VAN OUDE TIJDEN. FLITSEN FEUILLETON VERMIST INGEZONDEN STEUN AAN WERK- LOOZEN. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 31 DEC. 1927 VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1091 WACHTEN OP HET NIEUWE JAAR Vader vindt het eigenlijk een dwaas idee om op het nieuwe jaar te wach ten maar als de anderen het willen nou, het is tijd precies twaalf uur op zijn hor loge veel heil en zegen en laten we nu naar bed gaan de anderen verzekeren hem dat z'n horloge voor is - berust er, na debat, in. tc wachten tot er scheten gehoord worden merkt na 5 minuten op dat hü een stoomfluit hoorde en wordt opmerk zaam gemaakt., dat het een trein was een getoeter, eenige mi nuien later blijkt bij na der inzien niot anders dan een auto te zijn Va.: i' lioort nog eenigel kec.L.. .iet loos alarm en begint er al aan te wanhopen of het nieuwe jnar ooit zal komen een half uur later raken de anderen het erover eens, dat het nu toch over twaalven moet zijn. maar niemand heeft signalen gehoord. (Nadruk verboden). DE SNEEUWPRET IN BLOEMENDAAL. INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN M CENTS PER REGEL.' ADMINISTRATIES EN BELASTINGZAKEN INRICHTEN, BPIIOUDEN EN CONTRÓLEEREN VANAF 16, - PER MAAND I N. J. Th. SCHMIDT - LEERAAR M.O. BOEKH. - WH HELMIN AL AAN 4 - DEN HOU f ^Gediscoureert synde omme de Pre- (jjcanten eens te tracteren. is hetselve vastgestelt over 2 a 3 weecken te doen. ende daerbij te versoecken de oude burgermeesteren." Zoo staat, 24 April 1664, opgeteekend jn het resolutie-boek van burgemeeste- ren. Dit onthaal gold alleen de gere formeerde predikanten; die der andere kerkgenootschappen waren geen diena ren der Staatskerk, en kwamen dus voor een tractatie niet in aanmerking. Overigens doe ik den lezer opmerken, dat over deze aangelegenheid niet „ge delibereerd" was, maar „gediscou- reerd." Dit klinkt huiselijker, gewoner: de heeren hadden met elkander afge sproken, dat ze de dominees eens een beleefdheidzouden bewijzen. Kleine geschenken onderhouden de vriendschap, en gezellige avondjes be vorderen een goede verstandhouding. En daarom was het hier te doen. De nauwe band. die, tijdens de republiek, Staat en Kerk verbond, plaatste burge meesters en predikanten in een eigen aardige onderlinge betrekking. De ker- keraad, liet bestuur der gereformeer de gemeente, beriep haar voogangers, maar op de keuze hadden burgemees ters, het bestuur der stad, een grooten invloed. Ja, ze bezaten de middelen om een ongevvenschten bedienaar van het Evangelie te weren. Daarenboven be taalde de stad een deel van het predi- kantstractement onder den naam van douceur, bijslag of „tot een nieuwe jaar"; een financieele regeling, waar aan de overheid meende het recht te kunnen ontleenen in bepaalde omstan digheden de vrijheid van spreken te beperken. In ieder geval, geen politiek op den kansel! En als dominee zich verstoutte van deze hooge plaat het re- geerlngsbeleid te hekelen, kon het ge beuren, dat hij een uitnoodiging ont ving „ter camere te compareeren" om zich hier, hooger plaats nog, te laten gezeggen. Een en ander was natuurlijk aan een goede verstandhouding niet bevorderlijk. Veeleer dreigde een con flict, en wie zijn geschiedenis kent, weet welke groote afmetingen zulke conflicten konden aannemen. Intusschen hierbij sta ik niet langer stil. Het zou niet goed zijn het jaar te besluiten met dergelijke sombere over peinzingen. Waarom u, voor het laatst in 1927, een donker tafereel opgehan gen, terwijl hier het licht niet ont breekt? Op grond dezer overweging be gon ik dan ook met een uitnoodiging tot een gezellig avondje, en ga ik nu ver der med het verhaal van de onderschei ding, waarmee burgemeesters dominee Johannes Creijghton behandelden. Dit geval staat niet op zichzelf, kan eerder als voorbeeld diehen van de toenmalige hooge waardeering van het predikambt. En indien de dragers van dit treffelyk ambt het ijverig waarnamen en zich slechts niet met regeeringszaken be moeiden, liet de overheid het hun niet san eerbewijzen ontbreken. Zelfs in die mate, dat wij, met onze toestanden voor oogen, eenige moeite hebben om te begrijpen, dat het eens zóó is geweest. Ga maar eens na. Dominee Creijgh ton, een man „van de gemeente alhier seer bemint ende aan de regeeringe aangenaem", komt, in April 1719, voor op het drietal voor Den Haag. Het ge rucht gaat, dat hij beroepen zal wor den, en burgemeesters, vreezende te laat te komen, zenden een tweetal af gevaardigden naar den predikant om hem „te temoigneren de agtinge van de regeringe voor sijn persoon en dienste, en te versocken, dat, soo dat beroep op sijn persoon en dienste, en te versoe ken, dat, zoo dat beroep op syn Eer waard emogte vallen, dat hij dienaan gaande sigh niet wilde in eeniger ma- niere engageren, voordat hij nader we gens haer Ed. Gr. Achtb. soude sijn ge sproken." Het waren de heeren Mr. Albert Fa- bricius, raad en pensionaris, en Mr. Jacobus de Hockepied, secretaris der stad, aan wie deze aangename opdracht te beurt viel. Zij kweten zich gratieus- HJk en in slerlyke bewoordingen van hun taak, en ontvingen van den heer Creijghton. in niet minder hoffelijke uitdrukkingen, de verzekering, dat hij „ten uytterste" dankbaar was voor de eer hem aangedaan, dat hij „soude bid den en sugten, dat de hemel sijnen milden segen van tijd tot tijd wilde ver- leenen over de loffelijcke regeringe van haer Ed. Gr. Achtb. en derselver aan- sienelijke personen en familiën", en zich verplicht achtte met welke toezeg ging de man had kunnen volstaan het verzoek van burgemeesteren In te willigen. Vierdagen later kwam het beroep. An dermaal makende pensionaris met den secretaris hun opwachting bij de pre dikant om „door alle middelen van per- Naar het Duitsch van F. ARNEFELDT. Vertaald door JAC. VAN EMDEN. 17) O. wat wreed, riep Juliane uit. Wat zal de oude heer daarvan wel zeg gen? Kummer is naar hem toegegaan. Zou hij ook gelooven, dat vader het geld gestolen heeft? Als in antwoord op deze vraag reed juist het rytuig met. Selma von Kirch- dorf voor. Vóór broer en zuster voldoen de van hun verbazing bekomen waren, om haar tegemoet te gaan, was ze al in huis. Met tranen in de oogen om helsde ze Juliane. Arme, lieve Juliane, hoe is het er tnee? vroeg zij. Wat een vreeselljk ougeluk dat jullie overkomen is! Waar ls J. arme moeder? Zij ligt te bed; de dokter heeft ab solute rust voorgeschreven; ze slaapt op het oogenblik. Wat vriendelijk van u om ons te komen opzoeken, freule, zei Gustaaf nee Creijghton blijft. suasiën te traglen hem te permoveren omme het beroep in den Hage af te slaan." Tevens worden zijn „naeste vrienden" namens het stadsbestuur uit- genoodigd daartoe mede hun overre dingskracht aan te wenden. Eindelijk, de derde aanval, lieten burgemeesters den kerkeraad weten, dat het hun aangenaam zou wezen, indien hij zijn „devoiren metalle hertelijkheyt daerbij zoude voegen." Creijghton, zeide ik, stond bij de re geering goed aangeschreven. Toch was het niet alleen de ingenomenheid met zijn persoon, die haar bewoog zulke krachtige pogingen aan te wenden om hem voor Haarlem te behouden. Wie goed oplet, bemerkt tot zijn spijt, dat hier ook naijver aan 't, werk was. De vraag of een predikant, van Haarlem een beroep naar elders mocht aanne men, ja. zelfs de vraag of de kerkeraad van een andere gemeente zich verstou ten mocht uit Haarlem een predikant te beroepen, hebben onze burgemeesters steeds ontkennend beantwoord. In zoo'n geval overlegden ze „op wat wijse de ergernis voor de regering en gemeynte weg te nemen," en ze namen besluiten, die herhaling moesten voorkomen. De eer cier stad was ermee gemoeid. Aan Amsterdam of aan Den Haag als stand plaats de voorkeur geven boven Haar lem. wat anders was het dan ergernis geven? En de kerkeraad, die zijn keus op een onzer voorgangers liet vallen, schoot onder Haarlem's duiven. Van daar de maatregelen om „zooveel het doenlfjk sy te beletten, dat geene predi- canten binnen dese stad staande, van hier naer elders beroepen synde, „qua nten te vertrecken". Voor dominee CreUghton waren zulke maatregelen overbodig. Na de toespraak der stedelijke afgevaardigden, stond hy daar „zichtbaar ontroerd", om een vakter mte gebruiken. Hij kon den heeren zyn „finale resolutie" nog niet meedeelen, maar verzocht uitstel. Natuurlyk zei hy dit niet zoo kort als ik het hier weergeef en vond hy gele genheid te deen opmerken, dat zijn Haagsche vrienden hem trachten over te halen het beroep aan te nemen „on der belofte van zijn nombreuse familie in alle occasie te sullen bedenken, ende met opconiende beneficiën te besorgen." Maar hy liet de stedeiyke ministers niet zonder hoop heengaan. Die hoop is vervuld geworden: Jo. hannes Creyghton is tot zyn dood in 1738 te Haarlem werkzaam geweest. Als predikant en als bibliothecaris. Zie hier de eerste beneficie, de eerste onder scheiding voor den man, die „sigh ten genoege van haer Ed. Gr. Achtb. heeft willen expliceren" en „blijft bij dese syne gemeynte. die sulx soo vuuriglijk en hertelyk wenst." Hy blyft en wordt bibliothecaris op een jaariyks tracte- ment van honderd gulden. En om te tooneu, dat het dit ambt is opgedra gen uitsluitend „in consideratie van het playsier" dat deselve aan de rege ringe ende de gemeynte wel heeft willen doen," bepaalden burgemeesters, dat „het gemeld bibliothecarisambt met desseifs overiyden sal sijn gemortifi- ceert." Het ambt om den man? Wy kunnen er voor dezen keer vrede mee hebben, want deze man was een voor treffelijk man. Het toeval wilde, dat dominee juist e enboekje geschreven had, een „Ver klaring van den brief van Judas". Dit boekje draagt hy aan burgemeesters op en deze opdracht bezorgde hem een tweede beneficie of voordeel: een som van zes honderd en dertig guldens. Uit dit opdracht nam ik hier graag iets over. o mmet den schryver, by wyze van nieuwjaarswensch, de verwachting uit te spreken, dat «de Roem uwer Wysheyt en uwes IJvers voor Kerk, Staat en Stadt tot in verren Lande doordronge." Maar dit zou ons te ver van huis voeren, juist nu op den huisc- lyken Oudejaarsavond. Daarom eindig ik. Ge zyt immers voldoende ingelicht: dominee Creijghton bleef en Den Haag kreeg hem niet. H. E. KNAPPERT. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Forberg, terwyi zy met hun drieën de woonkamer binnengingen. Verwondert dat u misschien, me neer Forberg? Het is waar. u schynt den weg naar Charlottenburg niet meer te kunnen vinden. Sedert ik van de kostschool terug ben, bent u maar zel den by grootvader geweest. Ik zat voor mijn examen, veront schuldigde dc jonge man zich. En Juliane cok, dat zyn de meest afdoende uitvluchten om zyn vrienden te verwaarloozen. antwoordde Selma een beetje scherp, ma^r ze ging dadelijk op warmen, harteiyken toon verder: Maar ik ben niet gekomen om jullie een standje le maken, arme kinderen, maar om je te troosten en te helpen, vcor zoover ik kan. O, dat kan niemand, snikte Juliane terwijl Forberg vroeg: Weet u alles? Ja, ik was bang. dat de schrik groot vader kwaad zou doen, toen hij dat af schuwelijke bericht in de krant las en we waren nog In de eerste opwinding er over, toen kwam oom Eduard al. om... Om mijn vader van diefstal te be schuldigen! viel Foiherg haar li> de rede. Selma knikte. Dat deed liy. maar we hebben hem onze meening gezegd, I grootvader en ik. Jc grootvader gelcoft het ook niet, OVER BEVORDERING DER VERZEKERING. In aansluiting op onze raededeelingen in het nummer van Woensdag over werkloozen-quaesties schryft men ons van den kant der vakcentrales: Inderdaad is het aan te bevelen dat het Burgerlijk Armbestuur het voor beeld van andere gemeenten gaat vol gen waaronder er een aantal zyn uit de naaste omgeving, n.l. Heemstede en Haarlemmermeer om bij werkloos heid aan de verzekerde arbeiders een hoogere uickeering te verstrekken clan aan de met verzekerden. Vooral den laatsten tijd zou men ge neigd zyn de vraag te stellen wordt voor sommige elementen de gang naar het Burgerlyk Armbestuur niet wat al te gemakkelyk gemaakt, waardoor voor al hierbij het spreekwoord „de brutaal ste meiisch heeft de halve wereld" in gang gaat vinden. De practijk doet im mers zien, dat er menschen zijn die er niet voor terugschrikken om zich als zy zonder werk komen, den eersten dag den beste om ondersteuning aan te melden, waarbij het dan nog voorkomt dat dergelyke personen maanden ach tereen een verdienste van boven de f 40 per week hebben gehad. Hierbij zijn er dan zelfs die niet wns de zorgen voor een gezin hebben. Aan zulke personen zou de vraag ge steld kunnen worden (het gaat toch om het geld van de gemeenschap) waarom zij zich niet tegen werkloosheid verze kerd hebben en hen daarom slechte een minimum-uitkeering verstrekken. Het is een algemeen belang dat de 'arbeiders zich verzekeren tegen de na- deellge gevolgen van werkloosheid,. Van iedere richting der vakbeweging be staan verzekeringen tegen werkloosheid, doch bovendien zyn er ook neutrale vereeniglngen, zoodat er keus te over is om zich te verzekeren. Maar dan is het ook taak van het Burgerlijk Armbestuur om zorg te dra gen, dat een niet-verzekerde gelyke ondersteuning ontvangt als de verzeker de en in geen geval dat een niet-ver zekerde een hooger steunbedrag ont vangt, zooals ook wel eens een enkele maal moet voorkomen. Het is te verwachten, dat de eisch om zich te verzekeren in het begin eenig verzet van dc zyde der werkloozen (niet verzekerden) zal uitlokken, omdat het gemakkelyker is rechtstreeks zich te wenden tot het Burgerlyk Armbestuur als tot een kas. met zyn sterkere con trole, wachtweek en sterker onderzoek; doch resultaat zal ten slotte zyn, dat het algemeen belang is gediend, het Burgerlijk Armbestuur meer ontheven wordt en. de betrokken werk- looze arbeiders zelf niet om ondersteu ning behoeven te vragen, maar op grond van het feit dat zy verzekerd zijn hun rechten op uitkeering kunnen doen gelden. Zooals wy reeds mededeelden is by het Burgerlyl: Armbestuur een verzoek van de vakcentrales in'behandeling óm maatregelente nemen om de uitkeerin- gen zoo te stellen, dat de arbeiders aan gezet worden om zich te verzekeren te gen werkloosheid. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug te bekomen bij: C. Crans, Fr. Halstraat 46, schakelarmband; J. Dijt. 't- Krom 12, 2 paardcnbellen; A. W. Wykhuizen, Soutmanstraat 45, broekje, jongensschortje; J. H. Honko, Schelde- straat 30, zwart kinderbont; O. v. d Knoop, Maraisstraat 6, gryze das; G. v. Bel, Zocherstraat 51, reservoirdop van auto; A. J. Kranenburg, Heerenweg 251, bruine hond; H. J. Kryger, Alb. Thym- straat 28, herdershond; A. Martin. Kolkstraat 21 rood. bruine kinderhand- schoen; P. D. Ryken, Assendelverstr. 40a grys wo""" handschoen; F. v. d. Vos sen, Botermarkt 5, dameshorloge; F. Dekker, Nagtzaamplein 28. insigne; P. H. Kalf, pyislaan 17, bruine jas; Bur. van Politie, Smedestraat, yi Litermaat; P. J. Beunder, Ged. Voldersgracht 3, portemonnale; D. Haantjes, Hoofman- straat 1, portemonnale met inhoud; J. H. Honko, Scheldestraat 30, portemon nale met inhoud; J. M. v. d. Woerd, Teylerstraat 65. gryze paardendeken; Van Tongeren, Spaarnhovenstraat 37, portemonnaie met Inhoud: Bur. van po- 'itie, Smedestraat, kinderschoentje en grys wollen sokken; J. Straatman, Har- menjansweg 80, sleutel van melkbus; P. Bos, Tempeliersstraat 28, slinger v. auto; A. v. d. Heuvel. Schouwtjeslaan 2A, sleutel; J. van Meizen, Kennemer- straat 9E. sleutel; G. van Donselaar, Glasblazerstraat 8. eenige tijdschriften; 'C Dremer, Delftstraat 23, kindertasch- fe; Bur. van Politie Smedestraat, wol len vest; R. de Vos. Schouwtjeslaan 10, zweep: „De Automaat". Schoterweg 186 zak met knolrapen. anders zou je hier niet zijn, zei Juliane verlicht. Nu, eeriyk gezegd, gevraagd heb ik het hem niet, lachte Selma. Ik heb laten inspannen en zoodra oom Eduard vertrokken was, reed ik weg. Zonder te weten, of uw grootvader het goed vond! O, freule, dat had u niet mogen doen! zei Gustaaf For berg. Ja, meneer, antwoordde Selma met een alleraardigst eigenwys gezicht. Ik zou ook tegen den zin van myn grootvader gekomen zyn; myn lieve Juliane had ik niet in den steek gelaten. Maar maak je maar niet ongerust zei ze. toen ze Juliane's ver schrikt gezicht zag. kalmeerend, hy heeft het mij niet verboden, hy ge looft geen woord van alles wat men van je vader vertelt. Denkt hy ook dat hem een onge luk overkomen is? vroeg Gustaaf. Selma knikte bevestigend en Juliane voegde er. in tranen uitbarstende aan toe: Hy is dood. Waar is zUn ïyk toch gebleven? De gedachte daaraan maakt me gek. Wie denkt nu dadelijk aan zulke vreeselijke dingen, antwoordde freule von Kirchsdorf, maar haar stem klonk somber, ze sprak tegen beter weten in. Opgewekter ging ze verder: Kom eens hier by mij zitten en vertel my alles, dan hoor ik dc zaak cok van een In ons vorig nummer schreven we uit voerig over de sneeuwpret op den Hoo- gen Duin en Daalschenweg te Bloemen- daal. Daarby werd de volgende klacht geuit: „Jammer maar. dat de baan hier en daar reeds leeiyk de steenen vertoon de, zoodat het wel gauw gedaan zal zyn met deze pret. Jammer voor hen die „meedoen", maar ook jammer voor de genen die cr na een heeriykc wande ling zich komen verlustigen in vroolyk sneeuwspel. Alleen nieuwe sneeuw kan uitkomst brengen". Welnu, deze nieuw sneeuw is er geko men! Wel niet op de gebruikelyke wyze. want er is geen sneeuwbuitje meer ge vallen. maar ze is er toch! Donderdag middag. teen de pret haar hoogtepunt bereikte, liet de politie het sleden even ophouden, om aan den bestuurder van een grooten vrachtauto der Bloemen- daalsche gemeentereiniging gelegenheid te geven, langzaam de steile hoogte te beklimmen. Overal zag men verschrikte gezichten. De politie-agenten werden be stormd met-vragen, of het sleden verbo den was en er nu zand gestrooid werd Maax neen. de auto bevatte een groote lading zuiver witte sneeuw, zonder één korreltje zand! De heele baan werd duchtig onder handen genomen; vooral de scherpe bocht, die deze baan zoo aantrekkeiyk maakt, werd hierdoor veel verbeterd. Het aantal slede-liefhebbers groeide intusschen voortdurend aan, temeer daar het verblUf op de IJsbaan wegens den sterken wind allesbehalve aangenaam was. Toen de politie het spel weer liet dooi-gaan suisden weer een groot aantal sleden van allerlei soort naar beneden. Langzaam werd begonnen, steeds groo- ter werd de snelheid op het eerste rech te eind, om dan tenslotte in duizeling wekkende vaart te trachten de bocht te nemen. Gelukte dit, dan had men weer een mooi stuk van 200 meter lengte voor den boeg, dat geen byzonderc moeiiyk- heden opleverde. Maar voor velen lever de de bocht onoverkomelijke bezwaren op; dan stoven de sleedjes in een wolk van sneeuw den zijkant van den weg in, waar het publiek zich zoo vlug mogelijk in veiligheid bracht. Dapper werd dan weer naar boven geklommen, om den moeilyken tocht nog eens te onderne men; groot was het enthousiasme als men er tenslotte in slaagde om het ge- heele parcours zonder haperen af te leg gen! Zelfs een pol!tie-man kon de verlei ding niet weerstaan om het sensatio- neele ritje eens mee te maken en groot was de vreugde toen hy als passagier op een snelle, Amerikaansche bestuur bare slede, veilig beneden kwam! Deze agent veroverde hiermede op slag de harten van alle bob-sleeërs! anderen kant en kan ik het Grootvader vertellen. Ze trok Juliane naast zich op de canapé, Gustaaf ging op een stoel aan haar andere zyde zitten. Meneer Kummer is naar Charlot tenburg, om uw Grootvader op de hoog te te brengen, vertelde hy. O, dat is uitstekend! vond Sel ma. U weet zeker nog niet dat hij ontslagen is? vroeg Gustaaf. Selma sprong overeind. O, dat is afschuwelijk, dat vergeef ik oom Eduard en neef Julius zoo lang ik leef niet. Geen voet zet ik meer over hun drempel. Selma vernam van Juliane en Gustaaf overigens niets dat ze niet reeds wist en ofschoon ze niet in staat was hun raad te geven, deed haar aanwezigheid, haar frisschc, origineelc manier van praten, de besliste wyze. waarop ze party koos, de twee jonge menschen Innig gced. Hei dienstmeisje kwam binnen en vroeg of Juliane bij haar moeder, die juist wakker geworden was. kwam. Mag lk met Je meegaan, ik zal niet spreken, maar haar allee:: toeknikken en haar een hand geven, dat zal haar geen kwaad doen. verzocht Selma. Neen( het zal haar Juist goed doen. zooals uw komst het ons ook heeft gedaan, sci Gustaaf aangedaan. CORRUPTIE IN HET GASBEDRIJF. Wat te Dostinchem gebeurde. DE DIRECTEUR DOOR SCHRIK BEVANGEN. Uit Doetinchem wordt aan de Tel ge schreven: Naar aanleiding van een vermeende corruptie in alle gemeentebedryven al hier heeft de raad eenigen tyd geleden een commissie van onderzoek be noemd. Deze commissie heeft eenige malen vergaderd, waarbij gebleken is. dat de gemeente o.a. by het gasbedryf waarschynlijk voor vele duizenden guldens is benadeeld.. De commissie assumeerde de heeren mr. Nöthorn en Van der Stel. als deskundigen, waartoe zy ten volle gerechtigd was, daar zy van den raad de bevoegdheid had ver kregen alles te doen wat zy in het be lang der zaak achtte. Donderdagmiddag werd den direc teur van de gasfabriek, den heer Pieter- son verzocht voor de commissie te ver schijnen, teneinde eenige inlichtingen tc verstrekken. De heer Pleterson ver scheen inderdaad. De burgemeester stelde den direc teur aan de verschillende commissiele den voor, doch toen deze tot de heeren Van der Stel en mr. Nöthorn genaderd was, trok hy ijlings de reeds uitgesto ken hand terug. Als door een panischen schrik bevangen holde de directeur de zaal uit en de straat op. Nog riep de burgemeester hem na: „Pleterson. denk aan wat je doet", maar niets mocht baten. De commissie stelde daarop voor een spoedvergadering van den raad te doen beleggen, waarop behandeld zou moeten worden het voorstel den directeur op staanden voet te schorsen. De commis sie was van oordeel, dat haar, waar z\' de bevoegdheid had verkregen o.a. den directeur voor zich te doen /«jrschU- nen tot het verstrekken van nadere inlichtingen, een beleediging was aan gedaan. In een spoedvergadering van B. en W. werd echter besloten den di recteur niet te schorsen. Dc commissie vergaderde Donderdagavond wederom en legde zich bij deze beslissing niet neer. Zy heeft verzocht tc dezer zake nog dit jaar een spoedvergadering van den raad byeen te roepen. DE REMBRANDT BEHOUDEN. Uit Warschau wordt gemeld dat men er bij den brand in het kasteel Dzikow In zou zyn geslaagd alle schilderyen van oude meesters te redden. Hetzelf por tret van Rembrandt, dat eerst als ver loren werd beschouwd, zou dus behou den zyn. VERKEERSONGELUKKEN Te Haarlemmermeer. De 79-jarige landbouwer N. B. aan den Sloterweg te Haarlemmermeer, die van een wagen viel en overreden werd cn met een gedeelteiyk verbryzeld ^'eu werd opgeiv n, heeft het ziekenhuis, waarin hy ...e maanden ls verpleegd geweest, mogen verlaten. Echter niet volkomen genezen, oindat het niet tc verwachten Ls dat het been weer ge heel normaal zal worden. Voor den inhoud dezer rubriek stelt ie Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst if niet geplaatst, wordt dc kopie den nzender niet teruggegeven. NIEUWJAAR 1928. Veel heil en zegen. Deze woorden, zooveel beteckenend, worden by den aanvang van een nieuw jaar. zoo werktuigeiyk. zoo gewoon en gemakkelyk uitgesproken. Veel heil en zegen, men wenscht dit zichzelf en ook anderen toe. Heil. een ander woord voor „heclen" en „teren", het heeft burgerrecht ver kregen in onze samenleving en men verstaat dc bcteekenis niet. Heil en zegen wordt u aangeboden en gü beantwoordt dezen wensch met het aanbieden van een borrel. Wilt gU uw naaste, die u 't beste toe- wenscht, desgeiyks behandelen, geef hem dan geen borreL Heelen cn beteren kunt gy u zelf en ook anderen door op Nieuwjaar te beginnen geen drank tot u tc nemen of anderen tc geven. En wat ls „zegen" is dat geen geluk, voorspoed en gezondheid om geen meer zaken te noemen. Kunt ge zegen erlangen na het aan bieden van drank? 8tast het gebruik daarvan het huiseiyk leven niet in den weg? Komt door het gebruik voorspoed in het gezin? Wordt de gezondheid niet ondermUnd en de krachten niet gesloopt door liet gebruik van alcohol? wy vra gen slechts. Wanneer een wensch op nieuwjaar In ontvangst wordt genomen of door u wordt uitgesproken, laat het dan geen holle klanken zyn, maar op recht en welgemeend. Heil en zegen, in den goeden zin des woords, wordt u aangeboden namens het Blauwe-Weck-Comité door den Se cretaris J. W. MOLENAAR Haarlem. 31 Dec. 1927, Toen de zieke de deur hoorde open gaan, sloeg zy haar oogen op en een glans van vreugde kwam over haar bleek gezicht bij het zien van Selma. Blijft u rustig liggen, lieve moe der Forberg. Grootvader laat u groeten; weest u maar niet zoo verdrietig; alles zal nog wel in orde komen! Ze drukte zacht een kus op het voorhoofd van de zieke en ging gerülschloos de kamer uit, terwyl ze Juliane toefluisterde: Blijf by Je moeder, ik kom heel gauw weer Gustaaf Forberg bracht haar naar het rytuig. Wilt u niet gauw eens weer bij grootvader komen? vrceg zij hem. Waarom is het tussclien ons zoo ver anderd? Omdat we geen kinderen meer zyn, freule von Kircbdorf, zeide hy, al len het laatste deel van de vraag be antwoordend. Mijn allerhartelijkste dank. Met een diepe buiging sloot hy liet portier en hij staarde nog iang in de richting waarin het rytuig verdwe nen was. Sterren moet men niet willen pluk ken: men moet zich alleen over hun schittering verheugen, mompelde hy. Het was gc;d dat ik ook den biyden schijn ontvlucht ben, voor ik me tot een dwaasheid heb laten verleiden, want wat men toen aanmatiging en misschien waanzin genoemd zou hebben, zou nu een misdaad lieeten! Zou Aurelia het ook aoo noemen? peinsde hij verder en in de plaats van het lichtblonde meisje niet de viooltjes- blauwe oogen verscheen liera hat beeld van een weelderige vrouwengestalte met zwart haar, donkere oogen en een rcoden, lokkenden mond. Intusschen zat Selma onder het te rugrijden naar Charlottenburg na te denken over Gustaaf's afscheidswoor den: Omdat we geen kinderen meer zijn, freule von Kichdorf! Wat was het een mooie tyd geweest, toen ze het nog waren! Wel had Gu staaf Forberg, de gymnasiast, haar eiganiyk altijd al min of meer een volwassene geleken, als hU met zUn zusje, haar speelkameraadje, die ech ter ook een paar jaar ouder was dan zy zelf, meegekomen W3s naar het huls van haar grootouders, want hy had altijd zoo iets ernstigs over zich ge had en hy wist zoo verbazend veel. Toch hadden ze ook vaak in den tuin of in het park in Charlottenburg heerlijk met hun drietjes gespeeld, of OusUutf had hun voorgelezen of mooie verhalen verteld. Als het hem echter gelukt was om tot de schilderyen van haar grootvader door tc dringen, dan was hy steeds voor haar verloren geweest. (Wordt vervolgd-)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 7