HAARLEM'S DAGBLAD H. D. VERTELLINGEN DE SPREKENDE FILM. OLYMPISCHE SPELEN. DE A S. STRIJD TEGEN DE ZWITSERS. WOENSDAG 2 MEI 1928 DERDE BLAD Première voor de Nederlandsche Pers. GROOTE OPKOMST EN VEEL SUCCES. Dinsdagavond op de I. T. F. (Inter nationale Tentoonstelling op Film gebied Reeds geruimen tijd geleden kwamen drie Nederlandsche bladen waaronde r Haarlem's Dagblad met een nogal opzienbarend artikel voor den dag over «de sprekende film". Spoedig daarna werd de oprichting bekend gemaakt, van een Internationale Sprekende Film Maatschappij waarvan de financieele belangen, door eenige bekende Neder landsche instellingen behartigd worden. In den tyd dat wij ons artikel publi ceerden was het organisatorische werk neg in voorbereiding. Dooh in de wéken die verstreken zijn heeft zich langza merhand een krachtige gezonde organi satie gevormd merkwaardigerwijze een Nederlandsche! die de Duitsche uitvinding van H. L Kuechenmeister eerst? in Nederland en daarna 'u geheel Europa en daarbuiten gaat lan- ceeren. Dinsdagavond was de Nederland - sche Pers in het gebouw der I. T. F. m den Haag uitgenoodigd om een serie «sprekende films", die men echter beter in tegenstelling met de „stomme films", «levende films" zou kunnen noemen te komen zien en hooren. Indertijd hebben wy u reeds verteld, dat H. I. Kuechenmeister reeds vele uitvindingen gedaan heeft. Eén er van is de „Ultraphone" de verbeterde spreek machine. die met twee membranen werkt. Zijn laatste uitvinding is de ver volmaking der Sprekende Film. Immers het vraagstuk sprekende film, was reeds lang van te voren opgelost. Echter niet op een wijze die bruikbaar bleek in de practijk. Men werkte bijvoorbeeld met abnormaal breede filmstrooken, met twee filmstrooken of met gramaphoon- platen. Eén en ander had tot gevolg, dat de bioscoop-exploitant op hooge kosten werd gejaagd, niet alleen, doch dat de gewone projectie-apparaten niet gebruikt konden worden, of wel dat deze geheel verbouwd moesten worden. Dit is ten eenenmale in strijd met de staathuishoudkundige en economische eisdhen van plaats, tijd en ruimte, die ieder ondernemer aan zijn bedrijf moet Kuohemneister vroeg zich dus af, wat er eigenlijk nog uitgevonden moest wor den. En zoo kwam hij tot de. slotsom dat hij apparaten moest samenstellen die weinig plaats innemen, in een mini mum van tüd aan het gewone projectie- apparaat bevestigd kunnen worden, die niet duur zijn, die op stadsstroom aan sluiting hebben, en die het projectie- apparaat verder laten in den toestond, waarin het was, zoodat er dus zoowél stomme, als geluidgevende films on De Filmstrook met t toonphonogram geheel aan den rechterbuitenkant. (De fijne lichte en donkere streepjes middellijk na elkander opgedraaid kun nen worden. Hieruit volgt weer. dat de uitvinder zich houden moest aan de normale maat van de filmstrook, en dus op de strook die in alle gevallen alleen gebruikt wordt om er bepaalde tafereelen op vast te leggen ook het toon-phonograan, het vastgelegde geluid, meest aanbren gen. Aan al deze eischen heeft Kuechen meister voldaan. Want iedere bioscoop exploitant die niet heeiemaal berooid is, kan zich, zonder zich tot bijzonder hoo ge kosten te verplichten, de drie in om vang kleine apparaten (die men bijvoor beeld met een koffertje kan vervoeren) aanschaffen. Hij hoeft geen ander per soneel te nemen. Iedere vakman die in de cabine pleegt te zitten om het pro jectie-apparaat te bedienen, kan de ap paraten in minder dan geen tijd aan het toestel bevestigen: hij behoeft ze verder slechts met een beweging in- en met twee bewegingen uit te schakelen; pn hij kan de sprekende film. tusschen het gewone „stomme" film-programma door vertoonen. Wij hebben indertijd reeds uiteen gezet. welk 't principe is van Kuechen- meisters uitvinding. Hieronder laten wij ter verduidelijking nog de korte toelich ting volgen die aan zal toonen welken kringloop er plaats vindt van het oogenblik af waarop het geluid van het te filmen object den microfoon bereikt, tot op het moment waarop het via de filmstrook, door den luidspreker de theaterzaal instroomt: Men stelle zich voor een stroomkring en in dien stroomkring opgenomen een microfoon. Deze neemt alle geluiden dia den stroomkring beroeren op. De ont vangen geluidstrillingen worden omge zet in electrische stroompjes, die we derom versterkt worden door een relais met lampen. Deze versterkte stroompjes doen in hetzelfde tempo als dat van de oorspronkelijke geluidstrillingen, een lamp aan - en uitgaan. De lichtbron wordt dus voortdurend onderbroken. Men zal begrijpen, dat deze onderbre king voor het oog niet eens waarneem baar is, want evenmin als het geluid hoorbaar is voor het oor, als een tril ling, is het licht voor het oog in ditmaal niet zichtbaar als een trilling. De film die tegelijkertijd van het geluidgevende object opgenomen wordt legt echter iedere geluidstrilling, omgezet in licht trillingen, vast. Op het plaatje bij dit artikel van de filmstrook (een frag mentje uit de film van den organist) met u dan ook geheel rechts, heeiemaal aan den buitenkant de fijne aroeering van donkere en lichte streepjes, die al naar gelang van him breedte en dicht heid licht al of niet, óf in geringe mate doorlaten. Bij het afdraaien nu ge schiedt het volgende: De filmstrook wordt geleid langs een lamp van bijzon dere constructie die haar schijnsel juut op de streepjes laat vallen die we hier boven beschreven. Aan de andere zijde van de filmstrook komt het licht dus te voorschijn in een tempo dat precies ge lijk is aan dat van de oorspronkelijke gelaiidstrillingen, die door den microfoon verwelkt worden. Een foto-electrische cel zet den rhythmischei lichtsroom om in een dito electrischen stroom. En ver der is de zaak simple comme bonjour. Deze stroom brengt het membraan van den luidspreker in trilling, en na vol brachten kringloop stort het gefilmde geluid zich wederom in de ruimte. In ons eerste artikel over «De Spre kende film" gaven wij een beschrijving van de film die de heer Kuechenmeister voor ons deed vertoonen. Vcor de pre mière van gisteravond was echter een geheel nieuw programma samengesteld, dat door volmaaktheid van het toon phonogram het vorige weer in den scha duw sbelde.Inderdaad heeft de uitvtader ons don ook eenige maanden geleden microfoto's laten zien van zijn eerste ge- luidsproeven en van zijn latere pogin gen. Het verschil in de beide toonpho- nogrammen was zeer demonstratief, en bleek ook gisterenavond duidelijk in het ■verschil tusschen dit programma en 't vorige. Het zaaltje van de I.T.F. waar de vertooning gegeven werd was te klein voor de draagkracht van het geluid. Dit wérd door den voorzitter der I.T.F. den heer Luc. Willink vooruit bekend ge-" maakt. Hierdoor toch krijgt men den indruk alsof men zich met het oor te dicht bij de galmgaten van een grama- foon bevind:. Bovendien was de licht installatie in het tentoonstellingsgebouw l'improvisie aangelegd, waardoor in- duoeerende en dus storende werkingen ontstonden. Dit nam gelukkig niet weg. dat de totaal indruk evenals de vorige maal in één woord verbijsterend was. Er was een zeer demonstratief en over tuigend programma samengesteld. Een soort van revue-van-alle-toepassingen- op-klankgevend gebied. De denderende machine van een vertrekkend vliegtuig der Deutsche Luft Hansa. een man die snurkt in zijn slaap (een schitterende proeve var. accoustische quaüteiten) een „liefelijk" duel tusschen kat en hond. een balalaika orkest, (dat inderdaad frappant goed uitkwam) een viool-, piano en violoncel-solo. Step-dar.sen, trainende dansmeisjes, met alles wat daar aan vast zit, namelijk de cacaphonie van het gelach, het gegil, de grapjes van den saxophonist, de bevelen van de leidster, het getingel op de piano Tusschen ieder nummer verscheen de groote gong op het doek. En dan dreunde de zware gongslag door he: kleine zaaltje der I.T.F. Natuurlijk werd deze revue van tafereelen en hun geluiden geheel comme il faut geopend door den redenaar die ons toeschouwers hartelijk welkom heette en in 't kort de be teekenis van Kuechen- meister's uitvinding besprak. Des rede naars gelaat sprak op het filmdoek zeer overtuigend en woorden die ons door de onzichtbare loudspeakers toevloeiden schenen regelrecht van 's mans lippen te stroom en Deze officieele persvoorstelling beves tigde dus geheel en al den indruk dien wij vastgelegd hebben in ons eerste ar tikel over deze zaak. Een veelbelovende uitvinding die vooral voor de wetenschap (phonetica, rethorica, onderwijs, muziek) van zeer groote beteekenis zal blijken te zijn. Binnenkort zal te 's Gravenhage voor een uitgelezen gezelschap de eerste of ficieele vertooning in een groot theater plaats vinden. Dan komt Amsterdam aan de beurt, en daarna waarschijnlijk Haar lem. Het is aan geen twijfel onderhevig dat de sprekende film een soort van zegetocht zal gaan ondernemen. Na de persvoorstelling vereen igde de heer Keuchenmeister een groot aantal journalisten om zich heen in restaurant Hollywood op de I.TJF. Tot midder nacht hoorde men daar de uiteenzettin gen van den uitvinder over diens arbeid aan. Wij noteerden uit de gesprekken nog deze opmerking, dat de filmhuur die de exploitant voor de geluidgevende films zal moeten betalen, niet hooger zal zijn dan de gemiddelde prys, die voor gewone films betaald wordt. A. SPORT EN SPEL. DR. OTTO PELTZER KOMT NIET. Uit Berlijn wordt aan de Tel. ge meld: Dr. Peltzjer heeft tijdens de training een pijnlijke inwendige beenverwonding opgeloopen. tengevolge waarvan hij het bed moet houden. Waarschijnlijk zal hij geruimen tijd niet kunnen trainen, waardoor het vrijwel uitgesloten is. dat hij aan de Olympische Spelen zal deel- DE KOMST VAN DOUGLAS FAIRBANKS. FAIRBANKS. In de Tel. vinden wij de volgende bijzonderheden van een interview met den bekenden filmartist Douglas Fair banks, die met Mary Pickford te Parijs is aangekomen: Mijn vrouw is nog zeer vermoeid van de reis, aldus „Doug". en ik zelf ben ook niet bepaald in goede condi tie, zoodat voor ons beiden voorloopig volkomen rust een eerste vereischte Is. Wat zijn uw plannen, vroeg hem een der verslaggevers. Nu om u ae waarheid te zeggen, is mijn hoofddoel de Olympische Spelen te Amsterdam. Ja de Amerikanen ko men met geweldige athleten aanzetten. Paddock. Borah en den polshoogsprin ger Barners niet te vergeten. Dus u gelooft, vast in het succes uwer landgenooten. Wat de athletiek betreft, zonder eenigen twijfel. Zooals u weet moet ik zelf genoeg aan .iaihletiek" doen voor de film, zoodat ik mij zeer voor dezen tak van sport, interesseer. Dus u blijft voorloopig te Parijs? De zoo bekende breede glimlach van den held uit het „Teeken van Zorro" komt nu te voorschijn. „Neen. dat niet bepaald. Morgen ga ik naar Cannes en vandaar naar Italië. Van uit Rome reis ik per vliegtuig naar Griekenland. Tur kije en Egypte om ten slotte weer te Parijs twee weken rust te nemen. Welken titel zal uw nieuwste film dragen? In hemelsnaam niets over de film. zegt .JDouf", terwijl hij in den korten tijd van ons gesprek reeds aan z'n zesde sigaret bezig is. Met een snellen sprong over twee stoelen heeft hij de canapé bereikt en, zich gemakkelijk tusschen de kussens vleiend, zegt hij: „laat ons nu alleen maar over de Olym pische Spelen spreken". (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Gelijkenis. door HENRI BARBUSSE. Voor den drempel van den pompeuzen hal sloeg de portiers vrouw van het ste delijke dierer-depót het spel van de zon gade. ax? gelijk een wolk van gouden stof huifde over de Rue du Tison. Haar gelaat was zonder uitdrukking, bleek er. droog gelijk een officieele bekendmaking. In het laboratorium Thierselin een bij gebouw. dat verband hield met de me dische faculteit, werden juist experi menten met honden uitgevoerd. Doof voor deze Jammergeluiden keerde z\J langzaam naar haar loge terug, om haar kat te itefkoozen. Na een spoor wegongeluk. waarvan CSharles Grandu het slachtoffer was geworden, was zün weduwe het ambt en den titel van por tier bij dit dierendepót gegeven. Een on gewone gunst! Met fabelachttgen ijver deed zij haar plichten, die bij de admi nistratieve ingewikkeldheden tamelijk belangrijk waren het huis ressorteer de onder het stadsbestuur, de prefectuur en de faculteit, het voortdurend komen en gaan liet weinig rust toe. Eens, toen zi), teruggekeerd van de hu welijksreis naar Tréport, met haar man hier binnentrok, kon zij zich niet ont trekken aan den indruk, dien de neer slachtigheid van de gevangen, naar de zen tuin gebrachte honden op haar maakte. Zij moest menigmaal de oogen slurten, wanneer des Donderdags de d.e- ren In handkarren, stijf en alsof zij wa ren opgezet, weggebracht of met vroo- lijke sprongen vol hoop aan he: touw van den laboratoriumknecht wer den weggeleid. In die dagen hield zij de ooren dicht, wanneer uit het laborato rium kreten, gelijk die van kinderen of vooral het gelach der studenten op klonk. Maar Grandu had haar de noodzake lijkheid bewezen, dat de beambten do rondzwervende dieren een gevaar voor de samenleving bestrijden en dat het in het algemeen belang niet minder gewichtig was. dat de doktoren de honden openmaakten, om in hun lichaam te kijken. Hij had haar ver klaard hij was een knappe man en dus begreep zij tenslotte alles dat de honden in het geheel geen gewone dieren, maar gevangenen waren, die, in overeenstemming met de wet» in ano- niemen toestand werden opgepakt. En nu was het haar in het geheel niet meer mogelijk, een oog voor de veroordeelden te hebben. Haar kat Ronron beminde zij hartelijk en zij vertroetelde het dier zooveel mo gelijk. In haar loge teruggekeerd, ging z(j naar het blauwe dekbed toe. waar de kat gewoonlijk sliep. „Ah!" riep zij en hief de armen omhoog. In de concave ronding van het bed zij geleek een nest waren twee Ronrons. Of liever, naast Ronron be vond zich een andere kat, die haar schaduw scheen omdat zij er grijs uit zag. „Hm!" mompelde mevrouw Grandu met wijdopengesperde oogen. met half open en stijve lippen, die aan die van een spaarpot deden denken. Stellig, ex viel niet veel te begrijpen; die op het lemmet van een mes gelijkende rugge- graat. dit kleine, negerachtige kopje, dit op een ouden handschoen gelijkende af geschuurde vel dit alles verried er een. die de stedelijke kooi was ont vlucht. Zij bromde en deed een stap naar den hoek, waar de bezem stond. Maar op dit oogenblik gebeurde hert» de: Ronron ach op het blauwe dekbed verhief, een hoogen rug zette en de andere kat rich eveneens oprichtte en haar rug tot een boog kromde. Haar beider staarten sta ken omhoog, de een precies zooals de andere, zij stieten beide gelijktijdig het zelfde sombere onbegrijpelijke gestamel uit» dat uit gebieden aan gene zijde van het menschdcm afkomstig is. Er, zie voor het eerst in haar leven door de wonderlijke gelijkenis van desc gestalten merkte de goede vrouw, dat alle katten ter aarde ten zeerste op elkaar gelijken. Tusschen die, welke men altijd vertroetelt en die. welke men doodt» bestaat niet het onderscheid, dat wordt vermoed. Ja, Ronron mocht nog zoo rijk zijn, een gecultiveerd vel en nog zoo mooie pupillen hebben de andere zag er ondanks haar jeugd bezorgd en kaal uit zij mocht een staart als een hengelroede hebben: men zag deson danks de roden niet in. waarom de eene gelukkig werd en de andere gemarteld: men moest onwillekeurig denken, dat zij bedde deel uitmaakten van een gewel dig groote familie. In haar gelaat trilde iets en toch wist zU niet wat haar ontroerde. Maar toch. toen zij door de ruiten in den tuin den laboratoriumknecht Quillebeuf zag. die gestdculeerend kwam aanloopen. greep zij vastberaden don mageren vluchte ling en stopte haar onder het bed. Tben ■ging zU tegenover de deur staan: de heldin van een onduidelijk instinct. In de deuropening verscheen Quille beuf. HJj was rood en zwaaide met een touw: „Is ze hier?" informeerde hy ge jaagd. ..Wie?" vroeg de portierster „De kat!" brulde hij. .de kat!" „Welke kat?' vroeg zij zonder een spier te vertrekken „Dat ellendige beest i6 hierheen ge- Buiten zichzelf was hij. „Den grijze kat. Hebt u het beest niet gezien?" Verrassend kalm antwoordde mevrouw Grandu. de nauwgezette beambte, die nooit tegen de dienstvoorschriften had gezondigd ialleen haar handen drukte zij tegen haar schort): .Heen". ZU schudde het hoofd en voegde er aan toe: „Stellig niet»" De man kon niet verwonderd genoeg zijn. ..Ja-maar wat dan?" stamelde hij. ..zy is mU uit de handen geslipt.., en hierheen,. Hebt u haar misschien binnen rien komen? Misschien is zij onder een of ander meubel weggekropen. Mag ik even zoe ken?" •Het dier is niet hier, zeg Ik u". Zij sprak uiterst kalm en deed zich toch geweld aan om een onbevangen onschul dig gezicht te zetten, zy beging cea heldhaftige daad. te vergelijken met heldhaftige vrouwen, die verdachten verborgen en d? van haat bevende speurders een belieerscht gelaat toon den. ..Wanneer u wilt, kom dan maar binnen,, maar nut heeft het niet." In zün idee verdwaald betrad de man het vertrek. Zij ging op zij. HU rekte den hals, gaf zich een oogenblik over aan een verwachting, maar het was maar Ronron. die. opgerold tot een bal, op een stoel lag; hy haalde de schou ders op. keek naar links ch naar rechts. Zijn blik rustte op het bed, op het blau we dekbed, een twee seconden lang. Myn hemel, niets bewoog. De vrouw stond er by; haar ronde gezicht was zoo bleek en onbewegelijk als de wijzerplaat van een klok. De man mopperde, terwijl hy aocken.1 onder tafel keek. Op dit oager.bLk besefte zij plotseling de groote driest heid van haar waagstuk, en voelde zich duizelig: herstelde zich echter zy had alleen wat gehoest en haar adem was moeiiyk gegaan. Quilksbeuf «side: „Hier is ze niet". HU was een mensch, die snel de macht over zichzelf verloor. HU maakte wanhopige gebaren, stootte zich met de vuist tegen het hoofd en brak uit ln heftige ver- wensoliingen. zyn chef zou hem weer als een idioot b: handelen. wanneer hU met het touw alleen terugkeerde. HU relde een kernachtig woerd en verdween meth verontsohuld jringrn. HU sloop weg met krommen rug. zooöat zijn buis door den wind bolde. Mevrouw Orandu aan het einde van haar krachten, zonk neer op een stoel; haar adem stokte, zU beefde, omdat zU voor het eerst ca hoe! tegen een van de heiligste en hoogste plichten van een porterster var. een dierendepót had gezonti-gd. Enkele minuten later stond rij op. Alsof zy zwaren wijn had gedronken, ging zy met wat onvasten tred naar het bed. In het spiegelglas van haar kast zag zU zich zelf nauwelijks, want over haar oogen lag een floers, zooals des tijds. toen zy rouwde over haar gestor ven echtgenoot, zy sloeg het blauwe dekbed op. De door vermoeidheid, avonturen, ontberingen verzwak te kat bewoog niet. Hief alleen haar kleine kopje, dat door de ellende en de onrechtvaardigheid was getoe- kend, omhoog. Mevrouw Grandu raakte haar aan met een hand. die zacht was evenals zU en plotseling voelde zy het hart van liet kleine dier kloppen. Oe- lukkig. een levend weren gered te heb ben. boog zy over de kat.Eer zU er over nadacht, welke moeilijklKden en ern stige gevallen zich zouden kunnen voor doen. wanneer zi) dere zondares op kweekte, zag zy de kat moederlijk aan. want zy had haar het leven geschou- ken. SPORT EN SPEL. Voetbal. Uit de Zwitsersche voetbalgeschiede nis. Groeiende populariteit in den oorlog. De groote bloeitijd geëindigd Hoe Nederland tegen Zwitserland speelde. Klimaatbezwaren. Zwitserland is het land waarheen reeds van oudsher de Engelsche aristo craten hun zoons stuurden om him op voeding te voltooien. Het spreekt van zelf, dat die jongelui destijds van huis een voetbal en een cricketbat meena men, twee dingen, die vooral in die jaren, nu eenmaal by den beschaafden Engelschman hoorden. In later jaren is daarin wel wat verandering gekomen. Voetbal heeft onder de Engelsche aristocratie heel weinig aanhangers meer, golf heeft het spel van het bruine monster in die kringen vrijwel geheel verdrongen. Dat neemt echter niet weg. dat deze jongelui reeds in de vorige eeuw voetbal in Zwitserland hebben ge bracht. Aanvankeiyk bepaalde de be oefening van het spel zich tot de groote kostscholen en eerst later begon ook de Zwitsersche jeugd er belang in te stel len. Het was in 1879 dat in St. Gallen eerste Zwitsersche voetbalclub werd opgericht. Het spel heeft echter in Zwitserland me: heel wat moeilijkheden te kampen gehad, de grootste daarvan was wel de terreinkwestie. Voor voetbal heeft men nu ee^jal een behoorlijk vlak terrein noodig, iets dergelijks vindt men in de bergen natuurlijk niet gemakkeiyk. En dan hebben de Zwitsersche voetballers een zwaren strUd moeten voeren tegen de national^ Zwitsersche sporten uit vroeger dagen: turnen en schieten. De ouderen hielden met groote hardnekkig heid aan die sporten vast. voetbal was van vreemde afkomst., daarom uit den booze! Doch de Zwitsersche jeugd is er ten slotte in geslaagd het vooroordeel tegen voetbal wat te overwinnen. Het duurde echter nog tot 189.5, voordat men kon overgaan tot het oprichten van een Zwitserschen Voetbal Bond. Wat de Zwitsersche Voetbal Bond echter ln de eerste jaren van zijn bestaan heeft ge daan. is me nooit duidelijk geworden. De bond organiseerde zelf geen wedstry- den. Men liet zelfs het organiseeren var. een competitie geheel over aan de re dactie van een Zwitsersch sportblad, het eenige blad dat in die dagen over voet bal schreef Eerst in het jaar 1898 be sloot de Zwitsersche V. B. zelf een com petitie te organiseeren, waaraan reed dadelijk door 11 ploegen werd deelgeno men. Het was de Anelo-Amerikan F. C„ die het eerste kampioenschap van Zwitser land veroverde. Uit den naam van deze club blijkt reeds dadelijk, dat men hier in hoofdzaak met vreemdelingen tc doen had. De Zwitsersche Voetbal Bond voerde echter een kwijnend bestaan. De terrein moeilijkheid bleek een schier niet te overkomen bezwaar te zijn voor een uit breiding van het aantal clubs. Wel kwamen er wat clubs by. doch die speel den op onmogelyke stukjes grond, zoo dat ze niet aan de competitie konden deelnemen. Nadat men 5 jaar lang een competitie had georganiseerd was het aantal deelnemende clubs slechts met een enkele vermeerderd In 1901 meende men het eens met een internationalen wedstrijd te moeten wa gen. Oostenryk was de tegenparty. He: debuut was niet fraai. Het werd een 40 nederlaag, waarvan men in Zwit serland blijkbaar zoo geschrokken was. dat het volle zeven jaar duurde voordat men een nieuwe poging ondernam cm internationale lauweren te oogsten. Er werden toen twee wedstrijden tegen Dtiitschland georganiseerd In eigen land wonnen de Zwitsers met 53 doch den returnwedstrUd verloren zc met 10. Men ziet. dat reeds toen Zwitser land op eigen terrein een lastig tegen stander was Die reputatie hebber, de Zwitsers in een loop der jaren gehand haafd, waarby ze echter veel te danken hebben aan hun klimaat. Zelfs was eenige weken geleden Duilschland nog byna de dupe van dat klimaat gewor den. In den toen gespeelden wedstrijd tegen de Zwitsers hadden de Duitschers tot een kwartier voor het einde een (linken voorsprong. Toen kreeg het .limaat de heeren echter te pakken. Ze werden loom en moe. De Zwitsers prik ten juist in die periode de zaak krach tig aan, het had ten slotte weinig ge scheeld erf de Duitschers hadden nog verloren. Toen het einde by sterk over wicht der Zwitsers werd aangekondigd, stond het 43 voor de gasten. Over dat klimaat weiten ook onze Nederland sche spelers mee te praten De groote opbloei van het Zwitsersche spel da teert van de Jaren van den grooten oorlog. Etteiyke duizenden miliciens waren toen gedurende eenige jaren on der de wapenen, zonder dat Zwitserland een werkzaam aandeel in den strijd nam. Als een middel tegen verveling werd voetbal gespeeld. Dat middel viel zóó algemeen by de soldaten in den smaak, dat men ook na de mobilisatie het spel is blyven beoefenen, hetgeen trouwens in tal van landen het geval geweest is. De autoriteiten hielpen mee om verbetering in den terreinnood te brengen. Het succesvol optreden van de Zwitsersche ploeg by de Olympische Spelen in Parijs heeft er voorts veel toe bijgedragen voetbal in het land der ber gen nog populairder te maken. Onmid dellijk op de Olympische wedstrijden in ParUs volgde een sucoesperlode voor het Zwitsersche internationale voetbal, welke aanhield tot het einde van 1926- In die periode werden er door de Zwit sers 16 Interr itionale wedstrijden ge speeld waarvan er slechts 3 werden ver loren. Wanneer men bedenkt» dat in de vóór-oorlogsche periode door Zwitser land 49 internationale wedstrUden ge speeld werden, waarvan er slechts 11 werden gewonnen, aan is het duideiyk dat men in de eerste jaren na den oor log van een bloeiperiode van het Zwit sersche voetbal mag spreken Daarin is echter in 1926 weer een kentering ge komen. Sedert het begin van dat jaar heeft Zwitserland van de 13 internatio nale wedstrijden er slechts 3 gewonnen en 2 geiyk gespeeld. Men werkt op het oogenblik hard om daarin verandering te brengen, doch de laatste internatio nale wedstrijden hebben wel duideiyk bewezen, dat de jongere spelers nog niet zoover zijn, dat ze met succes de oudere spelers kunnen vervangen. Verschillende oefenmeesters doen evenwel al het mo gelijke om verdere verbetering in het spel te brengen, men kan dan ook wel als vaststaand aannemen, dat Zwitser land op den komenden Zondag een ern stig tegenstander van ons vertegenwoor digend elftal zal zyn. De interlandwedstrijden tusschen Zwitserland en ons land dateeren eerst van 1920. In totaal heeft onze nationale plo-c; thans tegen de Zwitsers 6 wed strijden gespeeld, waarvan Nederland er 3 won cn 3 verloor De wedstrijden in Zwitserland werden geregeld verloren, die in Amsterdam gewonnen. Men heeft een oplossing van dit raadsel gezocht Algemeen is men daarby tot de overtui ging gekomen, dat het groote verschil tusschen het Nederlandsche en het Zwitsersche klimaat hier een bijzonde re rol speelt» De Technlsclie Commissi? heeft omtrent dit punt advies gevraagd van de Medische Commissie van den N. V. B. Dat advies luidde, dat men waarschyniyk geen last van het Zwit sersche klimaat zal hebben, indien men er zorg voor draagt eenige dagen vóór den wedstrijd reeds ter plaatse tc zyn. In verband hiermede komt het elftal dan ook reeds Vrydag in Basel aan. zoodat men bijna drie dagen heeft om aan het klimaat te gewennen, hetgeen onder normale omstandigheden wel als- vol doende beschouwd wordt. De eerste wedstrijd tegen de Zwitser werd gespeeld in 1«)20. °ns dfial had toen eenige dagen tevoren een wedstrijd ln Italië gespeeld. Het reizen was in die dagen r.og niet gemakkeiyk. het ge volg daarvan was. dat onze ploeg voor deren wedstrijd niet bepaald in de al lerbeste conditie was. Toch werd het een spannende stryd, door de Zwitsers met 2—1 gewonnen. Op 28 Maart 1921 kwamen de Zwit sers in Amsterdam. Ze spreiden een goeden wedstrijd zoodat. Nederland rich met de 2—0 overwinning vrij gelukkig mocht achten. In November van het volgend Jaar ging onze ploeg naar Bern. Het werd ren zware nederlaag. Zwitserland won met 50. De revanche kwam een Jaar later to Amsterdam, toen de Zwitsers gemakkelijk door onze ploeg met 41 werden geslagen. De daarop volgende wedstrijd in Bern wend natuurlijk u-eer door de ernaen verloren en wel met dezelfde cyfers, als waarme de wy ln het Amsterciamsche Stadion de overwinning hadden behaald. Maar ook ditmaal volgde de revanche. Dat ge beurde ln Maart 1026 toen het Zwit sers elftal in Amsterdam een zware 5—0 nederlaag leed. Dat was voorloopig de laatste wedstryd tegen de Zwitsers, daar het N. V. B.-bestuur van meening was. dot het verschil in klimaat een zuivere krachtsverhouding onmogeiyk maakte. Voor dit Jaar zullen onze spe lers het echter nog eens gaan probee ren. ditmaal, zooals gezegd, een poging doende om vóór den wedstryd wat te acclamatiseeren. Het la tc hopen, dat men daarmede suoces heeft, want ln den vorm op het oorenbltk door onze ploeg en door het Zwitsersch elftal ont wikkeld. moet ons elftal ln staal zijn onder normale omstandigheden van de Zwitsers te winnen. Bilthoven. 29 April 1928. C J. CROOTHOFF.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9