H. D. VERTELLINGEN STADSNIEUWS FLITSEN 6 Keüer Macdonald N.S.F. RADIO-SERVICE FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN ESMÉE HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 23 JUNI 1928 (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Een geval van Inbraak door TH. LODEWIJK. Mama Pimpelmans breide vlijtig aan een paar degeUjk-grijze sokken voor manliefs onderdanen en luisterde on derwijl, bchagelijk griezelend naar de berichten, die de candidaat-gelukkige- bezitter van het bovenvermelde stel beenbekleedsels haar uit het ..Ge mengd Nieuws" en .Buitenland" uit hun dorpskrant voorlas. Hot dagelijks ge bruik gevolgd wordende, en het nieuws uit deze rubrieken juist geëindigd zijn de, was het nu de beurt van de hoogs t- actueele feuilleton: ..De Roode Bende" oi' Donker Parijs"! Dat dit nu niet bepaald bijdroeg tot dj gemoeds- en nachtrust van hot echt paar Pimpelmans. laat zich denken, en ook dat mevrouw 's nachts meermalen rr.et 'n gil wakker wend. omdat gemas kerde mannen mot geruite petten en geladen revolvers, en verdere entourage, kortom geheel volgens de afbeeldingen op de voorpagina dier litteraire kunst producten, die men „Bord Bisters" pleegt te hcoten, haar trachtten te ontvoeren. Nadat ook het voorlezen van het feuilleton tot beider genoegen (maa.r het meest tot dat van Papa) geslaagd was. keek vader nog even ond;r „Rechtsza ken" of daar nog iets was dat zijn we derhelft boeien kon. En. o wonder, vlak onder deze rubriek vond hij een bericht dat blijkbaar te laat ingekomen was om nog onder ..Gemengd Nieuws" opgeno men te worden. Zonder eenlge inleiding begon hij: „Nieuwdorp..Even pauze. Geïnteresseerd keek Mama op van haar nuttige werkzaamheden. „Gut man, dat is hier vlak bij!" ..Zoo, hm, hm? Hm, nou.... Nieuw dorp, 19 Juni 1928. G „Negentien Juni? Da's gisteren „Zou het toch?" kwam Pa ironisch Ixios omdat zijn vrouw hem onder 't lo zen altijd met. zulke scherpzinnige op merkingen lastig vieO, ..Nieuwdorp NieuwdorpJa, waar stond liet nou.. o wachtNieuwdorp „Da's drie keer", interrumpeerde Ma ma snel. Pa bromde iets binnensmonds, dat ïeer goed verstaan kon worden als een uilnoodi.gi.ng om naar zeker hemel lichaam te loopen. en vervolgde toon snol zijn afgebroken nieuwstijdingen, om verderen uitbouw van het gesprek tegen te gaan. „Nieuwdorp 19 Juni 1928. Heden avond omstreeks 11 uur werden de be woners van het perceel Kerkstraat 2 „Kerkstraat 2, woont Bien daar niet met d'r man?" De heer Pimpelmans bromde iets, dat niet al te best verstaanbaar was. zoodat men hot evengoed voor een toestemming als voor een ontkenning kon houden, en ging voort met lezen: de bewoners van liet perceel Kerkstraat 2 de familie Koperzie je wel dat het Bien-met- d'r-man niet is?opgeschrikt door het gerinkel van glas in de voorkamer. Toen de beer K. die onbezoldigd rijks veldwachter is, met een revolver gewa pend naar beneden ging, zag hij iemand lials over kop de gang door hollen en door de deur, die later bleek geforceerd te zijn, ontvluchten. De heer K. wilde vuren, maar hot wapen bleelc ongem eten „Oók 'n slimmerd!" ongeladen, en de vluchtende persoon ontkwam. De politie stelt een onderzoek in. Men vermoedt dat een onlangs uit de hechtenis ontvluchte landlooper de dader is". Even was het zoo stil, dat je de pen dule alleen hoorde. Toen kwam Mama. dóe blijkbaar een lnwendlgen strijd had gevoerd, plots uit den hoek: „Zeg man. jij moest een aanstelling zion te krijgen a's onbezoldigd rijksveldwachter!" Meneer verschoot van kleur, want hij wist dat zijn ega doorgaans haar ver langens doorzette. „Maar vrouwtje .Toe, doe zoo idioot nietwe zijn geen jong stelletje meer!.... Maar jij kon dat best doenals er dan hier een inbreker komt. kim 'je hem ten minste bekeuren!" „Eerst 'm hebbe", merkte meneer flegmatiek op. „Nou, je heb toch jc revolver?" „Zeker net als die gast in Nieuw dorp!" „Daar zal ik wel voor zorgen", merkte Mevrouw op met dien eigenaardiger: klem, dien meneer zeer goed kende. Hij besloot dan ook zoo spoedig mogelijk van richting te veranderen en bracht het gesprek op hun eenigen zoon. Wil lem, die als marconist op zee voer, en morgén thuis verwacht werd van een reis naar de Bevant „Zou Willem al binnen zijn? even na- zien! Hij vaart op de „Nereus". niet moeder?" ,,Ilc dacht op de „Perseus", merkte moeder aan. want haar man was altijd met die booten in de war! „Van de K. N. S. M." vroeg Pa. zoe kend naar de „Scheepsberichten". „Dus Perseusafijn, het „ruischt" in ieder geval!" Weer was het even stil. Maar plotse ling meende moeder het grind in den voortuin te hooren krakenDe hond sloeg woedend aan. maar werd meteen stil; zijn geblaf eindigde in een gegrom, alsof hij iets beet had „Man!" „Ja vrouw, ik hoor het ook wel!" „V/at doen we?" „Ik zou zeggen, bel de politie op!" „Goed! Zeg en haar stem daalde tot een geheimzinnig gefluister: „we doen net alsof we niet thuis zijn..dan komt ie op z'n gemak en wordt zor geloos, weet je wel?., net als FranszwA uit de „Roode Bonde"...." „Jadaar zie je alweer waar hot goed voor Ls. zulke nuttige dingen te lozen!" orakelde pa. De politie werd opgebeld De veld wachter was niet thuis, maar as-ie kwam zou z'n vrouw 'm direct hierheen sturen. „Zal je altijd zien. as je ze noodig heb het vervolg bleef achterwege want beiden hadden het gerammel aan de achterdeur gehoord. „Is de achterdeur op slot, man?" siste mevrouw. „Goddank wel" fluLsterde hij terug. ..Schreeuw niet zoo. ze kenne je hoore!" „Kan ie 't licht niet zien?" „Nee, de gordijnen zijn potdicht en de luiken ook!" Weer knerpte het grind onder duide lijk hoorbare voetstappen, maar hot lang aangehouden geruiseh van de boomen op den straatweg deed ieder geluid ver stommen. Opeens klonk de zware galm van de huisbel door de holle, marmeren gang. De twee heidon voelden het bloed in hun aderen verstijven en krompen werktui gelijk ineen onder het geluid, dat de stilte als het ware kapot rukte. „Hij probeert of we thuis zijn. en als je opendoet, vraagt ie om een glas wa ter.... zoo zijn die schurken, weet je welnet als Fransz. Op hetzelfde oogenbük echter hoor den zij een bekend gefluit, en roepen: „Handen op! Politie!" „Goddank, man, de reddingtoen wilde zij bewusteloos ineenzinken, maar nieuwsgierigheid naar wat komen zou hield haar op de been. Vader was naar het deurraampje ge sneld om van daar uit het terrein te verkennen, want als er eens eon vuur gevecht plaats had, net als.... Zijn vrouw kwam hem nu achterna, doch wie kan haar verbazing beschrij ven toen zij manlief plots de deur zfet opengooien en naar iemand toesnellen met een blauwe marinepet op.... De beide veldwachters (je kon nooit weten wat er gebeuren zou) liepen ieder te trekken aan een fijne sigaar en lieten met welgevallen den rijksdaalder rinke len, die de heer Pimpelmans hen ieder gegeven had. En onderwijl lag de zoor. des huizes, Willem Pimpelmans in zijn bed, nog proestend om het avontuur van dien avond, dat hem zoo plots tot in breker gemaakt had. Ma Pimpelmans droomde van mannen met maskers DE BADHUIZEN VAN HET WITTE KRUIS. B. en W. leggen aan den gemeente raad over de rekening en verantwoor ding over 1927. door de afdeeling Haar lem van de N.-H. Vereeniging „Het Wit te Kruis", ingezonden voor het le, 2e, 3e en 4e douche-badhuis, aanwijzende voor het le en 2e badhuis nadeeiige saldi van onderscheidenlijk 1.643-18 en 349-72, voor het 3e badhuis een vcordeellg sal do van 623-84 en voor het 4e van nihil. Tevens wordt overgelegd de dcor de Haarlemsche Stichting voor Woning verbetering ingediende rekening en ver antwoording over 1927 voor het 4e bad huis, aanwijzende een nadeelig saldo van 3-102-71. Volgens het bij de begrooting voor 1927 daaromtrent bepaalde kan hierin dooi de gemeente worden bijgedragen voor het le badhuis tot 1-643.18, het 2e 349.72. verminderd moe het voordeelig saldo ad 623.84. van het 3e badhuis en voor het 4e 3-102.71. DE MOEILIJKE TAAK VAN OPVOEDERS. MISHANDELING DOOR ZEN KINDERVERZORGSTER Als te kwart voor twee Donderdagmid dag de terechtzitting van de Haarlem sche Rechtbank heropend wordt, zit in het bankje der verdachten, een grijze zuster, in het costuum der verpleegster met kap en sluier. Zuster H. M. F. is van Engsische afkomst doch heeft zich in Holland ge wijd aan de verpleging en opvoeding van verwaarloosde en verweesde kin deren. Tezamen met mej. J. van M.K. be heert zij in de omgeving van Haarlem een huis, waar zes of zeven kinderen verzorgd worden, met hulp van eon kin derjuffrouw. Tegen zuster F. was nu een aanklacht ingediend, dat zij twee van de onder haar hoede staande kinderen had mis handeld. Ten eerste was ten laste gelegd in de dagvaarding, dat zuster F. een Hon- gaarsch kind met bloote voeten over een weg van puntig basaltslag had laten loopen, waardoor het „pijnlijk was aan gedaan", dat zij voorts het kind ©enigen tijd het hoofd onder water gedrukt had, in zee. waardoor het den adem was benomen, alles vorigen zomer op de bad plaats Noordwrlk (op Schouwen in Zee land); en dr zij voorts een Hollandsch meisje van 12 jaar Mia H. mot een vlie- gcnklapper op den neus geslagen had en later tehuis opzettelijk het haar uit het hoofd getrokken.. Er waren zeven getuigen A charge en door den verdediger twee a décharge opgeroepen. Berst werd een vroeger dienstmeisje van de dames zr. F. en van M. K. gehoord. Die begon met een flin ke huilbui en moest een glaasje water hebben om op streek te komen. Zij vond Mia wel eens lastig, zoo dat zuster wel eens op meest spelen, en zich driftig maakte. Dat zr. F. haar uit rukte heeft deze getuige echter nooit gezien, en van het wandelen op de steentjes ook niet, want als er gewan deld werd bleef get. thuis. Verleden jaar is zij weggegaan. Weinig houvast was er ook aan do verklaringen van jonkvr. W. J. B. H. uit Zeist, die veel in het tehuis kwam. Deze getuige zei nl. juist het tegenge stelde als zij voor den rechtercommissa ris nir. Maassen gedaan had. Zy ontkende thans het ten laste ge legde gezien te hebban. Voor den rech- ter-cammissaris had zij toegegeven, dat het kind op de puntige steentjes geloopen had en het andere kind haar uitgerukt was. Herhaaldelijk waarschuwde de presi dent deze getuige vcor een vervolging terzake meineed. Zy bleef echter bij het ter zitting gezegde. De behandeling der kindoren noemde zij goed en liefderijk. De kinderen waren echter leugenachtig. Ook een mevrouw, die een kind in de inrichting had laten opvoeden aarzelde met ha ar antwoorden: De President: Mijn indruk is, dat de getuigen niet de waarheid willen zeg gen. Tenslotte kwamen de mededeelingen hierop neer, dat het kind goed ver pleegd was, maar dat verd. de kinderen nerveus maakte. In zeven jaar had zij evenwel zr. F. niet meer gesproken. Een kinderjuffrouw van het tehuis die daarna gehoord werd, vertelde, dat de kinuderen zr. F. ontzettend treiter den. Van hot ten laste gelegde had zij niets gezien. De kinderen liepen altijd op bloote voeten en de steenen waren niet scherp. Toch had de kinderjuf frouw zelf maar de beste plekjes van den weg uitgezocht! Zij gelooft ook in staat te zijn tot wat zr. F. deed, als de kinderen het zoo bont malcen. Overigens kan menig moeder een voorbeeld nemen aan de zuster. Mej. van M. K„ mede leidster van het tehuis en voogdes van Mia had ook niet gezien wat ten laste gelegd is. Mia ls een gedegenereerd type van zeer lage afkomst, maar door het opvoedings systeem van de zuster vooruit gegaan. Het Hongaar: che kind is van iets betere afkomst. Mej. van M, K. kan zich met het opvoedingssysteem goed vereeni- gen, het is liefderijk maar streng. De voornaamste getuige was wel me vrouw de wed. C. G. R. van M. H.—S. van C. Zij was meegeweest naar de bad- p'aats en had gezien, dat het kind op steentjes moest loopen en huilde. Dat was voor straf en duurde 15 a 20 minu ten. Het onder water duwen had zij niet gezien, wel had zy hooren gillen. Van het slaan met den vliegenklapper had zij ook niets gezien, wel dat de neus kapot was, en een oor geschramd. Vol gens het kind was het bont en blauw geslagen. Volgens get. zijn de kinderen angstig en bang. Deze getuige heeft de zaak ook aan- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1232 DE GRASMACHINE Vader gaat naar de schuur om de grasma chine te halen en cvnt- dokt dat die er niet is herinnert zich dat hij 'm aanJan Kommer geleend heeft en begeeft zich naar Kommer's huis vermeent dat Jansen 'm sindsdien weer van Kommer heeft geleend cn begeeft zich naar huize Jansen hoort by Jansen dat de ze dacht, dat het van Stuiteren's eigendom was, dus daar heeft Jan sen 'm teruggebracht gaat naar van Stuite ren's huis en ontdekt dat het gesloten is en de familie uit de stad van Epscheute roept uit zijn tuin dat hij gezien heeft dat Pieterse een grasmachine uit van Stuiteren's schuur heeft gehaald ontdekt de vermiste ein delijk bij Pieterse, neemt 'm mee naar huis en zet 'm tijdens het eten in den tuin ziet na het eten dat ie weer weg is en ver neemt uren later dat van Puffelen zoo vrij geweest is 'm even te leenen. (Nadruk verboden). gemaakt, nadat de Voogdijraad haar reeds behandeld laad en Mia H. 1n het Gereformeerd Weeshuis geplaatst is. De verdediger, mr. A. van der Deure uit Bermekom stelde de verschil lende getuigen eenlge vragen. Een bewoonster van het tehuis ge tuigde nog ten gunste van verd., evenals de getuigen a décharge de heeren P. P. Hartendorf, middernachtszendeling te Haarlem en een leeraar uit Baarn, wien opgevallen was, dat de kinderen instede van nerveus of bang te zijn veel van zr. F. houden en spontaan met haar om gaan. Op de vragen van den President erken de verd. het ten laste gelegde, maar zei- de het gedaan te hebben om te straffen en de kinderen tot geheerzaamheid te dwingen, niet om leed tce te brengen. De klap met den. vliegenklapr w was een ongelukje geweest dat wat hard aan kwam. De Officier van Justitie acht te door de getuigenverklaringen en het toegeven van verdachte bewezen het ten eerste en ten vierde ten laste ge legde, de andere punten niet. Hij was van oordeel, dat de middelen tot bestrijding aan grer.ren gebonden zijn. die hier zijn overschreden. Een boabe zou betaald worden door mej. van M. K. en dus geen straf zijn. Spr. vraagt daarom terzake mishandeling 8 dagen gevangenisstraf. Deverdediger meende dat ach ter deze strafvervolging zit de stokerij van een der getuigen, die om verschil lende redenen verd. geen goed hart toe draagt. Het ten laste gelegde meende hij niet dat bewezen was, omdat niet bewezen is de opzet of de bedoeling om leed toe te brengen. De wet erkent het tuchtrecht van ouders en opvoeders mits het toebrengen van leed geen doel is, maar middel. Spr. verwees naar de ju risprudentie. De aard en aanleg van de kinderen moeten in aanmerking genomen worden De aanklacht kwam volgens pl. veel te laat om uit medelijden alleen te zyn voortgekomen. Verdachte is Juist iemand die het Christendom, nu eens practisch heeft toegepast, er moet een relletje te gen haar zijn opgezet, meent pleiter. Mr. v. d. Dsure vroeg vrijspraak of ontslag van reehtsvervolging. Uitspraak 8 Juni 10 uur v.m. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. EEN ONNOOZEL VERHAALTJE UIT DE RECHTSZAAL. VAN EEN WAARZEGSTER EN HAAR SLACHTOFFER De president schudde het hoofd. „Maar vrouwtje, hoe kon je nu zoo goedgeioovlg zijn, je spaarbankboekje aan een kermisreizigster mee te geven?" Inderdaad, ze was wel wat al te goed- geloovig geweest, het huishoudster tje uit een dorpje dicht bij Haarlem. Klein, goed, timide mensch- je van twee en zestig al, met zwart manteltje en zwart hoedje, rood ge zichtje, met schrale koontjes, stond zij voor hot getuigenhokje en deed haar verhaal, dat zoo erg onnoozel lijkt, en toch zoo diep tragisch is In bescheiden eenvoudige woordjes vertelde ze Zo had toevallig met de kermlsreizig- ster, die nu in het beklaag denbankje stond, kennis gemaakt, en daar was toen een zekere vriendschap van gekomen. En daarom had ze telkens de juffrouw geld gegeven, dan 's tien en dan 's twintig gulden of kleinere bedra gen. De meneer aan do groene tafel vatte 't nog niet goed: „Maar waarom heeft u dat dam ge daan?" „Ja ziet u, dat moest, dat moest ik wel „Waar waaróm dan toch. waarom moest dat?" „Ja, dat was noodigvoor mijn le vensgeluk, voor mijn toekomst". De groot© vrouw met het bruine ge zicht bleek haar heelemaal in 'r macht gehad te hebben Die had knooroes wil len verkoopen aan de deur van een villa. Maar de huishoudster moest er niet van hebben. Toen had de kermisreizigster een andere zijde van haar beroep laten zien. Zou zü dan de toekomst maar niet eens voorspellen? En 't menschje had het goed gevonden, en er was een verschrikkelijk wijze voorzegging gekomen tut den al weten den mond: „De man. die van je houdt, zal tot je komen". Een bruine hand omsloot een rijks daalder, want wijsheid is veel waard. Heel toevallig was later de kermisreizig ster voor wie de kunst van lezen en schrijven meer verborgen bleek dan de raadselen der toekomst, in dezelfde tram als de bowaarzegde. En bil een vriend schappelijk onderhoud in een tram huisje waren verder de sluieren der Liefde opgetipt. En waar waren de' voorspellingen zeker, want kwamen niet sinds -Hen dag uit Amsterdam brieven cm briefkaarten, met Kerstimis zelfs versierde Kerstklokken en roode huist, als blijde teekenen daarvan? Ja, zelfs bloémen waren gekomen, alles voor haar, van dien eenen. dien onzichtba- rendie komen zou. zooais onfeil baar voorzegd was. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Bel 11828 op (ook 's avonds) Drie, vier dubbel kwam in de handen dor sluwe kermisreizigster het geld te rug aan luttele briefkaarten uitgegeven of aan bloemenkooplui betaald. Een hartsvriendin was zij geworden van Tonia. En toch kon d'e President nu zeggen, dat het een ramp was. toen de bruine vrouw voor 'l eerst Tenia's weg kruiste. Tonia vertelde verder. Zoo had ze dan 't spaarbankboekje meegegeven, om veertig gulden te laaien van de Nutsspaarbank En toen ze het terug kreeg, gunst nee. ze had er niet eens naar gekeken. Ze had niet gezien, dat er drie honderd guldens af wa ren Tonia had haar heele leven gespaard, want ze wou als ze zoo'n beetje op leef tijd kwam wel in een rusthuis in Arnhem Toen Tonia 't gemerkt had van die 260 gulden is de vriendschap nog niet geëindigd. En weer heeft de braine liand veel blanke guldens omsloten. Want alles was gekregen, niets heeft die bruine hand genomen, wat haar niet gegeven was. Tonia had gezegd, dat ze alles heb ben mocht, als Tonia vierhonderd op de spaarbank had gehad. had ze 't ook gekregen. Maar dat laatste wist Tonia zich mi toch niet te herinneren, dat was niet waar. Veertig gulden had zij toegezegd, edelachtbare. Zij was maar een arm meisje Toen de Officier van Justitie het woord en sprak van een zeer gevaarlijke vrouw en van een juf frouw die geplukt is als een kip op meer dan schandelijke manier. Van een bewijs dat geleverd is en een gevangenisstraf., zes maandenmet af teek van voor arrestwegens verduistering. Toen zag Tonia, die andere juffrouw huilen en ze hoorde een anderen meneer met een toga, naast haar. tegen de hee ren achter de tafel zeggen, dat zij steek penningen gegeven had aan het nood lot, dat niets bewezen was. omdat de verklaringen van verdachte en getuige tegengesteld zijn. Zij hoorde hem vragen om vrijspraak, subsidiair ontslag van rechtsvervolging. De heeren van de Rechtbank verdwe nen in een andere kamer en toen zij terug kwamen zei de President, dat zij geen termen gevonden liadden En Tonia's vriendin verdween weer, het trapje af.... Over acht dagen komt zij het nog één keer op en dan Toekomstvoorspellingen zijn gevaar lijk.... Voor beide partijen. (Naar het Engelsch. van C. N. en A. M. WILLIAMSON.) 69) Er werd besloten, dat de Marchese terstond naar Koningin Margherita zou gaan. Doch het feit alleen, dat de paaiden terug waren, zou Ricardo niet helpen. Hij werd verdacht, ze voor een vrouw te hebben gestolen en zijn onschuld was nog steeds niet bewezen. Hoewel de vrouw de juweelen zelf had bewaard, moest zij ze toch van hem hebben gekregen. En hoe waren ze in zijn bezit gekomen? „Kunt u niet* uitvinden op welke wijze?" smeekte Esmée. „Ik kan maar één verklaring vinden", zeiöe d'AUegri. „Maar dan moeten er anderen bi) betrokken zijn. en Ricardo's onschul^ wordt er niet door bewezen, Zijn tante, de Marchesa d'Aruzle, of haar echtgenoot kunnen een van beiden het parelsnoer uit het gesloten ijzeren kistje in de zee hebben gehaald. De rots. waar aan dit. kistje was geklonken, behoorde tot hun landgoed, zooals 'u weet. Maar indien zij zoo oneerlijk waren, hoe kan men dan Ricardo's onschuld bewijzen, zelfs als hij de paarlen van zyn tante ontving in plaats van ze zelf te nemen?" „Dat weet ik niet", erkende Esmée. „Ik weet alleen, dat hij onschuldig is. O, als zijn tante, die hij zoo liefheeft, wist, dat hij bijna blind is, zou zij dan niet iets zeggen om hem te redden een of ander geheim misschien, dat zij beloofd heeft te verbergen?" „Zij verkeert in groote droefheid", zei- de d'AUegri. „Haar echtgenoot werd gedood aan boord van zijn eigen schip, toen dat op een mijn liep in de Adriatische Zee, den dag voor de Wapenstilstand werd ge- teckeud. Misschien weet Ricardo dit nog niet, daar het verlies van het schip tot nu toe geheim is gehouden, Boven dien heeft de Marchesa d'Aruzie geen briefwisseling met haar neef gehouden sedert die zaak met het parelsnoer dat vertelde 2ij mij eens, toen ik over hem sprak. Ik vond dat hard, daar zij zooveel van elkaar hebben gehouden. Zij gingen meer als broeder en zuster met elkaar om, dan als neef en tante, want de Marchesa is nog jong. Doch het ver driet heeft haar hart misschien verzacht jegens hem". „Of haar geweten wakker geschud", dacht Esmée, Maar zij hield die ge dachte voor zich zelve, Toen d'AUegri een audiëntie had gekregen /bij de Ko ningin-weduwe, wachtte het meisje in groote spanning hot resultaat daarvan af. Niet alleen zou hy dc paarlen, terug geven cn de geschiedenis daarvan ver tellen, maar ook vragen naar Dr. Florio, oogarts van de Koninklijke familie in dc dagen van vóór den oorlog. Florio had den laatsten tijd naar het scheen gewerkt in een hospitaal in de bergen, dicht bij net Oostenrijksche front,, maar was later belast met een zending naar Griekenland meende d'AUegri het laatste bericht was, dat hU spoedig zou terugkeeren. Misschien was hij reeds aangekomen. In dat geval, zou hij Ricardo trouw zijn gebleven? Zou hij be reid zijn, naar hem too te gaan? En zoo ja, zou hij hier gemist kunnen wor den? „Natuurlijk", zeide d'AUegri, „Ko ningin Margherita's invloed zou machtig zUn, als ze dien wilde aanwenden, Maar als zij nog in de meening verkeerde, dat Ricardo haar parelsnoer had gestolen, dan zou zij daarvoor wel geen moeite doen". Esmée wachtte in het kleine hotel in de Via Babonino, dat Rogers haar had aanbevolen. Zij meende, nog uren op de pijnbank te moeten liggen, maar lang voordat zij nog bericht verwachtte van d'Allegri, werd haar een brief gebracht. Htj was van d'AUegri. haastig geschre ven, en alt het paleis van Koningin Margherita gezonden. Hij begon aldus: „De Marchesa d'Aruzie was bi) de Koningin, toen ik werd aangediend. Zij is erg veranderd na den dood van haar echtgenoot. Het is, alsof zij niets meer heeft om voor te leven. Het schijnt, dat zy nacht op nacht werd gekweld door vreeselijke droomen, waarin de geest van haar aan gebeden Michelangelo haar beschuldigde van wreedheid jegens Ricardo, en door visioenen van Ricardo's lijden. Zij had de Koningin reeds gesmeekt Ricardo „vergiffenis" te schenken om harentwil Maar toen ik de geschiedenis vertelde van zijn blindheid, zijn opofferingen voor Altona Amaranti, uw trouwe liefde voor hem en uw lange reis, toen verlooi de Marchesa haar bedaardheid. Onder een vloed van tranen bekende zij, dat zij. en zU alleen, schuldig was aan de dief stal. Haar echtgenoots eenig gebrek was z(jn hartstocht voor het spel, Het grootste deel van hun vermogen was reeds ver dwenen op die wijze. Niet lang voor dat geval met de paarlen waren de zaken van den armen Michelangelo geheel in de war geweest. Hij was meer schuldig, dan hij met mogelijkheid kon betalen en bekende zi'n vrouw alles en sprak van zelfmoord. Als hij niet in staat was zijn schulden te betalen, zou zyn loopbaan bij de Marine geruïneerd zijn, en zelfs haar liefde kon zijn leven dan niet meer dragelijk maken. In haar wanhoop dacht zij aan het te water gelaten parelsnoer, dat nu wel door de kracht van het zee water zijn ouden glans zou hebben her kregen. Zij vertelde er niets van aan haar echtgenoot, maar zeide hem, dat zij geld zou leenen van Ricardo. Doch terwijl zij dit beweerde, wist zij wel, dat dit niet mogelijk was, omdat zij reeds groote som men van hem had geleend en hij niet langer rijk was. Met behulp van een trouwen ouden knecht haalde zij het kistje met paarlen des nachts uit het water, opende het met den sleutel, dien de Koningin haar had gegeven, liet het kistje weer zinken cn v:rpandde de juweelen voor een derde van hun waar de aan een welbekenden geldschieter een Duitscher, die in Rome woonde. Dit was, eer Italië den oorlog aan Duitschland verklaarde; en met bijvoeging van een betrekkelijk kleine som, van Ricardo ge leend, werden Michelangelo's speelschul den betaald. „Later echter kregen de Italianen ge noeg van de Duitsche intriges en ver klaarden dat land en Oostenrijk den oorlog. Sehmoelzer, de Duitsche „finan cier", zooals hij zich zelf noemde, haastte zich naar huis terug te gaan. De Marchesa d'Aruzie was bezorgd voor de veiligheid van het parelsnoer, maar vernam in 't geheim van Sehmoelzer, dat ze op een veilige plaats waren. Michelangelo had gelukkig gespeculeerd en zij hoopte de juweelen bij het einde van den oorlog te kunnen inlossen. Ongelukkig echter voor haar plan liet de Koningin zich schrik aanjagen door het gerucht dat er onderzeeërs dicht bij de kust kwamen en daar een voorraad petroleum en voedsel van geheime ver raders ontvingen. Als zij alles aan haar echtgenoot had verteld, zou zij zijn liefde hebben verbeurd, ofschoon ze voor hem had gezondigd. In plaats daarvan biecht te zij het aan Ricardo. Om haar te redden, verkocht hij alle bezittingen, welke hij kon verkoopen, en het gelukte hem een samenkomst te hebben met Sehmoelzer, of in Zwitserland, of in Duitschland. dat wist de Marchesa niet. In elk geval, hy loste de juweelen weer in. Maar toen hy op het punt was terug te keeren, vernam hij. dat het klooster, waar Altona Amarati haar toevlucht had gezocht, door de Oostenrijkers gebom bardeerd werd. Hij hoorde ook, dat Al tona haar verstand had verloren door een hevigen schrik. Zij was alken op de wereld en aan de genade der vijan den overgeleverd. Ricardo verloor geen tijd, maax snelde haar te hulp. Doch toen hij Altona gevonden en haar in de veilige hoede van een ouden bediende had ge plaatst, ontdekte hy, dat het parelsnoer was verdwenen. Hij was er zeker van, dat Altona het niet kon hebben genomen, ofschoon het waar was, dat zij bijzonder gesteld was cp paarlen. Maar haar goed werd grondig doorzocht en het onder zoek leverde niets op. Er bleef Ricardo niets anders over dan zijn tante in ken nis te stellen van de ramp, en in haar woede en wanhoop beschuldigde de Marchesa hem bij de Koningin, dat hij het parelsnoer uit de zeo had gestolen. U kent Ricardo's ridderlijkheid, en u zult begrijpen, dat hij liever cte schar.-le lijke onrechtvaardigheid wilde verdra gen dan de werkelijke schuldige te ont maskeren. De Marchesa zegt nu, dat zij toen haar echtgenoot stierf, zijn dood beschouwde als haar straf en besloot al les te bekennen. Of zij dit werkelijk zou hebben gedaan, zoo u niet gekomen was met het halssnoer dar Kcniurin en uw eigen m.oed in de handen, dat weet do Hemel alleen! (Slot volgt.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6