KIJKJES IN SOVJET-RUSLAND.
FEUILLETON
DF LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
Keller Macdonald
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 28 APRIL 1928
De Sovjetbureaucratie: een staat in den staat. -
„middenstand". Nieuwe rijkdom.
De
De bureaucratie onwat in Rusland,
gelijk een poliep geheel de samenleving.
Er is een hyperorganisatie ontstaan en
alles werd zoodanig in formules, clausu
les en omstandige formaliteiten gewik
keld, dat ieder particulier initiatief ver
lamde en door bevelen van hoogerihand
onoest worden vervangen. De productivi
teit van den arbeid was in Rusland
steeds geringer dan in Europa, Door de
vermindering van de kans op particu
liere winst kan de prikkel tot arbeid
niet zoo sterk zyn, gelijk het bij een der
gelijk systeem in andere landen stellig
het geval zou zijn geweest, vooral omdat
in Rusland de mensdhen geen individua
listen zijn, maar inderdaad sterk tot
sociaal werk geneigd zijn en daar bo
vendien de zweep van de partij dreigt.
De bureaucratie is een waterhoofd, om
dat voor den „hoofdarbeid" de zesuren
dag geldt. Een of andere grootheid (heeft
(berekend, dat in dessen tijd de maxi-
tmuiraprestatic wordt bereikt en dat meer
werk schadelijk voor de gezondheid zou
zijn. Daar hij vermoedelijk invloed had,
•werd een regeeringsbesluit afgekondigd
en tegenwoordig wordt in alle bureaux
met een middagpauze van oen half uur
van negen tot half vlei' gewerkt, waarop
de dagelljksohe Zondag begint. Herin
nert dit niet levendig aan de woorden
van een Zwcedschen diplomaat, dat het
Ozarisme voortdurend te veel inspan
ning heeft geëlscht van de Russische
psyche? Alles raakt in een traag, sle
pend tempo, omdat, ofschoon de hooge
functies dikwijls zeer goed bezet zijn
en dc lagere organen zich dikwijls alle
mogelijke moeite geven, de technisch
buitengewoon belangrijke middengroep
groote gebreken vertoont. Tenslotte ver-
elsoht de materialistische opvatting het
bijhouden van statistieken over alles en
nog wat, daar een vooruitgang of een
verbetering volgens Russische opvatting
alleen met getallen of curven kan wor
den aangetoond. Terwijl wij rekenen,
wanneer we ons met economische
vraagstukken bezighouden, begint de
Bolsjewist te teekenen en de kinderen
oefenen zich reeds in de scholen in
het maken van diagrammen.
Het resultaat van deze staatsbe
moeiing is verschrikkelijk, want volgens
de reeds genoemde statistiek zijn van
het nmibte.narenleger, dat in het geheel
1,8 millioen menschen omvat, werkzaam
op bureaux 346.000 man, controlepc-r-
soneel en financieele afdeellng 260.000
man. politie, gevangenispersoneel en
brandweer 232,900, handelsemployé's
217.400e, onderwijs 193.000, -bestuur cn
rechlbanken 142.900.
Het uit agronomen en houtvesters,
ingenieurs en architecten bestaande
technische personeel beloopt 140.000
man. In deze getallen zijn ook particu
liere werkkrachten begrepen, maar de
staatsbemoeiing is van zoo verslrekken-
den aard, en de particuliere bedrijven
zijn in verhouding zoo gering, dat de
KC'Vjotbuneaucratie in ieder geval sterker
is dan do communistische partij, die
door bezetting van de belangrijkste
functies het partijlooze apparaat contro
leert.
Het Jodendom speelt in de bureau-
cva.tie een bijzondere rol. In den Czaren-
tijd mochten theoretisch de naar de
Westelijke provincies verdreven Joden
alleen In Moskou en Petereburg wonen,
wanneer zij tot het koopmansgilde eer
ste klasse behoorden of een acadomi-
schen graad hadden. De Jood behaalde
in Odessa een diploma als tandarts en
vestigde zich dan in Moskou als koop
man. Na de instorting vervielen alle be-
perkingen. Daar de Zuidelijke interven-
tie-oorlog en de Poolsche oorlog zich af
speelden in gebieden met sterke Jood-
sche minderheid in Minsk vormen
de Joden de helft van de bevolking
ving con massa-verhuMng naar de
hoofdstad aan. Het Jodendom, dat reeds
door zijn radicaal-socialistisohen
„Bond" dicht bij de Bolsjewisten
stond, was door zijn intelligentie en
zijn vijandige houding jegens het oude
regime een open vat, waaruit de nieuwe
ambtenarenstand kon worden gevormd.
Verder noopte het ingrijpen in de sa
menleving de sovjet opnieuw tot aan
stelling van Joden in de handelsorgani
satie. Nu trekt een Jood steeds de ande
ren met zich mede. zoodat geheele reek
sen functies in him bezit kwamen en
menige nationaal aangelegde Rus ge
neigd is van een Jodenheersdhappij te
spreken. Een Intellectueel kan critisee-
ren, maar zelden regeeren, want daar
toe zijn instinct en wil noodig. Hoe be
kwaam de Joden in het bankbedrijf,
liandel en financiën, regie, critiek en
irci-swezen zijn, zij falen op andere con
structieve gebieden. Daar de Joden bo
vendien nog levendige herinneringen
(hebben aan de pogroms van den Caaren-
'Uld ontstaan,van deze zijde een psycho-
puthisoh complex, namelijk van vervol
gingswaan. Een antisemietische golf en
het ontzien van de boeren en de natio
naliteiten hebben er toe geleid, dat zich
thans aan het hoofd van den staat in
het bijzonder in den raad van volks
commissarissen bijna geen Joden bevin
den. Al is ook onlangs de poging van
een professor, can een discussie over het
somictisme te openen mislukt-, toch zal
d<&m tendenz voortduren. De communis
tische pai-tij is in ieder geval tot de
concessies naar bulten genoodzaakt.
De aristocratie en de middenstand zijn
tot een schamel overblijfsel verschrom
peld. Ofschoon voortdurend over haar
wordt gesproken, weet niemand meer,
hoe een bourgeoisie er eigenlijk uitziet.
Don Quichote vecht tegen een windmo
len. In Petersburg is de oude aristocratie
meer merkbaar, gelijk in het algemeen
trouwens de voorstellingen, die het bui
tenland zich van Rusland maakt, het
meest toepasselijk zijn op de vroegere
hoofdstad, die zich in een toestand van
verval bevindt. De sovjetstatistiek ver
staat onder bourgeoisie de ondernemers,
die particuliere thuiswerkers en hand
arbeiders (1.4 millioen) aan het werk
hebben, waarvan slechts 34.000 loonar
beiders, verder 101.500 renteniers, waar
van 71.900 huiseigenaren. In de provincie
namelijk bevindt zich nog een groot deel
van de huizen evenals eenige kleine fa
brieken in particulier bezit. Volgens de
wet zijn particuliere bedrijven van mid-
delmatigen omvang tot een bepaald aan
tal arbeiders toegelaten, maar alleen een
zeer bekwaam koopman met goede rela
ties stuurt dit scheepje door de bolsjewis
tische klippen. Solodown ikow, de vroegere
eigenaar van het groote warenhuis „Pas
sage" te Moskou, bezit daar tegenwoor
dig een kleinen parfumeriewinkel. Deze
burgelijke elementen, met inbegrip van
de geestelijken (26.900) missen het kies
recht. Terwijl jeugdige telgen van de
oude aristocratie er nu en dan in slaag
den over te gaan naar het leger van
ambtenaren, is een ander deel tot den
bedelstaf gebracht en rekt zijn leven
door geleidelijken verkoop van oude be
zit (113.800). colportage en venten. Hier,
op dezen hoek staat een vroegere officier
te bedelen en ginds in dien vliegenden
„tabakshandel" staat een vroegere presi
dent van een rechtbank. In andere lan
den zouden deze verschijnselen vluchtige
gevolgen zijn van een geruïneerde va
luta; hier behooren zij tot het systeem.
Dikwijls wordt iemand gevraagd, hoe
sovjet-Rusland hem is bevallen. Het
een-ig antwoord kan een diep zwijgen
zijn. Het heeft te betcekencn: „U hebt
gemakkelijk praten!"
Van 1921 tot 1923 deed de nieuwe
economische politiek ln verband met de
inflatie den stand der nieuwe rijken
ontstaan. De trusts hadden in de steden
enorme voorraden en in een gouverne
ment op zes uren afstand heerschte ge
brek aan goederen. De staatsonderneming
niet op handelstechniek ingericht, bleek
niet in staat, dezen afstand te overbrug
gen. maar zij deed haar goederen tegen
spotprijzen van de hand, terwijl <ie boer,
die toen voor het eerst geld bezat, een
willekeurigen prijs betaalde: het prijs
verschil ging als tusschenwinst uit bui
tengewone bron in de zakken van een
koopman. Tegelijkertijd bloeide de klein
handel. Toen wapende de sovjet zich
voor den grooten slag: terwijl gepoogd
werd, den particulieren handel door
staatsondernemingen en coöperaties uit
te schakelen, ondernam de sovjet
in het jaar 1924 de groote razzia, waar
van een volkscommissaris moet hebben
gezegd, dat haar in den loop van drie
maanden ongeveer 300.000 particuliere
zaken, van den kleinen winkel tot de
groote grossierszaak ten offer zijn geval
len. Tegelijkertijd gingen de buitenge
wone winsten van de nieuwe rijken .in
de deflatie voor het grootste deel verlo
ren en thans voltrekt zich de zeer lang
zame en uiterst moeilijke accumulatie
van het kleinkapitaal, dat nog altijd door
belastingambtenaren en confiscatie blijft
bedreigd, alleen op de plaatsen, die door
hun proteusachtig karakter schier on
aantastbaar zijn: in de huisindustrie en
in het kleinbedrijf, in den venthandel
en in het verkeer met de boeren. Reizen
de kooplieden interesseeren zich zeer voor
dit verschijnsel, dat dikwijls wordt be
schouwd aLs de klemcel van een toekom
stige ontwikkeling van den particulieren
handel in Rusland, zodat zij aantal en
invloed van de Nep-mannen aanmerke
lijk overschatten. De overschatting van
dit verschijnsel vloeit hieruit voort, dat
vele vreemdelingen met overdreven
pessimistische voorstellingen naar Rus
land gaan en aan de gebreken van de
staatshuishouding den onjuisten maat
staf van de communistische pricipes
aanlegden. Feitelijk registreert het bui
tenland alle veranderingen van de sov
jethuishouding door het geringe contact
cn het moeilijke overzicht gewoonlijk
met een vertraging van één of bwee
Jaren. B.
(Nadruk verboden).
INT. UNIE VAN R.-K. p J 1HT C 17 ]\J
VROUWENORGANISATIES LlliJ
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1191
ONTVANGST TEN STADHUIZE
WAAROM GANGKASTEN?
De Internationale Unie van RE.
Vrouwenorganisaties houdt op het
o ogenblik een congres in Den Haag.
Naar verschillende steden, worden exeur- I
sies gehouden. o.a. Vrijdag een naar I
Haarlem cn Omstreken. Natuurlijk werd j
een tocht langs de bollenvelden gemaakt
en te Haarlem werd het Frans Halsmu
seum bezocht.
's Middags half vijf werden de da
mes ten Raadhuize door het Gemeen
tebestuur ontvangen. Toen allen in de
groote hal veroemigd waren hield de
burgemeester, die met wethouder Heer-
kens Thijssen het Gemeentebestuur ver
tegenwoordigde, terwijl ook eenige
raadsleden aanwezig waren, in het
Fransöh een welkomstrede. Hij reide
om., dat de tijd bijzonder goed gekozen
was om nu een uitstapje naar de bloe-
menstreek te maken. Haarlem kan nu
bewijzen, dat het de bloemenstad is.
Maar het is ook. de stad van mooie oude
gebouwen, zooals dit stadhuis en de
stad van Frans Hals. De burgemeester
zeide te hopen, dat het verblijf aan de
liefelijke Spaarneboorden den dames
goed bevallen zou, zoodat de aangename
herinnering aan het bezoek wederkee-
rig zou zijn.
Deze rede werd beantwoord door Com-
tesse de Vélart, die zeide te spreken
namens de algemeene presidente van
de Union internationale des Ligues fé-
minines cabholiques, mevrouw Van
SteenbergenEngeringh, dóe verhinderd
was. zy verklaarde met vreugde in dit
land gekomen te zijn, omdat zij nog
heeft de aangename herinneringen aan
de gastvrijheid en de sympathie die men
daar ondervindt. Daarom rekende zy
•het zich tot een bijzondere eer hier het,
woord te mogen voeren.
Mej. F. A. M. Peetere, presidente der
afdeellng Haarlem van den Bond, sloot
zich met eenige woorden van sympathie
hierby aan.
Daarna werd de thee aangeboden en
bezichtigden de dames de hal en eenige
gangen en de oude raadszaal. Zy uit
ten allen hun onverdeelde bewondering
voor hot antieke schoon van ons Stad
huis.
Een bezoek werd ock nog gebracht aan
de Reinalda-stlchbing voor verwaarloos
de kinderen te Bloemendaal.
Het gezelschap maakte gebruik van
een tiental groote toerauto's.
MUZIEK.
SCHOTEN'S CHRISTELIJK GEMENGD
KOOR EN CHR. KINDERKOOR
Het is ruim dertien Jaren geleden dat
Schoten's Chr. gem. koor werd opgericht;
zyn feest herdacht het koor reeds het
vorige jaar. Doch gisteren viel er nog een
ander gedenkwaardig feit te boeken en
met bloemen en een eenvoudig toe
spraakje werd dit in de pauze herdacht,
teen de secretaris de heer P. van Zurk
de erkenning voor zijn arbeid, die hy
121/2 jaar voorbeeldig verrichtte, bij
monde van het bestuur mocht ervaren.
Pessimisten, die gelooven, dat benoorden
de Kennemerbrug geen zangkoor kan
bestaan*(nog zeer onlangs stierf het on
der een roemloozen dood) hebben hier
het bewy's dat alles afhankeiyk is van
de wyze waarop de zaken worden be
heerd.
In samenwerking met Christelyk
Kinderkoor", eveneens onder leiding van
den heer Jac. Zwaan, gaven de Schote
naren een concert van meerendeels
mooie koorwerken en zij hadden zich
daarby de medewerking verzekerd eener
uitnemende zangeres, die zeer by'droeg,
den avond te verheffen op het niyeau
van voornaamheid.
De directeur had het zich en zyn koor
niet gemakkeiyk gemaakt en wyi we bij
ervaring weten, hoeveel arbeid zyner-
zyds rechtstreeks wordt omgezet in re
sultaat (het percentage is uiterst gering)
kunnen we veel bewondering hebben
voor dit werken dat een zóó interessant
programma mogeiyk maakte. Een harde
werker,' moet directeur Zwaan zyn; dat
hy zyn ambt niet als een sinecure opvat
mag biyken uit de zeer moeilijke koor
composities die hij met zijn zangers en
zangeressen, a cappella of aan het kla
vier om beurten zoowel als in samen
werking gesteund door Mej. Gré van
Geldorp de heeren E. van Zoest en di
recteur Jac. Zwaan, tot uitvoering
bracht. Mocht men beweren dat Grieg's
„Ave mails stella" een te hooge opgaaf
was voor het koor, dan antwoord ik dat
niet alleen het vele goede inzake zuiver
heid, registratie en klankschoonheid een
extra vermelding behoefden, doch dat
ook iets anders deze keuze rechtvaardig
de. De koorleden leeren kennis maken
met 'n andere uitdrukkingswyze dan die
van het eeuwig geltedertafel dat b.v. nog
steeds onze zangwedstrijden ontsiert.
Twee Bachkoralen met hun veeleischen-
do polyphonie, een koor van Bortniansky
(Horch, die Wellen tragen) in bewerking
van Ludwig Thuille en nog een koor
bewerking van de hand van den dirigent
vormden voor het groote koor het
hoofdbestanddeel van het programma,
(Naar het Engelsoh, van
O. N. en A M. WILLIAMSON.)
23)
..O neen!" riep Esmée, alsof die ge
dachte haar afkeer inboezemde. „Smith
was maar een aangenomen naam voor
de reis. Een dwaas id eel Maar ik was
bang voor mijn tante. Ik dacht, dat
misschien eens iemand in Brighton zou
zeggen: ..Een vriendin van my heeft
Miss Esmée Alton in Venetië ontmoet!"
Ik had u myn waren naam willen zeg
gen. Maar ik was verlegen en bang. dat u
het ongepast zou vinden. Ik was nog
maar zeventien jaar en heel onbedreven
in vele dingen! Ik stelde het steeds weer
uit. Eindelijk was ik vast besloten het
te zeggen in het station te Milaan, als
wü afscheid zouden nemen!" eindigde
het meisje ademloos. Toen zU begon, had
■/.ij niet over het station te Milaan wil
len spreken, uit vrees dat hij het zou
opvatten als een verwyt.
„En toen kwam ik niet aan het
station". De man en het meisje waren
nu belden terug ln het verleden. Hy
had voor een oogenblik zyn blindheid
vergeten.
„En toen", herhaalde zy. „En toen
kwaamt u niet".
„Ik hoop, dat u begreep, dat het iets
heel belangryks was, dat my weerhield
te komen".
„Ik was te zeer teleurgesteld om tets
te begrypen. Ik was geheel verslagen".
„Ik ook. dat verzeker ik u. Ik zou er
heel wat voor hebben gegeven, als het
niet gebeurd was. Het was onmogelijk
u in byzonderheden de reden uit te leg
gen, waarom ik niet naar het station
kon gaan om afscheid van u te nemen
na die mooie dagen. Dat kwam, omdat
het niet voor my zelf. maar voor een an
der was, dat ik werd weggeroepen, en
ik moest gaan. Toch trachtte ik het te
verklaren in den brief, dien ik u zond
te Brighton. By Jupiter, natuurlijk was
die geadresseerd aan Miss Esmée Smith!
Maar u had den naam van uw tante
genoemd en dien der straat. Dat was
meer by toeval dan opzettelijk, denk
ik. En ik wilde bescheiden zyn en u
niet alles vragen, wat ik gaarne had wil
len weten indien u het goedvond,
dat ik het wist. U hebt dien brief toch
ontvangen?"
..Neen. ik heb nooit een brief van u
gekregen", zeide Esmée.
„Waarom heeft dc post my hem dan
niet teruggezonden?" vroeg Power ver
wonderd.
Het meisje dacht een oogenblik na,
terwyi een blos haar wangen kleurde.
„Ik vrees misschien heeft tante Kate
hem geopend. Ik zou het niet gaarne
gelooven. Maar tooh doen sommige din
gen. die gebeurden nadat ik thuis kwam
en zy thuis kwam my nu denken,
dat zy den brief kan hebben gele
zen".
„Zeg my, wat er toen gebeurde", drong
Power aan. „Ik hoop, dat u niet door
myn schuld by uw tante in ongenade
is gevallen?"
„Niets ernstigs", stamelde Esmée, heel
verlegen; want het ongenoegen harer
tante had haar de beloofde erfenis ge
kost. „Laat ons niet daarover spreken
Ik ben biy dat u schreef, want het be
droefde mij nooit van u te hooren en te
denken, dat u my vergeten was. Vindt
u het ook vervelend, Mr. Power, zoo
uit te weiden over het verleden. Wilt u
misschien doorgaan met met dien
brief aan Miss Harford?"
Power zuchtte diep, „Ik was geheel de
oorzaak vergeten, die my noodzaakt myn
brieven te dicteeren". zeide hy. ,Die
aan Miss Harford kan nog wel een
beetje wachten. Wilt u my mijn leed nog
niet een paar minuten langer doen ver
geten?"
„O!" riep Esmée, „kon ik u maar hel
den te vergeten!"
„Dat schijnt u te kunnen".
„Kon ik ai maar helpen beter
te worden".
Vader komt thuis
hangt zyn hoed op de
trap en begroet luid
keels het gezin
doet zyn overschoenen
uit en hoort dat moedei
in de keuken is
I informeert wat hy doen
zal met de sinaarsappe-
len dóe hy heeft mee
genomen en laat zyn jas
I in de keuken
legt zyn das op de gang
tafel en neemt de si
naasappelen mee naar
de keuken
neemt zijn Jas mee terug I
naar de huiskamer en I
legt 'm daar op een I
stoel
gaat naar boven en
merkt dat hy nog één
overschoen aan heeft
laat die onder zyn bed
liggen
vestigt er later boos
Jan's aandacht op dat
zyn pet op de sofa ligt
waarvoor denkt ie dat
er een gangkast is?
(Nadruk verboden).
dat door het kinderkoor (in uitnemende
en rustig stemmende orde blijvend op
gesteld op het podium) heel mooi werd
aangevuld. Tot myn spyt moet ik alweer
voor de zooveelste maal ervaren, dat ook
hier de Jongensstemmen weer zonder
onderscheid zyn verwezen naar de af-
deeling der lagere stemmen. De hooge
jongenssopranen met hun stralende
glans alzoo veroordeeld, te zir.gen in een
registratie die de stemontwikkeling zoo
niet tegengaat, dan toch geen enkel
voordeel biedt. Wat er met jongensso
pranen, mezzo's en alten valt te bereiken
meen ik indertyd eveneens in Schoten
genoegzaam te hebben gedemonstreerd
om er nog verder woorden aan te beste
den. Met de bewering: „de directeuren
doen het by kans allen zóó: alle jongens
de lagere stem" bereiken we slechts dat
deze fout in nog heller licht komt te
staan.
Met mooist vond ik van het kinder
koor „Perrelte en de melkkan", en van
het groote koor de uitvoering van het
Fransche koortje van de Rillé waar alles
zeer goed en mooi was geregistreerd.
Ook waren de kinderen uitstekend in
,,Oud Sprookje (waar de prins, een
dappere broekeman ditmaal, het prin
sesje uit den hoogen toren redt, ook dit
solistje een koorlid) en in „het onweer"
van Loots.
In eendrietal kinderkoorzangen was
het de soliste, Mej. Jeanne Bacilek, die
het geheel bracht op het peil van fyne
distinctie. Haar klankgeving, ongerept
als een pas geopende roos, is onder de
macht eener zeer fyne intuïtie in staat,
kunst te schenken van een hoog en edel
gehalte en van de grootste verscheiden
heid. Zoowel in Verdi (Traviata in de
titelrol) als in Grieg of Taubert beeldt
zy het juiste karakter uit. Maar niet elk
heeft, om deze intelligente kunst naar
waarde te schatten, het fijn ontwikkelde
oor, en, wat meer weegt, het hart. Het
publiek onderging deze kunst met een
verblydend enthousiasme. Aan deze
kunstkritiek kennen wij een hooge
waarde toe.
G. J, KALT.
HET MODERNE MEISJE.
In de Daily News verdedigt „een mo
dern meisje" zichzelf en haar zusteren
tegen de aanvallen die vooral in den
laatsten tyd herhaaldelyk op de jonge
dame van onze dagen worden gedaan.
Ik ben, zegt zy, een modern meisje
en ik herken mijzelf niet in de portret
ten die dikwyls van het meisje van on
zen tijd worden geteekend.
Ik heb nog noodt een cocktail gezien
en, voor zoover ik weet. myn vriendin
nen ook niet.
wy spreken niet over het vrije huwe
lijk of het „huweiyk op proef": als dit
laatste beteekent een reeks van proef-
echbgenooten lijkt het mij vrij walgeiyk
toe.
Als wij een echtgenoot wenschen wil
len wij één behooriyken en wy zyn vol
komen bereid alles te doen wat mogelijk
is om het huwelitk met hero tot een ge
lukkige verbintenis te maken. Zeker is
het niet de .moderne Jeugd" die zooveel
aan echtscheiden doet. Het schijnt mij
toe dat het meer menschen op den ach-
tenswaardigen middelbaren leef tyd zyn,
die de banden, waardoor zy aan elkan
der verbonden zyn, wenschen te verbre
ken.
En onze kleeding?
Ik ben oprecht dankbaar dat ik in een
tyd leef waarin de kleeren gemakkeiyk
zitten en ons goed staan en zoo een
voudig zelf te maken zyn. Onze gezond
heid is er merkbaar beter door gewor
den. De tegenwoordige meisjes zijn ge
zond, vroolyk en gelukkig, gedeelteiyk
door diezelfde veelgesmade kleeding en
ik vind ook absoluut dat ons korte haar
ons goed staat.
Ik geloof dat wy op de menschen van
middelbaren leeftijd in ieder geval één
ding vóór hebben: wy zyn verdraagza
mer. Wy vragen him niet om hun haar
kort te dragen of him rokken korter te
maken. Waarom kunnen zy ons dan ook
niet met rust laten?
Ik moet bekennen dat ik er één „man-
nelyke" gewoonte op nahoud: ik heb
een motor en ik maak hem ook schoon
en repareer hem als het noodig is. Mijn
motorpak durf ik niet te beschryven;
dan zou er zeker een storm van veront
waardiging opgaan! Daar rik veel reis
(ik behoor tot de „modernen", die in
haar eigen onderhoud voorzien) en ik
nog niet over voldoende middelen be
schik om een auto aan te schaffen heb
ik veel gemak van mijn motor en ik zie
geen enkele reden, waarom ik er niet
op rijden zou.
Nu en dan rook ik een sigaret, maar
mijn vrienden rooken er dozynen tegen
ik éen. Verdienen zy niet gekastijd te
worden? Willen zy, die liun boosheid,
ironie en sarcasme meenen te moeten
luchten, daarvoor niet liever andere
slachtoffers uitzoeken dan ons, arme
moderne meisjes?
Waarom laat men ons toch niet met
rust?
Ik geloof dat als de eer werd ge
geven aan wie zy toekomt men ons zou
beschouwen als degeiyke, hard wei-ken
de, spaarzame meisjes met 'n boel ge
zond verstand, die onder haar schyn-
■baar frivool uiterlUk een gevoelig hart
verbergen, dat maar al te vaak pijnlijk
getroffen wordt door onvriendeiyke uit
vallen van ouderen.
Kan liet misschien zyn dat men ons
onze vryheid benydt? Zyn de mannen
jalcersch op onze onafhankeiykhedd?
Ziet de „middelbare leeftijd", die nu zoo
op ons afgeeft, misschien op zyn eigen
jeugd terug en heeft hy er spijt van dat
hy vroeger niet „zooveel vrijheid" had?
Heeft de middelbare leeftyd niet altyd
het doen en laten van het opkomende
geslacht afgekeurd en voorspeld dat dat
op den duur verkeerd zou afkopen?
Zoo sprak of liever: zoo schreef
dit moderne jonge meisjes in The Daily
News.
En zou zij het ver mis hébben?
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regeL
Haarlem
Speciaal door de N. S. F. fabrieken
opgeleid radio-personeeL 6
H. O. V.
Programma van het concert In den
Hout op Zondag 29 April 1928 des mid
dags te half drie, onder leiding van
Marinus Adam, 2de dirigent.
1. La Trombetta del Bersagliere
(Marsch) Cerrl.
2. Czaar imd Zimmerman "(Ouver
ture) Lortzing.
3. Künstlerleben (Walser) Strauss.
4. Die Lustige Witwe (Potpourri)
Léhar.
5. Orpheus ln der Unterwelt.
(Ouverture) Offenbach.
6. Slavischer Tanz Dvórak.
7 The Geisha (Fantasie Sidney Jones
Programma van het concert in den
Hout op Maandag 30 April 1928 ter ge
legenheid van den Verjaardag van H.
K. H. Prinses Juliana, des middags te
half drie, onder leiding van Marinus
Adam 2de dirigent.
Volksliederen.
1. Nakiris Hochzeit (Ouverture)'
P. Lineke.
2. Sirenenzauber (Walzer)
E. Waidteufel.
3. Coppelia, fantaisie de ballet
Delibes.
4. Si j'étais Roi (Ouverture) A. Adam.
5. Polnischer tanz Scharwenka.
Hervé.
BLOEMENDAAL.
GEVONDEN DIEREN EN
VOORWERPEN
Terug tc ontvangen bij: J. Koster,
Kleverlaan 121 Bloemendal, een wan*
delstok; L. Bouma. Adr. Stoopplein
3 Overveen, een gouden kinderrin*
getje; Mej. Bouwman, Zand voor ter*
weg 54» Aerdenhout, een zwarte
jachthond; C. Banning, Duinlustpark*
weg 17 Bloemendaal, een verm.
zilveren heerenarmbandhorloge; G.
N, van Gasteren, Berckheydcstr. 16
rood Haarlem, een damcstaschje m.
inhoud; Dobheide, Rustcnburgcrwcg
21 Bloemendaal, een sierspeld; W.
Voerman, Kinhgimwee 65, Bloemen*
daal, een rijvieLJiandwarmer; A-
Huising, Oranje Nassaulaan 50 Over*
veen. een overschoen; A. Grotenhuis,
Bloemcndaalscheweg 123b Bloemen*
daal, een damesparapluie (tompou*
ce), H. Vrins, Thomsonlaan 52, tc
Haarlem, een paardedeken; L. C. Pla*
tel, Vroomstraat 10 rood Haarlem,
een slinger van een auto; Altcma, v.
Stolberglaan 9b Aerdenhout. een arm
band met steentjes; aan den politie»
post te Aerdenhout. c-n dop van een
automobicbas; aan het bureau van
politie te Overveen, een huissleutel,
een haarkam.
„O, dat is iets anders,", zeide hy. „Et-
is maar één mensch. vrees ik, die mis
schien alleen maar misschien my
zou kunnen helpen beter te worden, en
hy is zoover weg. dat hy buiten myn
bereik is. Vertel mU als 't u blieft, wat
er gebeurde om u te doen denken, dat
uw tante myn brief kan hebben gele
zen?"
„zy ontdekte op de een of andere
wyze, dat ik m haar afwezigheid naar
Italië was geweest, maar hoe ze dat
wist, heeft ze nooit willen zeggen. Ik
kon het my niet voorstellen, want onze
lieve oude keukenmeid de eenige per
soon, die ei' van wist kon my niet
hebben verraden-. Ik wou toch, dat ik
uw brief maar had gekregen. Die zou my
alles vergoed hebben. Ofschoon ik u een
verkeerden naam had opgegeven, hoopte
ik toch van u te hooren. Ik zag altyd
uit naar een brief en zette Bridget ook
op de wacht. Maar Tante Kate is ons
zeker te s'-im af geweest".
„En lk zag maar steeds uit naar een
antwoord, dat nooit kwam. Hoe jammer
dat ik schreef en u daardoor by uw tente
in ongenade deed vallen. Nu begin ik de
rest ook te begrypen",
„Wat. rist?" vroeg Esnfëc.
„Wel, de eerste maal. dat ik weer in
Engeland kwam. ging ik naar Brighton
en zocht het huis van uw tante. Mrs.
Paton. Ik belde aan cn vroeg naar Miss
Smith. De meid, die de deur opende, zeide
dat daar geen Miss Smith woonde. Ik
hield vol. ,.Mrs. Paton's nichtje" legde
ik uit. „Zoo heette die jonge dame niet",
zeide de meid. „Er was wel een nichtje,
maar die was naar de leesbibliotheek
om boeken te ruilen" Ik herinner mij. dat
zy zoo beleefd was te vragen: „Wilt u
misschien Mrs. Paton spreken?"
„O, en hebt u Tante Kate gezien?"
vroeg Esmée ademloos.
„Ja. en zy my ook. Maar dat was niet
direct myn schuld. U had my wel niet
in duidelijke woorden verteld, dat u
bang was voor uw tante maar ik dacht dat
het beter voor u zou zyn, als ik uw tante
maar niet ontmoette en misschien on
wetend de zaak voor u bedierf, terwijl u
uit was en my niet kon waarschuwen.
Bovendien begreep ik niet, wat uw
dienstmeisje van uw naam zeide
lenzy zy doof mocht wezen en my niet
goed had verstaan. Maar op dat oogen-
"blik, toen ik zeide, dat ik dan maar liever
zou sclr/yven, verscheen Mrs. Paton zel
ve op het tooneel. Blijkbaar had zy ge
luisterd. Zij staarde my een oogenblik
aan wel een blik om bang voor te
worden Teen vroeg zy: ,Js uw naam
Rickrdo?" Natuurlijk dacht ik, daar zy
myn naam kende, dat u haar het ge
heele verhaal van uw reis had verteld.
Nu begryp ik, dat zy mijn naam ender
dien cngelukkigen brief heeft gezien en
haar gevolgtrekkingen heeft gemaakt,
toen zy my naar Miss Smith hoorde
vragen".
„O, natuurlijk", viel Esmée hem in dc
rede. „Tante Kate maakte altyd ge
volgtrekkingen, maar meestal verkeerde.
Zy verschilde veel van myn lieven vader!
Ging binnen?"
„Ja. zy vroeg het my en ik liep regel
recht in de val. Ik vrees, dat die even
goed voor u als voor my was uitgezet.
De dame was beleefd, maar koel. Zij
zeide, dat haar nicht (zy vertelde my
niet, dat uw naam niet Smith was!)
dat haar nicht onaangename herinne
ringen aan dat Italiaansche uitstapje
had en zeer gevoelig op dat punt was.
Mrs. "Paton ried my heel vriendelijk aan
weg te gaan, eer u thuis kwam. Zij zeide
dat u uit was met uw verloofde".
Esmée sprong van haar stoel op. ..MUn
verloofde? Ik ben nooit verloofd ge
weest! Er was daar een akelig wezen,
een hulpprediker, waarmee Tante Kate
my wilde laten trouwen. Natuurlijk wil
de ik niet. Hy kwam dikwUls by „ons.
Soms liep hij met mU mee, vooral als ik
naar de leesbibliotheek ging. Hy bood
dan aan mijn boeken te dragen. Het
was gemeen van Tante Kate om u dien
leugen te vertellen!"
„Ik denk. dat zy buitenlanders wan
trouwde en vond, dat elk middel om
van hen ontslagen te worden gerecht
vaardigd W3s. Ricardo is een Italiaansche
naam en zy wise, dat ik een Italiaan
was".
(Wordt vervolgd).