POSTZEGELRUBRIEK
RAADSELS
Raadseloplossingen
RUILRUBRIEK
DE WATERELFJES.
WAAROM ER GEEN DWERGEN MEER ZIJN.
Vele. lange jaren geleden, toen de
Wereld nog bewoond werd door kabouters,
leeën en deze schepseltjes nog dikwijls
Ran de menschen verschenen om hen te
helpen, bestonden er ook de zoogenaam
de waterelfen. Die woonden het liefst In
de stille diepe meeren en vUvers in de
groote bosschen. Op de bodem van hun
meeren, welke dikwijls zeer diep waren,
hadden zy hun palels, dat niet zelden
gebouwd was van louter goud en edel
gesteente. Deze vlugge, kleine elfjes
waren zeer goed en vriendelijk en alle
dieren, die in het bosch cn in de vijvers
leefden, bielden dan ook veel van hen.
Door een bijzondere karakter-eigen
schap staken zij ver boven alle andere
schepselen uit;; zij waren namelijk ten
allen tijde tot hulpverleening b.reid. Als
er ook maar ergens in hun land het
hinderde niet waar een ongeluk ge
beurde, waren zij dadelijk op de plaats
des onheils om de getroffenen te hel
pen.
Op zekeren dag nu, heerschte er
in het rijk van zulk een waterelf groote
opwinding. Een bode was zoo juist
bijna buiten adem in het paleis ge
komen en had verteld, dat aan de andere
zijde van het meer een groote zwerm
blien in het water geploft was en dat
nu alle bijen met den dood worstelden.
Het angstgeschrei der arme insecten was
niet om aan te hooren. Terwijl de bode
zijn verhaal vertelde, rolden de arme
elfjes de tranen over de wangen, zoo
zeer voelde zij medelijden met de bijen,
die zulk een veTschrikkelijken dood sche
nen te moeten vinden.
Verscheidene elfen echter, hadden zijn
verhaal rustig aangehoord en deze zei
den:
„Dadelijk moeten wij alle beschikbare
booten klaar maken en allemaal hulp
gaan brengen!"
Wat was er nu eigenlijk gebeurd? Hoe
kwam het dat de bijen in het water
gevallen waren? De bijen kiezen zich.
zooals je wel weet, elk Jaar een konin
gin en verlaten dan in groote zwermen
de oude korf. Dan vliegen zij dikwijls
hoog in de lucht uren ver weg om een
nieuwe woonplaats te zoeken. Meestal
doen zy him best een zwaren, dikken
en dwarsgegroeiden boomtak te vinden,
waarop zU zich neerlaten. Eerst een paar
bijen en dan de andere op hun voor
gangers. zoomaar voort de eene by
op de andere, zoodat zy tenslotte in een
groote klomp aan den tak hangen. Op
de kweekeryen eindigt hun vlucht natuur
lijk meestal, doordat de ijmker toe
snelt en de geheele zwerm in een leege
korf vangt.
Zoo was het ook in deze geschiedenis
gebeurd. De byen hadden zich vastge
klampt aan een tak. welke over het water
uitstak en de ijmker had getracht, door
flink aan den tak te schudden, de byen
In den korf te laten vallen. Helaas echter
had de man den korf niet goed onder de
byen gehouden, waardoor de arme beest
jes tenslotte in het water geploft waren.
Gelukkig had een elfenbode het ongeluk
gezien en was hy heengesneld om hulp
te halen.
Snel werden nu alle booten klaar ge
maakt en ook de koning der waterelfen
had plaatsgenomen op het blad van een
groote waterlelie, hetwelk voortgetrook-
ken werd door een bontgeschilderde
lybelle. Zonder dralen toog men naar de
plaats van het onheil, alwaar de elfen
koning persoonlijk het reddingswerk zou
lelden. Maar o, welk een afschuwwek
kende aanblik leverde het schouwspel
daar op. Overal worstelden de wanho
pige bijen in het water en riepen luid
om hulp.
De elfenkoning liet dadelijk al de
booten voorzichtig door de byenzwerm
beensturen, zoodat de elfjes slechts hun
hand behoefde uit te steken om telkens
een by aan boord te halen. Andere
elfen hadden lange twygjes verzameld,
welke zy in het water hielden zoodat de
byen zich er aan konden vast klemmen
en zoo aan land kruipen. Als er een boot
vol raakte, voer men aan land en bracht
de geredden in veiligheid. Zoo gingen
er verscheidene uren heen, totdat ten
slotte alle, die nog niet door uitputting
verdronken waren, op den veillgen oever
vertoefden.
Dadeiyk werd nu een groot tenten
kamp in gereedheid gebracht, waarin
de geredde byen voorloopig onderge
bracht worden. Het eerste moesten na
tuuriyk hun doorweekte vleugels ge
droogd worden en ook moesten de byen
wat rust hebben om van de uitgestane
angst wat te bekomen. De elfen zonden
nog verschillende booten terug om zoo
veel mogeiyk lekkere honing te verza
melen. welke zy aan de ongelukkigen
brachten. Geiukkigerwyze was de juist
gekozen koningin ook gered. zy was
weliswaar geheel uitgeput en niet tot
spreken in staat, maar het liet zich toch
aanzien, dat zij na een goede verpleging
spoedig weer geheel herstellen zou.
En zoo verging het gelukkig alle byen.
Langzaam aan herstelden zy weer en
vonden zy hun krachten weer terug.
Maar waar moesten zy nu heen. Hier op
de vochtige oevergronden konden zy
moeiiyk blijven.
Maar ook daarop wisten de elfen wel
raad. Op den oover stond namelyk een
ouden, hollen eikenstam en deze werd
den byen nu als woonplaats aangewezen.
Eerst het men nog den stam van bo
ven dicht maken en in den bywand een
gat boren, waardoor de bijen uit en in
konden gaan. Wat waren de insecten
hun weldoeners toch oprecht dankbaar.
Het werd een groot feest, toen zy ein-
deiyk hun nieuwe woonplaats gingen be
trekken en spoedig daarna voelden zy
zich reeds geheel thuis. Uit dankbaar
heid brachten zy daarna elk Jaar de
helft van de verzamelde honing naar
den eiifenkoning, zoodat ook deze nim
mer bevreesd behoefde te zyn voor ge
brek.
En zoo hebben de elfen en de byen
lange jaren in innige vriendschap ge
leefd en nooit zullen de bijen vergeten
hoe zij in den hoogsten nood door de el
fen zijn bygestaan!
DE WEDSTRIJD.
Inzendingen ontvangen van:
Berliner Bol, oud 13 jaar. Orchidee,
oud 12 jaar. Carmen, oud 13 jaar. Leo
v. Velzcn. oud 11 jaar, Leni Rovers oud
10 jaar, Junibloempje oud 11 jaar, Mei
bloempje oud 9 jaar, Kleine Ulbo, oud
10 jaar, Moeders Hulp oud 14 jaar, Ro-
zentakje oud? Truusje Roozen Morzeld
oud 12 jaar, De kleine Violist, oud 13 jaar.
De kleine Vogelvriend oud 12 jaar, Huis-
musch, oud 16 jaar. Mechanicus, oud?
Waterrat oud? Vaders Hulp, oud 10 jaar
Amazone oud? Onze Jongste, oud 9
jaar, Rompelsteeltje. oud 12 jaar. Wil
genroosje, oud 15 jaar, Korstjesknager,
oud 9 jaar. Koekoek, oud? Eekhoorntje,
oud? Roodborstje, oud? Distelvink, oud?
Boschwachter, oud? Een naamlooze,
Corrie v. Tol, oud 10 Jaar, Hannie de
Beer, oud 12 jaar, Lenteklokje, oud 12
jaar, Prins Soes en meel, oud 12 jaar.
Sterretje, oud 13 Jaar, Het 'sHeerenberg-
sche Meisje, oud? Snibbelaartje. oud 11
jaar, Prinses Glimlach, oud 10 jaar, At-
talanta, oud 11 jaar, Sering, oud 12 jaar
Breeroo oud 9 jaar, Banketbakker oud
14 Jaar, Amico oud 15 Jaar, Zangvogel
tje, oud 10 Jaar.
Zooals jullie allemaal wel zullen we
ten, bestonden er eenige honderden jaren
geleden nog dwergen, die op en in de
aarde leefden. Het was een vlijtig volk,
dat steeds maar onvermoeid arbeidde.
Maar ook vroolyk en lustig konden zij
zyn en maar al te graag vierden zi)
feest, als er maar eenigszins gelegenheid
toe bestond, Koning's verjaardag was
natuuriyk het grootste feest, dan
heerschte overal vreugde en jubel. Hun
koning was een goede man, die voor elk
van hen steeds een goed woordje over
had en met iedereen medeleefde. Maar
zeer verheugd waren zy ook, als zy arme,
brave menschen op de aarde tot wel
stand brengen konden en als zulke men
schen zich dan nog dankbaar toonden
bovendien, dan was de vreugde dubbel
zoo groot. Dadeiyk begonnen de dwer
gen dan weer naar andere arme men
schen te zceken die zy liefdevol hielpen.
gegaan, kwamen de dwergen uit de aarde
weder te voorschyn. zy droegen groote
zakken op den rug, waarin zy van aller
lei hand werktuigen gestopt hadden, wel
ke zij voor de bevryding van hun kame
raad dachten te gebruikt.. Ook het
elfje was op haar plaats en toen de
nachtwaker in het dorpje het uur van
elven had afgeroepen kwamen zy aan
het huis waarin hun kameraad met
koortsachtig verlangen naar zyn vrij
heid was opgesloten.
Maar nu gingen zij aan den arbeid. In
den muur werd een groot gat geboord
en met een zaag werd een groot stuk uit
het kozyn gezaagd, zoodat zy den dwerg
gemakkeiyk uit de kamer konden trek
ken. Hoe groot was zyn vreugde, toen
hij eindeiyk weer goed en wel tusschen
zijn kameraden stond. Nu begonnen de
kabouters echter den muur weer te slui
ten en ook het hout in het venster werd
Eens echter heerschte in het rijk der
dwergen geen vreugde meer, maar wel
groote treurigheid. Wat was er gebeurd?
Een van de kabouters, die zich onder de
menschen gewaagd had, was niet meer
teruggekeerd! Natuuriyk werden nu alle
dwergen, die niet hoogst modzakeiyk
onder de aardoppervlakte blijven moes
ten naar boven gezonden om hun ver
dwenen kameraad te zoeken. Zij wisten
echter in het geheel niet, waarheen
deze zich begeven had. Zonder doel
zochten zy dan ook maar om zich heen,
Doch daar ontmoette een van hen een
elfje
,,Wat doe je hier? Heb je iets verlo
ren? vroeg zy deelnemend.
„Ach," antwoordde het treurige dwerg
je, „een van onze kameraden is niet meer
eeriyke, brave menschen, die wy wil
den helpen. en nu is hy verdwe
nen."
Het elfje voelde oprecht medelijden en
liet zich precies vertellen hoe de ver
dwenen dwerg er uit zag. Nadat zij en
kele oogenblikken had nagedacht zei-
de zy:
„Gaat maar eens met my mede, mis
schien kan ik je wel helpen".
De dwerg riep nog enkele kamera
den en volgde toen het elfje, dat voor
hen uit heen en weer zwevend
den weg wees. De kleine mannen ge
raakten spoedig buiten adem, zoo snel
moeiten zy locpen. In vluggen draf
gingen zij over weide en velden, totdat
zy eindelijk in de verte de lichten van
een dorpje zagen. Voorzichtig liepen zy
nu om het dorpje heen, totdat zy bij
een alleen staand huisje kwamen. Daar
bleef het elfje staan en zeide:
„Sluip nu stil om het huisje heen en
probeer dan door dat hooge venster naar
binnen te kyken. Als ik my niet zeer
vergis, wordt daarbinnen uw kameraad
gevangen gehouden".
Voorzichtig kroop nu een der kabou
ters op de schouders van oen anderen
en keek door het venster. Ja, hoor! Daar
zag hy in een hoek hun verloren ka
meraad zitten, die, biykens zyn treurig
gezicht, heuscheiyk gevangen genomen
was. Zacht klopte hij op op het venster
en riep den gevangene toe. dat hy tot
den volgenden avond geduld moest
hebben, dan zouden zy terugkomen
en hem verlossen. Zeer vefheugd, dat
de redding eindelijk genaderd was, had
de arme kabouter in het huis met het
hoofd geknikt, Hy had het begrepen!
Daar echter de morgen reeds begon te
schemeren, vluchtten de kabouters
langs den korts en weg weer naar huis
terug, maar niet dan nadat zy het elfje
nog vriendelijk voor haar hulp bedankt
hadden. En het elfje beloofde des avonds
de kabouters weer naar het huisje te
zullen brengen.
Toen nu dien dag de zon ter ruste was
weer dicht gemaakt, opdat niemand kon
zien op welke wyze de gevangene ge
vlucht was. Toen ook dit werkje achter
den rug was, ging het in vroolyken op
tocht weer naar het kabouterland.
Daar aangekomen werd de verloste
gevangene dadelijk by den koning ont
boden en nadat alle andere dwergen zich
in een kring om hem heen hadden opge-
steid moest hy zijn avontuur vertellen
„Ik was op zoek naar goede menschen
die misschien onze hulp noodig hadden.
Daar kwam ik ook bij het huis van een
man, dien wy voor niets met zyn ge
heele familie langen tyd in zyn groote
armoede ondersteund hadden. Toen ik
nu door zyn tuin liep, om naar het huis
van zijn buurman te gaan, raakte ik
vastgeklemd in een voetangel. Van schrik
en pijn slaakte ik natuuriyk een luiden
schreeuw en dadeiyk kwam nu de man,
gevolgd door zyn vrouw en zijn vyf kin
deren naar buiten geloopen. Toen de
man my zag, riep hy: „Hebben we je
daar eindelijk! Je komt net op tyd man
netje. Nu moet jy er maar voor zorgen,
dat wy geld verdienen zonder te wer
ken. Tot we genoeg hebben zal je bij
ons biyven!"
En terwyi hy zoo sprak en de andere
my met open monden aanstaarden, greep
hij mij beet en sleurde my het huis bin
nen, waar hy my in een kleine kamer
opsloo Voor het venster zaten Ijzeren
staven! Hoezeer ik hem ook smeekte mij
vrij te'laten, het hielp niets. „Je blijft
net zoo lang gevangen, tot jullie ons ge
noeg geld bezorgd hebben om verder van
te leven!" riep hij telkens. Hij gaf mU
maar zeer weinig te eten, opdat ik vooral
maar spoedig zyn zin zou doen en hem
het geld geven."
Alle kabouters hadden het verhaal in
ademlooze spanning aangehoord. Hun
koning verhief zich en sprak:
„Daar de menschen, die wij zoo dik-
wyis en zoo graag geholpen hebben zoo
ondankbaar zyn, verbied ik jullen allen,
voortaan nog eens op de aarde te gaan.
Laat de menschen nu maar alleen
zwoegen en trachten met harden arbeid
door het leven te komen. Nooit meer
zullen zy door de kabouters geholpen
worden
De kabouters verlieten allen de zaal.
Hun verdriet was spoedig vergeten en
weldra begon voor hen een vroolijk en
lustig leven. De tafels werden gedekt
en een groot feest wer'1 gevierd ter eere
van hun geredden kameraad.
Sinds dien tijd heeft men nooit meer
een dwerg op de aarde gezien. Door de
ondankbaarheid van een enkel mensch
is voor altyd de hulp van dé" brave en
dappere kabouters aan de menschen op
gehouden. Daaruit kan men leeren voor
elke weldaad dankbaar te zyn, opdat ook
andere menschen, die hulp noodig heb
ben, deze verkrijgen kunnen.
EEN LEGSCHOOL.
Ben je al eens in een circus geweest?"
Zoo niet, dan heb je toch wel eens van
anderen gehoord wat er alzoo in een
circus te zien is. Daar treden ook koord
dansers op, menschen, die over een hoog
gespannen koord heen en weer loopen
en er soms zelfs wel een kruiwagen over
heen ryden. Weer andere mannen too-
nen hun kracht, doordat zy zware ge
wichten heffen en dikwyls zware din
gen met de tanden tillen. Weer andere
ryden op een fiets met één wiel en ver
richten zoo de dolste kunststukjes. Ten
slotte ziet men natuurlijk ook gedres
seerde paarden, honden, apen, beren en
andere dieren, die dikwijls zeer bewon
derenswaardige kunsten uitvoeren. Men
ziet deze dingen niet allemaal in het
zelfde circus, het eene werkt b.v. met
wilde dieren en het andere met tamme.
Maar één ding hebben alle circussen
gemeen. Weet je Wei wat ik bedoel?
Neen, weet je het niet? Dan moet ik
het je. wel zeggen, alhoewel ik het je
wilde laten raden. Welnu, ik bedoel den
clown, die leuke grappenmaker. En die
hebben jullie allemaal wel eens gezien,
al was het maar op een plaatje. Het is
een man, die zoo leuk grappen vercel
len en kunstjes maken kan, dat alle toe
schouwers onbedaarlyk moeten lachen.
Zyn kleeding alleen al is hoogst verma
kelijk. Een groote veel te wyde broek
meestal zeer bont gekleurd en een zeer
klein hoedje draagt hy op het hoofd.
Zulk een clown kun je nu uit de stuk
ken van deze legplaat samen stellen.
Eerst plak je natuurlijk alles op kar
ton en dan knip je de stukjes uit. Daar
na kan men probeeren de stukjes aan
elkaar passen.
EEN ZOEKPLAAT.
De heer Haakneus had lang in zyn
kantoor gezeten en verlangde nu ten
zeerste een kleine wandeling te maken.
Hy verheugde zich oprecht by den aan
blik der weilanden bestrooid met lief-
lyke bloempjes, en van de korenvelden,
waar de dichte halmenmassa een goede
oogst voorspelde. En boven hem hoog in
de lucht en in de takken der boomen
weergalmde het van zingen en jubelen.
Het was toch een waar genot zoo in
God's vrye natuur te kunnen wandelen.
Zooeven nog verhief zich een leeuwerik
trillerend in de lucht en al voortwande-
lende volgde de heer Haakneus met de
oogen haar splraalvormigen vlucht
„Het, is toch onbegrypeiyk hoe zulk
een diertje.
Pats! Daar lag hy in al zyn waardig
heid plotseling op zyn neus. Hy kon den
zjn zelfs niet -iens en volle uitspreken.
Een dier was vlug over den weg geloo
pen en ie tieer Haakneus was er over
gestruikeld. Toen hU van den eersten
schrik wat oekomen was, zette hy zich
neer en zocht om zich heen naar de oor
zaak van zyn val.
Maar hoe hy ook zocht en waarheen
hij ook teek. nergens vond hij eenig
spoor. Hy hoorde echter wel een mu
ziekinstrument, zoodat hy begreep dat
hy in de buurt van een boeren .ofstede
was Ergens in de nabyheid
Neen, ik zeg het jullie toch niet;
waarom zou ik het voor jullie zoo ge
makkelijk maken, als de heer Haak
neus zooveel moeite heeft om zyn onbe
kenden vyand te vinder.. Zoek dus zen
ook maar eensl
NED.-INDIë
S-C
/0C
/Sc
J9c.
Sc
/00
/SC.
JOC
J0C
00 c
S0C
/SC
C
Jc
JC
Sc
SC
/0C
/jjc
/SC
/0C
JSC
/c?9'
J0C
sac
S.S0
de beeltenis van koningin Wilhelmina
met hangend haar n.l. 10 cent (bruin),
12Yi cent (grys), 15 cent (geelbruin),
20 cent (blauw), 25 cent (lila), 30 cent
(groen), 50 cent (karmyn) en 2 gld. 50
ct. (bruin en blauw). Grootte van de
vakjes 2,7 by 2,3 c.M. Zie voor de indee
ling het schetsje.
Nog steeds is de zending van Groep
XII (Kleverpark), verzonden 15—2 niet
terug. De deelnemers uit die groep vol
gen hier, dan kunnen jullie me helpen
zoeken no. 64 Gerrit Spoor, Ryksstraat-
weg 6; no. 71 Govert Omvlee, Berck-
heydestraat 7zw.; no. 93. Geert v. d.
Colk, v. d. Vinnestraat 25 zw.; no. 100
Joh. Castricum, Tetterodestraat 100;
no. 149 Marinus v. Baaren, v. d. Vinne
straat 4 zw.; no. 171 Theo v. d. Kolk,
Kleverparkweg 215; no. 177 Kees de
Mon, Saenredamstraat 62 zw.; no. 211
Com. Omvlee; no. 215 Cor. v. d. Broek.
Schoterstraat 29; no. 218 Jaapje Admi
raal, Vcrspronckweg 75; no. 228 Roel de
Mon, Saenredamstraat 62 zw.; no. 236
Hennie Kuyl, Saenredamstraat 54; no.
240 en 241 Emanuel en Max v. Ameron-
gen, Saenredamstraat 28. Ik ben nieuws
gierig wie my deze zending thuis zal
bezorgen, Ook In Groep XIII (Klever
laan), loopt reeds een zending vanaf
213. Kryg ik die ook speedig terug?
Wim Lassohuit vroeg de artikelen
van dc behandelde landen. Hy kan die
Maandagmiddag bij my komen halen.
Bloemhofstraat 29 rd. S,
De eerste serie' portzegeis verscheen
in 1874. Ze zyn van hetzelfde type als
de eerste Nederlandsche portzegeis van
1871, waarby in een cirkel een groot
waardecyfer in de kleur van de zegel.
Het zyn: 5 cent (geelbruin), 10 cent
(groen op geel), 20 cent (groen op
blauw) en 15 cent (oranje op licht
geel) Grootte van de vakjes 2.7 by
2.3 c.M.
In 1882 werd een nieuwe portserie
uitgegeven in het type van de Hoüand-
sche portzegeis. In een witte cirkel
staat een groot zwart waardecijfer (al
léén een cyfer, zonder 't woord cent).
Uitgegeven werden: 25, 10, 15, 20, 30,
40, 50 en 75 cent 'alle rood). Grootte
van de vakjes 2.7 bij 2.3 c.M.
Gedurende 1883'90 verscheen een
nieuwe serie voor de lage waarden in
het cljfertype, In een cirkel gevuld met
lyntjes in netvorm, staat een groot wit
waardecyfer. Bovenaan staat de lands
naam, onder 't woord „cent". De waar
den zyn: 1 cent (grijsgroen), 2 cent
(bruin), 2XA cent (oranje), 3 cent (lila),
5 cent (groen) en 5 cent (blauw).
Grootte van de vakjes 2.7 by 2.3 c.M.
In 1891 verscheen 't vervolg van de
voorgaande serie. Deze zegels vertoonen
UITSLAG VAN HET KRUISWOORD
RAADSEL
Bij loting is de prijs ten deel gevallen
aan: LATHYRUS, oud 17 jaar, die hem
Woensdag 27 Juni bij my mag komen
halen.
(Deze raadsels zijn Ingezonden
door Jongens en Meisjes die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(Leeftijd 10 Jaar en ouder)
1. (Ingez. door Amazone.)
Welke opera-componisten staan hier?
W. Beer, N. Armeg, D. Vier. E. Baur. Go
Udon, B. Ziet.
2. (Ingez. door Goudhartje.)
Ik ben een mooie bloem van 6 letters
Neem mijn 1ste lettergreep weg en ik
ben vaak een sieraad.
3. (Ingez. door Danseresje.)
Ik ben een oud-Holiandsch rijmpje
van 39 letters.
3 2 1 is groente.
27 28 is koud.
26 27 28 is niet dom.
6 7 8 9 10 is vloeibaar.
13 12 14 15 is een getal.
11 20 39 21 16 39 19 is een plaats in
N. Holland.
18 17 2 2 32 31 is een meisjesnaam.
22 23 24 24 26 25 is het tegenoverge
stelde van staan.
34 35 is een voorzetsel
37 38 39 is iets, wat in de keuken staat.
35 36 is een lidwoord.
4 5 is hetzelfde lidwoord..
20 21 34 38 is een meisjesnaam.
25 28 23 25 34 is een Duitsche stad.
29 30 31 vindt men op de Veluwe.
33 34 is een voorzetsel.
4 (Ingez. door Kraaloog.)
Voeg een verkorten meisjesnaam en
een inham van oude gebouwen by
elkaar en ge krygt een plaats op een der
Zuid-Hollandsche eilanden.
5. (Ingez. door Wysneusje.)
Ik ben te vinden in IJmuiden en ik
besta uit 9 letters
I 2 3 4 is niet laag.
5 6 7 8 heeft een bakker noodig.
6 5 9 is een slim dier.
6 'Ingez. door Zwartkopje.)
Myn 1ste en 2de is een familienaam.
Myn 3de duidt een afstand aan. Zet hier
een verkleinwoordje achter en ge krygt
den naam van een Rubriekertje.
AFDEELING II.
(Leeftijd 9 jaar en Jonger.)
1. (Ingez. door Duinroosje.)
Myn 1ste gebruikt de naaister. Myn
2de is een deel van een s-ad Mijn ge
heei is een plaats in Zuid-Holland.
2. (Ingez. door Dribbel-Drabbel.)
a. Wat doet Piet Tolengai? b. E
Gert Meeserbag?
(Ingez. door den jongen Kapitein)
c. Wat doet Karei Hermoog?
d. (Ingez door N. Lasschuit.)
Welk bloempje is Rie Ca?
3. (Ingez door Distelvink.)
Ik ben een spreekwoord van 38 letters.
4 31 17 is een beest.
24 5 6 is een voorzetsel.
7 27 22 18 is een kleur.
14 18 1 hebben auto's
17 2 10 gebruiken we op school.
33 34 35 32 gebruiken we by het eten.
36 31 12 3 is een meisjesnaam.
36 15 18 1 25 is ook een meisjesnaam.
11 18 19 7 is niet langzaama
38 28 29 30 is een jongensnaam.
23 9 20 is een lichaamsdeel.
8 9 10 is een lidwoord.
11 12 13 14 15 16 hebben vogels.
Vruchten moet men 7 18 19 20 21 22 23
24 25 26 is een voorzetsel.
Wanneer men verkouden Is, spreekt
men 36 37 38 34 35.
4. (Ingez. door Condor.)
Met a in 't midden ben ik aan Je
schoen.
Met e in 't midden ben ik voor een tuin.
Met o in 't midden ben ik voor den
hond.
Met i in 't midden is lastig.
5 (Ingez. door den kleinen Koerier.)
Tk ben een Rubriekertjesnaam van 9
lettergrepen.
Mijn 1ste lettergreep is een kleur.
Myn 2de een lichaamsdeel.
Mijn 3de een verkleinwoordje.
6. Strikvragen. (Ingez. door Moeders
Hulp).
a Welke overeenkomst is er tusschen
de wyzers van een klok cn twee men
schen. die boos op elkaar zyn?
b. Wat heeft men vooral noodig, om te
kunnen blusschen?
c. (Ingez. door Krekeltje.)
Wie reist er in 24 uur de wereld rond?
d. (Ingez. door Kleinen Ulbo.)
beiden wie beiden
vindt
iets
leert
mate
De raadseloplossingen der vorig»
week zijn:
AFDEELING I.
1. Slager.
2. Antwerpen.
3. Amstel.
4. Regendropje.
5. Veldwachtersvrouw.
6. a. de wind. b. regen—neger, c, liet
woord wit. d. De koe liep en ze viel.
e. een punt.
AFDEELING II.
1. De kleine Violist
2. LinaMina,
3. Bezint eer gy begint.
4. Essen.
5. a. Boekenverslindster. b. Wagenver
huurder.
b Wagenverhuurder.
Inktpotlood.
Goede oplossingen ontvangen van:
Berliner Bol 6 Orchidee 5 Alba 6 Mei
bloempje 5 Junibloempje 6 De kleine
Bakker 6 Hansje Teddybeer 6 Koekoek 5
Roodborstje 5 Waterrat 6 Mechanicus Q
Vaders Hulp 6 Goudhartje 6.
Rystepikkertjc 5 Spring in 't Veld 6
Boschwachter 6 Blondine 2 Wiigenroosjo
6 Juttepeertje 3 Onze Jongste 5 Pinoc-
cio 5 Bloemenmeisje 5 Rompelsteeltje 5
Amazone 6 Distelvink 6 Baby Peggy 5
Paddestoeltje 2 Koekoek 6 Roodborstje 6
Roodwangetje G Don Frederik 6 Tiibur-
gertje 6 Het 's Heerenbergsche meisje 6
Mopperpot 6 Dikkie 6 Rozenknopje 0
Darwintulp 3 Ranonkeltje 5 Regendrop
je 5 Zwartkopje 6 Rosa Fluweeltje 5
Dulmelyntje 6 Snelvoetje 6 Woudnimfje
3 Alba 6 Een naamlooze 1 Lenteklokje 6
Heliante 6 Verkeersagentje 6 Papaver-
tje 6 FlorLs V 6 Spirüa 6 Groenling 0
Kleine Ulbo 6 Moeders Hulp 6 Kriel
kip 6 Rozekoontje 6 Een naamlooze 5
Eekhoorntje 5 Snibbelaartje 5 Zangvo
geltje 6 Amico 6 De kleine Lord 5 Kna-
geiyntje 5 Krullemie 6 Elzekatje 4
Krullebol 5 De Schipperin 5 Koolhaasje
6 Sering 6 Huishen 6 Attalanta 6 Prin
ses Glimlach 6 Bloemenvriend 0 Dui-
venvriend 6 Zilverklokje 5 Appelsnoetje
6 Het Groentje 6 Geluksnimf 6 Breeroo
5 Banketbakker 6 Miep 6 Amico 6 Zang
vogeltje 6 Snibbelaartje 5 Lenteklokje 6
Juffertje Leesgraag 6 Tom zonder Zorg 5
W. LASSCHUIT, Groote Houtstraat
155z', vraagt, of iemand hem kan hel
pen aan de indeeling van de landen, die
de heer Stolp heeft behandeld. De ge
leende krantjes worden na drie weken
terug gegeven Degene, die hem aan de
meeste landen kan helpen, krijgt een
mooi kleurboek met kleurkrytjes Hy is
thuis dageiyks van 5.45 tot 8 uur (niet
op Dinsdag, Zaterdag of Zondag).