HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN STADSNIEUWS FLITSEN FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN ESMÉE DINSDAG 22 MEI 192S DERDE BLAD No. 3765 IS ER IN ITALIë GEEN OPPOSITIE? Toen Mussolini pas als dictator opge treden was konder. wy van reizigers in Italië verrukte verhalen hooren over de verbeteringen die zy er hadden opge merkt. De knoeierijen en afzetterijen van kruiers, koetsiers, chauffeurs en dergelijken. waarvoor het Xtaliaansche volk berucht was geweest, kwamen niet meer voor en wanneer nog eens een en kelen keer een vreemdeling woorden kreeg met iemand die hem, meende hij, wou afzetten, dan kwam plotseling ais uit den grond een geheimzinnig perso nage oprijzen, dat liet geschil ten gun ste van den vreemdeling beslechtte en den afzetter, die plotseling nederig ge worden was. heenzond. Het heette, dat het gezag van Musso lini en eenige geheime agenten van po litie dit wonderwerk samen tot stand brachten. Later hoorden wij daar zoo niet van of kregen wij den indruk dat telkens dezelfde verhalen, wat opge- frischt, ons werden meegedeeld. Naar het schijnt heeft de suggestie nu uitge werkt of vinden Mussolini en zijn re- cherohèurs het niet noodig meer, de gunstige opinie van de vreemdelingen te verwerven: althans, nog pas hoorden wij van een Hollander die in Italië ge reisd had en al die afzetterijtjes had on dervonden: te hoog tarief berekenen, te weinig geld teruggeven of twee man te laten optreden voor werk, dat één ge makkelijk aan kon. Met de laatdunkende houding die Mussolini tegenwoordig aanneemt, komt dit volkomen overeen. Het succes stijgt hem blijkbaar naar 't hoofd. De taal in zijn redevoeringen over de vreemdelin gen komt toerop neer: „wij hebben ze niet noodig. Italië is zichzelf genoeg". De wet, waarbij buitenlandsche jour nalisten, die in lnm blad het fascisme en zijn schepper bestreden hebben, be dreigd worden met bestraffing door den Italiaanschen rechter zoodra zij de grens overschrijden en dus binnen diens bereik komen, die wet is een staaltje van deze airogante houding tegenover het buitenland. Het gaat Mussolini als iederen anderen alleenheerscher: na dat gelukkige omstandigheden (in dit geval het onderdrukken van anarchis tische en communistische relletjes) hem op het kussen gebracht hebben, ver liest hij alle begrip van maat en beper king en graaft ijverig aan zijn eigen graf. Voor ons vreemdelingen is dit niet hinderlijk. Wij hebben maar alleen uit Italië weg te blijven. De wereld is voor den toerist groot genoeg. Erger is het voor de eigen landgenooten, die zich met het dwang-régime niet vereenigen kunnen en toch moeten zwijgen, omdat de vrijheid van sein ij ven en spreken in Italië is afgeschaft. Wat wij uit dat land hooren (beter gezegd wat men ons daar voorzet) zou den indruk geven van een onverdeeld volk, gezamenlijk optrekken de voor de glorie van het fascisme de waarheid zegt James Waterman Wise in het tijdschrift The Century, is heel anders. Aanvankelijk had deze Amerikaan zelfs onder de jongelieden die hij in Italië ontmoette, algemeene instemming met het fascisme ontmoet, maar later toen men begreep dat hij geen spion was in dienst van het fascistisch regi me. verdween veler terughoudendheid en ontvouwden jonge Italianen het ver haal van wat zij gevoelden als de droe vigste demoralisatie, die een groot volk ooit ondervonden heeft. „Ik zag", zoo schrijft Wise, „dat het masker van te vredenheid op het gezicht van de Ita- liaansche jeugd, dikwijls een mengsel van droefheid en woede verbergt". Zij vertelden hem, dat wanneer hij ooit schreef over wat hij in Italië ver nomen had, het voor hen zelfs onveilig zou zijn om brieven van hem te ontvan gen. En noemde Wise hun namen of duidde hij die op eenige wijze aan, zelfs :n een artikel dat enkel maar in een Amerikaansch tijdschrift verscheen, dan zouden de gevolgen voor hen noodlottig zijn. Stellig zouden zij gevonnist worden dooi- een fascistische rechtbank, die iedere maand honderden politieke oppo santen naar een Siberië zendt in de Middellandschc Zee, zonder de schijn van een wettig proces. Zelfs zou hun lot zeer goed erger kunnen zijn: een aanval op hun persoon en hun woning, met de waarschijnlijkheid van een plot- selingen en hevigen dood. „Ik heb in boekhandels gezeten, die geplunderd waren om een anti-fascistische opmer king, ik ontmoette jongelieden, dien men een arm of been gebroken of een gat in het hoofd geslagen had. omdat zij bekend stonden geen geestdriftige, luidruchtige verdedigers van fascisme te zjjn". Deze schrijver heeft van hen verno men, dat niet meer dan een vierde van de veertig millioen bewoners van Italië inderdaad sympathiseeren met de be doelingen en methoden der Fascisten. Aan den anderen kant erkennen de Fas cisten, wanneer hun daarnaar gevraagd wordt, dat deze groepen van opposanten bestaan, maar beweren dat dezen een gering gedeelte van de bevolking verte genwoordigen. Dat de waarheid er gens tusschen deze twee uitersten in ligt is waarschijnlijk, hoewel het onmo gelijk is met zekerheid te zeggen, waar zij precies gelegen is. Veel belangrijker evenwel dan het aantal van deze jonge dissidenten is de aard van hun meening over het fas cisme. „Ik vond", zegt Wise, „dat d:e volstrekt niet geïnspireerd en geleid werd, als zoo vaak door fascisten be weerd wordt, door bolsjewisme, noch door de oppositie van onpractische fana tici en theoretici". Integendeel ontsprong zij uit de beginselen, waarop het fas cisme berust. Deze zijn wetteloosheid en opportunisme, waaruit naar de overtui ging van deze jongelieden geen goeds kan voortkomen. De vele stoffelijke voordeelen van fascisme beschouwen zij als even zoovele fooien, waarmee het tracht als alle vormen van despotisme in het verleden hebben beproeven te doen, de toestemming van het volk te koopen voor de besnoeiing van hun vrij heid. Deze beperking heeft, dat gevoelen zij, reeds geleid tot het verstikken van allen echten aandrang naar artistieke en intellectueele schepping. Wat ontstaat onder voorwaarden van censuur en toe zicht is zonder artistieken vorm en zon der eohte inspiratie. Nationale cultuur, meenen zij, kan niet bloeien in een at mosfeer van wantrouwen en achterdocht. Spionnage en vervolging zijn onver- eenigbaar met de vrije uitoefening van het scheppend genie. Hoe langer iemand in Italië vertoeft, gaat de schrijver van het artikel voort, des te beter herkent hij die. Als een be wijs daarvan noemt hij een bezoek, dat hij bracht aan Professor Guglielmo Ferrero, een internationaal bekend ge schiedschrijver. „Er was mij verteld, dat Professor Ferrero geen sympathie koester de voor fascisme, maar toen de auto waarin ik een uur lang het vreedzame landschap had doorkruist vlak buiten Florenoe, het gehuchtje van Strada in Chianti naderde, was ik niet weinig ver wonderd een afdeeling soldaten op wacht te zien rondom de woning, die ik wensch- te te bezoeken. Nadat de chauffeur wat ondervraagd was door de wacht, was het mij vergund binnen te gaan. Professor Fer rero ontving mij, hoewel mij aangera den was, niet vooraf belet te vragen. Toen ik er mijn verwondering over te kennen gaf, dat zijn huis aldus bewaakt was. antwoordde hij mij alsof dit van zelf sprak, dat hij al langer dan twee jaar aldus bewaakt werd, dat hy nooit kon uitgaan zonder te worden gevolgd en dat geen brief of boodschap zijn huis ooit ongeopend inkwam of verliet. Zelfs zijn vrouw, een dochter van Lombroso en zijn kinderen, waren aan dezelfde beperkingen blootgesteld. Ik veront- derstel, voegde hij er met een somberen glimlach bij, „dat ik nog gelukkig ben, dat my zulk een mooie gevangenis toe gestaan is". Wise voegt er natuurlijk bij, dat Pro fessor Ferrero hem machtigde zijn naam te noemen en precies te zeggen en te schrijven, wat hij gezien had. (Ik doe daarbij opmerken, dat dit eenigs- zins in tegenspraak schijnt te zijn met de groote vrees, die de jonge opposan ten tot hem hadden geuit over de moge lijkheid, dat hun namen bekend zouden worden). Op de vraag van den schrijver naar de eden van zijn vijandigheid jegens fas cisme, antwoordde Ferrero in hoofdzaak dat het is de onmogelijkheid van een goede regeering, die de hoeksteenen van het politieke leven van een volk zoekt In over-centralisatie van macht en ver antwoordelijkheid, liever dan in ver deeling daarvan. „In den modernen staat", soo verklaarde hij. ,.is het nood lottig om aan één mar. of zelfs aan een handvol menschen de volledige macht en de algemeene verantwoordelijkheid toe te vertrouwen, zelfs wanneer deze menschen allen genieën zouden zijn, hetgeen in het hedendaagsch Italië vol strekt niet altijd het geval is". Omtrent de fascistische theorie, dat de wet bp zichzelf van geen belang is en dat de regeering vrij moet zijn, daar boven uit te gaan, wanneer de macht hebbers dat !r. 's ïar.ds belang achten te zijn. verklaarde Proffesor Ferreco. dat deze leer geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke fascistische theorie: dat het fascisme daaruit niet gegroeid was. maar dat zijn leer ontwikkeld was uit fascistische noodzaak. Alleen wanneer constitutioneel verzet te sterk werd om te overwinnen, verklaarde het fascisme dat constitutie en wetten niet van fun damenteel belang waren en mochten worden afgeschaft bij den wil van de regeerende groep. Tot zoover het artikel van Wise, waar aan ik natuurlijk slechts een en ander heb kunnen ontleenen. J. C. P. CHR. METAAL- BEWERKERSBOND. JUBILEUM AFD. HAARLEM. Na de af deelingen Leiden en Hilver sum, mocht de afdeeling Haarlem van den Chr. Metaalbewerkersbond in Ne derland haar 25-jarig bestaan herden ken. Zaterdagmiddag hield het bestuur der jubileerende afdeeling in het gebouw der Haarlemsche Jongemannenvereeni- ging een druk bezochte receptie. Over gebrek aan belangstelling had de afdeeling niet te klagen. Dat bleek dui delijk. Verscheidene fraaie bloemstuk ken waren gezonden. We noteerden van het hoofdbestuur van den Bond. van de Feestcommissie, Van de afdeelingen vair den Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel, den Ned. Chr. Gra- fischen Bond, den Ned. Ohr. Bouwvak arbeidersbond en van den Ned. Chr. Bond van Personeel in Publieken dienst. Gelukwenschen werden aangeboden door afgevaardigden van de Chr. Sociale Bonden en van de Ciir. vakorganisaties te Haarlem. Door den voorzitter werd medegedeeld, dat was ingekomen een brief van B. en W. van Haarlem, inhou dende bericht van verhindering en woor den van gelukwensch met het jubileum der afdeeling. Nadat de heer F. Eikerbout de geluk wenschen van het hoofdbestuur had overgebracht, sprak de heer W. F. Bee- remans namens de afdeeling van Patri- Ynonium. De heer J. Visser voerde het woord namens het hoofdbestuur van den Chr. Nat. Werkmansbond en als lid van den gemeenteraad. Nadat een der afge vaardigden van den Ned. R.K. Metaal bewerkersbond had gesproken, brachten verder hun gelukwenschen over afge vaardigden van verscheidene Chr. vak organisaties en van de afdeeling van den Alg. Chr. Ambtenaarsbond. Ten slotte werd nog gesproken door den heer D. Hogenbirk Jr, den tweeden voorzitter van den afdeeling van den Bond van smedenpatroons. Des avonds had in hetzelfde gebouw een feestvergadering plaats. De voorzitter, de heer J. H. Niemölle- opende haar met gebed en met een woord van welkom te richten tot de aanwezige hoofdbestuurders. tot den heer M. de Braai en met dank te bren- ge,n aan de feestcommissie voor haar arbeid. Het ensemble Hogenbirk bracht ver volgens een Marsch ten gehoore en me], de Vries zong eenige liederen waarna het woord was aan den heer M. de Braai. De heer De Braai zei dat er vreugde in zjjn ziel was, gedachtig aan de dagen van de oprichting van den Bond Het was in het jaar 1903 in een tyd van groote geestesspanning. De afdeeling werd in het huis van spr. opgericht, zoo verhaalde hy, met 7 le den. Het was een klein begin. Maar er werd 'n daad mede gesteld. Hij vertelde veel bijzonderheden uit den tijd der op richting van de afdeeling en deed uit komen hoe de afdeeling de eerste jaren van haar bestaan met allerlei moeilijk heden had te worstelen. De afdeeling zag haar ledental groeien: ze is volgens spreker ten zege VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1208 DE WERELD OP HAAR ERGST De ongedurige „blinde", die alle handen wil zien, aan de draadlooze morrelt, op de piano tokkelt, een grap vertelt en verder alles doet om het spel op te vroolyken. (Nadruk verboden). Verder werd gesproken, na declamatie van den heer P. Schipper, door den heer F. Eikerbout, den Bondsvoorzitter. Spreker bracht hulde aan den heer M. de Braai voor het werk der oprichting van de afdeeling en aan mevrouw de Braai, die haar huis als vergaderplaats had afgestaan. Het overige gedeelte van den avond was gewijd aan muziek en zang. Voorts werden nog een paar filmvoorstellingen gegeven en vertoond een pantomime. „Bij den tandarts". Aan den heer Nie- mölier werd als blijk van erkentenis voor alles wat door hem voor de afdeeling is gedaan een zilveren couvert aangebo den en aan zijn echtgenoot bloemen. De feestcommissie had voor een afwis selend en aardig progranvna gezorgd. HAARLEMSCHE EN NEDERLAND - SCHE MEISJESCLUBS. Men schrijft ons: Evenals andere jaren hebben weer een paar honderd meisjes een uitvoering voorbereid van de Haarlemsche Meisjes- Clubs en Ned. Meisjes Clubs. Woensdag a.s. kan men in de Gem. Concertzaal een demonstratie zien van 't clubleven, zooals dat in clubhuis en gymnastiek zaal alle weken door vele meisjes mee gemaakt wordt Dit jaar zullen de drie hoekmeisjes van Bloemendaal en ener veer. voor 't eerst meedoen. „Kabouter tjes" en „streepjes" zullen spelen laten zien en versjes zingen. Leden van de gymnastiekclubs zuilen o.a. werken aan brug en paard en de driehoekmeisjes zullen iets laten zien van hun practi- sche clublcven. Reidansen en volksspe len zullen met muziek en zang vroolijk- heid aan den avond geven. Ieder die belang stelt in de jeugd en speciaal in christelijk jeugdwerk zal van dezen avond kunnen genieten. Zijn er jonge meisjes die met haar vrije avonden geen raad weten, dan kunnen zij Woensdagavond met verschillende clubs kennis maken. Aan 't slot van den avond zal een .kampmoment" een indruk geven van een gezellig oogenblik van 't kampleven als de taptoe gezon gen wordt. Vyf keer is er reeds een jaarlijksche uitvoering gegeven en alle jaren was de zaal bijna uitverkocht. Niet alleen in Haarlem, maar ook over 't geheele land breidt het. werk der driehoekmeisjes zich steeds uit. In 15 plaatsen zijn reeds afdeelingen van de N. M. C. Deze uitbreiding is niet te ver wonderen daar 't een jeugdwerk is dat zich zooveel mogelijk aansluit aan de mentaliteit van de tegenwoordige meis jes. GEVONDEN DIEREN EN VOOR WERPEN. Terug te bekomen bij: J. v. d. Kamp, Jan Steenstraat 44. armband W. de Jong. Wilhelminastr. 15, bril in étui. M. van Dam. Diederik- straafc 10. broche. Kruyf, Magdalena- straat 20. dameshandschoen. Voshard, Karolingenstraat 56. keeshond, ge bracht naar Kennel .Fauna''. Nopol, Lange Veerstraat 18. haarvlecht. H. J Jorens. Pastoorstraat 27. Santpoort, autoiantaarn (achterlicht). G. Castri- cum. Tetterodestraat 100 knipmes. H. II Scholten. Vooruitgangstraat 115, olie- spuitje. De Wilde, Zuid Polderstraat 55. portemonnaie m i. J. M v. Donselaar. Parklaan 62. idem. J. v. d Meulen, Ipen- straat 26. radiospoel. S. Bontjema, Al- lanstraat 69. rozenkrans. T Wieringr.. Klarenbeekstr. 34, rijwielbelasrmgir.crk in étui. P Konings. Gen. de Ia Rey- straat 97. idem Politiebureau. Sm ede- straat, rijwiel. L.v. d. Klagt, Emostraat 29, zweep. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 CENTS PER REGEL. TRANSPORTCOLONNE „ROODE KRUIS", Een oefening. De Transportcolonne van de afd. Haarlem er. Omstreken \an het Roode Kruis hield Zaterdagmiddag een oefe ning op dc terreinen van de ruïne van Brederode. 't Is half drie. Buiten het gewone va-ct-vient van dagjcsnicnschen een stoet mannen en vrouwen, gedeeltelijk in uniform, met veel materiaal. Daar komt de nieuwe brancard a2n, getrok ken door een wielryder De leider, de heer De Kort, verdeelt zijn mannetjes en stuurt de patiënten het oude slot in. elk met een etiquet om den arm. Lachend verdwijnen cie gewonden over het smalle bruggetje, Ditmaal zijn het vooral brandwonden, die verzorging vragen. Want de statige ruïne, die de eeuwen langs haar bouwvallen heeft zien trekken, moet het gedoogen dot zij een chemische fabriek voorstelt, die i:i de lucht is gevlogen. Nu wachten de slachtoffers. Ook een drenkeling, die in het water is geslagen. Rappe handen haasten zieh hem te helpen. Elders een gebroken been. ver der stakkers met brandwonden aan hoofd en beenen. Een paar gewonden moeten van de hoogste verdieping langs de steile wen teltrap naar beneden gedragen worden, wat inspanning en groote voorzichtig heid eischt. Maar het lukt. Alles lukt. En daar liggen allen naast elkaar, vei lig, met een troostende reep. Een mi niatuur hospitaal Voorzichtig worden de brancards op genomen en over de brug gedragen, die geoefende handen in een minimum an tijd over de gracht hebben ge bouwd. Daar wacht een houten stellage, een box. en hier kunnen vier gewonden in opgenomen worden. De box behoort dan op een boerenwagen geplaatst te worden. En hiermee is de oefening af- geloopen. Er was belangstelling genoeg, zooals te begrijpen is! EXCURSIE NAAR IJMf 'IDEN Dc timnu-Ücdcnvcrcea'g n j '"trs- ilc/in IhciO" villier, houdt a.s. /.utvr» liitjmiddaz 2c Mei ecu excursie naar l.'truiacn. rij zal daar o-j sluiswerken bezichtigen onder dcskund;ge 1c:» cing van den buitengev. opzichter, den lieer B. Makkcling. ..KUNST ZIJ ONS DOEL". In dc tentoonstellingszalen van het Teekcncollcgc ..Kunst zij ons Doel" (Waaggebouw, aan het Spnarnc) wordt Zaterdagmiddag a.s. een ten. toonstelling van werken der leden gehouden. De tentoonstelling zal geopend blij' ven tot en met 10 Juni a.s. TEGEN BELOONING OPSPORING VERZOCHT. Namens de recherche te Essen ver zoekt de politie te Haarlem opsporing van een viertal personeu verdacht 5 Mel 1028 's middags kwart voor eenen gemaskerd te zijn binnengedrongen in het bijkantoor der Deutsche Reichsbank tc Gladbcck, en daar uu de kas te heb ben ontvreemd 56-375 R.M. Alle ver dachten zijn uit Essen afkomstig, en thans voortvluchtig, de signalementen luiden: 1. Wilhelm Hühsche. koopman, gebo ren 1 Maart 1903 tc Buer. lang j.o9 Mslank, blond haar met scheiding, geen baard, ziekelijk uiterlijk, ongaaf gebit, en in 't oog loopend kleine tan den. kuiltje in de kin. naar bulten staande ooren, epilepticus, onrust! go houding. Bezoekt met voorliefde renba nen cn gaat hooge weddenschappen aan 2. Karl Llndemann. blikslager, gebo ren 12 Januari 1904 tc Wolmirsiobcn, lengte 1,65 tot 1 6S M.. lang blond ach terover gekamd haar, smal gezicht, on der een der oogen blauwachtig littee- ken. groote neus. geen baard. 2. Joliann Heidger, arbeider geboren 13 September ]9i>4 te Gelser.kirchen. I.70 M. lang. lang donkerblond achter over gekamd haar. geen baard. frisch uiterlijk, onrustige blik. smalle neus. bil den wortel eenigszlns naar rechts of links gebogen. 4. Heinrlch Heidger. vroeger mijnwer ker, thans chauffeur, geboren 28 Juli 1007 te GelsenkSrchen. ongeveer 175 M. lang. blond haar. van gemiddelde lengte met scheiding, dikke neus. groo te handen, dikke vingers, goen baard De gebroeders Heidger hebben te Essen bij een poging tot hun airestatic een politiebeambte neergeschoten. Z»j zijn in het bezit van possen voor Duitschland en de andere Europeesche staten, uitgereikt op den 2Sstcn. rosp. 29sten Mei 1926 door het Commissariaat van Politie te Essen, geldig tot27. rosp. 28 Mei 1928. De pas van Johann Heid ger is genummerd 3979 cn die van Hcin- rich Heidger 4025. Voor de opsporing en arrestatie van dc verdachten is een belooning van II.000 R.M. uitgeloofd. Ook zijn belooningen uitgeloofd naar aanleiding van een serie roofmoorden en roofovervallen, waarvan genoemde personen verdacht worden. Van even- tueele opsporingen kan men bericht zenden aan de recherche tc Essen. AUTOBUSSEN. Gcd Stoten van Noordholland be» handelden Maandu^morgcn in het openhaar het vir/ock van N. Bruin te Hciloo cn M van Gcclcn tc Dc Bildt om vergunning tot het overdra# gen van den autobusdienst van AJk» maar naar Haarlem cn terug van ccrstgcnocmden aan laatstgenoemd den aanvrager. Er waren schriftelijke bezwaren in» gediend door B. cn W. van Beverwijk cn door enkele nu rijdende autobus» houders. Gcd. Staten zullen nader beslissen (Naar het Engelsch, van C. N. en A, M. WILLIAMSON.) 42) „O. dat was het ook niet. wat hU niet wilde, geloof ik", riep Esmée en hield toen plotseling op. Het was moei lijk een verklaring te geven, zonder haar werk van den vorijen avond te vertel len. Zij had niet eens de camera ge noemd. ofschoon ze overigens het ge sprek woord voor woord had weerge geven. „Wat was het dan?" ondervroeg Power haar verder. „Wat houdt u voor my verborgen?" „Alleen een paar dingen, die ik ik tracht voor u in orde te brengen, op dat. u er gebruik van kimt maken". „Wil u het mij niet zeggen? U weet, kleine vriendin, ik ben blind, of bijna blind: en wij blinden vinden, het onaan genaam. als er iets voor ons verborgen wordt gehouden, zeifs voor ons eigen bestwil". ,R wachtte slechte, tot ih het raad sel zou kunnen oplossen en om u niet voor niets lastig te vallen". „Een raadsel? Heeft dat raadsel Iets te maken met den man, die gisteravond voor Richard Power speelde?" „Misschien wel. Ik ben er nog niet zeker van. U begrijpt, ik wist niet, dat er een man bestond zoo op u ge-, lijkend (en .toch zoo vreesclijk verschil lend van u). Ik vermoedde alleen „U vermoedde alleen wat?" „Dat er iemand zou zijn". ..Wat deed u dat vermoeden?" Esmée dacht snel na. Zou zij Rogers verraden? Neen, neen. dat moest zy niet doen. Er waren redenen, die hem en haar zelve en haar belofte betroffen, gewichtige redenen, om dat niet te doen. Maar er waren andere dingen, die zij kon vertellen. Indien zij. slechts wist, hoe te beginnen en indien zij maar zeker was, haar Graaf Ricardo (nu meer dan ooit haar vriend) niet te ontstem men door haar schijnbare vrijpostigheid! Het was. of hij haar gedachten raadde, want h(j zcide heel vriendelijk: „U vindt het moeilijk een begin te maken?" „Ja", bekende zij. „Nu, Ik kan het u gemakkelijker ma ken", ging Richard Power voort. „Ik kan beginnen met u iets te vertellen. Ik had het u niet willen zegen. Er scheen geen reden te bestaan om met U te spreken over zulk een pijnlijk familie geheim. Maar nu is er een reden. En u weet reeds, dat ik onbepaald vertrouwen in u stel. Dat heb ik u reeds bewezen reeds voor u my van u zelve vertelde, wat mijn blinde oogen niet konden zien. De grootste ramp van mijn leven neen. misschien niet de grootste, maar toch een der grootste is die man ge- wees-.. die man, die u gisteravond ver volgde. Misschien deed ik beter u niet te zeggen, wie hij is. Het is geen prettig verhaal, en ik zou het niet gaarne ver tellen: maar hij is een bloedverwant van mij. En er is iets eigenaardigs in onze familie. Byna alle «mannen, van ge slacht tot geslacht, gelijken op hun va ders. He; Ls een vreemde eigenaardig heid van de Powers. Het familietype is sterk, het komt altijd weer te voor schijn". ..Dat weet ik", fluisterde Esmée onna denkend. „Hoe weet u dat?" „Ik hoop. dat u het niet kwalijk zult nemen. Mrs. Neale vertelde het mij. toen zij mij eenige portretten in de portiers woning liet zien. En gisteren, in de mu ziekkamer, toen de piano gestemd werd. wees zy mij uw familieportretten, die van u en uw vader en al uw voorouders". Het meisje huiverde licht, want dc woorden van Mrs. Neale schoten haar weer te binnen: „Zelfs „hij" zou zoo iets niet kunnen doen!" Nu werd het Esmée plotseling duide lijk. wie met oen revolver op die twee portretten had geschoten, wie een ko gel door het hart van den vader en dc oogen van den zoon had gezonden. Afgrijselijk! Meer dan ooit was zij nu overtuigd van een bijzondere beteekenis van die daad. „Het hart van den vader zal worden doorboord, door de oogen van den zoon te kwetsen", waren de woorden, die haar door het hoofd gingen. „Natuurlijk neem ik het niet kwalijk", zeide Power. Het is heel goed. dat u weet, hoe wü Powers allen naar het zelfde model zijn geschapen. Maar er is éen, die tot ons behoort cn toch ook weer niet Hij heeft geen recht op on zen naam. noch op iets van het onze, en hij heeft sommigen van ons gehaat met een bitterder haat dan ik kan be schrijven. omdat hU dat recht niet be zit. Nu ben ik de eenige. die van onzen tak is overgebleven. Ik reken myn ne ven in Ierland niet mee. Dat zijn verre verwanten. Zij weten niets van het be staan van dien man. en hij bekommert zich niet om hen. Zijn aandacht is al leen op mij en op Cannon Wood gericht. Hij denkt, dat hij een ernstige grief heeft tegen twee van ons Powers. Of hy dat werkelijk meent? Ik weet het niet! In elk geval, hU is er in geslaagd zich te wreken voor gewaand onrecht door een reeks speldeprikken. Dat. is eigenlijk een te zacht woord er voor. Men kan sommige eerder dolksteken noemen. Ik heb myn levensplan meer dan eens moeten veranderen om dien kerel. Niet omdat ik bang voor hein ben. Er is geen enkele reder., waarom ik hem zou vree zen. zelfs als ik een lafaard was dat ben ik niet. naar ik hoop. Toch dat het geval. Het was bij voorbeeld ge deeltelijk om hem. dat ik de laatste maal zoo plotseling naar Engeland kwam en mij te Cannon Wood vestigde Het was niet om hem. dat ik Italië ver liet. dat kan ik hem niet ten laste leg gen. Maar er zijn andere streken, waar aan ik de voorkeur zou hebben gege ven boven Cannon Wood, eer ik wist. dat ik tot blindheid gedoemd was'. „Amerika, bij voorbeeld, waar Miss Harford woont", vulden Esmée's gedach ten aan. Maar zij sprak ze niet uit ..Zooals de zaken nu staan", gir.t Power voort, „doe ik misschien het beste hier te blijven. Maar daarom dank ik den man niet. die mij gedwongen heeft, hier te komen. Hy wordt veron dersteld nu In Zwitserland te zijn, maar ik dacht wel. dat hU daar niet geble ven was. Hy is een bewegelijk en ruste loos mensch. Ik begreep wel. dat Zwit serland te rustig en klein voor hem was om er lang te wonen. U hebt zelfs eer. brief voor mij geschreven over hem aan een zaakwaarnemer, die daar op hem zou letten. De naam, waarop hij recht heeft als hij recht heeft op een is Rudolf Silvers". „Ik herinner mij den brief", zeide Esmée. „U had het mij niet behoeven te 2eggen!" ..Wel, ik weet nu niet alleen, dat hij niet to Zwitserland is. maar ook onge veer. waar hij is. Dat zal niy wat geld besparen!" Power lachte bitter. „HU is een geboren oplichter. Maar het is hem bij mij niet gelukt. Ik zend hem geld. als hU zich voor het uiterlUke fatsoen lijk gedraagt, of als hU in gevaar is. niet omdat ik bang voor hem ben. maar omdat ik nu. omdat het tegen mijn gevoel strüdt den kerel van een ander aalmoezen te zien aannemen. Al zUn oneerlijke praktUken züo nog slecht afgeloopen. zoovel voor hem als voor de meeste daarir. betrokken per sonen. Na zijn aanval verleden r.acht op u weet ik. dat hij nooit meer een cent var. mij krijgt om hem te bewaren voor armhuis of gevangenis...." HU haat u!" riep Esmée uit. Ik wist niet. dat een menschenhart zooveel haat voor een ander kon bevatten". „En u hebt r.og maar éen bewU-s daarvoor!" zeide Power. .Er zUn meer geweest en er zullen nog wel meer ko men". voegde hU er grimmig bU- ..Ik weet van meer dan een bewijs", waagde Esmée.te zeggen. „Misschien zelfs van twee. Zal ik u datgene ver tellen, waarvan ik zeker ben? BU in stinct zeker. begrijpt u!" „Ja", antwoordde Power kortaf, „ver tel het mU". Esmée vertelde hem toen van de por tretten in de muziekkamer. Maar m.j- schien weet u dat al?" zeide zu. (Wordt vervolgdj.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9