OM ONS HEEN FLITSEN HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 13 JUNI 192S No. 3769 DE NENIJTO TE ROTTERDAM. Nu is de bezoeker dan op het terrein. Zijn eerste indruk is gunstig. Van het poortgebouw loopt een lange, breede allee rechtuit naar het groote tentoon stellingsrestaurant, van waar de bezoe kers dus ook omgekeerd een aard:g ge zicht moeten hebben op het poortge bouw. Vlok bij den ingang komt, gewichtig fluitend, de miniatuurtrein aanzetten en stopt aan zijn eindpunt; een grappige reeks van houten wagentjes, getrokken door een klein locomotieïje waarop de machinist wel niet gehurkt zit, maar dan toch zoo benauwd, dat hij denken doet aan den tradltioneelen vader, die zich vermaakt met het speel- gocdspoortreintje van zijn zoontje. Op gezette tijden gaat het spoortje af, op een rondreis over liet terrein die tien minuten zal duren. Het heelt, heel ver standig maar één klasse en het hangt er maar van af, of de reizigers die eerste of derde klasse willen noemen. Zelfs in het eerste geval is het tarief stellig het duurste, dat ooit op een Nc- derlandscben spoorweg heeft bestaan, want het ritje van tien minuten kost vijftig centen. Profeteeren is altijd ge vaarlijk.. maar toch zou het mij verwonderen, wanneer deze spoorweg directie, onverschillig of de lijn een par tlcullere onderneming of door het tcn- toonstellingsbestuur zelf is uitgekocht, niet binnen korten tijd tot "".ariefsvcrla- ging besluiten zal. Op de beide dagen dat ik de tentoonstelling bezocht heb, was het treintje telkens lang niet vol. Wijselijk is het verboden, onderweg op het treintje t,e stappen, want het dingetje zet er een driftig vaarje in, zoodat onderweg opspringen heel ge vaarlijk zou zijn, wel is er gelegenheid om af ic stappen, wanneer dat vooraf aan den conducteur wordt opgegeven, liet tweede gedeelte van het traject, naar den ingang terug, mag men dan ook nog op hetzelfde biljet afleggen, zoodat Vriend Lilliput aldus nog een soort van retourbiljet heeft geschapen. Vier Rottcrdamsche dagbladen zijn Op het terrein present: het Rotterdamsch Nieuwsblad, de Nieuwe Rotterdamsche Courant, het Rotterdamsch Dagblad en de Maasbode, welk laatste orgaan voornemens is, binnenkort een kiosk op het terrein te stichten. De vier voor naamste tentoonstellingsgebouwen zijn A, B, C en D genummerd en twee aan twee achter elkaar geplaatst: A en C rechts en B en D links. Ruime, hooge hallen, met vele deuren, zoodat de lucht er behoorlijk kan doordringen, zonder dat, de bezoeker er last van de elemen ten heeft. Dat bleek in de practijk op Zondagmiddag omstreeks drie uur, toen een geduchte regenbui kwam op zetten en de bezoekers dankbaar waren, dat zij er veilig konden schuilen. On geveer anderhalf uur later meldde een nieuwe stortbui zich aan. Gelukkig re- geeren strenge heeren niet lang. Wel dra scheen de zon weer en verspreidden de bezoekers zich weer over het terrein. Toen ik er den eersten keer kwam, namelijk op Dinsdag 5 Juni, ter legenheid van de jaarvergadering van do Nederlandsche Dagbladpers, was het bezoek van het publiek niet groot. Op Zondag was het drukker. Blijkbaar is het tentoonstellingsbestuur vol practi- schen zin, daar de groote hallen, die aanvankelijk des avonds te zes uur ge floten werden, nu openblijven tot ne gen uur. Met het oog op de aantrekke lijkheden van het Lunapark is dat een goede maatregel. Wie Nederlandsche nijverheid wil zien, zal zich liet meest verheugen in zaal A, waar de afdeeling Rotterdam van den Metaalbond haar belangrijke inzending tentoonstelt. Typisch is de maquette van de havens en de havenbe drijven, Wij moeten ons voorstellen, dat wij door de havens heenwandelen. Wie nog nooit den vermaarden tocht per boot door de havens gemaakt heeft, kan daarvan hier een goeden en rolledigen indruk krijgen. „Al deze bedrijven zijn", wanneer men komt uit de Noordzee, zonder het passeeren van sluizen te bereiken", vermeldt de catalogus met rechtmatigen trots. Natuurlijk was het niet mogelijk, om op de maquette de juise verhoudingen toe te passen. „Moge het bezichtigen van de maquette bij de bezoekers den indruk maken, dat de Rotterdamsche bedrijven in staat zijn den ouden Nederlandschen roem te handhaven, n.l. te zijn een wereldcen trum van scheepsbouw en scheepsrepa- ratïe." Dat is juist en daarom is het jammer dat het aanvankelijk plan om do bezoe kers tochten te laten maken door de' havens en bezoeken aan de bedrijven, niet doorgegaan is. 't Zou te vermoeiend zijn geweest, zeggen de ontwerpers en dat is natuurlijk ook waar. Zoo'n rond reis doe je als bezoeker van dc tentoon stelling maar niet even tusschen het ontbijt en de koffie af. Overigens, als ik het zeggen mag, misschien zou het voor Rotterdam beter geweest zijn, alleen die tournee door de haven te maken, bijvoorbeeld op speciale boo ten tot een lage prijs en dan de ten toonstelling achterwege te laten. Maar ze is er eenmaal, de tentoon stelling en we zijn in zaal A. Er is, vooral voor den vakman, heel wat te zien aan die inzendingen van de ha venbedrijven, waar de leek nu zoo heel veel niet van vatten zal. Wat hem het meeste toelacht zal wel de maquette wezen van Wm. H. Muller Co.'s Ne derlandsche Rijnvaartverecniging, met een kolenaak op een Rijn, die in stroomende beweging wordt gehouden naast decoratieve- Rijnxotsen met een romantisch kasteel er boven op. Alleen een Lorelei met hangend haar en een zanger aan haar voeten, die van ,.ich weisz nicht was soil es bedeuten" ont breekt er aan. Maar aanlokkelijker nog is de inzen ding van de stoomvaartmaatschappijen. Ze loopen de hutten in en uit, de dames en heeren, bewonderen de luxe salon netjes en de keurige badkamers en vragen elkaar af, wat zoo'n apparte ment van die vertrekken wel kosten zou. „Een stuiver voor je gedachten", zeggen de Engelschen tot elkaar, maar bij die bezoekers is geen stuiver noo- dig. Je weet precies wat zo denken. Pre cies wat, jezelf denkt. Kon ik maar eens zoo'n zeereis in een keurige omgev.ng maken, met geld genoeg op zak en een poos afscheid nemen van den vasten wel met zijn dagelijkschen rompslomp en kleine zorgen en vervelende menschen! Een paar minuten lang werkt je fanta sie en dan krijg je een duw van een be zoeker, die ook wel eens de dingen van nabJJ bekfjken wil en je keert terug tot de werkelijkheid van het alledaagsche en bedenkt, hoe je ook op zee en in vreemde landen je eigen onbevredigd heid meebrengt, die veel meer dan an dere menschen, de ooi-zaak van je ver drietelijkheden is. Je gaat verder en staat op eens voor de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij, de Inzending van 's Rijks Studiedienst voor Luchtvaart en die van het Meteo rologisch Instituut, een trio, dat nog wei niet heelemaal zoogoed te vertrou wen is als een goede maildienst, maar toch bijzonder prikkelend voor de far», tasie. Zou de tijd nog eenmaal aanbre ken, dat je in een vliegtuig stapt als nu in een electrischen trein? Ach, waarom niet! Nog geen eeuw geleden waagden 'onze voorouders zich in het eerste trein tje van Amsterdam naar Haarlem en werden bij het uitstappen aangekeken als roekelooze avonturiers, terwijl we nu al Voor mijn gevoel is de stoomtrein nu al een ouderwetsche geschiedenis ge worden. 'k Trof het slecht toen ik van Haarlem naar Rotterdam ter Nenijto ging met den sneltrein van 13.35, want 'l was een stoomtrein. En nog wel een trein van wagens met zijgangen, een maal het non plus ultra van gemak op reis. Maar vergeleken met den electri schen wagen leek de coupé een nare, smalle doos, met vettige kussens (van de kolensmook) en het geknars van de over elkaar schuivende platen van de harmonica-verbinding bijna onverdra- gelijk. Hoe snel leven wij toch! En waarom zouden onze kinderen het da- gelijksche comfort van de- vrij zweven de: luchtreis niet genieten? Maar laat ons uit het rijk der fanta sie, ginds hoog boven in de wolken, terugkceren, op den beganen grond van hal A, waar je als kleine mensch zoo genoegelijk kunt schuilen onder de reusachtige schroef van den ijsbreker, die in Rotterdam gebouwd werd voor het hooge noorden en die ons in eens weer denken doet aan Nobile en zijn Poolvlucht kjjk, daar zijn wij toch weer aangeland bij de vliegtuig-fan tasie, Maar voordat we hal A gaan verla ten, moeien wij nog even een kijkje nemen 111 de bioscoop-zaal. die een complex van twee zalen is, die door de plaatsing van het filmapparaat ge scheiden zijn. Daar worden op vaste uren films afgedraaid van industrieele ondernemingen en 't kost den bezoeker niemendal, In afwachting v&n het klok je van drieen zitten er al een stuk of wat menschen op de stoelen en Ik zou er bijna bij gaan zitten, wanneer ik Juist bijtijds nog bedenk, dat de zon op de terreinen lokt en dat ik de zalen C en D nog zien moet en zooveel andere dingen op de tentoonstelling en dat de film niet wegloopt. Stilletjes schuif ik weg langs den rug van den suppoost, op hoop dat hij mij niet zien zal heb ik niet zooeven, met een stem vol belang stelling, gevraagd r.aar het uur van be gin van de voorstelling? Dus nu naar zaal B (waarom toch dat Dultsche „hallen?") waar snorrende motoren lokken. Want dit is zeker: het aantrekkelijke van inzendingen op ten toonstellingen is, dat ze bewegen. Daarover in een volgend artikel. J. C. P. IN DE DRIE ARENA'S. WAT IN CIRCUS STRASS- BURGER TE ZIEN IS. Het lot brengt een journalist soms tot de eigenaardigste menschen die er op deze wereld rondloopen. En zoo geviel het, dat wij eens enkele uren lang tus schen hokken en kooien ihet allerlei brullend en loeiend gedierte in het ruim van een vrachtboot praatten met een van Hagenbeck's olifantenjagers, een ge wone Laskaar diie ergens -in de buurt van Khendi op Ceylon thuis hoorde. In de schemerige ruimte vol geluid en warme „geuren" van dieren, vertelde hij behalve over zijn leven ook over het Circus en, waar deze man reeds lang voor den oorlog telkenjare de d jungle in trok en daarna met gevangen dieren naar Europa ging, ken hij ons verhalen over den ontwikkelingsgang van het Circus in enkele decennia. Het circus van dezen tijd, noemde hij een kruising tus schen paardenspel en variété. En- met deze paar woorden wordt ook juLst het Circus Strassburger gekarakteriseerd. In den morgen zagen we hoe langzaam aan de tent gebouwd werd. Rreed-uit lag het linnen om de masten, dan rees het op, werden palen onder de zijkanten ge zet. De banken kwamen er in en onder toezicht van de acrobaten werden dunne staaldraden gespannen, kwamen trapezes te hangen, juist waai- ze zijn moesten. E-n weinige uren later verdrong zich reeds een menigte voor den Ingang, vul den de banken zich. Even precies als alles gegaan was, be gon juist om acht uur de voorstelling, die", laten wij dit direct zeggen, buiten gewoon was. Bestaat Circus Strassburgér dan uit een mengeling van Variété en Paarden spel, dus uit twee oude dingen,, toch is er veel nieuws. De clowns zijn geluk kig eens anders dan anders, ze ver schijnen slechts nu en dan, dagen op van een kant. waar je ze totaal niet ver wacht en verkoopen geen afgezaagde moppen. Zooals de clowns behooren bij het paardenspel, zoo zijn er natuurlijk ook de'paarden. Wij zien hier zwaar-gebouw- d-e hengsten op wier ruggen allerlei toeren worden uitgevoerd, een stel Li- pizaner's pirouetteert en geeft enkele mooie staaltjes van caroussel-werk te genieten, evenals de kleine, nijdige po- nies. Het hoogtepunt bereikt dit deel van het programma echter in de scène, waar in enkele tientallen paard-en in een arena tusschen elkander door draven en een groote en grootsche groep vor men rond den dresseur. De wilde-beesten groepen zijn als ge woonlijk: leeuwen. ijsberen, bruine beren welke laatst-en op rolschaatsten en op fietsen rijden met hun temmer; Zebra's die 'toch zoo heel moeilijk te dres- seeren zijn, geven enkele proeven dat er met veel geduld toch wel iets te be reiken valt, Guanaco's een soort lama springen over hooge hindernissen en „kapitein Nan-sen's" zeeleeuwen zijn zoo wel vermakelijk als bewonderenswaardig wanneer ze balanceeren en ballen, ter- wereld. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1224 HORREN INZETTEN Vadier deelt mee dat hij voor het eten nog even de horren zal inzetten dat duurt geen vijf mi nuten besluit te beginnen met I de keuken, maar vindt alle horren behalve die van de keuken ontdekt er een met ge- heimateinige feekens, dC-: zal het wel zijn de hor is veel te klein en valt uit het raam vindt een groot-ere zon der fceekens en beseft d-at diie het moet zijn komt tot de conclusie dat die een paar centi meter te groot is bevestigt deze hor ten slotte in het raam pp het. bov-sn portaal en heeft na deze inspan ning genoeg van alles wat hor heet en staakt de werkzaamheden weer voor een maand. (Nadruk verboden). wijl het felle licht dan vreemd© glan- zenn op hun natte lijven -toovert. Ook de toeren die de olifanten doen zijn zeer interessant, tot slot neemt onder dccdsche stilte een van hen een circus man bij diens hoofd in den bek om hem zoo achter de schermen te brengen. De twee giraffes die wel vijftien maal ach ter elkaar hun kop omdraaien, zender dat hun halzen in een onontwarbaren knoop geraken, bezorgen ieder een paar allergen-oege-lijkste oogenblikken. Wat die andere helft, het variété- deel betreft, dit ,ls ten opzichte van enkele nummers niet geheel nieuw meer, ten opzicht© van andere echter „fabel haft". Angstig ziet een ieder naar den nok van d© tent als zonder net trapeze- acrobaten hun dolle kunsten maken, la ter geven de Acht Urmann's met hun „DoppelikreuK.fi/ug" momenten van heerlijke sema-Ö<\ En heel in 't begin van de voorstelling zaten drie heeren op een stoel -die met één poot op een wiebelende trapeze „stond" een ciga- retja te rooken en Haarlem's Dagblad te lezen. Maar de groote nummers blijven tot- het laatst bewaard: de Koreanen op hét slappe koord, de Chineesche vuur eters en goochelaars, de levende Egyp tische pyramid e. En er is een Oosler- sche optocht met witte zebu's, harem- dames, Cliincezen, kam-eélen, zebra's, ruiters en aan 't einde óók Oostersch de koopman met zijn lastezeltje dat natuurlijk niet- 1 ooien wil. De drie arena's van het circus zijn na de pauze tot één groote samenge trokken. die een lengte van ruim veer tig meter heeft. Daar draven de Hon garen in wilden galop op hun prachtige paarden en worden de Romeinsclie wa genrennen gehouden. En dan wordt het kanon de arena bin nengereden, opgesteld, gericht. De span ning stijgt, het levende projectiel wordt in de loop geschoven, nog eenige toebe reidselen. de muziek zwijgt, de spanning is haast tastbaar Dan een geweldige knal. een huivering en even later buigt onder stormachtig applaus de man die zoo juist twintig meter ver is wegge schoten voor het publiek. Dat deze sen satie mint. Het v/as een voorstelling die af was, alles paste in elkaar, geen halve mi nuut werd verloren, je had oogen te weinig om alles te zien wat er in de drie arena's geschiedde. Het is Dui-tsche nauwgezetheid, ge paard aan den wil om iets goeds, iets heel goeds te geven, die Strassburgér maakt tot een der beste circussen ter INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. BIJ IEDER GESPREK OVER BROOD ROEMT MEM ARR'S OUTBROOD INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. KËLLËR &MACD0NALÖ Haarlem 6 N. S. F. Radio - Specialiteiten, HET PROVINCIAAL WATERLEIDINGBEDRIJF DE TOENEMING. Dr. Th. van der Waerden geeft in het orgaan van de soc.-democratische ge meenteraadsleden een uitvoerige be schouwing van de positie van het Pro vinciaal Waterleidingbedrijf van Noord- Holland. In 1919 besloten de Prov. Staten om het drinkwatervoorziening ter hand te nemen. Van 1 Januari 1020 af heeft het Pro vinciaal Waterleidingbedrijf met groote voortvarendheid en volharding ge streefd naar de vervulling van de hem opgelegde taak: een zoo ruim mogelijke voorziening en een zoo rui/m mogelijk vertakt leidingnet dat de kommen van alle steden, dorpen en voornaamste buurtschappen voor zoover ze daar naar verlangden in de watervoorzie ning zou betrekken. Geraamd werd. dat ongeveer 80 pCt. aller inwoners op die manier kunnen worden bereikt. Dit was een opzet, welks weerga in Neder land niet te vinden is. Nu zou men denken dat de gemeen ten van Noord-Holland met graagte de geboden gelegenheid om zuiver drinkwa ter te krijgen zouden aangegrepen heb ben, en dat een stroom van aanvragen naar aansluiting zou zijn binnengeko men. Het tegendeel is waar. Van een groot verlangen naar duinwater is in den loop van de acht jaar, dat het P. W.-N. werkt, niet veel gebleken, wel van een aarzelend, schoorvoetend mee gaan, na heel veel propaganda van de zijde van het bedrijf, terwijl in verschil lende gevallen niet dan na aanvanke lijke verwerping door gemeenteraden het deel werd bereikt. Zooals hierboven reeds opgemerkt, was de opzet gebaseerd op het voorzien van 80 pet. der inwoners van leidingwa ter, Deze opzet zou op den duur een rendabel bedrijf mogelijk maken. Alleen de zeer dun bevolkt© streken en ver spreiden huizen zouden dan de aanslui ting moeten ontberen. Voor watergebrek een van ouds in deze provincie in tijden van droogte zeer bekend ver schijnsel zyn ook dezen echter behoed door de aanwezigheid van tapgelegen- hede nwaar ook niet-aanslu*tbare perso- -irooM tmtf (jq qqorp rgftaaptaxjaq uau plaatsen goed drinkwater kunnen ver krijgen Was men verder gegaan, dan had de waterprijs belangrijk hooger ge steld moeten worden, waardoor de over- groote massa meer zou zijn geschaad dan nu ontbeerd wordt door een kleine minderheid, welker leden slechts bij uit zondering (veehouders, dae het belang van hun -bedrijf inzien) prijs stellen op dit water. Intusschen is de opzet volledig be reikt: 164 gemeenten worden ten volle, en twee ten dcele door het P. W. N. voorzien. Te zamen telde die 106 ge meenten op 31 December 1926 407.173 in gezetenen. Nog slechts 1 miniatuur ge meente (met 515 ingezetenen) bleef de aansluiting weigeren. Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat het percentage, dat men gehoopt had te bereiken, flink is overschreden. In cijfers: men had geraamd, dat van iedere 100 woningen er 20 buiten de gelegenheid tot aansluiting zouden blij ven. Dit cijfer is nu reeds tot circa 13 teruggeloopen. al .hebben helaas nog niet allen van die gelegenheid gebruik ge maakt. Ten slotte nog. een vergelijking met den begintoestand van het bedrijf en de thans bereikte stand na een 8-jarige exploitatie. Het aantal abonnementen bedroeg over 1919 10.315. Over 1927 was het gestegen tot 67.619, dus ruim 3 1/2 maal zooveel. Het aantal kub. M. water dat werd afgeleverd steeg van 2.359.633 op 7.479.398 dus ongeveer in eenzelfde verhouding als het yerbruifcersaanta!. Alleen reeds het hoofdbuizennet heeft zich uitgebreid van 220 KM. in 1920 tot 1460 K.M. begin 1928 is dus 6 1,2 maal zoo lang geworden en ook de financieels uitkomsten van het bedrijf zijn boven verwachting gunstig geweest. (Reeds in een deel van de vorige oplaag opgenomen). ORGELCONCERT Orgelbespeling in de Groote of St. Bavokerk te Haarlem, op Donderdag 14 Juni 1928 des namiddags van 3—4 uur door den heer George Robert. Programma 1. Fantasie, 2. Fuga C gr. t., 3. Sonate III, 4. Frière. '5. Rapsodie pastorale. 6. Sortie, J. P. Sweelinck D. Buxtehude J. S. Bach Jos Jongen Th. Salomé J, Guy Ropartz INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cents per regel. Voor Allen die Sukkelen met Yersloppicg of moeilijken, tra gen en onregelmatigen Stoelgang, zijn ftlijnhardt's Laxeeriableiten onmisbaar. Werken ving, zonder kramp of pijn. Bij Apotheker» en Drogisten. Doos 60 ct. FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN ESMÉE (Naar het Engelsch, van O. N. en A. M. WILLIAMSON.) 60) Esmée's hart stond ccn oogenblik stil. „Het is dus toch waar dat vrees el ijke verhaal" was de eerste gedachte, die haar door hel hoofd vloog. Maar toen bedacht zij. wat voor een man de Ri cardo was, dien zij kende; en het meisje was boos op zich zelve, dat ze een oogcnbllk aan zijn eer had durven twij felen. Er was een vrouw ln het huis verborgen. Daaraan viel nu niet meer t© twijfelen. Maar zij begreep, dat er wel een goede reden voor haar aanwe zigheid zou zijn. Bevende ging het meisje naar den haard, bukte zich en an t woord de fluisterend „Ricardo is niet hier". „Dat doet er niet toe. laat mij toch naar binnen", beval de stem, een zoete, welluidende stem. maar met een bui- tenlandseh accent. ..Ik wil de muziek hooren. Die doet mij mijzelve vergeten". ..Tk weet niet, hoe ik u moet binnen laten", antwoordde Esmée. ..Het. is gemakkelijk*', zcido de stem. „Er ls beeldhouwwerk aan de boeken kast bij den schoorsteenmantel: eiken bladeren en eikels. Druk op den twee den eikel rechts, juist onder den schoor steen". „Misschien zou Ricardo het niet goed vinden", protesteerde het meisje, ,,'t Is beter dat u wacht, tot hij thuiskomt". „Neen neen! Ik zou ziek worden, als ik langer moest wachten!" smeekte dc stem. .Ricardo laat mij nooit wach ten. als hij hier is". Esmée vond den bedoelden eikel, den tweeden rechts onder den schoorsteen mantel, en drukte er stevig op. Toen zij dit deed. gleed een stuk van de boe kenkast langzaam naar voren, een ope ning latende tusschen kast en schoor steen. Uit de donkere speet verscheen een vrouw in het warme licht van den haard een vrouw zoo gelijk aan Es mée. dat, behalve het verschil in leef tijd het meisje haar eigen beeltenis in den spiegel meende te zien. Terstond begreep zij, tegenover een ♦eheim te staan, dat evengoed haar le ven betrof als dat van Richard Power. Zij begreep, dat dit het origineel van het portret was, de vrouw, waarop Charles Rogers had gezinspeeld. Zij staarden elkaar aan; de vrouw, lang en in een eenvoudig zwart ge waad als dat eener non; haar leeftijd tusschen veertig en vijf en veertig haar oogen donker als bronnen van smart: haar gelaat en zelfs de lippen doodsbleek; haar gouden haar waar door enkele zilveren draden liepen - kortgeknipt. Het meisje ook in het zwart, maar jong als de aanbrekende dag en blozende van opgewondenheid. De geheimzinnige vrouw stak haar hand uit en raakte Esmée aan. „Het is werkelijkheid", mompelde zij. „Ik dacht, dat u de geest was van mijzelve, toen ik jong was die mij eindelijk kwam vertellen, dat de dood nabij was. Maar ik heb vreemde gedachten als droo- men. Ik kan alleen ontwaken, als ik speel of zing of als ik muziek hoor. Ricardo placht my te vragen, niet te zingen. De menschen mochten het eens hooren. Dc stem klinkt duideiyker dan de harp. Maar nu is de oorlog voorbij, zegt hu, en ik ben veilig. Ik moest ko men toen u de Bruilof tsmarsch speelde. Die riep mij. Ga naar de piano en speel ze nog eens. Dan word ik wakker en herinner my veel dingen". Zonder een woord t© zeggen ging Es mée voor de piano zitten en speelde de Bruilof tsmarsch neg eens zy speelde nu zaclit; en haar cogen waren op de lange zwarte gedaante gericht. Tegenover de piano stond een groote armstoel. Ri cardo zat daar dikwijls luisterend naar Esmée, als zy speelde, en zich haar gelaat voor den geest roepend. De vrouw zonk neer in den stoel en liet het hoofd rusten tegen de zachte, wynkleurige kus sens. ,Ik zal praten, terwijl u speelt", zei de zij. „Daar geeft u toch niet om? Muziek is myn medicijn. Ricardo heeft mij een harp, een cel en een gitaar gegeven. Ik doe altyd, wat Ricardo waagt, want hü Ls mijn eenige vriend. Meer dan eens heeft hU mij van mijn vyanden gered en hij heeft zich voor mij opgeofferd. Dat vergeet ik wel eens, als mijn hoofdpijn heel erg is! Ik vrees, dat ik dikwyis ondankbaar jegens hem ben. Er zü'n dagen, dat ik wou, dat hü mij aan mijn lot had overgelaten dan zou alle pijn en smart nu geleden en voorbij zijn. Maar wat speelit u mooi! Ik zou niet kunnen vergeten of ondankbaar zyn, terwijl ik luister. De muziek opent een deur in mijn geheu gen ik zie den weg van het verle den ik ben niet altyd zoo geweest, weet u. Maar ik -was ongelukkig, ik werd vervolgd. Ik ging in een klooster om rust tie vinden en my in Italië te verbergen. Ricardo hielp my daarheen te gaan. Eu toen, een heele t.ijd later, kwam de oorlog plotseling dicht by ons. De groote Oostenryksche kanon nen bombardeerden ons, en de muren van het klooster werden platgeschoten. De nonnen logen om my heen. dood of stervend. Ik weet niet meer, wat er daarna niet- my gebeurde. Dat biyft altyd duister ook als de muziek de deur van ir.yn geheugen opent, Ricardo zegt, dat ik my eens weer alles zal her inneren en myzelve weer zal zfin. Hü zegt, dat, nu de oorlog over is en ik my niet langer behoef te verbergen, ik een zenuwarts kan raadplegen. Ik hob een gevoel, alsof ik zou sterven, als ik weer in de wereld terug moet gaan. of an ders gek worden. Ik ben nu niet gek. alleen vreemd in mijn hoofd sedert dien dag in liet klooster. Als ik muziek hoor. ben ik heelemaal in orde- In den laat- sten ityd heb ik de piano dikwyis ge hoord en er zacht bij hooren zingen. Nu weet ik, dat u dat was. Wie heeft u geleerd zoo te spelen?" „Ik heb het meest mijzelve geleerd. Muziek moet mij in het bloed zitten", antwoordde Esmée "terwijl haar vingers zacht over de toetsen dwaalden. „In welke betrekking stsa/t u tot Ri cardo?" vroeg de vrouw. ..Laat hij u dat vertellen", zoide het meisje „Waarom u niet? U hebt Ricardo lief? Dat hoop ik. Ik zou gaarne z'.en. dat hü een vrouw kreeg als u. Zelfs tosn hü een jongen v/as (ik was toen nog jong ik was zün moeders grootste vrien din; om harentwil redde hy mij) zelfs toen placht hij te zeggen, dat hij later een meisje wou hebben, d-at op my leek. Ik was toen zoo jong, o zoo geheel an ders! Dat was, voor mijn eigenlijk leven begon groote zorg, groote blijdschap en r.cg groet er verdriet, W-el, u kon myn dochter zyn! Als zij leeft, dan bon ze rret meer op my geiyken, dan u doet. Laten wij over haar praten". „Wat zullen wy zeggen?" moedigde Esmée de vrouw aan, zonder met spelen op te houden. „Ik weet het niet, ik denk altijd aan haar als de muziek de deur van mün geheugen opent. Neen, niet altyd. Dat- is niet waar. Haar vader is het, waaraan ik altyd denk. Ik heb nog meer van hem gehouden dan van haar. Ik hield zooveel van hem. dat ik hem ver liet. U ziet, u begrijpt, da-t het was om hom en ook het kind te redden, niet waar?" ..Ik begrijp het niet heel goed", zeide Esmée „Ach neen, natuurlijk niet! Da-t ver gat ik een oogerJbllk, u gelijkt zoo op mij. ik dacht weer. dat u de geest van -mijn j'iigd was. of iemand, die mil heel na staat en die alles van mijn leven weet. Maar zeg mij: zou u een moeder vergiffenis kunnen schenken, die weg liep en haar man en klein kind verliet? Zou u uw moeder dat kunnen vengeven cm welke reden zij het ook gedaan had? Die vraag heeft mij al die jaren in de ooren geklonken. Zou het k'-nd my kunnen vergeven? En de man als hü de waarheid kende en wist, dat liet uit liefde was geschied?" „My" dunkt, dat ik mijn moeder alles zou kunnen vergeven", zeide Esmée. Zij stierf, toen ik nog heel Jong was zoo jong dat fk mij haar niet kan her inneren. Maar zü was mooi. Mijn vader zeic'e. dat zü de mooiste vrcu-w van de wereld was. Zijn hart brak, toen zü heen ging. Ik ben naar moeder genoemd. Ik wilde zoo ook aangespro ken worden, maar vader kon niet 'ver dragen dien naam te hooren gebruiken voor een ander dan haar. Ik toen er ze ker van, dat hü haar alles dm bribben -vergeven. Ik cork, dat ware fiefde d'rt .wel altijd zal doen". (Wordt vervolgd.)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6