OM ONS HEEN
FLITSEN
HAAR! FM'S DAGBLAD DONDERDAG 19 APRIL 1928
No. 3755
HEEMSTEEDSCHE BRIEVEN.
ONZE LANDLEEUWEN ONZE WATERLEEUWEN DE HALTE
HEEMSTEDE WAT GAAT ER IN EEN KOKER? DE BOLLENDAGEN.
en bondsovereenkomsten toch nog altijd
trossen van helder gele narcissen over
hadden om aan de bezoekers te slijten!
ZU zullen slechte zaken gemaakt heb
ben op den afgeloopen Zondag, onder
den loodgrauwen hemel, terwijl de
scherpe wind over de velden sneed.
BH de Blauwe brug stond een knaapje,
die zijn volharding in het verkoopen be
taalde met verkleuming en toch geen
vergoeding gevonden kan hebben in een
goeder, verkoop. Het kind zag blauw i
Moge hy straks zijn schade inhalen bij
hyacinthen en tulpen in een warmen
zonneschijn. De bezoekers komen dan wel
weerom. Want nooit is er een tijd ge
weest, waarin de menschen meer belang
stelling h3dden voor bloemen, dan nu.
Laat dit allen die klagen over verwor
ding, achteruitgang van moraal, vermin
dering van plichtsbesef, tot troost ver
strekken. Er is nog veel liefde voor de
natuur en haar wondere producten over
gebleven.
En met deze overweging hopen wy
maar weer op zacht weer en zomer.
J.-C. P,
STADSNIEUWS
MIDDERNACHTZENDING.
De afdeeling Haarlem van de Neder-
landsche Middernachtzending-Vereeni-
ging hield Woensdagavond in het kerk
gebouw der Broeder-Gemeente aan de
Parklaan haar jaarvergadering, die vry
druk bezocht werd.
Ds J. W. S i e r t s e m a, predikant
der Ger. Kerk. opende de bijeenkomst
op d- gebruikelijke wijze, waarna hij
mededeelingen deed over het werk der
Middernachtzending. Met stille bewon
dering had hij het intense werk der mid-
dernachtzendeüngen vaak gadegeslagen;
Jammer vond hij het dan ook. dat velen
dit werk alleen maar konden steunen
door hun gebed en door hun giften.
Teleurstellend,ls het, dat de zedeloosheid
ook in deze stad toeneemt. De zondeu
van de volwassenen sijpelen door naar
de jeugd: in Haarlem wordt op sexueel
gebied in alle rangen en standen veel
gezondigd; de lichamen worden verwoest.
Het werk der Middernachtzending-Ver
eeniging kan daarom volgens spreker
niet genoeg gesteund worden. Men tan
het haast niet begrijpen, dat oos in
onze mooie stad de zedeloosheid en
ontucht onrustbarende afmetingen aan
nemen. Gelukkig zijn er duizenden er
nog eens duizenden, die de ontucht en
zedeloosheid veroordeelen. Schuldig zijn
zij, die onder allerlei schoone leuzen
het volk van zijn godsdienst berooven
Vele heidenen en natuurvolken maken
tjns ln deze dagen beschaamd. Ons volk
moot gered worden, ln de eerste plaats
door het evangelie van Jezus Christus.
Aan de menschen moet weer worden ge-
ieerd, wat zonde is; het leven moet door
het evangelie gedragen worden. Alles
moet uit ons leven worden weggeno
men. wat God niet verdragen kan. dan
kan men weer den zegen van het
Christelijk huwelijksleven genieten.
Voor het huisgezin moet gestreden
worden; ce kinderen moeten tegen de
verleiding worden beschermd. In het be
lang. van de echte schoonheid van het
huwelijk. Het huwelijk moet hoog wor
den gehouden, opdat onze kinderen niet
afglijden op het pad der ontucht. Met
vreugde constateerde spreker, dat ook
vele vrouwen zich aan het mooie werk
der Middernachtzending geven, vol ont
ferming jegens ellen, die van het rechte
pad zijn afgeweken. Alleen in de bracht
van God mag men succes van dit werk
verwachten. Ds. Siertsema eindigde zijn
rede met het Bijbelwoord; ..Wie mij
volgt, zal in de duisternis niet wandelen,
maar zal het eeuwige licht zien".
De heer P. P. H. Hartendorf deed
vervolgens eenige mededeelingen over
het werk der Middernachtzending in
Haarlem. Hij herinnerde er aan, dat het
ruim veertig jaar geleden is, dat de
Middernachtzending-Vereeniging hier
haar werk begon. Er zijn in Haarlem
veel menschen, die niet begrijpen kunnen,
dat het postwerk des nachts ook hier
noodig is En toch is dit nog steeds zeer
noodig, want ln onze stad wonen ook
ongeveer 22 a 24 vrouwen, van wie de
Spreuken-dichter zei, dat haar wegen
naar den dood leiden Spreker liet een
waarschuwend woord tot de vaders
hooren, dat zij er zelf ook voor moeten
zorgen vrU-uit te kunnen gaan, omdat
de zonen veel naar het voorbeeld van
hun vader kijken. HU deelde mede, dat
het aan de Middernachtzending in 1927
mocht gelukken, vele overeenkomsten tot
stand te brengen, zoodat het mogelijk
was, dat aan de ongehuwde moeders in
totaal een bedrag van f 5000 voor het
onderhoud van haar kind kon worden
uitgekeerd.
Spreker was de redactie van Haar
lem's Dagblad dankbaar, dat zU niet
alleen een gedeelte van het jaarverslag
der vereeniging had gepubliceerd, maar
ook naar de politie was gegaan om te
vragen naar haar meening over de ino-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1183
Jantje kruipt in vaders bed voor I vader dwingt zich met moeite tot
het gebruikelyke Zondagmorgen- een wakenden toestand en begint
een verhaal te vertellen
Jantje's belangstelling begint te
tanen en hU zoekt afleiding in het
maken van bergen
waarop vader bedenkt dat hl) ln
deze omstandigheden zijn oogen
nog wel even kan sluiten
maar als hU wegdoezelt herinnert
Jantje er hem onmiddellijk aan
dat het verhaal nog niet uit was
Vader zucht en gaa'. met het
verhaal
Jantje wordt weer rusteloos, trapt
vader bij ongeluk wat hard teger
rUn knie
waarop hij plotseling de ingeving
krijgt van de dekens een tent
maken
waarna vader beseft dat het tUd
Is om op te staan.
(Nadruk verboden)
raliteit in Haarlem. Het antwoord, dat
toen door de politie gegeven is, beves
tigde volgens spreker alles wat in het
Jaarverslag stond. Alleen vond spreker
het funest, dat de politie bU die ge
legenheid ook gezegd had dat het kwaad
van de openbare dansgelegenheden toch
niet tegen te houden was.
Wat de mederne dansen betreft, merk
te spreker op. dat de verderfelijke in
vloed daarvan even groot ls onverschil
lig of ze in de verderfelijke openbare
dancings of in zoogenaamde heel nette
inrichtingen, in groote hotels te Zand-
voort en Schevenlngen gedanst worden
De moderne dansen moeten nu eenmaal
veroordeeld worden.
Spreker betreurde het dat de burge
meester van Haarlem een paar jaar ge
leden het stempel van netheid op één
der openbare dansgelegenheden alhier
had gedrukt.
Tenslotte riep spreker den moreelen en
financieelen steun voor het werk deT
Middenrnachtzending in en uitte zUn
dankbaarheid Jegens God. Die het al dien
tUd wel gemaakt heeft met de vereeni
ging, die helaas echter nog steeds met
tekorten tobt.
Ds. J. L. van Leeuwen predikant
bU de Ned Herv. kerk. trad als derde
spreker op HU meent, dat alle Christe
nen het werk der M'.ddernachtzendlng
behooren te s'teunen en sprak vervolgens
naar aanleiding van de woorden in het
boek van Job: „Te middernacht wordt
het volk geschud, dat het vergaat". Er
vaart op het oogenblik ook een groote
schudding van onreinheid en onzedelijk
heid over ons volk. Die schudding ls
zoo gevaarlijk, zei spreker, omdat we
in de macht van de zonde zUn. Spre
ker heeft gerild van de cUfers. die door
den heer Hartendorf genoemd waren
Het gevaar dreigt aan alle kanten, vooral
te middernacht als de goede menschen
slapen. Te middernacht vaart het ver
derf rond Tal van jonge levens zUn
verwoest en karakters ondermUnd. Daar
om ls spreker er zoo dankbaar voor, dat
er een Middernachtzending bestaat, om
de zonde te bestrUden,
Gelukkig noemde hU het, dat er van
die sterke menschen zUn, die dit werk
kunnen en willen v..richten, want ieder
een kan dit werk niet doen. La$t men
hen dus steunen ook met ons gebed
opdat zU dit werk te middernacht kun
nen volhouden.
De bUeenkomst werd met dankgebed
en het gemeenschappelijk zingen van
het laatste vers van Gezang 50 geslo-
ONT SPANKINGS VEREEN.
„ONS GENOEGEN".
OJ Zaterdag 21 April a.s. zaly door de
Tooneelclub van bovenvermelde vereeni
ging het bekende tooneelstuk „Onder één
Dak", van J. Fabrlclus, opgevoerd wor
den.
Een bal, met medewerking van „The
Negro Band", zal dezen laatsten.tooneel-
avond van dit seizoen besluiten.
DÉ ZUIDERZEEWERKEN.
Lezing Ir. L. T. v. d. Wal, voor dc
Mü. van NU verheid.
Voor het departement Haarlem der
Nederlandsche MaatschappU voor NJJ-
verheid en Handel, sprak Woensdag
avond ir. L. T. van der Wal, eerstaan
wezend ingenieur bU de Zuiderzeewer
ken, over de droogmaking der Zuider
zee en ei e Zuiderzeewerken.
Daar de voorzitter, vice-voorzitter en
secretaris verhinderd waren aanwezig
te zUn werd het welkomstwoord gespro
ken door het bestuurslid den heer F. C
Dufour. Daarna was het woord aan den
heer v.d. Wal die ln vUf punten een al
gemeen overzicht gaf.
De heer v. d. Wal gaf eerst een korte
beschrijving van de Zuiderzee, die in
twee afzonderlijke gedeelten is te ver-
deelen, de Zuideiyke kom, die vrU on
diep is, en de Wadden.
Ten tweede besprak ir. v. d. Wal de
geschiedenis van de plannen, die da
teeren uit de 17de eeuw.
De achttiende eeuw br: hfc geen
plannen voort, maar omstreeks 1850
duiken zij weer op, in 1860 werd een
maatschappU opgericht.
Een plan kwam ln de Kamer maar
werd door het ministerie niet overgeno
men.
Na de oprichting van een Zuiderzee-
vereeniging. omstreeks 1890, kwam de
directeur daarvan, ir. Lely, de latere
minister, met een plan, dat nu in groote
trekken uitgevoerd wordt.
H\J wilde den afslultdUk leggen om de
diepe geulen der wadden heen, van de
Noord-Hollandsche kust by Wieringen
naar de Friesche. ZUn oplossing voor de
uitmondingskwestie van den IJsel was
het „IJselmeer", waarin de waterstand
door sluizen in den afsluitdijk geregeld
wordt De plaats van de vier polders
werd bepaald door de bodemgesteld
heid, de uitmonding van den IJsel en
den vaarweg van Amsterdam.
Als derde punt bezag spreker de af
sluiting en gedeeltelUke droogmaking.
Allereerst was noodig de afsluiting en
het maken der 25 sliizen van 12 M.
breed en de scheep vaartsluizen, 15 ten
Oosten van Wieringen en 10 bU de Frie
sche kust. Aan de hand van een groote
kaart lichtte spr. de verhoudingen in
den afsluitdUk toe. De zanddUk bekleed
met keileem en versterkt met zink-
stukken en steengloolïng wordt buiten
gewoon hoog, zwaar en veilig. Men :s
begonnen met het maken der sluizen
en de eerste stukjes dUk.
De dijk wordt het eerste gelegd op her
middenstuk het „Breezand", waax de
stroomingen het gunstigst zUn. Dat alles
zal de eerste vUf Jaar in beslag nemen.
Om bU het dichten van de overbiyven-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regeL
KELLER&MACDONALD
HAARLLM
Gratis demonstratie rret het
beroemde N. S. F. 4 toestel
de geulen ultschuren van den bodem re
voorkomen is men begonnen den bodem
te „wapenen" met keileem. Het daarop
leggen van den dyk, zal dan nog drie
jaar duren.
Het geheel gereedmaken der polders
zal voor ieder ongeveer 10 jaax duren,
deze tUden zullen echter samenvallen
De snelste termUn van beëindiging zal
wel 25 jaar zUn.
Ten vierde gaf ir. v. d. Wal een over
zicht van de kosten, die voor den af
sluitdUk geraamd zijn op 90 millioen
gulden tegen een bate van 100 millioen
die o.a. berekend is naar het voordeel
dat het omliggerde polderland heeft b:j
een zoetwaterbekken, vooral in droge
zomers.
Na 17 Jaar. als het land zUn cultuur
waarde heeft verkregen, zal uitgegeven
zUn 454 millioen, doch een waarde ver
kregen van 500 millioen. De verhoudin
gen in die cUfers zU'n in den be-
staansstryd van het plan vrUwel gelUk
gebleven.
Als 5e punt noemde spr. wat van 1920 tot
1925 tot stand kwam: de afsluitdijk van
de N.H. kust tot Wieringen, het kanaal
langs die kust, de werkhaven en de sluis-
put aan de oostpunt van Wieringen. In
1927 begon men in versneld tempo aan
de Wieringer sluizen en Friesche sluls-
put. Om eerder grond te krijgen be
gon men reeds aan den dUk van den
W ier in germ eerpolder. Geëxperimenteerd
wordt nu in den proefpolder bU AndUk.
Een reeks van 65 prachtige lichtbeel
den maakten vooral door de toelich
ting het gesprokene overduidelijk, en
gaven een goeden indruk van het reu
zenwerk, dat hier uitgevoerd wordt. Na
dat nog eenige vragen gesteld en be
antwoord waren sprak de heer Dufour
c i dankwoord en hoopte, dat dezen
lier door het departement een excur
sie kan gemaakt worden naar de Zui
derzeewerken.
JUBILEUM.
27 April herdenkt de heer J. A Mul
ler Jr., boekhouder en bedrUfschef bU
ie fa. J. A. Haas en Zn gejr. Schiin-
huth, handel ln gedistilleerd Anegang,
ien dag, waarop hü 25 jaar geleden by
de firma in dienst kwam.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
Toen ik dezer dagen voorbU het Raad-
huls kwam en niet zonder eerbied en
ontzag er opkeek naar de twee stcenen
leeuwen, die het symbool zUn van dc on
versaagdheid, waarmee het gemeentebe
stuur waakt voor den bloei van Heem
stede, heb ik een ontdekking gedaan, die
voor mUn mode-dorpelingen zeer zeker
een nieuwigheid wezen zal. De uitdruk
king van hun gelaat (van de leeuwen
bedoel ik) ls namelijk verschillend, naar
mate wU het van den eenen of den an
deren kant bezien. Links zien zij er oamc-
lUk geducht en grimmig uit, rechts too-
nen zy een vriendelUk voorkomen; zelfs
zou ik durven beweren, dat zy glimlachen
wanneer dat niet vreemd klonk ten op
zichte van een leeuw.
De beeldhouwer die ze schiep heeft het
heel goed begrepen. Evenals een mensch
kan ook een leeuw goed of slecht gemutst
zUn; heeft hU zUn buikje rond gegeten
en doet hU daarna een middagslaapje,
dan zal hij wanneer ook andere zorgen
hem niet kwellen', geen vUandschap koes
teren jegens den mensch. die by toeval
in het oerwoud zUn hol passeert. Maar
plaagt hem de honger en zou laat ons
zeggen de heer Breed zUn deur voorbU-
gaan, dan zou, denk ik. de leeuw de ge
legenheid tot hot houden van een zoo
u;tgebrelden maaltyd niet versmaden.
Daar nu een stcenen leeuw zoo
veel mogelUk op een echten
lUken moet, is het logisch dat
de leeuwen op het balkon van het
Raadhuis, als god Janus met de twee
aangezichten, een dubbel physionomle
vertoonen. Als wU hooren dat de heer
Breed ln de Raadszitting van Maart al
weer gevraagd heelt naar een verande
ring van het Raadhuisplein, dan denker,
wl) aan den rechtschen kant van onze
leeuwen, een vrlendeiyice Informatie van;
,,komt er haast wat?" maar wanneer
weihouder van dc Poll antwoordt, dat
de heer Breed daar nu niet telkens op
terugkomen moet omdat het lijkt op
wantrouwen Jegens B. en W.. dan is de
linksche leeuwcnkant aan de orde, de
grimmige Daar mag de heer Breed
dankbaar voor wezen, dat zU niet naar
beneden klimmen en den wethouder vra
gen: ..zullen wU hem maar eens verslin
den?". Want leeuwen -ln dienst van de
gemeente vrcczen een Raadslid, maa:
een wethouder het meest.
Voor ons, die geen van beiden zUn. ls
de positie in dergeiyke quaesties gc-
mnkkeiyk. wy zeggen ons leekenoordce'
en blijven daarna kalm en rustig ln le
ven. Ik ben een vriend van eiken, maar
wanneer zy moeten verdwijnen voor d<
veiligheid van het verkeer, zou ik toch
p -akkeiyk een keus doen. De toestand
is er verre van fraai en er moet maai
gauw een einde aan komen. Zoo spoedig
mogeiyk beloofde de voorzitter een
voorstel tot verandering van het Raad
huisplein. maar in het begin van de dis
cussie had hU gesproken van ..dit Jaar"
Als ik het mag zeggen, dit jaar duurt
nog acht maanden en in dien tUd kan er
nog heélwat kwaad op het plein gebeu
ren.
Was ik de heer Breed (maar dat ber
ik niet helaas, want hU ls Raadslid en ik
heb geen kans) dan zou ik aan B. en W
een compromis voorstellen en zeggen: „lk
zal over dit punt geen mond meer open
doen. maar daartegenover zorgt u, dal
cr binnen drie maanden een voorstel is!'
Daar kan niemand bezwaar tegen ma
ken en zoo zUn allo partyen tevreden
met inbegrip van de derde, die uit dc
rechtstreeks belanghebbenden bestaat.
En toch do toestand op het Raad-
hulsplein is nog niet zoo ers. als die ln
de Raadhuisstraat en op den Binnen
weg. Hoe het mogeiyk is. dat het ver
keer daar dag In dag uit zUn gang gaa*
zonder dat er ernstige ongelukken var
komen, kan niemand die het ziet be-
grUpen. Door de nauwe hals van deze
twee smalle straten wordt er een ver
keer geperst, waar onze voorvaderen
nooit van hebben gedroomd. Klaagden
wU vroeger heusch over de stoomtram
die er rammelend, rookend en ratelen
doorheen slingerde om het half uur?
Nog veel erger ls nu de electrische, die
dan niet roookt. noch rinkelt, maar met
zUn hooge en breede wagens passeert
om de vUf of zes minuten en van
weerskanten. By afwisseling links
en rechts eischt de electrische haast de
halve breedte van den weg voor zich
op. boort om zoo te zeggen door reeksen
van fietsen, van auto's, van vrachtwa
gens. die verschrikt heenstuiven waar
ze zich maar kunnen bergen. WielrUders
leeren hier balanceeren als koorddan
sers, redden soms het vcege lijf op smalle
trottoirs. Auto's ingericht op snel ver
keer, sukkelen hier achter elkaar of
achter de electrische aan en passen zich
aan by maximum snelheden van tien
kilometers of minder per uur, waarby
een snelle motor niet leven kan.
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÊE
(Naar het Engelsoh. van
C N. en A M. WILLIAMSON.)
15)
HU zag recht ln het door de zonne
stralen helder verlichte gelaat van het
meisje: en toch kon hU zoo tot haar
spreken?
Het was Esmée. alsof zU plotseling een
Ijskoude douche had gokregen. Ofschoon
7.yn gelaat in de schaduw was. wist ze
toch. dat hU het was. Deze man was
de Graaf Rlcardo. d:e nzU had ontmoet,
en geen ander! Zelfs als zU maar der.
geringsten twUfcl had gekoesterd, dan
zou die stem dien hebben verdreven. De
echo van die stem klonk haar nog altijd
in de ooren. Soms scheen zU die over
dag te hooren midden in een gewoon
gesprek. Dlkwyis had die 's nachts in
haar droomen haar zoo duidelUk in d-e
ooren geklonken, dat zU verschrikt wak
ker werd, ZU wist niet., waarom de man
te Milaan niet was verschenen" na zUn
belofte aan den trein te komen, om af
scheid van haar te nemen: maar toch
had zy het denkbeeld nooit geheel laten
Ik ben geen voorstander van het over
brengen van de tram naar de Heem-
steedsche Dreef, omdat die boulevard,
wanneer hy aan de verwachtingen zal
voldoen, later zyn plantsoen moet be
houden, dat hem Juist de aantrekkelijk
heid geeft maar op den duur kan de
overlading van Binnenweg en Raadhuis
straat niet zoo blijven voortgaan. Iedere
maand groeit het aantal auto's. En waar
blijft de doortrekking van den Heem-
steedschen Dreef! Telkens hooren wy
geruchten, dat het doortrekken nu nog
maar een quaestie van enkele maanden
is, maar de maanden ryen zich aan an
dere maanden en wy zien nog geen
einde.
Zeker, de asphalteering van den Heeren-
weg heeft menigen auto door de bin
nenstraten gejaagd, die anders op den
Heerenweg zou zUn gebleven, maar wan.
neer die tijd voorbU is, wordt het pro
bleem nog niet opgelost. Splitsen moet
zich het verkeer. De tram blijve dan op
den Bronsteewcg, Binnenweg en Raad
huisstraat. al wat fietst en autoot moet
dan naar den Heemsteedschen Dreef,
met dat lastigste van alle vervoermid
delen, de motorfiets.
In diezelfde Raadsvergadering zullen
de twee leeuwen met hun rechterkaak,
de steenen leeuwen bedoel ik natuurhjk,
elkaar wel een knipoogje gegeven heb
ben. toen de vereeniging Schutte-
vaer vreesde, dat de voorgestelde ta
rieven te hoog zouden zUn, in vergeiy-
king met andere gemeenten. „Zeg, ouwe
kameraad", zal de een gevraagd hebben,
„weet JU ervan, dat de schippers ooit
een tarief te laag hebban gevonden?"
„ïk niet", heeft de ander gezegd met een
gemoedeiyken knipoog van een van zUn
steenen oogen. Toen zwegen ze, want
daar kwam aangewandeld Mr. Harm
Smeenge, die zooals leder weet de zorg
volle pleegvader van alle Nederlandsche
schippers is. Men zegt zelfs, dat hU om
goed in zUn rol te biyven. heeft leeren
pruimen, maar dat geloof ik niet, want
ik heb hem er op aangekeken en zUn
rechterwang staat er niet naar.
Misschien strykt de Raad by het ver
lagen van de tarieven de hand
over zyn hart, nu dezer dagen gebleken
ls, dat het vermenigvuldlglngscyfer van
de gemeenteiyke inkomstenbelasting
niet verhoogd behoeft te worden en
vastgesteld kan biyven op 1. Ziedaar
een pak van ons hart genomen. Een
paar Jaar geleden dachten we zoo. dat
het niet gaan zou. Tweemaal zooveel
belasting zou er van ons gevergd wor
den. wanneer de grensregeling doorging
en zie eens aan. nu is ze doorgegaan en
de een biyft een één. Wie had dat kun
nen vermoeden! Als ingezetene van
Heemstede ben ik er waariyk heelemaal
van opgefleurd. Wanneer nu ook nog
onze halte aan de Zandvoortschelaar.
een groote re rol mocht spelen, dan wa
ren wy menscheiykerwUs gesproken
gelukkig. Maar wat heeft de spoor nu
uitgedokterdl Alleen buurttrelnen zullen
er stoppen en wat hebben de forensen
daaraan! ZUn Heemsteders boertjes, dat
we vergeleken worden bU Noordwyker-
hout! En dan nog den naam Aerden-
hout op den koop toe zeker, de halte
zal staan in de gemeente Bloemendaal
maar wU zullen er minstens evenveel
van profiteeren in Heemstede, vooral
wanneer die tientallen woningen op on6
grondgebied, die in hoopvolle afwach
ting verlangend om en by de
halte geschaard staan, verlangend
uitstrekken, als lk dat zo-. zeggen
mag, bewoond zullen zUn. Wat is
Aerdenhout! Een buurtschap. Wat is
Heemstede? Een stadje. Er Is geen twUfel
mogelijk, hoe onze halte heeten moet.
Die Is van ons en we staan haar aan
niemand af. Wat is het toch vreemd,
dat spoorwegmaatschaopyen zulke rare
beslissingen kunnen nemen. Komt dat
misschien ran al die wielen, die Iemand
draaierig in 't hoofd maken?
Met de bloemendagen loopt het dit jaar
niet naar onzen zin. Nadat de warme
dagen de narcissen uit den grond heeft
gejaagd, kwam de scherpe noord-ooster
en de nUdige noordenwind en hield d?
verschUning van de hyacinthen tegen.
WU hebben Engelschen en Amerikanen
gezien die niet zulke strakke gezichten
hebben of je las er de zwUgende vraag
op, of dit nu de vermaarde bollenvelden
waren, waarvoor zU de reis hadden ge
maakt. Neen menschen, dat waren ze
niet. Ze zUn in waarheid mooier. rUker,
grootscher wanneer maar niet de April
maand stijgt tot dit maximum van gril
ligheid. En de bloemenverkoopers? ZU
die in weerwil van alle verbodsbepalingen
varen, dat hU had willen komen, maar
was verhinderd: dat hU den roman niet
was vergeten, die haar zoo dierbaar
was: dat hU er naar had verlangd haar
weer t<? zien. maar om de een of an
dere geheimzinnige reden was weggeble
ven. In het diepst van haar hart had
zU gehoopt die reden nog dezen dag te
zullen vernemen; want. inderdaad, het
meisje dacht, dat zy zich niet zoo vol
komen had kunnen vergissen in Vene
tië en op het Comomeer. zy had het
zich zelve nauv tfUks durven bekennen,
maar ln die winige heeriyke dagen in
den zomer van 1914 had zU werkelijk
geloofd, dat hU haar liefhad; dat hU
haar den een of anderen dag over zUn
Uefde zou spreken, en haar misschien
zou vragen zUn vrouw te worden. Als
mannenoogen ooit de waarheid konden
spreken, dan had hy haar bemind; op
zUn minst heel veel belang in haar ge
steld. Maar nu, vier jaar en vier maan
den later was hU vergeten, hoe zU er uit
zag! zy kon niet veel zUn veranderd
Toch sprak hU op een uiterst onverschil
ligen toon. als tot een vreemde, zelfs
niet met de warmte, waarmee de meeste
mannenstemmen een mooi meisje zou
den aanspreken. ZU kon evengoed lee-
ïyk en vijftig jaar oud zUn geweest!
Esmée voelde zich ellendig te moede
De schok van teleurstelling, van ontgoo
cheling trof haar zoo diep, dat zU een
oogenblik dacht flauw te vallen. Maar
haar trots en zelfbewustzUn kwamen
haar te hulp en hielden haar staande
Het zou al te vernederend zijn. zich zoo
zwak te toonen in zUn nabyi«eld! En
zU had alle hoop nog niet opgegeven
Misschien zou hy. als Giuseppe weg was
plotseling toonen, dat hU zich haar her
innerde! Maar neen: Giuseppe was weg;
de deur was gesloten; zU waren alleen
in de kamer vol zonlicht; toch bleef de
houding van den man dezelfde: even on
verschillig, even koel boleefd'.
„Wilt u niet plaats nemen. Miss Al
ton?" zeide hU op een vriendeiyken
toon. welke Esmée's zenuwen nog meer
schokt? dan lompheid kon hebben ge
daan. Was hy barsch geweest, dan kon
zU hebben gehoopt, dat hU boos op haar
was om iets. waarmee zU hem onbewus'
had beleedigd iets dat zUn vreemd
gedrag te Milaan zou verklaren, iets dat
kan worden uitgelegd en vergeven. Maar
hU sloeg alleen den juisten toon aan var
een patroon tegen zUn aanstaande secre
taresse. Beleefd, maar er op berekend
de vreemde dame te toonen. dat zU geen
ooging behoefde te doen met hem te
flirten.
Esmée stamelde een woord van dank
(het eerste woord, dat zU had gespro
ken) en nam op eenigen afstand plaats,
nog steeds ln het licht.
Hy maakte een gebaar als 't ware
verontschuldigend naar de schryf-
machlne op zijn schrijf tafel. „Ik heb
mUn eigen brieven trachten te typen",
zeide hU'. „Het resultaat is niet schit
terend!" Hy lachte even. (Hoe goed
herinnerde Esmée zich zUn lach! Het
was dezelfde en toch ook weer niet. In
dien zomer voor vier jaar was het een
gelukkige, zorgelooze lach geweest. Nu
klonk hy, dat verbeeldde zU zich ten
minste droevig en bitter). „Inderdaad
het gelukt mU niet", voegde hU er bij.
toen de zwUgende nieuwe secretaresse
geen opmerking maakte, „ik heb beslo
ten wat hulp te nemen voor mUn cor
respondentie hulp ran iemand, die
verscheidene talen kent. Fransch en
Itallaansch in de eerste plaats. Maar
er is iemand, die mlf schrUft uit Zwitser
land. Kennis ran Dultsch zou mij aan
genaam zyn. Ik heb van mijn hofmees
ter, die naar uw agentschap ging, ver
nomen. dat u zeer bedreven is in vreem
de talen".
Dit was geen eigenlUke vraag, en
Esmée maakte gaarne gebruik van dat
excuus om te blijven zwUeen. Zy was
nog niet zeker, of ze haar stem goed in
bedwang z,ou kunnen houden! Maar
toen zy niets zeide, viel de man onver
wacht uit, zoodat zU schrikte en de leu
ning omklemde van den armstoel, waar
In zy zats
„Zeg toch Iets, als 't u blieft, Miss
Alton! Ik wil gaarne uw stem hooren
Men kent den persoon, met wien men
te doen heeft, niet, eer men zUn stem
heeft gehoord".
„Neem mU niet kwalijk", zeide Esmé<
met sidderende stem. Ik wachtte. Ik
dacht, dat u u liever wilde uitspre
ken".
Een blik van verbazing verscheen op
zUn gelaat. Esmée's hart stond 'n oogen
blik stil. Herkende haar mlsschier
toch? Maar weer lachte hy flauwtjes,
„Ik hoop, dat ik u geen schrik heb aan
gejaagd. Dat bedoelde ik niet. Juist het
tegendeel! Werkeiyk, ik ben het. die
bang voor u is. Of liever was, tot u
sprak. U hebt juist de zachte, vrouwe
lijke stem. waarop lk hoopte by eer
secretaresse de soort stem, die ver
trouwen .ndiea wy samer
zullen werken, moet ik u kunnen ver-
rouwen onbepaald",
,.Tk knTi t>W b^own. dat u mij dat
vertrouwen waardig zult vinden", zeide
het meisje.
„Daarvan begin ik mU al zeker te ge-
v;:len". twoordde ct° man opee-^k-
tor. „Het is wel vreemd, uw stem komt
my bekend voor. Ze herinnert mU aar
een vriendin, die ik eens had".
„Daar ben ik biy om", zeide Esmée
en smoorde een snik. zy hoopte dat hl'
het niet bemerkte. Er la? - vreemde
peinzende uitdrukking op zUn gelaat er.
HET ZONDAGMORGENBEZOER
vooral in zyn donkerblauwe oogen, die
?ulk een contrast vormden met de don
kere huidskleur, de zwarte wenkbrau
wen en het zwarte haar. Wat zou er ge
beuren, als zU uitriep: „Ik ben die
vriendin, waarvan u spreekt?" Maar
neen. zoo zwak en dwaas wilde zU niet
zUn. Indien haar gelaat en persoonlijk
heid zoo weinig indruk op hem hadden
gemaakt, dat alleen haar stem een vage
herinnering by hem opriep, dan wilde
zU niet trachten het verleden terug te
roepen.
„Dat dat gebeurt wel meer", waag
de zU op te merken. Een stem maakt
soms een vreemden indruk".
„Ik ben biy. dat uw stem my bevalt",
zeide hy. ..Dat zal er toe bijdragen ons
werk aangenaam te maken voor my.
rk waarschuw u. dat u heel wat werk
zult krijgen als u net nameiyk op u
wilt nemen?"
Was het mogeiyk. dat hy haar toch
herkende dat hU trachtte haar ka
rakter te leeren kennen en te onderzoe
ken. of zU de proef zou doorstaan? Wat
zou dat wreed zUn! En hy had nooit
den indruk op haar gemaakt, dat te zUn.
zy kon niet gelooven, dat het waar was.
Maar Indien het zoo was. dan zou hy
er geen voldoening van hebben. Als zy
hun krachten moesten meten, nam
Esmée zich voor, zo uhy het niet win-»
oen. (Wordt vervolgd).