EEN ONTWIKKELINGS- EN ONTSPANNINGSREIS
FLITSEN
SU PROS ITO RIA
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN
VAN ESMÉE
HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 21 JUNI 1928
IX.
Napel». De Stromboli en de Vesuvius. „Even"
een aangeteekenden brief afgeven. Pompei. De
doodenstad. Straatleven te Napels.
1 De „Plerre Lotl" heeft bijna 2 dagen
gehobbeld en we naderen nu de Straat
van Messina. Er is een verhoogd stoom
vaart verkeer. Ondanks een doorko
mend zonnetje is van den Etna niets te
bespeuren. Reggio en Messina ter weers
zijden baden zich in zonnegloed, daken,
torens lichten fel op, een 2-pijps
Cerry-boot wit met passagiers en
T"^rwagons beladen gaat voorbij. De
Stromboli doemt op in de verte als we
de Straat door zijn. Wederom niets ge
daan, enkele van myn medepassagiers
beweren iets van vlammen te hebben
gezien, het was zeker niet voor mijn
oogen weggelegd, hoe ik ook getuurd
heb. Dien avond zUn we voor het laatst
te zamen in de rookkamer. De groote
geesten onder ons laten hun licht schij
nen en vervormen onze zielen. We klin
ken en wc drinken en we zijn zoo blij.
3ïet was allergenoegelijkst. Dan kof
fers, pakken, want het zal morgen vroeg
dag zijn, de laatste dag, voor ons, van
de reis.
De maan schijnt nog als ik op dek
kom; op het water een snel optrekken
de nevel. We bevinden ons vlak voor
den haven-ingang van Napels. De loods
klautert aan boord, eenmaal binnen,
draaien we en komen met den staart
van het schip naar den wal te meer en.
Druk gedoe van autoriteiten, passen,
dokter, de gewone geschiedenis.
De Apenijnen in het rond, tegen de
hellingen huizen, Rechts de Vesuvius.
Men krijgt den indruk van een gezelli-
gen ouden heer, die een pijp rookt:
poef, poef, sjoep, daar gaat weer een
puf grauw-grijs-zwarte rook, die door
den wind naar zee meegevoerd, een
groote streep maakt. De bagage wordt
evenals wij met bootjes naar het
douanegebouw gebracht Het gaat niet
vlug, ik meen gelegenheid te hebben,
even in het postkantoor aan de kade
een aangeteekenden brief te verzenden.
Het is intusschen half negen. Ik geel'
mijn brief af, betaal, en verder gebeurt
er niets. Ik wil echter mijn rec-u heb
ben. Best, maar dan wachten tot 9 uur.
Tegen 9 uur een schoone jonkvrouw,
die men plus brief op sleeptouw neemt
naar een ander postkantoor, dat om 9
uur geopend zal worden. Belangrijk
over tijd, terwijl ik mij, ondanks mijn
schoone jonkvrouw, sta te verbijten,
komt de chef, die de sleutels heeft, aan
kuieren, een horde jonkvrouwen
publiek stort naar binnen. Ik eet me
half op, want nu begint eerst nog
uitkleed- en aankleedpartij der dames
ten aanschouwe van de hongerige
oogen achter de loketten.
Het zweet parelt op mijn voorhoofd.
Mijn schoone jonkvrouw moet mijn
ongeduld in mijn blile gelezen hebben
want na dat zij eerst haar kuif nog
met een veelpuntig instrument
werkt heeft kom ik eindelijk als eerste
aan de beurt. Goddank. Op een holletje
terug, ik ben nog juist op tijd om te
zien dat mijn bagage zondèr meer als
gezien wordt afgeteekend.
We bestijgen onze auto. 'ik naast den
chauffeur en wen draaien Napels in op
weg naar Pompeï. Over lavablokken,
waarmee de wegen geplaveid zijn, zul
len we na San Giovanni, Postici-Resina,
Tarre del Greco en Torre Annunziata
de doodenstad bereiken. Wat me het
eerst ppvalt zijn de enorme dieper, ga
ten en kuilen met water en dikke mod
der gevuld: ik heb werk om niet uit de
auto geslingerd te worden. Dan schijnt
iedereen zijn hemd en verder gedoe aan
touwtjes buiten de ramen te hebben
opgehangen om te drogen of misschien'
ook wel om te luchten. Ik heb innig
meelij met dc Napolitaansche paarden,
die meestal met drieen in het gespan
loopen, liet middenpaard met zijn kop
terhoogte van de flanken van de bui
tenste dieren, op zijn rug dragend een
enorm en blinkend gestel, versierd met
bellen en veeren. Maar de ongelijkheid
van het gespan: een bierbrouwcrijpaard
naast een dun arm afgeleefd ex-vigi
lante paard, daarnaast een veel klc/ner
type of een muilezel. Van verdeeling
der last of trekkracht hebben de voer
lieden geen notie. Als logisch gevolg
daarvan onophoudelijk stremming van
het verkeer, van welks regelen trou
wens niemand pap gegeten heeft, nu
eens links dan rechts uithalen of voor- j
bijrijden. We staan nog al eens stil, ter
wijl mijn chauffeur doorloopend raast
en vloekt: Santa macia, avanti-rossi-
nanti en een heeleboel meer in dat
genre. Intusschen heb ik gelegenheid op;
mijn gemak een en ander gade te slaan.
We stoppen vlak voor een gezellig fa
milie gedoe: pa vlooit, ma vlooit, de
heele familie vlooit op de openbare
straat, waar ze stoelen, waschgerei,
kookrommel gedeponeerd hebben.
De chauffeur heeft den weg vrij ge
scholden. We kunnen nu weer buiten,
op breedere wegen, gaan door Postici
over het Kasteelplein naar de door Ka-
rel III in 1738 gestichte residentie
Resina. Links de rustig doorpulfende
Vesuvius, rechts de ingang tot de uit
gravingen van Herculanum waarboven
Resina gebouwd werd. Zigzaggen over
den weg vanwege de kullen. Langs
oude muren, bezittingen villa's in ouden
trant met toegangspoorten, die den
naam van den gelukkigen eigenaar dra
gen, op een steeneri tafel ingemetseld.
Overal armoedig gedoe, kleine karretjes
met ezeltjes, rijtuigjes met 2 heel kleine
wielen van voren en 2 heel groote van
achter. Eindelijk Pompei' na langen
rit. Het al-oude Pompeï, dat de oogen
der geleerde wereld op zich gevestigd
ziet, c-en voorname welvarende plaats
uit de oudheid, oorspronkelijk C-- ^-fcsch,
sedert 80 a 90 voor Chr. een Romein-
sche stad, waar Cicero en vele met hem
hun buitenverblijven hadden. In 63 ge
deeltelijk door een aardbeving ver
woest, in 79 tusschen 24 en 28 Augustus
bedolven. Serieus eerst uitgegeven se
dert 1860.
We stappen uit: een wit gebouwtje
met groot ijzeren hek, een hooge muur
met enorme antieke aarden vazen
waarin planten. Veel gewichtig gedoe,
veel geschreeuw, veel gidsen. Zwaar be
talen. Tusschen planten een steil slin
gerpad naar boven. We gaan door de
eerste poort van de oude stad, de Porta
Marina. TerzUde van den rijweg een
doorgang voor voetgangers. Rechts een
museum in een gewelfden doorgang,
tusschen magazijnen. Gipsafgietsels van
menschelijke lijken in allerlei houdin
gen, verstard, duidelijk zichtbaar is, dat
de dood door verstikking te weeg is ge
bracht, Vitrines en kasten met aarde
werk en bronzen huishoudelijke voor
werpen.
De Via Marina. Het forum, de ruïne
van den Tempel van Venus Pompeiana,
de stadsgodin van Apollo, de Basilica
plaats voor markt en openbare rechts
pleging de tempel van Jupiter, een
paar triomfbogen, het macellum, waar
voedingsmiddelen verkocht werden, de
tempel van Vespasianus. het gebouw
van Eumacliia verkoopgebouw voor;
wollen stoffen het forum tridugu-
lare, voor theaterbezoek als aangewe
zen, een oud-Grieksche Minerva-tem-
pel, bovendien het groote en kleine
theater.
In de Stabianer-straat de Tempel van
Esculaap in de Abbondanza-straat het
huis van Rufus, de Stabianer-badin-
richting met gymnastiekplaats, koud-
waterbad, kleedkamer, met nissen voor
de kleederen, de half-warme badkamer,
de zweetkamer met bad, wachtkamer,
verwarmingsinrichting met heete lucht
tusschen dubbele wanden en vloeren.
Een bakkerij, een schoenmakers werk
plaats, een molen, het huis degli Amorinl
dorati, voor de Vettii, de Vesuvius poort,
een groot aantal grootere en kleinere
particuliere huizen, waarvan een deel
niet interessant en aan elkaar gelijk is,
een ander deel echter enorm boeit door
den kyk dien men op het Romeinsche
leven tijdens Christus' tijd krijgt.
Heel veel altaren, prachtige mozaïe
ken, muurschilderingen, ook minder
mooie en minder eerbare bonte bronnen
van mozaiek en versierd met schelpen
langs de hoofdlijnen, bronzen water
sproeiers, bekkens van marmer, wit en
rose, tuinen met fonteinen, waterput
ten met looden buizen, tout comme chcz
nous aangelegd, tafels van marmer op
bronzen geklauwde voeten.
De straten alle met behoorlijk breedei
trottoirs, de hoofdstraten voor op- en
neergaand wagenvervoer, c.a. 8 meter
breed, de zijstraten de helft. Riolen
voor het wegloopends regenwater. Over-
steek-steenen om bij sterke regenval
droogvoets de overzijde van de straat
te kunnen bereiken. Verkiezings-goklad-
der op de muren, precies als heden ten
dage. Ik ga op een steen zitten en denk
me in het Pompeï van vóór 79 te zijn;
Hoe daar het leven geleefd werd in
vreugde en in smart, in lierde en in'
leed, in angst, in zorgen. Toen kwam
het gebeuren. Wie vluchten kon,
vluchtte en kon dankbaar zijn het vage
lijf te hebben geborgen. Zij die overval
len werden of talmden teneinde hun
kostbaarheden mede in veiligheid te
kunnen brengen en de vastgéklonkf/i
slaven legden het loodje. De dood door
verstikking. Een dood die noch zacht
noch barmhartig geweest kan zijn.
En ik kijk op naar den Vesuvius.
Rustig en kalm rookt die zijn pijp ver
der en puft telkens zijn mondvol uit.
De snoodaard.
In de „verlaten" straten van Pompeï
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1230
Hij vindt een leege
plaats en vraagt zach af
wat hij doen zal met
zijn tasc-h
waar nu slechts hagedissen schieten
doemen telkens nieuwe groepen belang
stellenden op, maar hun doen is hin
derlijk en storend in verband met de
omgeving, die spreekt van ernst en van
vergankelijkheid, van het brooze in
's menschen bestaan.
We gaan, we verlaten de doodenstad
om onze plaats in het rijk der levenden
weer in te nemen. En dat we daar nog
in thuis behooren, bewijst de levendig
heid van het discours tijdens de lunch
in het Hotel Restaurant du Sanctuaire,
een levendigheid die ten top stijgt als
een paar snuiters de zaal binnen ko
men en liet „O Soli mio" gevolgd door
„Santa Lucia" gezongen wordt. Het
schalt in de zaal, het berekende succes
wordt gewonnen; een donderend ap
plaus, onmiddellijk gevolgd door het be
kende bordje met servietje er h&lf
over heen.
We hebben onzen tochtgenooten ren
dezvous gegeven bij de Rotonde Posil-
lipo, heel aan het andere einde van
Napels op den berg gelegen, een plaats
waar eertijds Vedius Pollion een villa
bezat, die naderhand aan keizer Augus
tus overging en van waar men een
schitterend uitzicht heeft over de baai,
de Vesuvius en de diverse eilanden en
schiereilanden. Een urenlange zit
brengt ons er heen. Dan vereenigen wij
oris om een lange tafel, verkwikken ons
met thee en gebak, herdenken de ge-
noegelijke gezamenlijk doorgebrachte
reisdagen.
Dan volgt het afscheid. De tijd gaat
dringen, de auto's rijden voor. Een ge
wuif en gezwaai, een geroep van „tot
weerziens". Dan zwaait de laatste auto
den hoek om. Wij volgen wat later in
kalmer tempo en rijden naar ons hotel,
Als ik een half uur later op het bal-
con van mijn kamer sta, die uitsiet op
de baai, teekent het silhouet van de
voorbijvarende „Pierre Loti" zich sterk
af tegen den horizon.
Adieu kruisvaarders, ik voel het, ik
heb onder u, mijn reisgezellen en lotge-
nooten, vrienden gemaakt. Tot weer
ziens in patria.
De reis is althans voor ons af-
geloopen. Mijn vrouw en ik hebben in
Napels afgemonsterd en zullen op eigen
gelegenheid langs een omweg huis
waarts keeren. Wat insluit dat we weer mot het belang van een
voor ons zelf mogen denken, voor ons voortzetten van het bedrijf.
DE MAN EN DE TASCH
probeert 'm ki het baga
genet te leggen, maar de
tosoh is te groot
propt 'm voor jc knieën
krijgt een boos gezicht
van een passagier die
over het uitstekende
einde is gestruikeld en
tracht 'm verder in te
duwen
stoot daarbij togen de
schenen van zijn buur
vrouw en maakt nederig
excuses
zet 'm rachtop tusschen
z'n knieën
wordt gedwongen tot
acrobatische toeren als
zijn buurvrouw er bij d'e
volgende halte uit wil
blijft tot het eind van de
reis met de tasch op z'n
knieën zitten.
(Nadruk verboden).
ongestoord
Het door
zelf mogen zorgen, dat we reizen en niet den heer Reinalda genoemde arbeids
ter eisd
PROVINCIALE STATEN
VAN NOORD-HOLLAND.
ZOMERZITTING.
(Vervolg).
De heer J. Douw es benoemd
tot buitengewoon lid van Gcd.
Staten. Waterschap Mar
ken opgericht. Subsidies
toegestaan voor restauratie
van oude monumenten.
Woensdagmiddag werd de Zomerzit-
ting der Provinciale Staten van Noord-
Holland voortgezet.
Tot buitengewoon lid der Ged. Staten
wordt benoemd de heer J. Dou-wes Jr.
De heer Douwes neemt de benoe
ming aan. Hij dankt de vergadering
voor het weer opnieuw in hem gestelde
vertrouwen.
Waterschap Marken.
Thans komt, aan de orde de voordracht'
van Ged. Staten, om het Waterschap
Marken op te richten daarvoor een bij
zonder reglement van bestuur vast te
stellen en ten behoeve van een bema
lingsinrichting op het eiland Marken uit
de provinciale kas een bijdrage van een
derde gedeelte der stichtingskosten tot
een maximum van 8700. te verleenen
ondier voorwaarde dat door het Rijk ten
minste evenveel wordt bijgedragen.
Wordt goedgekeurd.
Ter vaststelling wordt aangeboden een
eerste suppletoire begrooting voor het
Provinciaal Electriciteitspedrijf voor den
dienst 1928.
De heer Reinalda maakt over deze
worden. conflict betrof bier slechts een sta
ll ink je op eigen houtje", dat buiten de
drie groote landelijke organisaties om is
gegaan.
De voordracht wordt goedgekeurd.
Vreemdelingenverkeer.
Ged. Staten stellen voor afwijzend te
beschikken op het verzoek van het be
stuur der Alg. Ned. VereenJging voor
Vreemdelingenverkeer, gevestigd te den
Haag, om een provinciaal subsidie van
10-000.
De vergadering vereenigt zich met het
afwijzend advies.
Herstel van den toren te
Heemskerk.
De gemeenteraad van Heemskerk
vroeg een subsidie van 3000 ten behoe
ve van de restauratie van den toren de
zer gemeente, da tee rende uit het jaar
1 1400- Ged. .Staten stellen voor, dit ver-
t zoek in te willigen onder voorwaarde, dat
j voor hetzelfde doel door het Rijk een
bijdrage van 60C0 en door de gemeente
i Heemskerk zelf een bijdrage van 3000
wordt toegestaan.
Goedgekeurd.
Herstel Kruittoren.
De heeren Kleerekoper, Ankersmit,
Luden en Spier stollen voor, om voor
liet herstel van den Maria- of Kruittoren
te Hoorn een subsidie van 1801.81 te
verleenen.
Ook de lieer Miedema en eenige ande
re leden dienden een dergelijk voorsbei
iii, zoodat de twee voorstellen gecombi
neerd worden.
Ged.Staten stellen voor. om geen
provinciale bijdrage te verleenen.
De heeren Kleerekoper en M i e-
d e m a geven dan Staten dringend in
overweging, het subsidie te geven. De ge
meente Hoorn is er niet de schuld van
voordracht enkele opmerkingen. Hij her- dat dit monument zoo verwaarloosd is,
innert er aan dat in het Hoogovenbeörijf ook kan zij niet alléén de kosten van dc
een arbeidsconflict heeft plaats gehad, j Restauratie dragen.
Hij vraagt er voor te willen zorgen, dat j De heer Bomans (Ged. Staten) ant-
het publiek belang niet zal worden ge- j woordt, dat de gemeente Hoorn den
schaad als er eventueel weer een con- plicht en ook de macht heeft om de
flict ontstaat. restauratie desnoods geh,eel alleen te
De heer Hendrix (Ged Staten) betalen,
merkt op. dat de provincie met het lee- i Het voorstel van de heeren Kleereko-
nen van een bedrag aan de P.E.G.E.M. 1 per c.s. wordt aangenomen met 27 tegen
geen kwaad kan, omdat er voldoende 26 stemmen,
borgen aanwezig zijn. Toeneming van 1
electrischen stroom heeft natuurlijk tot Herstel kerkgebouw Ned. Hcrv.
gevolg, dat een bedrijf moot kunnen Gcm. te Spaarndam.
wordOii uitgebreid. Ged. Staten stellen Ged. Staten stellen voor .om ten be-
het volste vertrouwen in het gezond ver- hoeve van het herstel van het kerkge-
stand van de hoofdbesturen der drie bouw der Ned. Herv. Gemeente te
groote landelijke organisaties, die tot nu Spaarndam een subsidie van ten hoogste
toe steeds rekening gehouden hebben 975— te verleenen; onder voorwaarde
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 CENTS PER REGEL
dat het Rijk 2500 en die gemeente
Haarlem 975-geven.
Wordt goedgekeurd.
Restauratie Groote- of St.
Bavokerk te Haarlem.
Ged. Stoten stellen voor, ten behoeve
van de voortzetting dei- herstellings
werken der Groote- of St. Bavokerk te
Haarlem gedurende zes achtereenvol
gende jaren een bedrag van 1009 P?i
jaar uit de provinciale kas te verleenen.
onder voorwaarde dat het Rijk 5000 en
oe gemeente Haarlem 2000 per jaar
geven.
Goedgekeurd.
Te 4-15 wordt de vergadering geslo
ten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Dr. h.MANNING'S
(Zetpillen tegen aambeien.)
KANTONGERECHT.
"UITSPRAKEN.
N. J, J. v. O. a:<- bestuurder van een
rijwiel daarmede over een weg of rij
wielpad rijden, terwijl niet is voldaan
aan artt. 59 van het Motor- en RiJ-
wielreglement f 3 subs. 1 dag hechtenis.
H. v. E. overtreding van de Motor- en
Rywielwet, na verzet, bevestiging van
het vonnis d.d. 16 Mei 1928, N. M. B.
overtreding der Visscherijwet 3 subs,
l dag hechtenis met verbeurdverkl. van
het vischtuig. W. v. d. B. openbare
dronkenschap f 4 subs. 4 dagen hechte
nis. J. W. v. d. T. idem 4 subs. 4 dagen
hechtenis. F. W. overtreding der Wo
ningwet 3 subs. 1 dag hechtenis. G.
L. P. L. overtreding der Woningwet f 12
subs. 3 dagen hechtenis. C. van A. het
zonder daartoe gerechtigd te zijn vee
laten loopen in tuinen f 6 subs. 3 dagen
hechtenis. E. L. overtreding der Motor
en Rljwielwet 20 subs. 10 dagen hech
tenis. C. P. en J. F. v. M. burengercht.
ieder f 8 subs. 6 dagen hechtenis.
A. S. overtreding van het Motor-
Rijwielreglement f 2 subs. 1 week tucht
school. K. v. D. overtreding der onge
vallenwet 5 subs. 2 dagen hechtenis. S.
de H. het op den openbaren weg in een
op een wagen staande bus met eene
grootere inhoudsmaat dan 15 Liter, eene
hoeveelheid melk vervoeren,, zonder dat
die bus was voorzien van een roerder f 5
subs. 2 dagen hechtenis. N. P. overtre
ding van de Motor- en Rijwielwet 10
subs. 3 dagen hechtenis. J. S. het op-
koóper zijnde eene hoeveelheid zink en
kopervylsel koopen, zonder daarvan
atfnteekening houden in het daarvoor
bestemde register 40 subs. 10 dagen
hechtenis. W. E. overtreding van de wet
op de openbare middelen van vervoer
f 3 subs. 1 dag hechtenis. J. v. d. O. het
loopeen over verboden grond 1 subs.
1 dag hechtenis. M. V. idem f 1 subs. 1
dag hechtenis. S. T. van B. openbare
dronkenschap 4 subs. 4 dagen hech
tenis. P. Th. v. d. M. het loopen over
verboden grond 2 subs. 1 dag hechte-'
nis. H. S. overtreding der Motor- en 65 jaren bestaande „spijskokerij der St.-
Rij.wielwet f 1 subs, i dag hechtenis. C. Vincentiusvereen 1 ginggeniet, te hand-
B. het te Velsen met een motorrijtuig! haven.
met te groote snelheid rijden 3 subs.J
1 dag hechenis.
ST. VINGENTIUSVEREENIGING.
z Liefdewerk „De Spijskokerij".
Men schrijft ons:
De arbeid van bovengenoemd liefde
werk. is met het beëindigen van het
winterseizoen afgesloten en is
het te overzien, welke vruchten die ar
beid heeft gedragen, in hoeverre het
doel, hetwelk men zich voor oogen stel
de, is bereikt.
Bemoedigend is het voorzeker te mo
gen cons tatoeren, dat onder Godes Ze
geningen. en de medewerking en steun
van vele en velerlei krachten, bovenge
noemd liefdeswerk'met succes is be
oefend.
Omtrent „De Spijskokerij" hoort
men wel eens stommen opgaan „dat zij
verouderd is", „uit den tijd", „dat men
niet gediend is van deze wijze van
steun", ens.
Tegen deze meening kan men redenee
ren, misschien zonder succes, maar bo
ven alle redeneering staat het feit, dat
in het afgeloopen seizoen ongeveer 17000
portiën warme spijs meer zijn uitgereikt
dan in het voorgaande seizoen. Bij een
in de laatste 5 'jaren gestadig toene
mend aantal portiën is thans het
cijfer van 65958 bereikt.
Hiervan werd door de vereeniging
„Kindervoeding" aan de schoolkinde
ren verstrekt ruim 35.000 portiën. De
conferentiën (parochiale afdeelingen)
der St.-Vincen tiusvereeniging deelden
aan de door hen bezochte gezinnen
25.000 portiën uit. De St.-Bn.rbara-be-
waarscboel betrok 2600 portiën, terwijl
ruim 3000 portiën op verkochte bons
werden geleverd.
Voorzeker past hier een woord van
dank aan zoovelen, die door inschrij
vingen, giften of op andere wijze het
liefdewerk hebben gesteund.
Maar ook geeft dit succes aan be-
stuurderen van het Liefdewerk moed en
vertrouwen, om voort te gaan op dezen
weg van weldoen en door voortdurende
zorgen om de kwaliteit van het voedsel
op hoog peil te houden en om de hy
giënische behandeling stipt door ie
voeren, dan goeden naam dien de ruim
(Naar het Engelsch. van
O. N. en A. M. WILLIAMSON.)
67)
Met haar scherpe schaar t».mde zy
(meer steken los en stak haar hand on
der het hermelijn. Er was een dubbele
laag tusschen dit en het satijn van de
voering, en Esmée's tastende vingers
voelden daartusschen iets ritselends,
dat aan banknoten deed denken. Zij
moest het andere einde ook los tornen,
eer zij deze tusschenvoering er uit kon
lialen. Toen kwam er iets te voorschijn
als een dubbele zijden zakdoek. Het was
een dunne stof als zijden mousseline,
en daarin waren vele vellen bijzonder
dun papier genaaid. Niemand zou er
aan denken naar geheime documenten
to zoeken in een hermelijnen kraag, en
het was niet te verwonderen, dat het
parelsnoer nooit was ontdekt Het pa
pier was dunner en ritselde minder, dan
het fijnste, dat Esmée ooit had gezien.
Het leek wel een teer rijstpapier uit
Japan afkomstig, en het dozijn velletjes,
die in de halfdoorschijnende voering
waren genaaid, waren dicht met inkt
toeschreven, maar zeer duidelijk te Ie
pen.
Toen Esmée ze had losgemaakt, wilde
ze de blaadjes ordenen, maar zü waren
niet genummerd. Hier en daar zag zij
een datum. Doch zelfs die volgden
elkaar niet geregeld op. Sommige waren
uit lang geloden tijd, meer dan twintig
jaar oud. en die bladzijden waren licht
geel geworden cn de Inkt was verbleekt.
Eenige aanteekoningen waren lang, an
dere kort, Verscheiden waren eerst
eenige maanden geleden geschreven.
.September. 1918" was dc laatste
datum. Van deze laatste was het schrift
bevend en onregelmatig. Het waren
korte paragrafen met ruimten er tus
schen. Toen het meisje de relletjes had
gerangschikt naar de jaren, waarin ze
waren geschreven, nam zij het eerste op
en hield dat dicht bij de lamp naast
haar bed. Nog steeds voelde zij dc te
genwoordigheid van de mooie, droevige
vrouw, Als zU haar oogen opsloeg, zou
zij het bleeke gelaat over zich heen zien
gebogen. Maar zij keek niet op. De
woorden boren aan de eerste bladzijde
hielden haar oogen en geest geboeid en
deden haar gedachten dwarrelen als in
een draaikolk.
„Indien Iemand Ooit Deze Beken
tenis Vindt, Mijn wensc'n is, dat ze
wordt opgezonden aan David O'Con-
nell. p. a. de Bank van Ierland,
Dublin, Ze is van de vrouw, die
nooit heeft opgehouden hem lief te
hebben.
ZU. die bekend is als Altona Ama
ranti",
HOOFDSTUK XXXII.
Dc Oplossing van het Raadsel.
Op weg naar tlalië! en het leek Esmée
dat er een eeuw was verloopen sinds
de dagen van dat „Groote Avontuur"
lang geleden toen de kleine Miss Smith
haar huis was ontvloden om te zien, wat,
eigenlUk leven, was geheel op haar
eentje.
Toen had zij niets geweten van Graaf
Ricardo's bestaan. Nu dacht zij alleen
aan hem en aan de vrouw, om wie te
redden hij zich zich zelf had opgeof
ferd haar moeder. Wat zij kende nu
het gansche geheim van de „raadsel
achtige vrouw" een geheim, dat licht
wierp op haar vaders verleden en op ge
beurtenissen in haar eigen leven, die
haar onverklaarbaar hadden geschenen.
Zij zag nu alles voor zich een reeks
van beelden, op haar hersenen gepro
jecteerd ongeregeld, afgebroken, zoo-
als de aanteekeningen in de opvolgende
maanden en jaren waren gemaakt;
maar toch een begrijpelijk verhaal
tragisch en romantisch. Het was de lief
desgeschiedenis van David O'Connell en
Altona Amaranti, waarin andere levens
waren betrokken.
Altona Amaranti was van Italiaan-
sche afkomst, maar geboren in Fiume
en wettelijk Oostenrijksch onderdaan.
Toen David O'Connell een jong
Britsch officier met verlof naar het bui
tenland het meisje ontmoette, was zij
reeds een beroemde sopraanzangeres in
de opera te Weenen. Zij werden op het
eerste gezicht op elkaar verliefd, en Al
tona verbrak haar verloving met iemand
in Weenen. Hermann von Esten, die
zijn militaire loopbaan voor haar had
opgeofferd zooals een Duitscher of Oos
tenrijker moet doen, om een actrice te
kunnen huwen. Toen hij het leger ver
liet, had Vow Esten dienst genomen bij
de Geheime Politie, en die betrekking
stelde hem in staat wraak te nemen
op den Ier. O'Connell had in onwetend
heid photo's genomen op verboden
plaatsen, en Von Esten beschuldigde
hem, een spion te zijn. O'Connell werd
gearresteerd, in de gevangenis gezet en
veroordeeld tot tien jaar vestingstraf;
maar Altona Ameranti besloot hem te
redden. Zij bood de Geheime Politie
haar eigen diensten aan. wetend, dat
die van waarde zouden zijn wegens haar
schoonheid, haar populariteit, en het
feit, dat zij een kunstreis zou gaan doen
in Italië, Frankrijk, Engeland en Ame
rika. Zij stelde voor ln hefc buitenland
te werken als een spion voor Oostenrijk,
en beloofde O'Connell op te geven, om
hem te redden Haar aanbod werd aan
genomen, tegen Von Esten's zin, door
degenen, die in rang boren hem stonden.
O'Connell werd in vrijheid gesteld als
een ..beleefdheid" jegens Groot Brittan-
nië, maar met het bevel nooit in Oosten
rijk terug te komen. Alle betrekking tus
schen hem en Altona was verbroken;
maar gedurende haar engagement te
Covent Garden smeekte hij haar, hem
een onderhoud toe te staan Altona kon
geen weerstand bieden. Zij verbrak haar
engagement en stemde er in toe, dat
O'Connell het leger zou verlaten en
haar naar Amerika volgen. Dit' deden
zij, en in New-York trouwden zij in stil
te Weldra echter verklapte een valsche
vriendin van Altona het geheim aan een
journalist. Er werd een groote publici
teit gegeven aan de roman der prima
donna. en Altona, die wist, dat men
haar Laar verraad nooit zou vergeven,
vreesde voor haar eigen leven en dat
van haar echtgenoot. Zij veinsde ziek te
zijn, liet haar rol aan een ander over.
en vluchtte met O'Connell naar een
kleine stad in het westen. Daar leefden
zij rustig onder een aangenomen, naam.
Na eenige maanden werd een kind ge
boren. Eenige jaren gingen gelukkig
voorbij, en Altona was beginnen te ho
pen, dat haar vijanden haar spoor ge
heel hadden verloren, toen op zekeren
dag in O'Connell's afwezigheid, een col
porteur het huis werd binnengelaten
door de meid. Onmiddellijk herkende
Altona Von Esten en wist, dat het „spel
verloren was".
ZU trachtte eerst nog hem te tarten,
tot Von Esten haar vertelde, dat de
zaak, waar O'Connell den laatsten tUd
werk had gevonden, gedreven werd
twee genaturaliseerde Oostenrijkers, die
nog in geheimen dienst van him eigen
land waven O'Connell was dien. dag weg
geroepen met een bepaald doel. Tenzij
Altona Von Esten's voorwaarden aan
nam, zou haar echtgenoot spoorloos ver-
dwUnen. Een boodschap per telefoon zou
beslissen ever zijn leven of dood De be
slissing was in Altona's hand. Indien
O'Connell zou blyven leren, moest hij
by zUn terugkomst vernemen, dat zijn
vrouw hem en het kind had verlaten.
Ily moest ock een briefje vinden met
de woorden „Een oude liefde is te
sterk voor my geweest. Vaarwel".
Eerst dacht Altona dat het beter voor
David O'Connell zou Zijn te sterven, dan
te moeten gelooven aan haar ontrouw:
maar zy kon er niet toe komen zijn
doodvonnis uit te spreken. Zy gehoor
zaamde Von Esten en ging met hem
mede. O'Connell, die aan de ontrouw
zijner vrouw geloofde, deed geen poging,
haar op te sporen. Zy keerde ongehin
derd naar OostenrUk terug en nam haar
beroep als zangeres weer op. Haar af
wezigheid had niet lang geduurd, en zij
hernieuwde haar vroegere schoolmeisjes
vriendschap met Gravin Ricardo. Zelfs
aan de Gravin durfde zij haar geheele
geschiedenis niet toevertrouwen, maar
zU bekende, dat er een tragedie in haar
leven was geweest en een onherstelbaar
verdriet. Toen haar gezondheid minder
?-d. en zü tonger ir. het publiek
kon zingen, keerde Altona terug naar
het thuis van haar :d. naar Flume.
Na 7»n moM<»rs dood begaf de Jonge
Graaf Ricardo zich dikwijls naar die
OostenrUksche havenstad, want hij had
haar beloofd, Altona Amaranti nooit
uit het oog te verliezen.
(Wordt vervolgd.).