HAARLEM'S DAGBLAD
H. D. VERTELLINGEN
DE SPREKENDE FILM.
OLYMPISCHE SPELEN.
DE A S. STRIJD TEGEN DE ZWITSERS.
WOENSDAG 2 MEI 1928 DERDE BLAD
Première voor de Nederlandsche Pers.
GROOTE OPKOMST EN VEEL SUCCES.
Dinsdagavond op de I. T. F. (Inter
nationale Tentoonstelling op Film
gebied
Reeds geruimen tijd geleden kwamen
drie Nederlandsche bladen waaronde r
Haarlem's Dagblad met een nogal
opzienbarend artikel voor den dag over
«de sprekende film". Spoedig daarna
werd de oprichting bekend gemaakt, van
een Internationale Sprekende Film
Maatschappij waarvan de financieele
belangen, door eenige bekende Neder
landsche instellingen behartigd worden.
In den tyd dat wij ons artikel publi
ceerden was het organisatorische werk
neg in voorbereiding. Dooh in de wéken
die verstreken zijn heeft zich langza
merhand een krachtige gezonde organi
satie gevormd merkwaardigerwijze
een Nederlandsche! die de Duitsche
uitvinding van H. L Kuechenmeister
eerst? in Nederland en daarna 'u
geheel Europa en daarbuiten gaat lan-
ceeren. Dinsdagavond was de Nederland -
sche Pers in het gebouw der I. T. F. m
den Haag uitgenoodigd om een serie
«sprekende films", die men echter beter
in tegenstelling met de „stomme films",
«levende films" zou kunnen noemen te
komen zien en hooren.
Indertijd hebben wy u reeds verteld,
dat H. I. Kuechenmeister reeds vele
uitvindingen gedaan heeft. Eén er van
is de „Ultraphone" de verbeterde spreek
machine. die met twee membranen
werkt. Zijn laatste uitvinding is de ver
volmaking der Sprekende Film. Immers
het vraagstuk sprekende film, was
reeds lang van te voren opgelost. Echter
niet op een wijze die bruikbaar bleek in
de practijk. Men werkte bijvoorbeeld
met abnormaal breede filmstrooken, met
twee filmstrooken of met gramaphoon-
platen. Eén en ander had tot gevolg,
dat de bioscoop-exploitant op hooge
kosten werd gejaagd, niet alleen, doch
dat de gewone projectie-apparaten niet
gebruikt konden worden, of wel dat
deze geheel verbouwd moesten worden.
Dit is ten eenenmale in strijd met de
staathuishoudkundige en economische
eisdhen van plaats, tijd en ruimte, die
ieder ondernemer aan zijn bedrijf moet
Kuohemneister vroeg zich dus af, wat
er eigenlijk nog uitgevonden moest wor
den. En zoo kwam hij tot de. slotsom
dat hij apparaten moest samenstellen
die weinig plaats innemen, in een mini
mum van tüd aan het gewone projectie-
apparaat bevestigd kunnen worden, die
niet duur zijn, die op stadsstroom aan
sluiting hebben, en die het projectie-
apparaat verder laten in den toestond,
waarin het was, zoodat er dus zoowél
stomme, als geluidgevende films on
De Filmstrook met t toonphonogram
geheel aan den rechterbuitenkant.
(De fijne lichte en donkere streepjes
middellijk na elkander opgedraaid kun
nen worden.
Hieruit volgt weer. dat de uitvinder
zich houden moest aan de normale maat
van de filmstrook, en dus op de strook
die in alle gevallen alleen gebruikt
wordt om er bepaalde tafereelen op
vast te leggen ook het toon-phonograan,
het vastgelegde geluid, meest aanbren
gen.
Aan al deze eischen heeft Kuechen
meister voldaan. Want iedere bioscoop
exploitant die niet heeiemaal berooid is,
kan zich, zonder zich tot bijzonder hoo
ge kosten te verplichten, de drie in om
vang kleine apparaten (die men bijvoor
beeld met een koffertje kan vervoeren)
aanschaffen. Hij hoeft geen ander per
soneel te nemen. Iedere vakman die in
de cabine pleegt te zitten om het pro
jectie-apparaat te bedienen, kan de ap
paraten in minder dan geen tijd aan
het toestel bevestigen: hij behoeft ze
verder slechts met een beweging in- en
met twee bewegingen uit te schakelen;
pn hij kan de sprekende film. tusschen
het gewone „stomme" film-programma
door vertoonen.
Wij hebben indertijd reeds uiteen
gezet. welk 't principe is van Kuechen-
meisters uitvinding. Hieronder laten wij
ter verduidelijking nog de korte toelich
ting volgen die aan zal toonen welken
kringloop er plaats vindt van het
oogenblik af waarop het geluid van het
te filmen object den microfoon bereikt,
tot op het moment waarop het via de
filmstrook, door den luidspreker de
theaterzaal instroomt:
Men stelle zich voor een stroomkring
en in dien stroomkring opgenomen een
microfoon. Deze neemt alle geluiden dia
den stroomkring beroeren op. De ont
vangen geluidstrillingen worden omge
zet in electrische stroompjes, die we
derom versterkt worden door een relais
met lampen. Deze versterkte stroompjes
doen in hetzelfde tempo als dat van
de oorspronkelijke geluidstrillingen, een
lamp aan - en uitgaan. De lichtbron
wordt dus voortdurend onderbroken.
Men zal begrijpen, dat deze onderbre
king voor het oog niet eens waarneem
baar is, want evenmin als het geluid
hoorbaar is voor het oor, als een tril
ling, is het licht voor het oog in ditmaal
niet zichtbaar als een trilling. De film
die tegelijkertijd van het geluidgevende
object opgenomen wordt legt echter
iedere geluidstrilling, omgezet in licht
trillingen, vast. Op het plaatje bij dit
artikel van de filmstrook (een frag
mentje uit de film van den organist)
met u dan ook geheel rechts, heeiemaal
aan den buitenkant de fijne aroeering
van donkere en lichte streepjes, die al
naar gelang van him breedte en dicht
heid licht al of niet, óf in geringe mate
doorlaten. Bij het afdraaien nu ge
schiedt het volgende: De filmstrook
wordt geleid langs een lamp van bijzon
dere constructie die haar schijnsel juut
op de streepjes laat vallen die we hier
boven beschreven. Aan de andere zijde
van de filmstrook komt het licht dus te
voorschijn in een tempo dat precies ge
lijk is aan dat van de oorspronkelijke
gelaiidstrillingen, die door den microfoon
verwelkt worden. Een foto-electrische
cel zet den rhythmischei lichtsroom om
in een dito electrischen stroom. En ver
der is de zaak simple comme bonjour.
Deze stroom brengt het membraan van
den luidspreker in trilling, en na vol
brachten kringloop stort het gefilmde
geluid zich wederom in de ruimte.
In ons eerste artikel over «De Spre
kende film" gaven wij een beschrijving
van de film die de heer Kuechenmeister
voor ons deed vertoonen. Vcor de pre
mière van gisteravond was echter een
geheel nieuw programma samengesteld,
dat door volmaaktheid van het toon
phonogram het vorige weer in den scha
duw sbelde.Inderdaad heeft de uitvtader
ons don ook eenige maanden geleden
microfoto's laten zien van zijn eerste ge-
luidsproeven en van zijn latere pogin
gen. Het verschil in de beide toonpho-
nogrammen was zeer demonstratief, en
bleek ook gisterenavond duidelijk in het
■verschil tusschen dit programma en 't
vorige.
Het zaaltje van de I.T.F. waar de
vertooning gegeven werd was te klein
voor de draagkracht van het geluid. Dit
wérd door den voorzitter der I.T.F. den
heer Luc. Willink vooruit bekend ge-"
maakt. Hierdoor toch krijgt men den
indruk alsof men zich met het oor te
dicht bij de galmgaten van een grama-
foon bevind:. Bovendien was de licht
installatie in het tentoonstellingsgebouw
l'improvisie aangelegd, waardoor in-
duoeerende en dus storende werkingen
ontstonden. Dit nam gelukkig niet weg.
dat de totaal indruk evenals de vorige
maal in één woord verbijsterend was.
Er was een zeer demonstratief en over
tuigend programma samengesteld. Een
soort van revue-van-alle-toepassingen-
op-klankgevend gebied. De denderende
machine van een vertrekkend vliegtuig
der Deutsche Luft Hansa. een man die
snurkt in zijn slaap (een schitterende
proeve var. accoustische quaüteiten)
een „liefelijk" duel tusschen kat en hond.
een balalaika orkest, (dat inderdaad
frappant goed uitkwam) een viool-, piano
en violoncel-solo. Step-dar.sen, trainende
dansmeisjes, met alles wat daar aan
vast zit, namelijk de cacaphonie van het
gelach, het gegil, de grapjes van den
saxophonist, de bevelen van de leidster,
het getingel op de piano Tusschen ieder
nummer verscheen de groote gong op
het doek. En dan dreunde de zware
gongslag door he: kleine zaaltje der
I.T.F. Natuurlijk werd deze revue van
tafereelen en hun geluiden geheel comme
il faut geopend door den redenaar die
ons toeschouwers hartelijk welkom heette
en in 't kort de be teekenis van Kuechen-
meister's uitvinding besprak. Des rede
naars gelaat sprak op het filmdoek zeer
overtuigend en woorden die ons door
de onzichtbare loudspeakers toevloeiden
schenen regelrecht van 's mans lippen
te stroom en
Deze officieele persvoorstelling beves
tigde dus geheel en al den indruk dien
wij vastgelegd hebben in ons eerste ar
tikel over deze zaak. Een veelbelovende
uitvinding die vooral voor de wetenschap
(phonetica, rethorica, onderwijs, muziek)
van zeer groote beteekenis zal blijken te
zijn.
Binnenkort zal te 's Gravenhage voor
een uitgelezen gezelschap de eerste of
ficieele vertooning in een groot theater
plaats vinden. Dan komt Amsterdam aan
de beurt, en daarna waarschijnlijk Haar
lem. Het is aan geen twijfel onderhevig
dat de sprekende film een soort van
zegetocht zal gaan ondernemen.
Na de persvoorstelling vereen igde de
heer Keuchenmeister een groot aantal
journalisten om zich heen in restaurant
Hollywood op de I.TJF. Tot midder
nacht hoorde men daar de uiteenzettin
gen van den uitvinder over diens arbeid
aan. Wij noteerden uit de gesprekken
nog deze opmerking, dat de filmhuur die
de exploitant voor de geluidgevende films
zal moeten betalen, niet hooger zal zijn
dan de gemiddelde prys, die voor gewone
films betaald wordt.
A.
SPORT EN SPEL.
DR. OTTO PELTZER KOMT NIET.
Uit Berlijn wordt aan de Tel. ge
meld:
Dr. Peltzjer heeft tijdens de training
een pijnlijke inwendige beenverwonding
opgeloopen. tengevolge waarvan hij het
bed moet houden. Waarschijnlijk zal hij
geruimen tijd niet kunnen trainen,
waardoor het vrijwel uitgesloten is. dat
hij aan de Olympische Spelen zal deel-
DE KOMST VAN DOUGLAS
FAIRBANKS.
FAIRBANKS.
In de Tel. vinden wij de volgende
bijzonderheden van een interview met
den bekenden filmartist Douglas Fair
banks, die met Mary Pickford te Parijs
is aangekomen:
Mijn vrouw is nog zeer vermoeid
van de reis, aldus „Doug". en ik zelf
ben ook niet bepaald in goede condi
tie, zoodat voor ons beiden voorloopig
volkomen rust een eerste vereischte Is.
Wat zijn uw plannen, vroeg hem
een der verslaggevers.
Nu om u ae waarheid te zeggen,
is mijn hoofddoel de Olympische Spelen
te Amsterdam. Ja de Amerikanen ko
men met geweldige athleten aanzetten.
Paddock. Borah en den polshoogsprin
ger Barners niet te vergeten.
Dus u gelooft, vast in het succes
uwer landgenooten.
Wat de athletiek betreft, zonder
eenigen twijfel. Zooals u weet moet ik
zelf genoeg aan .iaihletiek" doen voor
de film, zoodat ik mij zeer voor dezen
tak van sport, interesseer.
Dus u blijft voorloopig te Parijs?
De zoo bekende breede glimlach van
den held uit het „Teeken van Zorro"
komt nu te voorschijn. „Neen. dat niet
bepaald. Morgen ga ik naar Cannes en
vandaar naar Italië. Van uit Rome reis
ik per vliegtuig naar Griekenland. Tur
kije en Egypte om ten slotte weer te
Parijs twee weken rust te nemen.
Welken titel zal uw nieuwste film
dragen?
In hemelsnaam niets over de film.
zegt .JDouf", terwijl hij in den korten
tijd van ons gesprek reeds aan z'n
zesde sigaret bezig is. Met een snellen
sprong over twee stoelen heeft hij de
canapé bereikt en, zich gemakkelijk
tusschen de kussens vleiend, zegt hij:
„laat ons nu alleen maar over de Olym
pische Spelen spreken".
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
Gelijkenis.
door HENRI BARBUSSE.
Voor den drempel van den pompeuzen
hal sloeg de portiers vrouw van het ste
delijke dierer-depót het spel van de zon
gade. ax? gelijk een wolk van gouden
stof huifde over de Rue du Tison. Haar
gelaat was zonder uitdrukking, bleek er.
droog gelijk een officieele bekendmaking.
In het laboratorium Thierselin een bij
gebouw. dat verband hield met de me
dische faculteit, werden juist experi
menten met honden uitgevoerd. Doof
voor deze Jammergeluiden keerde z\J
langzaam naar haar loge terug, om
haar kat te itefkoozen. Na een spoor
wegongeluk. waarvan CSharles Grandu
het slachtoffer was geworden, was zün
weduwe het ambt en den titel van por
tier bij dit dierendepót gegeven. Een on
gewone gunst! Met fabelachttgen ijver
deed zij haar plichten, die bij de admi
nistratieve ingewikkeldheden tamelijk
belangrijk waren het huis ressorteer
de onder het stadsbestuur, de prefectuur
en de faculteit, het voortdurend komen
en gaan liet weinig rust toe.
Eens, toen zi), teruggekeerd van de hu
welijksreis naar Tréport, met haar man
hier binnentrok, kon zij zich niet ont
trekken aan den indruk, dien de neer
slachtigheid van de gevangen, naar de
zen tuin gebrachte honden op haar
maakte. Zij moest menigmaal de oogen
slurten, wanneer des Donderdags de d.e-
ren In handkarren, stijf en alsof zij wa
ren opgezet, weggebracht of met vroo-
lijke sprongen vol hoop aan he:
touw van den laboratoriumknecht wer
den weggeleid. In die dagen hield zij de
ooren dicht, wanneer uit het laborato
rium kreten, gelijk die van kinderen of
vooral het gelach der studenten op
klonk.
Maar Grandu had haar de noodzake
lijkheid bewezen, dat de beambten do
rondzwervende dieren een gevaar
voor de samenleving bestrijden en
dat het in het algemeen belang niet
minder gewichtig was. dat de doktoren
de honden openmaakten, om in hun
lichaam te kijken. Hij had haar ver
klaard hij was een knappe man en
dus begreep zij tenslotte alles dat
de honden in het geheel geen gewone
dieren, maar gevangenen waren, die, in
overeenstemming met de wet» in ano-
niemen toestand werden opgepakt. En
nu was het haar in het geheel niet meer
mogelijk, een oog voor de veroordeelden
te hebben.
Haar kat Ronron beminde zij hartelijk
en zij vertroetelde het dier zooveel mo
gelijk. In haar loge teruggekeerd, ging
z(j naar het blauwe dekbed toe. waar
de kat gewoonlijk sliep. „Ah!" riep zij
en hief de armen omhoog.
In de concave ronding van het bed
zij geleek een nest waren twee
Ronrons. Of liever, naast Ronron be
vond zich een andere kat, die haar
schaduw scheen omdat zij er grijs uit
zag. „Hm!" mompelde mevrouw Grandu
met wijdopengesperde oogen. met half
open en stijve lippen, die aan die van
een spaarpot deden denken. Stellig, ex
viel niet veel te begrijpen; die op het
lemmet van een mes gelijkende rugge-
graat. dit kleine, negerachtige kopje, dit
op een ouden handschoen gelijkende af
geschuurde vel dit alles verried er
een. die de stedelijke kooi was ont
vlucht.
Zij bromde en deed een stap naar den
hoek, waar de bezem stond. Maar op
dit oogenblik gebeurde hert» de: Ronron
ach op het blauwe dekbed verhief, een
hoogen rug zette en de andere kat rich
eveneens oprichtte en haar rug tot een
boog kromde. Haar beider staarten sta
ken omhoog, de een precies zooals de
andere, zij stieten beide gelijktijdig het
zelfde sombere onbegrijpelijke gestamel
uit» dat uit gebieden aan gene zijde
van het menschdcm afkomstig is. Er,
zie voor het eerst in haar leven
door de wonderlijke gelijkenis van desc
gestalten merkte de goede vrouw, dat
alle katten ter aarde ten zeerste op
elkaar gelijken. Tusschen die, welke men
altijd vertroetelt en die. welke men
doodt» bestaat niet het onderscheid, dat
wordt vermoed. Ja, Ronron mocht nog
zoo rijk zijn, een gecultiveerd vel en nog
zoo mooie pupillen hebben de andere
zag er ondanks haar jeugd bezorgd en
kaal uit zij mocht een staart als een
hengelroede hebben: men zag deson
danks de roden niet in. waarom de eene
gelukkig werd en de andere gemarteld:
men moest onwillekeurig denken, dat
zij bedde deel uitmaakten van een gewel
dig groote familie.
In haar gelaat trilde iets en toch wist
zU niet wat haar ontroerde. Maar toch.
toen zij door de ruiten in den tuin den
laboratoriumknecht Quillebeuf zag. die
gestdculeerend kwam aanloopen. greep
zij vastberaden don mageren vluchte
ling en stopte haar onder het bed. Tben
■ging zU tegenover de deur staan: de
heldin van een onduidelijk instinct.
In de deuropening verscheen Quille
beuf. HJj was rood en zwaaide met een
touw: „Is ze hier?" informeerde hy ge
jaagd. ..Wie?" vroeg de portierster „De
kat!" brulde hij. .de kat!" „Welke kat?'
vroeg zij zonder een spier te vertrekken
„Dat ellendige beest i6 hierheen ge-
Buiten zichzelf was hij. „Den
grijze kat. Hebt u het beest niet gezien?"
Verrassend kalm antwoordde mevrouw
Grandu. de nauwgezette beambte, die
nooit tegen de dienstvoorschriften had
gezondigd ialleen haar handen drukte
zij tegen haar schort): .Heen". ZU
schudde het hoofd en voegde er aan
toe: „Stellig niet»" De man kon niet
verwonderd genoeg zijn. ..Ja-maar wat
dan?" stamelde hij. ..zy is mU uit de
handen geslipt.., en hierheen,. Hebt u
haar misschien binnen rien komen?
Misschien is zij onder een of ander
meubel weggekropen. Mag ik even zoe
ken?"
•Het dier is niet hier, zeg Ik u". Zij
sprak uiterst kalm en deed zich toch
geweld aan om een onbevangen onschul
dig gezicht te zetten, zy beging cea
heldhaftige daad. te vergelijken met
heldhaftige vrouwen, die verdachten
verborgen en d? van haat bevende
speurders een belieerscht gelaat toon
den. ..Wanneer u wilt, kom dan maar
binnen,, maar nut heeft het niet."
In zün idee verdwaald betrad de man
het vertrek. Zij ging op zij. HU rekte
den hals, gaf zich een oogenblik over
aan een verwachting, maar het was
maar Ronron. die. opgerold tot een bal,
op een stoel lag; hy haalde de schou
ders op. keek naar links ch naar rechts.
Zijn blik rustte op het bed, op het blau
we dekbed, een twee seconden lang.
Myn hemel, niets bewoog.
De vrouw stond er by; haar ronde
gezicht was zoo bleek en onbewegelijk
als de wijzerplaat van een klok.
De man mopperde, terwijl hy aocken.1
onder tafel keek. Op dit oager.bLk
besefte zij plotseling de groote driest
heid van haar waagstuk, en voelde zich
duizelig: herstelde zich echter zy had
alleen wat gehoest en haar adem was
moeiiyk gegaan.
Quilksbeuf «side: „Hier is ze niet". HU
was een mensch, die snel de macht over
zichzelf verloor. HU maakte wanhopige
gebaren, stootte zich met de vuist tegen
het hoofd en brak uit ln heftige ver-
wensoliingen. zyn chef zou hem weer
als een idioot b: handelen. wanneer hU
met het touw alleen terugkeerde. HU
relde een kernachtig woerd en verdween
meth verontsohuld jringrn. HU sloop weg
met krommen rug. zooöat zijn buis door
den wind bolde. Mevrouw Orandu aan
het einde van haar krachten, zonk neer
op een stoel; haar adem stokte, zU
beefde, omdat zU voor het eerst ca
hoe! tegen een van de heiligste en
hoogste plichten van een porterster
var. een dierendepót had gezonti-gd.
Enkele minuten later stond rij op.
Alsof zy zwaren wijn had gedronken,
ging zy met wat onvasten tred naar het
bed. In het spiegelglas van haar kast
zag zU zich zelf nauwelijks, want over
haar oogen lag een floers, zooals des
tijds. toen zy rouwde over haar gestor
ven echtgenoot,
zy sloeg het blauwe dekbed op. De door
vermoeidheid, avonturen, ontberingen
verzwak te kat bewoog niet. Hief alleen
haar kleine kopje, dat door de ellende
en de onrechtvaardigheid was getoe-
kend, omhoog. Mevrouw Grandu raakte
haar aan met een hand. die zacht was
evenals zU en plotseling voelde zy het
hart van liet kleine dier kloppen. Oe-
lukkig. een levend weren gered te heb
ben. boog zy over de kat.Eer zU er over
nadacht, welke moeilijklKden en ern
stige gevallen zich zouden kunnen voor
doen. wanneer zi) dere zondares op
kweekte, zag zy de kat moederlijk aan.
want zy had haar het leven geschou-
ken.
SPORT EN SPEL.
Voetbal.
Uit de Zwitsersche voetbalgeschiede
nis. Groeiende populariteit in den
oorlog. De groote bloeitijd geëindigd
Hoe Nederland tegen Zwitserland
speelde. Klimaatbezwaren.
Zwitserland is het land waarheen
reeds van oudsher de Engelsche aristo
craten hun zoons stuurden om him op
voeding te voltooien. Het spreekt van
zelf, dat die jongelui destijds van huis
een voetbal en een cricketbat meena
men, twee dingen, die vooral in die
jaren, nu eenmaal by den beschaafden
Engelschman hoorden. In later jaren is
daarin wel wat verandering gekomen.
Voetbal heeft onder de Engelsche
aristocratie heel weinig aanhangers
meer, golf heeft het spel van het bruine
monster in die kringen vrijwel geheel
verdrongen. Dat neemt echter niet weg.
dat deze jongelui reeds in de vorige
eeuw voetbal in Zwitserland hebben ge
bracht. Aanvankeiyk bepaalde de be
oefening van het spel zich tot de groote
kostscholen en eerst later begon ook de
Zwitsersche jeugd er belang in te stel
len. Het was in 1879 dat in St. Gallen
eerste Zwitsersche voetbalclub werd
opgericht.
Het spel heeft echter in Zwitserland
me: heel wat moeilijkheden te kampen
gehad, de grootste daarvan was wel de
terreinkwestie. Voor voetbal heeft men
nu ee^jal een behoorlijk vlak terrein
noodig, iets dergelijks vindt men in de
bergen natuurlijk niet gemakkeiyk. En
dan hebben de Zwitsersche voetballers
een zwaren strUd moeten voeren tegen
de national^ Zwitsersche sporten uit
vroeger dagen: turnen en schieten. De
ouderen hielden met groote hardnekkig
heid aan die sporten vast. voetbal was
van vreemde afkomst., daarom uit den
booze! Doch de Zwitsersche jeugd is er
ten slotte in geslaagd het vooroordeel
tegen voetbal wat te overwinnen. Het
duurde echter nog tot 189.5, voordat men
kon overgaan tot het oprichten van een
Zwitserschen Voetbal Bond. Wat de
Zwitsersche Voetbal Bond echter ln de
eerste jaren van zijn bestaan heeft ge
daan. is me nooit duidelijk geworden.
De bond organiseerde zelf geen wedstry-
den. Men liet zelfs het organiseeren var.
een competitie geheel over aan de re
dactie van een Zwitsersch sportblad, het
eenige blad dat in die dagen over voet
bal schreef Eerst in het jaar 1898 be
sloot de Zwitsersche V. B. zelf een com
petitie te organiseeren, waaraan reed
dadelijk door 11 ploegen werd deelgeno
men.
Het was de Anelo-Amerikan F. C„ die
het eerste kampioenschap van Zwitser
land veroverde. Uit den naam van deze
club blijkt reeds dadelijk, dat men hier
in hoofdzaak met vreemdelingen tc
doen had.
De Zwitsersche Voetbal Bond voerde
echter een kwijnend bestaan. De terrein
moeilijkheid bleek een schier niet te
overkomen bezwaar te zijn voor een uit
breiding van het aantal clubs. Wel
kwamen er wat clubs by. doch die speel
den op onmogelyke stukjes grond, zoo
dat ze niet aan de competitie konden
deelnemen. Nadat men 5 jaar lang een
competitie had georganiseerd was het
aantal deelnemende clubs slechts met
een enkele vermeerderd
In 1901 meende men het eens met een
internationalen wedstrijd te moeten wa
gen. Oostenryk was de tegenparty. He:
debuut was niet fraai. Het werd een
40 nederlaag, waarvan men in Zwit
serland blijkbaar zoo geschrokken was.
dat het volle zeven jaar duurde voordat
men een nieuwe poging ondernam cm
internationale lauweren te oogsten. Er
werden toen twee wedstrijden tegen
Dtiitschland georganiseerd In eigen
land wonnen de Zwitsers met 53 doch
den returnwedstrUd verloren zc met
10. Men ziet. dat reeds toen Zwitser
land op eigen terrein een lastig tegen
stander was Die reputatie hebber, de
Zwitsers in een loop der jaren gehand
haafd, waarby ze echter veel te danken
hebben aan hun klimaat. Zelfs was
eenige weken geleden Duilschland nog
byna de dupe van dat klimaat gewor
den. In den toen gespeelden wedstrijd
tegen de Zwitsers hadden de Duitschers
tot een kwartier voor het einde een
(linken voorsprong. Toen kreeg het
.limaat de heeren echter te pakken. Ze
werden loom en moe. De Zwitsers prik
ten juist in die periode de zaak krach
tig aan, het had ten slotte weinig ge
scheeld erf de Duitschers hadden nog
verloren. Toen het einde by sterk over
wicht der Zwitsers werd aangekondigd,
stond het 43 voor de gasten. Over
dat klimaat weiten ook onze Nederland
sche spelers mee te praten De groote
opbloei van het Zwitsersche spel da
teert van de Jaren van den grooten
oorlog. Etteiyke duizenden miliciens
waren toen gedurende eenige jaren on
der de wapenen, zonder dat Zwitserland
een werkzaam aandeel in den strijd
nam. Als een middel tegen verveling
werd voetbal gespeeld. Dat middel viel
zóó algemeen by de soldaten in den
smaak, dat men ook na de mobilisatie
het spel is blyven beoefenen, hetgeen
trouwens in tal van landen het geval
geweest is. De autoriteiten hielpen mee
om verbetering in den terreinnood te
brengen. Het succesvol optreden van de
Zwitsersche ploeg by de Olympische
Spelen in Parijs heeft er voorts veel toe
bijgedragen voetbal in het land der ber
gen nog populairder te maken. Onmid
dellijk op de Olympische wedstrijden
in ParUs volgde een sucoesperlode voor
het Zwitsersche internationale voetbal,
welke aanhield tot het einde van 1926-
In die periode werden er door de Zwit
sers 16 Interr itionale wedstrijden ge
speeld waarvan er slechts 3 werden ver
loren. Wanneer men bedenkt» dat in de
vóór-oorlogsche periode door Zwitser
land 49 internationale wedstrUden ge
speeld werden, waarvan er slechts 11
werden gewonnen, aan is het duideiyk
dat men in de eerste jaren na den oor
log van een bloeiperiode van het Zwit
sersche voetbal mag spreken Daarin is
echter in 1926 weer een kentering ge
komen. Sedert het begin van dat jaar
heeft Zwitserland van de 13 internatio
nale wedstrijden er slechts 3 gewonnen
en 2 geiyk gespeeld. Men werkt op het
oogenblik hard om daarin verandering
te brengen, doch de laatste internatio
nale wedstrijden hebben wel duideiyk
bewezen, dat de jongere spelers nog niet
zoover zijn, dat ze met succes de oudere
spelers kunnen vervangen. Verschillende
oefenmeesters doen evenwel al het mo
gelijke om verdere verbetering in het
spel te brengen, men kan dan ook wel
als vaststaand aannemen, dat Zwitser
land op den komenden Zondag een ern
stig tegenstander van ons vertegenwoor
digend elftal zal zyn.
De interlandwedstrijden tusschen
Zwitserland en ons land dateeren eerst
van 1920. In totaal heeft onze nationale
plo-c; thans tegen de Zwitsers 6 wed
strijden gespeeld, waarvan Nederland er
3 won cn 3 verloor De wedstrijden in
Zwitserland werden geregeld verloren,
die in Amsterdam gewonnen. Men heeft
een oplossing van dit raadsel gezocht
Algemeen is men daarby tot de overtui
ging gekomen, dat het groote verschil
tusschen het Nederlandsche en het
Zwitsersche klimaat hier een bijzonde
re rol speelt» De Technlsclie Commissi?
heeft omtrent dit punt advies gevraagd
van de Medische Commissie van den
N. V. B. Dat advies luidde, dat men
waarschyniyk geen last van het Zwit
sersche klimaat zal hebben, indien men
er zorg voor draagt eenige dagen vóór
den wedstrijd reeds ter plaatse tc zyn.
In verband hiermede komt het elftal
dan ook reeds Vrydag in Basel aan.
zoodat men bijna drie dagen heeft om
aan het klimaat te gewennen, hetgeen
onder normale omstandigheden wel als-
vol doende beschouwd wordt.
De eerste wedstrijd tegen de Zwitser
werd gespeeld in 1«)20. °ns dfial had
toen eenige dagen tevoren een wedstrijd
ln Italië gespeeld. Het reizen was in
die dagen r.og niet gemakkeiyk. het ge
volg daarvan was. dat onze ploeg voor
deren wedstrijd niet bepaald in de al
lerbeste conditie was. Toch werd het
een spannende stryd, door de Zwitsers
met 2—1 gewonnen.
Op 28 Maart 1921 kwamen de Zwit
sers in Amsterdam. Ze spreiden een
goeden wedstrijd zoodat. Nederland rich
met de 2—0 overwinning vrij gelukkig
mocht achten. In November van het
volgend Jaar ging onze ploeg naar
Bern. Het werd ren zware nederlaag.
Zwitserland won met 50. De revanche
kwam een Jaar later to Amsterdam,
toen de Zwitsers gemakkelijk door onze
ploeg met 41 werden geslagen. De
daarop volgende wedstrijd in Bern wend
natuurlijk u-eer door de ernaen verloren
en wel met dezelfde cyfers, als waarme
de wy ln het Amsterciamsche Stadion
de overwinning hadden behaald. Maar
ook ditmaal volgde de revanche. Dat ge
beurde ln Maart 1026 toen het Zwit
sers elftal in Amsterdam een zware 5—0
nederlaag leed. Dat was voorloopig de
laatste wedstryd tegen de Zwitsers,
daar het N. V. B.-bestuur van meening
was. dot het verschil in klimaat een
zuivere krachtsverhouding onmogeiyk
maakte. Voor dit Jaar zullen onze spe
lers het echter nog eens gaan probee
ren. ditmaal, zooals gezegd, een poging
doende om vóór den wedstryd wat te
acclamatiseeren. Het la tc hopen, dat
men daarmede suoces heeft, want ln
den vorm op het oorenbltk door onze
ploeg en door het Zwitsersch elftal ont
wikkeld. moet ons elftal ln staal zijn
onder normale omstandigheden van de
Zwitsers te winnen.
Bilthoven. 29 April 1928.
C J. CROOTHOFF.