H. D. VERTELLINGEN STADSNIEUWS HONDERDJARIG BESTAAN FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN ESMÊE HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 18 JUNI 1928 TWEEDE BLAD (Nadruk Terboden; auteursrecht voorbehouden.) Het Zoldertje Het tfle witte maanlicht scheen naar binnen, nog meer door de spleten van het zoldertje dan door het dakraampje, waar het werd tegengehouden door e=n gebloemd lapje, dat aan vier Kanten van het ruitje was vastgespijkerd. Het moest ren prachtige nacht zijn daarbuiten, tusschen de grootste spleten kon je hier en daar een sterretje zien schijnen. En verder was alles doodstil. Van achter een paar oude doozen en uit het verste hoekje van den zolder kwam zoo nu en dan nauw hoorbaar een muizengeluldje. Ze schenen hun best te doen, de muizen, om in alls stil te hun werkjes te verrichten, schoenen en kleedlngstukken te besnuffelen en iets eetbaars op te zoeken. Maar verder lag alles in rust. In het donkerste hoekje, waar de bal ken het hoogst waren, stond het bed van Tinus. Twee kanten grensden aan het houten beschot en naast zUn hoof deneind stond het schutje waarmee het bed van den overigen zolder werd af gescheiden. De schuine balkenhemel boven hem waar Tinus altijd naar lag te kijken als hij niet slapen kon, was beplakt met al lerlei plaatjes. Het leek wel een stalen kaart van briefkaarten en prentjes. Dit de tijdschriften, die tante vroe ger van haar werkhuis had meegenomen, waren de meeste photos geknipt. Som mige hingen maar aan één spijker, zoo dat je ze aan twee kanten kon bekijken. Dan pronkten er ook vier briefkaarten met nieuwjaarswenschen erop, die in goud en zilver geschreven waren. In het midden van al dat moois, met vier blauw- en witgestreepte punaises vast gemaakt, hing een photo van Tinus* moeder. Die moest gemaakt zijn toen zij uit haar eersten dienst was gekomen en Jan en Tinus er nog lang niet waren. Hij lag er vaak naar te kijken. Maar nu was alles ln het donker, pik donker, alleen als Tinus heel lang tuurde kon hij twee gestreepte punaises onder scheiden van moeders portretje, die door een zwak manenstraaltje besche nen werden, vanuit het midden van het dak. Hij had al heel lang zoo stil gele gen, zijn gedachten waren ook zoo veel verder dan dezen zolder en het huis. Hij leefde in de toekomst, en er was nie mand meer in te herkennen, zelfs vader en Jopie niet. Nu zag hij zich heel dui delijk een vreemd land doortrekken in een oud fluweeien pak. met een viool onder zijn arm. Een groote hond liep naast hem, en zij aten samen van het brood dat Tinus zoo nu en dan ver diende. Het leek of hij zichzelf aldoor weer terug zag in den ouden vioolspeler van gisteren, dien hij maar niet liad kun nen vergeten,. Dan kwam er weer een oogenbllk dat hij zich voor een groot deftig wit huis zag staan, met hooge ramen en een zware gebeeldhouwde voordeur. Om het huis stonden prachtige oer oude boomen waaronder weer groote perken lagen vol rozen in allerlei kleuren En de eigenaar van dit huis was hij.,.. Tinus. Maar nu zag hij weer de twee verlichte punaises tegen den middelsten balk. Ineens waren zijn gedachten veran derd. Als oude man kwam hü zijn eigen straatje weer doorloopen, een kapotte viool onder den arm. Er was niemand meer die naar hem wilde luisteren en er waren geen menschen over die hem kenden. Op het stoepje voor zijn vroegere huis ging hij zitten en speelde een bekende melodie op de oude knarsende viool. De hond zat tegen zijn knie gedrukt, vuil en haveloos. Er kwam een diepe zucht vanuit het donkere hoekje en ineens kon Tinus de punaises niet meer onderscheiden. Ze schenen als weggesmolten. Den volgenden dag was het Woensdag en een vrije middag. De lessen op school gingen niet erg dezen morgen. Tinus kon zijn gedachten er niet bijhouden, het leek wel of al die sommen hem ineens onbe grijpelijk toeschenen. Zelfs moest dè meester verscheidene keeren hetzelfde vragen voordat Tinus begreep dat hij hem bedoelde. Maar meneer had hem geen straf ge geven, en al verder was hij in zijn ge dachten verzonken. Om twaalf uur nield de meester hem in de gang staande. „Jongen, wat had jij toch vanmorgen, het was zeker iets heel bijzonders wi je de heele les door vergeten was." Ds meester hield van zijn jongens en als het eenigszins kon zond hij ze liever zonder sommen of thema's naar huis. Was het eigenlijk ook niet heel begrij pelijk dat de gedachten van een jongen bij die droge sommen, die hem dikwijls zeif moeite genoeg gaven om er bij te blijven? Half blij, half verlegen vertelde Ti nus nu dat hei die grijze vicoLsoeler was aan wien hij aldoor maar had moeten denken; de oude zwerver die gisteren in hun straat had zitten spelen HU wilde zoo graag weten, waar hij nu op het oogenblik zou wezen, of dat hij misschien al uit de stad zou zijn. Dat had dus zoo'n Indruk op den jon gen gemaakt! Het leek wel of de meester ln zich zelf even stond te lachen, maar toen vroeg hij of Tinus misschien zin ha<j vanmiddag met hem mee te gaan, dan zouden zij den ouden zwerver kunnen hoor en spelen. De meester kende den artist wel van vroeger toen hij nog eens een tüdlang hier in de stad had gespeeld En van hemzelf wist hij toevallig dat hU vanmiddag voor een van de groote ho tels in de stad zou spelen. Tinus dacht dat hU den meester nog nooit zoo aardig had gevonden. Dat dit nu de straf was voor al zUn gedroom! Veel kon hU niet zeggen om meneer te bedanken. Er was ineens iets diks in zijn keel gekomen, maar het leek wel of de mees :er hem toch begreep, toen de jon gen zich met een stralend gezicht om keerde en de gang door de school uit rende. Het was juist tegen theetijd toen de meester en Tinus het plein overstaken voor het groote hotel aan den buiten kant van de stad. Voor het hooge witte gebouw lag een groot terras, met palmen en geraniums afgezet. Een menigte stoeltjes en tafel tjes stonden er, overschaduwd door rood en wit gestreepte parasols. Het was er stampvol. Tinus duizelde van al die menschen die er zoo prachtig uitzagen en daar dood op hun gemak zaten te praten en te lachen, alsof zU nog nooit verlegen waren geweest Enkele rUen van de straat af naast een groep palmen ontdekte de meester nog twee vrUe stoel enby zoo'n tafeltje met een parasol. Heel voorzichtig liep Tinus achter hem aan, tusschen tien tallen tafeltjes door met overal mooie menschen. Eventjes moest hij wel zuch ten van verlichting, toen ze goed en wel by hun stoelen gekomen waren. Maar ineens vervaagden al die vreem. de dingen voor Tinus. Van heel ver sche nen er enkele viooltonen te komen. Hij dacht aan den droom van vannacht. Het. was zün vioolspeler! Meester had het ook gehoord en knikte Tinus even toe. Langzamerhand zou de jongen de heele melodie nu volgen. De menschen en het rumoer om hem heen was hy vergeten. Alleen den ouden zwerver zag hij, zooals die gebogen stond bij den rand van het terras, zUn hoofd afgewend van het publiek alsof hij alleen wilde zyn met zyn spel. De menschen schenen hem in het eerst niet op te merken, de meesten praatten en lachten door. Mis schien wilden ze het elkaar niet beken nen dat zy wel voelden voor dien gry- zen artiest die daar zoo wonderiyk zui ver cn ontroerend stond te spelen. Langzamerhand werd het stil aan de voorste tafeltjes. Er waren enkelen die hun stoel wat verzetten en zich voelden aangetrokken tot dien vreemden gebo gen man, en anderen die vragend voor zich uit bleven staren. Niemand lette op Tinus die met zyn twee handen krampachtig de rieten stoelleuning omklemde. Met een bleek gezichtje tuurde hij naar den oude, van wien hij alleen maar een schouder en de viool kon zien, onder de parasol van het voorste tafeltje door. Toen de melodie uit was keerde de zwerver zich om en boog even zyn hoofd voor de menschen. Niemand klapte er bleef even stilte na na dezen diepen, treurigen klaagzang, dit levenslied van den ouden zwerver. Tinus twyfelde eraan of hij het wel werkelyk was, die nu alleen tusschen de tafeltjes door het terras weer opliep, den speler achterna, die langzaam met de viool en het krukje onder zyn arm, het plein overstak. Verscheidene men schen waren opgestaan om hem wat te geven, maar Tir.us was met een kwartje in zijn hand biyven zitten en had niet gedurfd. Het was zijn eigen geld, twee maanden geleden had vader het hem gegeven. Op het midden van het plein haalde hij den ouden zwerver in zy waren een vreemd stel: de gebo gen oude man, die zoo wonderlijk had doen ontroeren, en het kleine verlegen jochie met zyn ouwelyk gezichtje en het kwartje vast in zyn hand gedrukt. Van het terras af keken de menschen wel eens heel ergens anders waren dan hen na en glimlachten. HERDENKING VAN DE „RERUM NOVARUM". OPTOCHT EN MEETING. Ter herdenking van de uitvaardiging der encycliek „Rerum Novarum", welke 37 jaar geleden door Paus Leo XIII werd afgekondigd, had ook Zondag we der de jaarlyksche demonstratie plaats. Hieraan werd deelgenomen door afdeelingen Haarlem, Bennebroek. Haarlem-Noord, Heemstede, Hillegoro. Hoofddorp. Overveen-Bloemendaal Vogelenzang van den Ned. RJC.. Volks bond. Eerst werd in genoemde plaatsen een generale H. communie gehouden door de leden van den Volles bond. Des middags om twee uur stelden de afd. Haarlem zich op met haar vele on deraf deelingen, in het gebouw St. Bavo. Toen de Volksbond van Oud-Schoten arriveerde sloot de afdeeling Haarlem zich hierby aan. De stoet werd vooraf gegaan door de harmonie ..St. Caeci- lia". De banieren der verschillende on- der-afdeelingen werden ontplooid mee gevoerd. Van de Sm edestraat werd gemar cheerd langs Barteljorisstraat, Groot Markt, Koningstraat-, Gierstraat, Groot Houtstraat, Houtplein en Dreef naar het Brongebouw. Om drie uur begon de meeting, die werd ingezet met zuziek van Harmonie „St. Michaël" uit Heemstede. Daarna werden door de zangvereenl- ging „St. Caecilia" twee zangummers ten gehoore gebracht wo. het „Stryd- lied' Als sprekers traden Op de hoeren W Bosch, kapelaan te Amsterdam en Henri Hermans, lid van dc Tweede Kam.er de Staten-Generaa'. De heer W. Groenland, voorzitter vai de afdeeling Heemstede van den R K Volksbond leidde de sprekers in. H:J was verheugd over de groote opkomst en deelde mede, dat een telegram ge zonden was aan Mgr. Taskin, Vicaris Capiularis. Daarna spraken de deelnemers van de meeting den wensch uit, dat steeds meer er meer het besef moge doordrin gen, dat de maatschappeiyke verhou- dingen alléén dan kunnen worden ver beterd, door samenwerking van alle standen, indien de ware Christeiyke be ginselen van rechtvaardigheid en naas tenliefde den grondslag vormen van het gemeenschappelyk streven. Kapelaan Bosch, daarna zyn rede houdend, herinnerde er aan, dat Jezus gezegd heeft „Ik ben een Koning". En Christus is Koning gebleven, ondanks alle vervolgingen. Hy zal heerschen. on danks alles. Het ongeloof gaat wells waar baan breken. Het wordt in ge schrift en woord op straten en pleiner uitgebazuind, door socialisten, commu nisten en anarchisten. En toch heeft het woord van Chris tus „Ik zal heerschen, Ik zal Koning zyn" uitwerking tot Op den dag van vandaag. Op sociaal terrein is veel ge wonnen, dank zy ook het werk van minister Aalberse. Ondanks a Ties, gaat ook de kerk voor uit. Nooit is er een tUd geneest van een dusdanige gehoorzaamheid aan den Paus. Maar dit mag voor de R. K. ar beiders geen aanleiding 'zyn, om nu verder niets meer te doen. GU moet blyven strijden. Aan ons zoo vervolg de spreker biyft dew taak het rijk van Christus-koning uit te breiden Doen wU. Katholieke Volksbonders. dit vooral ook op sociaal en economisch terrein. Tegelijkertijd dat kapelaan Bosch zyn rede hield op de waranda, sprak de heer Henrl Hermans, de tweede groote groep luisteraars toe, in de mu ziektent staande. Spreker had zich tot taak gesteld uit een te zetten; Wat wen aan de encycliek ..Rerum Novarumdanken in het ver leden. En wat wy van dezelfde ency cliek verwachten voor den toekomst. Eerst besprak hij den toestand der arbeiders van vóór 37 jaren, vóór het verschynen der „Rerum Novarum" en thans. Als voornaamste punt stippelde spre ker in breede banen uit de zoozeer ge wilde en gewenschte bedrijfsorganisatie. Dien kant moet het op! aldus spreker, zooals de pas gepromoveerde doctor Philips aan de Handelsschool zei: „wy moeten onze medewerkers tot vrienden maken, vriendschap, liefde en solidari teit moet bestaan tusschen hen, die den arbeid verrichten. Om alles te verwezenlijken in den toekomst zyn drie voorwaarden nood- zakeiyk: le. Versterking''en uithouw van de R.K. organisaties, tot machtige licha men; 2e. Versterking van het geesteiyk weerstandsvermogen, door ontwikkeling 3e Trouw aan de beginselen die wc belijden. Dan zal er vrede komen ln de maat- schappelyken verhoudingen, de vrede die liefde brengt, de vrede die geluk en welvaart beteekent. Er werden nog eenige zang en mu zieknummers ten beste gegeven, Na het zingen van „Roomsche Blijd schap", zette de nu zeer lange stoet zich in beweging, om in optocht te gaar naar de Kathedraal waar een plechtig sluitings-Lof werd gecelebreerd door kapelaan W. Bosch, geassisteerd door Rector Kok, adviseur van de afdeeling Haarlem en kapelaan Keyzer. Rector Kok sprak de groote schare van mannen en vrouwen van de kansel toe. wilzende op de groote beteekenis van dezen dag. Met een plechtig „Te Deum" werd deze besloten. PERSONALIA. uc heer A. J. de Witte, rijks» klerk 2c klasse ten parkette van het kantongerecht te Haarlem, is be» noemd tot rijksklerk lc klas aan bo> vengenoemd parket. Onze stadgenoot de heer D. Been Slöyöleeraar aan de Kweekschool voor Onderwyzers en onderwyzer aan de daaraan verbonden Leerschool, bereikt dit Jaar den 65-jarigen leeftyd en zal tegen 1 Januari 1929 eervol ontslag en pensioen aanvragen. De heer S. D. Neter, gediplomeerde van de afdeeling bouwkunde der M.T.S. te Haarlem is benoemd tot teekenaar by den architect A. K. Bedt tc Hengelo. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Zandvoort vond Zaterdagavond «en diner plaats in hotel „Groot Badhuis",waaraan ook Z. K. H. Prins Hendrik deek nam. De prins wordt verwelkomd door Jhr. Mr. Dr. A. Röcll, den Commissaris der Koningin, en door den Burgemeester van Zandvoort, den heer Van Alphen. (Naar het Engelsch. van O. N. en A. M. WILLIAMSON.) 64)' „Ik wil haar niets vragen", zeide Power. „Ricardo, hy liegt liegt gedeelte- lyk", stamelde Esmée. „Het is waar, dat mijn naam O'Connell ls. Ik ben Dawid O'Connell's dochter, maar heb niemand wraak gezworen. Ik wilde het je vandaag vertellen Ik had het al eerde- willen doen, maar maar „Esrn(e!" Er klonk geen toorn in Power's stem. Alleen verbazing, en ja, teleurstelling. Het meisje begreep zijn gevoelens. Hy was onuitsprekelijk gekwetst en ver baasd dat zy hem opzettelijk scheen te hebben bedrogen en eers' door het ver raden van haar geheim tot bekentenis was gekomen, zyn vertrouwen was nog niet verloren nog niet. Maar Lyons maakte gebruik van de gelegenheid, die hy meende te zien. „U hoort, zü bekent het", verheugde hy zich. ..Vraag haar maar. of zij niet in dit huis kwam als de betaalde spion van een zekeren Rogers van Scotland Yard, om uw geheim uit te vorschen, en in ae eerste plaats om het geheim van deze kamer te loeren kennen. Vraag haar, of haar dat niet den eer sten dag van uw afwezigheid is gelukt; of zy de arme martelares niet uit haar schuilplaats daar achter de boekenkast wisr te lokken, om van haar eigen lip pen het verhaal be hooren en hot over te brengen aan de politie? Zij kan het niet ontkennen, daar Silvers en ik hen te zamen zagen, toen wy binnenkwa men en de deur naar de geheime kamer open vonder.'" De woorden schenen als mek er slagen op Esmée's hart te vallen. Richard Power richtte zyn blinde oogen op haar zy dacht, dat hy wilde spreken. ZU durfde zUn eerste woorden niet afwachten! „Ricardo!" zeide zy. „vergeef mij! Maar weinig, heel weinig van dat ver haal is waar. Ik kwam werkelijk van Rogers. Hij betaalde my ook. Maar ik ben gekomen, omdat ik je wilde helpen In zekeren zin was ik een spion, maar niet in mijn hart. Ik hoopte ..Ga nu. Esmée. en laat my met de zen mar. spreken", zeide Power. Nog lag er geen toon. m zijn stem. maar ze was dof en klankloos. Het leek de stem van een oud man. Snikkend van verdriet gehoorzaamde Esmée. Dc droom was voorbij. Geen verkla ringen, geen smeeken om vergiffenis konden ooit haar leven weer gelukkig maken konden Ricardo's liefde en ver trouwen weer terug winnen. Het was beter heen te gaan. zonder protest, en nooit weer terug te komen. ZU wilde sohryven, ja en zich zelve verdedigen. HU zou de waarheid weten, als hU die maar wilde gel/oven. Maar, o. wie zou hem die brieven voorlessen! HOOFDSTUK XXXI. De verrassing. Toen Esmée reeds bij „den eenzamen weg" was gekomen, dacht zij er aan. dat zy niet langer in Mrs. Jennings' huis woonde, zy herinnerde zich ook. dat zU haar goed ln de portierswoning had gebracht en hoe gelukkig zij zich had gevoeld, toen zU inkoopen ging doen voor haar uitzet. Werktulgeiyk keerde zij terug en bleef toen staan, overwel digd door haar verdriet en niet wetend, wat te doen. Maar de noodzakelijkheid om een plan te maken bracht haar tot bezinning. Zy besloot naar Charles Ho gers te gaar. en hem alles te vertellen wat er gebeurd was. Indien hij het wilde cn mocht, kon hij haar b{j Ri chard Power tenminste vrijspreken van de beschuldiging var. .spinr.nage". Dat zou beter zijn dan hem zelf te schrU- ven, want, helaas de halfblinde oogen konden haar argumenten niet lezen. Het meisje had geen hoop, dat Power zou wenschen haar terug be hebben, en het was beter, dat zU him verloving verbrak dan hy beter voor beiden. ZU was nu verlangend weg te komen; maar eerst moest zij naar de portiers woning berugkeeren en Mrs, Neale de rest van Ricardo's geldelyk geschenk teruggeven. Ook moest zU haar goed meenemen. Gelukkig was het nog niet uitgepakt, er zou dus geen vertraging zUn. Zil liep vooTt op den straatweg, ho pende oen taxi te vinden, wat einde- ïyk gebeurde. Zy gaf een teeken en vreesde reeds, dat de koetsier haar niet had gezien, maar de wagen vermin derde zUn vaart en hield stil, om haar op ten men. Haar besohreld gelaat ver ried Mrs. Neale terstond, dat er iets was voorgevallen, maar het meisje trachtte nauweiUks het uit te leggen Zy zeide alleen dat zy terstond moest gaan. dat Mr Power zelf het wenschte. Later zou zij een boodschap zenden, maar nu kon zU geen adres achterlaten. ZU overhandigde de ontstelde vrouw al les. wat er r.og over was van Ricardo's honderd pond. en vroeg haar. dat aan haar meester te willen teruggeven. Wat dc gekochte kleeren betreft, die moes ter. worden teruggezonden, naar den winkel. ..Maar", stotterde Mrs. Neale, ^y zyn „EEN RAMP TE HALFWEG." MET INTERESSANTE GEVOLGEN. De meneer in de tram keek plots angstig naar buiten, zag raderbrancards rijden, mannen van het Roode Kruis die zich spoedden, zag hoe de drukte ach concentreerde om de suikerfabriek Hollland te Halfweg ..Is er een ongeluk gebeurd, die fa briek staat toch sUl?". vroe^ hy. En de tramconducteur die het wist» stekte gerust: „'t Is maar een oefening". Ja 't was eer. oefening, maar een die in enkele opzichten de werkelijkheid zeer nabü kwam. Onze lezers kunnen weten, dat verondersteld weid. dat door het in de lucht vliegen van het kruithuis by de Ltedebrug in de suikerfabriek te Halfweg een ernstige ramp ontstaan was. doordat een gedeelte van de fabriek instortte waarbU een groot aantal ar beiders zwaar gewond werd. Daar telegrafische of telefonische ver binding was verbroken stuurde de burge meester van Haarlemmer li ede een motcr- ryder naar Amsterdam om hulp te ha len en spoedig arriveerden de eerste auto's met doktoren, verpleegsters en verband, kort daarop reed een electri- sche tram Halfweg binnen met ruim zestig vroolljtoe jongedames, de gediplo meerden en leerlingen by den Genees kundigen dienst, van de Amsterdamsche Burgerwacht, en mot 36 man van de Transportco'onne van het Roode Kruis uit Amsterdam. De oefening was in elkaar gezet door luit-koionel Timmermans in samenwer king met de geneesheeren van de Bur gerwacht. Aan het hoofd van vier en zestig doktoren, verpleegsters en gedi plomeerden van de geneesk. afd. der Bur gerwacht stond de hoofdstafarts le klasse dr. Meulman; hy werd in de leiding by- ges'.aan door den hoofdstafarts 2e klasse dr. Van der Stempel. De transportcolonne van hot Roode Kruis werd geleid door dr. J. Feenstxa Generaal Van Weeren en kolonel Geersema Beckeringh woonden de oefe ning by. En zoo kon omstreeks half drie het reddingswerk een aanvang nemen. Snel trokken de dames de fabriek binnen, op zoek naar .gewonden". Deze fabriek met zyn ketels en buizen, loop bruggen en transportbanden leverde wel een interessant operatie terrein op. Door den schok van de ontploffing was een jongen in een der diffusie ketels getui meld. Met heel wat moeite haalden de dames hern er uit. de rechterarm was verbrijzeld, die moest gespalkt worden en daarna volgde het lastige transport- werk tusschen de ketels uit In het labo ratorium had een assistente glas in het gelaat gekregen, dit slachtoffer werd ver bonden en steunend op een arm van een der verpleegsters naar buiten geleid. Het werk was zeer interessant. De steile, hooge trappen maakten het trans port van gewonden buitengewoon moei lijk en het was aardig te zien hoe kor daat de dames telkens er wat op wisten te vinden. Zoo lag op een loopbrug een gewande, die per brancard vervoerd moest worden. De brug was te smal even nagedacht, de hulp ingeroepen van Roode Kruis-manschappen cn aan touwen liet men voorzichtig de brancard van de hoogte naar belleden zakken. Overal lagen de gewonden, ze hielden zich doodstil, hot. leek soms wel verstop pertje spelen. En wanneer we er eens eentje vonden, die nog niet ontdekt was, dan fluisterde een bewustelooze wel eens iets of een zwaargewonde glimlachte, dat ze hem nog ndet hadden. Waren de slachtoffers dit in fi guurlijken. maar ook wel ietwat in let terlijken zin naar buiten gebracht dan stond daar reeds een tent opgeslagen waar ze gesorteerd werden. Het was feitelijk vermakelijk te hooren hoe ern stig de verpleegsters en doktoren zeiden wat iemand mankeerde, nadat ze het eerst op de label, die iedere gewonde om zyn hals of in een knoopsgat bevestigd had. gelezen hadden watt er met den patiént gebeurd was. En meteen wees dr. Van der Stempel, die hier de leiding had, op eer. enkele fout» Van hier werden de geworden gediri geerd naar verschillende plaatsen, naar de praam, naar de extra-tram die een kwartier gaans verwijderd op een zy- spoor stond of naar de operatiekamer die met de meegebrachte instrumentenkast. tafel en andere noodzakelijke dingen er vry goed geoutilleerd uitzag. Door het dorp ginger, de raderbrancards en de ge wonden naar de tram en toen hier ge ïnspecteerd was of ook de plaatsing der brancards in den wagen goed was. werd de oefening, die door verschillende om standigheden zeer goed geslaagd mag heeten omstreeks half vUf voor geëindigd verklaard. EIND-EXAMEN-FUIF „DIE RAF.CKSTT* De tweede of derde Zaterdag ln Juni. In de ri;ra!en van het Genieentel'Jk Concertgebouw jolft de dansmuziek, dreunt het ryhthnie. da: ieder dwingt tot dansen. Er is feeststemming en bet is vol en gezellig. Dat is al jaren zoo. Omdat het goede traditie is by de SchoolvereenlgLr.? ..Die Raeckse", om den geslaagden eind-exa minandi een feestavond aan te bieden. ZU worden aan 't begin van den avond toegesproken door den voorzitter, of eigenlyk den waarnemend-voorzitter, omdat de praeses zich. en da? is ook al traditie zelf onder de gelukkigen bevindt. <In dit geval daarom door den heer P Dorhout Meesi. Hun ter eere wordt er gezongen, hartelijk klinkende liederen, die hun leven lang hen bijblij ven voor wie dit plechtige oogcr.bltkken zijn. Het is de vriendelyke attentie van den leeraar, den heer J C. Appeldoorn en zyn meisjes, die zorgen, dat deze zang geen enkele maal ontbreekt, niet by dc plechtige diploma-uitreiking, ea niet by de fee.s'.eUJko byeenkomst. Er werden ditmaal liederen gezongen van Hcndrika van Tussenbroek en van Dalcroze. en 't was geen wonder dat na afloop de heer Dorhout Mees meneer Appeldoorn harteiyk dank z^gde en hem huldigde voor zyn goede leiding en zUn welwillende medewerking. Dan is voorloopig weer het woord aan ..The Melodlan". de jazzband, die de hoeriyke sfeer schept voor den moder nen dans. De saxofonist en leider Her man J. Stinis stort zUn schaterende klan ken over de zaal uit, werpt ze tusschen de dansers in als het ware, zoodat alles er vol van ls. Of de weemoediger klan ken van een lager gestemde saxofoon komen, en het heftig wilde ln de char leston verflauwt. Maar het rhythme bluft, het eeuwig rhythme, dat hier spreekt van Sturm und Drang. Frlssche bloemen zyn op dc Japonnen van dc dames, en op de zwarte smokings van dc heeren. Er ls frlschheid. vroo- lykheid in de zalen, er wordt wcrkeiyk feest gevierd. Meer nog dan voor de wlnterultvoe- ring van Die Raeckse kost het den leden moeite, tUd te vinden om een toonecl- stukje voor te bereiden rtyt deze tweede fuif Want het ls de tyd van repetities en overgang, en die ls niet malsch. Toch hebben vierde klassers nog een tooneel- s'ukje kunnen instudeeren en met suc ces opgevoerd. In ,.Het Kruiswoordraad sel" hebben mej. Sophie Dix. mej Annie Lteve en de heeren L. C. Ho!. B. G. Dor hout Mees en A Visser icuk spel te zien gegeven en de keuze van de klucht was gelukkig Zooals altyd was 't ook hier ue vaste hand van dr. R. Borggreve. den leeraar aan wien de tocneelafdeellng zooveel verplicht is. die leidde. En even als de heer Appeldoorn werd deze steun pilaar van Die Raeckse gehuldigd. Een ander, die reeds zooveel moois heeft gegeven aan het vereenlgingsleven van .Die Raeckse" is de leerling F. G. van Imhoff. een der geslaagden nu. Ook nu weer heeft hy met zyn dansen allen groot genot geschonken, zyn weergave van .De Blinde" en de Slavendans. op muziek van Chopin, was vol expressie, begrUpelUk en heel knap. Ook hier be geleidde de heer Stinis vlot. Veel Raeckse-leden hebben al meer malen sommige van deze dansen gezien, maar altyd hopen ze op een herhaling, en de heer Van Imhoff spaart zich geen moeite om hun die te geven. De dans, hceriyke uiting van een vreugderoes, gezelligheid tot het einde, vulde den verderen avond tot halftwec. De directeur ir. M. Voorzanger en ver schillende leeraren waren de welkome gasten by dit mooie feest. ROODE KRUIS TRANSPORT COLONNE. Men schryft ons: Bij dc Zaterdag te Utrecht gehouden weds'.rydcn voor Transportcolonnes van het Nederlandsche Roode Kruis ter ge legenheid van het 60-Jarig bestaan der afdeeling Utrecht en het 20-jarig be staan der Utrechtse he Transport Co lonne, behaalde de Haarlemsche ploeg (onder leiding van Ploeg commandant, den heer C. Nel) van dc 21 deelnemen de ploegen ren 3den cn den 4den prys voor verband en transport. Verder deelt men ons nog mede dat bO iedere voorstelling van circus Strass burger, één dame en drie heeren der colonne aanwezig zyn geweest By ver schillende kleine ongevallen zoowel van publiek als van personeel werd hulp ver leend. PERSONALIA. Vrijdag slaagde voor hot doctoraal examen in de rechtsgeleerdheid te Am sterdam onze stadgenoot de heer Mr. Leo NUk. INGEZONDEN MEDEDEELINCEN a 60 Cent* per rofel. Stofzuigerhuis MAERTENS BARTELJORISSTRAAT 16 TELEF. No. 10756 5 Apex Klop-Veeg-Stofznigers f 150.- gekomen en lk heb m betaald met het geld. dat u my had gegeven. Ik ben bang. dat de winkel ze niet zal willen terugnemen". „Zoo niet. dan moeten ze aan Mr. Power a-orden gegeven om er over te beschikken, zooals hy wil Ze zUn voor zijn geld gekocht. Ze behoor en my niet", zeide het meisje met een snik. Mrs. Neale was sprakeloos van schrik; maar toen Esmée zich eenigszins had hersteld, zeide zij het oude paar vaar wel met vriendelyke woorden en dank betuigingen voor al. wat zy voor haar hadden gedaan. Toen zy was weggere den in de taxi, die ook haar koffer en valies bevatte, en het hek achter haar was gesloten, schreide Mrs. Neale bit ter. „Daar gaat het geluk van onzen meester!" zeide zy tot haar man. „Daar gaat de hoop op zonneschijn voor Can non Wood". De familie Rogers vader, moeder en dochter zaten om zeven uur aan hun middagmaal, toen Esmée onver wacht te Rose Lea verscheen. Hel gelaat van het meisje verried hun even als aan de Neales. dat er iets akeligs was voorgevallen, en de wanhoop, die er op te lezer. was. vormde een zon derling contrast met het pas van haar ontvanger, bericht van haar geluk. ZU hadden juist over haar verloving ge sproken, toen de meid Miss Alton's komst aankondigde en alien opstonden om haar te begroeten. 21e zagen op den eersten blik. dat het beter was. him ge- lukwenschen nog achter te houden. Mrs. Rogers noodlgde haar uit mede te eten, maar haar verstandiger echt genoot en dochter zagen, dat aandringen te vergeefs zou zyn. Rogers liet haar een een paar teugjes port drinken en bracht haar toen naar zyn welbekende werk kamer. „Voor den dag er mee. mUn kind!" zeide hü, en zijn vriendelyke, vaderiyke toon deed de tranen over haar wangen rollen. „HU weet. dat ik een politiespion was!" snikte zij; en het geheele verhaal kwam nu onder snikken en tranen te voorschün. „Wel, wy kunnen Silvers nu oppakken dat ls altyd Iets. indien Power het wil", zeide Rogers. „Hy heeft de juweelen ge stolen. En ik denk, dat Pos-er hem nog meer zal haten meer dan ooit te voren omdat hy Lyons in het huis heeft gebracht. Het zal wel d« laatste stroohalm zyn geweest; en hy ia) zich niet langer om een familieschandaal be kommeren, als hü Silvers kan straffen voor het kwaad, dat hij u deed. Ik ben niet zoo'n slak. als gij schynt te den ken. mUn kind. Ik heb niet stilgezeten. In de laatste uren heb ik ontdekt» waar ik de hand kan leggen op Silvers en zyn geliefde. ZU kunnen niet ontsnappen. Maar lntussdhen zal ik Pow»»r opaoeken. •(Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9