BIBLIOTHEEK VAN
HAARLEM'S DAGBLAD
KLOKKEN EN KLOKKENSPELEN
No. 11FEBRUARI 1928
DOOR
PIET VINCENT
Piet Vincent, klokkenist van den Wester
toren te Amsterdam,
IJl hangen dunne herfstnevcls over het nauwelijks rimpelende water van de
wenZeC. i flmstert in llct wonderlijk gezeefde licht van de bleeke zonnestralen.
Waar de kleine, kabbelende golfjes over den stcenen wal schuren en de geuren
van het vochtige gras en de dampende aarde zich vermengen met de prikkelende,
zilte zeelucht daar schijnt nog te hangen de weemoedige, vergane atmosfeer van
vele eeuwen geleden dezelfde rust en stilte, dezelfde verlatenheid, die nog intenser
ondergaan werdt in de onwezenlijke oude stadjes, die aan het wijde water liggen
vcrlor.en in eenzaamheid.
Als speelgoed uit een blokkendoos staan de primitieve huisjes met de antieke
geveltjes tegen elkaar geleund, als zouden ze anders omvallen van vermoeidheid
van het zóó lange staan enkele grachtjes met donker water en wat spichtige
boomen, loopen er doer met de onvermijdelijke ophaalbruggetjes, waarover met
iof gerommel de enkele boerenkarren ratelen.
Zoo is Holland nog in de uithoekjes aan die grootc waterplas, zoo leeft het
nog in de herinnering van velen in een aparte, onwezenlijke gevoelssfeer, als
uitgekristalliseerd door het cssenticele van de eeuwen, die voorbijgingen.
Maar hoor, plotseling trilt iets door de grijze avondschemering een toon, een
klank schalt over het peinzende stadje en het dommelende water, nog een en' nog
een, dan volgen er meer. het zwelt aan tot een rumoerige buiteling van klanken en
zangen.... de klokken!! zij beginnen hun overmoedig lied van den ouden toren te
zingen daverend van luidruchtige vroolijkhcid soms, smeekend in weemoedig
klagen dan weer berustend in de oude wijsjes van wat was of had kunnen zijn
en hoor! een golf van warm leven stuwt over de oude aarde, van dat leven, dat
bruist over de wc-eld en over de verre zecen en de eindclcoze' wouden en vlakten
van onze aarde van dat onmetelijke, wonderlijke leven, dat wij soms zoo mateloos
lief hebben kunnen
Rn de oude huisjes schijnen slaperig te kniporgen van verwondering over deze
gouden klankweelde, hocg in de lucht en de golfjes deinen mee met het rhythme
van den klokkenzang en misschien bloeit in een enkele menschenzicl nog de
herinnering op aan vergaan geluk....
Ook in de groote, woelige en rumoerige steden staan de hooge, slanke torens,
dragend de zingende klokkt;, wier zang doordringt in kantoren en werkplaatsen,
waar de zwoegende werkers dag in, dag uit, gebogen zitten ever boeken met cijfers
of hun handenarbeid.
Ook hier dwalen flarden van vroolijkc en ernstige liedjes en roepen visioenen op
van blauwe luchten met snelzeilende witte wolken, van groene weiden en warme
winden, van zon, zomer cn levensvreugdeof van feestelijk wapperende vlaggen en
een feestvierende menigte, luidruchtig verheogd met een extra vacanticidag.
Ook langs de statige grachten en door de daverende straten buitelen de vlugge
klokketoncn cn weerklinken brokstukken van de sonore, maar soms ook ondeugende
en speelsche „oud>Hollandsche" liederen
En dan zijn daar neg de stille uren van wijding als vroeg in den klaren morgen de
jubelende Paasch- en Kerstklokken de aandachtig luisterende menigte ©ogenblikken
doen beleven van vrede en blijdschap.
Dit alles" heeft den laatsten tijd weer een geheel nieuwe actualiteit gekregen door
een van de geweldigste uitvindingen van onze eeuw. (Bedoeld is de uitzending door
Philips van een carillonconcert door J. Vincent naar Indië) Want nu zingen onze
klokken niet meer alleen voor hen, die het bronzen gedaver van heel nabij beluiste
ren; ook in de verre zwocl-warme landen, waar de frissche, stormachtige avond
wind, die om de lioogc klokketorens speelt, en de droefgeestige nevels, die onbc,
weeglijk over de vochtige landen hangen, nog slechts leven in; de herinnering van
hen, die uit het moederland wegzwierven ook daar klinken nu de zingende
stemmen, de donkere diepe tonen van de groote klokken cn het ijl geklingel van de
kleinen.
Door de eeuwen heen hebben de klokken altijd een groote rol gespeeld- Bij alle
plechtige gebeurtenissen waren zij de dramatische of blijde verkondigers, die hunne
stemmen lieten uitklinken ever de wijde landen en dikwijls schrik cn ontsteltenis
te weeg brachten.
Wanneer in woeste, slortnachige nachten de hooge zeeën wild spattend cn
bruisend over de dijken slaan cn in den razenden storm de nietige nunsch tracht de
machtige, woelende watermassa's te kceren, dan zijn het de klokken, die hunne
sidderende tonen onheilspellend doen uitschallen door de angstig gespannen duister
nis en voor de omwonenden de aankondigers zijn van dood, verderf en ondergang.
Wanneer tegen ccn hemel met voortstormende donkere welken een roodc vuur
gloed zich afteckent cn felle vlammen begecrig naar 3llc zijden uitschieten, dan zijn
het de klokken die met haar metalen stemmen dwingend cm hulp roepen voor den
strijd tegen het moorddadig vuur.
Wie kent niet het vredige, heldere klokkengebeier in den lichten vroegen morgen,
als de kerken hunne kinderen oproepen tot het belijden van hun geloofvooral
in de dorpen met hun elkaar uit de verte als antwoordende klokken voelt mc^zich
dan omzweven door het tijdcloozc- het onwezenlijke cn toch zoo intense leven.
Wèl hebben de torens met hun klokken steeds de fantasie geprikkeld van de ccn.
voudige bevolking, vooral van het platteland. Een romantisch waas omgeeft hen en
eindeloos gevarieerd zijn de mythen cn legenden, die om hen geweven worden.
Vele kerken toch zien in dc klokken een intcgrcerend deel van de mystieke plecht
tighedeli, ter ccrc van hun geloof gegeven cn als noodzakelijk uitvloeisel hiervan
worden dan cok dc klokken gedoopt, voor zij tot hun heilig ambt worden toegelaten-
Volgens oude sagen is ccn ongedoopte klok ccn prooi van den satan, die bij den
eersten klepclslag door dc dienaren van dc ..vorst der duisternis" dc lucht in gesleept
werdt cn daarna onder schrikaanjagend gehuil van plotseling woest aanstormende
winden met een doffe plons in ccn moeras geworpen wordt. Alleen in den „heiligen
Kerstnacht" mochten zulke ongedoopte klokken meezingen in het koor.
Enkele van deze klokken van Satan" liggen nog in poelen, b.v. te Ackcl, aan
het Hondbosch tc Arkel cnr.- Ook in Westerhoven (N.Br.) ligt in het moeras ccn
prachtige klok. Men vertelt hiervan, dat. toen in een zeer drogen zomer dc rijk
versierde klokkckroon zichtbaar werd. de boeren dc verleiding niet konden weerstaan
te prcfcecren, haar naar boven te halen.
Op hetzelfde oogenblik echter, dat hun plan verwezenlijkt scheen te worden,
werd zij als door onzichtbare handen naar beneden getrokken cn nooit is meer ccn
spoor van haar teruggezien.
De belangstelling op den Dam tc Amsterdam bij de carillonbespeling
op Paaschuiorgen.
Het mechanische speelwerk van het Paleis te Amsterdam, waarop de
melodieën van heel uur, half uur en kwartier voorkomen.
Wat nu de eigenlijke geschiedenis van het klokkenspel betreft, hierover
kunnen belangstellende lezers tal van interessante bijzonderheden vernemen in het
aardige boekje van v. d. Ven: „de torens zingen". Hierin vindt men ook vermeld,
dat het oudste klokkenspel vermoedelijk dat is geweest van Ursus, doge van Venetië,
Het samenklinken van harmonische klokjes in den vorm van een z.g. „tintinna.
buluin" (afgeleid van tin-tin-klinkcnwas al vroeger in gebruik in kloosters. In
de oude handschriften uit de 6de eeuw vindt men bijzonderheden hierover
vermeld.
Een minder vriendelijke taak hadden de z.g. „boevenbcllcn" die de misdadigers
om hadden als ze naar de gerechtsplaats werden gebracht- Hetzelfde had plaats in
Rome bij niet al te deugdzame vrouwen, die op ezels werden rondgereden, geheel
met rinkelende belletjes behangen.
En het is een bekend feit, dat in Engeland sedert eeuwen de terechtstellingen
1 laats hebben onder het doffe dreunen van de grootc gcrcchtsklokken.
Zelfs wisten de klckkcn door te dringen tot in het leger, waar zij in de 12e eeuw
vasten voet verkregen in den vorm van ccn .'.r. ca r o c c i o (klokkcmvagen),
waarvan een der eersten doop Eribert, aartsbisschop van Milaan, in gebruik
genomen werd. Dc/c klokketorens waren verplaatsbaar, doordat zij op wielen
stonden en maakten heel het lief en leed van een leger mcc. Zij werden met helden
moed verdedigd cn men bewees hen dezelfde ccr als tegenwoordig aan regiment s-
vaandels. Statig werden zij door ossen voortgetrokken cn bewaakt door ccn speciale
garde. Een van de beroemdste klokkcnwagcns was de Martinclla, die in de Florcn»
tijnsch oorlogen ccn groote rc-1 speelde.
Tusschen deze vormen van klokkenspel cn onze tegenwoordige carillons liggen
tal van ontwikkelingsstadia, die hier echter niet alle na te gaan zijn. Zeker i> het.
dat onze hooge torens ontstaan zijn in dc 13c en 14e eeuw als „bakens" vo->r
schippers en zeelieden èn als uitkijktorens vcor de steden om eventueelc vijandc»
lijkt- aanslagen tijdig te kunnen ontdekken.
Eh in deze hoogste punten vinden wc in dc 17c eeuw de klokken terug in den
vorm van carillons, die deel uitmaakten van het stedelijk leven in dien tijd. weliswaar
nog in den primitieven vorm van ..voorslagwerk', dat dus het slaan der klok vooraf
ging cn dat vermoedelijk in dc 15e eeuw al bestond.
•Nauw met deze phase in de ontwikkelingsgeschiedenis van het carillon zijn
verbonden de namen van onze beroemdste klokkengieters, n-1. Geert van Wou,
die vermoedelijk de eerste geweest is, die klokken goot van ccn vooruit opgegeven
gewicht cn toon, en de gebroeders Hcmony (Francois cn Pierre).
Dc laatsten waren afkomstig uit Lotharingen (niet uit Zutphcn, zooals wel, doch
ten onrechte, verondersteld wordt) en vermoedelijk geboren in 161)9 cn 1619.
Zij waren van goeden huize, zeer bedreven in wis- cn natuurkunde cn ook
muzikaal buitengewoon ontwikkeld. Maar de oorlog, die toen juist uitbrak dwong
hen tot vluchten cn na vele omzwervingen kwamen zij in Nederland aan, waar zij
fcich in Zutphcn vestigden 164»)). Hier hielden zij zich eerst bezig inctriict
gieten van geschut, daarna van klokken, waarin zij zich ccn zeer groote bekwaam
heid verwierven. In 1<>44 leverden zij ccn nieuw klokkenspel voor den Wynhtiis-
toren te Zutphcn van 12 klokken, waarvan de zwaarste 40S2 cn dc lichtste 94 pond
woog (later werden er nog 6 kleinere kiekjes aan toegevoegd). Hiervoor ontvingen
zij een bedrag van 17-000. Helaas is dit carillon met den toren bij den brand van
lc>20 verloren geraakt.
De speeltafel van het carillon van het Palei* te
Amsterdam, met den carillonncur J. Vincent.
In 1655 werden dc gebroeders IIctnony naar Amsterdam geroepen, waar het
nieuwe Raadhuis (het tegenwoordige Palcis, dat in 1421 en 1452 dcor brand was
vernield) gereed gekomen was- Door de ..vroede vaderen" van de stad werd om
gezien naar een klokkcgietcr, die het „waardig gebouw" van ccn passend carillon
zou kunnen voerzien. Hun aandacht viel op Francois Hcmony. Deze werd dan ook
vereerd met een epistel van den volgenden inhoud:
Amstelredam 6 Nov. 1655-
„Ecrzainc Francois Hcmony,
Alsoo wij Uwe tegenwoordigheid gaarne hier zouden hebben ter corzake van 't
klockgcspel voor ons nieuwe Racdthuis. mitsgaders, omdat wij oock met UEd- we!
wilden spreken aangaande diergclijck werek voor den cuden Kerckvtooren cn
andere plaatsen binnen dezer stede, soo hebben wij UEd. wel willen verzoucken
met dc .Miereersten herwaerts over tc komen cn verzekeren UEd. dat ons daardoor
vriendschap zal geschieden, dewelke wij genegen zullen blijven te erkennen.
♦.Burgcmeestcrcn der Stadt Amstelredam."
Francois Hcmony kwam „met den allercersten" en tocg aan het werk in de
gieterij nan het Molenpad, waar hij dc Vele klokkenspellen vervaardigde, die nu nog
een sieraad van onze torens zijn. Zoo kwamen achtereenvolgens de Ainster»
damsche Wester-, Zuider» (deze kerk ontstond in 1602. ten behoeve van dc vele
Hervormde vluchtelingen uit do dcor Parma overheersehte gebieden) en Oude-
kerkstorens aaj» dc beurt cn in ló<>4 werd het carillon van het „Racdthuis", dat uit
35 klokken bestond, afgeleverd na in 7 maanden te zijn gegoten cn wekte dc
algcmcene bewondering dcor zijn prachtigen klank.
De eerste carillonncur van dit carillon was de Dclftcnaar Michie! Servaesz Nouts
„bequacm in dc musicq", die in 1650 aangesteld werd. hocwidc toren toen nog
niet eens gereed was. Bezoldigd werd hij dan ook pas in het jaar, dat het klokken,
spel gereed kwam.
Een ander beroemd klokkenist is geweest Pothof, waarvan verteld wordt dat hij.
nadat hij zich zoo goed als geheel ontkleed had, cn een slaapmuts had opgezet, dc
vlugste passages, versierd met mordenten, cn praaltrillers op 't cariiton tc voor»
schijn bracht cn daarbij, ondanks dat hij blind was, ccn geweldige virtuositeit
ontwikkelde.
Den tegenwoerdigen klokkenist van 't Paleis tc Amsterdam. J. Vincent, komt de
eer toe, dc eerste in Holland geweest te zijn, die dc belangstelling voor 't
klokkenspel weder heeft opgewekt en geregeld carillon-concerten geeft, waarbij
een programma van dc tc spelen stukken en liederen in de couranten verschijnt.
Hoe nu heeft het gieten der klokken plaats?
In .'\3rleRixtcl (N.-Br-), een dorpje in de buurt van Helmond ligt de klokken,
gieterij van de firma Petit en Feitzen. Dc door deze firma gegoten klokken zijn
verspreid over geheel Europa, b.v. in Duitschland, Engeland, Frankrijk, België.
Zweden (het carillon tc Stockholm). Ook worden steeds proeven genctnen. hoofd
zakelijk wat betreft dc stemming der klokken. Op dc le Jaarbeurs, in 1917, expo»
seerden zij een carillon van 20 klokken.
Jaren geleden bracht ik een bezoek aan de gieterij om dit interessant bedrijf
van nabij gade tc kunnen slaan.
In een grootc ruimte van eng» veer 40 x 25 M2 bevindt zich aan de ecne zijde de
gict«ovcn, waarboven de ketel, waarin dc z.g. klokspij-, (bestaande uit een mengsel
van ongeveer vier dcclen koper op ccn deel tin) vloeibaar wordt gemaakt- Voer
deze oven worden de vermen geplaatst, waarin door het gietgat, dc gesmolten
klokspijs moet vloeien. Voor dit het critickc moment van het gieten echter
plaats heeft, hebben verschillende voorbewerkingen plaats. In dc eerste plaats wordt
gthcclc werk doen mislukken. Men begint nu volgens dit vastgestelde model, dat
als pr»>;:c!teekcning wordt overgebracht op een ribbe, een kern tc b uwen
van bakstcencn, die daarna met leem overstreken wordt cn door ccn zach; vuurtje
van binnenuit geleidelijk wordt gedroogd. Is dere kern gereed, u-aarvan de i-pper-
viaktc dus deu/clfden i rui heeft als dc binnenzijde van de te ven a.ir ligcn klok, dan
wordt de ribbe verder uitgesneden en naar dit model ccn tweede laag leem aan
gebracht op den eersten vorm. hiervan gescheiden door een dunne (Mg UtgOmukl
papier of asch. dit om te voorkomen dat beide lagen op elkaar rullen kleven- Dit ij
dan de z-g. „valschc klok", waarop tevens alle verlangde versieringen worden aan,
gebracht in was. Hicrovcrhn-n wordt dc mantel gemodelleerd. die <»ok van leem is.
Joch voor de meerdere stevigheid met hennep dc*>n vl-.ten en r ij neren I .nden
omgeven. Wanneer dcre mantels geheel droog en 1 if<! n ge\\.-r n. vvnlm ze
opgetrokken, de Icemcn (valschc) klok wordt vrnu <L 1 stuk ilagcn, dan laat
men de mantel weer rakken en men heeft een ruimte \<rkrcgeu d heel gelijk
is aan dc tc gieten klok. Poch v. 1 .Lit i:n-n bnrtoe erga.it -de gcheele
vorm coder zand en stcenen bedolven, u.-'ke stcv..; worden a.m.:. :am om weer"
stand tc kunnen bieden aan de ontzettende kracht, die de wilg loeit side metaalmassa
van minstens 1200 gr- Celsius ontwikkelt.
Ten laatste echter wordt dc kraan van den ketel geopend en vloeit de massa
Inng-zaara in den vorm; mcnschelijk ingrijpen ij dan verder onmogelijk cn het
resultaat moet worden afgewachthet kan s. ms dagen duren vóór met de
ontgraving begonnen kan worden. En dan komt het wel voor, dat het gcheele werk
ten teleurstelling is. dat de klok blazen of scheuren vertoont, waarna zij gebreken
cn overgegoten wordt.
Doch meestentijds komt een prachtig kunstwerk te voorschijn, dat alleen nog
maar afgeslepen behoeft te worden, om tot volledige voltooiing tc geraken- Is dit
geschied, dan worden dc klokken gewogen, om na te gaan, of het gewicht overeen,
stemt met de opgave cn ten laatste opgehangen in een „luistocl" om te worden
gekeurd niet alleen om te ccntroleeren of dc hoofdtoon zuiver U afgestemd,
maar ook of dc bij» oi natuurtonen aanwezig zijn.
Deze juiste stemming der klokken is natuurlijk de grootste moeilijkheid. Hcmony
wist deze te overwinnen, dcor rijn klokken iet» hooger van toon te gieten dan was
opgegeven en deze dan daarna z-g.: „at te draaien", d. w. z- met een stalen beitel
van dc binnenzijde van dc ronddraaiende klokken zoovee! weg tc nemen als noodig
bleek om den zuiveren toon te verkrijgen.
Er zijn oude sagen, waarin verhaald wordt, dat zilver cn zelfs gcud bij het Rieten
gebruikt werd om nog zuiverder cn edeler klank uit de klokken te kunnen doen
weerklinken, deze veronderstelling is echter onjuist, xvat door verschillende analysen
is bewezen.
Heeft het voorgaande hoofdzakelijk betrekking op het verleden en het ontstaan
der klokken, thans volgt nog een overzicht over de inrichting cn spcclroanieren van
onze carillons die ecne dubbele functie vervullen, n.l. ten eerste osn door een
mechanisch speelwerk bij ieder heel cn half uur en kwartier een inrl.'dic-tjc ten
gchoore te brengen, cn ten tweede om door den carillonncur door middel van ccn
klavier tc worden bcsrecld- Omtrent deze functies hccrschen onder ..het publiek"
echter dikwijls dc meest zonderlingste en onjuiste voorstellingen.
Om ccn goed beeld tc krijgen van dc techniek van het klokkenspel en al wat daar
o:jhoort js het misschien niet ondienstig ccn ccnigszins (uit den aard der zaak)
beknopte beschrijving te geven van een bestijging van den Amsterdamschen
Westertoren. Zcoals men weet ligt deze toren tusschen twee oude grachten en
beheerscht met zijn slank profiel dit gedeelte van liet stadsbeeld.
Wanneer men den toren binnengaat, komt dc kille, vochtige lucht ons tegemoet,
cn dit wordt steeds erger naarmate inen het pik»donkerc wenteltrapje opklimt.
Is de eerste verdieping bereikt, dan waant men zich eeuwen terug, als door de
groezelige kleine raampjes het vale licht naar binnenvalt op de massieve houten
óalkcn cn verweerde houten bank, die misschien gediend heeft tot rustplaats van de
torenwachters, die alleen nog ontbreken om de suggestie van vroegere, heel cude
tijden volledig tc maken. Hier begint een reeks trapjes, wrh v .i.tr primitief, maar
met ecnigc oplettendheid vrijwel begaanbaar. Na ecnige klimpartijen is het mecha
nisch speelwerk, dc z.g. „speelton" bereikt.
Dit is ccn grootc ijzeren (vroeger koperen) liggende cylinder van ongeveer l' j M-
doorsnede, waarin een groot aantal gaatjes de toren san het Paleis heeft er
7200 zijn aangebracht. Hierin worden stalen pennen gestoken, die den gang van
dc melodie aangeven.
Deze pennen ccrrespondecren n.l. met het klavier, waaraan staaldraden zijn
bevestigd, die weer in verbinding staan met boven de klokken aangebrachte hamers.
•Zooals vanzelf spreekt, kunnen dc op de speelton aangebrachte melodica
gevarieerd worden; dit is het z.g. versteken; echter zijn lang niet alle liedjes hier
voor geschikt, ook al cmdat de lengte van dc tc kiezen stukken afhankelijk is van
het beschikbaar aantal maten.
Dit versteken, dat bij de meeste Amsterdamsche torens ieder jaar geschiedt, is
een zeer nauwkeurig en veel aandacht vcrcischend werk, daar door ecu kleine ver
gissing het geheclc werk in de war kan loopen.
Wij verlaten nu dc ton en zetten onzen tocht dcor de steeds onherbergzamer wor»
dende contreien voort. Want van min of meer beklimbare, hoewel steile zolder
trappen, verandert dc te volgen route van tijd tot 1 ij'l in bijna loodrecht opgaande
laddertjes, die schijnen te zweven in duistere afgronden of plotseling eindigen tegen
een luik. waarmee het hoofd van een al te overmoedig klimmer in onzachte aan»
raking komt: wind en tccht hebben hier vrij spel en het schijnt of het stof van
eeuwen in deze grauwe cn sombere omgeving ligt opgehoopt-
Eindelijk echter is dc laatste ladder beklommen cn staan wij in de hoogste toren
kamer, ook al weer opgebouwd uit eeuwenoude balken vol namen en opschriften.
In het midden van deze verlaten aandoende ruimte staat hier het minstens 3 eeuwen
oude spcclklavier. dat er met zijn twee rijen stokjes, die er als lange spichtige
vingers uitsteken, verweerd en onaanzienlijk uitziet.
Onderaan is ccn pedaal bevestigd evenals bij een orgel dat correspondeert
met de basklokken en gelijk met het handklavier kan worden bespeeld.
Wat nu dat bespelen betreft, men heeft 2 soorten klavieren, 't zoogenaamde piano-
klavier. wat in vorm overeenkomt met liet toetsenbord van een piano, doch ecnige
10 malen zwaarder van aanslag is. en het bovengenoemde klavier, bestaande uit
stokken, welke pl.m. 10 tot 12 c.M. naar beneden worden grslagen.
Ook heeft men bij dit laatste klavier nog verschillende systemen, 't zoogenaamde
,broek"systeem cn het „tuimelaar*'»tcl»cl. waarover in vakkringen heftige polemiek
gevoerd is- Uitweiding hierover zou echter te ver voeren.
Dat echter cok de techniek van het carillon-spelen steeds hoogcre eischen stelt
.tan dc uitvoerenden, bewijst wel het feit. dat in Belgic tegenwoordig ccn school ter
opleiding tot klokkenist is, die zich in belangstelling mag verheugen «lil ook in
verband met het feit. dat in België verschillende beiaardiers zich op hun vak gespe»
cialiseerd hebben; zoo b.v. de bekende Mcchelsche klokkenist Jef Denijn. die. met
vele anderen, uitsluitend hun aandacht wijden aan het hun toevertrouwde carillcn.
t.ij ontzien hun handen in 't geheel niet maar beuken op dc toetsen, maken met
hun voeten soms een glissando over 't pedaal en zijn meesters in de z.g. aangehouden
r.tng. Een beschouwing over de verhouding tusschen de Belgische cn H< üandsche
klokkenisten zou een afzonderlijk artikel verclschen en moet dns achterwege blijven.
Dc bekendste Ncderlandschc cariltonncurs zijn o.a, dc hierboven genoemde bciaar»
dier van het Kon. Palcis tc Amsterdam, J. Vincent. Wagcnaar, te Utrecht, Dc
Zwaan te Den Haag; den laatsten tijd wordt dc aandacht gevestigd op Timmermans
tc Rotterdam en Van Balcom te 's-Hcrtogcnbosch.
Wanneer de klokkenist 's morgens dcor de nog ongewoon stille en verlaten
straten naar zijn toren gaat. is ook de stad in haar overweldigend rninocr nog niet
ontwaakt. Als zooveel slaperige oogen staren dc winkelruiten onbewogen voor ziel»
uit cn vcoral in de nauwe straatjes en steegjes, die de verbindingen vormen tusschen
de hoofdvcrkccrswcgen, hangt nog een atmosfeer van bijna dorpsche rust cn
afzondering*
En wanneer dan de vele trapjes en laddertjes, die den toegang openen tot het
hart van den toren, daar waaruit straks haar vreugde cn smart zich over de stad
zal uitstorten in ccn weelde van klanken cn zangen bestegen zijn, dan is het een
ïccst ecnige ocgenblikken tc verwijlen op den hoogstcn trans van den toren waar
dc lucht nog zuiver is cn frisch en onberoerd door de wolken van roet cn stof, die
dc ..grootcstad" het luchtruim inzendt.
Wie eenmaal, in den laten herfst, van deze verheven standplaats het schouwspel
heeft ondergaan, hcc dc eerste aarzelende zonnestralen tie stad beroeren, vergeet dit
zeker niet meer. Zie. hoe aan alle zijden dc zilveren nevels glinsteren in de nog
rosse weerschijn van dc evengeboren /"ii, intenser nog waar grillig gevormde water»
vlakten stralen schieten als geslepen spiegels, fonkelend in steeds wisselende
kleuren. Vaag zijn alle omtrekken cn vervloeiend in het schocne spel van zon cu
nevellicht cn ijl schijnt dc aarde tc zwevcjj in het eindeloos heelal. Alleen aan den
voet van den toren, onbereikbaar voor dc sncl-verschictcnde nevels, samen
gekrompen tot ccn onontwarbare opeenstapeling van puntige gevels en daken,
liggen dc héél oude huisjes -- zij, die met den toren dc eeuwen zagen komen en
gaanen ook zij zijn beroerd door het wonder van den jongen morgen stralend
tn alle tinten van vlamrood, roestbruin tot heel teer lila. alles overgoten door
v.arnnrosc zonlicht, schijnen zij wedergeboren tot ccn symphonic van harmonische
kleuren.
Maar nu zijn daar ook de klokken cn mengen hun bronzen stemmen in dit kcor
van onwezenlijke pracht cn schoonheid-Trillend van leven breken dc sidderende
tonen door dc goud-docrstraaldc luchten, in steeds wijder kringen uitvloeiend tot
naar dc dunner wordende nevels zich vaife dc aarde los schijnen te maken.
Nu, gelijk voor eeuwen, zingen de klokken hun eeuwig lied hun lied van liefde,
van hoop, van verlangen, van gelcof van alles wat leeft cn geleefd heeft en leven
zal in de veelbewogen menschenzicl.
Hoog hoven het rumoer van steden cn menschen leven zij hun eigen bestaan en
-lagen met glanzende, jubelende stemmen hun eigen liederen toch deel uitmakend
van liet éénc groote geheel, dat leeft, lijdt cn liefheeft
Dit zijn onze klokken vcor ons en zóó zullen zij blijven zingen door de ecuwen
heen
PIET VINCENT.
De 37 carillonklokken van het Kon. Paleis te Amsterdam.