt op de heer C. Bonnet uit Blaricum, met het onderwerp „Is het parlement waardig voor een revolutie?" Tevens zullen het woord voeren de heeren George Oversteegen en Jean Fagel Jr., De avond werd opgeluisterd met zang en accordeonmuziek van den heer H. A. Spoor en partners. ST. NTCOLAAS VAN HET W.A.C. Behoudens toestemming van B. en W.. zal a.s. Zaterdag van 12 uur tot half vyf een collecte gehouden worden door het bestuur van het Werkloozen Agitatie Comité, teneinde de kinderen der werkloozen een St. Nicolaasfeest te bereiden. Het bestuur van het W.A.C. doet een beroep op den weldadigheids zin van de burgerij. Het ls voornemens het St. Nicolaasfeest voor de kinderen te houden in het Brongebouw. HET TREINVERKEER. Voorkomen van ij zei- stagnatie. DOOR VERWARMING ELEC- TRISCHE VOEDINGSDRADEN. Wij lezen in De Avondpost; In verband met de verleden week plaats gehad hebbende stagnatie in het treinverkeer op de geëlectrificeerde iyn AmsterdamRotterdam, veroorzaakt door den yzel, vernemen wy, dat de Spoorwegen het voornemen koesteren, om te voorkomen, dat zich weer ys aan de draden vastzet, waardoor de trei nenloop belemmerd wordt, om, indien de weersgesteldheid zulks kan doen ver wachten, de draden te verwarmen en daardoor ysaanzetting te beletten. By een dergelyken maatregel, waar van deskundigen resultaat verwachten, ls het noodig. dat de Spoorwegen gere geld op de hoogte zyn van de weers voorspelling. opdat zij tUd'.g voor vol doende verwarming der diaden kan zorg dragen. Daartoe hebben de spoorwegen de hulp en de medewerking ingeroepen van het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bilt en die ook verkregen. Zoodat. aangenomen mag worden dat dergelijke storingen in de toekomst „door de kacheltjes aan den draad" voorkomen kunnen wor- door Jhr. Mr. F. W. van Styrum, Deken van den Raad van Toezicht en Discipline van de Orde van Advocaten te Haarlem HERINNERINGEN EN INDRUKKEN Wanneer fk my nederzet om eenige herinneringen en indrukken betreffen de dengene, wiens naam hierboven staat, op schrift te stellen, komt my zooveel en zoo velerlei te binnen, dat ik gevoel, dat ik mij zeer moet beperken. Groot is de belangstelling, die hy ge toond heeft voor het gewest zilner in woning. In het byzonder voor Haarlem en niet te onderschatten is de invloed, dien hy door zyn wel geschreven arti kelen, en door de leiding, die hij aan Haarlem's Dagblad heeft gegeven, op de publieke opinie in zijn omgeving heeft gehad. Ik sprak van Haarlem's Dagblad, want ontegenzeggelijk staat ons voor den geest de geboren journalist, vlug met de pen, die altijd welversneden was. en slagvaardig, wanneer hy daarvoor ter men aanwezig achtte; buitengewoon actief en zyn voorlichting gevende, op een wijze, die in den regel insloeg: met talent medewerkers zoekende, wan neer hy oordeelde, dat anderen op zeker gebied (bUv. muziek, tooneelkunst, beel dende kunsten, economische vraagstuk ken) de materie meer beheerschten dan hyzelf. Toen hij zich aan Haarlem's Dagblad verbond, had dit blad lang niet dien omvang, noch die beteékenis. die het al lengs heeft verkregen en heden ten dage heeft. Dat zulks thans het geval is, heeft het grootendeels aan hem te dan ken. Zonder noodzaak was hy nimmer scherp; hy trachtte diegenen, welke van een andere meening waren, met hoffe lijkheid te bejegenen, maar tegelijker tijd achtte hij zich niet ontslagen van den plicht om zijn eigen meening met kracht en klem van woorden te verde digen. Hij was, met andere woorden, een journalist van de goede soort, trach tende eigen meening ingang te doen vinden zonder anderen te kwetsen. Wanneer hy inzag, dat hy gedwaald had, kostte het hem geen moeite om van wijziging van zyn zienswijze te doen blijken. Ik zeide zooeven, dat hij een geboren journalist was; toch was hy niet van den aanvang af daarvoor opgeleid, doch toen hy zich op de journalistiek wierp, bleek spoedig, dat dit de richting was. waarin hij zich het meest ontwikkelen zou en de Juistheid daarvan heeft zich op de meest evidente wijze geopenbaard. Hy heeft begTepen, dat aan een dag blad andere eischen mosten worden ge steld, dan aan een wetenschappelijk tijd schrift; dat een dagblad ook behoort te zyn een nieuwsblad, waarin de lezers allerlei kunnen vinden, dat hun belang inboezemt, ook al mocht de redacteur het zelf weinig interessant achten. Hy heeft ingezien dat een dagblad DER EWIGE JUDE Donderdag 1 December zal het Mos- kauer Künstlertheater Habima in den Stadsschouwburg het drama „Der Ewige Jude" opvoeren. De directie van den Schouwburg ver zoekt ons de volgende beschryving van den inhoud van het stuk te plaatsen: DER EWIGE JUDE Motto: Op den dag van de verwoesting van den tempel is de Messias geboren. Legende. Eerste bedryf Het stuk begint met een muzikale In leiding, die de verwoesting van den tempel illustreert, 's Morgens vroeg in het stadje Birath-Arba. Markt. Lang zaam komen kooplieden, vrouwen, inge- beelden en dieren. Niemand denkt aan den ondergang van Judea, ieder wordt door eigen beslommeringen in beslag genomen; men dry ft handel, bedriegt de arme menschen en haalt allerlei slechts uit met de deeme Martha. Deze handelingen worden onderbroken door de komst van drie grijsaards, die van de moeiiyke dagen van Jeruzalem ver tellen. In de stad heerscht honger en nood. De leider Tarfon acht het zelfs voor mogeiyk, dat de tempel reeds ver woest is. De oude Gurion houdt een vlammen de rede over de wonderdaden van God en de hoop keert in de harten van het volk terug. Men zegt gebeden. Deze hei lige stemming wordt vierstoord door de schelle stem van een onbekende: „Ik verkoop luiers". De geheele stad is ver stoord door de ontwijding van de stem ming door den onbekende, die de vraag stelt: „Is er onder u in Birath-A^ba iemand die Chiskyahu heet. die op den dag van de verwoesting van den Tempel een zoon kreeg, die Menachem genoemd werd?" Het volk is verontwaar digd. doch de oudsten van de stad hoo- ren den onbekende aan, waarby uitkomt dat hy nooit in Jeruzalem geweest ls en ook niemand uit Jeruzalem gesproken heeft. De onbekende blyft echter bU zyn meening, dat de Tempel reeds 10 da gen geleden verwoest werd en ln Birath- Arba op dien dag een kind. de toekom stige Messias, geboren werd. Een blinde bedelaar roept: .Een pro feet!" Het volk wil zich reeds aan de voeten van den profeet werpen, doch de riJ- ken, die hun macht niet verliezen wil len, twyfelen aan de waarheid van zyn woorden en verlangen van hem een wonder te zien. De onbekende verhaalt, dat hy een eenvoudige landarbeider is. Als hy een tien dagen terug tijdens zyn werk een brommenden os wilde slaan, kwam er een oud man naar hem toe. die hem de verwoesting van den Tem pel mededeelde en zei: „Ga naar Birath- Arba, daar vindt gij de moeder van den Messias. Hy heet Menachem, zoon van Chiskyahu." nu eenmaal niet bestaan kan zonder een welverzorgde advertentierubriek; da* eenerzyds de lezers een courant ter hand nemen, omdat zij vertrouwen, dat zij daarin veel van hun gading zullen vin den, en anderzyds belanghebbenden hun advertenties bij voorkeur plaatsen ln een blad, dat vele lezers heeft. Een uit gever van een blad moet, behalve Jour nalistiek, ook commercieel zyn aange legd, wil hy succes hebben. Hy moet zyn blad aantrekkelijk weten te maken zoowel voor de lezers, als voor de ad verteerders. Dat Peereboom di't heeft gevoeld en met talent ln praktijk heeft gebracht, verklaart de groote rol, die hy heeft ge speeld. Ilij heeft zich ook getoond te zyn een uitnemend verslaggever en tevens nabetrachter van de vergaderingen, die hy heeft bygewoond. Als zoodanig heb ik hem meermalen bewonderd en op prys gesteld in de jaren dat ik deel uitmaakte van den Gemeen teraad. Zulk een verslaggever heeft dik wijls een moeilijke, en somtijds ook een onaangename taak. vooral als de ver gadering onderbroken wordt door een met gesloten deuren. Dat is zeker, dat men zoodoende wel leert zijn ziel in lijdzaamheid te bezitten, ook al is het een goede oefensohool op het gebied van de zelfbeheersching! Wat my altyd zeer heeft getroffen is zyn talent als uitnemend causeur. Het is met een journalist als met een kok, die er voor zorgen moet, dat hij de spyzen op smakelijke wijze op- dlscht en die kunst verstond hy uit stekend. Wij werden er dezer dagen aan her innerd. dat wylen Pisuisse in zyn boek schreef, dat hij „beu was van uit slaande branden, die met koolzuurspuiten en Vechtslangen werden gebluscht" en dat hij iets verlangde, dat zijn geest meer in beslag kon nemen. Dat heeft Peereboom ook gevoeld er. dat heeft hy getoond door het schrij- ven van zyn talryke artikelen. Ik noem slechts, behalve de reeds gememoreerde nabetrachtingen van den Gemeenteraad, die getiteld „Om ons Heen", die, ge- teekend Fidelio, enz. enz. De vruchtbaarheid van zijn pen doet denken aan Charles Boissevain in zyn „Van Dag tot Dag". Gelijk deze heeft Peereboom van zijn groote belangstel ling doen blijken in tal van onderwer pen. te veel om op te noemen, en nog heden ten dage gaat hy daarmede voort, ook al heeft hij de Hoofdredactie van Haarlem's Dagblad aan jongere kracht overgelaten. Wij hopen, dot hij nog lang daar mede zal voortgaan en dat hij den lezers nog menige pennevrucht zal schenken. In den loop der tijden heeft hy. evenals ondergeteekende in Haarlem veel zien veranderen. Hy is hier gekomen tydens het Burgemeesterschap van Mr. Iordens, en heeft alle evoluties mede gemaakt onder de opvolgers Bore el van Hogelanden, Sandberg en Maarschalk. Daarom kwam hy naar Birath-Arba, om den Messias te zoeken. *t Volk wil hem reeds geloof schenken, de rUken echter lachen hem uit. De me nigte wil hem steenigen, doch als hy drie dagen uitstel vraagt om den Mes sias te vinden, worden hem die op voor spraak van Gurion verleend. Boden zul len naar Jeruzalem gezonden worden om zyn woorden te controleeren. Het volk dreigt den onbekende dat het hem onbarmhartig dooden zal als zyn voorspellingen valsch blyken. Een wacht wordt by hem achtergelaten, waarop allen zich verwyderen om voor de overwinning te bidden. Tweede bedryf. Moe van de wederwaardigheden van den dag, slaapt de Profeet op zyn stroo- zak in en mompelt voor zich de woor den. „Menachem, zoon van Chiskyahu" De vrouwen by de wacht lachen hem uit en meer ln het by'zonder de deerne Martha. Woedend schreeuwt de Pro feet: „Ik verkoop luiers!" Plotseling verschynt een jonge vrouw, die werkeiyk luiers wil koopen. zy wordt met gelach ontvangen, doch spoedig biykt, dat haar tien dagen te voren een zoon geboren werd, die Me nachem heet en waarvan de vader Chlskijahu genaamd is. De menschen stuiven uit elkaar, de Profeet voelt zich gelukkig. Hy wil naar den Messias, doch de wacht, die haar plicht moet doen, meent dat dit alles een vooraf opgemaakt plan is. De Profeet moet blyven en verneemt van de moeder, dat het kind inderdaad op den dag van de verwoesting van den Tempel geboren werd. Daardoor werd het kind niet geloofd en vervloekt, zy mocht het zelfs niet voeden. De Pro feet stelt haar gerust en zegt, dat God het zoo gewild heeft. Het volk cn de oudsten van de stad komen terug. Het volk werpt zich aan de voeten van den Profeet en van de jonge vrouw. De Profeet troost de me nigte en wil hen tot den Messias voeren Dan breekt een storm los: de jonge vrouw brengt spoedig het bericht, dat het kind in den storm omgekomen is „Dat is de vloek van God: zoo is zyn wil, omdat ik niet ging om de vrijheid te verdedigen, thans zal ik trekken van land tot land. van stad tot stad en den Messias zoeken." En met den uitroep „Menachem" be treedt de Profeet zyn eeuwigen! on- sterfeiyken weg. IN MEMORIAM HERMAN HEIJERMANS. AMSTERDAM, 29 Nov. Alhier ls een comité opgericht met het doel voor Herman Heyermans een gedenkteeken op te richten, hetwelk een pla3ts zal moeten vinden in het Vondelpark Thans, drie Jaar na de teraardebestel ling van den beroemden schryver. acht men den tyd gekomen voor de gedachte aan een gedenkteeken in het openbaar. Het adres van den penningmeester secretaris is: Frans Mynssen, Beurspas- sage 8, Post Giro Nr. 133600. Voorzitter is de heer F. M. Wibaut. KUNSTKRING HEEMSTEDE. Lodewijk Schelfhout's aquarellen en droge-naald-etsen. Het werk van den kleinzoon van den grooten Andreas Schelfhout, den gevierden schilder van zoo vele ysvermaakjes en rivier-gezicht jes heeft met dat van den grootvader toch nog wel ééne overeenkomst: zUn groote technische vaardigheid. Lodewijk is al evenzeer een artist, die zooals men dat noemt, wat in zyn vingers heeft. Maar dan houdt verdere vergelijking ook absoluut op. Lodewyk's arbeid heeft geheel de geesteshouding van de zen tyd. En toch komt het my voor dat dit werk, dat een sterk mediteerende, naar het religieuze neigende uiteriyk heid bezit, in wezen hoofdzakeiyk in tellectueel is. Het zal wel daardoor ko men, dat ik Schelfhout's zwart-en-wit, hier zyn etsen, het meest waardeer cn zelfs een bewonderaar ben van de savante wijze waarop hy in dit genre zyn materiaal beheerscht-Nu zeg ik ook weer niet dat hy in de aquareltechniek minder gewirkst is. maar de zekere ge- man -erdheid die het werk de laatste vyftien jaar eigen is geworden, stoort me in de kleurteekeningen meer dan in de etsen. Ik geef toe, dat hier een persoonlijke sensatie spreekt, die buiten de qualitei- ten van het werk omgaat. Die qualiteiten zyn te bewonderen ln de groote aquarel met den biddenden Pierrot, in (rechts van den schoorsteen) een herder met t—se ryen schapen, een Maria met Jozef, en een markante studie in kleur van een schaapskop. Be halve in deze laatste overheerscht ln deze zaken een gedempt palet dat op oude kathedraalramen in namiddaglicht schynt geïnspireerd. Een roestig roodbruin, waarin plots diep blauw en groen van Duitsche pri mitieven muziek maken. Vee! dofzwart onderstreept den ernst van den toeleg en met zorg zijn de encadrementen zóó gekozen dat ze dien ernst niet storen. Schelfhouts's werk heeft ontegenzegge lijk: houding. Het is iets en in de Hol- landsche productie san vandaag van beteekenis. Invloeden: van Toorop, van het vóór-oorlogsch cubisme, van het moderne begeeren naar architektoni- schen bouw, van het landschap van Alx, Avignon en Italië... dit alles is op per- sooniyke wyze door Schelfhout ver werkt en tot eigen bezit gemaakt. In het etswerk voor mUn gevoel het zuiverst. Daaruit is alle troebelheid geweerd, ln de achterkamer hangt een groot blad, een ploeger, die met zyn beest een heuvel bestygt. met onder hen huizen en wegen en andere détails. Dat is van een heel bijzondere klaarheid en een met volslagen zelfbeheersching vertol ken van wat Vincent van Gogh. meer gepassionneerd. met zyn rietpen-teeke- ningen uit de buurt van Arles haalde. En de fluweel-achttge zwarten. die Schelfhout in zyn graphiek weet te verkrygen maken zyn prenten voer den liefhebber van prentkunst tot aparte waardeerbaarheden. Pieter van Gelder, de Haarlemmer is geen onbekende in deze rubriek en vond er meermalen waardeering. Ais noviteit voor my dan zagen wy hier de reeks poppen, door den artist vervaardigd voor een poppenspel van Balthazar Verhagen, dat de Magere" zal heeten. De poppen zijn alleraardigst verzorgd, amusant van aspect en doen. zooals hier de Diender, de Rechter, de Fluwee. len de Bakker enz. op een rytje staan, naar een vertooning van het poppen spel verlangen. Over de verdere productie van arti kelen van kunstnyverheid en dagelykscn gebruik zou ik niets nieuws weten te berichten. J. H. DE.BOIS. KUNSTDRUKTECHNIEK EN EXPOSITIE. Voor de leden der afdeeling Haarlem van den Neaerl. Roomsoh-Katholieken Grafischen Bond, was in een der zalen van het gebouw Sint Bavo, een leer zame. kleine tentoonstelling ingericht, waarby door den heer G. J. Jong, hoofd bestuurder van dien bond. uit Amster dam. een even leerzame causerie werd gehouden. Op tafels en langs de wanden lagen en hingen ze uitgestald, de resultaten der plaatdrukkunst, zoowel van vroegeren tyd als van dezen, onzen tyd die over zooveel nieuwe hulpmiddelen en vin dingen te beschikken heeft Affiches, illustraties, gebruiksgoed, alles was in voldoende mate vertegenwoordigd, waar by, zeer juist, in een leeroollectie als deze. meer op technische typeering dan op aesthetische waarde gelet was. In verband daarmee is het dan ook voor den kunstverslaggever de aangewezen taalrt op die technisohe uiteenzetting zyn aandacht te bepalen. Bovendien was de eigenlijke tentoonstelling met den Zaterdag afgeloopen en zouden dus zelfs sommige korte aesthetische beschouwin gen over een enkel affiche of prent geen nut hebben. Er is misschien voor een vereeniging als deze wel eens Iets van belang te doen ook op aesthetisch gebied. Vaak genoeg toch valt het tech- nisch-bijzondere met het aesthetisch be- langryke samen. Nu dan de voordracht. Het was een genoegen den heer Jong te hooren ver tellen, zooals het altyd een genoegen is een goed vakman over den arbeid die hem lief is, te hooren praten. Dat gaat gemeenlijk met een vertrouwelijkheid met de materie die veronderstelt dat alles voor iedereen even duidelijk is als voor hemzelf. En in dezen kring van vakmannen was die suppositie vermoede lijk niet zoo geheel onjuist. Een paar grepen in de oudheid: de eerste hout sneden. Albert Dürcr. de houtgravure later en dan nu weer de herleving van de houtsnykunst in onzen tyd. De spreker toonde open oog en meegevoel te hebben voor de tendenzen van de moderne kunst. Dan: een schetsmatige behandeling var. den steendruk en den modemsten vorm daarvan, den offset druk. een paar opmerkingen over de procédé van den diepdruk, een uiteen zetting van het lichtdrukprocédé en toenben ik huistoe gegaan met de zekerheid dat de vakgenooten hier oog velerlei van een »<IV- round ontwikkeld collega konden leeren. Zooals gezegd: onder het gcëx;»seento was van alles en nog wat een specimen of meerdere aanwezig. Vooral van werk ln offset- of rubber druk uitgevoerd, waren er nog al in waarde uiteen- loopende specimina uitgelegd. En dat de verzameling goed bijgehouden waa, bleek me uit de keurige map met kleur- reproducties in een mixed procédé dat door de Haariemsche firma Enschedé thans als Intagllo-druk wordt aangebo den. Een kleine aanteekening zou fle mij willen veroorlooven omdat ergens een Hollandsch drukkershart noodeloos in pijn gebracht zou kunnen zijn. Toen do spreker den lichtdruk behandelde liet hy een Italiaansch prentje zien in kleuren-lichtdruk procédé en voegde daaraan toe dat de kleurenliohtdruk ki Holland niet gemaakt werd. Dit nu is niet geheel Juist: Soherjon in Utrecht en Ik meen ook Bak&èr in Zaandijk heb ben zeker de eerste heel mooie resultaten daarin bereikt. Maar dit en passant. Zou het nu ook niet eens ag) den weg der vakvereeniging liggen haar leden behalve technisch ook aestretlsch te oriënteeren. De mooiste (technische) reproducties worden, o zoo vaak. naar absoluut onbenullige prullaria gemaakt en dat geschiedt zonder het minste zelf- verwyt, yskoud zooals dat heet omdat de drukker de aesthetiek niet regardeert en het resultaat van oen „mooi plaatje" hem hoofdzaak ls. Commerciëel niet stom, doch overigen» allerzyds een te betreuren blunder. J. H. DE BOia HET TOONEEL HET SCHOUWTOONEEL DE VREK Jan Musch als Harpagon en dat op een volksvoorstelling het was te ver wachten, dat de strook geel papier met het woord „Uitverkocht" reeds ln den middag triomfantelijk over het billet van De Vrek ln onzen Stadsschouwburg kon worden geplakt. En ook dat deze rol voor Musch in deze stampvolle zaal een succes zou worden. Zooals men om Shylock naar „De Koopman van Vene tië" gaat, zoo gaat men naar L'Avare om Harpagon. „De Vrek" ls meer dan een der andere werken van Molière een co- médie de caractère. In het beroemd® tooneel van den diefstal der cassett® stygt het werk boven het bUJspel uit, nadert het de tragedie. Zoo werd het gisteren ook begrepen door het over- groote deel van het publiek, dat den op komenden lach van enkelen onmiddellijk krachtig onderdrukte. In deze door Musch subliem gespeelde scène bereikte de voorstelling haar hoogtepunt en het doek moest na het vierde bedryf dan ook ontelbare malen omhoog. Wat daaraan voorafging vermocht niet dien indruk te maken, dien wy er van verwacht hadden. Voor een deel ligt dat misschien aan Molière, die heel zUn ge nie aan Harpagon schonk, maar zijn omgeving te veel in de schaduw liet staan. De Warenar kan de vergelijking met L'Avare glansTUk doorstaan' "eh als geheel staat Hooft s biyspel dan ook niet beneden het wereldberoemde werk van Molière. In de opvoering van Het Schouw- tooneel kwam nog sterker dan bij de lezing van L'Avare naar voren, dat d omgeving van Harpagon niet het sterfe* ste deel van dit biyspel vormt. Zoodra Jan Musch van het tooneel verdwenen was. was ook de belangstelling, voor wat daar op de planken gebeurde weg. Be halve Ellen Wiarda, die Frosine. de kop pelaarster levendig speelde, was er geen enkele der by rollen zelfs niet Jacque® van Ko Arnold! die de aandacht wist vast te houden. En ook de regt® was het niet gelukt eenheid ln het Sc heel te brengen. Misschien was men nog niet voldoende ingespeeld, maar het geheel miste styi en had nu nog iets rommeligs. En ook Jan Musch. om wlen wy ta de eerste plaats gekomen waren, steld® my als Harpagon eenigszins teleur. O ze ker. Musch heeft zooals wy konden verwachten in deze rol prachtige din gen gedaan, maar het leek my toe. of hfl er gisterer. niet geheel en al in was. of Harpagon hem niet aldoor in zUn mach tigen greep had. De Inzet was voortref felijk en de figuur stond bU zyn entre® reeds dadeiyk voor ons. De kop met d® bewegeiyke. loerende oogjes en de lek kende tong in dien drogen mond was wel volkomen die van Harpagon. De gierigheid stond er als ingevreten. D® schuifelende gang. de onrustige, ner- veusc gebaren, de gekromde, bcwegeiyk® vingers die aan grypklauwen deden denken, de scherpe, rauwe stem, het behoorde alles by den vrek van Molière. En zyn levendig, gevarieerd spel boeid® ln de eerste tooneelen voortdurend. Onze verwachting was dan ook hoog gespannen. Na I kwam er echter een merkbare inzinking. Dat dit aan de rol ligt, kan men moeilijk zeggen; zU biedt een karakterspeler aldoor gelegenheid tot rijk gevarieerd spel. Musch bleef op enkele momenten na. zooals in het tooneel. wanneer hy verrukt is over Valère's spreuk: „Men moet eten om t® leven en niet leven om te eten!" vry mat. Het leek my toe. dat hij niet geheel gedisponeerd was en lk geloof zeker, dat Musch de groote kunste naar op volgende avonden in de too neelen met Trosine en Jacques byvoor- bccld veel sterker en markanter zal roageeren dan hU gisteren deed. Eerst in het beroemde tooneel van de cassett® kreeg Harpagon hem geheel mee cn voerde de rol Musch op tot dc hoogt® van groot spel. Dat was geweldig. Ieder voelde de diepe tragiek van dezen door zijn hartstocht voor het geld bezeten mensch. Het was adembeklemmend en alleen om dit tooneel reeds zou men zUn Harpagon willen zien. Na Henri Poolman, die vele Jaren ge leden zyn zilveren jubileum in de rol van Harpagon heeft gevierd, ls Jan Musch weer de eerste Nederlandsche acteur, die Molière's Vrek op het reper toire brengt. De enorme belangstelling voor deze eerste voorstelling bewyst. dat zeer velen Molières beroemde werk gaarne nog eens willen genieten, -J. B. SCHUIL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 5