HAARLEM'S DAGBLAD De Dubbelganger ZATERDAG 23 JUNI 1928 DERDE BLAD INGEZONDEN MEDEDEELINGEN JAN TADEMA DE HAERLEMMER. JAN TADEMA. Van oude tijden vertel ik u ditmaal niet. De feestdag naar aanleiding waarvan het hart my dringt iets te zeggen over Jan Tadema en zün werk, is na- bU. En met dit heden voor oogen, is het niet moge lijk zich rustig te verdiepen in het verleden. Aanstaanden Dinsdag zal de heer Tadema vijf en twintig Jaar lang het secretariaat der Verceniging „Haerlem" bekleed hebben. Hieraan herinneren is iets anders dan de aandacht vestigen op een gebeurtenis in zijn leven. Onheusch ware het tegen over hem wien de verge telheid hef is om te roepen dat hij ju bileert. De Haarlemsche Doopsgezinde predikant de Waard sprak destijds met een paar woorden over zijn vijfentwin tigjarige ambtsbediening aan het einde van een stillen Woensdagavond dienst. Ja. zoo ging het vroeger. Ik weet niet of wij minder angstvallig zijn dan vorige geslachten. Er zijn vereenigingen, die met miskenning van de bet-eekenis van het woord, haar eenjarig lustrum wie ren En wat de huldiging betreft is het onder ons alle dagen Zondag eens kermis in de week. Maar wel zeker s. dat de Waard in zijn bescheidenheid een man was naar Tadema's hart. Zijn eenvoud, Doopsgezind trekje, is tradi tioneel. Traditioneel en erfelijk ver kregen Was het niet ook deze beminne lijke karaktertrek, dien men in zyn be treurden vader zoozeer waardeerde? Juist deze eenvoud waarborgt mij zijn toestemming om zijn jubileum hier ter sprake te brengen. „Als het dan niet anders kaai" hoor ik hem zeggen, „goed, maar, maak het kort en vooral....'" Ja, heusch, ik zal zakelijk blijven en daar om beginnen met op te merken, dat het secretariaat van „Haerlem" hooge eischen stelt. De vereeniging van dien naam heeft ten doel kennis van de ge schiedenis onzer stad en van haaT om streken te bevorderen, daarvoor belang stelling te wekken, voor ondergang te bewaren wat als voorwerp van geschie denis of kunst waard is bewaard te wor den. Dit. doel mist veler instemming. Me nigeen twijfelt aan het nut dei geschie denis. en wat de beoefening der plaat selijke historie betrefthier treedt het ongeloof in de plaats van den twijfel. Heeft „Haerlem" nog wel bestaans recht? informeerde onlangs een lid on zer Vereeniging. Zóóveel is reeds over de stad geschreven, aldus meende deze soepticus, dat het niet wel mogelijk is daarover Iets nieuws het licht te doen zien. Inderdaad, het aantal boeken en boekjes, geschriften en artikelen aan de geschiedenis van Haarlem gewijd, is groot. Niet groot genoeg echter om met behulp daarvan een volledige, betrouw bare geschiedenis dezer stad samen te stellen. Die moet nog geschreven wor den. Veel voor arbeid valt nog te ver richten. Van haar economische ontwik keling is nog maar weinig bekend. Zoo dat telkens opnieuw geleerden van naam een onderdeel harer geschiede nis, tot voorwerp van hun onderzoek nemen. Ik kan hier natuurlijk op deze bezwa- ren niet verder ingaan. Anders zou ik hen, die het nut der geschiedenis ont kennen herinneren aan een woord van AUard Pierson, volgens hetwelk de omgang met de geschiedenis, evenals de bespiegelende wijsbegeerte en de muziek het peil van ons innerlijk leven ver hoogt. Dit is al vast iets. Neen, de Ver eeniging „Haerlem" produceert niet, zU verstrekt geen credieten op voordeelige voorwaarden, zelfs geen gelden op eerste hypotheek; niettemin meent zij in alle bescheidenheid iets te kunnen bijdragen tot verrijking van het elven. En wie nu tot verrijking van het leven. En wie nu haar secretaris kent en hem heeft zien werken, weet, dat deze overtuiging hem draagt. Op zijn weg door het Haar lemsche leven ontmoet hy onwetend heid, die hy dient van zyn kennis; on verschilligheid, waartegenover hy zijn belangstelling, twytel, waartegenover hij zyn verzekerdheid plaatst. Ik heb den heer Tadema beloofd zakelijk te blijven, maar ik zie, zonder het verband te verbreken, geen kans te verzwijgen, dat zijn kennis van Haarlem omvang rijk, zijn belangstelling in Haariemsia beschamend, zijn verzekerdheid, dat het leven zonder den „omgang met de ge schiedenis" iets moois miste, wel heel vast is. Dit alles schenkt hem den lust en de kracht zooveel en zooveel goed te doen. De voorzitter onzer Vereeni ging. de heer Vincent Loosjes, heeft by de herdenking van het vyfentwintigjarig bestaan van „Haerlem", op welspreken de wijze herinnerd aan de groote ver diensten van „den man, die eigenlyk onze Vereeniging draagt, aan onzen toegewyden secretaris, aan Tadema". En daarby gewezen op den omvangryken arbeid, door hem verricht: „hy heeft bijna 25 jaren lar.g alles wat er van onze Vereeniging is uitgegaan, voorbereid." Zoo is het. Slechts enkele maken de gesohiedenis; en de geschiedenis van „Haerlem", is met enkele anderen, door Jan Tadema gemaakt. Maar dat hy dit vermocht, dat zyn yver niet ver flauwde en teleurstellingen hem niet. ontmoedigden, vindt zyn verklaring in zijn warme liefde voor zyn geboorte stad. Zoo heeft dan de heer Tadema gedu rende vijfentwintig jaar zyn schoone, maar moeilijke taak waargenomen, in samenwerking met wijlen zyn schoon vader, Johannes de Breuk, tot aaai zyn dood de beminnelyke voorzitter van „Haerlem". „Vol eerbied en hart voor het oude Haarlem en zijn merkwaardige geschiedenis", zooals hij hoopt en ver trouwt, dat het komende geslacht zich zal toonen, heeft hy zijn beste krach ten aan de belangen onzer Vereeniging gewijd. Ik zeide dat het mijn bedoeling niet was, met deze regelen de aandacht, te vestigen op een gebeurtenis in zyn le ven. En ik onthoud my dan ook van de gebruikelijke voorspelling, dat zijn feest dag „niet onopgemerkt zal voorbije an" en dat het hem „aan blyken van belang stelling niet zal ontbreken". Ik acht dit vanzelf sprekend. Maar dat ik dank baar van de gelegenheid heb gebruik gemaakt, om op den vooravond van de zen gedenkdag, myn lezers te wijzen kort en zakelijk op den secretaris van „Haerletm" als op een man, die toont wat toewijding uit piëteit geboren, vermag tot stand te brengen, mag ik nu wel zeggen. H. E. KNAPPERT. VEREENIGING „HAERLEM" Het jaarverslag. Het jaarverslag van de Vereeniging Haerlem" is in druk verschenen. Hei prijkt met het bekende vignet, dat op alle uitgaven van de vereeniging voor komt, op den omslag en tegenover den titel twee foto's van teekeningen van H. J. Wesseling. voorstellende het brood huis van pastoor Blommaert in de Lange Veerstraat. De samensteller van het verslag, de secretaris, de heer J. L. Tadema her innert er aan, dat hy 22 maal de weder waardigheden en acta der vereeniging op schrift gesteld heeft, soms over periodes van anderhalf jaar. (De heer Tadema neemt nu 25 Jaar het secretariaat waar). Gelukkig heeft de fiscus van „Haer lem" een overschot, nieuwe ondernemin gen worden op touw gezet en de leden- lyst vertoont elk jaar een grooter nam en tal, dat nu tot 465 steeg. Toch moet de vereeniging voor zoover zulks met een oudheidkundige vereeniging in tegenspraak is, met onzen tyd meegaan en by het ouder worden tevens jong blijven. Daarom moet de jeugd interesse by- gebracht worden, en het besef, dat Haarlem nog een prachtige stad is, wier belangryke geschiedenis te kennen, wel zeer de moeite waard is Lantaarnplaatjes zijn een goed propagandamiddel om mis schien later jeugdafdelingen te kunnen oprichten. Daarmee hangt samen de propaganda op de scholen, reden waarom de leerlingen weidra gelegenheid zullen krijgen de Hoofdwacht en de verzame ling der Vereeniging op het doek te be zichtigen. Dit zyn alles wenschen van leden, die overwogen worden door het bestuur. De secretaris herinnert voorts aan de samenwerking met de Natuurhistorische Vereeniging te Bloemend aal in de Fede ratie tot Behoud van Natuurschoon. De heer Knappert heeft zitting ge nomen in de commissie van uitvoering tot 't gereedmaken van een register voor een repertorium van Nederlandsche Topografische afbeeldingen van den Oudheidkundigen Bond te Utrecht. Het succes voor de inspanning om den paltrokmolen „De Eenhoorn" te behou den was groot. Geldelijk heeft de ver eeniging „Haerlem" de actie gesteund. De secretaris betreurt het, dat toch elke week in Haarlem nog een typisch geveltje verdwynt of veranderd wordt, geheele stadsgezichten wyzigen zich en iedere verandering is geen verbetering. In het verslag vinden wy verder mede- deelingen over het gerestaureerde „Broodhuis van pastoor Blommaert". achteraf gelegen in de Lange Veerstraat in een poort, over den koepel van Bosch en Hoven en de tentoonstelling van den heer Knappert over Philip Wouwermans in de Hoofdwacht. De boekery, waarvan de door De Breuk en Gonnet geschonken geschrif ten de kern uitmaken is evenals de stuk ken en bescheiden der vereeniging op overzichtelijke wyze door den heer Kersten geordend. De heer Knappert schonk de vereeniging een door hem voor de Levensberichten der Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde geschre ven biographie van Gonnet. Er waren verder tentoonstellingen van het Neder- landsch Kunstverbond en van den kring Haarlem, van den Bond van Neder landsche architecten. De heer J. Grata- ma hield in een druk bezochte vergade ring een lezing over de ontwikkeling der hedendaagsche bouwkunst in Nederland De heer A. A, Kok, secretaris van den Bond Heemschut hield een belangryke lezing over de middelen t-ot verheffing van het stedeschoon. Dank zy ook de medewerking en het aandringen van „Haerlem" besloot de Raad tot het in stellen van een schoonheidscommissie. Prof. dr G. C. van Walsem gaf drie maal een uitleg bij lantaarnplaatjes voor leerlingen van de Rykskweekschool. Nutskweekschool, de Middelbare School voor meisjes en het Gymnasium. Een nieuwe uitgave van de vereeni ging was de Haarlemsche Goud- en Z rsmeden. van Elias Voet Jr., welk werkje in ons blad reeds besproken is. A. N. G. O B. Dezer dagen vergaderde de afdeel in g Haarlem van bovengenoemden bond. Er werden besprekingen gehouden over den a_s. Landdag van de N. H P. C «elke op den len Zondag in September gehouden wordt te Haarlem, in samen werking met een Jongel. Geh.-Onth Bond. Het terrein voor dezen Landdag zal vermocaelyk gelegen zyn in Bent veld. Te beginnen ln de maand September zullen cursussen voor de leden worden gehouden over het alcoholvraagstuk. Besprekingen over de alg. vergadering van den A.NG.O.B., welke op 4 en 5 Aug. a.s. alhier gehouden wordt, leidden cot vaststelling van een voorloopig pro gramma. Door de Prov. comités van den A. N. G. O. B. NV. Tempelieren en G, O. V zal op Zondag 15 Juli een meeting ge houden worden te Alkmaar De afd. zal met haar vaandel daar vertegenwoordigd worden door den heer A. A. v d. Meer des morgens te 7 uur zal een fietstocht vertrekken van de Groote Markt af. Verslag werd nog gedaan van de ge houden Blauwe-Week-actie, o.a. de goed-geslaagde openingsdag op Hemel vaartsdag te Bentveld en de schitterende sluit ingsdemonstratie op „Zonnestraal te Hilversum. LOMPENVENTERS. De Haarlemsche vereeniging van lom penventers houdt aan het einde van deze maand een vergadering waarin een voorstel behandeld zal worden om de koninklyke goedkeuring op de statuten te vragen. Men is r.ameiyk van meening. dat na de koninklijke goedkeuring met meer succes kan worden opgetreden tegen ge- Iegenheids-opkoopers. aan wie den laat- sten tyd ook door de overheid vergun ning gegeven wordt om te venten. PERSONALIA. Naar bet Hbid. verneemt heeft de jury voor de prysvraag voor een ontwerp van een Aula voor de Landbouwhooge- school te Wageningen den eersten prys toegekend aan het ontwerp onder hei motto: „Hoe 't groeide" waarvan inzen der bleek te zyn H. T. Zwiers b± te Haarlem. VILLABOUW Aan Joh, Kraaij, aannemer te Haar lem is ondershands opgedragen de bouw eener villa te Hillegom, voor re kening van den heer H. Veldhuyzen v. Zanten Rz., te Hillegom. VOOR DEN POLITIE- RECHTER. „Je bent een dief". Een twintig-Jarige timmermansjongen uit Wyk aan Zee was een stuk gereed schap kwyt. een z.g. voorlooper. Hij dacht, dat een andere jongen er wel meer van wist en om dat te laten bly ken, had hy maar gezegd, dat A. S. een dief was, dat hy een voorlooper gestolen had en nog meer dingen, die voor S. al lesbehalve aangenaam waren, omdat ze in een café uitgesproken werden en iedereen 't hooren kon. De waarheid van de betichting was niet gebleken en haar uit te spreken bleek dan ook heel dom van G. Behalve dat hij de voorlooper kwijt is. moet hy aan den Ryksontvanger een tientje boete betalen. Eigen gereedschap? 't Is wel heel ongelukkig, als ze in Je knapzak een werktuig vinden, dat juist vermist wordt door een van je mede arbeiders. En als ze dan bij je thuis nog allerlei andere gereedschappen vinden zooals een hamer, een drift, een cen terboor. die ook al van de werf. waar je werkt afkomstig zyn. Dat ondervond een arbeider van de Werf Conrad, wam hij moest er voor in 't beklaagdenbankje komen. De getu'genissen van den ma- gazynmeesier, den werkman, die de ge reedschappen miste en eer. controleur van de Werf waren duidelijk en tegen hem. Netjes in de vouwen van den knapzak was het meetlint gevonden en het thuis gevonden gereedschap be hoorde klaarbiykeiy'k tot de Werf Con rad. „Het was een poets, die ze 'm gespeeld hadden", vertelde verdachte, „om iets in zyn knapzak te stoppen"; hoe dat meetlint er in kwam wist hij heusch niet. En de hamer, die hy thuis had was door hem gekocht in den ..Joden hoek". Daar koopt de Werf Conrad toch geen hamers". Het vonnis werd 30 of 20 dagen, dt oisch was 50 of 30 dagen. Bovendien gelastte de politierechter de teruggave van het gereedschap aan dc Werf. De veroordeelde: „Daar komt niets van. 't is van my. Ik ben onschuldig en ga in hoog er beroep". De deur ingetrapt. Een slager in IJmuiden kreeg nog geld van een juffrouw, die over "t al gemeen niet vlot van betalen bleek t»? zyn. De juffrouw had hem in plaats van geld allerlei weinig vrouwelijk zachtzinnige woorden toebedeeld. Dat was den schuldeischer te veel en tege- iyk te weinig, zoodat hy zich gedron gen voelde krachtmaatregelen te ne men. Vooralsnog niet tegen de juffrouw, maar tegen de deur. waarachter zy zich onkwetsbaar meende. Er was een zekere verhouding ont staan tusschen den voet van den sla ger en de deur. en daarna tusschen de politie en den man van vleesch en bee- nen. welke verhouding tenslotte gister morgen opgelost werd in deze formule: 6 of 5 dagen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent» per regeL BIJ LIJDERS AAN MAAG». DARM EN STOFWISSELINGSZIEKTEN, brengt liet gebruik van natuurlijk „Franz»Joscf"»bittcr\vater de spijsver_ tcringsorgancn weer tot geregelde wer king en maakt op die wijze mogelijk, dat de gezonde voedingsstoffen in het bloed geraken. In bcoordccüngen van genees» hceren wordt er op gewezen, dat het „FrAnz-Jo»ef"»watcr bij aderverkalking van bijzonder nut blijkt te zijn. Ver» krijgbaar bij Apothekers en Drogisten. EEN HISTORISCH PROCES De dochter van Raspoutine contra Prins Y oussoupoff. EEN MONSTER. CVon onzen Parijschen correspondent i In December 1927 schreef fk in deze kolommen een artikel over Prins Yous- soupfof. (den man die Raspoutine ver moordde) naar aanleiding van het boek dat hy publiceerde „La Fin de Ras poutine". Reeds toen, na het werk te hebben gelezen nog voor het in den boekhandel verscheen, heb lk hier ge zegd dat het niet zou zyn buitengeslo ten dat de auteur moeilijkheden zou on dervinden van zijn misschien al te open- hartigebekcntenlssen en die vrees wordt bewaarheid nu ineens iemand komt op duiken. wiens (of liever: wier) aanwe zigheid In Parijs ons bekend was: de wettige dochter van Raspoutine. Men moge sympathie of medeiyden hebben met Prins Yossoupoff; het biyft een feit, cat hy een moord op zijn ge weten heeft en de Justitie heeft hem nimmer ter verantwoording geroepen. Immers, heel kort na den dood van het monster Raspoutine is de revolutie in Rusland uitgebroken en Youssoupoff is met duizenden anderen naar Frankryk uitgeweken, waar men zich nimmer met het geval heeft bemoeid. De dochter van Raspoutine nu heeft gisteren een proces aanhangig gemaakt tegen Yous soupoff en aan de eerste Kamer van het trblunaal van de Seine om een schade vergoeding van 25 millioen francs, plus intrest van den datum van den moord af. gevraagd en Mr. Maurice Garson ge vraagd om haar eischen te bepleiten. Als er één ding Jammer is in deze ge schiedenis dan wel dit dat ze zich niet gewend heeft tot Mr. Henry Robert, den batonnier en tevens beroemd histc icus. Want Maurice Garyon, een van de meest gezochte advocaten in Parijs, moge een uitstekend jurist zUn en een buitenge woon talentvol spreker, maar men zou een quaestie als deze het liefst zien be handeld door een historicus zooals Ro bert. lid van de Académie Franyaise. Er bestaat, niet de minste twyfel of Yous soupoff heeft inderdaad Raspoutine doodgeschoten, want hy bekent het zelf en geeft zelfs details. De dochter van Raspoutine heeft zich natuuriyk tot een zeer knap jurist ge wend om haar eischen in te dienen en in deze eischen laat ze uitkomen dat haar vader een weldoener was, een vriend van Rusland en van de Keizer lijke familie, terwyi Youssoupoff daar entegen beweert gehandeld te hebben omdat hy er van overtuigd was dat Ras. noutirie een landsverrader en tevens Duitsch spion was die samen met de Duitsche prinses <die Keizerin van Rus- land was) verraad pleegde. Youssouoff rekent op de clementie van de Parijschc Jury, zeggend dat het een politieke moord was. en de dochter van Raspou tine houdt natuuriyk vol dat het een crapuleuse moord was want dat er niets op haar vader was aan te merken. Toch is de algemeene meening van hen die zich eenlgszins hebben verdiept in de ge- scheldenis van Rusland, dat de dochter niet veel succes zal hebben. Alle schry- vers op wie men mag rekenen en die in de vooroorlogs;he Jaren Raspoutine heli ben benaderd verklaren zonder on scheid dat Raspoutine inderdaad d verschrikkeiykste bandiet was die er ooi' heeft rondgelooiwn. Charles River, dc correspondent van de Temps die jarer 'ang in Rusland vertoefde en daar dc heele voorgeschiedenis van den oorlog meemaakte, schetst in zyn merkwaardi ge boek „Le dernier Romanof" Raspuu- tine als een aartsschurk, intrigant, dui tendief en hij verzwijgt ook niet dc schandalen welke zich aan het Hof van Petersburg en in de hoozearistocrati- sche kringen hebben afgespeeld tus schen den „vromen" Raspoutine en dc dames uit die kringen. Het is hier niet de plaats om over deze ongehoorde schandalen te spreken en ze doen ook weinig ter zake. Maar ernstiger nog zUn de beschuldigingen welke we tegen Ras- sou t Ine kregen van een heel anderen kant en wel van Feodor Rajevskl. die 'arenlang particulier-secretaris van Raspou'ine is geweest. Rajevskl Immers verhaalt hoe hy doorloopend in ver binding heeft gestaan met den vijand Alle menschen die Duitschland bestre den werden op zün bevel kalm uit den weg geruimd en Raspoutine heeft niet gerust voor hot heele ministerie was samengesteld uit betaalde spionnen. En de schryver van deze memoires vertelt niet alleen hetgeen hy heeft gehoord en gezien maar verwijst ook naar tal rijke stukken welke men nog in dc ar chieven moet kunnen vinden want het is zeker dat de bolsjewisten zulk kost baar bewysmateriaal niet hebben ver brand. Gezien al deze gegevens, welke nog met ettelijke kunnen worden vermeer derd (we citeerden hier alleen maar de overtuigendste stukken en welke uit dc beste bronnen zyn) is de aanklacht van de dochter van Raspoutine tegen Yous soupoff en grootvorst Dimitri Pavlov itch (een neef van den tsaar, die mcdehieïp Raspoutine uit den weg te ruimen) een merkwaardig document, zy vertelt eerst dat ze de legitieme dochter is van Efimovitch Raspoutine en van Novykh Peodorowna Doubroulne, dat ws met haar ouders in Petrograd woonde. 64 Rue Gorokhowaia. Dat haar vader ge heim hofraad was en dat hy verdween in den nacht van 17 December 1916. Na de voornaamste feiten te hebben vermeld, de ontdekking van den moord, de autopsie welke ook een poging tot verg if ting aantoonde (alles trouwens tot in details door Youssoupoff bekend in zyn boek): de daders bleven onbekend Wel verdacht men er prins Youssoupoff van en andere hovelingen, maar de prins ontkende. Dat de kort daarop ontketen de revolutie belet heeft dat de Justitie verder ingreep maar dat de prins jaren later een ix>ek heeft gepubliceerd waar in hy zelf bekent der. vader van adres sante te hebben vermoord. En dan: niet tevreden nog. beleedlgen de moor denaars de nagedachtenis van hun slachtoffer en ze trachten hem zoo in mlscredlet te brengen dat de nabestaan den van Raspoutine zelfs niet meer zyn naam durven dragen. Redenen waarom adressante verzoekt om de moordenaars van haar vader voor een rechtbank te brengen en hen ook tot een schadever goeding te veroordeclen van 25 millioen francs plus de rente van dat bedrag, be rekend van den datum af dat zij Ras poutine hebben vermoord. Men mag niet op de feiten vooruit loopen maar het Is aan geen twyfel on derhevig of de dochter van Raspoutine zal nul op het request krygen. Als de zaak zelfs voorkomt, want zoowol adres- sar.te als aangeklaagden zUn „heimat- los" en de rechtbank moet zich ln zoo'n geval Incompetent verklaren. Maar aan genomen dat men er een formule op vindt dan nog is het buitengesloten dat men Youssoupoff zal straffen. Zeker zullen de rechters meer waarde hechten aan de verklaringen van Ra jevskl dat aan den kroonprins door loopend vergif werd toegediend cn dat Raspoutine van tyd tot tyd tegengif toediende ais hy weer eens voor zyn prestige een ..wonder" moest verrichten, dan aan de bewering van zyn dochter da: Raspoutine inderdaad een afgezant van Hoogerhand was om Rusland cn de tsarenfamilie te redden Ook het onder houd dat Raspoutine tydens den oorlog had in Beriyn toen Wilhelm II hem in audiëntie ontving (Raspoutine gaf z:ch voor die gelegenheid uit voor dominéé van Meeuwen uit Utrecht en zyn secre taris, die hem overal vergezelde en ook hier meeging omdat Raspoutine niet de kunst van schreven of lezen verstond, stond ingesschreven als een meneer Koster, eveneens uit Utrecht) en waaruit onomwonden blijkt dat Raspoutine en de tsarina in dienst van Duitschland waren, zal wel den noodigcn indruk ma ken wanneer Youssoupoff's verded;ge,r deze documenten op tafel legt. Deze bronnen zyn al voldoende wanneer men soms geen waarde mocht hechten aan hetgeen dc sovjets indertyd hebben ge publiceerd na de geheime archieven van Czarskoe Selo gedeeltelijk te hebben doorgewerkt. Voor de geschiedenis ls het te hopen dat. zooals men inderdaad ook verwacht, talrijke historici zullen worden uitgenoodigd om als getuige op te tre den in de laatste acte van het drama van 17 December 1916. Ook grootvorst Di- m.trl, die in Biarritz woont zal tegelijker tyd ter verantwoording worden geroepen. Hy is gebrouilleerd met Youssoupoff over het feit dat deze bet drama heeft ont sluierd. Parys 18 Juni HENRY A. TH LESTURGEON. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN i 60 cents per regel. 'n Artikel met Reputatie *L Film/ Jne f afs kei [left M V.f OTÜMANO£(. v CELD KADE 88 AMSTERDAM c. FEUILLETON Uit het Engelsch van ALICE EN CLAUDE ASKEW. Harry deed een paar stappen naar haar toe. tcrwyi zijn voet in de slijmerige massa wegzonk Het scheen alsof de ge heimzinnige bezoekster op grond stond, dien oen menscheiyke voet niet zou kunnen dragen. Eén oogenblik streed ook hij tegen een bovennatuurlijke vrees. Hij bleef stilstaan en riep: Kunt u ons hier uit helpen? Zijn we dicht by den weg? Er kwam geen antwoord, maar haar arm bleef over het moeras wijzen en niet haar hand wenkte ze hem. Hij hoorde het kraken van haar lange beenige vingers, toen deze over elkaar wreven bU het gebaar. De vingers van een geest konden dit niet doen, bedacht hij. Wilt u dat wy u volgen? vroeg hij luid en gebiedend, Opnieuw geen anwoord. alleen een toes temmende knik van het warrige hoofd. De vrouw had hem begrepen, hoewel ze zelf stom scheen te zyn. Harry keerde zich naar zijn vriend, die eenige passen achter was geble ven. Ze wil dat we haar volgen, Phil, zei hij. Philip* kwam voorzichtig en aarze lend naar hem toe. HU was een zware jonge man en zyn voeten zonken diep in het slijk. Haar volgen? herhaalde hy, midden in het moeras? Dat is Je reinste krankzinnigheid. Toch moet het vaste bodem rijn. Ze weet waarschijnlijk een weg door het moeras en wil ons dien wijzen. Waarom spreekt ze dan niet? Phi lips vrees van daarnet keerde in ver dubbelde mate terug, toen hij de ge heimzinnige gestalte van dichtby kon zien. Wie weet, waarheen dat wezen ons brengt, waarschijniyk naar ons graf. Maar je maar niet druk. zei Harry luchtig. Ik verzeker je dat dit niets boven-natuuriyks is, hoewel ik moet toe geven, dat het in het begin een beetje vreemd aan doet. Ik geloof dat zy ons door het moeras wil leiden, in leder ge val ga ik het probeeren. Verroer je niet totdat je ziet dat ik naast haar sta; als ik er ben, kom me dan zoo gauw mo gelijk na. Hy wachtte niet op antwoord, doch haastte zich naar de gestalte toe. Het was maar een pas of tien en hoewel hy by iedere stap tot zyn enkels in de moddel zakte, bereikte hy veilig de plaats, waar de vrouw op hem wachtte. Het was zooals hij gedacht had. ze stond op vasten grond. Het eerste wat hij deed toen hy by haar was. was Philip te roepen; toen draaide hy zich om om hun geheimzinnige geleidster te dan ken. Zeg. zei hij met dat jongensachtige enthousiasme, dat hem bij zyn vrien den zoo bemind maakte. geweldig aardig van u om ons te komen helpen. U heeft vermoedelijk myn vriend hoo ren roepen. In ieder geval maakte hy genoeg lawaai. De vrouw had zich een paar stappen verwyderd en gaf geen antwoord, doch ze wees met een beenige ringer naar haar mond. Ze was stom! Ze volgden hun geleidster over wat een smal pad leek te zyn. midden door het moeras. Zonder haar hulp hadden ze nooit den weg gevonden en van tyd tot tyd slipte een van hen en zonk tot aan zyn knieën in den modder. Ten slotte, na een bijna etndeloozen tocht kwamen zij op vaste ren grond en schenen ze een lichte helling te be klimmen. Harrv die voorop liep. keerde zich naar zyn vriend. Ik geloof dat wy, dank zy onze geheimzinnige gids veilig door het moe ras gekomen zya. Voor hen doemde uit den mist vaag de omtrekken van een steenen bouw werk op. Op hetzelfde oogenblik struikelde Phi lip over een lossen steen en vieL Harry greep toe om hem op te helpen, maar het was nie: noodig, daar T>vülip bijna op het zelfde oogenblik weer op zijn beer.cn stond. Toen de jongelieden zich omkeerden, bleek de vrouw even geheim zinnig verdwenen als zy gekomen was. De mist lag dik en ondoordringbaar voor hen. Vreemd mompelde Philip, allemach tig vreemd! Inderdaad, constateerde Harry nuchter. Maar tusschen twee haakjes, ik geloof waarachtig dat dit de muren van een huis zijn. By nadere beschouwing bleek het een neolitisch bouwwerk te zijn. om ringd door een kring van dat soort steenen, by een waarvan zij zich te lang hadden opgehouden. Opgewonden riep Philip: Harry, kerel, het is in orde. dit is Torren Pound, we zullen den nacht niet in de open lucht behoeven door te bren gen. Het staat op myn kaart en de weg loopt er vlak langs. Hallo, wat is dat' Hy was stil blijven staan en raapte iets op. Harry kwam naderbij en keek nieuwsgierig over de schouders van zyn vriend. Vermoedelijk iets dat onze gids ver loren heeft, opperde hy. toen Philip het voorwerp uit zyn omhulsel had ge haald. Wat ls het? In ieder geval niets van «-aarde, zei Philip, die zyn vonds aandachtig be schouwde. Goedkoop lmrtatlewerk. de steen schynt een v&ische turkoois te zijn hoewel het my HJkt dat hy ln echt goud gezet ls. Arme vrouw, zei Harry warm, misschien stelt ze er wel erg veel prys op als het tenminste van haar Ls. Toen bekeek hy het witte linnen, waarin de broche gewikkeld was cre weest. Het bleek een zakdoek van fyne kwaliteit battist te z'.n. Het zal vermoedelijk wel nonsens zyn, merkte hy op. nadat hy liet be keken had. maar het is toch eigen aardig Phil. Wat? Harry gaf hem den zakdoek. Je kan niets duidelijk zien ln den cllcndl- gen mist, zei hy Maar wat denk jij van deze. vlekken? Ik zou zeggen, het lykt wel bloed. HOOFDSTUK III. Gelukkig, de herberg, riep Philip, toen Sn den mist dc omtrekken van een verlicht gebouw opdoemden. Nu is het leed geleden. Hoever zijn we eigenlyk van Lyd- ford al? viel Harry hem Sc rede. Ik denk een myi of vier. De volgen de koer waag ik het niet meer om voor gids te spelen. Het was Jouw schuld niet dat hot mistte, lachte de andere. en alles by elkaar genomen was het een in- teressante ervaring. Hy haalde zyn horloge uit zyn zak. Het is nu acht uur en ik denk er niet over om nu ..og eens vier my len door dien mist te sjouwen. Wc gaan lekker eten en dan naar bed. We hebben mor gen nog tyd genoeg om naar Lydford te .-.»men. Philip was he. volmaakt met hom eens. En zoo traden zy den herberg, die den naam van „The Running Horse" droeg, binnen. Ze kwamen ln een nauw gangetje; aan het einde waarvan een deur was. die naar de aangrenzende kamer leidde. Van binnen kwam het geluid van stemmen en het vrooljjk ge rinkel van glazen. Het schynt wel dat w-y niet de eeni ge verdwaalde reizigers zijn, merkte Phi lip op. Dat zou ook wat moois zyn, als we niet eens logies kondon krljfren. Heb Je gezien dat ze in den st ook druk bezig waren? Harry knikte en klopte op de dour. Na een oogenblik verschoen achter een luikje dat geopend was, een rood gezicht met een zwanen donkeren baard. De uitdrukking van dat gezicht was niet bijster uitnoodigend. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 9