H. D. VERTELLINGEN A&tP'S amandeltjes- FLITSEN FEUILLETON DE LOT GEVALLEN VAN ESMÉE HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 15 JUNI 1928 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Het Paard. door HASSE ZETTERSTROM, Stockholm. Ik woon aan den buitenkant van de stad in een tamelijk modem huis met electrisch licht, dat ook 's nachts brandt, wanneer men het vergeet uit te doen. Aan den overkant van de straat ligt een klein, omheind weitje. Hat is groen en mooi. lederen morgen kijk ik er naar en verheug mij er over, dat het geen huis van vier verdiepingen is. Op zekeren dag gebeurde er iets. Een paard springt op liet weitje rond. Een mooi. bruin, jong, vroolijk paard. Het springt rond, eet gras en kwispelt met den staart van louter pleizier want de vliegen zijn nog niet zoo erg. Wij allen zien het paard uit onze ramen en wij spreken over het beest alleen. De kinderen hangen over de heg en verwonderen zich er over, waar het vandaan gekomen is, maar niemand weet het! De jongens praten er over en in de winkels hoort men: Wat een mcoi paard. Het ziet er uit als een rijpaard. Maar de jongens zijn het meest be langstellend. Zou je er dicht bij kunnen komen? En het aaien? Zou het kunnen bijten? Op zekeren dag verschijnt Jansen, die op nummer 35 woont, met een harde broodkorst. Het paard neemt het aan cn is aller vriend. Maar dan Op een middag kom ik thuis als ge woonlijk. En daar zie ik een kleine ver gadering op het weitje. Op de straat staat de schoenmaker en praat druk met den melkboer. Ik heb ze nooit tevoren op straat gezien. Wat is er gebeurd? Wat is er aan de hand? —l^rbeeld jc, daar is een kerel die het paard wil stelen. Een half uur ge leden is hij gekomen en regelrecht door de hegopening gegaan en wilde het paard meenemen. Maar er waren menschen in de buurt en nu rekenen zij met hem ef. Zoo, zoo, zeide ik en ging naar bo- bekeek de kleine groep, die daar beneden ven, Ik ging voor hst raam zitten en debatteerde. En zeide tot mijn vrouw: Van wien. is het paard eigenlijk? Ik geloof, dat niemand het weet. Er is daar iemand, die het wil weg halen. Dat. is gemeen. Misschien is het zijn eigendom. Weet ik het? Ik stond plotseling op. Ik was op een der beste denkbeelden gekomen, die ik ooit gehad heb. Ik nam mijn hoed en ging kalm en gelaten naar het weitje. Daar stond een groote, pootige man, die er als een boer uitzag, hij hield het paard bij de manen. Hij zag er in hoogs mate boos uit en ik hoorde hem zeggen: Zal ik mijn eigen paard niet mogen halen? Laat me er asjeblieft door! U wilt eenvoudig het paard stelen, zeide de heer Johannesen, de bedrijfs leider van de bonbonfabrlek. Het is mijn paard. Ik heb het ver leden week op de markt gekocht, ant woordde de man. Dat zul je dan eerst hebben te be wijzen, zeide'iemand en allen lachten. Nu trad ik toe op den man, die ver zekerd had, dat het paard hem toebe hoorde, keek hem recht in het gelaat en zeide Ben je gek, kerel, zou je mijn paard willen wegnemen? De man liet de manen van het dier los, zijn arm viel slap neer en hij keek mij met groote, verwonderde oogen aan. Er kwam beweging in het groepje en de menschen zeiden halfluid: Het paard is van hem. Dat hadden we direct al gedacht. De man, die getracht had, het paard te stelen, begon te grijnzen, hij dacht: Zoo'n goeie mop heb ik nog nooit mee gemaakt. Toen hij het paard weer wilde vastgrijpen, kwam mijn huisknecht na derbij, hield hem de vuist onder den neus en zeide: Maak dat je wegkomt, roover. Je hebt toch gehoord, dat het paard van den redacteur is? Schaam je je niet? De man werd plotseling ernstig, kwam een pas naar mij toe en zeide: Zeg nu nog eens, dat het uw paard Is! Zoo dikwijls u wilt, zeide ik. Ik heb het gekocht, om er 's morgens op te rijden. De volgende week komt het in de manege. Eigenlijk moest men een politie agent halen, zeide iemand. Och wat, laat hem loopen, zeide een ander. De man keek ons aan, den een na den ander en daarna verdween hij plot seling. Ik streelde het paard en deed, alsof ik hem een klontje suiker gaf. Daarna groette ik de aanwezigen vrien delijk en ging naar huis. Ik had het middagmaal gebruikt en koffie gedronken, ging op den divan liggen cn wachtte. De avondbladen kwa men. Ik las ze kalm en sliep in. Ik werd wakker, doordat het dienstmeisje aan de deur klopte en zeide: Er staat een man. buiten. Hij wil, Laat hein binnen komen. Ik bleef op den rug liggen, kalm en gelaten. Het was de man van het paard. Hij bleef aan de deur staan. Ik zeide vriendelijk Asjeblieft, gaat u zitten. Hij ging zitten en wij keken elkaar aan. Toen zei hij: Dat was een mooie grap, daar be neden met het paard. moet u duidelijker uitdrukken, zeide ik. HIJ stond snel op en riep Uit: Dat is mijn paard! Blijft u zitten, zeide ik en laten we kalm praten. U zegt, dat het uw paard is. Ik verzeker het u, dat het mijn paard Is. Kunt. u my uw koopovereen komst laten zien? Nee, zei de man, ik heb het contant betaald en mij geen kwitantie laten geven. Kunt u me er een laten zien? Dat zou ik kunnen, zeide ik. maar het is niet nocdig, want niemand twij felt er aan, dat het paard van mij is. Toch wel, ik. Ja. u is tot nog toe de eenige en het spijt my, dat het zoo is. Het is een mooi dier;; jammer, dat er moeilijk heden om zullen komen. De man luisterde zwijgend. Ik nam de krant. Eenige minuten, toen zei hij: Wilt u mij het paard verkoopen? Niets is niet te koopen, zei ik. Hoe veel geeft u? Hij stond weer op en riep uit: Dat gaat te ver. Zou ik mijn eigen paard moeten koopen? U wilt het toch hebben, zei ik. Hij haalde zijn portefeuille te voor schijn. Wat kost het? Ik zal het goedkoop met u maken, zei ik. U zult het voor honderd gulden hebben. U doet een goed zaakje. Zoo'n mooi dier treft men niet lederen dag aan. Honderd pop contant. Ik stond van den divan op, de man telde vier gele briefjes neer en legde ze, zender een woord te zeggen, op de schrijftafel. Ik stak ze in mijn porte feuille, onderwijl hij mij strak in de oogen keek en zeide: Wilt u mij een kwitantie geven? Dat is niet noodlg tusschen ons, zei ik. U kunt het paard halen. Het scheen mij zoo even, dat ik het niet kon. Weest u kalm. En ik schreef op een vodje papier:: Ik heb er niets op tegen dat het paard wordt weggehaald, onder- teekende en gaf het den man. HU las het glimlachend en sprak: U is werkelijk de meest geslepen man, dien ik ooit heb ontmoet. Dat weet ik. zeide ik. Als er weer iets met paarden te doen is, dan zal ik maken, dat ik er by ben. HU boog verscheidene keereh en ging. Ik zag, dat hU bU het weitje het briefje liet zien en het paard meenam. Den volgenden morgen kreeg ik een brief. HU luidde: ,,Waarde compagnon. WU hebben gis teren goede zaken gedaan, u en ik. Het paard was zoomin van u als van mU, ik heb nooit zoo'n mooi exemplaar zoo goedkoop gekocht. Ik krijg er zeker vUf- honderd gulden voor. Wanneer u niet ge komen was en u met de zaak had be moeid, had ik het voor niets gehad. In ieder geval: veel dank. Wanneer u weer iets weet, denk u dan aan mij Goede provisie" X. D. T, V Ik heb den brief bij mUn verzameling gelegd. Een vriend van mU, die op het stadhuis is, heeft my verteld, dat het paard van de gemeente was. Mijn com pagnon en ik behoeven ons niet onge rust te maken. Een autoriteit, als de stad merkt niets, wanneer zoo'n kleinigheid als een paard verdwijnt. J KIEKJES UIT DE RECHTSZAAL. Geen publiek. Op de rol voor de zitting van d Haarlemsclie Rechtbank standen Don derdag slechts enkele zaken waarvan nog 't grootste deel appèlzaken (hooger be roep van vonnissen van den Kanton rechter). Het beloofde dus weinig sensationeeie kopy. Dc vacantie-stemming komt al. Het bezcok op de publieke tribune is ook een goede maatstaf voor de belang rijkheid van de zaken die aan de orde komen. De vaste bezoekers van „de openbare colleges in middelen om dooi de mazen van de strafwet te kruipen' weten precies wanneer er interessante zaken komen. Hoe. dat is een raadsel maar weten doen ze het! Toen de deurwaarder van morgen het „publiek" voor de tribune opriep, kwam erniemand. Een rijksveldwachter die ender de schare die ei- niet was dc orde moest bewaren, zei oolijk: ,.nu kan de zaak niet doorgaan!" Maar de president dacht ex- anders over. Begonnen werd met het voorlezen van eenige vonnissen. Nu geen winkel, maar In dc gevangenis, J. B. wilde, omdat hU als arbeider niet genoeg naar zijn zin verdiende, een win kel openen. Om aan het geld daarvoor te komen, heeft hij zijn baas - den eier- handelaar E. A. Wagenaar t-e Haarlem voor 1800 a 1900 bestolen. Dit kon hy doen door geld dat hij van de klanten ont*. 'g, niet af te dragen. In de dagvaarding was slechts de verduis tering van 355.45 ten laste gelegd. Het Openbaar Ministerie had de vo rige week tegen B, 6 maanden gevange nisstraf geëischt. De rechtbank heeft er niet meer dan 2 maanden afgedaan, zoodat B. 4 maan den de gevangenis van den binnenkant zal moeten bekuken. Van het winkelplannetje zal dus voor- loopig wel niets komen! De rechtbank wees voorts Een auto zonder golede remmen. De Assen deiver J. M. was door den Kantonrechter veroordeeld tot 20 gul den boete, omdat hU met een automo biel gereden had waarvan de remmen niet in orde waren. Het Openbaar Ministerie vroeg beves tiging van het vonnis. Beklaagde: ik geef toe, dat de remmen niet in orde waren, maar ik was de auto aan het maken, het was nu een proef rit om te oonstateeren of alles in orde was. President: maar ook op een proefrit moet goed geremd kunnen worden, an ders wordt het een gevaarlUke onder neming. Beklaagde: Ik vind bovendien de straf veel te zwaar President: Wij moeten allen een offer over hebben voor de veiligheid van het verkeer op den weg. Als u niet wil zor gen dat uw remmen in orde zUn, dan zult u een offer in geld moeten bren gen om uw verplichtingen te leeren! Van kiezen en tanden. M. F. uit IJmuiden was door den Kan tonrechter te Haarlem veroordeeld tot 5 geldboeten van 150 per stuk wegens het onbevoegd uitoefenen van de ge neeskunst, namelijk het trekken van kiezen en tanden. Er kwam een heele collectie dames en heeren als getuigen om te vertellen hoe zij door beklaagde behandeld werden. In verschillende gevallen werd het nieuwe gebit op afbetaling geleverd. Een der rechters: huurkoopgaat u de klanten ook vervolgen als zij niet behoorlijk betalen? Beklaagde: Ik heb nog geen war.be- Uit het getuigenverhoor bleek, dat de beklaagde by zijn klanten aan huis kwam. Voor hij kiezen en tanden trok, verdoofde hij eerst het tandvleesch, „precies zooals een echte tandarts doet" zoo zei een der getuigen. Beklaagde bekende de feiten, maar beriep er zich op. dat het vrijwel zeker is, dat er een wijziging van de wet zal komen om tandtechnikers de bevoegd heid te geven om kiezen en tanden te trekken. President, maar zoover zijn wij nog niet. Met wetten die kunnen komen heb ben wy hier geen rekening te houden. Al hebt u misschien de bekwaamheid, de bevoegdheid in geen geval. Het Openbaar Ministerie wilde aan- INGEZONDEN MEDEDEEI.INGEN a 60 CENTS PER REGEL NET GRATIS GRENADINE SA US PUPPING EEN HEEFiL.UK NAGERECHT PUD DIN GFABRtEK GR ON NGEN ^■■n.1,1, win, t iiihii urn in1 i'B I' Mi n VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1226 EENZAAMHEID Baby wordt voor den nacht inge stopt en op z'n teen-en binnen is geko men onder het voorwendsel dat hij meende baby te hooren huilen en als pappie weg is dan heeft hij j nog een bezoek van oma te wach- I ten om ham nog een deken te geven; oma denkt altijd dat niemand hem warm genoeg toedekt en tante Martha moet altijd nog even naar hem gluren, zooge naamd om te zien of de hor wol in het raam staat terwijl de rij dan gesloten wordt door moeder, die komt zien of hij wei goed ligt en hem nog een laat ste kus komt geven waarna je verder rustig kunt gaan slapen. (Nadruk verboden). nemen, dat de boeten die de Kanton rechter opgelegd heeft door den be klaagde te drukkend voor zijn portemon- naie worden geacht, maar men moet rekening houden met het feit. dat be klaagde heel wat patiënten heeft behan deld. Daarom vroeg de officier beves tiging van de vonnissen. De verdediger maakte eenige aanmer kingen op de dagvaarding en vroeg ver der, als de rechtbank termen acht voor een veroordeeling, een lichtere straf. Be klaagde was absoluut bekwaam, tijdens den oorlog heeft hij in bezet België ge werkt als tandarts in Duitschen leger dienst. Toch geen plezïerritje! De verdachten die in voorloopige hechtenis gesteld zijn, worden van het huis van bewaring in een specialen ge vangenwagen (een gevangenis op wie len!) overgebracht naar het Paleis van Justitie. De beklaagde die nu in een zeden zaak moest voorkomen (dev zaak werd behandeld met gesloten deuren) is met dien wagen niet overgebracht (maar met een equipage. Dit komt omdat de gevangenwagen in reparatie is. 't Zal evenwel toch geen plezïerritje voor hem geweest zijn! EXAMENS. Onderwijzersexamens Rijkskweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen te Haarlem. Geëxamineerd 5 vrl. en 1 mnl. candi dates Geslaagd, de dames: J. H. Geyl. Haar lem; H. Groot, Velsen; J. Hertier, Sant poort; Th. H. v. Schalk, Haarlem; P. J. A. Westendorp, Heemstede en de heer L. de Waal, IJmuiden. NED. HERVORMDE KERK. Kerkvoogden der Ned. Hervormde Ge meente alhier, hebben ter kennis van de stemgerechtigde leden gebracht, dat (volgens art. 5 en 3 van liet reglement op het beheer der kerkelijke goederen en fondsen) verkozen moeten worden negen leden van het College van Nota belen, ter vervulling van de bestaande vacaturen en die met 1 Januari 1929 door aftreding volgens rooster in dat college zullen ontstaan. Volgens den rooster 'treden met Janu ari a.s. af, de heeren A, Bierens de Haan. H. Bijkerk. W. Eggink, W. Roodenburg en S Stam, die allen herkiesbaar zijn, terwijl voorzien moet worden in de vaca turen ontstaan door het vertrek van de heeren M W. de Rijke (aftreding 1932) en J. C. Wolterbeek (aftreding 1929) en in de vacaturen van de heeren M. Eeftinck Schattenkerk (aftreding 1929) C. van Tienhoven (aftreding 1932), wegens hur. benoeming tot Kerkvoogd. De inlevering der stembiljetten voor deze verkiezing is bepaald op Zaterdag 23 Juni, MUZIEK. CONCERT IN DE KERK DER BROEDERGEMEENTE. Bach beheerschte de eerste helft van den avond, en voor den luister yan zijn genie verbleekte al wat na hem dorst te komen. Grandioos was de grootmees ter op het programma vertegenwoor digd: het Praeludium in b kl. t. voor orgel, de Aria „Gelobet sei der Herr" met obligaat-viool en de Sonate in E voor viool en klavier zijn even zoovele onovertroffen, ja onevenaarbare kunst werken. Het orgel in de Broederfeerk moge voor een alleszins waardige weder gave van Bachs werken ontoereikend zijn: Bachs geest, door Booda's vaardige hand tot leven gewekt deed de onvol- •komenheden. van het instrument haast vergeten. En de prachtige aria: hoe veel imposante dan een paar dagen geleden elders klonk zij ditmaal, nu de klank volle altstem van mevr. Muriel Kool hoven de woorden vertolkte, nu het wer kelijk magistrale vioolspel van Jos. de Clerck de zangpartij omlijstte en in voor treffelijke samenwerking het relief er van vergrootte. Nog was de climax niet bereikt; de beide geweldige Adagii van de Sonate mochten dien brengen in bun oneindige meloddek van Olympische ver hevenheid; zouden hem nog voïkomener gebracht hebben, wanneer de organist niet een deel zijner partij aan het P2- daal had toevertrouwd. Hy deed het zelfde wat we ook op de gemeentelijke orgelconcerten hebben waargenomen doch de clavecimbelpartij van het ori gineel verelsoht noch verdraagt een overzetting van de bas in. het contra octaaf. Hoe mooi en stijlvol Booöa nu ook de discantpartijen op het manuaal speelde: de afstand tusschen deze en de bas bleef te groot, bleef onoverbrug baar er. de bas zelve boette aan ver staanbaarheid in. In de beide Allegri met hun speelsahe polyphonic bleef de juiste afstand veel beter bewaard. De Aria „Where e\ you walk" en het Arioso .Dank sei d-ir Herr" van Handel konden de vergelijking met Bach nog weL doorstaan: de breede. echt-Handel- sche melodieën zijn steeds van groote bekoorlijkheid. In het Arioso stond de viool aanvullend, doch. niet strikt noo- dig zangeres en organist ter zijde. Doch de „Marche" van Guilmant be- teekende een daling van het peil, trots de navolging van het fuga to uit Bachs groot orgel-Praeludium in Es, die er in t.e bespeuren is en de beide werkjes van Ernst Bloch: „Zerknirschung" en „Im provisation", die De Clerck met begelei ding van orgel voordroeg zijn bij al hun violistische aantrekkelijkheid niet van een neiging tot eenigszins hol pa thos vrij te pleiten. Minder uiterlijkheid, meer bezonkenheid ke'nmerken het „Prayer" van een mij onbekenden com ponist Percival Garrath en Cecile Cha- minades „Viatique" stelt den goeden smaak zoowel als het temperament der Fransche componiste in een helder licht. Deze beide zangstukken sloten het pro gramma van dit concert af, dat ons het voorrecht eener herhaalde kennisma king met de werkelijk sohoone stern- middelen van mevr. Koolhoven ge schonken had, dat ons het zich steeds meer ontwikkelende en verdiepende, en nu zeker meesterlijk te noemen vioolspel van Jos. de Clerck had doen genieten en dat ons de muzikaliteit en de vaar digheid als begeleider en solist van Jan Booda, die zich eveneens voortdurend in voorwaartsche richting bewegen hacl doen waardeeren. KAREL DE JONG. TENT-EVANGELISATIE. Men schrijft ons: In de week van 17—24 Juni zal aan de Zaanenlaan hoek Middenweg te Haarlem-Noord een tentcampagne ge houden worden door den Evangelist K. Rozendal uit Sneek. In een reeks lezin gen hoopt hij o.m. de herkomst, dsn toe stand en de toekomst van den -mensch te behandelen. lederen avond zal één lezing gehouden worden. Deze tent had tot nog toe alleen in Friesland haar arbeidsterrein, maar nu wordt een tournée door Noord- en Zuid- Holland gemaakt. Van 28 Juni8 Juli gaat de tent naar Santpoort. C-EVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: Groet Zandvoortschelaan 18 Heemstede, baby-broekje; Koelemij Leidschestraat 152, borstel; Bur. v. Politie Smeaestraat chassis van fototoestel; Gog, Van Loo- straat 6, fazant; Kennel Fauna, Park laan: grijswitte kat, gebracht door Van den Berg, Zijlstraat 87; witte kat, ge bracht door Plan tin ga, Timorstraat 93, Warnaar, T. v. Berkhoutstraat 32, gcuden oorbel; Voorland, Nagtzaamstxaat 61, portemonnaie m. i. Koel, Zylweg 67, portefeuille m. i.; M. Singer, Scheepers straat 47, portefeuille inh. o.a. rijbewijs (Huis); Venema, Pladellastraat 24, rii- wielpomp: Bur. v. Politie, Smedestraat rijwielbelastingmerk en een riek; Van Waard, H. Mulierstraat 23, rijwielbelas tingmerk in étui;; Ranzijn, Scheepers straat 56, rijwielbelastingmerk; Meure, Oost-Indiëstraat 44, rozenkrans; Weese- ling Leidjchezystraat 3, regenjas; Van Vliet. Patrimoniumstraat 19, gummi hondje (speelgoed) Hogendijk Reitz- straat 67, taschje; Provoost, Roosveld- straat 34, vulpen; Gem. Reiniging, Delistraat, drie ijzeren wieltjes. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTRA AT 16 TELEFOON No. 10756 Verkoop, Verhuur, Inruilen, Reparaties (Naar het Engelsch. van C N. en A. M. WILLIAMSON.) 62) Esmée lichtte haar gelaat op naar dat van haar ouder evenbeeld. „Ik wil u gaarne een kus geven!" riep zij- .Jk dank u duizendmaal voor het moede geschenk, en zal u nooit vergeten, nooit! Maar ik hoop u dikwijls weer te zien, en dat u speed y gezond mag worden". ..Myn ziel zal gezond worden, als ze haar gevangenis verlaat", zeide de liefe lijke stem. „Niet eerder, denk ik. En ik hoop. dat het niet lang zal duren. Nu ik u heb gezien, ben ik niet meer zoo bevreesd voor de ontmoeting met mijn verloren dierbaren in een andere wereld Indien zij daar beiden voor mij zijan heengegaan. U zegt u die zoo gelijkt op wat zij moet zijn geweest dat liefde alles vergeeft. U weet niet. hoeveel goed u mij heeft gedaan. Be loof mij, dat u dit hermelijn tot uw trouwdag zult dragen". ..Dat beloof ik u", zeide Esmée. „Die zal heel spoedig aanbreken, omdat Ri ca rdo een speciale huwelijksvolmacht wil zien te krijgen. Wilt u mij uw naam niet zoggen, eer u weggaat?" De vrouw schudde haar hoofd met eon flauw glimlachje. U zult mijn luaam vernemen op uiw trouwdag. Tenzij Ri- cardo hem u eerder mededeelt. Vaar wel!" Zij kuste het meisje, eerst op het voorhoofd en daar op dc lippen, „Vaar wel!" en zij was weg. Esmée ws gaarne met haar gegaan om haar in bed te helpen en voor haar te zorgen, tot ze in slaap viel. Maar zij begreep, dat de vrouw haar gezelschap niet begeerde; zij wensebte alleen maar dat de muaiek niet zou ophouden. Het meisje dacht, dat toen de zwarte ge daante verdwenen was, de gdheimc deur weer zacht zou terugglijden op haar plaats. Dit gebeurde echter niet. Zij dacht, dat de vrouw vergeten had ze te sluiten, of dat ze alleen aan de bui tenzijde kon worden gesloten, en keek met bezorgdheid naar de donkere ope ning tusschen de boekenplanken en den schoorsteenmantel. Zij begreep, dat die deur gesloten moest worden, maar durf- d de verantwoordelijkheid niet op zich nemen dat zelve te doen. In haar on wetendheid modht zij het mechanisme eens beschadigen. En bovendien moest zij dan ophouden met spelen. Neen. zij zou wachten tot Ricardo terugkwam, of tot Giuseppe verscheen daar Giu seppe zeker in het geheim was. Zij speelde nu Chopin, want zij be greep, dat die vrouw van Qhopin moest houden. „Wie is zij wie is zij toch?" vroeg zij steeds weer. „Zal Ricardo het mi] zeggen?" Toen ging de deur der kamer open. Het meisje wendde haar hoofd om. Twee mannen waren in de voorkamer. Zij dacht een oogenblik, dat de eene Ri cardo was; maar toen de roode glans van het haardvuur hem verlichtte, zag zii. dat zij zich had vergist. Het was Rudolf Silvers. En de andere was Lyons. HOOFDSTUK XXX. Het Is beter heen tc gaan. Esmée» eerste gedachte was aan zich zelve. Haar tweede was aan de vrouw. Hoe Lyons kennis had gemaakt met Sil vers, kon zij niet raden; evenmin of zij elkaar reeds huig of nog maar weinige dagen kenden. In elk geval hadden zij zich met elkaar vereenigd tegen liaar. cn misschien ook tegen Richard Power. Silvers nog minder dan een ander mocht Iets weten van het bestaan dier vrouw; instinctmatig begreep het meisje, dat Ricardo zoo dacht. En zij was bang voor yons. Zij begreep, dat Lyons reeds iets van Silvers en het geheim van het huis had geweten, toen hij haar sprak over de „val", waarin zij zich bevend. Zii sprong op. het pianostoeltje om werpende, en vloog naar de boekenkast. Haar bevende hand tastte naar de veer, „den tweeden eikel redhfcs, dicht bij den schoorsteen". De mannen kwamen reeds naar haar toe. Zou de veer wei-ken? Zou de geheime deur sluiten, of zouden zij by haar zijn, eer zij haar geluk kon beproeven? Tob haar blijdschap gleed de deur zacht dicht, toen zij op de veer drukte, en het meisje viel er bijna tegen aan, en staarde hijgend maar uitdagend de twee mannen aan. „U was dus al dien tijd op ziin hand, Miss Esmée Altona O'ConnelI", zeide Lyons. „U wist alles van die dame. U kende haar naam cn de rest". „Ik wist niets. Ik weet nog niets". „Vijf minuten geleden kekon wij door het raam", zeide Silvers, „Wij zagen de dame. Wij zagen uw afscheid, uw feeder vaarwel. Als het lood om die ruiten niet al te sterk was geweest, dan wa ren we op die wijze binnengekomen". Terwijl hij sprak, wierp hij een blik naar het- venster en zijn oogen vielen op het stuk zijde, dat iets op de schrijf tafel verborg. Hij liet Lyons bij het meisje. Liep door de kamer, trok het doekje weg en nu kwamen er een aan tal schitterende juweelen voor den dag de familiejuweelen, welke dien dag uit de bank waren gehaald, opdat Es mée er een keuze uit zou doen. ZU zag ze ook. toen het licht der vlammen op een diadeem van briljanten viel. Zij begreep, waarom ze daar waren en dat Ricardo had gewild dat- zij ze in zijn afwezigheid zou vinden. Zij kon er niet bü blijven staan en zijn familieju weelen door Silvers laten stelen! Voor een oogenblik vergat zij het gevaar van dé geheime deur aan Lyon's genade over te laten en wilde de juweel-en gaan verdedigen; maar Lyons greep haar bij den arm. „U hebt die deur gesloten, meisje. U weet ook wel, hoe ze opengaat. Zeg mij dat" beval hij. ..Dat doe ik niet!" hijgde Esmée. Silvers laohle. „Maak je maar niet be zorgd. man!" zeide hij, een diamanten armband in den zak stekend. „Ik vreet wel hoe de deur opengaat. Dit oride huis heeft heel weinig geheimen voor mij! Wel, daarbinnen is die aardige, kleine, geheime suite, welke mijn vader of grootvader van alle gemakken liet voorzien, e; de papieren, waarvan ik Je vertelde. Ik heb ze daar zelf gelegd, en teen verjoeg die vervloekte indringer, die zich Graaf Ricardo noemt, mij uit het huis, eer ik ze kon meenemen. Een mooie naam, Ricardo! Ik heb dien nu en dan zelf gebruikt. Die kerel heeft de wacht gehouden in deze kanoer, als een draak, die zijn schatten bewaakt. Ik dacht, dat het was. omdat hij mij vrees de, maar ik zie nu, dat hij een andere reden had. die slimmerik. Zelfs de goe de Luisa wist niets van de aanwezigheid van die dame. Als hij vandaag niet was uitgegaan, zouden wy onze kans hebben gemist. Laat mij een oogenblik tijd, om een paar van de dierbai-e familiejuwee len op te rapen en dan zal ik de deur voor je openen. Ee papieren voor mU en de daxr.e voor jou". Lyons hield Esmée nog steeds bij den arm. „Haast je!" waarschuwde hij Sil vers. „Power kan elk oogenblik komen. Denk er aan, hoeveel tijd wij moesten laten verloren gaan, eer het donker ge noeg was om binnen te komen". „Zestig seconden is al wat ik vraag, om te nemen, wat het mijne moest zijn zooveel mijn zakken kunnen bevat ten. niet meer", zeide de andere. „Zelfs als Ricardo mocht komen, wy hebben de deur der voorkamer op slot gedaan. Dat zal hem ophouden. En je mocht deze ook wel sluiten. Dat zal ons wat meer tijd laten. Ofsohoon wij niet door het venster er in konden komen, kunnen wij er toch zoo wel uit komen". ,J7iet met de dames", pro-testeerde Lyons. Silvers lachte. „Heb je beiden noodig?" „Ik wensdh", zeide Lyons ernstig, „dat beiden uit eigen beweging met mij gaan. eer wij gestoord worden. Ik wil de deur sluiten, maar als het tijd is te gaan, ga ik met het meisje en de vrouw. Jij kunt deer., zooals je wilt". .(Wordt vervolgd);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6