KIJKJES IN SOVJET-RUSLAND. FEUILLETON DF LOTGEVALLEN VAN ESMÉE Keller Macdonald HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 28 APRIL 1928 De Sovjetbureaucratie: een staat in den staat. - „middenstand". Nieuwe rijkdom. De De bureaucratie onwat in Rusland, gelijk een poliep geheel de samenleving. Er is een hyperorganisatie ontstaan en alles werd zoodanig in formules, clausu les en omstandige formaliteiten gewik keld, dat ieder particulier initiatief ver lamde en door bevelen van hoogerihand onoest worden vervangen. De productivi teit van den arbeid was in Rusland steeds geringer dan in Europa, Door de vermindering van de kans op particu liere winst kan de prikkel tot arbeid niet zoo sterk zyn, gelijk het bij een der gelijk systeem in andere landen stellig het geval zou zijn geweest, vooral omdat in Rusland de mensdhen geen individua listen zijn, maar inderdaad sterk tot sociaal werk geneigd zijn en daar bo vendien de zweep van de partij dreigt. De bureaucratie is een waterhoofd, om dat voor den „hoofdarbeid" de zesuren dag geldt. Een of andere grootheid (heeft (berekend, dat in dessen tijd de maxi- tmuiraprestatic wordt bereikt en dat meer werk schadelijk voor de gezondheid zou zijn. Daar hij vermoedelijk invloed had, •werd een regeeringsbesluit afgekondigd en tegenwoordig wordt in alle bureaux met een middagpauze van oen half uur van negen tot half vlei' gewerkt, waarop de dagelljksohe Zondag begint. Herin nert dit niet levendig aan de woorden van een Zwcedschen diplomaat, dat het Ozarisme voortdurend te veel inspan ning heeft geëlscht van de Russische psyche? Alles raakt in een traag, sle pend tempo, omdat, ofschoon de hooge functies dikwijls zeer goed bezet zijn en dc lagere organen zich dikwijls alle mogelijke moeite geven, de technisch buitengewoon belangrijke middengroep groote gebreken vertoont. Tenslotte ver- elsoht de materialistische opvatting het bijhouden van statistieken over alles en nog wat, daar een vooruitgang of een verbetering volgens Russische opvatting alleen met getallen of curven kan wor den aangetoond. Terwijl wij rekenen, wanneer we ons met economische vraagstukken bezighouden, begint de Bolsjewist te teekenen en de kinderen oefenen zich reeds in de scholen in het maken van diagrammen. Het resultaat van deze staatsbe moeiing is verschrikkelijk, want volgens de reeds genoemde statistiek zijn van het nmibte.narenleger, dat in het geheel 1,8 millioen menschen omvat, werkzaam op bureaux 346.000 man, controlepc-r- soneel en financieele afdeellng 260.000 man. politie, gevangenispersoneel en brandweer 232,900, handelsemployé's 217.400e, onderwijs 193.000, -bestuur cn rechlbanken 142.900. Het uit agronomen en houtvesters, ingenieurs en architecten bestaande technische personeel beloopt 140.000 man. In deze getallen zijn ook particu liere werkkrachten begrepen, maar de staatsbemoeiing is van zoo verslrekken- den aard, en de particuliere bedrijven zijn in verhouding zoo gering, dat de KC'Vjotbuneaucratie in ieder geval sterker is dan do communistische partij, die door bezetting van de belangrijkste functies het partijlooze apparaat contro leert. Het Jodendom speelt in de bureau- cva.tie een bijzondere rol. In den Czaren- tijd mochten theoretisch de naar de Westelijke provincies verdreven Joden alleen In Moskou en Petereburg wonen, wanneer zij tot het koopmansgilde eer ste klasse behoorden of een acadomi- schen graad hadden. De Jood behaalde in Odessa een diploma als tandarts en vestigde zich dan in Moskou als koop man. Na de instorting vervielen alle be- perkingen. Daar de Zuidelijke interven- tie-oorlog en de Poolsche oorlog zich af speelden in gebieden met sterke Jood- sche minderheid in Minsk vormen de Joden de helft van de bevolking ving con massa-verhuMng naar de hoofdstad aan. Het Jodendom, dat reeds door zijn radicaal-socialistisohen „Bond" dicht bij de Bolsjewisten stond, was door zijn intelligentie en zijn vijandige houding jegens het oude regime een open vat, waaruit de nieuwe ambtenarenstand kon worden gevormd. Verder noopte het ingrijpen in de sa menleving de sovjet opnieuw tot aan stelling van Joden in de handelsorgani satie. Nu trekt een Jood steeds de ande ren met zich mede. zoodat geheele reek sen functies in him bezit kwamen en menige nationaal aangelegde Rus ge neigd is van een Jodenheersdhappij te spreken. Een Intellectueel kan critisee- ren, maar zelden regeeren, want daar toe zijn instinct en wil noodig. Hoe be kwaam de Joden in het bankbedrijf, liandel en financiën, regie, critiek en irci-swezen zijn, zij falen op andere con structieve gebieden. Daar de Joden bo vendien nog levendige herinneringen (hebben aan de pogroms van den Caaren- 'Uld ontstaan,van deze zijde een psycho- puthisoh complex, namelijk van vervol gingswaan. Een antisemietische golf en het ontzien van de boeren en de natio naliteiten hebben er toe geleid, dat zich thans aan het hoofd van den staat in het bijzonder in den raad van volks commissarissen bijna geen Joden bevin den. Al is ook onlangs de poging van een professor, can een discussie over het somictisme te openen mislukt-, toch zal d<&m tendenz voortduren. De communis tische pai-tij is in ieder geval tot de concessies naar bulten genoodzaakt. De aristocratie en de middenstand zijn tot een schamel overblijfsel verschrom peld. Ofschoon voortdurend over haar wordt gesproken, weet niemand meer, hoe een bourgeoisie er eigenlijk uitziet. Don Quichote vecht tegen een windmo len. In Petersburg is de oude aristocratie meer merkbaar, gelijk in het algemeen trouwens de voorstellingen, die het bui tenland zich van Rusland maakt, het meest toepasselijk zijn op de vroegere hoofdstad, die zich in een toestand van verval bevindt. De sovjetstatistiek ver staat onder bourgeoisie de ondernemers, die particuliere thuiswerkers en hand arbeiders (1.4 millioen) aan het werk hebben, waarvan slechts 34.000 loonar beiders, verder 101.500 renteniers, waar van 71.900 huiseigenaren. In de provincie namelijk bevindt zich nog een groot deel van de huizen evenals eenige kleine fa brieken in particulier bezit. Volgens de wet zijn particuliere bedrijven van mid- delmatigen omvang tot een bepaald aan tal arbeiders toegelaten, maar alleen een zeer bekwaam koopman met goede rela ties stuurt dit scheepje door de bolsjewis tische klippen. Solodown ikow, de vroegere eigenaar van het groote warenhuis „Pas sage" te Moskou, bezit daar tegenwoor dig een kleinen parfumeriewinkel. Deze burgelijke elementen, met inbegrip van de geestelijken (26.900) missen het kies recht. Terwijl jeugdige telgen van de oude aristocratie er nu en dan in slaag den over te gaan naar het leger van ambtenaren, is een ander deel tot den bedelstaf gebracht en rekt zijn leven door geleidelijken verkoop van oude be zit (113.800). colportage en venten. Hier, op dezen hoek staat een vroegere officier te bedelen en ginds in dien vliegenden „tabakshandel" staat een vroegere presi dent van een rechtbank. In andere lan den zouden deze verschijnselen vluchtige gevolgen zijn van een geruïneerde va luta; hier behooren zij tot het systeem. Dikwijls wordt iemand gevraagd, hoe sovjet-Rusland hem is bevallen. Het een-ig antwoord kan een diep zwijgen zijn. Het heeft te betcekencn: „U hebt gemakkelijk praten!" Van 1921 tot 1923 deed de nieuwe economische politiek ln verband met de inflatie den stand der nieuwe rijken ontstaan. De trusts hadden in de steden enorme voorraden en in een gouverne ment op zes uren afstand heerschte ge brek aan goederen. De staatsonderneming niet op handelstechniek ingericht, bleek niet in staat, dezen afstand te overbrug gen. maar zij deed haar goederen tegen spotprijzen van de hand, terwijl <ie boer, die toen voor het eerst geld bezat, een willekeurigen prijs betaalde: het prijs verschil ging als tusschenwinst uit bui tengewone bron in de zakken van een koopman. Tegelijkertijd bloeide de klein handel. Toen wapende de sovjet zich voor den grooten slag: terwijl gepoogd werd, den particulieren handel door staatsondernemingen en coöperaties uit te schakelen, ondernam de sovjet in het jaar 1924 de groote razzia, waar van een volkscommissaris moet hebben gezegd, dat haar in den loop van drie maanden ongeveer 300.000 particuliere zaken, van den kleinen winkel tot de groote grossierszaak ten offer zijn geval len. Tegelijkertijd gingen de buitenge wone winsten van de nieuwe rijken .in de deflatie voor het grootste deel verlo ren en thans voltrekt zich de zeer lang zame en uiterst moeilijke accumulatie van het kleinkapitaal, dat nog altijd door belastingambtenaren en confiscatie blijft bedreigd, alleen op de plaatsen, die door hun proteusachtig karakter schier on aantastbaar zijn: in de huisindustrie en in het kleinbedrijf, in den venthandel en in het verkeer met de boeren. Reizen de kooplieden interesseeren zich zeer voor dit verschijnsel, dat dikwijls wordt be schouwd aLs de klemcel van een toekom stige ontwikkeling van den particulieren handel in Rusland, zodat zij aantal en invloed van de Nep-mannen aanmerke lijk overschatten. De overschatting van dit verschijnsel vloeit hieruit voort, dat vele vreemdelingen met overdreven pessimistische voorstellingen naar Rus land gaan en aan de gebreken van de staatshuishouding den onjuisten maat staf van de communistische pricipes aanlegden. Feitelijk registreert het bui tenland alle veranderingen van de sov jethuishouding door het geringe contact cn het moeilijke overzicht gewoonlijk met een vertraging van één of bwee Jaren. B. (Nadruk verboden). INT. UNIE VAN R.-K. p J 1HT C 17 ]\J VROUWENORGANISATIES LlliJ VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1191 ONTVANGST TEN STADHUIZE WAAROM GANGKASTEN? De Internationale Unie van RE. Vrouwenorganisaties houdt op het o ogenblik een congres in Den Haag. Naar verschillende steden, worden exeur- I sies gehouden. o.a. Vrijdag een naar I Haarlem cn Omstreken. Natuurlijk werd j een tocht langs de bollenvelden gemaakt en te Haarlem werd het Frans Halsmu seum bezocht. 's Middags half vijf werden de da mes ten Raadhuize door het Gemeen tebestuur ontvangen. Toen allen in de groote hal veroemigd waren hield de burgemeester, die met wethouder Heer- kens Thijssen het Gemeentebestuur ver tegenwoordigde, terwijl ook eenige raadsleden aanwezig waren, in het Fransöh een welkomstrede. Hij reide om., dat de tijd bijzonder goed gekozen was om nu een uitstapje naar de bloe- menstreek te maken. Haarlem kan nu bewijzen, dat het de bloemenstad is. Maar het is ook. de stad van mooie oude gebouwen, zooals dit stadhuis en de stad van Frans Hals. De burgemeester zeide te hopen, dat het verblijf aan de liefelijke Spaarneboorden den dames goed bevallen zou, zoodat de aangename herinnering aan het bezoek wederkee- rig zou zijn. Deze rede werd beantwoord door Com- tesse de Vélart, die zeide te spreken namens de algemeene presidente van de Union internationale des Ligues fé- minines cabholiques, mevrouw Van SteenbergenEngeringh, dóe verhinderd was. zy verklaarde met vreugde in dit land gekomen te zijn, omdat zij nog heeft de aangename herinneringen aan de gastvrijheid en de sympathie die men daar ondervindt. Daarom rekende zy •het zich tot een bijzondere eer hier het, woord te mogen voeren. Mej. F. A. M. Peetere, presidente der afdeellng Haarlem van den Bond, sloot zich met eenige woorden van sympathie hierby aan. Daarna werd de thee aangeboden en bezichtigden de dames de hal en eenige gangen en de oude raadszaal. Zy uit ten allen hun onverdeelde bewondering voor hot antieke schoon van ons Stad huis. Een bezoek werd ock nog gebracht aan de Reinalda-stlchbing voor verwaarloos de kinderen te Bloemendaal. Het gezelschap maakte gebruik van een tiental groote toerauto's. MUZIEK. SCHOTEN'S CHRISTELIJK GEMENGD KOOR EN CHR. KINDERKOOR Het is ruim dertien Jaren geleden dat Schoten's Chr. gem. koor werd opgericht; zyn feest herdacht het koor reeds het vorige jaar. Doch gisteren viel er nog een ander gedenkwaardig feit te boeken en met bloemen en een eenvoudig toe spraakje werd dit in de pauze herdacht, teen de secretaris de heer P. van Zurk de erkenning voor zijn arbeid, die hy 121/2 jaar voorbeeldig verrichtte, bij monde van het bestuur mocht ervaren. Pessimisten, die gelooven, dat benoorden de Kennemerbrug geen zangkoor kan bestaan*(nog zeer onlangs stierf het on der een roemloozen dood) hebben hier het bewy's dat alles afhankeiyk is van de wyze waarop de zaken worden be heerd. In samenwerking met Christelyk Kinderkoor", eveneens onder leiding van den heer Jac. Zwaan, gaven de Schote naren een concert van meerendeels mooie koorwerken en zij hadden zich daarby de medewerking verzekerd eener uitnemende zangeres, die zeer by'droeg, den avond te verheffen op het niyeau van voornaamheid. De directeur had het zich en zyn koor niet gemakkeiyk gemaakt en wyi we bij ervaring weten, hoeveel arbeid zyner- zyds rechtstreeks wordt omgezet in re sultaat (het percentage is uiterst gering) kunnen we veel bewondering hebben voor dit werken dat een zóó interessant programma mogeiyk maakte. Een harde werker,' moet directeur Zwaan zyn; dat hy zyn ambt niet als een sinecure opvat mag biyken uit de zeer moeilijke koor composities die hij met zijn zangers en zangeressen, a cappella of aan het kla vier om beurten zoowel als in samen werking gesteund door Mej. Gré van Geldorp de heeren E. van Zoest en di recteur Jac. Zwaan, tot uitvoering bracht. Mocht men beweren dat Grieg's „Ave mails stella" een te hooge opgaaf was voor het koor, dan antwoord ik dat niet alleen het vele goede inzake zuiver heid, registratie en klankschoonheid een extra vermelding behoefden, doch dat ook iets anders deze keuze rechtvaardig de. De koorleden leeren kennis maken met 'n andere uitdrukkingswyze dan die van het eeuwig geltedertafel dat b.v. nog steeds onze zangwedstrijden ontsiert. Twee Bachkoralen met hun veeleischen- do polyphonie, een koor van Bortniansky (Horch, die Wellen tragen) in bewerking van Ludwig Thuille en nog een koor bewerking van de hand van den dirigent vormden voor het groote koor het hoofdbestanddeel van het programma, (Naar het Engelsoh, van O. N. en A M. WILLIAMSON.) 23) ..O neen!" riep Esmée, alsof die ge dachte haar afkeer inboezemde. „Smith was maar een aangenomen naam voor de reis. Een dwaas id eel Maar ik was bang voor mijn tante. Ik dacht, dat misschien eens iemand in Brighton zou zeggen: ..Een vriendin van my heeft Miss Esmée Alton in Venetië ontmoet!" Ik had u myn waren naam willen zeg gen. Maar ik was verlegen en bang. dat u het ongepast zou vinden. Ik was nog maar zeventien jaar en heel onbedreven in vele dingen! Ik stelde het steeds weer uit. Eindelijk was ik vast besloten het te zeggen in het station te Milaan, als wü afscheid zouden nemen!" eindigde het meisje ademloos. Toen zU begon, had ■/.ij niet over het station te Milaan wil len spreken, uit vrees dat hij het zou opvatten als een verwyt. „En toen kwam ik niet aan het station". De man en het meisje waren nu belden terug ln het verleden. Hy had voor een oogenblik zyn blindheid vergeten. „En toen", herhaalde zy. „En toen kwaamt u niet". „Ik hoop, dat u begreep, dat het iets heel belangryks was, dat my weerhield te komen". „Ik was te zeer teleurgesteld om tets te begrypen. Ik was geheel verslagen". „Ik ook. dat verzeker ik u. Ik zou er heel wat voor hebben gegeven, als het niet gebeurd was. Het was onmogelijk u in byzonderheden de reden uit te leg gen, waarom ik niet naar het station kon gaan om afscheid van u te nemen na die mooie dagen. Dat kwam, omdat het niet voor my zelf. maar voor een an der was, dat ik werd weggeroepen, en ik moest gaan. Toch trachtte ik het te verklaren in den brief, dien ik u zond te Brighton. By Jupiter, natuurlijk was die geadresseerd aan Miss Esmée Smith! Maar u had den naam van uw tante genoemd en dien der straat. Dat was meer by toeval dan opzettelijk, denk ik. En ik wilde bescheiden zyn en u niet alles vragen, wat ik gaarne had wil len weten indien u het goedvond, dat ik het wist. U hebt dien brief toch ontvangen?" ..Neen. ik heb nooit een brief van u gekregen", zeide Esmée. „Waarom heeft dc post my hem dan niet teruggezonden?" vroeg Power ver wonderd. Het meisje dacht een oogenblik na, terwyi een blos haar wangen kleurde. „Ik vrees misschien heeft tante Kate hem geopend. Ik zou het niet gaarne gelooven. Maar tooh doen sommige din gen. die gebeurden nadat ik thuis kwam en zy thuis kwam my nu denken, dat zy den brief kan hebben gele zen". „Zeg my, wat er toen gebeurde", drong Power aan. „Ik hoop, dat u niet door myn schuld by uw tante in ongenade is gevallen?" „Niets ernstigs", stamelde Esmée, heel verlegen; want het ongenoegen harer tante had haar de beloofde erfenis ge kost. „Laat ons niet daarover spreken Ik ben biy dat u schreef, want het be droefde mij nooit van u te hooren en te denken, dat u my vergeten was. Vindt u het ook vervelend, Mr. Power, zoo uit te weiden over het verleden. Wilt u misschien doorgaan met met dien brief aan Miss Harford?" Power zuchtte diep, „Ik was geheel de oorzaak vergeten, die my noodzaakt myn brieven te dicteeren". zeide hy. ,Die aan Miss Harford kan nog wel een beetje wachten. Wilt u my mijn leed nog niet een paar minuten langer doen ver geten?" „O!" riep Esmée, „kon ik u maar hel den te vergeten!" „Dat schijnt u te kunnen". „Kon ik ai maar helpen beter te worden". Vader komt thuis hangt zyn hoed op de trap en begroet luid keels het gezin doet zyn overschoenen uit en hoort dat moedei in de keuken is I informeert wat hy doen zal met de sinaarsappe- len dóe hy heeft mee genomen en laat zyn jas I in de keuken legt zyn das op de gang tafel en neemt de si naasappelen mee naar de keuken neemt zijn Jas mee terug I naar de huiskamer en I legt 'm daar op een I stoel gaat naar boven en merkt dat hy nog één overschoen aan heeft laat die onder zyn bed liggen vestigt er later boos Jan's aandacht op dat zyn pet op de sofa ligt waarvoor denkt ie dat er een gangkast is? (Nadruk verboden). dat door het kinderkoor (in uitnemende en rustig stemmende orde blijvend op gesteld op het podium) heel mooi werd aangevuld. Tot myn spyt moet ik alweer voor de zooveelste maal ervaren, dat ook hier de Jongensstemmen weer zonder onderscheid zyn verwezen naar de af- deeling der lagere stemmen. De hooge jongenssopranen met hun stralende glans alzoo veroordeeld, te zir.gen in een registratie die de stemontwikkeling zoo niet tegengaat, dan toch geen enkel voordeel biedt. Wat er met jongensso pranen, mezzo's en alten valt te bereiken meen ik indertyd eveneens in Schoten genoegzaam te hebben gedemonstreerd om er nog verder woorden aan te beste den. Met de bewering: „de directeuren doen het by kans allen zóó: alle jongens de lagere stem" bereiken we slechts dat deze fout in nog heller licht komt te staan. Met mooist vond ik van het kinder koor „Perrelte en de melkkan", en van het groote koor de uitvoering van het Fransche koortje van de Rillé waar alles zeer goed en mooi was geregistreerd. Ook waren de kinderen uitstekend in ,,Oud Sprookje (waar de prins, een dappere broekeman ditmaal, het prin sesje uit den hoogen toren redt, ook dit solistje een koorlid) en in „het onweer" van Loots. In eendrietal kinderkoorzangen was het de soliste, Mej. Jeanne Bacilek, die het geheel bracht op het peil van fyne distinctie. Haar klankgeving, ongerept als een pas geopende roos, is onder de macht eener zeer fyne intuïtie in staat, kunst te schenken van een hoog en edel gehalte en van de grootste verscheiden heid. Zoowel in Verdi (Traviata in de titelrol) als in Grieg of Taubert beeldt zy het juiste karakter uit. Maar niet elk heeft, om deze intelligente kunst naar waarde te schatten, het fijn ontwikkelde oor, en, wat meer weegt, het hart. Het publiek onderging deze kunst met een verblydend enthousiasme. Aan deze kunstkritiek kennen wij een hooge waarde toe. G. J, KALT. HET MODERNE MEISJE. In de Daily News verdedigt „een mo dern meisje" zichzelf en haar zusteren tegen de aanvallen die vooral in den laatsten tyd herhaaldelyk op de jonge dame van onze dagen worden gedaan. Ik ben, zegt zy, een modern meisje en ik herken mijzelf niet in de portret ten die dikwyls van het meisje van on zen tijd worden geteekend. Ik heb nog noodt een cocktail gezien en, voor zoover ik weet. myn vriendin nen ook niet. wy spreken niet over het vrije huwe lijk of het „huweiyk op proef": als dit laatste beteekent een reeks van proef- echbgenooten lijkt het mij vrij walgeiyk toe. Als wij een echtgenoot wenschen wil len wij één behooriyken en wy zyn vol komen bereid alles te doen wat mogelijk is om het huwelitk met hero tot een ge lukkige verbintenis te maken. Zeker is het niet de .moderne Jeugd" die zooveel aan echtscheiden doet. Het schijnt mij toe dat het meer menschen op den ach- tenswaardigen middelbaren leef tyd zyn, die de banden, waardoor zy aan elkan der verbonden zyn, wenschen te verbre ken. En onze kleeding? Ik ben oprecht dankbaar dat ik in een tyd leef waarin de kleeren gemakkeiyk zitten en ons goed staan en zoo een voudig zelf te maken zyn. Onze gezond heid is er merkbaar beter door gewor den. De tegenwoordige meisjes zijn ge zond, vroolyk en gelukkig, gedeelteiyk door diezelfde veelgesmade kleeding en ik vind ook absoluut dat ons korte haar ons goed staat. Ik geloof dat wy op de menschen van middelbaren leeftijd in ieder geval één ding vóór hebben: wy zyn verdraagza mer. Wy vragen him niet om hun haar kort te dragen of him rokken korter te maken. Waarom kunnen zy ons dan ook niet met rust laten? Ik moet bekennen dat ik er één „man- nelyke" gewoonte op nahoud: ik heb een motor en ik maak hem ook schoon en repareer hem als het noodig is. Mijn motorpak durf ik niet te beschryven; dan zou er zeker een storm van veront waardiging opgaan! Daar rik veel reis (ik behoor tot de „modernen", die in haar eigen onderhoud voorzien) en ik nog niet over voldoende middelen be schik om een auto aan te schaffen heb ik veel gemak van mijn motor en ik zie geen enkele reden, waarom ik er niet op rijden zou. Nu en dan rook ik een sigaret, maar mijn vrienden rooken er dozynen tegen ik éen. Verdienen zy niet gekastijd te worden? Willen zy, die liun boosheid, ironie en sarcasme meenen te moeten luchten, daarvoor niet liever andere slachtoffers uitzoeken dan ons, arme moderne meisjes? Waarom laat men ons toch niet met rust? Ik geloof dat als de eer werd ge geven aan wie zy toekomt men ons zou beschouwen als degeiyke, hard wei-ken de, spaarzame meisjes met 'n boel ge zond verstand, die onder haar schyn- ■baar frivool uiterlUk een gevoelig hart verbergen, dat maar al te vaak pijnlijk getroffen wordt door onvriendeiyke uit vallen van ouderen. Kan liet misschien zyn dat men ons onze vryheid benydt? Zyn de mannen jalcersch op onze onafhankeiykhedd? Ziet de „middelbare leeftijd", die nu zoo op ons afgeeft, misschien op zyn eigen jeugd terug en heeft hy er spijt van dat hy vroeger niet „zooveel vrijheid" had? Heeft de middelbare leeftyd niet altyd het doen en laten van het opkomende geslacht afgekeurd en voorspeld dat dat op den duur verkeerd zou afkopen? Zoo sprak of liever: zoo schreef dit moderne jonge meisjes in The Daily News. En zou zij het ver mis hébben? INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regeL Haarlem Speciaal door de N. S. F. fabrieken opgeleid radio-personeeL 6 H. O. V. Programma van het concert In den Hout op Zondag 29 April 1928 des mid dags te half drie, onder leiding van Marinus Adam, 2de dirigent. 1. La Trombetta del Bersagliere (Marsch) Cerrl. 2. Czaar imd Zimmerman "(Ouver ture) Lortzing. 3. Künstlerleben (Walser) Strauss. 4. Die Lustige Witwe (Potpourri) Léhar. 5. Orpheus ln der Unterwelt. (Ouverture) Offenbach. 6. Slavischer Tanz Dvórak. 7 The Geisha (Fantasie Sidney Jones Programma van het concert in den Hout op Maandag 30 April 1928 ter ge legenheid van den Verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana, des middags te half drie, onder leiding van Marinus Adam 2de dirigent. Volksliederen. 1. Nakiris Hochzeit (Ouverture)' P. Lineke. 2. Sirenenzauber (Walzer) E. Waidteufel. 3. Coppelia, fantaisie de ballet Delibes. 4. Si j'étais Roi (Ouverture) A. Adam. 5. Polnischer tanz Scharwenka. Hervé. BLOEMENDAAL. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Terug tc ontvangen bij: J. Koster, Kleverlaan 121 Bloemendal, een wan* delstok; L. Bouma. Adr. Stoopplein 3 Overveen, een gouden kinderrin* getje; Mej. Bouwman, Zand voor ter* weg 54» Aerdenhout, een zwarte jachthond; C. Banning, Duinlustpark* weg 17 Bloemendaal, een verm. zilveren heerenarmbandhorloge; G. N, van Gasteren, Berckheydcstr. 16 rood Haarlem, een damcstaschje m. inhoud; Dobheide, Rustcnburgcrwcg 21 Bloemendaal, een sierspeld; W. Voerman, Kinhgimwee 65, Bloemen* daal, een rijvieLJiandwarmer; A- Huising, Oranje Nassaulaan 50 Over* veen. een overschoen; A. Grotenhuis, Bloemcndaalscheweg 123b Bloemen* daal, een damesparapluie (tompou* ce), H. Vrins, Thomsonlaan 52, tc Haarlem, een paardedeken; L. C. Pla* tel, Vroomstraat 10 rood Haarlem, een slinger van een auto; Altcma, v. Stolberglaan 9b Aerdenhout. een arm band met steentjes; aan den politie» post te Aerdenhout. c-n dop van een automobicbas; aan het bureau van politie te Overveen, een huissleutel, een haarkam. „O, dat is iets anders,", zeide hy. „Et- is maar één mensch. vrees ik, die mis schien alleen maar misschien my zou kunnen helpen beter te worden, en hy is zoover weg. dat hy buiten myn bereik is. Vertel mU als 't u blieft, wat er gebeurde om u te doen denken, dat uw tante myn brief kan hebben gele zen?" „zy ontdekte op de een of andere wyze, dat ik m haar afwezigheid naar Italië was geweest, maar hoe ze dat wist, heeft ze nooit willen zeggen. Ik kon het my niet voorstellen, want onze lieve oude keukenmeid de eenige per soon, die ei' van wist kon my niet hebben verraden-. Ik wou toch, dat ik uw brief maar had gekregen. Die zou my alles vergoed hebben. Ofschoon ik u een verkeerden naam had opgegeven, hoopte ik toch van u te hooren. Ik zag altyd uit naar een brief en zette Bridget ook op de wacht. Maar Tante Kate is ons zeker te s'-im af geweest". „En lk zag maar steeds uit naar een antwoord, dat nooit kwam. Hoe jammer dat ik schreef en u daardoor by uw tente in ongenade deed vallen. Nu begin ik de rest ook te begrypen", „Wat. rist?" vroeg Esnfëc. „Wel, de eerste maal. dat ik weer in Engeland kwam. ging ik naar Brighton en zocht het huis van uw tante. Mrs. Paton. Ik belde aan cn vroeg naar Miss Smith. De meid, die de deur opende, zeide dat daar geen Miss Smith woonde. Ik hield vol. ,.Mrs. Paton's nichtje" legde ik uit. „Zoo heette die jonge dame niet", zeide de meid. „Er was wel een nichtje, maar die was naar de leesbibliotheek om boeken te ruilen" Ik herinner mij. dat zy zoo beleefd was te vragen: „Wilt u misschien Mrs. Paton spreken?" „O, en hebt u Tante Kate gezien?" vroeg Esmée ademloos. „Ja. en zy my ook. Maar dat was niet direct myn schuld. U had my wel niet in duidelijke woorden verteld, dat u bang was voor uw tante maar ik dacht dat het beter voor u zou zyn, als ik uw tante maar niet ontmoette en misschien on wetend de zaak voor u bedierf, terwijl u uit was en my niet kon waarschuwen. Bovendien begreep ik niet, wat uw dienstmeisje van uw naam zeide lenzy zy doof mocht wezen en my niet goed had verstaan. Maar op dat oogen- "blik, toen ik zeide, dat ik dan maar liever zou sclr/yven, verscheen Mrs. Paton zel ve op het tooneel. Blijkbaar had zy ge luisterd. Zij staarde my een oogenblik aan wel een blik om bang voor te worden Teen vroeg zy: ,Js uw naam Rickrdo?" Natuurlijk dacht ik, daar zy myn naam kende, dat u haar het ge heele verhaal van uw reis had verteld. Nu begryp ik, dat zy mijn naam ender dien cngelukkigen brief heeft gezien en haar gevolgtrekkingen heeft gemaakt, toen zy my naar Miss Smith hoorde vragen". „O, natuurlijk", viel Esmée hem in dc rede. „Tante Kate maakte altyd ge volgtrekkingen, maar meestal verkeerde. Zy verschilde veel van myn lieven vader! Ging binnen?" „Ja. zy vroeg het my en ik liep regel recht in de val. Ik vrees, dat die even goed voor u als voor my was uitgezet. De dame was beleefd, maar koel. Zij zeide, dat haar nicht (zy vertelde my niet, dat uw naam niet Smith was!) dat haar nicht onaangename herinne ringen aan dat Italiaansche uitstapje had en zeer gevoelig op dat punt was. Mrs. "Paton ried my heel vriendelijk aan weg te gaan, eer u thuis kwam. Zij zeide dat u uit was met uw verloofde". Esmée sprong van haar stoel op. ..MUn verloofde? Ik ben nooit verloofd ge weest! Er was daar een akelig wezen, een hulpprediker, waarmee Tante Kate my wilde laten trouwen. Natuurlijk wil de ik niet. Hy kwam dikwUls by „ons. Soms liep hij met mU mee, vooral als ik naar de leesbibliotheek ging. Hy bood dan aan mijn boeken te dragen. Het was gemeen van Tante Kate om u dien leugen te vertellen!" „Ik denk. dat zy buitenlanders wan trouwde en vond, dat elk middel om van hen ontslagen te worden gerecht vaardigd W3s. Ricardo is een Italiaansche naam en zy wise, dat ik een Italiaan was". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6