VAN OUDE TIJDEN.
FLITSEN
FEUILLETON
VERMIST
INGEZONDEN
STEUN AAN WERK-
LOOZEN.
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 31 DEC. 1927
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1091
WACHTEN OP HET NIEUWE JAAR
Vader vindt het eigenlijk
een dwaas idee om op
het nieuwe jaar te wach
ten maar als de anderen
het willen
nou, het is tijd precies
twaalf uur op zijn hor
loge veel heil en zegen
en laten we nu naar bed
gaan
de anderen verzekeren
hem dat z'n horloge voor
is - berust er, na debat,
in. tc wachten tot er
scheten gehoord worden
merkt na 5 minuten op
dat hü een stoomfluit
hoorde en wordt opmerk
zaam gemaakt., dat het
een trein was
een getoeter, eenige mi
nuien later blijkt bij na
der inzien niot anders
dan een auto te zijn
Va.: i' lioort nog eenigel
kec.L.. .iet loos alarm
en begint er al aan te
wanhopen of het nieuwe
jnar ooit zal komen
een half uur later raken
de anderen het erover
eens, dat het nu toch
over twaalven moet zijn.
maar niemand heeft
signalen gehoord.
(Nadruk verboden).
DE SNEEUWPRET IN
BLOEMENDAAL.
INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN M CENTS PER REGEL.'
ADMINISTRATIES EN BELASTINGZAKEN
INRICHTEN, BPIIOUDEN EN CONTRÓLEEREN VANAF 16, - PER MAAND I
N. J. Th. SCHMIDT - LEERAAR M.O. BOEKH. - WH HELMIN AL AAN 4 - DEN HOU f
^Gediscoureert synde omme de Pre-
(jjcanten eens te tracteren. is hetselve
vastgestelt over 2 a 3 weecken te doen.
ende daerbij te versoecken de oude
burgermeesteren."
Zoo staat, 24 April 1664, opgeteekend
jn het resolutie-boek van burgemeeste-
ren. Dit onthaal gold alleen de gere
formeerde predikanten; die der andere
kerkgenootschappen waren geen diena
ren der Staatskerk, en kwamen dus
voor een tractatie niet in aanmerking.
Overigens doe ik den lezer opmerken,
dat over deze aangelegenheid niet „ge
delibereerd" was, maar „gediscou-
reerd." Dit klinkt huiselijker, gewoner:
de heeren hadden met elkander afge
sproken, dat ze de dominees eens een
beleefdheidzouden bewijzen.
Kleine geschenken onderhouden de
vriendschap, en gezellige avondjes be
vorderen een goede verstandhouding.
En daarom was het hier te doen. De
nauwe band. die, tijdens de republiek,
Staat en Kerk verbond, plaatste burge
meesters en predikanten in een eigen
aardige onderlinge betrekking. De ker-
keraad, liet bestuur der gereformeer
de gemeente, beriep haar voogangers,
maar op de keuze hadden burgemees
ters, het bestuur der stad, een grooten
invloed. Ja, ze bezaten de middelen om
een ongevvenschten bedienaar van het
Evangelie te weren. Daarenboven be
taalde de stad een deel van het predi-
kantstractement onder den naam van
douceur, bijslag of „tot een nieuwe
jaar"; een financieele regeling, waar
aan de overheid meende het recht te
kunnen ontleenen in bepaalde omstan
digheden de vrijheid van spreken te
beperken. In ieder geval, geen politiek
op den kansel! En als dominee zich
verstoutte van deze hooge plaat het re-
geerlngsbeleid te hekelen, kon het ge
beuren, dat hij een uitnoodiging ont
ving „ter camere te compareeren" om
zich hier, hooger plaats nog, te laten
gezeggen. Een en ander was natuurlijk
aan een goede verstandhouding niet
bevorderlijk. Veeleer dreigde een con
flict, en wie zijn geschiedenis kent,
weet welke groote afmetingen zulke
conflicten konden aannemen.
Intusschen hierbij sta ik niet langer
stil. Het zou niet goed zijn het jaar te
besluiten met dergelijke sombere over
peinzingen. Waarom u, voor het laatst
in 1927, een donker tafereel opgehan
gen, terwijl hier het licht niet ont
breekt? Op grond dezer overweging be
gon ik dan ook met een uitnoodiging tot
een gezellig avondje, en ga ik nu ver
der med het verhaal van de onderschei
ding, waarmee burgemeesters dominee
Johannes Creijghton behandelden. Dit
geval staat niet op zichzelf, kan eerder
als voorbeeld diehen van de toenmalige
hooge waardeering van het predikambt.
En indien de dragers van dit treffelyk
ambt het ijverig waarnamen en zich
slechts niet met regeeringszaken be
moeiden, liet de overheid het hun niet
san eerbewijzen ontbreken. Zelfs in die
mate, dat wij, met onze toestanden
voor oogen, eenige moeite hebben om te
begrijpen, dat het eens zóó is geweest.
Ga maar eens na. Dominee Creijgh
ton, een man „van de gemeente alhier
seer bemint ende aan de regeeringe
aangenaem", komt, in April 1719, voor
op het drietal voor Den Haag. Het ge
rucht gaat, dat hij beroepen zal wor
den, en burgemeesters, vreezende te
laat te komen, zenden een tweetal af
gevaardigden naar den predikant om
hem „te temoigneren de agtinge van de
regeringe voor sijn persoon en dienste,
en te versocken, dat, soo dat beroep op
sijn persoon en dienste, en te versoe
ken, dat, zoo dat beroep op syn Eer
waard emogte vallen, dat hij dienaan
gaande sigh niet wilde in eeniger ma-
niere engageren, voordat hij nader we
gens haer Ed. Gr. Achtb. soude sijn ge
sproken."
Het waren de heeren Mr. Albert Fa-
bricius, raad en pensionaris, en Mr.
Jacobus de Hockepied, secretaris der
stad, aan wie deze aangename opdracht
te beurt viel. Zij kweten zich gratieus-
HJk en in slerlyke bewoordingen van
hun taak, en ontvingen van den heer
Creijghton. in niet minder hoffelijke
uitdrukkingen, de verzekering, dat hij
„ten uytterste" dankbaar was voor de
eer hem aangedaan, dat hij „soude bid
den en sugten, dat de hemel sijnen
milden segen van tijd tot tijd wilde ver-
leenen over de loffelijcke regeringe van
haer Ed. Gr. Achtb. en derselver aan-
sienelijke personen en familiën", en zich
verplicht achtte met welke toezeg
ging de man had kunnen volstaan
het verzoek van burgemeesteren In te
willigen.
Vierdagen later kwam het beroep. An
dermaal makende pensionaris met den
secretaris hun opwachting bij de pre
dikant om „door alle middelen van per-
Naar het Duitsch van
F. ARNEFELDT.
Vertaald door
JAC. VAN EMDEN.
17)
O. wat wreed, riep Juliane uit.
Wat zal de oude heer daarvan wel zeg
gen?
Kummer is naar hem toegegaan.
Zou hij ook gelooven, dat vader het
geld gestolen heeft?
Als in antwoord op deze vraag reed
juist het rytuig met. Selma von Kirch-
dorf voor. Vóór broer en zuster voldoen
de van hun verbazing bekomen waren,
om haar tegemoet te gaan, was ze al
in huis. Met tranen in de oogen om
helsde ze Juliane.
Arme, lieve Juliane, hoe is het er
tnee? vroeg zij. Wat een vreeselljk
ougeluk dat jullie overkomen is! Waar ls
J. arme moeder?
Zij ligt te bed; de dokter heeft ab
solute rust voorgeschreven; ze slaapt
op het oogenblik.
Wat vriendelijk van u om ons te
komen opzoeken, freule, zei Gustaaf
nee Creijghton blijft.
suasiën te traglen hem te permoveren
omme het beroep in den Hage af te
slaan." Tevens worden zijn „naeste
vrienden" namens het stadsbestuur uit-
genoodigd daartoe mede hun overre
dingskracht aan te wenden. Eindelijk,
de derde aanval, lieten burgemeesters
den kerkeraad weten, dat het hun
aangenaam zou wezen, indien hij zijn
„devoiren metalle hertelijkheyt daerbij
zoude voegen."
Creijghton, zeide ik, stond bij de re
geering goed aangeschreven. Toch was
het niet alleen de ingenomenheid met
zijn persoon, die haar bewoog zulke
krachtige pogingen aan te wenden om
hem voor Haarlem te behouden. Wie
goed oplet, bemerkt tot zijn spijt, dat
hier ook naijver aan 't, werk was. De
vraag of een predikant, van Haarlem
een beroep naar elders mocht aanne
men, ja. zelfs de vraag of de kerkeraad
van een andere gemeente zich verstou
ten mocht uit Haarlem een predikant
te beroepen, hebben onze burgemeesters
steeds ontkennend beantwoord. In zoo'n
geval overlegden ze „op wat wijse de
ergernis voor de regering en gemeynte
weg te nemen," en ze namen besluiten,
die herhaling moesten voorkomen. De
eer cier stad was ermee gemoeid. Aan
Amsterdam of aan Den Haag als stand
plaats de voorkeur geven boven Haar
lem. wat anders was het dan ergernis
geven? En de kerkeraad, die zijn keus
op een onzer voorgangers liet vallen,
schoot onder Haarlem's duiven. Van
daar de maatregelen om „zooveel het
doenlfjk sy te beletten, dat geene predi-
canten binnen dese stad staande, van
hier naer elders beroepen synde, „qua
nten te vertrecken".
Voor dominee CreUghton waren
zulke maatregelen overbodig. Na de
toespraak der stedelijke afgevaardigden,
stond hy daar „zichtbaar ontroerd",
om een vakter mte gebruiken. Hij kon
den heeren zyn „finale resolutie" nog
niet meedeelen, maar verzocht uitstel.
Natuurlyk zei hy dit niet zoo kort als
ik het hier weergeef en vond hy gele
genheid te deen opmerken, dat zijn
Haagsche vrienden hem trachten over
te halen het beroep aan te nemen „on
der belofte van zijn nombreuse familie
in alle occasie te sullen bedenken, ende
met opconiende beneficiën te besorgen."
Maar hy liet de stedeiyke ministers
niet zonder hoop heengaan.
Die hoop is vervuld geworden: Jo.
hannes Creyghton is tot zyn dood in
1738 te Haarlem werkzaam geweest.
Als predikant en als bibliothecaris. Zie
hier de eerste beneficie, de eerste onder
scheiding voor den man, die „sigh ten
genoege van haer Ed. Gr. Achtb. heeft
willen expliceren" en „blijft bij dese
syne gemeynte. die sulx soo vuuriglijk
en hertelyk wenst." Hy blyft en wordt
bibliothecaris op een jaariyks tracte-
ment van honderd gulden. En om te
tooneu, dat het dit ambt is opgedra
gen uitsluitend „in consideratie van
het playsier" dat deselve aan de rege
ringe ende de gemeynte wel heeft willen
doen," bepaalden burgemeesters, dat
„het gemeld bibliothecarisambt met
desseifs overiyden sal sijn gemortifi-
ceert." Het ambt om den man? Wy
kunnen er voor dezen keer vrede mee
hebben, want deze man was een voor
treffelijk man.
Het toeval wilde, dat dominee juist
e enboekje geschreven had, een „Ver
klaring van den brief van Judas". Dit
boekje draagt hy aan burgemeesters
op en deze opdracht bezorgde hem een
tweede beneficie of voordeel: een som
van zes honderd en dertig guldens. Uit
dit opdracht nam ik hier graag iets
over. o mmet den schryver, by wyze
van nieuwjaarswensch, de verwachting
uit te spreken, dat «de Roem uwer
Wysheyt en uwes IJvers voor Kerk,
Staat en Stadt tot in verren Lande
doordronge." Maar dit zou ons te ver
van huis voeren, juist nu op den huisc-
lyken Oudejaarsavond. Daarom eindig
ik. Ge zyt immers voldoende ingelicht:
dominee Creijghton bleef en Den Haag
kreeg hem niet.
H. E. KNAPPERT.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Forberg, terwyi zy met hun drieën de
woonkamer binnengingen.
Verwondert dat u misschien, me
neer Forberg? Het is waar. u schynt
den weg naar Charlottenburg niet meer
te kunnen vinden. Sedert ik van de
kostschool terug ben, bent u maar zel
den by grootvader geweest.
Ik zat voor mijn examen, veront
schuldigde dc jonge man zich.
En Juliane cok, dat zyn de meest
afdoende uitvluchten om zyn vrienden
te verwaarloozen. antwoordde Selma een
beetje scherp, ma^r ze ging dadelijk op
warmen, harteiyken toon verder:
Maar ik ben niet gekomen om jullie een
standje le maken, arme kinderen, maar
om je te troosten en te helpen, vcor
zoover ik kan.
O, dat kan niemand, snikte Juliane
terwijl Forberg vroeg:
Weet u alles?
Ja, ik was bang. dat de schrik groot
vader kwaad zou doen, toen hij dat af
schuwelijke bericht in de krant las en
we waren nog In de eerste opwinding
er over, toen kwam oom Eduard al. om...
Om mijn vader van diefstal te be
schuldigen! viel Foiherg haar li> de
rede.
Selma knikte. Dat deed liy. maar
we hebben hem onze meening gezegd,
I grootvader en ik.
Jc grootvader gelcoft het ook niet,
OVER BEVORDERING DER
VERZEKERING.
In aansluiting op onze raededeelingen
in het nummer van Woensdag over
werkloozen-quaesties schryft men ons
van den kant der vakcentrales:
Inderdaad is het aan te bevelen dat
het Burgerlijk Armbestuur het voor
beeld van andere gemeenten gaat vol
gen waaronder er een aantal zyn uit
de naaste omgeving, n.l. Heemstede en
Haarlemmermeer om bij werkloos
heid aan de verzekerde arbeiders een
hoogere uickeering te verstrekken clan
aan de met verzekerden.
Vooral den laatsten tijd zou men ge
neigd zyn de vraag te stellen wordt
voor sommige elementen de gang naar
het Burgerlyk Armbestuur niet wat al
te gemakkelyk gemaakt, waardoor voor
al hierbij het spreekwoord „de brutaal
ste meiisch heeft de halve wereld" in
gang gaat vinden. De practijk doet im
mers zien, dat er menschen zijn die er
niet voor terugschrikken om zich als zy
zonder werk komen, den eersten dag
den beste om ondersteuning aan te
melden, waarbij het dan nog voorkomt
dat dergelyke personen maanden ach
tereen een verdienste van boven de f 40
per week hebben gehad. Hierbij zijn
er dan zelfs die niet wns de zorgen voor
een gezin hebben.
Aan zulke personen zou de vraag ge
steld kunnen worden (het gaat toch om
het geld van de gemeenschap) waarom
zij zich niet tegen werkloosheid verze
kerd hebben en hen daarom slechte een
minimum-uitkeering verstrekken.
Het is een algemeen belang dat de
'arbeiders zich verzekeren tegen de na-
deellge gevolgen van werkloosheid,. Van
iedere richting der vakbeweging be
staan verzekeringen tegen werkloosheid,
doch bovendien zyn er ook neutrale
vereeniglngen, zoodat er keus te over
is om zich te verzekeren.
Maar dan is het ook taak van het
Burgerlijk Armbestuur om zorg te dra
gen, dat een niet-verzekerde gelyke
ondersteuning ontvangt als de verzeker
de en in geen geval dat een niet-ver
zekerde een hooger steunbedrag ont
vangt, zooals ook wel eens een enkele
maal moet voorkomen.
Het is te verwachten, dat de eisch om
zich te verzekeren in het begin eenig
verzet van dc zyde der werkloozen (niet
verzekerden) zal uitlokken, omdat het
gemakkelyker is rechtstreeks zich te
wenden tot het Burgerlyk Armbestuur
als tot een kas. met zyn sterkere con
trole, wachtweek en sterker onderzoek;
doch resultaat zal ten slotte zyn, dat
het algemeen belang is gediend, het
Burgerlijk Armbestuur meer ontheven
wordt en. de betrokken werk-
looze arbeiders zelf niet om ondersteu
ning behoeven te vragen, maar op grond
van het feit dat zy verzekerd zijn hun
rechten op uitkeering kunnen doen
gelden.
Zooals wy reeds mededeelden is by
het Burgerlyl: Armbestuur een verzoek
van de vakcentrales in'behandeling óm
maatregelente nemen om de uitkeerin-
gen zoo te stellen, dat de arbeiders aan
gezet worden om zich te verzekeren te
gen werkloosheid.
GEVONDEN DIEREN EN
VOORWERPEN
Terug te bekomen bij: C. Crans, Fr.
Halstraat 46, schakelarmband; J. Dijt.
't- Krom 12, 2 paardcnbellen; A. W.
Wykhuizen, Soutmanstraat 45, broekje,
jongensschortje; J. H. Honko, Schelde-
straat 30, zwart kinderbont; O. v. d
Knoop, Maraisstraat 6, gryze das; G. v.
Bel, Zocherstraat 51, reservoirdop van
auto; A. J. Kranenburg, Heerenweg 251,
bruine hond; H. J. Kryger, Alb. Thym-
straat 28, herdershond; A. Martin.
Kolkstraat 21 rood. bruine kinderhand-
schoen; P. D. Ryken, Assendelverstr. 40a
grys wo""" handschoen; F. v. d. Vos
sen, Botermarkt 5, dameshorloge; F.
Dekker, Nagtzaamplein 28. insigne; P.
H. Kalf, pyislaan 17, bruine jas; Bur.
van Politie, Smedestraat, yi Litermaat;
P. J. Beunder, Ged. Voldersgracht 3,
portemonnale; D. Haantjes, Hoofman-
straat 1, portemonnale met inhoud; J.
H. Honko, Scheldestraat 30, portemon
nale met inhoud; J. M. v. d. Woerd,
Teylerstraat 65. gryze paardendeken;
Van Tongeren, Spaarnhovenstraat 37,
portemonnaie met Inhoud: Bur. van po-
'itie, Smedestraat, kinderschoentje en
grys wollen sokken; J. Straatman, Har-
menjansweg 80, sleutel van melkbus;
P. Bos, Tempeliersstraat 28, slinger v.
auto; A. v. d. Heuvel. Schouwtjeslaan
2A, sleutel; J. van Meizen, Kennemer-
straat 9E. sleutel; G. van Donselaar,
Glasblazerstraat 8. eenige tijdschriften;
'C Dremer, Delftstraat 23, kindertasch-
fe; Bur. van Politie Smedestraat, wol
len vest; R. de Vos. Schouwtjeslaan 10,
zweep: „De Automaat". Schoterweg 186
zak met knolrapen.
anders zou je hier niet zijn, zei Juliane
verlicht.
Nu, eeriyk gezegd, gevraagd heb ik
het hem niet, lachte Selma. Ik heb
laten inspannen en zoodra oom Eduard
vertrokken was, reed ik weg.
Zonder te weten, of uw grootvader
het goed vond! O, freule, dat had u
niet mogen doen! zei Gustaaf For
berg.
Ja, meneer, antwoordde Selma met
een alleraardigst eigenwys gezicht.
Ik zou ook tegen den zin van
myn grootvader gekomen zyn; myn
lieve Juliane had ik niet in den steek
gelaten. Maar maak je maar niet
ongerust zei ze. toen ze Juliane's ver
schrikt gezicht zag. kalmeerend, hy
heeft het mij niet verboden, hy ge
looft geen woord van alles wat men
van je vader vertelt.
Denkt hy ook dat hem een onge
luk overkomen is? vroeg Gustaaf.
Selma knikte bevestigend en Juliane
voegde er. in tranen uitbarstende aan
toe: Hy is dood. Waar is zUn ïyk
toch gebleven? De gedachte daaraan
maakt me gek.
Wie denkt nu dadelijk aan zulke
vreeselijke dingen, antwoordde freule
von Kirchsdorf, maar haar stem klonk
somber, ze sprak tegen beter weten
in. Opgewekter ging ze verder: Kom
eens hier by mij zitten en vertel my
alles, dan hoor ik dc zaak cok van een
In ons vorig nummer schreven we uit
voerig over de sneeuwpret op den Hoo-
gen Duin en Daalschenweg te Bloemen-
daal. Daarby werd de volgende klacht
geuit: „Jammer maar. dat de baan hier
en daar reeds leeiyk de steenen vertoon
de, zoodat het wel gauw gedaan zal zyn
met deze pret. Jammer voor hen die
„meedoen", maar ook jammer voor de
genen die cr na een heeriykc wande
ling zich komen verlustigen in vroolyk
sneeuwspel. Alleen nieuwe sneeuw kan
uitkomst brengen".
Welnu, deze nieuw sneeuw is er geko
men! Wel niet op de gebruikelyke wyze.
want er is geen sneeuwbuitje meer ge
vallen. maar ze is er toch! Donderdag
middag. teen de pret haar hoogtepunt
bereikte, liet de politie het sleden even
ophouden, om aan den bestuurder van
een grooten vrachtauto der Bloemen-
daalsche gemeentereiniging gelegenheid
te geven, langzaam de steile hoogte te
beklimmen. Overal zag men verschrikte
gezichten. De politie-agenten werden be
stormd met-vragen, of het sleden verbo
den was en er nu zand gestrooid werd
Maax neen. de auto bevatte een groote
lading zuiver witte sneeuw, zonder één
korreltje zand! De heele baan werd
duchtig onder handen genomen; vooral
de scherpe bocht, die deze baan zoo
aantrekkeiyk maakt, werd hierdoor veel
verbeterd.
Het aantal slede-liefhebbers groeide
intusschen voortdurend aan, temeer daar
het verblUf op de IJsbaan wegens den
sterken wind allesbehalve aangenaam
was.
Toen de politie het spel weer liet
dooi-gaan suisden weer een groot aantal
sleden van allerlei soort naar beneden.
Langzaam werd begonnen, steeds groo-
ter werd de snelheid op het eerste rech
te eind, om dan tenslotte in duizeling
wekkende vaart te trachten de bocht te
nemen. Gelukte dit, dan had men weer
een mooi stuk van 200 meter lengte voor
den boeg, dat geen byzonderc moeiiyk-
heden opleverde. Maar voor velen lever
de de bocht onoverkomelijke bezwaren
op; dan stoven de sleedjes in een wolk
van sneeuw den zijkant van den weg in,
waar het publiek zich zoo vlug mogelijk
in veiligheid bracht. Dapper werd dan
weer naar boven geklommen, om den
moeilyken tocht nog eens te onderne
men; groot was het enthousiasme als
men er tenslotte in slaagde om het ge-
heele parcours zonder haperen af te leg
gen!
Zelfs een pol!tie-man kon de verlei
ding niet weerstaan om het sensatio-
neele ritje eens mee te maken en groot
was de vreugde toen hy als passagier
op een snelle, Amerikaansche bestuur
bare slede, veilig beneden kwam!
Deze agent veroverde hiermede op slag
de harten van alle bob-sleeërs!
anderen kant en kan ik het Grootvader
vertellen.
Ze trok Juliane naast zich op de
canapé, Gustaaf ging op een stoel aan
haar andere zyde zitten.
Meneer Kummer is naar Charlot
tenburg, om uw Grootvader op de hoog
te te brengen, vertelde hy.
O, dat is uitstekend! vond Sel
ma.
U weet zeker nog niet dat hij
ontslagen is? vroeg Gustaaf.
Selma sprong overeind.
O, dat is afschuwelijk, dat vergeef
ik oom Eduard en neef Julius zoo lang
ik leef niet. Geen voet zet ik meer over
hun drempel.
Selma vernam van Juliane en Gustaaf
overigens niets dat ze niet reeds wist
en ofschoon ze niet in staat was hun
raad te geven, deed haar aanwezigheid,
haar frisschc, origineelc manier van
praten, de besliste wyze. waarop ze party
koos, de twee jonge menschen Innig
gced.
Hei dienstmeisje kwam binnen en
vroeg of Juliane bij haar moeder, die
juist wakker geworden was. kwam.
Mag lk met Je meegaan, ik zal niet
spreken, maar haar allee:: toeknikken
en haar een hand geven, dat zal haar
geen kwaad doen. verzocht Selma.
Neen( het zal haar Juist goed
doen. zooals uw komst het ons ook
heeft gedaan, sci Gustaaf aangedaan.
CORRUPTIE IN HET
GASBEDRIJF.
Wat te Dostinchem
gebeurde.
DE DIRECTEUR DOOR SCHRIK
BEVANGEN.
Uit Doetinchem wordt aan de Tel ge
schreven:
Naar aanleiding van een vermeende
corruptie in alle gemeentebedryven al
hier heeft de raad eenigen tyd geleden
een commissie van onderzoek be
noemd. Deze commissie heeft eenige
malen vergaderd, waarbij gebleken is.
dat de gemeente o.a. by het gasbedryf
waarschynlijk voor vele duizenden
guldens is benadeeld.. De commissie
assumeerde de heeren mr. Nöthorn en
Van der Stel. als deskundigen, waartoe
zy ten volle gerechtigd was, daar zy
van den raad de bevoegdheid had ver
kregen alles te doen wat zy in het be
lang der zaak achtte.
Donderdagmiddag werd den direc
teur van de gasfabriek, den heer Pieter-
son verzocht voor de commissie te ver
schijnen, teneinde eenige inlichtingen
tc verstrekken. De heer Pleterson ver
scheen inderdaad.
De burgemeester stelde den direc
teur aan de verschillende commissiele
den voor, doch toen deze tot de heeren
Van der Stel en mr. Nöthorn genaderd
was, trok hy ijlings de reeds uitgesto
ken hand terug. Als door een panischen
schrik bevangen holde de directeur de
zaal uit en de straat op. Nog riep de
burgemeester hem na: „Pleterson. denk
aan wat je doet", maar niets mocht
baten.
De commissie stelde daarop voor een
spoedvergadering van den raad te doen
beleggen, waarop behandeld zou moeten
worden het voorstel den directeur op
staanden voet te schorsen. De commis
sie was van oordeel, dat haar, waar z\'
de bevoegdheid had verkregen o.a. den
directeur voor zich te doen /«jrschU-
nen tot het verstrekken van nadere
inlichtingen, een beleediging was aan
gedaan. In een spoedvergadering van
B. en W. werd echter besloten den di
recteur niet te schorsen. Dc commissie
vergaderde Donderdagavond wederom
en legde zich bij deze beslissing niet
neer. Zy heeft verzocht tc dezer zake
nog dit jaar een spoedvergadering van
den raad byeen te roepen.
DE REMBRANDT BEHOUDEN.
Uit Warschau wordt gemeld dat men
er bij den brand in het kasteel Dzikow
In zou zyn geslaagd alle schilderyen van
oude meesters te redden. Hetzelf por
tret van Rembrandt, dat eerst als ver
loren werd beschouwd, zou dus behou
den zyn.
VERKEERSONGELUKKEN
Te Haarlemmermeer.
De 79-jarige landbouwer N. B. aan
den Sloterweg te Haarlemmermeer, die
van een wagen viel en overreden werd
cn met een gedeelteiyk verbryzeld ^'eu
werd opgeiv n, heeft het ziekenhuis,
waarin hy ...e maanden ls verpleegd
geweest, mogen verlaten. Echter niet
volkomen genezen, oindat het niet tc
verwachten Ls dat het been weer ge
heel normaal zal worden.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt
ie Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst
if niet geplaatst, wordt dc kopie den
nzender niet teruggegeven.
NIEUWJAAR 1928.
Veel heil en zegen.
Deze woorden, zooveel beteckenend,
worden by den aanvang van een nieuw
jaar. zoo werktuigeiyk. zoo gewoon en
gemakkelyk uitgesproken.
Veel heil en zegen, men wenscht dit
zichzelf en ook anderen toe.
Heil. een ander woord voor „heclen"
en „teren", het heeft burgerrecht ver
kregen in onze samenleving en men
verstaat dc bcteekenis niet.
Heil en zegen wordt u aangeboden en
gü beantwoordt dezen wensch met het
aanbieden van een borrel.
Wilt gU uw naaste, die u 't beste toe-
wenscht, desgeiyks behandelen, geef
hem dan geen borreL
Heelen cn beteren kunt gy u zelf
en ook anderen door op Nieuwjaar te
beginnen geen drank tot u tc nemen of
anderen tc geven.
En wat ls „zegen" is dat geen geluk,
voorspoed en gezondheid om geen meer
zaken te noemen.
Kunt ge zegen erlangen na het aan
bieden van drank? 8tast het gebruik
daarvan het huiseiyk leven niet in den
weg? Komt door het gebruik voorspoed
in het gezin? Wordt de gezondheid niet
ondermUnd en de krachten niet gesloopt
door liet gebruik van alcohol? wy vra
gen slechts. Wanneer een wensch op
nieuwjaar In ontvangst wordt genomen
of door u wordt uitgesproken, laat het
dan geen holle klanken zyn, maar op
recht en welgemeend.
Heil en zegen, in den goeden zin des
woords, wordt u aangeboden namens
het Blauwe-Weck-Comité door den Se
cretaris
J. W. MOLENAAR
Haarlem. 31 Dec. 1927,
Toen de zieke de deur hoorde open
gaan, sloeg zy haar oogen op en een
glans van vreugde kwam over haar
bleek gezicht bij het zien van Selma.
Blijft u rustig liggen, lieve moe
der Forberg. Grootvader laat u groeten;
weest u maar niet zoo verdrietig; alles
zal nog wel in orde komen! Ze drukte
zacht een kus op het voorhoofd van
de zieke en ging gerülschloos de kamer
uit, terwyl ze Juliane toefluisterde:
Blijf by Je moeder, ik kom heel
gauw weer
Gustaaf Forberg bracht haar naar
het rytuig.
Wilt u niet gauw eens weer bij
grootvader komen? vrceg zij hem.
Waarom is het tussclien ons zoo ver
anderd?
Omdat we geen kinderen meer
zyn, freule von Kircbdorf, zeide hy, al
len het laatste deel van de vraag be
antwoordend. Mijn allerhartelijkste
dank. Met een diepe buiging sloot hy
liet portier en hij staarde nog iang in
de richting waarin het rytuig verdwe
nen was.
Sterren moet men niet willen pluk
ken: men moet zich alleen over hun
schittering verheugen, mompelde hy.
Het was gc;d dat ik ook den biyden
schijn ontvlucht ben, voor ik me tot een
dwaasheid heb laten verleiden, want wat
men toen aanmatiging en misschien
waanzin genoemd zou hebben, zou nu
een misdaad lieeten!
Zou Aurelia het ook aoo noemen?
peinsde hij verder en in de plaats van
het lichtblonde meisje niet de viooltjes-
blauwe oogen verscheen liera hat beeld
van een weelderige vrouwengestalte met
zwart haar, donkere oogen en een
rcoden, lokkenden mond.
Intusschen zat Selma onder het te
rugrijden naar Charlottenburg na te
denken over Gustaaf's afscheidswoor
den: Omdat we geen kinderen meer
zijn, freule von Kichdorf!
Wat was het een mooie tyd geweest,
toen ze het nog waren! Wel had Gu
staaf Forberg, de gymnasiast, haar
eiganiyk altijd al min of meer een
volwassene geleken, als hU met zUn
zusje, haar speelkameraadje, die ech
ter ook een paar jaar ouder was dan
zy zelf, meegekomen W3s naar het huls
van haar grootouders, want hy had
altijd zoo iets ernstigs over zich ge
had en hy wist zoo verbazend veel. Toch
hadden ze ook vaak in den tuin of in
het park in Charlottenburg heerlijk
met hun drietjes gespeeld, of OusUutf
had hun voorgelezen of mooie verhalen
verteld.
Als het hem echter gelukt was om
tot de schilderyen van haar grootvader
door tc dringen, dan was hy steeds
voor haar verloren geweest.
(Wordt vervolgd-)