TWEEDE KAMER.
EERSTE KAMER
HANDELSBLAD
EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS
FEUILLETON
De vier gedenkwaardige jaren
der familie Van der Velde
HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 15 JUNI 1923
14 Juni.
De Dienstplichtwet in wijziging. De keuring.
Geestelijken als militair Geen contingentsverminde-
ring - De varkortng van den eersten oefeningstijd
gaat niet door.
Vandaag waren de artikelen van de
Dienstplichtwet in behandeling.
Wij zijn over die behandeling kort,
want nieuwe dingen over de hoofdpunten
«tin, na het bij de algemeene beschou
wingen gezegde, niet opgemerkt.
Een voorstel-Duijmaer van Twist, om
ieder voor de militie ingeschrevene te
keuren werd afgewezen, omdat de voor
deden daarvan by mobilisatie niet op
wegen tegen de groote kosten, die ver
bonden zijn aan het keuren van 70.000
jonge mannen, wanneer er maar pl.m.
20.000 noodig zijn.
Een aardig debat ontspon zich over
bet s. d. amendement, dat geestelijken
ook tot den dienstplicht wilde oproepen,
omdat de s. d. fractie geen reden zag de
geestelijken daarvan vrij te stellen, als
anderen dien plicht vervullen De heer
ter Laan wees den voor het' leger ge
voelenden afgevaardigden op den goeden
invloed, dien de geestelijken in het le
ger kunnen uitoefenen.
De heer Deckers herinnerde eraan,
dat soortgelijke s. d. voorstellen reeds
dikwijls zijn ingediend, maar steeds ver
worpen werden. Hij deed de Kamer op
de geschiedenis letten, die geestelijken
stec-ds van den krijgsdienst vrijstelde en
vroeg de s. d. fractie verdraagzaam te
willen zijn tegenover andersdenkenden.
De heer Oud vroeg het zelfde, de s. d.
wvcendo op de vrijstelling van be
zwaarden wegens gemoedsbezwaren en
verschillende groepen van ons volk, die
den dienstpliolit van geestelijken als een
zwaren druk gevoelen.
De heer Lingbeek, predikant, merkte
op, dat dc predikanten leidslieden des
volks zijn, dus ook ter zake van den
dienstplicht moeien vóórgaan. Boven
dien verwachtte hij voor de a.s. predi
kanten van hun verblijf in de kazernes
groote levenservaring, die hen later te
stade kan komen bij hun geestelijken
arbeid.
Hiertegen kwamen meer dan eens
onderbroken door den heer Lingbeek
met den roep „Dus U wilt dat alle kloos
terbroeders vrij komen" Dr. de Vis
ser, de heer Kersten en de minister
met het betoog, dat ln oorlogstijd en in
mobilisatietijd de geestelijke steun van
predikanten niet kan gemist worden, ze
ker niet in kleine gemeenten, die juist
gewoonlijk door Jonge predikanten wor
den gediend. Zij wezen ook op het oude
recht,, dat nooit de geestelijken tot den
militairen dienst werden opgeroepen. Dat
recht wilden zij niet wegnemen. „Ik
3'.oud mij liever" zei Dr. de Visser on
der groote hilariteit y,bij het oude recht,
dan bij het nieuwe recht Ter Laan—
Lingbeek".
Het amendement werd met 60—19 ver
worpen.
De Kamer heeft nog geruimen tijd
gesproken over de verkorting van den
eersten oefeningstijd. De heeren Deckers,
Duymaer van Twist en Krijger bleven
bi.i hun standpunt, dat er nog wel het
een en ander te verbeteren is in het
vcoroefeningslnstituut en dat de minis
ter reeds veel voorstelde, dat tot verbete
ring aanleiding zal kunnen zijn. „Kan
do minister het neg niet eens probee-
ren?" vroegen zij. Neen, antwoordde
do minister ik kan het niet doen zon
der mijn verkorting van den oefenings-
tijd, omdat de paraatheid var. de voorge-
©efonden het noodig maakt.
De minister kreeg zijn zin niet: de af
trek met vier maanden voor de voorgc-
fenrien bleef in de wet met 5222 stem
men. Wel een échec voor den minister!
Daardoor was de mogelijkheid van
contingentsvermindeiing die de so
ciaal-democraten voorstelden van de
baan. Het s.d., dat vragend, amendement
werd verworpen mot 5024 stemmen.
De s. d. poogd enook nog wijziging te
verkrijgen van de wet, In dier voege, dat
het aantal, wegens een geestelijk ambt
vrijgestelden zou worden afgetrokken
van het contingent, m. a. w. dat voor de
vrijgestelde geestelijken niemand anders
zou behoeven op te komen. De minister
zeide dit amendement niet te kunnen
aanvaarden, omdat thans nu de geeste
lijken vrij zijn, reeds rekening gehouden
werd bij de bepaling van het contingent
met de vrijstellingen (pl.m. 600) wegens
een geestelijk ambt. De meerderheid der
Kamer (5123 stemmen) 3loot zich bij
don minister aan.
Ten slotte heeft de minister zijn voor-
stelten t. a„ v. de verlenging van den
eersten oefeningstijd der zeemilitie met
62—13 stemmen niet aangenomen ge
zien: de verlenging van 8 op 19 maan
den.
Een tot critiek van s. d. zijde aanlei
ding gevend artikel verduidelijkte de
minister tot volledige tevredenheid van
de s. d. fractie: niet in het algemeen
zouden drie herhalingsoefeningen wer
den mogelijk gemaakt, maar indivi
dueel. In dien zin, dat de totale tijd, dien
men volgens de wet ia herhalingsoefe
ningen moet doorbrengen, niet over twee
herhalingsoefeningen behoeft te worden
verdeeld, maar over drie jaren.
Een s. d. amendement om ziekenver
plegers van herhalingsoefeningen vrij te
stellen werd verworpen.
Enkele R.-K. heeren vroegen stem
ming over het geheele ontwerp: he:
werd aangenomen met 65 tegen nul
stemmen. Waarvoor die hoofdelijke
stemming noodig was het is ons niet
duidelijk. Immers voor iedere groep
bracht het ontwerp verbetering, al kreeg
iedere groep op haar beurt niet alles,
wat zij gewenscht had.
Morgen de laatste ronde! Voor het
recès. De Dienstplichtwet gaf de trom
petstoot ter aankondiging daarvan.
De Wet op de Naaml. Vennoot
schappen. Voor en tegen. Nog
geen voorspelling te wagen. Een
novelle in zicht
Van de veertien sprekers hebben zich
vandaag 7 heeren doen hooien.
Met de vijf van gisteren zijn dat er
12. Groote kans dus. dat morgen de mi
nister aan het woord komt!
Als de twee, die nog komen, zich eens
schrappen lieten want veel nieuws
zal er niet meer op te merken zijn. De
argumenten pro en contra zijn.... uit
geput. Vandaag dan hoorden wij de hee
ren v. d. Bergh, Slingenberg, Michiels,
van Kessenich, Verkouteren, Mendels,
Janssen en de Jong.
Onder deze hc-ejen was er maar één,
die van de wijziging van de bestaande
wetgeving op de N. V. niet weten wilde.
Niet omdat het de N.V. betrof, maar om
dat de heer Verkouteren in rechtsregelen
in het algemeen geen zekerheid ziet,
ncoit en deswege heel de rechtspleging
wil overlaten aan de wisseling van de
jurisprudentie. Tegen deze wijze van
rechtspraak is de heer Slingenberg, die
de opmerkingen van Mr. Verkoutexen
blijkbaar verwachtte, opgekomen door
daartegen liet groote argument te zetten
van het gebrek aan rechtszekerheid bij
heel het rechtsleven overlaten aan de
Jurisprudentie.
Alleen de heer Verkouteren wilde
alles bij het oude laten. De andere hee
ren gevoelden allen de noodzakelijkheid
van wijziging. Hoewel zij dan niet allen
gelijkelijk dachten over de wenschelijk-
heid van wat de ministers Nelissen,
Heemskerk en Donner tezamen aan
verbetering hadden tot stand gebracht.
De heeren Verkoutexen, Michiels, D;
Jong en v. d, Bergh geloofden, dat de
minister te ver had gegrepen en me!
zijn bepalingen, die de aandeelhouders
wilden beschermen, de N. V. als zooda
nig aantastte. Daartegenover hebben de
heeren Slingenberg en Mendels en
vooral de heer Slingenberg had zeer
het oor van de Kamer betoogd, dat in
de bescherming der aandeelhouders de
huidige wetgeving niet zooveel mogelijk
heden ten bate van een versterkte be
stuursvoering biedt, als thans mogelijk
zal worden bij de wet van rar. Donner.
Maar ook de heer Slingenberg had be
zwaren en hij trok daarin één. lijn met
de ongeveer gelijke, in ieder geval ge
lijkgerichte, beschouwingen van Mr.
Janssen. Het bezwaar dat de minister
geen ondersoheid maakte tusschen de
open, op de publieke geldmarkt een be
roep doende, vennootschappen en de be
sloten of familie-vennootschappen. Voor
al met het oog op den eisch van publi
citeit. Wanneer de heeren v.d. Bergh,
Midi iels, de Jong, Verkouteren daarin
een groot, zoo niet het grootste bezwaar
zien tegen het ontwerp, dan kan de mi
nister ae stemmen van de heeren Slin
genberg en Janssen winnen door de toe
zegging te doen, dat hij, vóór de wet op
de N.V. wordt afgekondigd, bij de Sta-
ten-Gcr.eraal komt met een voorstel tot
wetswijziging. Op zulk een novelle heeft
de minister in de schriftelijke voorbe
reiding reeds gezinspeeld.
Hadden wij nu maar zekerheid zeide
de heer Michiels onder veel instem
ming van de Kamerleden, die zijn zijde
houden dat de Tweede Kamer deze
novelle aanvaarden zou! Maar daarop is
heel weinig kans, gezien de aanvaar
ding van het amendement-Heemskeric in
de Tweede Kamer, meenen deze heeren.
De bezwaren, ook vandaag weer ge
opperd betroffen allereerst 's ministers
bepalingen t.o.v. de oligarchische dau-
suie. Maar betoogden de heeren Slin
genberg, Mendels en Janssen wan
neer er een meerderheid is, als de mi
nister eisoht voor het nemen van beslui
ten door de aandeelhouders tegen het
bestuur in, en deze meerderheid wil ver
keerd dan geeft ook de beste oligaichi-
sehe clausule niets..
De bszwairden zagen groote gevaren
in het enquête-recht. Maar daartegen
over zetten do verdedigers, dat het ge
bruikmaken daarvan door de aandeel
houders met zóóveel waarborgen is
omgeven, dat voor het ongestoord voort
bestaan eener goede N.V. geen vrees be
hoeft te bestaan. De bezwaarden merk
ten weer op, dat het enquête-recht in
zijn bedoeling falen zal: met het en
quête-recht kunnen nóg velerlei N.V.
verkeerd, ten eenenmale verkeerd gaan.
De heer Mendels wees vooral op ver
schillende voordeelen ter bescherming
van aandeelhouders© die de wet wilde
brengen en waarvoor hij meende, dat de
wetstegenstanders het oog volkomen
hebben gesloten en daarvan niet willen
reppen.
Ook werd gewezen, door de verdedi
gers van het ontwerp op de mogelijk
heid, dat bij de statuten vele beslissin
gen in handen van het bestuur kunnen
gelegd worden.
Wij hadden op de tribunes meer be
langstelling verwacht voor een ont
werp, dat de zakenwereld zoo beroerde
als de wet op de N.V.
INTIMUS.
SCHEPEN IN NOOD.
DOOR DEN HEVIGEN WIND.
Gistermiddag verkeerde te ongeveer
twaalf uur voor de kust bij Katwijk, de
Sciieveningsche schokker 250, die door
een. motorschip gesleept werd, in nood,
doordat onderweg do tros die beide sche
pen verbond, op verscheidene plaatsen
was afgeknapt waardoor de sterke
wind den schokker zwaar bestookte,
meldt de NJt.Ct.
De zeilen varen vernield, het roer
was onklaar geraakt en de opvarenden
verkeerden in levensgevaar. Inmiddels
was van IJmuiden uit een sleepboot ter
assistentie vertrekken, aan wie het na
eenige vergeefsche pogingen gelukte
verbinding met de schokker te krygen
en deze naar IJmuiden te sleepen.
De Katwyksche reddingsboot stor.d
klaar om uit te rukken, doch behoefde
geen hulp te vcrleenen. Voordat de
richting naar IJmuiden werd ingesla
gen, trachtte de sleepboot tegen den
wind in naar Schevenirgen koers te zet
ten, dcch door den sterken wind bleek
dit onmogelijk, zoodat naar IJmuiden
gevaren werd.
Het sleepschip Fijo van Puttershoek,
geladen met zand is gisteren ten Zuiden
van Enkhuizen door stormweer over
vallen en gezonken. De vijf opvarenden
zijn door de sleepboot Gc-zina van Kam
pen gered cn te Enkhuizen aange
bracht.
Drie zolderschuiten met basaltsteen
die gisterochtend uitgesleept zijn om
bij de Delflandsche hoefden te storten,
verkeerden door het breken der sleep
trossen in nood. Op elke schuit zijn 2
man. De stoomreddingsboot is ter hulp
vertrokken.
ERGERLIJK OPTREDEN
VAN AMSTERDAMSCHE
AGENTEN.
ZJJ KRIJGEN ééN EN DRIE
MAANDEN GEVANGENIS
STRAF.
De Vierde Kamer der Amsterdani-
sche Rechtbank heeft gisteren uitspraak
gedaan in de strafzaak tegen de Am-
sterdamsche politic-agenten B. van den
H., en F. van der P., die een 21-jarig
student in de medicijnen in den nacht
van 12 op 13 November 11. in of vlak bij
de Ferdinand Bolstraat mishandeld heb
ber-
Het O.M. had voor v. d. H. vrijspraak
gevraagd en tegen v. d. P. twee maan
den gevangenisstraf gevorderd.
De Rechtbank overwoog dat de ver
dachten den getuige opzettelijk ver
schillende malen met gummistokken
hebben geslagen, hoewel getuige geen
aanleiding had gegeven tot dit ruwe op
treden.
Volgens de rechtbank was het optre
den volslagen doelloos en in hoage mate
ergerlijk en wordt door een dergelijke
handeling van politieagenten de veilig
heid van het publiek op straat en de
goede naam der poiltie in gevaar ge
bracht.
Bij de strafoplegging verliest de Recht
bank niet uit het oog, dat den verdach
ten een strenge disciplinaire straf
wacht. Waar v. d- P- blijk gegeven heeft
van bijzondere ruwheid en onverschil
ligheid, terwijl juist van hem als oudere
een meer bezadigd optreden verwacht
had mogen worden, moot hem een
zwaardere straf worden opgelegd, meldt
hot Hbld.
Tenslotte overwoog de Rechtbank, dat
liet misdrijf van mishandeling ais een
voortgezette handeling moet worden
beschouwd en veroordeelde zij v. d. H.
tot één maand en v. d. P. tot drie maan
den gevangenisstraf.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
60 Cent» per regel.
Geeft uwe advertenties op
ter plaatsing in het
HET algemeene GROOTE
dagblad der beschaafde
kringen. ALLE soorten
advertenties worden zonder
prijsverhooging aangenomen
22 ky ket
Bijkantoor Handelsblad
(Wensing's Alg. Advert.-Bureau)
TEMPELIERSSTR. 32
Telefoon 10209
DE KONINKLIJKE
VACANTIE.
KONINGIN EN PRINSES
VERTREKKEN ZATERDAG
AVOND NAAR NOORWEGEN.
De Koningin en Prinses Juliana zullen
Zaterdagavond per extra trein om 21.30
van het paleisperron bij het Loo, naar
Apeldoorn reizen. Nadat aldaar de ko
ninklijke trein aan den D-trein is ver
bonden vertrekken de vorstelijke per
sonen om 21,45 naar Noorwegen.
VACANTIE VOOR
TEXTIELARBEIDERS.
WELWILLENDE HOUDING
DER FABRIKANTEN.
Dc fabrikantenvereeniging in de Tex
tielindustrie hebben thans, volgens de
N.R.Ct. aan de arbeidersorganisatie me
degedeeld, dat zij bereid zijn mede te
werken tot het geven van vacantie, niits
de door deze vacantie verloren g-egane
uren tegen het gewone loon worden in
gehaald. De vroegere eisch van 48 uren
extra overwerk bij het geven van 6 da
gen vacantie hebben de fabrikantenver-
eeiiigingcn hiermede dus blijkbaar in
getrokken.
NOG EENS DE
SCHOOLBEWAARDERS.
OOK HET N. O. G SPREEKT
ZICH UIT VOOR DE
BEWAARDERS.
Wij hebben reeds medegedeeld, dat de
afdeeling Haarlem van den Bond van
Ncderlandsche Onderwijzers een adres
aan den gemeenteraad gezonden heeft,
om, althans aan de dubbele scholen voor
1. o. weer schcolbewaarders aan te stel
len.
Nu schrijft men ons:
De afdeeling Haarlem van het Neder
landsen Onderwijzers Genootschap is
ten sterkste overtuigd, dat door het in
stellen van concierges de belangen van
het onderwijs, het kind en de gemeente
zeer worden gebaat.
Daar de kostenvermeerdering op het
onderwijs pirn, f 10.000 zal bedragen,
wanneer het instituut van schoolbewaar-
ders weder geheel wordt ingevoerd, is de
afdeeling Haarlem van het N.OG. van
meening dat de financieele lasten voor
de gemeente betrekkelijk gering zijn
tegenover de vele voordeelen, die gebo
den worden.
Bovenstaande overwegingen hebben
de afdeeling er toe geleid een adres aan
Haarlem's Raad te richten tot het weder
aanstellen van een concierge, waar die
tot heden in. het schoolgebouw ontbreekt
bij het Gewoon Lager Onderwijs.
Dit adres is een uitvoering van een
besluit der ledenvergadering van 22
Februari Ji.
Dat het eenigen tijd op afdoening ge
wacht heeft, is het gevolg van het in
winnen van nadere gegevens omtrent
deze zaak.
ONDERWIJZERS-EXAMENS.
Da Costa-Kweeksch^ol (Nieuwe Gracht)
Haarlem 14 Juni 1928.
Groep 2. Geëxamineerd 6 candidaten.
Geslaagd: de dames G. E. Boelens, K.
G. Boven, N. M. Buyze, H. Hogeland. A.
G. A. Kappers en B. F. van Melle, allen
te Haarlem.
EXAMENS.
Eindexamen Gymnasium te Haarlem.
Geëxamineerd voor diploma B. 8 can
didaten.
Geslaagd: Mej. H. J. Stalling en de
heeren: R Sterringa, H. van den Briel
A. C. Vreede, R. Haverschmidt, A. de
Vries, G. H. van Hoolwerff, R. Frant.
(Van onzen eigen verslaggever.)
De tempels van Zeus of Jupiter en Theseus.
Ik ben vandaag eens op mijn gemak
enkele oudheidkundige monumenten
gaan bezichtigen waarvan in de eerste
plaats de Tempel van Zeus of Jupiter
in aanmerking kwam.
Van de kolommen staan er 13 onder
een architraaf en 2 afzonderlijk, een
16de ligt, door de jongste aardbeving
ter neder geworpen, in schijven ter aar
de, doch kan gemakkelijk wederom
worden opgesteld. Deze witmarmeren
Corinthische zuilen met hun versiering
van acanthusbladeren omsluiten hel
heilige, de cella, waarin het beeld van
den god bewaard placht te worden
terwijl de overblijvende ruimte bestemd
was voor wijgeschenken. De daken,
meestal van brons, die de schijven der
pilaren op elkaar plachten te houden,
zijn meest alle gestolen in tijden toen
het materiaal duur of niet te krygen
was, vele boorgaten in de kolommen
leggen daarvan getuigenis af.
De vlak daarby gelegen monumentale
poort van keizer Hadrianus deed mij
sterk denken aan een blokkendoos: een
groote boog rustende op 2 zuilen van
behoorlijke dikte en vooral breedte;
daarboven, juist in het midden van de
benedenpoort, een op twee ronde zuilen
rustende kleine poort, gedekt door een
architraaf met schuine dakpoorten, en
geflankeerd door 2 kleinere poorten,
onder dezelfde fries.
Dan gaat het naar den tempel van
Theseus dateerende van pl.m. 440 v.
Chr., en die zich in uitstekenden toe
stand bevindt, zijn dorivale zuilen van
marmer, 6 aan de breedte- cn 13 aan
de langszijden, hebben zich goed ge
houden, het dak is ten deele vernieuwd,
van beeldhouwwerk is nagenoeg niets
van beteekenis meer over. In de cella
(het heilige interieur) is een kle'in mu
seumpje van hetgeen op de plaats zelve
en de naaste omgeving is opgegraven
Mijn bijzondere aandacht trekken de z.g.
druppel ornamentatie, lijsten, waarvan
druppels schijnen af te druipen.
Ter afwisseling naar het Nation» !e
Museum.
De eerste zaal, waar ik binnentreed
is voor mij tevens de belangrijkste: de
overblijfselen uit het mycunsche tijd
vak dat gerekend wordt van 1500/120C
voor Christus. Tal van bladgouden or
namentenplaten, vermoedelijk geïm
porteerd van Creta, waaronder prach
tig, volmaakt zuiver gestyleerde bijen,
octopussen, bladeren en maskers. Op
welk een enorm hoog standpunt stond
toch die beschaving der ouden! Vitrine
naast vitrine met de meest kostbare
voortbrengselen van dien tijd: vazen,
kommen, kannen, met fraaie klem-en
beschilderd, bronzen wapenen met goud
ingelegd, incrusties die de perfectie na
bij komen. Ik herinner my een leeuwen
jacht, een stieren-aanval, zuiver na
tuurlijk, krachtig elke lijn. Een aanta
zalen niet Grieksche sculptuur, in de
eerste de meest primitieve pl.m. 520 v.
Chr., platte lijven, stijve lichamen, een
ornamentiek die min of meer doet den
ken aan de Egyptische vlakkunst, die
vermoedelijk geïnspireerd heeft. Dan
komt langzamerhand wat meer muziek
in de beelden, ze beginnen wat losser te
worden, wat te draaien, het linker been
komt wat vopr liet rechte te staan, de
lijven z(]n minder plat, de beenderen,
te beginnen met jukbeenderen, knie
schijven, later de spieren van armen en
beenen worden aangegeven, nog later
geaccentueerd.
Zalen met stéles, grafsteenen, een
prachtig marmeren groep van vrouw,
1 sater en engel, diervormen, Slanke
grafvazen.
Een andere zaal: Mycunsche beschil
derde dierfiguren op grof aardewerk,
later op borden en vazen steeds vol
maakter uitgevoerd, amphoren, ook
met een wetstuk, bestaande uit een
drietal aardewerk-lussen. Vaatwerk
met rooden ondergrond met zwarte
daarop aangebrachte figuren, later zijn
de vazen zwart gevernisd en de figuren
rood uitgespaard (pl.m. 520 v. Chr.).
Het beste op dit gebied heb ik echter in
vele andere buiteniandsche musea ge
zien.
We lunchen in het Hótel de la Grande
Bretagne en rijden daarna wederom
naar den Acropolis, nu voor de details.
De heuvel die plan. 150 M. hoog is, is
alleen van het Westen toegankelijk door
een door plantsoenen begrensden ge-
asfalteerden weg, aan de andere zijden
rijst zij steil op uit de vlakte. Hierop
vestigden zich de eerste bewoners van
Athene, in den Myceenschen tijd was
hier een groot paleis; de grootsche mo
numenten: de Propylaeën, het Parthe
non, het Erechtheion alsmede de klei
ne tempels dateeren eerst uit den tijd
van Pericles.
De Propylaeën: een middenportaal
met zuilen en 2 vleugels, marmeren
trappen leidden er heen, stijl afwisse
lend dorisch en jonisch.
Het Parthenon, de tempel der Godin
Athena Parthenos (Minerva) dorische
marmeren zuilen, waarvan diverse ter
aarde liggen, docli die men bezig Is we
der op haar plaats te brengen. De
meeste beeldhouwwerken zijn ook hier
gestolen en bevinden zich te Londen;
indien ze niet zijn van de hand van
den beeldhouwer Phidias, dan zyn ze
toch vermoedelijk door hem geïnspi
reerd.
Het Erechtheion is vermoedelijk iets
vroeger gebouwd dan het Parthenon, ?n
jonischen stijl, feitelijk een dubbel-
tempel, aan 2 goden gewyd; midden in
de ruïne heeft een olijfboom wortel ge
schoten.
We bezien nog de overblijfselen van
een door de Perzen verwoeste tempel,
het Hekatompedon, van een Romein-
schen tempel, eveneens door slechts
weinige brokstukken en fundamenten
vertegenwoordigd en 'tenslotte bestijgen
we nog eenmaal de ietwat hooger ge
legen Oostzij den. van den Acropolis om
van het uitzicht te genieten.
We komen aan boord terug. De
„Pierre Loti" licht de ankers. We stoo-
men de haven van Piareus uit. We
houden het midden, ter weerszijde van
ons liggen als vormden zij een eere-
waclit de stoomschepen .tkomen
van heinde en ver, de achtersteven
tegen en bij den wal, de voorplechten
naar het midden gekeerd.
Wee naderen den uitgang. Links lig
gen een drietal Grieksche ooilogssche-
pen. Van de brug een fluitje, de „Plerre
Loti" brengt het saluut met de vlag
aan den achtersteven. Aan boord -van 't
dichtst byzijnde dienstdoende oorlog
schip wordt het fluitsignaal beantwoord.
Plechtig daalt en herrijst het wit blau
we gekruiste symbool der Griekschn
Republiek.
Het signaal „volle kracht" gaat naar
de machinekamer. Met volle kracht
snelt de „Plerre Loti" haar laatste aan
loophaven vóór Marseille, Napels tege
moet.
TH.
(Reeds in het grootste gedeelte onzer
vorige oplaag opgenomen)
HET JAAP EDEN-
MONUMENT.
DE ONTHULLING OP A.S.
ZATERDAGMIDDAG.
Wij herinneren er aan, dat de ont
hulling van het monument op het graf
van wijlen den Wereldkampioen Jaap
Eden, morgen, Zaterdagmiddag 3 uur
zal plaats vinden op de algemeene be
graafplaats aan de Kleverlaan. Het graf
is gelegen aan de oprijlaan by den hoofd
ingang. Het publiek kan evenwel slechts
de begraafplaats betreden door den in
gang aan den Schoterweg. Voor houders
van invitatie-kaarten zal toegangzyn
tot het afgezette gedeelte, rondom het
graf.
De herdenkingsrede zal uitgesproken
worden door den heer Leo Lauer uit
uit Zandvoort. De eigenlijke onthulling
van het monument zal geschieden door
Baron Schimmelpenninck van der Oye,
den voorzitter van het N.O.Q. Verder
zyn er nog eenige andere sprekers In
geschreven.
Mevr, L. Eden'Prinsen, evenals de ont
werper van het monument, de beeld
houwer August Falise uit Wageningen,
zullen de plechtigheid by wonen. Óck
verschillende sportbonden en sportver-
eeniglngen zullen vertegenwoordigd zijn.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regeL
-Sfecfdb&oüt
eenpfdmo.
Qijggfyefig.
&)un£oji
Sand
VERKRIJGBAAR BIJ
ALLE ERKENDE
RIJWIELHANDELAREN
door JAN VAN MERLENSTEIJN.
30)
Terneergeslagen zetten wy onzen tocht
voort- Dit avontuur had onze gedrukte
stemming nog verergerd Het had helaas
ook nog andere gevolgen. Dit was de
druppel geweest, die het vat deed over-
loopen. Wat nu volgde, was wel bc-
grijpeiyk menscheiyk maar diep treu
rig. Plotseling vertoonden zich nl, duide
lijke teekenen van ontevredenheid onder
de bemanning. De mannen begonnen
Kicli in kleine groepjes te verzamelen
fluisterende gesprekken be voeren, die
afgebroken werden, als een van ons ln
nabyiieid kwam. wy deden of wij er
niets van merkten te meer daar de dienst
gewillig en goed werd verricht. Ook de
beleefdheid tegenover ons bleef dezelfde
als vroeger, hoewel die besprekingen
onder elkaar zich dageiyks her
haalden en langer duurden.
wy begrepen er niets van totdat op
zakeren dag de verklaring kwam, die
ons trof als een donderslag.
Ecu deputatie bestaande uit drie van
de oudste matrozen verlangde vader te
spreken. Hy ontving hen in den salon.
Ook ik was op zUn wensoh er by tegen
woordig. Ik moet er heden nog onze
manschappen excuus voor vragen, dat
wy toen het eerste oogenblik dachten,
dat zy ons ontrouw waren geworden.
Weliswaar was hetgeen zy te berde
brachten nog veel erger, maar liet was
niet tegen ons gericht, hoewel dat in
het begin zoo scheen. De woordvoerder
begon met te zeggen, dat er onder zyn
kameraden ontevredenheid hcerschte.
„U moet niet denken, mijnheer Van
der Velde, dat deze ontevredenheid te
gen u of uw familie gericht is. Daar hebt
u en de uwen ons steeds te goed voor
behandeld, wy zyn graag met u mee
gegaan. hoewel wy wisten waarom het
ging. Wy blijven ook nu nog graag by
u, hoewel wij er allen naar verlangen
onze familie en vrienden weer eens te
zien. Maar als de zaken zóó blyven
doorgaan als tot nu toe, hebben wy
daar bitter weinig kans op. wy weten
dat het niet uw schuld is, mynheer Van
der Velde. Maar wy weten even goed,
dat het schuld van de anderen is en
we zien niet in waarom wy daaronder
zouden ïyden".
„Wat denken jullie dus te doen?"
„Wy kunnen niets doen, mynheer Van
der Velde, maai- u wel. Waarvoor hebt
u anders vier apparaten? Wy hebben
gezien waartoe die apparaten in staat
zijn en wy weten dat wij niet noodig
hebben altyd en eeuwig voor de anderen
op den loop te gaan. Wy zyn dat eeuwi
ge wegloopen zat!"
De andere twee knikten energiek en
de man wond zich hoe langer hoe meer
op.
Wy zijn er geen oogenblik zeker van.
dat er niet hier of daar een vliegma
chine, een duikboot of een schip komt
dat op ons vuurt, hoewel wy het niets
gedaan hebben. Tot nu toe is het ons
nog altyd gehikt om goed weg te komen.
Maar wie zegt, datt ons dit altUd zal
gelukken? Daar willen we hei echter
niet op laten aankomen. Wij willen ein-
delyk ee.ns rust hebben. En als de an
deren ons die rust niet willen geven,
dan is het aan u, mynheer Van der Vel
de, ons die rust te verschaffen."
„Wat verlangen jullie dus van my?"
„Dat u hun eens een keer laat zien,
dat u ook tot meer in staat bent dan
altyd maar afweren, zonder iemand een
haar te krenken. Wij weten het. maar
de anderen gelooven het niet. Weest i
er maar van overtuigd, mynheer Van
der Velde, als u eerst een paar oerless
en handelsschepen hebt laten zinken,
dan zullen we wel rust hebben."
,.En de menschen op die schepen?"
„Bekommeren zy zich soms om ons,
als z(i plotseling en onverwachts op
ons schieten? Waarom zouden wy beter
zijn dan zy? Als zij konden zouden zij
ons met het grootste genoegen vernie
tigen. Maar wij neem het- me niet
kwaiyk, mynheer Van der Velde, w;j
zyn zoo dom om altyd maar als goede
sukkels op desn loop te gaan."
Vader keek den spreker aan en zeide
tenslotte:
„Jullie willen dus dat wy beginnen te
moorden?"
De matroos schuifelde weifelend met
zyn voet over het karpet.
.Dat is een beetje sterk uitgedrukt,
mynheer. Het is toch. geen moord als
men zich krachtdadig verdedigt?'
„Ja dat is het wel. Tenminste als men
over zulke hulpmiddelen beschikt als
wij, hulpmiddelen waartegen de ande
ren zich niet kunnen verweren."
.Dus u wilt ons verlangen niet inwil
ligen, mijnheer Van der Velde?"
Vader sloeg op de tafel, dat deaschbak
er van danste.
„Neen duizendmaal neen! Ik heb tot
nu toe van den concentrator geen
moordwapen gemaakt en zal dit ook nu
niet doen. Het zou wat anders zyn, als
dit laatste middel was oni een heel
volk te redden. Maar om daar te begin
nen te moorden, alleen omdat wy, eer.
paar menschen, in een onaangenomen
toestand verkeeren, daar denk ik niet
aan. Het doet my bitter leed dat het
zoover gekomen is en ik begrijp wat
jullie tot dit verlangen dreef. Maar de
zen wensch van jullie zal ik nooit in-
willigen. Uc sla nog liever de appara
ten in stukken. Ik kan jullie verlangen
naar huis volkomen begrypen en Ik
ben bereid, jullie zoo gauw mogelyk te
laten aflossen."
Zy gingen met. hangend hoofd weg en
vader wendde zich tot my:
„Het einde waar ik altyd bang voor
ben geweest, is naby."
Wy bespraken de zaak uitvoerig en
kwamen tot het besluit, dat de eenige
uitweg was van manschappen te wisse
len, en anderen laten komen. Dat was
echter geniakkeiyker gezegd dan ge
daan. De nieuwe manschappen moesten
zorgvuldig worden gekozen. Vader ver
zond een lang code-telegram, dat nog
dienzelfden avond werd beantwoord.
Den volgenden nacht betrapte Gerard
een der matrozen, die zijn hoofd in den
concentrator had gestoken en aan de
hefboom morrelde. De man verwij
derde zich verlegen, zonder te beproeven
zich te verontschuldigen. Wy wisten ge
noeg. De toestand was critisch gewor
den. Van nu af werd ons het leven tot
een hel, waar we zoowel op onze vyan-
den van bulten moesten letten als ook
den concentrators steeds in het oog
moesten houden,
Elndelyk waren wy door het gebrek
aan slaap zoo afgetobd dat onze zenu
wen tot hot uiterste gespannen waren.
Wy wisten dat wy nu voor een vyand
stonden, die met ons wapen niet te be
strijden was. Wij moesten tegen gevoe
lens vechten en deze zyn ontastbaar.
Ik wil hier een openhartige bekente
nis afleggen, zelfs al loop ik er gevaar
door, dat myn moraliteit als minder
waardig wordt beschouwd. Ik moet dit
doen om te toonen hoe ver zelfs wy al
gekomen waren. In den loop der vol
gende dagen gelukte het een paar koop-
vaardyschepen nog tweemaal ©en schot
op ons be lossen, voor wy hen konden
ontwapenen. Wy hadden het byzondere
geluk beide keeren niet getroffen te
worden, hetgeen be verklaren was ten
eerste uit het feit, dat de bemanning
nog niet goed geoefend en ten tweede
omdat ze al begonnen te schieten voor
tfat ze zoo dicht by waren, dat een
werkelyk schot mogeiyk was geweest.
Deze voorvallen toonden ons. dat wij
niet meer zoo goed als vroeger in staat
waren om te waken. Toen het tweede
schip ons ons begon te vuren, stond ik
juist bU een concentrator. Ik had reeds
mijn hoofd in de kogel van het apparaat
en myn hand aan den versterkingshef
boom. toen ik mij vlug weer vrijmaakte
en terugtrek. Ik schrok van mijn eigen
gedachten. Wat had ik willen doen. Hoe
diep was ik reeds gezonken? Ik had my
zelf op den wensch betrapt dat schip te
laten zinken. Waar waren myn idealen
en mijn opvoeding gebleven, dat ik nu
aan de ruwe natuurinstincten wilde
toegeven? (Wordt vervolgd.)