HAARLEM'S DAGBLAD
„Aprü doet wat zU wil-.
Dat bleek ons Vrijdagmiddag weer bij
ons bezoek aan de Haagsche Buiten
school te Sohevenmgen.
Toen wij om half twee te Schevenin-
gen in duinterrein- achter de gevange
nis gelegen Buitenschool aankwamen,
was het helder frisch voorjaarsweer.
En toen wij er tegen drie uur terug
kwamen. waren inmiddels dikke, drei
gende, loodgrijze wolken uit zee komen
opzetten en weldra hield het op met
zachtjes regenen, m.a.w.: het goot flink.
Dat was jammer, vooral voor den fo
tograaf, want het doel van dit tweede
bezoek was hoofdzakelijk: het némen
van foto's. WIJ wilden zoo gaarne, nu de
plannen voor een buitenschool voor
Haarlem steeds vasteren vorm gaan aan
nemen en Dr. R. P. van de Kasteele,
Geneesheer van de Haagsche Buiten
school, hier Maandagavond een lezing
met lichtbeelden over buitenscholen
komt houden, onzen lezers niet alleen
vertellen hoe het op zoo'n school toe
gaat maar hun er ook iets van laten
zien. In het eerste deel van den middag
kon er nog niet gefotografeerd worden,
omdat de kinderen toen juist rustten en
later zou het grillige Aprilweer het bij
na verhinderd hebben: de kinderen
waren toen niet buiten, maar bin
nen om den regen.
Ten slotte werd het weermannetje
ons echter weer gunstig gezind en toen
was het, door de welwillende medewer
king van de adjunct-directrice, mej.
E. H. Hietink en het Hoofd der School,
den heer J. J. Wagner, toch nog moge
lijk een oaar buitenfoto's te maken, die
bij dit artikeltje gereproduc- rd wor
den.
Van tevoren had mej. Hietink—-de di
rectrice, mej. Stemberg, was afwezig
ons reeds het een en ander over 't
buitensohoolleven verteld.
Haarlemmer Halletjes.
EEN' ZATERDAGAVONDPRAATJE
Dit is het eenvoudige verhaal van
een eenvoudige gebeurtenis in den
trein op den avond van den tweeden
Paaschdag, gedaan door een ooggetui
ge. Zelf heb ik het dus niet gezien.
Sommige menschen gelooven een ver
haal nooit goed, of zij moeten er zelf
by geweest zijn en daartoe behoort
onze neef, vriend en kransgenoot Wou
ter. „Ben je wel eens in Stockholm ge
weest?" heb ik hem gevraagd, op een
avond toen hij die rare theorie weer
eens verkondigde. „Nee", zei hij. .Dus
dan bestaat Stockholm voor jou niet."
„Wacht even", zei Wouter, want lit)
voelde dat hy vastliep. „Waarop n oet
ik wachten, Wouter? Totdat je mij
komt vertellen dat Rusland ook niet
bestaat, want daar ben je ook nooit
geweest. En Petrograd niet. En Lenin
riet, want hem heb je nooit gespro
ken. En de Sovjets niet en de Ge-pe-oe
niet en de heele Russische rommel
niet. Hou toch op met die malle
praat". „Je overdrijft", zei hij en be
schuldigde mij alzoo, volgens het ver
maarde stelsel, dat het beste middel
tot verweer de aanval is. Maar de an
dere kransleden gaven hem eenparig
ongelijk en zeiden: „Wouter, je raas
kalt, want van wat wij weten hebben
wijzelf maar een klein gedeelte zelf ge
zien, een heel klein kriezeltje van een
gedeelte en verreweg het meeste heb
ben wj| gehoord var ooggetuigen of
gelezen in boeken, die ook weer ge
schreven zUn door ooggetuigen."
Ik houd dus staande wat miin oog
getuige mij vertel^ heeft, over wat er
op den avond van den tweeden
Paaschdag gebeurde in een derde klas
se wagen van den snelstrein van Rot
terdam naar Haarlem. Ik weet wel,
dat die trein doorging naar Amster
dam, maar over dat laatste traject
heeft mijn zegsman niets verteld, om
dat hij in Haarlem is uitgestapt. Dit
is ook een bewijs van zijn betrouw
baarheid, want hoe gemakkelijk had
lui mij daarover niet iets kunnen
wijsmaken, als hij dat gewild had
Maar hij heeft het niet geda&n on dat
is ook een reden, waarom ik hem mijn
volle vertrouwen geef. Inderdaad is hi)
een ooggetuige van prima qualiteit.
Wat hij vertelde komt op het vol
gende neer. Natuurlijk sta ik er niet
voor in, dat hij precies dezelfde woor
den gebruikte, maar dat hoeft ook niet.
,Jn Rotterdam had ik familie be
zocht en was met den voorlaatsten
trein vandaar vertrokken, omdat de
allerlaatste wel bijzonder vol zou zijn.
De onze was ook goed bezet. In mijn
compartiment waren nog twee plaatsen
leeg, maar dat waren dan ook de twee
eenige Ln den heelen wagen. Ik zal Je
vertellen, wie er in mijn afdeellng za-
„Om half negen komen de kinderen",
zoo deelde zil ons mede, „en dan is het
eerst: ontbijten. Zij krijgen dan een
bord pap met een boterham. Nummer
twee van het programma is: tanden
poetsen. En dan begint om 9 uur de
school, bij goed weer buiten, anders in
de lokalen met de ramen open. Om half
11 is het pauze: de leerlingen krijgen
dan een glas melk met een snee rogge
brood. Gedurende een minuut of tien
doen zij dan aan ademhalingsoefenin
gen en daarna hebben ze weer les tot 5
minuten voor half 12.
Vervolgens 10 minuten pauze en dan
weer les tot 10 minuten over 12.
Aan het nu volgend middagmaal gaat
handen wassohen vooraf: na het eten
gaan de kinderen rusten tot kwart vóór
3. Op dat uur krijgen ze eerst nog een
beker melk en dan begint de middag-
school. die duurt van 3 uur tot tien mi
nuten over half vijf. met een pauze
van een kwartier, die begint om kwart
vóór 4. Dan is het tijd voor de avond
boterham met een beker melk. waarna
de leerlingen van onze Buitenschool
naar de tram gebracht worden.
Ek moet hierbij voegen dat de eigen
lijke middagschool alleen op Maandag
en Vrijdag wordt gehouden. Des Woens
dags- en Zaterdagsmiddags hebben de
kinds,ren gymnastiek, Dinsdagmiddag
doen de meisjes aan handwerken en de
jongens aan handen-arbeid en de Don
derdagmiddag is vry".
.Hoeveel leerlingen telt de school?"
vroegen wij.
Des zomers ongeveer 60; des winters
40. De zomercursus begint in April,
de wintercureus in October. Na den zo
mercursus gaan altijd verschillende kin
dleren, die geheel opgeknapt zijn, naar
de gewone school terug. Anderen gaan
weg omdat hun leertijd afgeloopen is.
Weer anderen komen soms na een
paar jaar terug."
„En over hoeveel lokalen hebt u de be
schikking?"
„Over twee schoollokalen en één speel
lokaal. dat nu ook als leslokal dienst
ten, want dat hoort bij mijn verhaal.
Rechts van het gangpad een moeder
met een dochter. Daartegenover een
jonge man en ik. Links van het gang
pad een andere jonge man met zUn
meisje. De twee plaatsen tegenover dat
{jaartje waren leeg. Nu kom lk aan de
beschrijving van .die zes menschen. Het
paartje was een gewoon paartje, zoo
als je dat op Zondagen en andere da
gen bij duizenden kunt zien en tegen
komen. Hij zag er niet flink uit, een
beetje bleek, een beetje blond, een
echte stadsjongen, zij een heel gewoon
meisje, niet bepaald leelijk, maar ook
niet bepaald mooi. Ik denk dat ze in
Rotterdam samen uit waren geweest,
naar de Rotterdamsche diergaarde of
zoo, misschien naar het museum
Boymans en zeker naar de Maasbrug:
zoo'n dag rondzwerven in een groot e
stad is vermoeiend en zoo zagen ze er
allebei wat slaperig uit. Te Rotterdam
leunde zij al tegen zijn schouder en
dat liet hij kalm toe, hij scheen het
wel aardig te vinden. Dit was het beste
bewijs, dat ze nog maar verloofd wa
ren en niet getrouwd, want als je een
maal getrouwd bent vind je het niet
prettig, wanneer je vrouw tegen je
schouder leunt. Dan heb je na een
vermoeiden Paaschdag aan Je zelf ge
noeg.
De jonge man die naast mij zat.
was een heel ander type. Niet bepaald
groot, ook niet klein, maar breed van
schouders en met een paar lichtblauwe
oogen, die aan zijn gezicht een uitdruk
king gaven van bijzonder groote goed
hartigheid. Nog nooit heb lk iemand
gezien, die zoo'n goedig gezicht had.
Hy was ook wat hij leek, want toen ik
naast hem ging zitten, schoof bij wat
op om mij meer ruimte te geven en
wie doet dat ooit in een trein! De
meeste menschen maken er zich zoo
breed mogelijk en laten het restje aan
een ander over. Hij was ook bereid, om
vriendelijk te wezen tegen de Juffrouw
en haar dochter, die tegenover hem
zaten, want toen de juffrouw een beet
je verwijtend tegen haar dochter zei:
„nou rij ik toch weer achteruit en je
weet. dat ik daar niet tegen kan",
stond hij dadelijk op en bood aan met
haar te ruilen. Dat nam de juffrouv
aan en zoo zat hij dus naast de
dochter.
Om de waarheid te zeggen, zou de
grootste Nurks dat ook wel gedaar.
hebben, want het was een bijzonder
lief meisje. Niet juist mooi, want ze
had een beetje te grooten mond en
haar neus was ook niet heelemaal van
zuiver Griekschen snit, maar lief.
Aantrekkelijk, zal lk maar zeggen. Je
weet niet precies waar dat in zit. In
den oogopslag misschien, of in het
aardige kinnetje, of in de mooie oogen,
maar ze was lief. bijzonder lief en om
dat het zoo'n vriendelijke Jonge man
was, misgunde ik hem de handigheid
waarmee hij naast haar was komen
doet. Dit is etgt-zTjJk onvoldoende voor
zes klassen, maar er bestaan plannen,
dat de gemeente de geheele school, die
nu nog een onderdeel van het Herstel
lingsoord vormt, overneemt en dan
zullen wel heel wat verbeteringen wor
den aangebracht. Het onderwijzend per
soneel beslaat uit twee onderwijzers
(van wie één het Hoofd is) en een on
derwijzeres. Het onderwijs gaar- hier
uit den aard der zaak minder geregeld
dan op een gewone school, maar hier
staat tegenover dat de klassen klein zijn.
Het komt dan ook nooit voor dat kin
deren die van de Buitenschool weer
naar de gewone Lagere School gaan.
daar niet ..bij" blijken te zijn.
In den vacantietijd zijn de kinderen
ook altijd hier. Des zomers gaan wij
met hen uit of baden met ze in zee; van
den winter hebben we in de Schevening-
sche boschjes genoten van de sneeuw".
Wij liepen de drie lokalen even door.
die voorn: ook wat meubileer tag aan
gaat niet aan moderne eischen voldoen,
maar waar in ieder geval luoht en licht
in ruime mate kunnen toetreden, be
zochten de badkamers met vijf douches
en een badkuip (2 maal per week krU-
HET DANSVRAAGSTUK.
EEN NIEUWE KANT VAN HET
PROBLEEM.
De voorzitter der Federatie van Jeugd-
werkbesturen, Mr. L. G. van Dam.
schrijft ons:
Het voortdurend uitstellen der bespre
king van het Dansvraagstuk in den
Raad heeft voor- en nadeelen. Een na
deel is. dat thans blUkens de couranten
der laatste dagen, allerlei uiterste ele
menten de publieke opinie in verwarring
gaan brengen, door het uiten van op
vattingen. die volkomen strijden met de.
door de Federatie voorgestane, meentag.
De Federatie heeft niet de bedoeling
theoretische gevoelens tot uiting to
brengen, maar zij wil practisch werk
doen; zij strijdt dan ook niet tegen het
dansen of het moderne dansen, zelfs
niet tegen het dancing als zoodanig,
maar, zooals duidelijk in alle stukken
aan Burgemeester en Raad te lezen
staat, tegen de uitwassen van liet open
bare dancing. De Federatie wil dus
slechts trachten aan het openbare dan
cing de ergste sociale gevaren te ontne
men. Iets dergelijks is practisch moge
lijk, terwijl strijd tegen alle dansen nóch
bij de bevolking nóch in den Raad een
te zitten heelemaal niet.
Zoo van ter zij, heel voorzichtig, keek
hij het meisje eens aan. Zij had de
oogen neergeslagen. Maar haar moeder
was zoo verlegen niet. Die maakte al
gauw een praatje met den jongen man,
over het weer natuurlijk. Of hij niet
vond dat het een prachtige dag ge
weest was. voor zóó vroeg in April. Ja,
dat vond hij ook en of de juffrouw
Rotterdam een prettige stad vond. Dat
was tegen de dochter en die knikte
van Ja, maar zei nog niets. Hij was
een groot tacticus, want hij praatte
wat door met de moeder en lk dacht
zoo: „ja schalk, jij denkt: dat komt
straks wel." De moeder vond hem
blijkbaar heel aardig, want die praatte
door. Ze waren in Rotterdam geweest
bij haar broer en schoonzuster en gin
gen nu weer naar Amsterdam terug,
waar ze woonden. „We hebben een echt
fijnen dag gehad, niet Net?" Aldus ta
het gesprek betrokken zei Net van Ja
en zoo werd de conversatie van liever
lede algemeen. Het meisje had een
mooi muzikaal stemmetje, dat een
beetje benepen klonk omdat ze zoo
verlegen was en hij kreeg al gauw
vrijmoedigheid genoeg om haar aan te
kijken, waarop ze bloosde als een roos.
Och, wat een liéf meisje was dat Netje!
In aardig gezelschap gaat de tijd
gauw voorbij en zoo waren we in den
Haag. toen ik dacht dat het Delft nog
maar was. maar die stad waren wc
voorbij gespoord. Op het perron van
den Haag stonden veel menschen op
den trein te wachten. De deur vam den
wagen werd opengedaan en twee heel
luidruchtigen jongelui stapten binnen,
namen de tv.ee open plaatsen ta bezit,
tegenover het verloofde paartje aan
den anderen kant van het gangpad.
Hier moet ik even wachten, want nu
begint het dramatische gedeelte van
myn verhaal."
Aldus zei myn ooggetuige en om een
nieuw bewijs te geven, dat hij myn
volle vertrouwen bezit, zal ik hier een
streep zetten voordat ik verder over
breng wat de ooggetuige vertelde.
..Ik weet niet recht, of die twee
jongelui een beetje beschonken waren.
Dat weet Je eigenlijk nooit precies op
den tweeden Paaschdag. Ze gedroegen
zich luidruchtig en dat nam ik hun een
beetje kwalijk, omdat de liefdesidylle
aan mijn kant van bet compartiment
zoo aardig aan den gang was en de
twee opgeschoten Jongens hard
schreeuwden. Misschien waren ze
evenwel niet dronken, 't Kan wel we
zen, dat de zeelucht (want natuurlijk
waren zc naar Schevcningen geweest!
ze een beetje bedwelmd had. Dat komt
voor. Het is ook mogelijk, dat ze een
beetje baloorig waren omdat de feest
dagen voorbij waren en het gewone
dagwerk over een uur of wat weer be
ginnen zou. In ieder geval, ze waren
luidruchtig.
ge.n de kinderen een douchebad, ook
krijgen ze kuipbaden! en de open eethai,
waar de leerlingen ook bij regenachtig
weer wel spelen.
Bij een wandeling over het terrein
kwamen we langs een flinke zandbak
en kleine houten bakken, waarin de
kinderen zaaien. Een groot vrij speel
terrein is verder hier ter beschikking
van de leerlingen en een stuk grond
voor gymnastiek ta de open lucht.
In een „zonnekuil" worden des zomers
zonnebaden genomen. In den winter is
er cok een hocgtczon voor de kinderen,
die het noodig hebben.
Het mooiste hebben wU tot het laatst
bewaard. Dat zijn de duinpannen, heer
lijk beschut gelegen, waarin school
banken zijr. geplaatst, kasten voor de
leermiddelen en een tafel voor de on
derwijzeres of den onderwijzer. Die drie
duinpannen, die vormen de eigenlijke
buitenschool, «.tl ióeaalschool. niet al
leen voor de zwakke kleinen, voor wie
de buitenschool bestemd is. Want wat
moet het ook '.oor gezonde kinderen een
genot zijn, bij goed weer zoo in de vrije
natuur „op school te zijn!
Ja, het zijn vooral dcae .Jokalen ta de
open lucht" die ons enthousiast stem
den voor de Buitenschool en ens deden
wenschen: laat zoo spoedig mogelijk ruik
een inrichting ook voor Haarlem ge
sticht wonden!
E.
aanhang van be teekenis zal vinden Zij.
die thans openlijk verkondigen alle dan
cings te willen verbieden, leiden de aan
dacht af van het verzoek der Federatie
verwarren het publiek, wekken een on
gunstige stemming en schaden daardoor
onze actie ernstig.
Het uitstel der behandeling heeft ech
ter ook vcordeelen. Hoe langer de zaak
aan de orde is, hoe meer eigenaardige
toestanden wij ontdekken! Menigeen
heeft zich afgevraagd, hoe het toch
komt, dat in Haarlem geen enkele der
grootere café's een dancing bevat. D&&r
waar in de personen der directies eenige
waarborgen tegen wantoestanden wor
den gevonden en waar bovenal het ho
tel-. café of restaurant bedrijf de hoofd
zaak vormt, zal de directie alles doer,
om te voorkomen, dat de naam der in
richting door de dansgelegenheid wordt
geschaad, en om te voorkomen, dat zijn
inrichting wordt gemengd in strafza
ken of andere onaangename voorvallen.
Men vindt in elk geval bij een gunstig
bekend hotelhouder of restaurateur
meer waarborgen tegen misbruiken dan
bij iemand, die uitsluitend een klein
dancing exploiteert. In Amsterdam wordt
dan ook uitsluitend aan gunstig be
kende hotel-, café, restaurant- of bios
coophouders dansvergunning verleend.
Wij hebben steeds gemeend, dat waar
schijnlijk géén der betere Haarlemsche
Heb jij een cigaret voor me?"
schreeuwde de eene tot zijn kameraad,
alsof de heele wagen het hooren moest
„Niks meer", zei de andere en liet
een leeg <j°osJé zien.
Hierop gal de een een krachtterm ten
beste, dio voor een cigaret minstens
tien maal te sterk was.
„Lam, dat je in zoo'n trein niks krij
gen ken."
Weer een gepeperde uitdrukking van
onnoodig kaliber.
Het meisje tegenover de twee was er
al wakker van gejprden en leunde
niet meer tegen den schouder van
haar verloofde, die ©en beetje bangoiyk
naar de twee schreeuwers keek. Het
tweetal zag zoowat rond. alsof ze
hoopten toch nog een clgarettenwin-
keltje in den wagen te vinden: toen
zei de een op een brutalen toon tegen
den blonden, bleekcn Jongeling:
..Zeg meneer, heb JU ook een cigaret
voor me?"
De verloofde schrikte er van en
tastte naar zijn binnenzak. Ik geloof,
dat hU aan het verzoek had willen vol
doen, maar zijn meisje trok hem aan
zijn mouw. Het gebaar was duidelijk'
„doe het maar liever niet!"
Dus zei de blonde met een flauwe
stem: „ik heb geen cigaretten."
„Zeg Je dat maar of Is het zoo?"
„Nee. het is zoo", antwoordde de
bleeke blonde, maar hU zei het zoo
slap. dat wij allemaal begrepen dat hU
jokte.
„Dat lieg Je. Ik zie. dat Je liegt."
Weer trok het meisje heen aan de
mouw. Natuurlijk beteekende dat sig
naal: ..geef maar geen antwoord
meer."
„Ken Je geen antwoord geven!"
vroeg een van de schreeuwers met een
knoop er bovenop
„Hier geen ruzie asjeblief", zei de
conducteur die de kaartjes kwam
controleeren. Hoopvol aanvaardde de
verloofde deze getlniformde tusschen-
komst cn de schreeuwers hielden een
oogenblïk den mond. uit eerbied voor
't gezag. Maar een conducteur heeft op
den avond van den tweeden Paasch
dag wel wat anders te doen. dan op
een groeiende ruzie te wachten. HU
deed het mogelijke door weer te zeg
gen: .kalm hier en geen ruzie!" en
ging den wagen uit om zijn werk voort
te zetten.
Maar nauwelijks was hij verdwenen,
of de helden kregen weer moed. De
eene. die behoefte had aan de cigaret.
vreep de lapel van de Jas van der.
blonden, bleeken verloofde en zei:
.kun Je geen antwoord geven, als Je
Iets gevraagd wordt?"
Hier is het blijkbaar noodig, weer een
streep te zetten, want de toon waarop
mijn ooggetuige sprak, bewees dat er
een nieuwe phase kwam in het drama,
dat blijkbaar spoedig tot een conflict
zou lelden.
café's enz. ooit het plan heeft geopperd
ta sijn inrichting openbaar te laten dan
sen. Het blijkt, dat wij ons daarin heb
ben vergist. Eén der gunstigs^ bekende
Haarlemsche hotel-café-houders heeft
dest-ds op een verzoek om een openbare
dansvergunning. een afwijzend antwoord
gekregen, omdat stelselmatig aan alle
inrichtingen, voor wie het hotel-, café-
of restaurantbedrijf de hooidzaak is.
géén dansvergunning wordt verleend.
De commissaris van politie bevestig
de desgevraagc dat d'.t systeem wordt
gevolgd. Op deze wijze, lijnrecht tegen
overgesteld aan het Amsterdamsche stel
sel, voorkomt mer. stelselmatig het ont
staan van een behoorlijk dancing en
drijft men de danslustlgen naar inrich
tingen, waar de exploitanten geenerlei
waarborgen bieden, waar zU afhankelhk
zyn van de bezoekers van het dancing
en waar het alcoholgeaar zeker niet
minder is dan in een café!
De motieven, waarom dit, stelsel wordt
gevolgd. zijn mij een raadsel: geenszins
word', immers aan alle „vergunning"-
zaken dansperuussie geweigerd (Modern
heeft vergunning).
BU de actie cm dc ernstigste sociale
gevaren aan liet openbare dancing te
ontnemen, zie men he* verschil tus-
schen het Amsterdamsche eu het Haar
lemsche stelsel op dit punt eens goed
onder de oogen! Het is mi) niet gelukt
in het Haarlemsche stelsel eenlg licht
punt te ontdekken!
DE STAATSMIJNEN
VERFILMD.
VOORSTELLING NED.
FABRIKAAT.
In den Schouwburg Jansweg vond
Vrijdagavond een veitooning plaats van
de. door de technische fütnafdeeling van
de vereeniging Heder'.andsch Fabrikaat"
vervaardigde film van het bedrijf der
Staatsmijnen zoowel boven, als onder
den grond Nooit te voren was er in de
mijngangen, waar ter wereld ook, ge
filmd en de heer O. van Neijenhoff die
het werk onderhanden kreeg, heeft aan
vankelijk voor moeilijkheden gestaan.
Doch het Staats-miJntoczlcht gaf toe
stemming, om ondergronds met boog
lampen en lichtbakken van 100.000
kaars sterkte te mogen werken, en met
weerstanden en transformatoren op lor
ries. met kilometers-lange zware rubber-
tabels kon het werk op een diepte van
ongeveer 400 meter onder dc oppervlakte
begonnen worden. Electriciens cn sleepers
technisch personeel der mijnen hebben
meegeholpen, ta de Wilhelmina mijn
werd de electriache installatie aange
legd. de booglampen brandden aan. de
operateur draalde en de mijnwerkers
in pijler of gang werden even in 't zon
netje gezet.
Zoo is onder den grond het merkwaar
dige bedrijf der delvers van het zwarte
goud opgenomen en in een gemakke-
Üjken schouwburgstocl gezeten zie Jc alles
over "t witte doek voorbij gaan. zie )e
den arbeid in 't duister, de treinen, de
mijnpaarden, de telefooncentrale, de lif
ten.
En we volgen de kolen, de ruwe brok
ten die glanzen in t licht der sterke
lampen. Oplettend staat de machinist
aan zijn handels, over de assen ta de
schachttorens suizen de kabels, ta tril
lende zeven en over transportbanden
gaan dc kolen, ze worden gescheiden en
nootjeskolen en briketten worden geperst
in machtige machines.
Zoo gaat het bewegende beeld voort,
hier en daar zijn keurige opnemingen
van het schoone Limburgsche land rrct
zijn kasieelen en hoeven en goedlachsche
menschen.
.,Je vraagt misschien, waarom ik mij
er niet mee bemoeide Wel. lk dacht
dat het zoo'n vaart niet loopen zou
Wat schreeuwen, wat vloeken en daar
mee is zoo'n spoortretaruzie meestal
uit. En zeg nou zelf: zou jij in zoo'n
geval als vredestichter optreden te
genover een paar jongens, die al wa
ren ze dan niet dronken toch opge
wonden waren van de prikkelende zee
lucht of baloorig omdat de werkdag
voor de deur stond? Zou JU dat doen.
Fidelio, met de kans op ©en vecht-
partU, een scheur in je Jas. een afge
rukte boord en misschien een blauw
oog. op den koop toe? Niet? Nu. lk
ook niet.
Maar ik geef toe, dat het er een
beetje dreigend begon uit te zien. De
bleeke verloofde op de andere bank
scheen het ook zoo tn te zien. want hy
keek benauwd; hU was al niet kloek,
maar hij scheen weg te schrompelen.
ZUn meisje keek hem. dacht lk. een
beetje minachtend aan. Ja, het is met
vrouwen wonderlijk gesteld. Als er ge
vochten wordt, beginnen ze te gillen,
maar als de man dien zc bU zich heb
ben. toont dat hU bang is om te
vechten, kUken ze hem minachtend
aan. Dan moet hU den dapperen rid
der spelen, al weet hU van te voren dat
hU het onderspit zcü delven.
„Zeg Kees". Informeerde de cigaret*
tenman bU zün kameraad, „moet die
vent maar een lap op zUn gezicht
hebben?"
Eigenlijk zei hU wat andere dan ge
zicht en mUn ooggetuige bracht het
woord dat hij wel gebruikte, getrouwe-
'•Uk over. maar ik die tegenover meer
dan achttienduizend s bonnés van
Haarlem's Dagblad sta, moet mU wat
matigen.
„Sla der maar op", vond Kees.
Toen. terwUl de nood op het hoogst
gestegen scheen te zUn, mengde zich
©en andere stem ln het debat. „Ik raad
Jelui die menschen met rust te laten."
Het was de jonge man met de breede
schouders, die sprak Niet boos of drei
gend. maar heel kalm cn rustig, als
een vader zou doan wanneer hU een
goeien raad geeft aan zUn zoons
De twee schreeuwers keken verwon
derd naar den anderen kant van bet
looppad. maar het duurde niet lang of
ze gaven bescheid. „Zeg JU. waar be
moei je Je moe? Als Je soms ook een
lawaffel hebben wil, kom dan
maar op!"
De breedschouder raakte er niet door
van stuur. Ik dacht zelfs, dat hU even
lachte en dat dachten dc twee
schreeuwers ook, want Kees riep woe
dend: „die vent lacht ons uit. Het zal
dan maar moeten".
Het verloofde paar was totaal ver
geten. De woode was nu op den nieu
wen aanvallen geconcentreerd, die
zich er nog altijd niets ■van aan scheen
te trekken en alleen maar. op den-
zelfden rustig en toon zei: „Ik raai ie
Maar boven dat iar.d staan de schacht-
torens en de schoorsteener, en hei is
1 opmerkelijk welke mooie beelden de ope
rateur met deze starre bouwsels heeft
weten te scheppen ta de avond-opnemin
gen. waarbU de gloeiende cokes uit den
gictkctel stort als een stroom van louter
vuur.
En OTer het heele terrein bewegen
zich de wagons voort, dé eene trein na
den anderen stocmt weg naar het Noor
den, naar de centrale punten vanwaar
diet product verkocht wordt aan de af
nemers.
Het is eer. knap stuk werk. de* film
en een buitengewoon bewijs van bet
kunnen var. de filmtechnische afdeellng
van Hederlar.dsch Fabrikaat".
De heer H. F. R. Snoek, secretaris
van het hoofdbestuur der vereeniging gaf
duidelijke uitlegging van de technische
cnderdeelen van de film. en hU wekte de
aanwezigen op. voor zoover ze X nog
niet waren, i.d te worden van de vereent-
gmg Naderlandsch Fabrikaat" die cr
toor ijvert om het publiek bewust te
maken van het feit dat in zeer vele op-
z.chier. ons land tenminste even goed
werk kan leveren als het buitenland.
DE CABARET-AVOND VAN HET
TOCNEELVER BOND
Het Tooncelverbond gaf gisteren
voor zyn leden in ••Modern" den laat»
sten cabaretavond in dit seizoen. Dc
lieer Van Kassei had voor dezen
avond zich dc medewerking verzekerd
van het trio Mary Sablairollcs. Jos
Hcydcns cn Leo Kok, dat onder den
naam van „Les Chansounicrs" op
treedt. Zij onderscheiden zich van de
meeste lloihindschc eaharctartistcn
hierin, dat zy beter zingen cn muzi*
kaler zijn en ook. dat him program'
ma van distinctie getuigt. Wat men
hun zou tocwcnschcn. is wat meer
spontaneïteit cn wat minder sentimen»
taliteit- Wanneer men zoo'n cabaret*
avond meemaakt- voelt men op pijn*
lijkc wijze telkens weer. wat wij aan
Jean Louis i'isuisse verloren hebben.
Het was beschaafd cn van uitroe*
ring alles zeer correct, maar op den
duur toch ook wel 'n klein beetje
saai. Wij zouden het desnoods niets
erg gevonden hebben, als ..An der
Schónen hlaucn Donau" wat minder
goed gezongen ware. wanneer cr maar
iets van den Wcenschcn geest over
ons ware gekomen. Dc gulle lach.
wij hebben hem geen enkele maal
gehoord! Tn dien willen wij toch in
het cabaret nu cn dan. Jos Hcydcn is
zooveel als dc gangmaker van het
trio. Leo Kok i> er dc muzikale ziel
van cn Mary Sablairollcs dc zangeres
met een goede stem maar ccn flinke
dosis sentimentaliteit. Een enkelen
keer zooals met het liedje ,.üc
Charleston" cn aan het slot Ik hou
van jou!'' kwam het publiek wat uit
dc plooi. Overigens was het. wat je
zoo noemt: 'n deftige avond!
Eenige Haarlemsche jongelui zorg*
den met krontjong» cn 1 lawaian*
lied).sVoor wat afwisseling. Wij zou*
den ons op Java en Hawai hebben
kunnen droorocn. als wij bij die
liedjes in het half donker hadden ge*
zetcn.
J. B. SCHUIL.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
m 60 Cent* per refel.
Stofzuigerhuis MAERTENS
BARTELJORIS STRAAT 16
TELEFOON No. 10756 5
APEX K10P-VEEG-ST0FZUI6ERS f 150.
ta Je eigen belang: hou Je handen
thuis".
Kees stond op. Brerdschoudcr even
zoo, maar op een manier alsof hU er
geen zin in had. Toen rag lk. dat het
meisje naast hoen. och dat aardige lieve
meisje, haar hand op zijn arm let. Ze
wist het. geloof lk. zelf niet.'t Gebeur
de zoomaar onwillekeurig. Maar hU zag
het toch en keek haar vrlendelUk aan
Kees deed een dreigende stap ln zyn
richting, maar breodschoudcr was al
bU hem cn gaf hem zoo'n lievigen
rtoot tegen de borst, dat hU struike
len^ achterover viel, op de knteen van
zUn kameraad.
Dc moet zeggen, dat die hem dadc-
UJk te hulp kwam. Een geweldige slag
om zUn ooren dood hem afdeinzen
Daar zaten de twee. hUgend en vnr-
wonderd. terwijl breedschouder een
inogelUken tweeden aanval afwachtte,
maar toen die niet kwam. rustig naar
rijn plaats terugkeerde cn goedmoe
dig. bUnft ©en beetje beschaamd, tot
de juffrouw en haar dochter zei: „ik
weet wel zoo'n beetje van boksen af."
„Lelden! Lelden!" riepen de conduc
teurs. De twee schreeuwers gingen den
wagen uit. Moor zU hadden toen de
conducteur hun kaartjes kwam na
zien, allebei: „Amsterdam" gezcid.
Tusschcn Lelden en Haarlem kwam
het paartje den verdediger bedanken,
die dat een beetje verlegen aanvaard
de. De bleeke, blonde Jongeling cn zUn
meisje zelden tot Haarlem nie ts meer
tegen elkaar. Hot lieve meisje scheen
plotseling op vee! vriendelijker vc,et-
geraakt tc zijn met ïreedschouder en
haar moeder keek hem rondweg be
wonderend aan.
Ik ben te Haarlem uitgestapt en al
was ik meegegaan tot Amsterdam, dan
zou lk toch niet weten hoe het afge
loopen Is. WU ontmoeten elkaar, om
elkaar weer uit het oog tc verliezen.
Is er een verloving afgeraakt en een
andere aangekomen? Kan oen man
het helpen, als hU geen sterke vuisten
heeft? En is hot een verdienste, wan
neer je boksen hebt geleerd? Voor een
gelukkig huwelUk is meer noodig. Een
goeie verdienste en een neWe familie
en weet lk wat al meer. En dan kan
wat aanpassingsvermogen ook goen
kwaad in het huwelUk. Voor beide par-
tUen. Misschien Is het maar goed. dat
wij niet alles weten. Nu heb ik. ten
minste do herinnering aan een idylle
in den trein, een vernedering voor de
brutalen en do gedachte aan het al
lerliefste meisje, dat ik op den avond
van een tweeden Paaschdag ooit ont
moet heb."
Zoo vertelde mUn ooggetuige. En lk
heb het hier alleen maar naverteld.
FIDELIO.
ZATERDAG 21 APRIL 1928
DERDE BLAD
DE HAAGSCHE BUITENSCHOOL
School in de open lucht.
De kinderen aan den maaltijd in de „eethai".
School in de vrye natuur. Een klasse >n een duinpan.