OM ONS HEEN
FLITSEN
HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 13 JUNI 192S
No. 3769
DE NENIJTO TE ROTTERDAM.
Nu is de bezoeker dan op het terrein.
Zijn eerste indruk is gunstig. Van het
poortgebouw loopt een lange, breede
allee rechtuit naar het groote tentoon
stellingsrestaurant, van waar de bezoe
kers dus ook omgekeerd een aard:g ge
zicht moeten hebben op het poortge
bouw.
Vlok bij den ingang komt, gewichtig
fluitend, de miniatuurtrein aanzetten
en stopt aan zijn eindpunt; een
grappige reeks van houten wagentjes,
getrokken door een klein locomotieïje
waarop de machinist wel niet gehurkt
zit, maar dan toch zoo benauwd, dat
hij denken doet aan den tradltioneelen
vader, die zich vermaakt met het speel-
gocdspoortreintje van zijn zoontje. Op
gezette tijden gaat het spoortje af, op
een rondreis over liet terrein die tien
minuten zal duren. Het heelt, heel ver
standig maar één klasse en het hangt
er maar van af, of de reizigers die
eerste of derde klasse willen noemen.
Zelfs in het eerste geval is het tarief
stellig het duurste, dat ooit op een Nc-
derlandscben spoorweg heeft bestaan,
want het ritje van tien minuten kost
vijftig centen. Profeteeren is altijd ge
vaarlijk.. maar toch zou het mij
verwonderen, wanneer deze spoorweg
directie, onverschillig of de lijn een par
tlcullere onderneming of door het tcn-
toonstellingsbestuur zelf is uitgekocht,
niet binnen korten tijd tot "".ariefsvcrla-
ging besluiten zal. Op de beide dagen
dat ik de tentoonstelling bezocht heb,
was het treintje telkens lang niet vol.
Wijselijk is het verboden, onderweg
op het treintje t,e stappen, want het
dingetje zet er een driftig vaarje in,
zoodat onderweg opspringen heel ge
vaarlijk zou zijn, wel is er gelegenheid
om af ic stappen, wanneer dat vooraf
aan den conducteur wordt opgegeven,
liet tweede gedeelte van het traject,
naar den ingang terug, mag men dan
ook nog op hetzelfde biljet afleggen,
zoodat Vriend Lilliput aldus nog een
soort van retourbiljet heeft geschapen.
Vier Rottcrdamsche dagbladen zijn Op
het terrein present: het Rotterdamsch
Nieuwsblad, de Nieuwe Rotterdamsche
Courant, het Rotterdamsch Dagblad en
de Maasbode, welk laatste orgaan
voornemens is, binnenkort een kiosk op
het terrein te stichten. De vier voor
naamste tentoonstellingsgebouwen zijn
A, B, C en D genummerd en twee aan
twee achter elkaar geplaatst: A en C
rechts en B en D links. Ruime, hooge
hallen, met vele deuren, zoodat de lucht
er behoorlijk kan doordringen, zonder
dat, de bezoeker er last van de elemen
ten heeft. Dat bleek in de practijk op
Zondagmiddag omstreeks drie uur,
toen een geduchte regenbui kwam op
zetten en de bezoekers dankbaar waren,
dat zij er veilig konden schuilen. On
geveer anderhalf uur later meldde een
nieuwe stortbui zich aan. Gelukkig re-
geeren strenge heeren niet lang. Wel
dra scheen de zon weer en verspreidden
de bezoekers zich weer over het terrein.
Toen ik er den eersten keer kwam,
namelijk op Dinsdag 5 Juni, ter
legenheid van de jaarvergadering van
do Nederlandsche Dagbladpers, was het
bezoek van het publiek niet groot. Op
Zondag was het drukker. Blijkbaar is
het tentoonstellingsbestuur vol practi-
schen zin, daar de groote hallen, die
aanvankelijk des avonds te zes uur ge
floten werden, nu openblijven tot ne
gen uur. Met het oog op de aantrekke
lijkheden van het Lunapark is dat een
goede maatregel.
Wie Nederlandsche nijverheid wil
zien, zal zich liet meest verheugen in
zaal A, waar de afdeeling Rotterdam
van den Metaalbond haar belangrijke
inzending tentoonstelt. Typisch is de
maquette van de havens en de havenbe
drijven, Wij moeten ons voorstellen, dat
wij door de havens heenwandelen. Wie
nog nooit den vermaarden tocht per
boot door de havens gemaakt heeft, kan
daarvan hier een goeden en rolledigen
indruk krijgen. „Al deze bedrijven zijn",
wanneer men komt uit de Noordzee,
zonder het passeeren van sluizen te
bereiken", vermeldt de catalogus met
rechtmatigen trots. Natuurlijk was het
niet mogelijk, om op de maquette de
juise verhoudingen toe te passen. „Moge
het bezichtigen van de maquette bij de
bezoekers den indruk maken, dat de
Rotterdamsche bedrijven in staat zijn
den ouden Nederlandschen roem te
handhaven, n.l. te zijn een wereldcen
trum van scheepsbouw en scheepsrepa-
ratïe."
Dat is juist en daarom is het jammer
dat het aanvankelijk plan om do bezoe
kers tochten te laten maken door de'
havens en bezoeken aan de bedrijven,
niet doorgegaan is. 't Zou te vermoeiend
zijn geweest, zeggen de ontwerpers en
dat is natuurlijk ook waar. Zoo'n rond
reis doe je als bezoeker van dc tentoon
stelling maar niet even tusschen het
ontbijt en de koffie af. Overigens, als
ik het zeggen mag, misschien zou het
voor Rotterdam beter geweest zijn,
alleen die tournee door de haven
te maken, bijvoorbeeld op speciale boo
ten tot een lage prijs en dan de ten
toonstelling achterwege te laten.
Maar ze is er eenmaal, de tentoon
stelling en we zijn in zaal A. Er is,
vooral voor den vakman, heel wat te
zien aan die inzendingen van de ha
venbedrijven, waar de leek nu zoo heel
veel niet van vatten zal. Wat hem het
meeste toelacht zal wel de maquette
wezen van Wm. H. Muller Co.'s Ne
derlandsche Rijnvaartverecniging, met
een kolenaak op een Rijn, die in
stroomende beweging wordt gehouden
naast decoratieve- Rijnxotsen met een
romantisch kasteel er boven op. Alleen
een Lorelei met hangend haar en een
zanger aan haar voeten, die van ,.ich
weisz nicht was soil es bedeuten" ont
breekt er aan.
Maar aanlokkelijker nog is de inzen
ding van de stoomvaartmaatschappijen.
Ze loopen de hutten in en uit, de dames
en heeren, bewonderen de luxe salon
netjes en de keurige badkamers en
vragen elkaar af, wat zoo'n apparte
ment van die vertrekken wel kosten
zou. „Een stuiver voor je gedachten",
zeggen de Engelschen tot elkaar, maar
bij die bezoekers is geen stuiver noo-
dig. Je weet precies wat zo denken. Pre
cies wat, jezelf denkt. Kon ik maar eens
zoo'n zeereis in een keurige omgev.ng
maken, met geld genoeg op zak en een
poos afscheid nemen van den vasten
wel met zijn dagelijkschen rompslomp en
kleine zorgen en vervelende menschen!
Een paar minuten lang werkt je fanta
sie en dan krijg je een duw van een be
zoeker, die ook wel eens de dingen van
nabJJ bekfjken wil en je keert terug tot
de werkelijkheid van het alledaagsche
en bedenkt, hoe je ook op zee en in
vreemde landen je eigen onbevredigd
heid meebrengt, die veel meer dan an
dere menschen, de ooi-zaak van je ver
drietelijkheden is.
Je gaat verder en staat op eens voor
de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij,
de Inzending van 's Rijks Studiedienst
voor Luchtvaart en die van het Meteo
rologisch Instituut, een trio, dat nog
wei niet heelemaal zoogoed te vertrou
wen is als een goede maildienst, maar
toch bijzonder prikkelend voor de far»,
tasie. Zou de tijd nog eenmaal aanbre
ken, dat je in een vliegtuig stapt als nu
in een electrischen trein? Ach, waarom
niet! Nog geen eeuw geleden waagden
'onze voorouders zich in het eerste trein
tje van Amsterdam naar Haarlem en
werden bij het uitstappen aangekeken
als roekelooze avonturiers, terwijl we nu
al
Voor mijn gevoel is de stoomtrein nu
al een ouderwetsche geschiedenis ge
worden. 'k Trof het slecht toen ik van
Haarlem naar Rotterdam ter Nenijto
ging met den sneltrein van 13.35, want
'l was een stoomtrein. En nog wel een
trein van wagens met zijgangen, een
maal het non plus ultra van gemak op
reis. Maar vergeleken met den electri
schen wagen leek de coupé een nare,
smalle doos, met vettige kussens (van
de kolensmook) en het geknars van de
over elkaar schuivende platen van de
harmonica-verbinding bijna onverdra-
gelijk. Hoe snel leven wij toch! En
waarom zouden onze kinderen het da-
gelijksche comfort van de- vrij zweven
de: luchtreis niet genieten?
Maar laat ons uit het rijk der fanta
sie, ginds hoog boven in de wolken,
terugkceren, op den beganen grond van
hal A, waar je als kleine mensch zoo
genoegelijk kunt schuilen onder de
reusachtige schroef van den ijsbreker,
die in Rotterdam gebouwd werd voor
het hooge noorden en die ons in eens
weer denken doet aan Nobile en zijn
Poolvlucht kjjk, daar zijn wij toch
weer aangeland bij de vliegtuig-fan
tasie,
Maar voordat we hal A gaan verla
ten, moeien wij nog even een kijkje
nemen 111 de bioscoop-zaal. die een
complex van twee zalen is, die door de
plaatsing van het filmapparaat ge
scheiden zijn. Daar worden op vaste
uren films afgedraaid van industrieele
ondernemingen en 't kost den bezoeker
niemendal, In afwachting v&n het klok
je van drieen zitten er al een stuk of
wat menschen op de stoelen en Ik zou
er bijna bij gaan zitten, wanneer ik
Juist bijtijds nog bedenk, dat de zon op
de terreinen lokt en dat ik de zalen
C en D nog zien moet en zooveel andere
dingen op de tentoonstelling en dat de
film niet wegloopt. Stilletjes schuif ik
weg langs den rug van den suppoost, op
hoop dat hij mij niet zien zal heb ik
niet zooeven, met een stem vol belang
stelling, gevraagd r.aar het uur van be
gin van de voorstelling?
Dus nu naar zaal B (waarom toch dat
Dultsche „hallen?") waar snorrende
motoren lokken. Want dit is zeker: het
aantrekkelijke van inzendingen op ten
toonstellingen is, dat ze bewegen.
Daarover in een volgend artikel.
J. C. P.
IN DE DRIE ARENA'S.
WAT IN CIRCUS STRASS-
BURGER TE ZIEN IS.
Het lot brengt een journalist soms tot
de eigenaardigste menschen die er op
deze wereld rondloopen. En zoo geviel
het, dat wij eens enkele uren lang tus
schen hokken en kooien ihet allerlei
brullend en loeiend gedierte in het ruim
van een vrachtboot praatten met een van
Hagenbeck's olifantenjagers, een ge
wone Laskaar diie ergens -in de buurt van
Khendi op Ceylon thuis hoorde. In de
schemerige ruimte vol geluid en warme
„geuren" van dieren, vertelde hij behalve
over zijn leven ook over het Circus en,
waar deze man reeds lang voor den
oorlog telkenjare de d jungle in trok en
daarna met gevangen dieren naar
Europa ging, ken hij ons verhalen over
den ontwikkelingsgang van het Circus
in enkele decennia. Het circus van
dezen tijd, noemde hij een kruising tus
schen paardenspel en variété. En- met
deze paar woorden wordt ook juLst het
Circus Strassburger gekarakteriseerd.
In den morgen zagen we hoe langzaam
aan de tent gebouwd werd. Rreed-uit lag
het linnen om de masten, dan rees het
op, werden palen onder de zijkanten ge
zet. De banken kwamen er in en onder
toezicht van de acrobaten werden dunne
staaldraden gespannen, kwamen trapezes
te hangen, juist waai- ze zijn moesten.
E-n weinige uren later verdrong zich
reeds een menigte voor den Ingang, vul
den de banken zich.
Even precies als alles gegaan was, be
gon juist om acht uur de voorstelling,
die", laten wij dit direct zeggen, buiten
gewoon was.
Bestaat Circus Strassburgér dan uit
een mengeling van Variété en Paarden
spel, dus uit twee oude dingen,, toch
is er veel nieuws. De clowns zijn geluk
kig eens anders dan anders, ze ver
schijnen slechts nu en dan, dagen op van
een kant. waar je ze totaal niet ver
wacht en verkoopen geen afgezaagde
moppen.
Zooals de clowns behooren bij het
paardenspel, zoo zijn er natuurlijk ook
de'paarden. Wij zien hier zwaar-gebouw-
d-e hengsten op wier ruggen allerlei
toeren worden uitgevoerd, een stel Li-
pizaner's pirouetteert en geeft enkele
mooie staaltjes van caroussel-werk te
genieten, evenals de kleine, nijdige po-
nies.
Het hoogtepunt bereikt dit deel van
het programma echter in de scène, waar
in enkele tientallen paard-en in een
arena tusschen elkander door draven
en een groote en grootsche groep vor
men rond den dresseur.
De wilde-beesten groepen zijn als ge
woonlijk: leeuwen. ijsberen, bruine
beren welke laatst-en op rolschaatsten
en op fietsen rijden met hun temmer;
Zebra's die 'toch zoo heel moeilijk te dres-
seeren zijn, geven enkele proeven dat
er met veel geduld toch wel iets te be
reiken valt, Guanaco's een soort lama
springen over hooge hindernissen en
„kapitein Nan-sen's" zeeleeuwen zijn zoo
wel vermakelijk als bewonderenswaardig
wanneer ze balanceeren en ballen, ter- wereld.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1224
HORREN INZETTEN
Vadier deelt mee dat hij
voor het eten nog even
de horren zal inzetten
dat duurt geen vijf mi
nuten
besluit te beginnen met I
de keuken, maar vindt
alle horren behalve die
van de keuken
ontdekt er een met ge-
heimateinige feekens, dC-:
zal het wel zijn
de hor is veel te klein
en valt uit het raam
vindt een groot-ere zon
der fceekens en beseft
d-at diie het moet zijn
komt tot de conclusie
dat die een paar centi
meter te groot is
bevestigt deze hor ten
slotte in het raam pp
het. bov-sn portaal en
heeft na deze inspan
ning genoeg van alles
wat hor heet en staakt
de werkzaamheden weer
voor een maand.
(Nadruk verboden).
wijl het felle licht dan vreemd© glan-
zenn op hun natte lijven -toovert. Ook
de toeren die de olifanten doen zijn
zeer interessant, tot slot neemt onder
dccdsche stilte een van hen een circus
man bij diens hoofd in den bek om hem
zoo achter de schermen te brengen. De
twee giraffes die wel vijftien maal ach
ter elkaar hun kop omdraaien, zender
dat hun halzen in een onontwarbaren
knoop geraken, bezorgen ieder een paar
allergen-oege-lijkste oogenblikken.
Wat die andere helft, het variété-
deel betreft, dit ,ls ten opzichte van
enkele nummers niet geheel nieuw meer,
ten opzicht© van andere echter „fabel
haft". Angstig ziet een ieder naar den
nok van d© tent als zonder net trapeze-
acrobaten hun dolle kunsten maken, la
ter geven de Acht Urmann's met hun
„DoppelikreuK.fi/ug" momenten van
heerlijke sema-Ö<\ En heel in 't begin
van de voorstelling zaten drie heeren
op een stoel -die met één poot op een
wiebelende trapeze „stond" een ciga-
retja te rooken en Haarlem's Dagblad
te lezen.
Maar de groote nummers blijven tot-
het laatst bewaard: de Koreanen op
hét slappe koord, de Chineesche vuur
eters en goochelaars, de levende Egyp
tische pyramid e. En er is een Oosler-
sche optocht met witte zebu's, harem-
dames, Cliincezen, kam-eélen, zebra's,
ruiters en aan 't einde óók Oostersch
de koopman met zijn lastezeltje dat
natuurlijk niet- 1 ooien wil.
De drie arena's van het circus zijn
na de pauze tot één groote samenge
trokken. die een lengte van ruim veer
tig meter heeft. Daar draven de Hon
garen in wilden galop op hun prachtige
paarden en worden de Romeinsclie wa
genrennen gehouden.
En dan wordt het kanon de arena bin
nengereden, opgesteld, gericht. De span
ning stijgt, het levende projectiel wordt
in de loop geschoven, nog eenige toebe
reidselen. de muziek zwijgt, de spanning
is haast tastbaar Dan een geweldige
knal. een huivering en even later buigt
onder stormachtig applaus de man die
zoo juist twintig meter ver is wegge
schoten voor het publiek. Dat deze sen
satie mint.
Het v/as een voorstelling die af was,
alles paste in elkaar, geen halve mi
nuut werd verloren, je had oogen te
weinig om alles te zien wat er in de
drie arena's geschiedde.
Het is Dui-tsche nauwgezetheid, ge
paard aan den wil om iets goeds, iets
heel goeds te geven, die Strassburgér
maakt tot een der beste circussen ter
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
BIJ IEDER GESPREK OVER BROOD ROEMT MEM
ARR'S
OUTBROOD
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
KËLLËR &MACD0NALÖ
Haarlem 6
N. S. F. Radio - Specialiteiten,
HET PROVINCIAAL
WATERLEIDINGBEDRIJF
DE TOENEMING.
Dr. Th. van der Waerden geeft in het
orgaan van de soc.-democratische ge
meenteraadsleden een uitvoerige be
schouwing van de positie van het Pro
vinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-
Holland.
In 1919 besloten de Prov. Staten om
het drinkwatervoorziening ter hand te
nemen.
Van 1 Januari 1020 af heeft het Pro
vinciaal Waterleidingbedrijf met groote
voortvarendheid en volharding ge
streefd naar de vervulling van de hem
opgelegde taak: een zoo ruim mogelijke
voorziening en een zoo rui/m mogelijk
vertakt leidingnet dat de kommen van
alle steden, dorpen en voornaamste
buurtschappen voor zoover ze daar
naar verlangden in de watervoorzie
ning zou betrekken. Geraamd werd.
dat ongeveer 80 pCt. aller inwoners op
die manier kunnen worden bereikt. Dit
was een opzet, welks weerga in Neder
land niet te vinden is.
Nu zou men denken dat de gemeen
ten van Noord-Holland met graagte de
geboden gelegenheid om zuiver drinkwa
ter te krijgen zouden aangegrepen heb
ben, en dat een stroom van aanvragen
naar aansluiting zou zijn binnengeko
men. Het tegendeel is waar. Van een
groot verlangen naar duinwater is in
den loop van de acht jaar, dat het P.
W.-N. werkt, niet veel gebleken, wel
van een aarzelend, schoorvoetend mee
gaan, na heel veel propaganda van de
zijde van het bedrijf, terwijl in verschil
lende gevallen niet dan na aanvanke
lijke verwerping door gemeenteraden
het deel werd bereikt.
Zooals hierboven reeds opgemerkt,
was de opzet gebaseerd op het voorzien
van 80 pet. der inwoners van leidingwa
ter, Deze opzet zou op den duur een
rendabel bedrijf mogelijk maken. Alleen
de zeer dun bevolkt© streken en ver
spreiden huizen zouden dan de aanslui
ting moeten ontberen. Voor watergebrek
een van ouds in deze provincie in
tijden van droogte zeer bekend ver
schijnsel zyn ook dezen echter behoed
door de aanwezigheid van tapgelegen-
hede nwaar ook niet-aanslu*tbare perso-
-irooM tmtf (jq qqorp rgftaaptaxjaq uau
plaatsen goed drinkwater kunnen ver
krijgen Was men verder gegaan, dan
had de waterprijs belangrijk hooger ge
steld moeten worden, waardoor de over-
groote massa meer zou zijn geschaad
dan nu ontbeerd wordt door een kleine
minderheid, welker leden slechts bij uit
zondering (veehouders, dae het belang
van hun -bedrijf inzien) prijs stellen op
dit water.
Intusschen is de opzet volledig be
reikt: 164 gemeenten worden ten volle,
en twee ten dcele door het P. W. N.
voorzien. Te zamen telde die 106 ge
meenten op 31 December 1926 407.173 in
gezetenen. Nog slechts 1 miniatuur ge
meente (met 515 ingezetenen) bleef de
aansluiting weigeren.
Een en ander heeft tot gevolg gehad,
dat het percentage, dat men gehoopt
had te bereiken, flink is overschreden.
In cijfers: men had geraamd, dat van
iedere 100 woningen er 20 buiten de
gelegenheid tot aansluiting zouden blij
ven. Dit cijfer is nu reeds tot circa 13
teruggeloopen. al .hebben helaas nog niet
allen van die gelegenheid gebruik ge
maakt.
Ten slotte nog. een vergelijking met
den begintoestand van het bedrijf en de
thans bereikte stand na een 8-jarige
exploitatie. Het aantal abonnementen
bedroeg over 1919 10.315. Over 1927 was
het gestegen tot 67.619, dus ruim 3 1/2
maal zooveel. Het aantal kub. M. water
dat werd afgeleverd steeg van 2.359.633
op 7.479.398 dus ongeveer in eenzelfde
verhouding als het yerbruifcersaanta!.
Alleen reeds het hoofdbuizennet heeft
zich uitgebreid van 220 KM. in 1920 tot
1460 K.M. begin 1928 is dus 6 1,2 maal
zoo lang geworden en ook de financieels
uitkomsten van het bedrijf zijn boven
verwachting gunstig geweest.
(Reeds in een deel van de vorige
oplaag opgenomen).
ORGELCONCERT
Orgelbespeling in de Groote of St.
Bavokerk te Haarlem, op Donderdag 14
Juni 1928 des namiddags van 3—4 uur
door den heer George Robert.
Programma
1. Fantasie,
2. Fuga C gr. t.,
3. Sonate III,
4. Frière.
'5. Rapsodie pastorale.
6. Sortie,
J. P. Sweelinck
D. Buxtehude
J. S. Bach
Jos Jongen
Th. Salomé
J, Guy Ropartz
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 cents per regel.
Voor Allen die Sukkelen
met Yersloppicg of moeilijken, tra gen en
onregelmatigen Stoelgang, zijn
ftlijnhardt's Laxeeriableiten
onmisbaar. Werken ving, zonder kramp of pijn.
Bij Apotheker» en Drogisten. Doos 60 ct.
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
(Naar het Engelsch, van
O. N. en A. M. WILLIAMSON.)
60)
Esmée's hart stond ccn oogenblik stil.
„Het is dus toch waar dat vrees el ijke
verhaal" was de eerste gedachte, die
haar door hel hoofd vloog. Maar toen
bedacht zij. wat voor een man de Ri
cardo was, dien zij kende; en het meisje
was boos op zich zelve, dat ze een
oogcnbllk aan zijn eer had durven twij
felen. Er was een vrouw ln het huis
verborgen. Daaraan viel nu niet meer
t© twijfelen. Maar zij begreep, dat er
wel een goede reden voor haar aanwe
zigheid zou zijn. Bevende ging het
meisje naar den haard, bukte zich en
an t woord de fluisterend
„Ricardo is niet hier".
„Dat doet er niet toe. laat mij toch
naar binnen", beval de stem, een zoete,
welluidende stem. maar met een bui-
tenlandseh accent. ..Ik wil de muziek
hooren. Die doet mij mijzelve vergeten".
..Tk weet niet, hoe ik u moet binnen
laten", antwoordde Esmée.
..Het. is gemakkelijk*', zcido de stem.
„Er ls beeldhouwwerk aan de boeken
kast bij den schoorsteenmantel: eiken
bladeren en eikels. Druk op den twee
den eikel rechts, juist onder den schoor
steen".
„Misschien zou Ricardo het niet goed
vinden", protesteerde het meisje, ,,'t Is
beter dat u wacht, tot hij thuiskomt".
„Neen neen! Ik zou ziek worden,
als ik langer moest wachten!" smeekte
dc stem. .Ricardo laat mij nooit wach
ten. als hij hier is".
Esmée vond den bedoelden eikel, den
tweeden rechts onder den schoorsteen
mantel, en drukte er stevig op. Toen zij
dit deed. gleed een stuk van de boe
kenkast langzaam naar voren, een ope
ning latende tusschen kast en schoor
steen. Uit de donkere speet verscheen
een vrouw in het warme licht van den
haard een vrouw zoo gelijk aan Es
mée. dat, behalve het verschil in leef
tijd het meisje haar eigen beeltenis in
den spiegel meende te zien.
Terstond begreep zij, tegenover een
♦eheim te staan, dat evengoed haar le
ven betrof als dat van Richard Power.
Zij begreep, dat dit het origineel van het
portret was, de vrouw, waarop Charles
Rogers had gezinspeeld.
Zij staarden elkaar aan; de vrouw,
lang en in een eenvoudig zwart ge
waad als dat eener non; haar leeftijd
tusschen veertig en vijf en veertig
haar oogen donker als bronnen van
smart: haar gelaat en zelfs de lippen
doodsbleek; haar gouden haar waar
door enkele zilveren draden liepen -
kortgeknipt. Het meisje ook in het
zwart, maar jong als de aanbrekende
dag en blozende van opgewondenheid.
De geheimzinnige vrouw stak haar
hand uit en raakte Esmée aan. „Het is
werkelijkheid", mompelde zij. „Ik dacht,
dat u de geest was van mijzelve, toen
ik jong was die mij eindelijk kwam
vertellen, dat de dood nabij was. Maar
ik heb vreemde gedachten als droo-
men. Ik kan alleen ontwaken, als ik
speel of zing of als ik muziek hoor.
Ricardo placht my te vragen, niet te
zingen. De menschen mochten het eens
hooren. Dc stem klinkt duideiyker dan
de harp. Maar nu is de oorlog voorbij,
zegt hu, en ik ben veilig. Ik moest ko
men toen u de Bruilof tsmarsch speelde.
Die riep mij. Ga naar de piano en speel
ze nog eens. Dan word ik wakker en
herinner my veel dingen".
Zonder een woord t© zeggen ging Es
mée voor de piano zitten en speelde de
Bruilof tsmarsch neg eens zy speelde nu
zaclit; en haar cogen waren op de lange
zwarte gedaante gericht. Tegenover de
piano stond een groote armstoel. Ri
cardo zat daar dikwijls luisterend naar
Esmée, als zy speelde, en zich haar
gelaat voor den geest roepend. De vrouw
zonk neer in den stoel en liet het hoofd
rusten tegen de zachte, wynkleurige kus
sens. ,Ik zal praten, terwijl u speelt",
zei de zij. „Daar geeft u toch niet om?
Muziek is myn medicijn. Ricardo heeft
mij een harp, een cel en een gitaar
gegeven. Ik doe altyd, wat Ricardo
waagt, want hü Ls mijn eenige vriend.
Meer dan eens heeft hU mij van mijn
vyanden gered en hij heeft zich voor
mij opgeofferd. Dat vergeet ik wel eens,
als mijn hoofdpijn heel erg is! Ik vrees,
dat ik dikwyis ondankbaar jegens hem
ben. Er zü'n dagen, dat ik wou, dat hü
mij aan mijn lot had overgelaten
dan zou alle pijn en smart nu geleden
en voorbij zijn. Maar wat speelit u
mooi! Ik zou niet kunnen vergeten of
ondankbaar zyn, terwijl ik luister. De
muziek opent een deur in mijn geheu
gen ik zie den weg van het verle
den ik ben niet altyd zoo geweest,
weet u. Maar ik -was ongelukkig, ik
werd vervolgd. Ik ging in een klooster
om rust tie vinden en my in Italië te
verbergen. Ricardo hielp my daarheen
te gaan. Eu toen, een heele t.ijd later,
kwam de oorlog plotseling dicht by
ons. De groote Oostenryksche kanon
nen bombardeerden ons, en de muren
van het klooster werden platgeschoten.
De nonnen logen om my heen. dood of
stervend. Ik weet niet meer, wat er
daarna niet- my gebeurde. Dat biyft
altyd duister ook als de muziek de
deur van ir.yn geheugen opent, Ricardo
zegt, dat ik my eens weer alles zal her
inneren en myzelve weer zal zfin. Hü
zegt, dat, nu de oorlog over is en ik my
niet langer behoef te verbergen, ik een
zenuwarts kan raadplegen. Ik hob een
gevoel, alsof ik zou sterven, als ik weer
in de wereld terug moet gaan. of an
ders gek worden. Ik ben nu niet gek.
alleen vreemd in mijn hoofd sedert dien
dag in liet klooster. Als ik muziek hoor.
ben ik heelemaal in orde- In den laat-
sten ityd heb ik de piano dikwyis ge
hoord en er zacht bij hooren zingen. Nu
weet ik, dat u dat was. Wie heeft u
geleerd zoo te spelen?"
„Ik heb het meest mijzelve geleerd.
Muziek moet mij in het bloed zitten",
antwoordde Esmée "terwijl haar vingers
zacht over de toetsen dwaalden.
„In welke betrekking stsa/t u tot Ri
cardo?" vroeg de vrouw.
..Laat hij u dat vertellen", zoide het
meisje
„Waarom u niet? U hebt Ricardo lief?
Dat hoop ik. Ik zou gaarne z'.en. dat hü
een vrouw kreeg als u. Zelfs tosn hü
een jongen v/as (ik was toen nog jong
ik was zün moeders grootste vrien
din; om harentwil redde hy mij) zelfs
toen placht hij te zeggen, dat hij later
een meisje wou hebben, d-at op my leek.
Ik was toen zoo jong, o zoo geheel an
ders! Dat was, voor mijn eigenlijk leven
begon groote zorg, groote blijdschap
en r.cg groet er verdriet, W-el, u kon myn
dochter zyn! Als zij leeft, dan bon ze
rret meer op my geiyken, dan u doet.
Laten wij over haar praten".
„Wat zullen wy zeggen?" moedigde
Esmée de vrouw aan, zonder met spelen
op te houden.
„Ik weet het niet, ik denk altijd
aan haar als de muziek de deur van
mün geheugen opent. Neen, niet altyd.
Dat- is niet waar. Haar vader is het,
waaraan ik altyd denk. Ik heb nog meer
van hem gehouden dan van haar. Ik
hield zooveel van hem. dat ik hem ver
liet. U ziet, u begrijpt, da-t het was
om hom en ook het kind te redden, niet
waar?"
..Ik begrijp het niet heel goed", zeide
Esmée
„Ach neen, natuurlijk niet! Da-t ver
gat ik een oogerJbllk, u gelijkt zoo op
mij. ik dacht weer. dat u de geest van
-mijn j'iigd was. of iemand, die mil heel
na staat en die alles van mijn leven
weet. Maar zeg mij: zou u een moeder
vergiffenis kunnen schenken, die weg
liep en haar man en klein kind verliet?
Zou u uw moeder dat kunnen vengeven
cm welke reden zij het ook gedaan
had? Die vraag heeft mij al die jaren
in de ooren geklonken. Zou het k'-nd
my kunnen vergeven? En de man
als hü de waarheid kende en wist, dat
liet uit liefde was geschied?"
„My" dunkt, dat ik mijn moeder alles
zou kunnen vergeven", zeide Esmée.
Zij stierf, toen ik nog heel Jong was
zoo jong dat fk mij haar niet kan her
inneren. Maar zü was mooi. Mijn vader
zeic'e. dat zü de mooiste vrcu-w van de
wereld was. Zijn hart brak, toen zü
heen ging. Ik ben naar moeder
genoemd. Ik wilde zoo ook aangespro
ken worden, maar vader kon niet 'ver
dragen dien naam te hooren gebruiken
voor een ander dan haar. Ik toen er ze
ker van, dat hü haar alles dm bribben
-vergeven. Ik cork, dat ware fiefde d'rt
.wel altijd zal doen".
(Wordt vervolgd.)'