HAARLEM'S DAGBLAD „Aprü doet wat zU wil-. Dat bleek ons Vrijdagmiddag weer bij ons bezoek aan de Haagsche Buiten school te Sohevenmgen. Toen wij om half twee te Schevenin- gen in duinterrein- achter de gevange nis gelegen Buitenschool aankwamen, was het helder frisch voorjaarsweer. En toen wij er tegen drie uur terug kwamen. waren inmiddels dikke, drei gende, loodgrijze wolken uit zee komen opzetten en weldra hield het op met zachtjes regenen, m.a.w.: het goot flink. Dat was jammer, vooral voor den fo tograaf, want het doel van dit tweede bezoek was hoofdzakelijk: het némen van foto's. WIJ wilden zoo gaarne, nu de plannen voor een buitenschool voor Haarlem steeds vasteren vorm gaan aan nemen en Dr. R. P. van de Kasteele, Geneesheer van de Haagsche Buiten school, hier Maandagavond een lezing met lichtbeelden over buitenscholen komt houden, onzen lezers niet alleen vertellen hoe het op zoo'n school toe gaat maar hun er ook iets van laten zien. In het eerste deel van den middag kon er nog niet gefotografeerd worden, omdat de kinderen toen juist rustten en later zou het grillige Aprilweer het bij na verhinderd hebben: de kinderen waren toen niet buiten, maar bin nen om den regen. Ten slotte werd het weermannetje ons echter weer gunstig gezind en toen was het, door de welwillende medewer king van de adjunct-directrice, mej. E. H. Hietink en het Hoofd der School, den heer J. J. Wagner, toch nog moge lijk een oaar buitenfoto's te maken, die bij dit artikeltje gereproduc- rd wor den. Van tevoren had mej. Hietink—-de di rectrice, mej. Stemberg, was afwezig ons reeds het een en ander over 't buitensohoolleven verteld. Haarlemmer Halletjes. EEN' ZATERDAGAVONDPRAATJE Dit is het eenvoudige verhaal van een eenvoudige gebeurtenis in den trein op den avond van den tweeden Paaschdag, gedaan door een ooggetui ge. Zelf heb ik het dus niet gezien. Sommige menschen gelooven een ver haal nooit goed, of zij moeten er zelf by geweest zijn en daartoe behoort onze neef, vriend en kransgenoot Wou ter. „Ben je wel eens in Stockholm ge weest?" heb ik hem gevraagd, op een avond toen hij die rare theorie weer eens verkondigde. „Nee", zei hij. .Dus dan bestaat Stockholm voor jou niet." „Wacht even", zei Wouter, want lit) voelde dat hy vastliep. „Waarop n oet ik wachten, Wouter? Totdat je mij komt vertellen dat Rusland ook niet bestaat, want daar ben je ook nooit geweest. En Petrograd niet. En Lenin riet, want hem heb je nooit gespro ken. En de Sovjets niet en de Ge-pe-oe niet en de heele Russische rommel niet. Hou toch op met die malle praat". „Je overdrijft", zei hij en be schuldigde mij alzoo, volgens het ver maarde stelsel, dat het beste middel tot verweer de aanval is. Maar de an dere kransleden gaven hem eenparig ongelijk en zeiden: „Wouter, je raas kalt, want van wat wij weten hebben wijzelf maar een klein gedeelte zelf ge zien, een heel klein kriezeltje van een gedeelte en verreweg het meeste heb ben wj| gehoord var ooggetuigen of gelezen in boeken, die ook weer ge schreven zUn door ooggetuigen." Ik houd dus staande wat miin oog getuige mij vertel^ heeft, over wat er op den avond van den tweeden Paaschdag gebeurde in een derde klas se wagen van den snelstrein van Rot terdam naar Haarlem. Ik weet wel, dat die trein doorging naar Amster dam, maar over dat laatste traject heeft mijn zegsman niets verteld, om dat hij in Haarlem is uitgestapt. Dit is ook een bewijs van zijn betrouw baarheid, want hoe gemakkelijk had lui mij daarover niet iets kunnen wijsmaken, als hij dat gewild had Maar hij heeft het niet geda&n on dat is ook een reden, waarom ik hem mijn volle vertrouwen geef. Inderdaad is hi) een ooggetuige van prima qualiteit. Wat hij vertelde komt op het vol gende neer. Natuurlijk sta ik er niet voor in, dat hij precies dezelfde woor den gebruikte, maar dat hoeft ook niet. ,Jn Rotterdam had ik familie be zocht en was met den voorlaatsten trein vandaar vertrokken, omdat de allerlaatste wel bijzonder vol zou zijn. De onze was ook goed bezet. In mijn compartiment waren nog twee plaatsen leeg, maar dat waren dan ook de twee eenige Ln den heelen wagen. Ik zal Je vertellen, wie er in mijn afdeellng za- „Om half negen komen de kinderen", zoo deelde zil ons mede, „en dan is het eerst: ontbijten. Zij krijgen dan een bord pap met een boterham. Nummer twee van het programma is: tanden poetsen. En dan begint om 9 uur de school, bij goed weer buiten, anders in de lokalen met de ramen open. Om half 11 is het pauze: de leerlingen krijgen dan een glas melk met een snee rogge brood. Gedurende een minuut of tien doen zij dan aan ademhalingsoefenin gen en daarna hebben ze weer les tot 5 minuten voor half 12. Vervolgens 10 minuten pauze en dan weer les tot 10 minuten over 12. Aan het nu volgend middagmaal gaat handen wassohen vooraf: na het eten gaan de kinderen rusten tot kwart vóór 3. Op dat uur krijgen ze eerst nog een beker melk en dan begint de middag- school. die duurt van 3 uur tot tien mi nuten over half vijf. met een pauze van een kwartier, die begint om kwart vóór 4. Dan is het tijd voor de avond boterham met een beker melk. waarna de leerlingen van onze Buitenschool naar de tram gebracht worden. Ek moet hierbij voegen dat de eigen lijke middagschool alleen op Maandag en Vrijdag wordt gehouden. Des Woens dags- en Zaterdagsmiddags hebben de kinds,ren gymnastiek, Dinsdagmiddag doen de meisjes aan handwerken en de jongens aan handen-arbeid en de Don derdagmiddag is vry". .Hoeveel leerlingen telt de school?" vroegen wij. Des zomers ongeveer 60; des winters 40. De zomercursus begint in April, de wintercureus in October. Na den zo mercursus gaan altijd verschillende kin dleren, die geheel opgeknapt zijn, naar de gewone school terug. Anderen gaan weg omdat hun leertijd afgeloopen is. Weer anderen komen soms na een paar jaar terug." „En over hoeveel lokalen hebt u de be schikking?" „Over twee schoollokalen en één speel lokaal. dat nu ook als leslokal dienst ten, want dat hoort bij mijn verhaal. Rechts van het gangpad een moeder met een dochter. Daartegenover een jonge man en ik. Links van het gang pad een andere jonge man met zUn meisje. De twee plaatsen tegenover dat {jaartje waren leeg. Nu kom lk aan de beschrijving van .die zes menschen. Het paartje was een gewoon paartje, zoo als je dat op Zondagen en andere da gen bij duizenden kunt zien en tegen komen. Hij zag er niet flink uit, een beetje bleek, een beetje blond, een echte stadsjongen, zij een heel gewoon meisje, niet bepaald leelijk, maar ook niet bepaald mooi. Ik denk dat ze in Rotterdam samen uit waren geweest, naar de Rotterdamsche diergaarde of zoo, misschien naar het museum Boymans en zeker naar de Maasbrug: zoo'n dag rondzwerven in een groot e stad is vermoeiend en zoo zagen ze er allebei wat slaperig uit. Te Rotterdam leunde zij al tegen zijn schouder en dat liet hij kalm toe, hij scheen het wel aardig te vinden. Dit was het beste bewijs, dat ze nog maar verloofd wa ren en niet getrouwd, want als je een maal getrouwd bent vind je het niet prettig, wanneer je vrouw tegen je schouder leunt. Dan heb je na een vermoeiden Paaschdag aan Je zelf ge noeg. De jonge man die naast mij zat. was een heel ander type. Niet bepaald groot, ook niet klein, maar breed van schouders en met een paar lichtblauwe oogen, die aan zijn gezicht een uitdruk king gaven van bijzonder groote goed hartigheid. Nog nooit heb lk iemand gezien, die zoo'n goedig gezicht had. Hy was ook wat hij leek, want toen ik naast hem ging zitten, schoof bij wat op om mij meer ruimte te geven en wie doet dat ooit in een trein! De meeste menschen maken er zich zoo breed mogelijk en laten het restje aan een ander over. Hij was ook bereid, om vriendelijk te wezen tegen de Juffrouw en haar dochter, die tegenover hem zaten, want toen de juffrouw een beet je verwijtend tegen haar dochter zei: „nou rij ik toch weer achteruit en je weet. dat ik daar niet tegen kan", stond hij dadelijk op en bood aan met haar te ruilen. Dat nam de juffrouv aan en zoo zat hij dus naast de dochter. Om de waarheid te zeggen, zou de grootste Nurks dat ook wel gedaar. hebben, want het was een bijzonder lief meisje. Niet juist mooi, want ze had een beetje te grooten mond en haar neus was ook niet heelemaal van zuiver Griekschen snit, maar lief. Aantrekkelijk, zal lk maar zeggen. Je weet niet precies waar dat in zit. In den oogopslag misschien, of in het aardige kinnetje, of in de mooie oogen, maar ze was lief. bijzonder lief en om dat het zoo'n vriendelijke Jonge man was, misgunde ik hem de handigheid waarmee hij naast haar was komen doet. Dit is etgt-zTjJk onvoldoende voor zes klassen, maar er bestaan plannen, dat de gemeente de geheele school, die nu nog een onderdeel van het Herstel lingsoord vormt, overneemt en dan zullen wel heel wat verbeteringen wor den aangebracht. Het onderwijzend per soneel beslaat uit twee onderwijzers (van wie één het Hoofd is) en een on derwijzeres. Het onderwijs gaar- hier uit den aard der zaak minder geregeld dan op een gewone school, maar hier staat tegenover dat de klassen klein zijn. Het komt dan ook nooit voor dat kin deren die van de Buitenschool weer naar de gewone Lagere School gaan. daar niet ..bij" blijken te zijn. In den vacantietijd zijn de kinderen ook altijd hier. Des zomers gaan wij met hen uit of baden met ze in zee; van den winter hebben we in de Schevening- sche boschjes genoten van de sneeuw". Wij liepen de drie lokalen even door. die voorn: ook wat meubileer tag aan gaat niet aan moderne eischen voldoen, maar waar in ieder geval luoht en licht in ruime mate kunnen toetreden, be zochten de badkamers met vijf douches en een badkuip (2 maal per week krU- HET DANSVRAAGSTUK. EEN NIEUWE KANT VAN HET PROBLEEM. De voorzitter der Federatie van Jeugd- werkbesturen, Mr. L. G. van Dam. schrijft ons: Het voortdurend uitstellen der bespre king van het Dansvraagstuk in den Raad heeft voor- en nadeelen. Een na deel is. dat thans blUkens de couranten der laatste dagen, allerlei uiterste ele menten de publieke opinie in verwarring gaan brengen, door het uiten van op vattingen. die volkomen strijden met de. door de Federatie voorgestane, meentag. De Federatie heeft niet de bedoeling theoretische gevoelens tot uiting to brengen, maar zij wil practisch werk doen; zij strijdt dan ook niet tegen het dansen of het moderne dansen, zelfs niet tegen het dancing als zoodanig, maar, zooals duidelijk in alle stukken aan Burgemeester en Raad te lezen staat, tegen de uitwassen van liet open bare dancing. De Federatie wil dus slechts trachten aan het openbare dan cing de ergste sociale gevaren te ontne men. Iets dergelijks is practisch moge lijk, terwijl strijd tegen alle dansen nóch bij de bevolking nóch in den Raad een te zitten heelemaal niet. Zoo van ter zij, heel voorzichtig, keek hij het meisje eens aan. Zij had de oogen neergeslagen. Maar haar moeder was zoo verlegen niet. Die maakte al gauw een praatje met den jongen man, over het weer natuurlijk. Of hij niet vond dat het een prachtige dag ge weest was. voor zóó vroeg in April. Ja, dat vond hij ook en of de juffrouw Rotterdam een prettige stad vond. Dat was tegen de dochter en die knikte van Ja, maar zei nog niets. Hij was een groot tacticus, want hij praatte wat door met de moeder en lk dacht zoo: „ja schalk, jij denkt: dat komt straks wel." De moeder vond hem blijkbaar heel aardig, want die praatte door. Ze waren in Rotterdam geweest bij haar broer en schoonzuster en gin gen nu weer naar Amsterdam terug, waar ze woonden. „We hebben een echt fijnen dag gehad, niet Net?" Aldus ta het gesprek betrokken zei Net van Ja en zoo werd de conversatie van liever lede algemeen. Het meisje had een mooi muzikaal stemmetje, dat een beetje benepen klonk omdat ze zoo verlegen was en hij kreeg al gauw vrijmoedigheid genoeg om haar aan te kijken, waarop ze bloosde als een roos. Och, wat een liéf meisje was dat Netje! In aardig gezelschap gaat de tijd gauw voorbij en zoo waren we in den Haag. toen ik dacht dat het Delft nog maar was. maar die stad waren wc voorbij gespoord. Op het perron van den Haag stonden veel menschen op den trein te wachten. De deur vam den wagen werd opengedaan en twee heel luidruchtigen jongelui stapten binnen, namen de tv.ee open plaatsen ta bezit, tegenover het verloofde paartje aan den anderen kant van het gangpad. Hier moet ik even wachten, want nu begint het dramatische gedeelte van myn verhaal." Aldus zei myn ooggetuige en om een nieuw bewijs te geven, dat hij myn volle vertrouwen bezit, zal ik hier een streep zetten voordat ik verder over breng wat de ooggetuige vertelde. ..Ik weet niet recht, of die twee jongelui een beetje beschonken waren. Dat weet Je eigenlijk nooit precies op den tweeden Paaschdag. Ze gedroegen zich luidruchtig en dat nam ik hun een beetje kwalijk, omdat de liefdesidylle aan mijn kant van bet compartiment zoo aardig aan den gang was en de twee opgeschoten Jongens hard schreeuwden. Misschien waren ze evenwel niet dronken, 't Kan wel we zen, dat de zeelucht (want natuurlijk waren zc naar Schevcningen geweest! ze een beetje bedwelmd had. Dat komt voor. Het is ook mogelijk, dat ze een beetje baloorig waren omdat de feest dagen voorbij waren en het gewone dagwerk over een uur of wat weer be ginnen zou. In ieder geval, ze waren luidruchtig. ge.n de kinderen een douchebad, ook krijgen ze kuipbaden! en de open eethai, waar de leerlingen ook bij regenachtig weer wel spelen. Bij een wandeling over het terrein kwamen we langs een flinke zandbak en kleine houten bakken, waarin de kinderen zaaien. Een groot vrij speel terrein is verder hier ter beschikking van de leerlingen en een stuk grond voor gymnastiek ta de open lucht. In een „zonnekuil" worden des zomers zonnebaden genomen. In den winter is er cok een hocgtczon voor de kinderen, die het noodig hebben. Het mooiste hebben wU tot het laatst bewaard. Dat zijn de duinpannen, heer lijk beschut gelegen, waarin school banken zijr. geplaatst, kasten voor de leermiddelen en een tafel voor de on derwijzeres of den onderwijzer. Die drie duinpannen, die vormen de eigenlijke buitenschool, «.tl ióeaalschool. niet al leen voor de zwakke kleinen, voor wie de buitenschool bestemd is. Want wat moet het ook '.oor gezonde kinderen een genot zijn, bij goed weer zoo in de vrije natuur „op school te zijn! Ja, het zijn vooral dcae .Jokalen ta de open lucht" die ons enthousiast stem den voor de Buitenschool en ens deden wenschen: laat zoo spoedig mogelijk ruik een inrichting ook voor Haarlem ge sticht wonden! E. aanhang van be teekenis zal vinden Zij. die thans openlijk verkondigen alle dan cings te willen verbieden, leiden de aan dacht af van het verzoek der Federatie verwarren het publiek, wekken een on gunstige stemming en schaden daardoor onze actie ernstig. Het uitstel der behandeling heeft ech ter ook vcordeelen. Hoe langer de zaak aan de orde is, hoe meer eigenaardige toestanden wij ontdekken! Menigeen heeft zich afgevraagd, hoe het toch komt, dat in Haarlem geen enkele der grootere café's een dancing bevat. D&&r waar in de personen der directies eenige waarborgen tegen wantoestanden wor den gevonden en waar bovenal het ho tel-. café of restaurant bedrijf de hoofd zaak vormt, zal de directie alles doer, om te voorkomen, dat de naam der in richting door de dansgelegenheid wordt geschaad, en om te voorkomen, dat zijn inrichting wordt gemengd in strafza ken of andere onaangename voorvallen. Men vindt in elk geval bij een gunstig bekend hotelhouder of restaurateur meer waarborgen tegen misbruiken dan bij iemand, die uitsluitend een klein dancing exploiteert. In Amsterdam wordt dan ook uitsluitend aan gunstig be kende hotel-, café, restaurant- of bios coophouders dansvergunning verleend. Wij hebben steeds gemeend, dat waar schijnlijk géén der betere Haarlemsche Heb jij een cigaret voor me?" schreeuwde de eene tot zijn kameraad, alsof de heele wagen het hooren moest „Niks meer", zei de andere en liet een leeg <j°osJé zien. Hierop gal de een een krachtterm ten beste, dio voor een cigaret minstens tien maal te sterk was. „Lam, dat je in zoo'n trein niks krij gen ken." Weer een gepeperde uitdrukking van onnoodig kaliber. Het meisje tegenover de twee was er al wakker van gejprden en leunde niet meer tegen den schouder van haar verloofde, die ©en beetje bangoiyk naar de twee schreeuwers keek. Het tweetal zag zoowat rond. alsof ze hoopten toch nog een clgarettenwin- keltje in den wagen te vinden: toen zei de een op een brutalen toon tegen den blonden, bleekcn Jongeling: ..Zeg meneer, heb JU ook een cigaret voor me?" De verloofde schrikte er van en tastte naar zijn binnenzak. Ik geloof, dat hU aan het verzoek had willen vol doen, maar zijn meisje trok hem aan zijn mouw. Het gebaar was duidelijk' „doe het maar liever niet!" Dus zei de blonde met een flauwe stem: „ik heb geen cigaretten." „Zeg Je dat maar of Is het zoo?" „Nee. het is zoo", antwoordde de bleeke blonde, maar hU zei het zoo slap. dat wij allemaal begrepen dat hU jokte. „Dat lieg Je. Ik zie. dat Je liegt." Weer trok het meisje heen aan de mouw. Natuurlijk beteekende dat sig naal: ..geef maar geen antwoord meer." „Ken Je geen antwoord geven!" vroeg een van de schreeuwers met een knoop er bovenop „Hier geen ruzie asjeblief", zei de conducteur die de kaartjes kwam controleeren. Hoopvol aanvaardde de verloofde deze getlniformde tusschen- komst cn de schreeuwers hielden een oogenblïk den mond. uit eerbied voor 't gezag. Maar een conducteur heeft op den avond van den tweeden Paasch dag wel wat anders te doen. dan op een groeiende ruzie te wachten. HU deed het mogelijke door weer te zeg gen: .kalm hier en geen ruzie!" en ging den wagen uit om zijn werk voort te zetten. Maar nauwelijks was hij verdwenen, of de helden kregen weer moed. De eene. die behoefte had aan de cigaret. vreep de lapel van de Jas van der. blonden, bleeken verloofde en zei: .kun Je geen antwoord geven, als Je Iets gevraagd wordt?" Hier is het blijkbaar noodig, weer een streep te zetten, want de toon waarop mijn ooggetuige sprak, bewees dat er een nieuwe phase kwam in het drama, dat blijkbaar spoedig tot een conflict zou lelden. café's enz. ooit het plan heeft geopperd ta sijn inrichting openbaar te laten dan sen. Het blijkt, dat wij ons daarin heb ben vergist. Eén der gunstigs^ bekende Haarlemsche hotel-café-houders heeft dest-ds op een verzoek om een openbare dansvergunning. een afwijzend antwoord gekregen, omdat stelselmatig aan alle inrichtingen, voor wie het hotel-, café- of restaurantbedrijf de hooidzaak is. géén dansvergunning wordt verleend. De commissaris van politie bevestig de desgevraagc dat d'.t systeem wordt gevolgd. Op deze wijze, lijnrecht tegen overgesteld aan het Amsterdamsche stel sel, voorkomt mer. stelselmatig het ont staan van een behoorlijk dancing en drijft men de danslustlgen naar inrich tingen, waar de exploitanten geenerlei waarborgen bieden, waar zU afhankelhk zyn van de bezoekers van het dancing en waar het alcoholgeaar zeker niet minder is dan in een café! De motieven, waarom dit, stelsel wordt gevolgd. zijn mij een raadsel: geenszins word', immers aan alle „vergunning"- zaken dansperuussie geweigerd (Modern heeft vergunning). BU de actie cm dc ernstigste sociale gevaren aan liet openbare dancing te ontnemen, zie men he* verschil tus- schen het Amsterdamsche eu het Haar lemsche stelsel op dit punt eens goed onder de oogen! Het is mi) niet gelukt in het Haarlemsche stelsel eenlg licht punt te ontdekken! DE STAATSMIJNEN VERFILMD. VOORSTELLING NED. FABRIKAAT. In den Schouwburg Jansweg vond Vrijdagavond een veitooning plaats van de. door de technische fütnafdeeling van de vereeniging Heder'.andsch Fabrikaat" vervaardigde film van het bedrijf der Staatsmijnen zoowel boven, als onder den grond Nooit te voren was er in de mijngangen, waar ter wereld ook, ge filmd en de heer O. van Neijenhoff die het werk onderhanden kreeg, heeft aan vankelijk voor moeilijkheden gestaan. Doch het Staats-miJntoczlcht gaf toe stemming, om ondergronds met boog lampen en lichtbakken van 100.000 kaars sterkte te mogen werken, en met weerstanden en transformatoren op lor ries. met kilometers-lange zware rubber- tabels kon het werk op een diepte van ongeveer 400 meter onder dc oppervlakte begonnen worden. Electriciens cn sleepers technisch personeel der mijnen hebben meegeholpen, ta de Wilhelmina mijn werd de electriache installatie aange legd. de booglampen brandden aan. de operateur draalde en de mijnwerkers in pijler of gang werden even in 't zon netje gezet. Zoo is onder den grond het merkwaar dige bedrijf der delvers van het zwarte goud opgenomen en in een gemakke- Üjken schouwburgstocl gezeten zie Jc alles over "t witte doek voorbij gaan. zie )e den arbeid in 't duister, de treinen, de mijnpaarden, de telefooncentrale, de lif ten. En we volgen de kolen, de ruwe brok ten die glanzen in t licht der sterke lampen. Oplettend staat de machinist aan zijn handels, over de assen ta de schachttorens suizen de kabels, ta tril lende zeven en over transportbanden gaan dc kolen, ze worden gescheiden en nootjeskolen en briketten worden geperst in machtige machines. Zoo gaat het bewegende beeld voort, hier en daar zijn keurige opnemingen van het schoone Limburgsche land rrct zijn kasieelen en hoeven en goedlachsche menschen. .,Je vraagt misschien, waarom ik mij er niet mee bemoeide Wel. lk dacht dat het zoo'n vaart niet loopen zou Wat schreeuwen, wat vloeken en daar mee is zoo'n spoortretaruzie meestal uit. En zeg nou zelf: zou jij in zoo'n geval als vredestichter optreden te genover een paar jongens, die al wa ren ze dan niet dronken toch opge wonden waren van de prikkelende zee lucht of baloorig omdat de werkdag voor de deur stond? Zou JU dat doen. Fidelio, met de kans op ©en vecht- partU, een scheur in je Jas. een afge rukte boord en misschien een blauw oog. op den koop toe? Niet? Nu. lk ook niet. Maar ik geef toe, dat het er een beetje dreigend begon uit te zien. De bleeke verloofde op de andere bank scheen het ook zoo tn te zien. want hy keek benauwd; hU was al niet kloek, maar hij scheen weg te schrompelen. ZUn meisje keek hem. dacht lk. een beetje minachtend aan. Ja, het is met vrouwen wonderlijk gesteld. Als er ge vochten wordt, beginnen ze te gillen, maar als de man dien zc bU zich heb ben. toont dat hU bang is om te vechten, kUken ze hem minachtend aan. Dan moet hU den dapperen rid der spelen, al weet hU van te voren dat hU het onderspit zcü delven. „Zeg Kees". Informeerde de cigaret* tenman bU zün kameraad, „moet die vent maar een lap op zUn gezicht hebben?" Eigenlijk zei hU wat andere dan ge zicht en mUn ooggetuige bracht het woord dat hij wel gebruikte, getrouwe- '•Uk over. maar ik die tegenover meer dan achttienduizend s bonnés van Haarlem's Dagblad sta, moet mU wat matigen. „Sla der maar op", vond Kees. Toen. terwUl de nood op het hoogst gestegen scheen te zUn, mengde zich ©en andere stem ln het debat. „Ik raad Jelui die menschen met rust te laten." Het was de jonge man met de breede schouders, die sprak Niet boos of drei gend. maar heel kalm cn rustig, als een vader zou doan wanneer hU een goeien raad geeft aan zUn zoons De twee schreeuwers keken verwon derd naar den anderen kant van bet looppad. maar het duurde niet lang of ze gaven bescheid. „Zeg JU. waar be moei je Je moe? Als Je soms ook een lawaffel hebben wil, kom dan maar op!" De breedschouder raakte er niet door van stuur. Ik dacht zelfs, dat hU even lachte en dat dachten dc twee schreeuwers ook, want Kees riep woe dend: „die vent lacht ons uit. Het zal dan maar moeten". Het verloofde paar was totaal ver geten. De woode was nu op den nieu wen aanvallen geconcentreerd, die zich er nog altijd niets ■van aan scheen te trekken en alleen maar. op den- zelfden rustig en toon zei: „Ik raai ie Maar boven dat iar.d staan de schacht- torens en de schoorsteener, en hei is 1 opmerkelijk welke mooie beelden de ope rateur met deze starre bouwsels heeft weten te scheppen ta de avond-opnemin gen. waarbU de gloeiende cokes uit den gictkctel stort als een stroom van louter vuur. En OTer het heele terrein bewegen zich de wagons voort, dé eene trein na den anderen stocmt weg naar het Noor den, naar de centrale punten vanwaar diet product verkocht wordt aan de af nemers. Het is eer. knap stuk werk. de* film en een buitengewoon bewijs van bet kunnen var. de filmtechnische afdeellng van Hederlar.dsch Fabrikaat". De heer H. F. R. Snoek, secretaris van het hoofdbestuur der vereeniging gaf duidelijke uitlegging van de technische cnderdeelen van de film. en hU wekte de aanwezigen op. voor zoover ze X nog niet waren, i.d te worden van de vereent- gmg Naderlandsch Fabrikaat" die cr toor ijvert om het publiek bewust te maken van het feit dat in zeer vele op- z.chier. ons land tenminste even goed werk kan leveren als het buitenland. DE CABARET-AVOND VAN HET TOCNEELVER BOND Het Tooncelverbond gaf gisteren voor zyn leden in ••Modern" den laat» sten cabaretavond in dit seizoen. Dc lieer Van Kassei had voor dezen avond zich dc medewerking verzekerd van het trio Mary Sablairollcs. Jos Hcydcns cn Leo Kok, dat onder den naam van „Les Chansounicrs" op treedt. Zij onderscheiden zich van de meeste lloihindschc eaharctartistcn hierin, dat zy beter zingen cn muzi* kaler zijn en ook. dat him program' ma van distinctie getuigt. Wat men hun zou tocwcnschcn. is wat meer spontaneïteit cn wat minder sentimen» taliteit- Wanneer men zoo'n cabaret* avond meemaakt- voelt men op pijn* lijkc wijze telkens weer. wat wij aan Jean Louis i'isuisse verloren hebben. Het was beschaafd cn van uitroe* ring alles zeer correct, maar op den duur toch ook wel 'n klein beetje saai. Wij zouden het desnoods niets erg gevonden hebben, als ..An der Schónen hlaucn Donau" wat minder goed gezongen ware. wanneer cr maar iets van den Wcenschcn geest over ons ware gekomen. Dc gulle lach. wij hebben hem geen enkele maal gehoord! Tn dien willen wij toch in het cabaret nu cn dan. Jos Hcydcn is zooveel als dc gangmaker van het trio. Leo Kok i> er dc muzikale ziel van cn Mary Sablairollcs dc zangeres met een goede stem maar ccn flinke dosis sentimentaliteit. Een enkelen keer zooals met het liedje ,.üc Charleston" cn aan het slot Ik hou van jou!'' kwam het publiek wat uit dc plooi. Overigens was het. wat je zoo noemt: 'n deftige avond! Eenige Haarlemsche jongelui zorg* den met krontjong» cn 1 lawaian* lied).sVoor wat afwisseling. Wij zou* den ons op Java en Hawai hebben kunnen droorocn. als wij bij die liedjes in het half donker hadden ge* zetcn. J. B. SCHUIL. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN m 60 Cent* per refel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORIS STRAAT 16 TELEFOON No. 10756 5 APEX K10P-VEEG-ST0FZUI6ERS f 150. ta Je eigen belang: hou Je handen thuis". Kees stond op. Brerdschoudcr even zoo, maar op een manier alsof hU er geen zin in had. Toen rag lk. dat het meisje naast hoen. och dat aardige lieve meisje, haar hand op zijn arm let. Ze wist het. geloof lk. zelf niet.'t Gebeur de zoomaar onwillekeurig. Maar hU zag het toch en keek haar vrlendelUk aan Kees deed een dreigende stap ln zyn richting, maar breodschoudcr was al bU hem cn gaf hem zoo'n lievigen rtoot tegen de borst, dat hU struike len^ achterover viel, op de knteen van zUn kameraad. Dc moet zeggen, dat die hem dadc- UJk te hulp kwam. Een geweldige slag om zUn ooren dood hem afdeinzen Daar zaten de twee. hUgend en vnr- wonderd. terwijl breedschouder een inogelUken tweeden aanval afwachtte, maar toen die niet kwam. rustig naar rijn plaats terugkeerde cn goedmoe dig. bUnft ©en beetje beschaamd, tot de juffrouw en haar dochter zei: „ik weet wel zoo'n beetje van boksen af." „Lelden! Lelden!" riepen de conduc teurs. De twee schreeuwers gingen den wagen uit. Moor zU hadden toen de conducteur hun kaartjes kwam na zien, allebei: „Amsterdam" gezcid. Tusschcn Lelden en Haarlem kwam het paartje den verdediger bedanken, die dat een beetje verlegen aanvaard de. De bleeke, blonde Jongeling cn zUn meisje zelden tot Haarlem nie ts meer tegen elkaar. Hot lieve meisje scheen plotseling op vee! vriendelijker vc,et- geraakt tc zijn met ïreedschouder en haar moeder keek hem rondweg be wonderend aan. Ik ben te Haarlem uitgestapt en al was ik meegegaan tot Amsterdam, dan zou lk toch niet weten hoe het afge loopen Is. WU ontmoeten elkaar, om elkaar weer uit het oog tc verliezen. Is er een verloving afgeraakt en een andere aangekomen? Kan oen man het helpen, als hU geen sterke vuisten heeft? En is hot een verdienste, wan neer je boksen hebt geleerd? Voor een gelukkig huwelUk is meer noodig. Een goeie verdienste en een neWe familie en weet lk wat al meer. En dan kan wat aanpassingsvermogen ook goen kwaad in het huwelUk. Voor beide par- tUen. Misschien Is het maar goed. dat wij niet alles weten. Nu heb ik. ten minste do herinnering aan een idylle in den trein, een vernedering voor de brutalen en do gedachte aan het al lerliefste meisje, dat ik op den avond van een tweeden Paaschdag ooit ont moet heb." Zoo vertelde mUn ooggetuige. En lk heb het hier alleen maar naverteld. FIDELIO. ZATERDAG 21 APRIL 1928 DERDE BLAD DE HAAGSCHE BUITENSCHOOL School in de open lucht. De kinderen aan den maaltijd in de „eethai". School in de vrye natuur. Een klasse >n een duinpan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9