HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
STADSNIEUWS
FLITSEN
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
DINSDAG 22 MEI 192S
DERDE BLAD
No. 3765
IS ER IN ITALIë GEEN OPPOSITIE?
Toen Mussolini pas als dictator opge
treden was konder. wy van reizigers in
Italië verrukte verhalen hooren over de
verbeteringen die zy er hadden opge
merkt. De knoeierijen en afzetterijen
van kruiers, koetsiers, chauffeurs en
dergelijken. waarvoor het Xtaliaansche
volk berucht was geweest, kwamen niet
meer voor en wanneer nog eens een en
kelen keer een vreemdeling woorden
kreeg met iemand die hem, meende hij,
wou afzetten, dan kwam plotseling ais
uit den grond een geheimzinnig perso
nage oprijzen, dat liet geschil ten gun
ste van den vreemdeling beslechtte en
den afzetter, die plotseling nederig ge
worden was. heenzond.
Het heette, dat het gezag van Musso
lini en eenige geheime agenten van po
litie dit wonderwerk samen tot stand
brachten. Later hoorden wij daar zoo
niet van of kregen wij den indruk dat
telkens dezelfde verhalen, wat opge-
frischt, ons werden meegedeeld. Naar
het schijnt heeft de suggestie nu uitge
werkt of vinden Mussolini en zijn re-
cherohèurs het niet noodig meer, de
gunstige opinie van de vreemdelingen
te verwerven: althans, nog pas hoorden
wij van een Hollander die in Italië ge
reisd had en al die afzetterijtjes had on
dervonden: te hoog tarief berekenen, te
weinig geld teruggeven of twee man te
laten optreden voor werk, dat één ge
makkelijk aan kon.
Met de laatdunkende houding die
Mussolini tegenwoordig aanneemt, komt
dit volkomen overeen. Het succes stijgt
hem blijkbaar naar 't hoofd. De taal in
zijn redevoeringen over de vreemdelin
gen komt toerop neer: „wij hebben ze
niet noodig. Italië is zichzelf genoeg".
De wet, waarbij buitenlandsche jour
nalisten, die in lnm blad het fascisme
en zijn schepper bestreden hebben, be
dreigd worden met bestraffing door den
Italiaanschen rechter zoodra zij de
grens overschrijden en dus binnen diens
bereik komen, die wet is een staaltje
van deze airogante houding tegenover
het buitenland. Het gaat Mussolini als
iederen anderen alleenheerscher: na
dat gelukkige omstandigheden (in dit
geval het onderdrukken van anarchis
tische en communistische relletjes) hem
op het kussen gebracht hebben, ver
liest hij alle begrip van maat en beper
king en graaft ijverig aan zijn eigen
graf.
Voor ons vreemdelingen is dit niet
hinderlijk. Wij hebben maar alleen uit
Italië weg te blijven. De wereld is voor
den toerist groot genoeg. Erger is het
voor de eigen landgenooten, die zich
met het dwang-régime niet vereenigen
kunnen en toch moeten zwijgen, omdat
de vrijheid van sein ij ven en spreken in
Italië is afgeschaft. Wat wij uit dat land
hooren (beter gezegd wat men ons daar
voorzet) zou den indruk geven van een
onverdeeld volk, gezamenlijk optrekken
de voor de glorie van het fascisme de
waarheid zegt James Waterman Wise
in het tijdschrift The Century, is
heel anders.
Aanvankelijk had deze Amerikaan
zelfs onder de jongelieden die hij in
Italië ontmoette, algemeene instemming
met het fascisme ontmoet, maar later
toen men begreep dat hij geen spion
was in dienst van het fascistisch regi
me. verdween veler terughoudendheid
en ontvouwden jonge Italianen het ver
haal van wat zij gevoelden als de droe
vigste demoralisatie, die een groot volk
ooit ondervonden heeft. „Ik zag", zoo
schrijft Wise, „dat het masker van te
vredenheid op het gezicht van de Ita-
liaansche jeugd, dikwijls een mengsel
van droefheid en woede verbergt".
Zij vertelden hem, dat wanneer hij
ooit schreef over wat hij in Italië ver
nomen had, het voor hen zelfs onveilig
zou zijn om brieven van hem te ontvan
gen. En noemde Wise hun namen of
duidde hij die op eenige wijze aan, zelfs
:n een artikel dat enkel maar in een
Amerikaansch tijdschrift verscheen, dan
zouden de gevolgen voor hen noodlottig
zijn. Stellig zouden zij gevonnist worden
dooi- een fascistische rechtbank, die
iedere maand honderden politieke oppo
santen naar een Siberië zendt in de
Middellandschc Zee, zonder de schijn
van een wettig proces. Zelfs zou hun
lot zeer goed erger kunnen zijn: een
aanval op hun persoon en hun woning,
met de waarschijnlijkheid van een plot-
selingen en hevigen dood. „Ik heb in
boekhandels gezeten, die geplunderd
waren om een anti-fascistische opmer
king, ik ontmoette jongelieden, dien
men een arm of been gebroken of een
gat in het hoofd geslagen had. omdat
zij bekend stonden geen geestdriftige,
luidruchtige verdedigers van fascisme te
zjjn".
Deze schrijver heeft van hen verno
men, dat niet meer dan een vierde van
de veertig millioen bewoners van Italië
inderdaad sympathiseeren met de be
doelingen en methoden der Fascisten.
Aan den anderen kant erkennen de Fas
cisten, wanneer hun daarnaar gevraagd
wordt, dat deze groepen van opposanten
bestaan, maar beweren dat dezen een
gering gedeelte van de bevolking verte
genwoordigen. Dat de waarheid er
gens tusschen deze twee uitersten in
ligt is waarschijnlijk, hoewel het onmo
gelijk is met zekerheid te zeggen, waar
zij precies gelegen is.
Veel belangrijker evenwel dan het
aantal van deze jonge dissidenten is de
aard van hun meening over het fas
cisme. „Ik vond", zegt Wise, „dat d:e
volstrekt niet geïnspireerd en geleid
werd, als zoo vaak door fascisten be
weerd wordt, door bolsjewisme, noch
door de oppositie van onpractische fana
tici en theoretici". Integendeel ontsprong
zij uit de beginselen, waarop het fas
cisme berust. Deze zijn wetteloosheid en
opportunisme, waaruit naar de overtui
ging van deze jongelieden geen goeds
kan voortkomen. De vele stoffelijke
voordeelen van fascisme beschouwen zij
als even zoovele fooien, waarmee het
tracht als alle vormen van despotisme
in het verleden hebben beproeven te
doen, de toestemming van het volk te
koopen voor de besnoeiing van hun vrij
heid.
Deze beperking heeft, dat gevoelen
zij, reeds geleid tot het verstikken van
allen echten aandrang naar artistieke en
intellectueele schepping. Wat ontstaat
onder voorwaarden van censuur en toe
zicht is zonder artistieken vorm en zon
der eohte inspiratie. Nationale cultuur,
meenen zij, kan niet bloeien in een at
mosfeer van wantrouwen en achterdocht.
Spionnage en vervolging zijn onver-
eenigbaar met de vrije uitoefening van
het scheppend genie.
Hoe langer iemand in Italië vertoeft,
gaat de schrijver van het artikel voort,
des te beter herkent hij die. Als een be
wijs daarvan noemt hij een bezoek, dat
hij bracht aan Professor Guglielmo
Ferrero, een internationaal bekend ge
schiedschrijver. „Er was mij verteld, dat
Professor Ferrero geen sympathie koester
de voor fascisme, maar toen de auto
waarin ik een uur lang het vreedzame
landschap had doorkruist vlak buiten
Florenoe, het gehuchtje van Strada in
Chianti naderde, was ik niet weinig ver
wonderd een afdeeling soldaten op wacht
te zien rondom de woning, die ik wensch-
te te bezoeken. Nadat de chauffeur wat
ondervraagd was door de wacht, was het
mij vergund binnen te gaan. Professor Fer
rero ontving mij, hoewel mij aangera
den was, niet vooraf belet te vragen.
Toen ik er mijn verwondering over te
kennen gaf, dat zijn huis aldus bewaakt
was. antwoordde hij mij alsof dit van
zelf sprak, dat hij al langer dan twee
jaar aldus bewaakt werd, dat hy nooit
kon uitgaan zonder te worden gevolgd
en dat geen brief of boodschap zijn huis
ooit ongeopend inkwam of verliet. Zelfs
zijn vrouw, een dochter van Lombroso
en zijn kinderen, waren aan dezelfde
beperkingen blootgesteld. Ik veront-
derstel, voegde hij er met een somberen
glimlach bij, „dat ik nog gelukkig ben,
dat my zulk een mooie gevangenis toe
gestaan is".
Wise voegt er natuurlijk bij, dat Pro
fessor Ferrero hem machtigde zijn
naam te noemen en precies te zeggen
en te schrijven, wat hij gezien had. (Ik
doe daarbij opmerken, dat dit eenigs-
zins in tegenspraak schijnt te zijn met
de groote vrees, die de jonge opposan
ten tot hem hadden geuit over de moge
lijkheid, dat hun namen bekend zouden
worden).
Op de vraag van den schrijver naar de
eden van zijn vijandigheid jegens fas
cisme, antwoordde Ferrero in hoofdzaak
dat het is de onmogelijkheid van een
goede regeering, die de hoeksteenen van
het politieke leven van een volk zoekt
In over-centralisatie van macht en ver
antwoordelijkheid, liever dan in ver
deeling daarvan. „In den modernen
staat", soo verklaarde hij. ,.is het nood
lottig om aan één mar. of zelfs aan een
handvol menschen de volledige macht
en de algemeene verantwoordelijkheid
toe te vertrouwen, zelfs wanneer deze
menschen allen genieën zouden zijn,
hetgeen in het hedendaagsch Italië vol
strekt niet altijd het geval is".
Omtrent de fascistische theorie, dat de
wet bp zichzelf van geen belang is en
dat de regeering vrij moet zijn, daar
boven uit te gaan, wanneer de macht
hebbers dat !r. 's ïar.ds belang achten
te zijn. verklaarde Proffesor Ferreco. dat
deze leer geen deel uitmaakte van de
oorspronkelijke fascistische theorie: dat
het fascisme daaruit niet gegroeid was.
maar dat zijn leer ontwikkeld was uit
fascistische noodzaak. Alleen wanneer
constitutioneel verzet te sterk werd om
te overwinnen, verklaarde het fascisme
dat constitutie en wetten niet van fun
damenteel belang waren en mochten
worden afgeschaft bij den wil van de
regeerende groep.
Tot zoover het artikel van Wise, waar
aan ik natuurlijk slechts een en ander
heb kunnen ontleenen.
J. C. P.
CHR. METAAL-
BEWERKERSBOND.
JUBILEUM AFD. HAARLEM.
Na de af deelingen Leiden en Hilver
sum, mocht de afdeeling Haarlem van
den Chr. Metaalbewerkersbond in Ne
derland haar 25-jarig bestaan herden
ken.
Zaterdagmiddag hield het bestuur der
jubileerende afdeeling in het gebouw
der Haarlemsche Jongemannenvereeni-
ging een druk bezochte receptie.
Over gebrek aan belangstelling had de
afdeeling niet te klagen. Dat bleek dui
delijk. Verscheidene fraaie bloemstuk
ken waren gezonden. We noteerden van
het hoofdbestuur van den Bond. van de
Feestcommissie, Van de afdeelingen vair
den Prot. Chr. Bond van Spoor- en
Tramwegpersoneel, den Ned. Chr. Gra-
fischen Bond, den Ned. Ohr. Bouwvak
arbeidersbond en van den Ned. Chr.
Bond van Personeel in Publieken dienst.
Gelukwenschen werden aangeboden
door afgevaardigden van de Chr. Sociale
Bonden en van de Ciir. vakorganisaties
te Haarlem. Door den voorzitter werd
medegedeeld, dat was ingekomen een
brief van B. en W. van Haarlem, inhou
dende bericht van verhindering en woor
den van gelukwensch met het jubileum
der afdeeling.
Nadat de heer F. Eikerbout de geluk
wenschen van het hoofdbestuur had
overgebracht, sprak de heer W. F. Bee-
remans namens de afdeeling van Patri-
Ynonium. De heer J. Visser voerde het
woord namens het hoofdbestuur van den
Chr. Nat. Werkmansbond en als lid van
den gemeenteraad. Nadat een der afge
vaardigden van den Ned. R.K. Metaal
bewerkersbond had gesproken, brachten
verder hun gelukwenschen over afge
vaardigden van verscheidene Chr. vak
organisaties en van de afdeeling van
den Alg. Chr. Ambtenaarsbond. Ten
slotte werd nog gesproken door den heer
D. Hogenbirk Jr, den tweeden voorzitter
van den afdeeling van den Bond van
smedenpatroons.
Des avonds had in hetzelfde gebouw
een feestvergadering plaats.
De voorzitter, de heer J. H. Niemölle-
opende haar met gebed en met een
woord van welkom te richten tot de
aanwezige hoofdbestuurders. tot den
heer M. de Braai en met dank te bren-
ge,n aan de feestcommissie voor haar
arbeid.
Het ensemble Hogenbirk bracht ver
volgens een Marsch ten gehoore en me],
de Vries zong eenige liederen waarna
het woord was aan den heer M. de
Braai.
De heer De Braai zei dat er vreugde
in zjjn ziel was, gedachtig aan de dagen
van de oprichting van den Bond Het
was in het jaar 1903 in een tyd van
groote geestesspanning.
De afdeeling werd in het huis van spr.
opgericht, zoo verhaalde hy, met 7 le
den. Het was een klein begin. Maar er
werd 'n daad mede gesteld. Hij vertelde
veel bijzonderheden uit den tijd der op
richting van de afdeeling en deed uit
komen hoe de afdeeling de eerste jaren
van haar bestaan met allerlei moeilijk
heden had te worstelen.
De afdeeling zag haar ledental
groeien: ze is volgens spreker ten zege
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1208
DE WERELD OP HAAR ERGST
De ongedurige „blinde", die alle handen
wil zien, aan de draadlooze morrelt, op de
piano tokkelt, een grap vertelt en verder
alles doet om het spel op te vroolyken.
(Nadruk verboden).
Verder werd gesproken, na declamatie
van den heer P. Schipper, door den
heer F. Eikerbout, den Bondsvoorzitter.
Spreker bracht hulde aan den heer M.
de Braai voor het werk der oprichting
van de afdeeling en aan mevrouw de
Braai, die haar huis als vergaderplaats
had afgestaan.
Het overige gedeelte van den avond
was gewijd aan muziek en zang. Voorts
werden nog een paar filmvoorstellingen
gegeven en vertoond een pantomime.
„Bij den tandarts". Aan den heer Nie-
mölier werd als blijk van erkentenis voor
alles wat door hem voor de afdeeling is
gedaan een zilveren couvert aangebo
den en aan zijn echtgenoot bloemen.
De feestcommissie had voor een afwis
selend en aardig progranvna gezorgd.
HAARLEMSCHE EN NEDERLAND -
SCHE MEISJESCLUBS.
Men schrijft ons:
Evenals andere jaren hebben weer
een paar honderd meisjes een uitvoering
voorbereid van de Haarlemsche Meisjes-
Clubs en Ned. Meisjes Clubs. Woensdag
a.s. kan men in de Gem. Concertzaal
een demonstratie zien van 't clubleven,
zooals dat in clubhuis en gymnastiek
zaal alle weken door vele meisjes mee
gemaakt wordt Dit jaar zullen de drie
hoekmeisjes van Bloemendaal en ener
veer. voor 't eerst meedoen. „Kabouter
tjes" en „streepjes" zullen spelen laten
zien en versjes zingen. Leden van de
gymnastiekclubs zuilen o.a. werken aan
brug en paard en de driehoekmeisjes
zullen iets laten zien van hun practi-
sche clublcven. Reidansen en volksspe
len zullen met muziek en zang vroolijk-
heid aan den avond geven.
Ieder die belang stelt in de jeugd en
speciaal in christelijk jeugdwerk zal
van dezen avond kunnen genieten. Zijn
er jonge meisjes die met haar vrije
avonden geen raad weten, dan kunnen
zij Woensdagavond met verschillende
clubs kennis maken. Aan 't slot van
den avond zal een .kampmoment" een
indruk geven van een gezellig oogenblik
van 't kampleven als de taptoe gezon
gen wordt. Vyf keer is er reeds een
jaarlijksche uitvoering gegeven en alle
jaren was de zaal bijna uitverkocht.
Niet alleen in Haarlem, maar ook
over 't geheele land breidt het. werk der
driehoekmeisjes zich steeds uit. In 15
plaatsen zijn reeds afdeelingen van de
N. M. C. Deze uitbreiding is niet te ver
wonderen daar 't een jeugdwerk is dat
zich zooveel mogelijk aansluit aan de
mentaliteit van de tegenwoordige meis
jes.
GEVONDEN DIEREN EN VOOR
WERPEN.
Terug te bekomen bij:
J. v. d. Kamp, Jan Steenstraat 44.
armband W. de Jong. Wilhelminastr.
15, bril in étui. M. van Dam. Diederik-
straafc 10. broche. Kruyf, Magdalena-
straat 20. dameshandschoen. Voshard,
Karolingenstraat 56. keeshond, ge
bracht naar Kennel .Fauna''. Nopol,
Lange Veerstraat 18. haarvlecht. H. J
Jorens. Pastoorstraat 27. Santpoort,
autoiantaarn (achterlicht). G. Castri-
cum. Tetterodestraat 100 knipmes. H. II
Scholten. Vooruitgangstraat 115, olie-
spuitje. De Wilde, Zuid Polderstraat 55.
portemonnaie m i. J. M v. Donselaar.
Parklaan 62. idem. J. v. d Meulen, Ipen-
straat 26. radiospoel. S. Bontjema, Al-
lanstraat 69. rozenkrans. T Wieringr..
Klarenbeekstr. 34, rijwielbelasrmgir.crk
in étui. P Konings. Gen. de Ia Rey-
straat 97. idem Politiebureau. Sm ede-
straat, rijwiel. L.v. d. Klagt, Emostraat
29, zweep.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 CENTS PER REGEL.
TRANSPORTCOLONNE „ROODE
KRUIS",
Een oefening.
De Transportcolonne van de afd.
Haarlem er. Omstreken \an het Roode
Kruis hield Zaterdagmiddag een oefe
ning op dc terreinen van de ruïne van
Brederode.
't Is half drie. Buiten het gewone
va-ct-vient van dagjcsnicnschen een
stoet mannen en vrouwen, gedeeltelijk
in uniform, met veel materiaal. Daar
komt de nieuwe brancard a2n, getrok
ken door een wielryder
De leider, de heer De Kort, verdeelt
zijn mannetjes en stuurt de patiënten
het oude slot in. elk met een etiquet
om den arm. Lachend verdwijnen cie
gewonden over het smalle bruggetje,
Ditmaal zijn het vooral brandwonden,
die verzorging vragen.
Want de statige ruïne, die de
eeuwen langs haar bouwvallen heeft
zien trekken, moet het gedoogen dot zij
een chemische fabriek voorstelt, die i:i
de lucht is gevlogen.
Nu wachten de slachtoffers. Ook een
drenkeling, die in het water is geslagen.
Rappe handen haasten zieh hem te
helpen. Elders een gebroken been. ver
der stakkers met brandwonden aan
hoofd en beenen.
Een paar gewonden moeten van de
hoogste verdieping langs de steile wen
teltrap naar beneden gedragen worden,
wat inspanning en groote voorzichtig
heid eischt. Maar het lukt. Alles lukt.
En daar liggen allen naast elkaar, vei
lig, met een troostende reep. Een mi
niatuur hospitaal
Voorzichtig worden de brancards op
genomen en over de brug gedragen,
die geoefende handen in een minimum
an tijd over de gracht hebben ge
bouwd.
Daar wacht een houten stellage, een
box. en hier kunnen vier gewonden
in opgenomen worden. De box behoort
dan op een boerenwagen geplaatst te
worden. En hiermee is de oefening af-
geloopen.
Er was belangstelling genoeg, zooals
te begrijpen is!
EXCURSIE NAAR IJMf 'IDEN
Dc timnu-Ücdcnvcrcea'g n j '"trs-
ilc/in IhciO" villier, houdt a.s. /.utvr»
liitjmiddaz 2c Mei ecu excursie naar
l.'truiacn. rij zal daar o-j sluiswerken
bezichtigen onder dcskund;ge 1c:»
cing van den buitengev. opzichter,
den lieer B. Makkcling.
..KUNST ZIJ ONS DOEL".
In dc tentoonstellingszalen van het
Teekcncollcgc ..Kunst zij ons Doel"
(Waaggebouw, aan het Spnarnc)
wordt Zaterdagmiddag a.s. een ten.
toonstelling van werken der leden
gehouden.
De tentoonstelling zal geopend blij'
ven tot en met 10 Juni a.s.
TEGEN BELOONING OPSPORING
VERZOCHT.
Namens de recherche te Essen ver
zoekt de politie te Haarlem opsporing
van een viertal personeu verdacht 5
Mel 1028 's middags kwart voor eenen
gemaskerd te zijn binnengedrongen in
het bijkantoor der Deutsche Reichsbank
tc Gladbcck, en daar uu de kas te heb
ben ontvreemd 56-375 R.M. Alle ver
dachten zijn uit Essen afkomstig, en
thans voortvluchtig, de signalementen
luiden:
1. Wilhelm Hühsche. koopman, gebo
ren 1 Maart 1903 tc Buer. lang j.o9
Mslank, blond haar met scheiding,
geen baard, ziekelijk uiterlijk, ongaaf
gebit, en in 't oog loopend kleine tan
den. kuiltje in de kin. naar bulten
staande ooren, epilepticus, onrust! go
houding. Bezoekt met voorliefde renba
nen cn gaat hooge weddenschappen
aan
2. Karl Llndemann. blikslager, gebo
ren 12 Januari 1904 tc Wolmirsiobcn,
lengte 1,65 tot 1 6S M.. lang blond ach
terover gekamd haar, smal gezicht, on
der een der oogen blauwachtig littee-
ken. groote neus. geen baard.
2. Joliann Heidger, arbeider geboren
13 September ]9i>4 te Gelser.kirchen.
I.70 M. lang. lang donkerblond achter
over gekamd haar. geen baard. frisch
uiterlijk, onrustige blik. smalle neus. bil
den wortel eenigszlns naar rechts of
links gebogen.
4. Heinrlch Heidger. vroeger mijnwer
ker, thans chauffeur, geboren 28 Juli
1007 te GelsenkSrchen. ongeveer 175
M. lang. blond haar. van gemiddelde
lengte met scheiding, dikke neus. groo
te handen, dikke vingers, goen baard
De gebroeders Heidger hebben te
Essen bij een poging tot hun airestatic
een politiebeambte neergeschoten. Z»j
zijn in het bezit van possen voor
Duitschland en de andere Europeesche
staten, uitgereikt op den 2Sstcn. rosp.
29sten Mei 1926 door het Commissariaat
van Politie te Essen, geldig tot27. rosp.
28 Mei 1928. De pas van Johann Heid
ger is genummerd 3979 cn die van Hcin-
rich Heidger 4025.
Voor de opsporing en arrestatie van
dc verdachten is een belooning van
II.000 R.M. uitgeloofd.
Ook zijn belooningen uitgeloofd naar
aanleiding van een serie roofmoorden
en roofovervallen, waarvan genoemde
personen verdacht worden. Van even-
tueele opsporingen kan men bericht
zenden aan de recherche tc Essen.
AUTOBUSSEN.
Gcd Stoten van Noordholland be»
handelden Maandu^morgcn in het
openhaar het vir/ock van N. Bruin
te Hciloo cn M van Gcclcn tc Dc
Bildt om vergunning tot het overdra#
gen van den autobusdienst van AJk»
maar naar Haarlem cn terug van
ccrstgcnocmden aan laatstgenoemd
den aanvrager.
Er waren schriftelijke bezwaren in»
gediend door B. cn W. van Beverwijk
cn door enkele nu rijdende autobus»
houders.
Gcd. Staten zullen nader beslissen
(Naar het Engelsch, van
C. N. en A, M. WILLIAMSON.)
42)
„O. dat was het ook niet. wat hU
niet wilde, geloof ik", riep Esmée en
hield toen plotseling op. Het was moei
lijk een verklaring te geven, zonder haar
werk van den vorijen avond te vertel
len. Zij had niet eens de camera ge
noemd. ofschoon ze overigens het ge
sprek woord voor woord had weerge
geven.
„Wat was het dan?" ondervroeg Power
haar verder. „Wat houdt u voor my
verborgen?"
„Alleen een paar dingen, die ik ik
tracht voor u in orde te brengen, op
dat. u er gebruik van kimt maken".
„Wil u het mij niet zeggen? U weet,
kleine vriendin, ik ben blind, of bijna
blind: en wij blinden vinden, het onaan
genaam. als er iets voor ons verborgen
wordt gehouden, zeifs voor ons eigen
bestwil".
,R wachtte slechte, tot ih het raad
sel zou kunnen oplossen en om u niet
voor niets lastig te vallen".
„Een raadsel? Heeft dat raadsel Iets
te maken met den man, die gisteravond
voor Richard Power speelde?"
„Misschien wel. Ik ben er nog niet
zeker van. U begrijpt, ik wist niet, dat
er een man bestond zoo op u ge-,
lijkend (en .toch zoo vreesclijk verschil
lend van u). Ik vermoedde alleen
„U vermoedde alleen wat?"
„Dat er iemand zou zijn".
..Wat deed u dat vermoeden?"
Esmée dacht snel na. Zou zij Rogers
verraden? Neen, neen. dat moest zy niet
doen. Er waren redenen, die hem en
haar zelve en haar belofte betroffen,
gewichtige redenen, om dat niet te doen.
Maar er waren andere dingen, die zij
kon vertellen. Indien zij. slechts wist,
hoe te beginnen en indien zij maar
zeker was, haar Graaf Ricardo (nu meer
dan ooit haar vriend) niet te ontstem
men door haar schijnbare vrijpostigheid!
Het was. of hij haar gedachten raadde,
want h(j zcide heel vriendelijk: „U vindt
het moeilijk een begin te maken?"
„Ja", bekende zij.
„Nu, Ik kan het u gemakkelijker ma
ken", ging Richard Power voort. „Ik kan
beginnen met u iets te vertellen. Ik
had het u niet willen zegen. Er scheen
geen reden te bestaan om met U te
spreken over zulk een pijnlijk familie
geheim. Maar nu is er een reden. En u
weet reeds, dat ik onbepaald vertrouwen
in u stel. Dat heb ik u reeds bewezen
reeds voor u my van u zelve vertelde,
wat mijn blinde oogen niet konden zien.
De grootste ramp van mijn leven
neen. misschien niet de grootste, maar
toch een der grootste is die man ge-
wees-.. die man, die u gisteravond ver
volgde. Misschien deed ik beter u niet
te zeggen, wie hij is. Het is geen prettig
verhaal, en ik zou het niet gaarne ver
tellen: maar hij is een bloedverwant van
mij. En er is iets eigenaardigs in onze
familie. Byna alle «mannen, van ge
slacht tot geslacht, gelijken op hun va
ders. He; Ls een vreemde eigenaardig
heid van de Powers. Het familietype is
sterk, het komt altijd weer te voor
schijn".
..Dat weet ik", fluisterde Esmée onna
denkend.
„Hoe weet u dat?"
„Ik hoop. dat u het niet kwalijk zult
nemen. Mrs. Neale vertelde het mij. toen
zij mij eenige portretten in de portiers
woning liet zien. En gisteren, in de mu
ziekkamer, toen de piano gestemd werd.
wees zy mij uw familieportretten, die
van u en uw vader en al uw voorouders".
Het meisje huiverde licht, want dc
woorden van Mrs. Neale schoten haar
weer te binnen: „Zelfs „hij" zou zoo iets
niet kunnen doen!"
Nu werd het Esmée plotseling duide
lijk. wie met oen revolver op die twee
portretten had geschoten, wie een ko
gel door het hart van den vader en
dc oogen van den zoon had gezonden.
Afgrijselijk! Meer dan ooit was zij nu
overtuigd van een bijzondere beteekenis
van die daad. „Het hart van den vader
zal worden doorboord, door de oogen
van den zoon te kwetsen", waren de
woorden, die haar door het hoofd gingen.
„Natuurlijk neem ik het niet kwalijk",
zeide Power. Het is heel goed. dat u
weet, hoe wü Powers allen naar het
zelfde model zijn geschapen. Maar er is
éen, die tot ons behoort cn toch ook
weer niet Hij heeft geen recht op on
zen naam. noch op iets van het onze,
en hij heeft sommigen van ons gehaat
met een bitterder haat dan ik kan be
schrijven. omdat hU dat recht niet be
zit. Nu ben ik de eenige. die van onzen
tak is overgebleven. Ik reken myn ne
ven in Ierland niet mee. Dat zijn verre
verwanten. Zij weten niets van het be
staan van dien man. en hij bekommert
zich niet om hen. Zijn aandacht is al
leen op mij en op Cannon Wood gericht.
Hij denkt, dat hij een ernstige grief
heeft tegen twee van ons Powers. Of
hy dat werkelijk meent? Ik weet het
niet! In elk geval, hU is er in geslaagd
zich te wreken voor gewaand onrecht
door een reeks speldeprikken. Dat. is
eigenlijk een te zacht woord er voor. Men
kan sommige eerder dolksteken noemen.
Ik heb myn levensplan meer dan eens
moeten veranderen om dien kerel. Niet
omdat ik bang voor hein ben. Er is geen
enkele reder., waarom ik hem zou vree
zen. zelfs als ik een lafaard was
dat ben ik niet. naar ik hoop. Toch
dat het geval. Het was bij voorbeeld ge
deeltelijk om hem. dat ik de laatste
maal zoo plotseling naar Engeland
kwam en mij te Cannon Wood vestigde
Het was niet om hem. dat ik Italië ver
liet. dat kan ik hem niet ten laste leg
gen. Maar er zijn andere streken, waar
aan ik de voorkeur zou hebben gege
ven boven Cannon Wood, eer ik wist.
dat ik tot blindheid gedoemd was'.
„Amerika, bij voorbeeld, waar Miss
Harford woont", vulden Esmée's gedach
ten aan. Maar zij sprak ze niet uit
..Zooals de zaken nu staan", gir.t
Power voort, „doe ik misschien het
beste hier te blijven. Maar daarom dank
ik den man niet. die mij gedwongen
heeft, hier te komen. Hy wordt veron
dersteld nu In Zwitserland te zijn, maar
ik dacht wel. dat hU daar niet geble
ven was. Hy is een bewegelijk en ruste
loos mensch. Ik begreep wel. dat Zwit
serland te rustig en klein voor hem was
om er lang te wonen. U hebt zelfs eer.
brief voor mij geschreven over hem aan
een zaakwaarnemer, die daar op hem
zou letten. De naam, waarop hij recht
heeft als hij recht heeft op een
is Rudolf Silvers".
„Ik herinner mij den brief", zeide
Esmée. „U had het mij niet behoeven
te 2eggen!"
..Wel, ik weet nu niet alleen, dat hij
niet to Zwitserland is. maar ook onge
veer. waar hij is. Dat zal niy wat geld
besparen!" Power lachte bitter. „HU is
een geboren oplichter. Maar het is hem
bij mij niet gelukt. Ik zend hem geld.
als hU zich voor het uiterlUke fatsoen
lijk gedraagt, of als hU in gevaar is.
niet omdat ik bang voor hem ben. maar
omdat ik nu. omdat het tegen mijn
gevoel strüdt den kerel van een ander
aalmoezen te zien aannemen.
Al zUn oneerlijke praktUken züo nog
slecht afgeloopen. zoovel voor hem als
voor de meeste daarir. betrokken per
sonen. Na zijn aanval verleden r.acht op
u weet ik. dat hij nooit meer een cent
var. mij krijgt om hem te bewaren voor
armhuis of gevangenis...."
HU haat u!" riep Esmée uit. Ik wist
niet. dat een menschenhart zooveel
haat voor een ander kon bevatten".
„En u hebt r.og maar éen bewU-s
daarvoor!" zeide Power. .Er zUn meer
geweest en er zullen nog wel meer ko
men". voegde hU er grimmig bU-
..Ik weet van meer dan een bewijs",
waagde Esmée.te zeggen. „Misschien
zelfs van twee. Zal ik u datgene ver
tellen, waarvan ik zeker ben? BU in
stinct zeker. begrijpt u!"
„Ja", antwoordde Power kortaf, „ver
tel het mU".
Esmée vertelde hem toen van de por
tretten in de muziekkamer. Maar m.j-
schien weet u dat al?" zeide zu.
(Wordt vervolgdj.