HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 19 JAW. 1928 VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN GEMEENTERAAD. Besloten aanstelling vrouwelijke inspecteur bij de politie. Subsidies Bureaux voor Arbeidsrecht. De Volksgezondheid. Slechte huisvesting gemeentelijke geneeskundige dienst. Kans op een waschhuis? Voortgezet wordt de behandeling der GEMEENTEBEGROOTING VOOR 1928 BU Hoofdstuk III Openbare veiligheid gaat de heer Keesen behandelen het overleg bi) de politie, waarmede het naar de meening van spreker niet ln orde is. De Commissaris van Politie, aldus spr.. neemt kennelijk het standpunt in dat dit overleg hem is opgedrongen en hl) wil dat georganiseerd overleg zooveel mogelijk negecren, De houding van den Commissaris van Politie Is niet ln het belang van den dienst, niet ln het be lang van het corps en niet ln het alge meen belang. Spr. hoopt dat de voorzit ter als voorzitter van hot georganiseerd overleg bi) de politie zal maken dat in dat overleg een goede geest gaat heer schen. Enkelo wenschen van de organisaties brengt spr. naar voren, onder meer die aangaande de bezetting van de posten. Voorts doet spr. opmerken dat de orga nisaties een weg aangaven om te komen tot meer bezuiniging aangaande do rij wielen. Hetgeen organisaties dienaan gaande aangaven is echter door den Commissaris van Politie bestreden. Indien de commissie van georgani seerd overleg bij de politie wordt gere organiseerd en daarin een goede geest gaat heerschen, dan zal uit dat instituut er een groeien zooals spr. dat wenscht voor de politie. Om die reden zal spr. nu niet terugkomen op een commissie van advies bi) de politie. De heer Gerritsz bespreekt de re geling van het verkeer. De agenten die nen niet alleen het asvcrkcer te rege len op drukke punten, maar mede dat van do voetgangers op drukke momen ten. Bij den aandrang om liet georga niseerd overleg meer tot zijn reoht t-a doen komen, sluit spr, rich aan. Maar mor. dient te gaan bedenken dat ge organiseerd overleg betcekent overleg plegen. Het kan dus in dat georgani seerd overleg niet zijn een dicteeren var. wenschen Dat dienen de leden van het Georganiseerd Overleg bi) dc politie in oogenschouw te nemen. Een paar opmerkingen naar aanlei ding van de positie van den burgemees ter als hoofd der politie en zijn verhou ding tot den Raad. De Raad kan ten slotte gebruik maken van zijn budget recht cn zijn verordeningsrech* indien wenschen van den Raad niet worden In gewilligd. Spr. denkt daarbij aan de zaak van de vrouwelijke inspecteur bU de politic en die van het sluiten van de schouwburgen enz. op den Eersten Kerstdag, De zaak van de schouwburgen enz. kun worden geregeld ln de Politie verordening. Die kan bepalingen bevat ten aangaande het open zijn der schouw burgen enz. De heer Visser wcnscht mede. dat ln het georganiseerd overlegd bij de politie een goede geest gaat heerschen. Wat aangaat de aanstelling van een vrouwelijke Inspecteur bU de politie, de commissie van georganiseerd overleg acht die aanstelling verwerpelijk. Ko men echter geen andere argumenten dan zijn wij, zegt spr., geneigd te stem men voor de aanstelling van een vrouwe lijk inspecteur. Maar gaarne willen wij aangaande den financleelen kant van de zaak nader worden ingelicht. Spr. zot de wenschclijkheid er van uit een dat cabarets en dergelijke Inrich tingen niet langer dan tot dos avonds 12 uur open zijn. Bü do behandeling der Algemecne Politieverordening zal spr. ec.n voorstel Indienen om den Raad de gelegenheid te geven dlennangaande een uitspraak tc doen. Het gaat om een be veiliging van de jeugd daarbij. Diegenen die dus om die redenen, n.l. van de be veiliging van de Jeugd zijn voor de aan stelling van een vrouwelijk inspecteur bij de politie, dienen dan mode voor ons voorstel te zijn, betoogt spr. De heer De Braai zegt dat de anti- rcv. meen en ten aanzien van de zaak van de aanstelling van een vrouwelijk inspec teur by de politie, dot het gezag alleen by uitzondering ln 1 randen van een vrouw moet worden gelegd en wat aan gaat datgene waarvoor die aanstelling ls bepleit, dat dit is een zaak van het par ticulier Initiatief. Om dio redenen kun nen do anti-rev. niet medegaan nwt het voorst el va n mej. Berdenis van Berle- kom. Spr. releveert nog dat do mannen van het vak niet zijn voor de aanstel ling van een vrouwelijke Inspecteur. Dit is ook een roden om er tegen te zijn. Mevrouw Maarschall Komln regt dat ten aanzien van de suhsldteering nlot mot gelijke maat gehandeld wordt Naar nonleldlng van een verzoek van den voorzitter zal spr daar later op terug komen. De heer Klein sluit zich aan bU de opmerkingen gemaakt over den geest die heerscht by het georganiseerd overleg by de politie. Wat aangaat een com missie van advies kan spr, medcdeelen dat hem ts gebleken dat men aan het departement van Justitie de instelling van een commissie van advies by de po litie niet ln strijd met de wet acht. De ideeön van dc organisaties ten aanzien van de rijwielen by de polltic beveelt spr. aan Met de aanstelling van een vrouwelijk inspecteur bil dc politie kan spr. nlot mcdroian. Spr. zegt dat na de vergadering waarin de heer HogendUk had gesproken hy een vrouw ontmoette die kans had krachtens bekwaamheden en studie om voor een dergeiyke benoe ming tn aanmerking te komen. Toen spr. haar had gezegd: U is R.K. cn heeft dus geen kans om te worden benoemd zoo lang deze Commissaris van politie er ls. had de andere geantwoord: Ja. ik ge loof ook niet dat de aanstelling zoo noodzakelijk ls. Spr had geantwoord: wat voor u een geloof is. is voor mij een W' tenschap. Daarmede ls niet gezegd dat spr ls tegen het, sociale werk dat men non de vrouwelijke Inspecteur van politie wil op dragen. Dat kan op andere manier ook worden gedaan. Maar spr. ls er tegen dat werk onder te brengen by de politie. Had men oen vrouwelijke inspecteur bü do politie dan zou men haar moeten in dienen by het kader en haar ook moeten laten rouleeren met de diensten. Ze zou een geheel afzonderlijk bureau moeten nebben. Echter voor haar zou niet één kamer meer op hot bureau van politie beschikbaar zijn. Spr. ls van oordcel dat de raad ziet zal kunnen medegaan met de aanstelling van een vrouwelijk Inspec teur van politie. De heer Wolzak is het geheel eens met wat de heer De Braai zelde aan gaande de vrouwelijke inspecteur bU de politie, Spr. zegt verder van meening te zyn dat de voorbedden die de heer Ger ritsz aanhaalde van een minder goede verstandhouding tusschen den burge meester en den Raad niet opgaan. De wet wil eenmaal dat de aanstelling van politiedienaren door den Burgemeester geschiedt op voordracht van den Com missaris van Politie. Daaraan kan niet worden getornd, ook niet door een raadsbesluit. Do voorstellers van het voorstel tot aanstelling van een vrou welijk Inspecteur by de politie hopen kennelijk dat de Burgemeester by aan neming er van zoo vriendelijk zal willen zijn er een aan te stellen. Maar dc Raad kan den burgemeester er geen verwilt van maken indien hy aan den wensch van den Raad niet voldoet. Aan den Burgemeester ls de zorg voor de politie opgedragen. Dc Raad wil niet dat ocni- ge macht uit zUn handen wordt geno men; er kan niet worden verwacht da: de Burgemeester zal toestaan dat aan zijn macht en bevoegdheid wordt ge tornd. Spr. meent verder dat aangaande de sluiting van de schouwburgen enz. op den Eersten Kerstdag den Burgemeester geen verwijt kan worden gemaakt. De conclusie van spr is dat niet kan gezegd worden dat er tusschen den burgemees ter en den Raad geen goede verstand houding zou bestaan. Vervolgens heeft spr. nog een opmer king ter zake van de autobussen staan de in de Julianastraat, Ze staan daar zoo, dat ongelukken niet kunnen uit blijven by het wegrijden. Verleden week had reeds een ongeluk plaats. Is er geen anclere plaats voor die autobus sen te vinden dat ze dan verderop in de Julianastraat een plaats krygen? De heer Van L1 e ra t betoogt dat de heer Hogendijk in zijn lezing over de vrouw by de politie niet sprak over plaatsen gelijkwaardig aan Haarlem, liy sprak over Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Daar kan een vrouweiyk in specteur by de politie noodig zijn. Maar spr. kan niet Inzien dat het voor Haar lem noodig ls. Hier vindt een vrouweiyk Inspecteur van politie niet een voldoend emplooi. Voor een gemeente als Haar lem ls de aanstelling van zulk een in specteur niet juist te achten. Het Ls niet gewettigd er een bedrag voor uit de gemeentekas te nemen. Wat aangaat de zaak van dc rijwielen bij de politie dient spr. een motie ln om B. en W. uit te noodigen na te gaan of de aanschaffing er van niet op meer économische en practische wUzc kan ge schieden dan die tot heden plaats vindt. De heer Mizérus zegt dat hy niet kan Inzien dat de vraag of er een man of een vrouw bi) de politie zal worden aangesteld met de principes heeft te maken. De zaak van de aanstelling var. een vrouwelijke Inspecteur bij de politie ls nu al zoo lang hangende maar de bur gemeester heeft die steeds van zich af geduwd en verschoven. Daar moet nu maar eens een einde aan komen ver klaart spr. indien niet met andere ar gumenten dan tot heden wordt aange komen dan moet de Raad maar eens van zyn budgetrecht gebruik gaan maken. De heer Loerakker vraagt ook eens te onderzoeken of aan de agenten van politie niet een vast bedrag per Jaar voor een rijwiel kan worden gegeven. In andere plaatsen waar men dat deed, heeft het goed gewerkt De heer Van Kessel betoogt dat als men de Memorie van Antwoord leest, men den Indruk krijgt dat Haarlem met het tegenwoordige aantal manschappen by de politie net maar even kan worden beveiligd. Het gebrek aan manschoppen wil men nu aanvullen met politiehon den. Maar. zoodoende worden weer man schappen aan de politie onttrokken, om die honden tc begeleiden. In Bloemen- daal had men eerst politiehonden. Maar daar is men van dat systeem weder te ruggekomen. De heer Van de Kamp zegt dat de heer De Braai het Gezag niet dan by uitzondering aan een vrouw wil opdra gen. Maar heeft de heer De Braai daar- by wel aan de Koningin gedacht? De heer Klein zelde dat de vrouw die hU sprak, nadat hy haar had gezegd, dat ze geen kans tot aanstelling had. had opgemerkt, dat ze ock niet geloofde dat de aanstelling van een vrouweiyk In specteur noodig was en dat de heer K. toen had geantwoord „dat Is by my we tenschap". Echter spr. wenscht te vra gen: hoe is de heer Klein aan die we tenschap gekomen? De R.K. vereen'.gin gen doen niets zonder hun geestelijken adviseur Ze adresseerden mede voor een vrouwelijk inspecteur. De geestciyke ad viseur zal dan wel hebben nagegaan of het al dan niet noodig was. Tenslotte zegt spr. dat zoolang hij lid van het Buigcriyk Armbestuur ls geweest, er geen avond ls voorbygegaan of hy heeft niet betreurd dat ei' tc Haarlem geen vrouweiyk Inspecteur is. De voorzitter zegt dat hij nlot heeft te klagen over gebrek nan belang stelling. Hem ls verweten dat hy zijn beloften niet zou zijn nagekomen. Hoe staat liet daarmede? Spr. zegt dat b-U indertyd toon er nog klein Haarlem was had verklaard dat zoolang cr 13 in specteurs van politie zUn cr niet aan de aanstelling van een vrouweiyk Inspec teur ls te denken zoolang bezuiniging nu eenmaal noodig is en geen nieuwe crc- dieten kunnen worden gevraagd voor de politie. Dat gold klein Haarlem. Thans nu er ln groot Haarlem ook nog slechts 13 inspecteurs zUn ls er nog minder re den om te gaan overwegen. Toen deze begrooting werd klaar ge maakt Is by alle takken van dienst er op aangedrongen de meest mogeiyke zui nigheid toe te passen. Spr. drong daar ook bil den Commissaris van Politic op aan, Van een reorganisatie van de poli tie waarin dan tevens een inspeelde.' van politie zou begrepen zijn. kon peen sprake zijn. De Begrooting moest scherp worden opgezet. Nadat het ontwerp ge reed was moest nog meer worden bezui nigd. De Commissaris van Politie wist nog 1600 te bezuinigen. Was er daar na aanleiding voor den Burgemeester om te gaan denken aan de aanstelling van een vrouweiyk inspecteur? Spr. kan voor Haarlem de noodzaak van de aanstel ling van een vrouweiyk inspecteur niet toestemmen. De Commissaris van politie ls er nle: voor, er is geen geld voor en de organisaties voelen er ook niet voor. Toen de lezing van den heer HogendUk zou plaats hebben en spr. daarheen met den Commissaris van Politie gaan zou, zoide hy: Laten we goed luisteren. Spr. hoorde dat te Amsterdam een vrouwe lijke inspecteur van politie noodig is voor de behandeling van voogdijzaken, maar daarvoor ls te Haarlem zulk een inspec teur niet noodig. De voorzitter van den Voogdyraad te Haarlem is tevreden over de behandeling van voogdyziaken. Nimmer kwam dienaangaande een klacht. Te Haarlem waxen in 1926 slechts 50 voogdyzaken en 20 andere za ken waarvoor dan een v "ouwelyk inspec teur van politie zou moeten dienen. Over 1927 waren die getallen onderschei denlijk 43 en 22. 2ou dat dan de aan stelling van een vrouwelijk inspecteur rechtvaardigen? Spr. heeft eens nagegaan hoe het te Amsterdam ls. De heer Hogendijk heeft daar een staf van 50 personen en daar onder zijn slechts 8 vrouwen. Toen eens een meisje van Amsterdam naar liier moest worden gebracht geschiedde dat door een mannelijk rechercheur van po litie. Van de zaak heeft spr. zich geens zins willen afschuiven, zooals de heer MJzerus beweerde, Wat nu aangaande het ingediende voorstel van mej, Ber- derüs van Berlekom, wordt dat aange nomen dan zou de vrouwelijke inspec teur van politie ook een salaris van 3350 krijgen. Dat is te hoog. Er zal dus iets anders moeten worden inge diend. De Raad gaf nimmer een crediet voor de aanstelling van een vrouweiyk Inspecteur, maar alleen woorden. Wil de raad aan aanstelling van een vrouwe lijk inspecteur dan dient de Raad ook het nocdige crediet te verleenen. Voor zich acht spr. echter de aanstelling van een vrouwelijke Inspecteur onnoodlg en overbodig. De heer Slingenberg: Geen on- noodige krachten. DeVoorzl tter komt daarna op de commissie van georganiseerd overleg bij de politie. De houding daar aan te nemen is een moeilijke. Spr. en de Commissaris van Politie zitten daar om te vechten voor het belang dei- ge meente, maar de organisaties komen daar in de eerste plaats op voor hun belangen. In die commissie ls toch wel ten en ander door de organisaties be reikt onder meer aangaande de ongeval lenverzekering by de politie en de vak school voor dc politie. Spr. kan niet inzien dat de verliouding in dat georga niseerd overleg zoo slecht is. De mcnschen komen gaarne by de politie te Haarlem. Zonder dat er een annonce was ls er een lijst van niet minder dan 5850 sollicitanten. Het Haarlemsche politiecorps heeft een goe den naam. Gaarne zal spr. echter alles doen om dc verstandhouding in het ge organiseerd overleg zoo goed mogeiyk te doen zyn. Maar als er uitdrukkingen worden gebezigd als ,.de commissaris van Politie had niet plat moeten vallen voor den wethouder van Financiën" dan is dat uiterst moeilUk. Ten aanzien van de aanschaffing van rijwielen voor dc politie wordt nagegaan of liet kan geschieden op een andere manier. Indien Ja, dan zal dat geschie den. In knkc de palltleposthuizen zal eer. proef worden genomen. Wat aan gaat een commissie van advies voor dc politie, indien spr. ziet de straffen die te Haarlem worden opgelegd en de wei nige gevallen daarvan dan meent spr. dat instelling van zulk een commissie niet meer dan een schoon gebaar zou zijn. De laatste strafoplegging had vier jaar geleden plaats. Toen spr. den man die gestraft worden zou vroeg: acht ge die straf rechtvaardig, antwoordde deze dat hü haar volkomen rechtvaardig achtte. Wenscht ge voor een commissie van advies te komen had spr. verder gevraagd. Die vraag was ontkennend be antwoord. Wilt ge er nog eens over na denken? had spr. gevraagd. Neen, had de man geantwoord. De heei De Braai: U heeft dus geen principieel bezwaar tegen een commissie van advies. De Voorzitter: Neen Spr. zal zien wat is te doen aan een regeling van het verkeer ook van de voetgangers door de agenten. Wat aangaat de danshuizen gaat spr. voort, deze moeten om il uur des avonds sluiten. Cabaret Modern i.:ag des Za terdags tot des nachts drie uur open zyn. maar na des avonds half twaalf mogen cr geen personen meer worden toegelaten. De heer MI z e r u sU moet maar eens zien hoeveel er later nog komen. De Voorzit t e r: Dan moet men mU daar maar mededeeling van doen. Er is van gesproken te overwegen een vast bedrag aan de politie voor do rij wielen te geven. Te Den Haag heeft men dat geprobeerd, maar daar is men er weder op teruggekomen. De heer Van Kessel had het over de politiehonden. Maar voor die honden zullen geen man- scliappcn aan de politie worden ont trokken. Integendeel, een man wordt be spaard Dan gaan des nachts niet twee man uit. maar één man en een politie- hond. Mej. Berdenis.van Berl e k o m zegt dat inderdaad toch de voonltter heeft toegezegd by de begrooting met een schema aangaande de politie te zul len komen en dat dan de Raad omtrent de aanstelling van een vrouweiyk Inspec teur by de politic een vrye beslissing ne men kon. Spr. zet uiteen dat ln andere gemeenten een belangrUk werk voor een vrouweiyk inspecteur van politie ls te doen. Ze wenscht haar voorstel tc hand haven. Indien het mocht worden aange nomen dan zal spr. een voorstel indie nen om post 345 a der begrooting te ver- hoogen om daaruit do kosten voor de aanstelling van een vrouweiyk inspec teur by dc politie te kunnen bcstryden. Spr. zegt nog dat de R-K, verceniging tot bescherming van meisjes overal gaat sturen in de richting van de aanstelling van een vrouwciyke assistent by de po litie. De heer Gerritsz zegt dat hij geens zins heeft gezegd dat er een gespannen verhouding tusschen den burgemeester en den Raad heerschte. Hy heef; het alleen gehad over de Staatsrechtelijke verhouding tusschen den Burgemeester en den Raad. Spr. stipt nogmaals aan dat de Raad een verordende be voegdheid heeft. Het benoemings recht by de politie berust bli den Burgemeester maar de raad kan de organisatie vaststellen en de sa-' larleering. De Burgemeester zal zich daaraan dan niet kunnen gaan onttrek ken. Wie zal worden benoemd dat moet de Burgemeester echter uitmaken. Ten aanzien van de aanstelling van een vrou welijk inspecteur was er een besluit van den Raad. maar B. en W. zijn te na latig geweest de uitvoering daarvan te verzekeren. De voorzitter laat nu doorschemeren, dat hij geen vrouweiyk inspecteur by de politie wenscht. Maar om de wensche- Hjkheid er van gaat het nu niet meer. DeVoo rzitter: Had dan de noodige gelden voor de aanstelling aan my verleend. De heer Gerritsz: Er ls een vorig Jaar een besluit van den Raad gevallen Dat had moeten worden uitgevoerd. Wat aangaat de salarieering van een vrouwe iyk inspecteur, waarom zou haar minder salaris moeten worden gegeven dan aan een mannelijk inspecteur by een over- eenkomstigen werkkring. De Voorzitter: De werkkring is niet overeenkomstig. De heer Gerritsz: Wat aangaat de zaak van de aanschaffing van de rüwie- len vraagt spr. den Raad nog nader in kennis te stellen van den uitslag van hetgeen wordt overwogen. De voorzitter zegt dat toe. De heer Ml zeros zegt dat ten aan zien van de aanstelling van een vrouwe iyk inspecteur by de politie nu voor het eerst van den Burgemeester een posi tief geluid is vernomen. Dat geluid had eerder moeten worden gehoord. De heer Klein houdt vol dat het in het georganiseerd overleg by de politie niet is, zooals het moet zyn De heer Castricum betoogt dat naar zyn meening de aanstelling van een vrouweiyk inspecteur by de politie onge motiveerd is, gezien de toestand der fi- nantiën. De heer Wolzak zegt dat hij moet volhouden hetgeen hy zeide aangaande de bevoegdheid van den Burgemeester. Als de burgemeester geen vrouweiyk In specteur wenscht dan behoeft hu haar uiet aan te stellen. De heer Adrian betoogt dat het moeilijk is van een vrouw mededeelingen te krygen omtrent dingen die ze niet graag aan een ander zegt. Een vrou weiyk inspecteur zal gemakkelijker iets te weten komen dan een manneiyk van een vrouw. Het geldt hier een zaak ter bevordering van de goede zeden waarbij voor een vrouw meer dan voor een man is te bereiken. De Voorzitter zet uiteen dat de omstandigheden maakten dat hy nu niet komen kon met een schema aangaande de politie. De werkkring van een vrou welijk inspecteur zal een geheel andere z\jn dan van een mannelijk inspecteur. Het zal maar een halve baan zijn. Wil echter de meerderheid een vrouwelijk inspeoteur dan zal spr. zich daartegen niet gaan verzetten. Het voorstel van mej. Berdenis van Berlekom om te lezen in de verordening regelende den rang en de bezoldiging by de politie „inspecteurs tweede klasse waaronder een vrouwelijk inspecteur voor kinder- en zedenzaken" komt in stemming. Het wordt aangenomen met 21 stem men voor en 17 tegen. Tegen stemden de leden Klein, Castri cum, Keesen, Klein Schiphorst. Van Kessel. Wolzak, BUvoet. Oversteegen, Loerakker. Barbels. De Braai, Heerkens Thijssen. Slingenberg, Bruch, Heads tra, Wolff en Van Liernt, Het voorstel dat mej. Berdenis van Berlekom mede namens eenige andere leden indiende om clcn post 345 a met -J3000 te verlioogen gaat naar B. en W. om praeadvics. Van de heeren Wolzak. Van Liemt en Bijvoet is een voorstel ingekomen om de jaarwedde van den Commissaris van Po litie uit te trekken tot een bedrag van 8000- De heer R e 1 n a 1 d a deelt namens het college van B en W. mede dat wordt voorgesteld alle voorstellen ter zake van verhooging van jaarwedden die afwijken van hetgeen B. en W. voorstelden te zen den om advies naar de commissie van bUstand voor arbridsaangelegenheden. Aldus wordt besloten. Het voorstel der lieeren Wolzak c.s, gaat dus naar die commissie om advies. Het voorstel van den heer Van Liemt ln zake de rywielen btj de politie gaat naar B. en W. om advies. De heer J o o s t e n herinnert aan de commissie uit den Raad voor de subsi dies. Spr. kondigt een voorstel aan om die commissie een meer pennanent ka rakter te geven. Spr. licht verder voor stellen toe om tc besluiten 600 uit te trekken voor de bestaande Bureaux voor Arbeidsrecht. Spr. doet opmerken dat de Raad nu dienaangaande een beslissing kan nemen en dat dit voorstel niet meer naar de bestaande commissie behoeft te gaar. cmdat deze reeds zelde met een dergelijk voorstel niet te kunnen medegaan. Het nut van de Bureaux voor Arbeidsrecht verdedigt spr. De zitting wordt geschorst tot des avonds 8 uur. AVONDZITTING komen de verschillende Subsidies ter sprake. De heer Klein is niet tevreden over de adviezen die de commissie voor de subsldïën gaf. Spr. verdedigt de subsi- dieering van de Bureaux voor Arbeids recht. Deze bureaux vormen een insti tuut van groot sociaal nut. Spr. betreurt het dat de commissie die Bureaux niet wil subsidieeren. Met het voorstel van den heer Joosten kan spr. medegaan. Hy hoopt dat de Raad zal begrypen het groote nut van de Bureaux voor Arbeids recht en dat hy mede gaan zal met het voorstel dat de heer Joosten deed. De heer Vi sser gevoelt niets voor subrid.eering van de Bureaux voor Ar beidsrecht. De Chr. organisaties hebben ook een instelling om advies aan arbei ders te geven maar ze wagen daar geen subsidie voor. Het gaat niet aan om maar dadel Uk tot een subsidieering over te gaan. Laten de arbeiders toonen dat ze dergeiyke instellingen zelf kunnen bekostigen, merkt spr. op. De heer Van Kcsse! zegt dat we', eer. subsidie ls uitgetrokken voor de Haarlemsche Reddingsbrigade maar niet voor de Bloemer.daalsche Reddingsbri gade hoewel een adres om een subsidie voor die reddingsbrigade is ingekomen. Spr. die opmerkt dat die Bloemer.daal sche Reddingsbrigade werkzaam is aan het Bloemendaalsche strand waar vele Haarlemmers komen, drukt den wensch uit clot ook aan deze brigade een klein bedrag als subsidie wordt gegeven. Dc heer Gerritsz betoogt dat de moderne arbeiders zich veel geldeiyke offers getroosten voor hun Bureau van Arbeidsrecht en dat maar een klein be drag van de gemeente wordt gevraagd. Vele honderden zaken behandelt het Bureau en daan-oor heeft bet een man noodig die er zich geheel aan kan ge ven- De heer Koppen vraagt of de post aanvullende subsidie voor vereenigingen die ten doel hebben de bestrijding der tuberculose niet tot een liooger bedrag moet worden gesteld opdat ze de Pro vinciale subsidie kunnen krygen tot dat bedrag waarop deze ls bepaald. Mevrouw Maarschall-Komln doet een voorstel om de subsidie voor het tehuis voor schoolgaande kinderen „Het Warmoe ziertje" met 500 te ver- hoogen en dus te bepalen op 1500. De heer Slingenberg zegt dat ve len niet tevreden waren over de subsi dies zooals die zyn voorgesteld. Moel- ïyk is het ten aanzien van de subsidies een vaste lUn aan te geven. Tot 1927 hebben B. en W. getracht zelfstandig die lyn aan te geven. Verleden Jaar echter meende de raad dat in hetgeen werd voorgesteld zoo weinig lyn is dat het niet meer aan B. en W. kon worden toevertrouwd- Er was de financleele commissie die met B. en W. de begroo ting moet gaan voorbereiden. Maar de Raad meende dat om de subsidies te bezien een commissie ad hoe noodig was. Ze nam dienaangaande een be sluit tegen het advies van B. en W. in. Nu die commissie ad hoe er eenmaal is meenden B. en W. de adviezen van die commissie zonder meer aan den Raad te moeten voordragen cn die zon der eenige wijziging in de begrooting te moeten verwerken. Wat nu aangaat de vraag van de subsidieering van de Bu reaux voor Arbeidsrecht meende de commissie en meenden B. en W. dat er geen aanleiding ls om te besluiten van gemeentewege die Bureaux te gaan sub sidieeren. Die organisaties doen dat 7erk om de organisatie sterk te maken, althans mede om ze sterk te maken. Ze voelen het als een taak van hun orga nisatie. De heer Van Kessel bepleitte een sub sidie te geven aan de Bloemendaalsche Reddingsbrigade. Echter dat ligt niet op den weg der gemeente Haarlem. De heer Van Liemt moet opkomen als lid der commissie voor de subsidies tegen hetgeen de wethouder zeide. De commissie was er een van advies aan B. en W. bij het samenstellen der 'begroo ting, maar dat B. en W. al haar advie zen onveranderd aan den Raad moesten voordragen is onjuist. Aan de commissie is geen andere beteekenis te hechten dan dat ze was een commissie van ad vies aan B. en W. De lieer Joosten zegt dat de com missie inzake de subsidies in het begin van het Jaar studie had moeten kunnen maken van de positie van een aantal vereenigingen. Ze heeft dat echter niet kunnen doen. Had ze dat kunnen doen dan had men haar dadelijk in het begin van het jaar moeten bijeenroepen maar dat is niet geschied. De heer Scholl dient een voorstel ln om te besluiten aan het Bureau voor kinderbescherming onderaf deeling van den Bond van Ned. Onderwijzers een subsidie van 100 te yerleenen. De heer Slingenberg merkt op dat het collego van B. en W. hulde bracht aan het werk van de commissie tooi* de subsidiën door haar werk in het geheel over te nemen. Vele vereenigin gen zenden na Juli pas, hun aanvrage om subsidie in. De commissie in het be gin van het Jaar byeen te roepen zou daarom geen zin gehad hebben. Haar arbeid zou dan zeer onvolledig zijn ge weest. Met het door den heer Scholl in gediende voorstel kan spr. niet mede gaan. De heer Wolzak zegt dat nu de raad eenmaal een commissie voor de subsidies wenschte ze ook haar voor stellen moet aanvaarden. In stemming komt het voorstel van den heer Joosten luidende: De Raad der gemeente Haarlem, Besluit: I. een bedrag van 600 als uitgave te plaatsen op de begrooting voor het jaar 1928, ten behoeve van het verleenen van subsidie aan de te Haarlem ge vestigde centrale organisaties van vak bonden, voor dc door die organisaties onderhouden Bureaux voor Arbeidsrecht, vcor zoover dergeiyke bureaux reeds voor 1 Januari 1928 werkzaam waren. n. aan Burgemeester en Wethouders op te dragen, na advies van de door den raad aangewezen commissie ter beoor deeling van subsidie-aanvragen, het bedrag onder I genoemd te verdeelen over de daan-oor in aanmerking komen de organisaties, die zich daarvoor vóór 1 April 1928 by Burgemeester en Wet houders hebben aangemeld. Het wordt aangenomen met 21 stem men voor en 14 tegen. In stemming komt het volgende voor stel van den heer Joosten: De Raad der gemeente Haarlem, Besluit: L een bedrag van 700 als uitgave te plaatsen op de begrooting voor het Jaar 1928, ten behoeve van het verlee nen van subsidie aan de afdeeling Haar lem van het Instituut voor Arbeiders ontwikkeling en andere daan-oor ln aan merking komende vereenigingen met een zelfde doel; II. aan Burgemeester en Wethouders op te dragen, na advies van de door den laad aangewezen commissie ter beoor deeling van subsidie-aanvragen, bet be drag onder I genoemd te verdeelen over de daarvoor in aanmerking komende vereenigingen. die zich daarvoor vóór 1 April 1928 by Burgemeester en Wet houders hebben aangemeld. Het wordt aangenomen met 21 stem men voor en 14 tegen. Het voorstel van den heer Scholl om te besluiten te verleenen 100 subsidie aan het bureau voor kinderbescherming wordt verworpen met 21 stemmen tegen cn 13 voor. Naar aanleiding van een vraag van den heer Van de Kamp antwoordt de Voorzitter dat in den loop van het jaar den raad een voorstel zal bereiken tot aanschaffing van een tweede motor spuit by de brandweer. De heer Gerritsz dient mede na mens eenige andere leden een voorstel in om de commissie voor de subsidies voor 1929 te comtinuecren. By den post onderhoud der lantaarns dringt de heer Van Kessel er op aan spoed tc maken met een betere verlich ting ln het westelijk deel der gemeente. De heer Klein Schiphorst zegt dat als de verlichting daar slecht is dat de schuld van de gemeente Bloamendaai ls. Die gemeente kan dan in gebreke worden gesteld. De heer Slingenberg zegt dat voortgegaan zal worden met het aan brengen van die verbeteringen die noo dig zijn bij de geannexeerde gebieden. De heer Slingenberg zegt dat het voorstel der heeren Gerritsz es. in zake de commissie voor de subsidie» door B. en W. wordt overgenomen. By het hoofdstuk aangaande de V olksgezondhefd wenscht de heer Koppen eenige aan gelegenheden aangaande de volksge zondheid te behandelen. De directeur van den gemeenteiyken geneeskundigen dienst zeide in zyn jaarverslag over 1926 dat de volksgezondheid -bevredigend is te noemen. Echter er ls Iets ln den toe stand van de volksgezondheid dat ver betering behoeft. Er is een vermeerde ring van de besmetteiyke ziekten en dan denkt spr. aan de toeneming van het aantal roodvonkgevallen die ongerust heid gaat verwekken. In vier Jaar is tel ken Jare een toeneming var die geval len te constateeren. Spr. heeft zich afge vraagd zou op die toeneming misschien ran invloed zijn geweest het gewijzigd inzicht by de medici by de ontsmetting. Dit moge de aandacht van de medici hebben. Een andere aangelegenheid die spr. behandelen wil is de zaak van het zie- kenvervoer. Dienaangaande is geen ver andering te wachten. Spr. haalt aan hetgeen B. en W. zeggen in de Memorie ran Antwoord, hetgeen naar zyn mee ning van de noodige vrijmoedigheid ge tuigt. Voorts herinnert spr. er aan dat er nog altüd een motie van hem ls om het ziekenvervoer direct te doen uitvoe ren door den gemeentelUken geneeskun digen dienst. Wanneer zal daar prae- advies over komen? y Vervolgens bespreekt spr. de hulsves ting van den gemeentelijken geneeskun digen dienst. Anderhalf jaar geleden nam de Raad een besluit tot slooping van het Militair Hospitaal en tot de stichting van een gebouw voor den ge neeskundigen dienst en voor den keu ringsdienst voor waren. Maar tot heden is aan dat besluit geen uitvoering ge geven. Thans zün er plannen. Inmiddels is de geneeskundige dienst gehuisvest in een gebouw waarin ze eigenlijk geen dag en geen uur meer mocht gehuis vest zyn, in een houten bouwval aan de Papentorenvest. B. en W. kunnen we ten hoe ellendig daar de toestand te mi de klachten die inkwamen van den di recteur. De directeur klaagt over het ramoer dat van dien aard ls dat soms geen be hoorlijk gesprek kan worden gevoerd en dat geen onderzoek van hart en langen kan plaats hebben. Er ls veel hinder wan tocht en van inregenen. En zooals de directeur schrijft in de gangen is een ondragelijke stank, waarschijnlijk wesv. oorzaakt door rotting van den bodera, Zoo kan de toestand niet langer Wij ven. Verder Informeert spr. hoe het staat met de aangelegenheid van het Park- herstellingsoord. Ei- is ten aanzien van die zaak geen voortgang. Het terrein van de lighal is al een Jaar geleden voor een herstellingsoord aangekocht, maar men hoort niets meer van dB zaak. Tenslotte vraagt spr. of tengewigH van den drang naar bezuiniging ntet een te groote controle wordt uitge oefend op het verblijf in de ziekenhui zen en of niet te veel bezwaren worden: geopperd ter zake van de opneming ln ziekenhuizen. De heer Bartels houdt een betoog; over de controle op de melk wat aan gaat de hygiëne. Kan de gezondheids commissie die zaak nog niet eens na* gaan, vraagt spr. j De heer Groenendaal zegt dat nadat een jaar de contracten met dei ziekenfondsen hebben gewerkt inzake de verzekering tot opneming van patiënten in de ziekenhuizen B. en W. in die con tracten een verandering hebben aange bracht die een verslechtering is Onder meer moet nu voordat de opneming kan geschieden Jiet belastingbiljet worden getoond. Spr. kan zich daarmede niet vereenigen. Spr. zegt verder dat uit hetgeen tn de Memorie ran Antwoord is medegedeeld is gebleken dat inzake de bestrijding van den stank der grachten met spuien en baggeren men er alleen niet is. Wat zyn dan echter de plannen van B. en W. om het euvel van den stank ln de grachten te bestrUden en wanneer zul len B. en W. in dezen de noodige voor stellen doen? De heer Peper bespreekt ook de zaak van de opneming ran de zieken fondsleden in de ziekenhuizen. Door de nieuwe bepalingen worden velen van die opneming uitgesloten. Spr. klaagt mede als de heer Koppen deed over de tegenwoordige hulsvesting van den ge meentelijken geneeskundigen dienst. De zelfde bezwaren als de heer Koppen had brengt ook spr. naar voren. De toestand is onhoudbaar. Spr. haalt aan dat in de Memorie van Antwoord wordt gezegd: „Hoewel wy erkennen dat de huisvesting van den gemeenteiyken geneeskundigen dienst te wenschen overlaat gevoelt de meer derheid van ons college toch niets voor het denkbeeld om ln afwachting van het gereed komen van het nieuwe ge bouw voor den dienst hem tydeiyk en voor zoover wy kunnen nagaan even eens gebrekkig elders onder te bren gen". De goede huisvesting van den gemeen- teiyken geneeskundigen dienst ls iets dat allernoodzakelijkst Ls en dat onmiddel- lUk behoort te geschieden. Spr. meent dan de Raad maar eens een uitgave moet doer,. Om den Raad daartoe in de gelegenheid te stellen dient spr. de vol gende motie in: De Raad der Gemeente Haarlem: gehoord de besprekingen; r.codigt B. en W. uit, om. zonder dat de definitieve huisvesting van den gemeenteiyke ge neeskundigen dienst ook maar even ver traagd wordt, binnen den kortst mogeiy- ken tyd.p'.anr.en bij den Raad ln te die nen. een behooriyk onderdak voor bo ven genoemden dienst, inhoudende. Mej. Van VIlet dringt aan op het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 10