Uit de wonderlijke wereld der cactussen De amateur kweeker Wat hij weten moet Kennis en liefde noodzakelijk De cactus als kamerplant Planten, stekken, enten Vijanden cactusssen Cerens Giganteus EchynopsJs keur, daar compostaaröe en slechte blad- aarde rottende bestanddeelen bevatten, die gemakkelijk ziekteverschijnselen be werken. Wie dus geen goede bladaarde kan krijgen neme gerust zwarte tuin aarde of de aarde uit de opgewroete molshoop, die zeer ideaal voor cactus- kweek is. Cactussen verlangen niet al leen voedzame, doch ook doorlatende aarde. Daarom menge men wat scherp zand door de aarde. De verschillende soorten vragen echter weer verschillen de mengsels. Men doet dus het beste, zich. als men een serieus verzamelaar wil worden een handleiding aan te schaf fen, daaruit kan men toch leeren. wan neer men kalk moet toevoegen, of roet of roetsteenpuin. of oude koemest. Zeer nuttig is het ook zegt de heer Duursma, houtskoolpoeder door den grond te men gen: .Eigenlijk kan men dit wel direct door het algemeen grond mengsel doen. het ls een zeer gewaardeerde stof. Krampachtig houden de fijne haarwor- teltjes de stukjes houtskool omstren geld. en met vrij groote zekerheid kan gezegd worden, dat het houtskool ook antiseptisch werkt." Verpotten en verplanten zijn belang rijke functies, die met veel zorg ver richt dienen te worden. Voor een plant die om één of andere reden „pruilt" is het good haar te verpotten en nieuwe aarde ie geven. Het kan gebeuren dat zoo'n cactus een geheel nieuw wortel gestel moet vormen, zij moet dus van voor af aan op nieuw beginnen en kan dus gelijk gesteld worden met een stek. Zij moet dus een kleine pot en een licht grondmengse! hebben. De plant zal dan snel in zijn voordeel van aan zien veranderen en kan in den zomer een grootere pot en een zwaarder grondmengsel hebben. Verder is het kwestie van routine om te kunnen zien wanneer een plant nieuwe aarde behoeft. Doch hierbij komen weer zoo veel specifieke eigenschappen de aan dacht vragen, dat de beginneling weer het beste doet om zijn handlei ding te raadplegen. Daarin vindt men ook de belangrijke vraag beantwoord. Hoe moet men verplanten en verpot ten. En evenzoo vindt men daarin aan wyzmgen amürenit 't gieten en sproeien. En dan is er het uiterst belangwek kende onderwerp: de vermeerdcrlnp. der cactussen, die geschieden kan door middel van zaad. hetgeen zeer moeilijk is. en door middel van stekken. Het stekken is een alleraardigst dankbare bezigheid, waarbij men weer allerlei voorzorgmaatregelcn in acht moet ne men. Niet van alle cactussen neemt men de stek op de zelfde manier, b- de meeste kunnen overtollige deelen als zoodanig dienst doen. bij de bol- cactussen zijn de nieuwe bolletjes die ter zijde van-de moederplant ontstaan geschikt om te stekken. Van andore soorten kunnen heele geledingen wor den afgenomen en als stek worden be handeld. De afgenomen deelen mogen niet direct worden gepoot, zij moeten zoolang drogen tot het snijvlak met een glasachtig vlies bedekt ls. De af gesneden deelen mogen niet ln de voller zon gedroogd worden daar zij dan uitdrogen en zullen verschrom pelen. Tenslotte neemt men een klein potje dat met zandige bladaarde ge vuld wordt en op de plaats waar de stek komt te staan strooit men een fijn laagje houtskoolpoedar. Op de poeder plaatst men dc stek, die men met een stokje vastmaakt, en die dus niet moet worden ingegraven. Allermerkwaardigste resultaten kan men met enten bereiken. Dit enten moet ten doel hebben, zwak groeiende soorten meer kans te geven door ze een stevigen onderstam te geren; voor verschillende cactussen moet men weer verschillende onderstammen ge bruiken. en bovendien ls de entwij ze voor alle soorten niet dezelfde. De kenner onderscheidt spleet en cen- traal-enting. Enfin dit zijn grove lij nen uit de lectuur omtrent, de cactus sen. die men wel degelijk moet be- studeeren, om zich een goed amateur te kunnen noemen. Maar dan mag ook geen moeite te veel zijn. Als men aan vele voorschrif ten voldaan heeft dan moet men nog waken voor ziekten en ongedierte. Ook aan dit onderwerp zou men vele kolommen druks kunnen - wijden, Men onthoude echter dat ziekte zoowel als ongedierte ln den regel het gvolg van onoordeelkundige behandeling ziln. Als men zich strikt aan gestelde rege len houdt behoeft men van geen van beiden last te hebben. Te veel vocht kan rotting veroorza ker.. te veel zon heeft het ontstaan van ..brandvlekken" tot gevolg. Geel worden de planten als er geen voedsel meer ln de pot aawezig is. Uit dien hoofde ls het noodzakelijk dat men zijn planten voortdurend gadeslaat dan kan men ziekten voorkomen. En precies zoo ls het met onged/?rte. Zui vere frissche aarde, voldoende verse lie lucht. Juiste lichtsterkte zijn de vijan den van schadelijk gebroed. Tegen blad- en schildluis kan men makkelijk optreden. Moeilijker maken wolluls en pissebed het ons. Doch ook die zijn met toewijding te verdelgen. Er is in ieder geval een heele serie strijdmiddelen die den amateur ten dienste staat cn waarvan het zeker noodig is dat hij op dc hoogte ls. Na deze causerie lezer, over eenlge der allervoornaamste vraag!stukken aangaande de kweek van cactussen zou ons eigenlijk niets anders over blijven, dan een beschrijving van de diverse soorten. Maar als u nu even bedenkt dat dc heer J. L. A. Desertlne uit Leiden reeds in het Jaar 1055 een lijst publlcerde van de in zijn collectie voorkomende soorten, en dat die lijst 450 namen omvatte, dan zult u wel begrijpen waarom wij die beschrijving achterwege laten. Nog eens, dan dient u zich een handleiding aan te schaf fen. Daarin zult u ook een overzicht van de werkzaamheden vinden. Laten wU mogen besluiten, waarmee ook de heer Duursma In zijn aardig werkje besluit: HU geeft tenslotte een ant woord op twee vragen. Dc eerste luidt .Hoc word ik een goed cactusllefheb- ber". de tweede: „Hoe krijg ik een mooie verzameling". Op dc eerste vraag antwoordt de heer Duursma on der anderen: Een allereerste vcrelsch- te om een goed cactusverzamelaar te worden ls: liefde tot de zaak, de tweede: kennis van dc zaak. Op de tweede vraag antwoordt de heer Duursma onder meer: Een mooie cactusverzameling krijgt men door te beginnen met een vijftiental der ge makkelijkste soorten, waarvoor aan bevelenswaardig zijn: Cereus Specio- sus, Cereus flagelliformls, Cereus Sil- vestril. Echimocactus micros permus. Echlnocactus minusculus. Echinocac- tus Ottonls, Echinocactus Quehlianus, Ecliinocereus Salm-Dycklanus, Eri.l- nocereus Scheerli. Echinopis Eyriesii. Echlnopsls gemmata. Mamillarla Bo- cadana, Mamillaria Gracilis, Mammil- laria Wildll en Fhyllocactus Ackcr- mannli. Deze soorten groeien on bloeien zelfs onder betrekkelijk ongun stige omstandigheden. Inderdaad, dan kan de studie der cactussen, als zij zich ontwikkelt langs logische lijnen leven;.ve zijn. De foto hierbij gevoegd werden door onzen fotograaf den heer Hczemans. in de kas van den heer van Zij veiden in Aalsmeer gemaakt, behalve de af beelding natuurlijk van een Ccr Giganteus. die uit het werk van n heer Duursma ls. waaraan wij tal bijzonderheden poor dit artikel aan ontleenden. Oprmüa Lencotrlcha Aalsmeer wordt zoo langzamer hand een nederzetting van glas. Het aantal der groote aan zienlijke broeikassen (die achter de kleine onaanzienlijke huisjes lig gen) breidt zich naar Noord en Zuid, naar Oost en West, steeds uit. In de kassen staan de roode, gele en witte ro zen in veelbelovenden knop. De laatste kasseringen staan in vollen bloei. Als u de kas binnen treedt, slaat de geur u op het lijf, geur die nog penetranter schijnt door de hooge zwoelvochtige tem peratuur. In die kassen heerscht vol maakte rust. Daar klinken geen stem men, daar waait bijkans geen stof op, daar is alleen parfum en schier tropische (hitte, waar de stralende zon slechts aan ontbreekt. In dit milieu voelt de cactus zich op Söjn plaats. Na veel moeite vonden wij twee kweekers die collecties in htm be zit hadden. De Cactus is in kweekers kringen geen gemeen goed. De. kweek kost tijd, geduld, kennis en geld. De firma van Zijverden bezit een vermaar de collectie in één van haar kassen aan den Uitterweg. De heer van Zijverden experimenteert daar naar hartelust. Hy buit de taaie levenskracht der Cactus sen op alle mogelijke manieren uit, ent verschillende soorten op elkaar en ver edelt met succes. De resultaten die hy ■bereikt heeft, zyn uiterst merkwaardig. Tallooze der zeldzame planten staan in bloei. Er gaat een vreemde bekoring van haar uit. Zie eens die wonderlijke fijne kleine exemplaren. Welk een schitterende ornamentale sa menstelling. Welk een geraffineerde exo tische schoonheid. Zie de verschillende soorten der Mammillaria met de kleine juweehnooie bloemetjes. Zie eens de schitterende schroefvormige Echinocac tus myriostigma die aan een diep zee schelp doet denken, zie de steil omhoog rijzende gekartelde. gedoomde pijlers der diverse shorten Cereus en de robuste bomvormige en monumentale Echino cactus omadus. De soorten zyn legio. En haar schoonheid is zeer verscheiden; Als ooit de natuur zich scherpzinnig, Ingenieus en in exquise schoonheid uitte dan is het wel bij de cactussen. De lectuur omtrent het onderwerp is zeer uitgebreid. Verzamelaars kunnen het niet zonder die lectuur doen. Is men eenmaal verzamelaar dan geeft men eich ten volle en tracht zijn kennis op het punt van deze liefhebberij op alle mogelijke wijzen uit te breiden. En dan zal men telkens weer met frissche ver bazing op nieuwe wonderen stuiten. Aan bevelenswaardige boekjes voor amateurs zyn „Onze Cactussen" van G. D. Duursma (uitgeversmij. „Kosmos" Am sterdam) en „Vetplanten" door J. M. van den Houten. (Brusse Rotterdam), Beide werkjes zijn rijkelijk verlucht, en de stof, die den amateur ter harte moet gaan is er overzichtelijk in behandeld. Hierbij zij opgemerkt dat er een Neder- landsche Vereeniging van Vetplanten- verzamelaars bestaat die met honderden Cactuskweekers in nauw contact staat. De Cactussen zijn hoogstwaarschijnlijk naar Europa ingevoerd onmiddellijk na dat Columbus den weg naar Amerika had gevonden. De Portugeesche zeelieden zullen wel de eersten geweest zijn die de merkwaardige taaie planten die bestand waren, tegen de zeereizen die maanden duurden, naar de oude wereld brachten. In de „Gouden Eeuw" ontstonden in Noord- en Zuid-Holland en in Utrecht vele groote buitens met schitterende tui nen en parken en daarin hebben de exo tische wonderplanten toen zeker al een plaats gevonden. De wetenschap trok zich bovendien het lot der planten aan. Men meende dikwijls niet ten onrechte allerlei vreemds, allerlei wonderdadigs achter deze schepselen der natuur te mogen zoeken. In de vorige eeuw zyn reeds eenige belangrijke studies over Cactussen verschenen. De voorlooper van deze schryvers was na tuurlijk Linnaeus die 24 soorten cactus sen onderscheidde. Vast staat dat de Nederlanders een aanzienlijk aandeel hebben gehad, in wat men zou kunnen noemen, de exploitatie van het enorm uitgebreide terrein dat de kennis der Cactussen beslaat. het Zuid-Westelijk deel der Vereenlgde Staten, Californië, Arizona, Nieuw- Mexico en Texas; 2o. Midden-Amerika met de West-In dische eilanden, waarbij zich Venezuela en Columbia aansluiten 4o. Brazilië met Uruguay, Paraguay en Oost Boliva; 5o. Argentinië en het Andes gebergte. In het eerste gebied komt de Cereus giganteus voor. (Woestijnklimaat met weinig neerslag). Op de berghellingen vindt men daar Cactuswouden, waarin verschillende stammeh een hoogte van 12 meter bereiken. In het tweede ge bied wordt het aantal der soorten onnoe melijk grooter, hetgeen ver klaard wordt als men nagaat dat de neerslag daar driemaal zoo groot is als in het eerste gebied. In het derde vochtige tropische gebied worden de moeilijk te kwee- ken Melocactussen aangetroffen, meer naar het binnen land de wouden den waar Rhip- salissen en Philo- cactussen opvallen te mid den van bosschen orchideeën en Brumelia's, die allen ve- geteeren op humus die zich in de stamholten der woudreu zen heeft opgehoopt. Het vierde gebied, hoofdzakelijk dat der prairies, heeft veel neerslag en het vyfde lijkt veel op het eerste. Naar deze gegevens kunnen wij dus onder scheiden, ten eerste de soorten uit droge en heete streken, die uit het tropenge- bied, die uit hooge, koele streken en ein delijk die uit de lagere gewesten. In de droge periodes hebben de cac tussen rusttijd. En juist daarom zyn zij geschikte ka merplanten. Voegt men daarby dat zij zeer veel aanpassingsvermogen hebben en ongelooflijk groote levensvatbaar heid, dan zal men inzien dat het moge lijk is verschillende cactussen op onge- geveer dezelfde manier te houden. Slechts die soorten die vegeteeren op vochtige humus in boomholten eischen een afzonderlijke behandeling. DuuramaTs boekje verder volgende, leest men dat de cactuskweeker drie groepen, drie methoden onderscheidt, lo. De cultuur in verwarmbare kassen, de cultuur in de onverwarmde, of de zomerkas en ten derde de kamercultuur. Wij kunnen onmogelijk deze groepen hier volledig behandelen. Uitteraard is de cultuur in de verwarmde kas de duurste, de moeilijkste, en alleen maar !n toepassing te brengen door diegenen die rijkelijk met „aardsch goed" zooals geld en tuinen bedeeld zijn. Wat de cul tuur in de onverwarmde kas aangaat, een korte opmerking uit genoemd boek werk: Wie een zonnig tuintje bezit kan die methode makkelijk uitvoeren. Een knutselaar kan een zomertuintje best zelf maken, van hout, steen of be ton. 't Best zijn de steenen kasjes. Des winters plaatst men zijn planten in de vorstvrije kamer. Van het vroege voor jaar tot de laatste herfst gaan ze naar de kas. Op die manier kan men groote collecties met succes kweeken. En dan de kamercultuur. Een dankbare cultuur voor de eenvoudigen van geest, die geen tuin en niet veel geld bezitten. Want de cactus is gauw tevreden en zoo kan het gebeuren dat men in de kamer nog mooier exemplaren dan in de kas ziet. Zij die een etage bewonen, moeten de ramen op het zuiden of Zuid-Oosten be- Ecn gewortelde bloemstengel. Wellicht bloemstengel werd geplant en schoot vlakken g-rond staat, groeit nu op den nutten. Het is het beste om op den ven sterbank een bak te maken met zinken bodem, waarvan de voor- en achterzijde, benevens het hellende dak van glas zijn. De naar de kamer gekeerde achter wand moet makkelijk geopend of weg genomen kunnen worden. Ook het bovenglas moet weggenomen kunnen worden, opdat men makkelijk kan gieten en sproeien. Balkon of plat dak kan men natuur lijk ook uitbuiten voor zijn liefhebberijen, even als de tegen de woning aangebouwde serre die, als ze in verbinding staat met de verwarmde ka mer een prachtig tus- schenvorm kan zijn tus- schen warme kas en zo merkas. De Cactussen hooren in Amerika thuis, Duursma onderscheidt: lo. Een zonnig hoekje in een der kassen der firma van Zijverden, Terecht zegt de heer Duursma, dat als men het kweeken van castussen door amateurs bespreekt, het beste ls de kamercultuur als uitgangspunt te nemen, daar de bezitters van warme- en zomerkassen zich zeer goed naar die kweekmethode kunnen richten, «.beter dan omgekeerd tenminste). In de eerste plaats bestede men dan zijn aan«iacht aan de aardmengsels waarvan groei en ontwikkeling grooten- deels afhankelijk zijn. Wij kunnen uiter aard hier geen handleiding gaan geven, doch Wjj maken den lezer er attent op, dat er een Vereeniging van Vetplanten- vereamelaars is die een maandblad „Succulenta" uitgeeft waaruit telken male veel wetenswaardigs geput kan worden omtrent de oordeelkundige be handeling der cactussen. Terloops vesti gen wij de aandacht even op de alge- meene dwaling bij het publiek, als zou de cactus een „woestijnplant" zijn, die een eenig exemplaar in Holland. De worteL Dc plant die anders op den stengel* het best gedijdt bij een zoo stiefmoeder lijk mogelijke behandeling. Dit ls een zeer onjuiste opvatting. Slechts enkele cactussen zijn woestijnplanten. De meeste soorten groeien op vruchtbaren bodem die zelfs overeenstemming ver toont met de Zuid-Limburgsche Löss- gronden en die in ieder geval klei-ach- tig is. Vele der Echinocactussen groeien goed in dezen grond. Andere van deze soort en de Mammillaria's vindt men weer op kalkachtigen bodem en dan zUn er de Phyllocactussen, Epiphyllums en Rhipsalissen en Cereus-soorten die het beste aarden in vochtige humus. Met al die eigenaardigheden moet de cactuskweeker dus wel degelijk reke ning houden. Zoo moet de aarde gezond en zuiver zijn, dus vrU van ziektekiemen en ongedierte. Gewone tuinaarde en aarde uit molshoopen verdienen de voor-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 11