BIJ HET VEERTIGJARIG JUBILEUM VAN ONZEN OUDSTEN DIRECTEUR
1887 - 1 DECEMBER - 1927
HAARLEM'S DAGBL4D
STADSNIEUWS.
LETTEREN EN KUNST.
Hij heeft vele personen zien komen
en gaan. vele toestanden op verschil
lend gebied zich zien wijzigen. Mis
schien heeft hij gevonden, dat veel ls
verbeterd, doch dat op andere punten
het heden, in vergelijking me; vroeger
den toets der critiek niet kan door
staan. Maar een journalist kan niet bij
de pakken neerzitten; hij moet voor
uit; hij moet met zijn tijd medegaan.
wil hij het onderspit niet delven. Dat
alles heeft de journalist Peereboom be
grepen, en dat begrijpt hij nog.
Dit verklaart de gToote sympathie,
waarin hij zich bij voortduring mag
verheugen.
Wanneer wij een blik slaan op de veer
tig jaren, die achter cns liggen, kunnen
wij niet anders dan den Jubilaris daar
mede van harte gelukwenschen.
Mogen nog vele jaren van zegenrijken
arbeid hem beschoren zijn.
P. W. VAN STYRUM.
door den heer Chr. A.
View eg, Voorzitter der
Vereoniging De Nederland-
sche Dagbladpers.
Er zijn menschen, die ais het ware la
chend door de wereld gaan. Hier een
handdruk, daar een vriendelijke belofte,
ginder weêr een gezellig babbeltje of een
nieuwe mop, steeds een open oog voor
den vroolijken kant van het leven en
angstig schuwend elke verduistering
van hun horizon. Menschen, die zooge
naamd de geheele wereld hun vriend
noemen, doch die tenslotte weinig voor
him medemenschen zijn geweest.
Tot dit genus mag de heden jubilee-
rende Directeur van het Haarlem's Dag
blad J. C. Peereboom niet gerekend wor
den. Integendeel. Zyn leven is dat van
een ernstig en werkzaam man. die de
vele gaven, welke hem zijn toebedeeld,
in de eerste plaats wijdde aan zijn le
venstaak de courant doch daar
naast lust en gelegenheid vond om zijne
talenten tevens dienstbaar te maken aan
het algemeen belang.
Toen mij het verzoek bereikte om ln
dit nummer eenige woorden aan
den jubilaris te wijden, heb ik geaarzeld.
Peereboom toch heeft zich op zoo veel
zijdig gebied verdienstelijk gemaakt, dat
ik, die hem eerst in de latere Jaren
leerde kennen, zeker tekort zou schieten
in het eerbetoon dat hem daarvoor
rechtmatig toekomt. Maar gelukkig
kwam vóór mij in dit nummer een Haar
lemmer aan de beurt, die heel wat meer
over Peereboom's leven vertellen kan
dan ik.
Müne kennismaking met vriend Pee
reboom dateert van de oprichting van
de collegiale vereeniging van uitgevers
van Dagbladen ..De Nederlandsche Dag
bladpers", ruim vijftien jaren geleden.
Beiden hebben we herhaaldelijk deel uit
gemaakt van het bestuur. Dat bracht
mij van zelf nader met hem in aanra
king en ik meen hem in den loop der
jaren zelfs goed te hebben leeren ken
nen. Dit aanvankelijke sympathie is
waaröeermg. genegenheid en vriend
schap ontstaan eu ais er één is. die er
zich in verheugt dat Peereboom heden
de hulde zal worden gebracht, die hem
voor zijn veertigjarige onvermoeide
werkzaamheid eerlyk toekomt, dan is
het zeker schrijver dezes.
Uiteraard ken ik dus den jubilaris het
best als „vereenig tngs-collega" en als ik
hem liier als zoodanig naar voren breng,
dan ben ik overtuigd dat degenen, die
op ander gebied met hem samenwerkten
in .het algemeen belang of in dat eener
nuttige instelling of vereeniging, mijn
ervarmg zullen moeten beamen.
Peereboom is bovenal een ernstig man,
die het leven niet onverschillig aan zich
heeft laten voorbijgaan. Hij deed
als mensch en als journalist-uitgever
rijke ervaringen op en verstaat bij uit
stek de kunst daarvan anderen te doen
profiteeren. Zijn uitgebreide kennis van
menschen en zaken stelt hem in staat
ln veie omstandigheden een juist en
helder oordeel uit te spreken. Met ge
paste bescheidenheid doch niettemin met
de kracht eener overtuiging, die respect
afdwingt, brengt hij zijne bezwaren of
adviezen naar voren, met het woord of
met de pen eerlijk strijdend voor wat hij
juist acht. En daarbij bezit hy de gave
tevens anderer meening te eerbiedigen.
In werkkracht doet hy zeker voor nie
mand onder. Want als iemand er van
overtuigd is, dat het zitting nemen in
een bestuur niet alleen „vergaderen" be-
teekent, doch dat het beste werk in het
belang van de zaak. die men gemeen-
schappeiyk voorstaat, veelal geschiedt
aan de schryftafel in de rustige werk
kamer thuis dan is dat zeker Peere
boom. Hij schuwt den arbeid nooit en
neemt daarvan gaarne ruim zijn deel.
Maken die vele goede eigenschappen
hem tot een ellte-bestuurslld, hij heeft
er nog een andere hoedanigheid by, die
niet genoeg kan worden op prys gesteld,
nl. een goed humeur en den vasten wil
om een aangenamen en vriendschappeiy-
ken toon te helpen bevorderen.
Als ik aldus naga wat Peereboom ln
onzen kring heeft gepresteerd en wat
wy daar nog van dien krachtigen en le-
venslustigen man mogen verwachten
dan kan ik my voorstellen wat hy in
eigen omgeving is geweest, wat hy voor
de bloeiende gemeente Haarlem heeft
gedaan en wat hy daar nog wezen kan.
Allen, die daarvan rijke vruchten heb
ben geplukt, mogen dat heden wel eens
met een dankbaar hart vastleggen.
En wat my betreft, ga ik. ook uit naam
van de leden van ..De Nederlandsche
Dagbladpers" heden gaame vooraan met
den wensch, dat onze geachte Jubilaris
nog gedurende vele jaren in het bezit
moge blijven van zyn werkkracht en
zUn werklust, die velen tot zegen is ge
weest.
Chr. A. VIE WEG,
Voorzitter van „De Neder
landsche Dagbladpers".
Nymegen, 30 November 1927.
WOENSDAG 30 NOV. 1927
TWEEDE BLAD
ZENUWAANDOENINGEN
NA VACCINATIE.
EEN COMMISSIE VAN
ONDERZOEK.
Op verzoek van den Minister van Ar
beid. Handel en Nijverheid, heeft de
voorzitter van den Gezondheidsraad een
commissie samengesteld ten einde het
vraagstuk van het voorkomen van
zenuwaandoeningen na vaccinatie dat
door verschillende leden afzon
derlijk in behandeling was geno
men, in onderling overleg en in al zyn
geledingen wetenschappelijk te bestudee-
ren. In deze comrr'.sie hebben zitting
genomen: Dr. N. M. Josephus Jitta,
(voorzitter): Prof. Dr. H. Aldershoff;
arts J. P. Byl; Prof. Dr. L. Bouman,
Dr. P. S. van Boudyk Bastiaanse; Dr.
H. S. Frenkel; Prof. Dr. E. Gorter, Prof.
Dr. J. J. van Loghem, Dr. J. T. Terburgh,
Dr. A. J. Vitringa. De Gezondheidsraad
roept de medewerking in van alle ge-
neesheeren in den lande om zyn werk
zoo vruchtdragend mogelijk te maken
JUBILEUM H. SPIER,
Den eersten December a.s. hoopt de
heer H. Spier, brievenbesteller alhier,
den dag te herdenken dat hy vóór 25
jaren in dienst trad by de Posteryen.
De heer Spier, die reeds een twintig
tal jaren deel uitmaakt van het bestuur
zijner vakorganisatie, is bij zyn collega's
en andere vakgenooten, alsmeie by het
personeel der Telegrafie en Telefonie een
zeer geziene persoonlijkheid. Gedurende
het grootste deel van zyn diensttijd was
hy belast met de invordering van gelden
op quitanties en wissels, waardoor hy
ook buiten den krin:. zijner vakgenooten
zeker geen onbekende is.
Ook in zyn particuliere leven neemt
hy in verschillende vereenigingen, zoo
als de Kindervereeniging Zuider-Buiten-
spaarne, Het Vaderland Getrouw, het
Israëlitisch Begrafenisfonds, enz., als
bestuurslid of in andere functies, een
vooraanstaande plaats in.
Aan vele blijken van belangstelling
zal het hem dien dag dus zeker niet
ontbreken.
DE ZAAK-VAN DER STEL.
Proces tee en de Vereeni
ging van Gasfabrikanten
SCHADEVERGOEDING
GEVRAAGD.
Het Vaderland schrijft;
By de Haagsche Rechtbank is een
civiel geding aanhangig, waarby A. van
der Stel, vroeger gasdirecteur. van de
Vereeniging van Gasfabrikanten scha
devergoeding vordert op grond, dat hy
ls geroyeerd als lid dier Vereeniging.
In deze zaak zullen de pleidooien wor
den gehouden voor de 1ste Kamer der
Haagsche Rechtbank op Vryöag 9 De
cember a.s.
OPENBARE VERGADERING ANTI-
STEMDWANGPARTIJ.
Bovengenoemde party belegt heden
avond een vergadering in het
Brongebouw. Als spreker treedt op de
heer C. Bonnet uit Blaricum, met het
onderwerp „Is het parlement waardig
voor een revolutie?"
Tevens zullen het woord voeren de
heeren George Oversteegen en Jean
Fagel Jr., De avond werd opgeluisterd
met zang en accordeonmuziek van den
heer H. A. Spoor en partners.
ST. NTCOLAAS VAN HET W.A.C.
Behoudens toestemming van B. en
W.. zal a.s. Zaterdag van 12 uur tot
half vyf een collecte gehouden worden
door het bestuur van het Werkloozen
Agitatie Comité, teneinde de kinderen
der werkloozen een St. Nicolaasfeest te
bereiden. Het bestuur van het W.A.C.
doet een beroep op den weldadigheids
zin van de burgerij. Het ls voornemens
het St. Nicolaasfeest voor de kinderen
te houden in het Brongebouw.
HET TREINVERKEER.
Voorkomen van ij zei-
stagnatie.
DOOR VERWARMING ELEC-
TRISCHE VOEDINGSDRADEN.
Wij lezen in De Avondpost;
In verband met de verleden week
plaats gehad hebbende stagnatie in het
treinverkeer op de geëlectrificeerde iyn
AmsterdamRotterdam, veroorzaakt
door den yzel, vernemen wy, dat de
Spoorwegen het voornemen koesteren,
om te voorkomen, dat zich weer ys aan
de draden vastzet, waardoor de trei
nenloop belemmerd wordt, om, indien de
weersgesteldheid zulks kan doen ver
wachten, de draden te verwarmen en
daardoor ysaanzetting te beletten.
By een dergelyken maatregel, waar
van deskundigen resultaat verwachten,
ls het noodig. dat de Spoorwegen gere
geld op de hoogte zyn van de weers
voorspelling. opdat zij tUd'.g voor vol
doende verwarming der diaden kan
zorg dragen.
Daartoe hebben de spoorwegen de hulp
en de medewerking ingeroepen van het
Kon. Ned. Met. Instituut te De Bilt en
die ook verkregen. Zoodat. aangenomen
mag worden dat dergelijke storingen in
de toekomst „door de kacheltjes aan
den draad" voorkomen kunnen wor-
door Jhr. Mr. F. W. van
Styrum, Deken van den
Raad van Toezicht en
Discipline van de Orde
van Advocaten te Haarlem
HERINNERINGEN EN INDRUKKEN
Wanneer fk my nederzet om eenige
herinneringen en indrukken betreffen
de dengene, wiens naam hierboven
staat, op schrift te stellen, komt my
zooveel en zoo velerlei te binnen, dat ik
gevoel, dat ik mij zeer moet beperken.
Groot is de belangstelling, die hy ge
toond heeft voor het gewest zilner in
woning. In het byzonder voor Haarlem
en niet te onderschatten is de invloed,
dien hy door zyn wel geschreven arti
kelen, en door de leiding, die hij aan
Haarlem's Dagblad heeft gegeven, op
de publieke opinie in zijn omgeving heeft
gehad.
Ik sprak van Haarlem's Dagblad,
want ontegenzeggelijk staat ons voor den
geest de geboren journalist, vlug met
de pen, die altijd welversneden was. en
slagvaardig, wanneer hy daarvoor ter
men aanwezig achtte; buitengewoon
actief en zyn voorlichting gevende, op
een wijze, die in den regel insloeg:
met talent medewerkers zoekende, wan
neer hy oordeelde, dat anderen op zeker
gebied (bUv. muziek, tooneelkunst, beel
dende kunsten, economische vraagstuk
ken) de materie meer beheerschten dan
hyzelf.
Toen hij zich aan Haarlem's Dagblad
verbond, had dit blad lang niet dien
omvang, noch die beteékenis. die het al
lengs heeft verkregen en heden ten dage
heeft. Dat zulks thans het geval is,
heeft het grootendeels aan hem te dan
ken. Zonder noodzaak was hy nimmer
scherp; hy trachtte diegenen, welke van
een andere meening waren, met hoffe
lijkheid te bejegenen, maar tegelijker
tijd achtte hij zich niet ontslagen van
den plicht om zijn eigen meening met
kracht en klem van woorden te verde
digen.
Hij was, met andere woorden, een
journalist van de goede soort, trach
tende eigen meening ingang te doen
vinden zonder anderen te kwetsen.
Wanneer hy inzag, dat hy gedwaald had,
kostte het hem geen moeite om van
wijziging van zyn zienswijze te doen
blijken.
Ik zeide zooeven, dat hij een geboren
journalist was; toch was hy niet van den
aanvang af daarvoor opgeleid, doch toen
hy zich op de journalistiek wierp, bleek
spoedig, dat dit de richting was. waarin
hij zich het meest ontwikkelen zou en
de Juistheid daarvan heeft zich op de
meest evidente wijze geopenbaard.
Hy heeft begTepen, dat aan een dag
blad andere eischen mosten worden ge
steld, dan aan een wetenschappelijk tijd
schrift; dat een dagblad ook behoort te
zyn een nieuwsblad, waarin de lezers
allerlei kunnen vinden, dat hun belang
inboezemt, ook al mocht de redacteur
het zelf weinig interessant achten.
Hy heeft ingezien dat een dagblad
DER EWIGE JUDE
Donderdag 1 December zal het Mos-
kauer Künstlertheater Habima in den
Stadsschouwburg het drama „Der Ewige
Jude" opvoeren.
De directie van den Schouwburg ver
zoekt ons de volgende beschryving van
den inhoud van het stuk te plaatsen:
DER EWIGE JUDE
Motto: Op den dag van de
verwoesting van den tempel
is de Messias geboren.
Legende.
Eerste bedryf
Het stuk begint met een muzikale In
leiding, die de verwoesting van den
tempel illustreert, 's Morgens vroeg in
het stadje Birath-Arba. Markt. Lang
zaam komen kooplieden, vrouwen, inge-
beelden en dieren. Niemand denkt aan
den ondergang van Judea, ieder wordt
door eigen beslommeringen in beslag
genomen; men dry ft handel, bedriegt
de arme menschen en haalt allerlei
slechts uit met de deeme Martha. Deze
handelingen worden onderbroken door
de komst van drie grijsaards, die van
de moeiiyke dagen van Jeruzalem ver
tellen. In de stad heerscht honger en
nood. De leider Tarfon acht het zelfs
voor mogeiyk, dat de tempel reeds ver
woest is.
De oude Gurion houdt een vlammen
de rede over de wonderdaden van God
en de hoop keert in de harten van het
volk terug. Men zegt gebeden. Deze hei
lige stemming wordt vierstoord door
de schelle stem van een onbekende: „Ik
verkoop luiers". De geheele stad is ver
stoord door de ontwijding van de stem
ming door den onbekende, die de vraag
stelt: „Is er onder u in Birath-A^ba
iemand die Chiskyahu heet. die op
den dag van de verwoesting van den
Tempel een zoon kreeg, die Menachem
genoemd werd?" Het volk is verontwaar
digd. doch de oudsten van de stad hoo-
ren den onbekende aan, waarby uitkomt
dat hy nooit in Jeruzalem geweest ls en
ook niemand uit Jeruzalem gesproken
heeft. De onbekende blyft echter bU
zyn meening, dat de Tempel reeds 10 da
gen geleden verwoest werd en ln Birath-
Arba op dien dag een kind. de toekom
stige Messias, geboren werd.
Een blinde bedelaar roept: .Een pro
feet!"
Het volk wil zich reeds aan de voeten
van den profeet werpen, doch de riJ-
ken, die hun macht niet verliezen wil
len, twyfelen aan de waarheid van zyn
woorden en verlangen van hem een
wonder te zien. De onbekende verhaalt,
dat hy een eenvoudige landarbeider is.
Als hy een tien dagen terug tijdens zyn
werk een brommenden os wilde slaan,
kwam er een oud man naar hem toe.
die hem de verwoesting van den Tem
pel mededeelde en zei: „Ga naar Birath-
Arba, daar vindt gij de moeder van
den Messias. Hy heet Menachem, zoon
van Chiskyahu."
nu eenmaal niet bestaan kan zonder
een welverzorgde advertentierubriek; da*
eenerzyds de lezers een courant ter hand
nemen, omdat zij vertrouwen, dat zij
daarin veel van hun gading zullen vin
den, en anderzyds belanghebbenden hun
advertenties bij voorkeur plaatsen ln een
blad, dat vele lezers heeft. Een uit
gever van een blad moet, behalve Jour
nalistiek, ook commercieel zyn aange
legd, wil hy succes hebben. Hy moet
zyn blad aantrekkelijk weten te maken
zoowel voor de lezers, als voor de ad
verteerders.
Dat Peereboom di't heeft gevoeld en
met talent ln praktijk heeft gebracht,
verklaart de groote rol, die hy heeft ge
speeld.
Ilij heeft zich ook getoond te zyn
een uitnemend verslaggever en tevens
nabetrachter van de vergaderingen, die
hy heeft bygewoond.
Als zoodanig heb ik hem meermalen
bewonderd en op prys gesteld in de jaren
dat ik deel uitmaakte van den Gemeen
teraad. Zulk een verslaggever heeft dik
wijls een moeilijke, en somtijds ook een
onaangename taak. vooral als de ver
gadering onderbroken wordt door een
met gesloten deuren. Dat is zeker, dat
men zoodoende wel leert zijn ziel in
lijdzaamheid te bezitten, ook al is het
een goede oefensohool op het gebied
van de zelfbeheersching!
Wat my altyd zeer heeft getroffen
is zyn talent als uitnemend causeur.
Het is met een journalist als met
een kok, die er voor zorgen moet, dat
hij de spyzen op smakelijke wijze op-
dlscht en die kunst verstond hy uit
stekend.
Wij werden er dezer dagen aan her
innerd. dat wylen Pisuisse in zyn boek
schreef, dat hij „beu was van uit
slaande branden, die met koolzuurspuiten
en Vechtslangen werden gebluscht" en
dat hij iets verlangde, dat zijn geest meer
in beslag kon nemen.
Dat heeft Peereboom ook gevoeld er.
dat heeft hy getoond door het schrij-
ven van zyn talryke artikelen. Ik noem
slechts, behalve de reeds gememoreerde
nabetrachtingen van den Gemeenteraad,
die getiteld „Om ons Heen", die, ge-
teekend Fidelio, enz. enz.
De vruchtbaarheid van zijn pen doet
denken aan Charles Boissevain in zyn
„Van Dag tot Dag". Gelijk deze heeft
Peereboom van zijn groote belangstel
ling doen blijken in tal van onderwer
pen. te veel om op te noemen, en nog
heden ten dage gaat hy daarmede
voort, ook al heeft hij de Hoofdredactie
van Haarlem's Dagblad aan jongere
kracht overgelaten.
Wij hopen, dot hij nog lang daar
mede zal voortgaan en dat hij den
lezers nog menige pennevrucht zal
schenken.
In den loop der tijden heeft hy.
evenals ondergeteekende in Haarlem veel
zien veranderen. Hy is hier gekomen
tydens het Burgemeesterschap van Mr.
Iordens, en heeft alle evoluties mede
gemaakt onder de opvolgers Bore el van
Hogelanden, Sandberg en Maarschalk.
Daarom kwam hy naar Birath-Arba,
om den Messias te zoeken.
*t Volk wil hem reeds geloof schenken,
de rUken echter lachen hem uit. De me
nigte wil hem steenigen, doch als hy
drie dagen uitstel vraagt om den Mes
sias te vinden, worden hem die op voor
spraak van Gurion verleend. Boden zul
len naar Jeruzalem gezonden worden
om zyn woorden te controleeren.
Het volk dreigt den onbekende dat
het hem onbarmhartig dooden zal als
zyn voorspellingen valsch blyken. Een
wacht wordt by hem achtergelaten,
waarop allen zich verwyderen om voor
de overwinning te bidden.
Tweede bedryf.
Moe van de wederwaardigheden van
den dag, slaapt de Profeet op zyn stroo-
zak in en mompelt voor zich de woor
den. „Menachem, zoon van Chiskyahu"
De vrouwen by de wacht lachen hem
uit en meer ln het by'zonder de deerne
Martha. Woedend schreeuwt de Pro
feet: „Ik verkoop luiers!"
Plotseling verschynt een jonge vrouw,
die werkeiyk luiers wil koopen. zy
wordt met gelach ontvangen, doch
spoedig biykt, dat haar tien dagen te
voren een zoon geboren werd, die Me
nachem heet en waarvan de vader
Chlskijahu genaamd is. De menschen
stuiven uit elkaar, de Profeet voelt zich
gelukkig. Hy wil naar den Messias,
doch de wacht, die haar plicht moet
doen, meent dat dit alles een vooraf
opgemaakt plan is.
De Profeet moet blyven en verneemt
van de moeder, dat het kind inderdaad
op den dag van de verwoesting van den
Tempel geboren werd. Daardoor werd
het kind niet geloofd en vervloekt, zy
mocht het zelfs niet voeden. De Pro
feet stelt haar gerust en zegt, dat God
het zoo gewild heeft.
Het volk cn de oudsten van de stad
komen terug. Het volk werpt zich aan
de voeten van den Profeet en van de
jonge vrouw. De Profeet troost de me
nigte en wil hen tot den Messias voeren
Dan breekt een storm los: de jonge
vrouw brengt spoedig het bericht, dat
het kind in den storm omgekomen is
„Dat is de vloek van God: zoo is zyn
wil, omdat ik niet ging om de vrijheid
te verdedigen, thans zal ik trekken
van land tot land. van stad tot stad en
den Messias zoeken."
En met den uitroep „Menachem" be
treedt de Profeet zyn eeuwigen! on-
sterfeiyken weg.
IN MEMORIAM HERMAN
HEIJERMANS.
AMSTERDAM, 29 Nov. Alhier ls
een comité opgericht met het doel voor
Herman Heyermans een gedenkteeken
op te richten, hetwelk een pla3ts zal
moeten vinden in het Vondelpark
Thans, drie Jaar na de teraardebestel
ling van den beroemden schryver. acht
men den tyd gekomen voor de gedachte
aan een gedenkteeken in het openbaar.
Het adres van den penningmeester
secretaris is: Frans Mynssen, Beurspas-
sage 8, Post Giro Nr. 133600. Voorzitter
is de heer F. M. Wibaut.
KUNSTKRING HEEMSTEDE.
Lodewijk Schelfhout's aquarellen en
droge-naald-etsen. Het werk van den
kleinzoon van den grooten Andreas
Schelfhout, den gevierden schilder van
zoo vele ysvermaakjes en rivier-gezicht
jes heeft met dat van den grootvader
toch nog wel ééne overeenkomst: zUn
groote technische vaardigheid. Lodewijk
is al evenzeer een artist, die zooals men
dat noemt, wat in zyn vingers heeft.
Maar dan houdt verdere vergelijking
ook absoluut op. Lodewyk's arbeid
heeft geheel de geesteshouding van de
zen tyd. En toch komt het my voor dat
dit werk, dat een sterk mediteerende,
naar het religieuze neigende uiteriyk
heid bezit, in wezen hoofdzakeiyk in
tellectueel is. Het zal wel daardoor ko
men, dat ik Schelfhout's zwart-en-wit,
hier zyn etsen, het meest waardeer cn
zelfs een bewonderaar ben van de
savante wijze waarop hy in dit genre
zyn materiaal beheerscht-Nu zeg ik ook
weer niet dat hy in de aquareltechniek
minder gewirkst is. maar de zekere ge-
man -erdheid die het werk de laatste
vyftien jaar eigen is geworden, stoort
me in de kleurteekeningen meer dan
in de etsen.
Ik geef toe, dat hier een persoonlijke
sensatie spreekt, die buiten de qualitei-
ten van het werk omgaat.
Die qualiteiten zyn te bewonderen ln
de groote aquarel met den biddenden
Pierrot, in (rechts van den schoorsteen)
een herder met t—se ryen schapen, een
Maria met Jozef, en een markante
studie in kleur van een schaapskop. Be
halve in deze laatste overheerscht ln
deze zaken een gedempt palet dat op
oude kathedraalramen in namiddaglicht
schynt geïnspireerd.
Een roestig roodbruin, waarin plots
diep blauw en groen van Duitsche pri
mitieven muziek maken. Vee! dofzwart
onderstreept den ernst van den toeleg
en met zorg zijn de encadrementen zóó
gekozen dat ze dien ernst niet storen.
Schelfhouts's werk heeft ontegenzegge
lijk: houding. Het is iets en in de Hol-
landsche productie san vandaag van
beteekenis. Invloeden: van Toorop, van
het vóór-oorlogsch cubisme, van het
moderne begeeren naar architektoni-
schen bouw, van het landschap van Alx,
Avignon en Italië... dit alles is op per-
sooniyke wyze door Schelfhout ver
werkt en tot eigen bezit gemaakt. In het
etswerk voor mUn gevoel het zuiverst.
Daaruit is alle troebelheid geweerd, ln
de achterkamer hangt een groot blad,
een ploeger, die met zyn beest een
heuvel bestygt. met onder hen huizen
en wegen en andere détails. Dat is van
een heel bijzondere klaarheid en een
met volslagen zelfbeheersching vertol
ken van wat Vincent van Gogh. meer
gepassionneerd. met zyn rietpen-teeke-
ningen uit de buurt van Arles haalde.
En de fluweel-achttge zwarten. die
Schelfhout in zyn graphiek weet te
verkrygen maken zyn prenten voer den
liefhebber van prentkunst tot aparte
waardeerbaarheden.
Pieter van Gelder, de Haarlemmer is
geen onbekende in deze rubriek en
vond er meermalen waardeering. Ais
noviteit voor my dan zagen wy
hier de reeks poppen, door den artist
vervaardigd voor een poppenspel van
Balthazar Verhagen, dat de Magere" zal
heeten.
De poppen zijn alleraardigst verzorgd,
amusant van aspect en doen. zooals
hier de Diender, de Rechter, de Fluwee.
len de Bakker enz. op een rytje staan,
naar een vertooning van het poppen
spel verlangen.
Over de verdere productie van arti
kelen van kunstnyverheid en dagelykscn
gebruik zou ik niets nieuws weten te
berichten.
J. H. DE.BOIS.
KUNSTDRUKTECHNIEK EN
EXPOSITIE.
Voor de leden der afdeeling Haarlem
van den Neaerl. Roomsoh-Katholieken
Grafischen Bond, was in een der zalen
van het gebouw Sint Bavo, een leer
zame. kleine tentoonstelling ingericht,
waarby door den heer G. J. Jong, hoofd
bestuurder van dien bond. uit Amster
dam. een even leerzame causerie werd
gehouden.
Op tafels en langs de wanden lagen en
hingen ze uitgestald, de resultaten der
plaatdrukkunst, zoowel van vroegeren
tyd als van dezen, onzen tyd die over
zooveel nieuwe hulpmiddelen en vin
dingen te beschikken heeft Affiches,
illustraties, gebruiksgoed, alles was in
voldoende mate vertegenwoordigd, waar
by, zeer juist, in een leeroollectie als
deze. meer op technische typeering dan
op aesthetische waarde gelet was. In
verband daarmee is het dan ook voor
den kunstverslaggever de aangewezen
taalrt op die technisohe uiteenzetting zyn
aandacht te bepalen. Bovendien was
de eigenlijke tentoonstelling met den
Zaterdag afgeloopen en zouden dus zelfs
sommige korte aesthetische beschouwin
gen over een enkel affiche of prent
geen nut hebben. Er is misschien voor
een vereeniging als deze wel eens Iets
van belang te doen ook op aesthetisch
gebied. Vaak genoeg toch valt het tech-
nisch-bijzondere met het aesthetisch be-
langryke samen.
Nu dan de voordracht. Het was een
genoegen den heer Jong te hooren ver
tellen, zooals het altyd een genoegen is
een goed vakman over den arbeid die
hem lief is, te hooren praten. Dat gaat
gemeenlijk met een vertrouwelijkheid
met de materie die veronderstelt dat
alles voor iedereen even duidelijk is als
voor hemzelf. En in dezen kring van
vakmannen was die suppositie vermoede
lijk niet zoo geheel onjuist. Een paar
grepen in de oudheid: de eerste hout
sneden. Albert Dürcr. de houtgravure
later en dan nu weer de herleving
van de houtsnykunst in onzen tyd. De
spreker toonde open oog en meegevoel
te hebben voor de tendenzen van de
moderne kunst. Dan: een schetsmatige
behandeling var. den steendruk en den
modemsten vorm daarvan, den offset
druk. een paar opmerkingen over de
procédé van den diepdruk, een uiteen
zetting van het lichtdrukprocédé en
toenben ik huistoe gegaan met
de zekerheid dat de vakgenooten hier
oog velerlei van een »<IV-
round ontwikkeld collega konden leeren.
Zooals gezegd: onder het gcëx;»seento
was van alles en nog wat een specimen
of meerdere aanwezig. Vooral van werk
ln offset- of rubber druk uitgevoerd,
waren er nog al in waarde uiteen-
loopende specimina uitgelegd. En dat
de verzameling goed bijgehouden waa,
bleek me uit de keurige map met kleur-
reproducties in een mixed procédé dat
door de Haariemsche firma Enschedé
thans als Intagllo-druk wordt aangebo
den. Een kleine aanteekening zou fle
mij willen veroorlooven omdat ergens
een Hollandsch drukkershart noodeloos
in pijn gebracht zou kunnen zijn. Toen
do spreker den lichtdruk behandelde liet
hy een Italiaansch prentje zien in
kleuren-lichtdruk procédé en voegde
daaraan toe dat de kleurenliohtdruk ki
Holland niet gemaakt werd. Dit nu is
niet geheel Juist: Soherjon in Utrecht
en Ik meen ook Bak&èr in Zaandijk heb
ben zeker de eerste heel mooie
resultaten daarin bereikt. Maar dit en
passant. Zou het nu ook niet eens ag)
den weg der vakvereeniging liggen haar
leden behalve technisch ook aestretlsch
te oriënteeren. De mooiste (technische)
reproducties worden, o zoo vaak. naar
absoluut onbenullige prullaria gemaakt
en dat geschiedt zonder het minste zelf-
verwyt, yskoud zooals dat heet
omdat de drukker de aesthetiek niet
regardeert en het resultaat van oen
„mooi plaatje" hem hoofdzaak ls.
Commerciëel niet stom, doch overigen»
allerzyds een te betreuren blunder.
J. H. DE BOia
HET TOONEEL
HET SCHOUWTOONEEL
DE VREK
Jan Musch als Harpagon en dat op
een volksvoorstelling het was te ver
wachten, dat de strook geel papier met
het woord „Uitverkocht" reeds ln den
middag triomfantelijk over het billet
van De Vrek ln onzen Stadsschouwburg
kon worden geplakt. En ook dat deze
rol voor Musch in deze stampvolle zaal
een succes zou worden. Zooals men om
Shylock naar „De Koopman van Vene
tië" gaat, zoo gaat men naar L'Avare om
Harpagon. „De Vrek" ls meer dan een
der andere werken van Molière een co-
médie de caractère. In het beroemd®
tooneel van den diefstal der cassett®
stygt het werk boven het bUJspel uit,
nadert het de tragedie. Zoo werd het
gisteren ook begrepen door het over-
groote deel van het publiek, dat den op
komenden lach van enkelen onmiddellijk
krachtig onderdrukte. In deze door
Musch subliem gespeelde scène bereikte
de voorstelling haar hoogtepunt en het
doek moest na het vierde bedryf dan
ook ontelbare malen omhoog.
Wat daaraan voorafging vermocht niet
dien indruk te maken, dien wy er van
verwacht hadden. Voor een deel ligt dat
misschien aan Molière, die heel zUn ge
nie aan Harpagon schonk, maar zijn
omgeving te veel in de schaduw liet
staan. De Warenar kan de vergelijking
met L'Avare glansTUk doorstaan' "eh als
geheel staat Hooft s biyspel dan ook niet
beneden het wereldberoemde werk van
Molière.
In de opvoering van Het Schouw-
tooneel kwam nog sterker dan bij de
lezing van L'Avare naar voren, dat d
omgeving van Harpagon niet het sterfe*
ste deel van dit biyspel vormt. Zoodra
Jan Musch van het tooneel verdwenen
was. was ook de belangstelling, voor wat
daar op de planken gebeurde weg. Be
halve Ellen Wiarda, die Frosine. de kop
pelaarster levendig speelde, was er geen
enkele der by rollen zelfs niet Jacque®
van Ko Arnold! die de aandacht
wist vast te houden. En ook de regt®
was het niet gelukt eenheid ln het Sc
heel te brengen. Misschien was men
nog niet voldoende ingespeeld, maar
het geheel miste styi en had nu nog
iets rommeligs.
En ook Jan Musch. om wlen wy ta
de eerste plaats gekomen waren, steld®
my als Harpagon eenigszins teleur. O ze
ker. Musch heeft zooals wy konden
verwachten in deze rol prachtige din
gen gedaan, maar het leek my toe. of hfl
er gisterer. niet geheel en al in was. of
Harpagon hem niet aldoor in zUn mach
tigen greep had. De Inzet was voortref
felijk en de figuur stond bU zyn entre®
reeds dadeiyk voor ons. De kop met d®
bewegeiyke. loerende oogjes en de lek
kende tong in dien drogen mond was
wel volkomen die van Harpagon. De
gierigheid stond er als ingevreten. D®
schuifelende gang. de onrustige, ner-
veusc gebaren, de gekromde, bcwegeiyk®
vingers die aan grypklauwen deden
denken, de scherpe, rauwe stem, het
behoorde alles by den vrek van Molière.
En zyn levendig, gevarieerd spel boeid®
ln de eerste tooneelen voortdurend.
Onze verwachting was dan ook hoog
gespannen. Na I kwam er echter een
merkbare inzinking. Dat dit aan de rol
ligt, kan men moeilijk zeggen; zU biedt
een karakterspeler aldoor gelegenheid
tot rijk gevarieerd spel. Musch bleef
op enkele momenten na. zooals in het
tooneel. wanneer hy verrukt is over
Valère's spreuk: „Men moet eten om t®
leven en niet leven om te eten!"
vry mat. Het leek my toe. dat hij niet
geheel gedisponeerd was en lk geloof
zeker, dat Musch de groote kunste
naar op volgende avonden in de too
neelen met Trosine en Jacques byvoor-
bccld veel sterker en markanter zal
roageeren dan hU gisteren deed. Eerst
in het beroemde tooneel van de cassett®
kreeg Harpagon hem geheel mee cn
voerde de rol Musch op tot dc hoogt®
van groot spel. Dat was geweldig. Ieder
voelde de diepe tragiek van dezen door
zijn hartstocht voor het geld bezeten
mensch. Het was adembeklemmend en
alleen om dit tooneel reeds zou men
zUn Harpagon willen zien.
Na Henri Poolman, die vele Jaren ge
leden zyn zilveren jubileum in de rol
van Harpagon heeft gevierd, ls Jan
Musch weer de eerste Nederlandsche
acteur, die Molière's Vrek op het reper
toire brengt. De enorme belangstelling
voor deze eerste voorstelling bewyst. dat
zeer velen Molières beroemde werk
gaarne nog eens willen genieten,
-J. B. SCHUIL,