HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 12 JULI 1928
VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD.
De woningbouw van „Ons Belang". Klachten
over te scherp toezicht. De autohuslijnen. Routes
vastgesteld volgens voorstel van B. en W. Goed
keuring tarieven door den Raad. Uitbreiding gas
fabriek. Indien noodig tijdelijke bijlevering gas
door Hoogovenbedrijf. Verschillende onderwijs-
voorstellen.
WONINGBOUW IN
SLACHTHUISKWARTIER.
KLACHT OVER EEN
OPZICHTER.
Aan de orde komen de vragen, die de
heer Loerakker reeds eerder aan B. en
W. stelde ter zake van den -woningbouw
door de Woningstichting „Ons Belang".
De heer Loerakker de zaak toe
lichtende spreekt over de wijze van toe
zicht houden door den hoofdopzichter
Poot. Spr. zegt dat de heer Poot ken
nelijk Iemand is die niet veel gevoelt
voor de volkshuisvesting. Onder meer
liet hij meer dan eens afbreken. Het
was zóó dat een ander aannemer tegen
spr. ze'.de: „Lapte hij mij dat aan mijn
werk, dan zou ik...." de rest zal spr. er
maai- niet bij zeggen.
Het toezicht was zoo, dat het niet
aan ging. Het was als wilde hU de zaak
op de lange baan gaan schuiven. Spr.
kan er niet veel over zeggen, maar er
werd ook gesproken van gekonkel me:
anderen". De aanneemster had tal van
klachten over dien Hoofdopzichter. Jam
mer is dat de aanneemster zich niet
wendde tot den wethouder en niet met
dezen is gaan onderhandelen. Op aan
raden van spr. nooaigde hij leden die
technisch beter dan spr. op de hoogte
zyn uit eens op het werk te komen zien.
Een onderzoek is gewonscht.
De heer Reinalda geeft een breeds
uiteenzetting der zaak. Het geldt hier
aldus spr. den bouw door een Woning
stichting geheeten „Ons Beland" die met
gemeentegeld bouwt. De bouw van het
complex woningen is gegund aan de
N.V. Cobelens. ,,Ons Belang" heeft als
gemachtigde den architect Oostenbroek
met als opzichter den heer Poot die is
in dienst van dien architect. Er was be
paald dat alle geschillen die zich t yd ens
den bouw zouden voordoen aan het oor
deel van een Raad van arbitrage zou
den worden onderworpen. In het bestek
is één fout gemaakt. In een ziln is ge
sproken van „gemeente" in stede van
„Ons Belang". Van de gemeente ls nu de.
medewerking gevraagd voor een acte
van compromis om dien zin te verande
ren. De gemeente heeft nu medegedeeld
dat ze daaraan wenscht mede te wer
ken.
Alle geschillen, die zouden ontstaan,
zouden op de weekstaat worden gebracht
om dan den Raad van Arbitrage er over
te gaan hooren. Er is echter ook nog
een anderen weg in te slaan, die ge
woonlijk gevolgd wordt, indien een ge
schil ontstaat dan wendt men zich eerst
tot den dienst der gemeente die met het
Bouwtoezicht is belast. In de meeste ge
vallen is dan na de beslissing van den
directeur van het Bouw- en Woningtoe
zicht geen arbitrage meer noodig. Dit
wat aangaat de voorgeschiedenis, i nu
de vragen van den heer Loerakker.
Toen spr. dit des avonds las in een
der bladen, stapte hy dadelijk op de
fiets en ging hy naar het werk toe. Hij
vond daar de heeren Poot, van Liemt.
Klein Schiphorst.. Mizerus, Heidstra,
MeUers en Stam. benevens - leden der
N.V. Cobelens, een schildersbaas en een
uitvoerder. De meeste leden der com
missie van openbare werken waren ex
dus, maar het bleek dat de heer Ger-
ritsz en spreker niet genoodigd waren
op het werk te komen. Dat vond spr.
wat vreemd. Hoe zit dat?
Hier volgt een protest van den heer
Heidstra die verklaart dat genoem
de leden daar waren om het gemeente-
belang te behartigen.
De heer Van Liemt zegt tot den
wethouder u gaat te ver, u tast aan
het individueel recht van een lid van
een Raad.
De heer Re in aid a gaat voort. Het
verheugde my de heeren daar te zien.
De aanneemster had dus zes deskundi
ge leden van den Raad gevraagd, maar
heelt zich niet gewend tot dien dienst
der gemeente die als het ware ls aan
gewezen voor een bemiddeling. Dat is
minstens genomen een fout van de aan
neemster. B. en W. hebben daarna den
Directeur van den dienst van Bouw- en
Woningtoezicht opgedragen een onder
zoek naar de feiten in te stellen en zich
op de hoogte van het gebeurde te stel
len. Op het bouwwerk reide ik tegen
den heer Cobelens: „waarom hebt ge
u niet 'ot mij gewend", wat wel gedaan
was Ier zake van een quaestie over hot.
tweede blok woningen. Op die vraag
kreeg ik echter geen antwoord. En na
dien heeft, de aanneemster zich nog niet
tot my gewend. Wel zyn we over een
andere quaestie met een advocaat na
mens aanneemster aan het onderhande
len.
Toe te stemmen is dat bij de zaak een
gemeentebelang kan betrokken zyn. In
dien aan een aanneemster te hooge
eischen worden gesteld, dan zou dat in
liet nadeel der gemeente kunnen zyn.
Immers by een arbitrage zou de ge
meente de uiteindeiyke rekening kun
nen krygen. Naar aanleiding van een
door hem ingesteld onderzoek heeft de
directeur van Bouw en Woningtoezicht
een aantal eischen van de Directie niet
goedgekeurd, eenige zyn op de weekstaat
gebracht. Nu ei eenmaal arbitrage zal
komen, is het niet gcwenscht thans de
zaak verder te gaan behandelen. De ge
meente heeft alléén er voor te zorgen
dat er goede woningen komen. Het is er
niet om te doen een aannemer te gaan
uitmergelen. De woningen moe'en aan
alle bepalingen van het bestek voldoen.
Stelt de Directie te hooge eischen dan
zal de heer Cobelens den door hem in
te sla non weg dienen te vinden.
Do heer Loerakker sprak van .gekon
kel". Echter het gaat niet aan dat. de
lieer Loerakker zich in het algemeen al
dus uitte. Spr. is van meening dat de
Raad goed zal doen met het door hem
medegedeelde alleen te beschouwen als
een inlichting aan den Raad- Het col
lege van B. en W. wil den Raad gaarne
alle inlichtingen geven. Het is bereid alle
stukken over de zaak te stellen in de
har.dcn van de commissie van Openbare
Werken om er den Raad over te rap
porteeren. Maar laat men nu ter wille
van het gemeentebelang er niet verder
over gaan discussieeren.
De hoer Loerakker stemt in zUn
repliek toe dat het inderdaad jammer
is dat de aanneemster niet met den wet
houder is gaan onderhandelen. Indien
er komt een onderzoek, zooals de wet
houder toe zeide, dan is daarmede vrij
wel aan het verlangen van spreker vol
daan. Nog kan spr. mededeelen. dat h:
is verklaard, dat een schildersbaas 14
da-ren zenuwziek is geweest door den
opzichter Poot. Het is nu nog op het
bouwwerk een regiem dat niet door den
beugel kan, voegt spr. daaraan toe. Een
regiem dat voor de gemeente een strop
ls en dat niet kan worden getolereerd.
De Voorzitter zyou nu de discus
sie willen sluiten. Echter verschillende
leden die het woord al hadden gevraagd
willen daarvan niet afzien, zcodat de
discussie wordt voortgezet.
De heer Klein Schiphorst ver
klaart dat hy steeds handelt in het be
lang der gemeente en niet anders. En
verder dat de gemeentenaren recht heb
ben op een behoorlijke bescherming van
den Raad. Daarna geeft spr. van zijn
kant ook eenige herinneringen aan de
voorgeschiedenis van de zaak.
Plannen voor den bouw, aldus spr.,
opgemaakt door de architecten Welse-
naar en Oostenbroek werden wel tien
keer door den dienst van Bouw en Wo
ningtoezicht afgekeurd. Toen zeide een
der ambtenaren van dien dienst: ik
weet wel een geschikt man om ze te la
ten maken. Ge moet r.emen den heer
Poot. De heer Poot vroeg voor het ma
ken der teekeningen alleen 2500. Dat
was een vry aanzienlijk bedrag in aan
merking nemende dat het geheele hono
rarium van de beide architecten te za-
men zyn zou .7000 Het bedrag voor de
teekeningen werd later verhoogd tot
3500. De heer Poot werd opzichter bij
den bouw van het werk. Als aannemer
had hy reeds iemand te Amsterdam ge
vonden. Die aannemer houdt vol dat de
heer Poot hem de opdracht heeft ge
geven. Toen het werk gegund werd aan
de firma Cobelens met den heer Poot als
Hoofdopzichter konden dus conflicten
niet van de lucht zijn. Spr. had nog
tegen den heer Cobelens gezegd doe het
niet. Maar de heer Cobelens wilde be
paald het werk maken. Van de geschie
denis ls het gevolg dat nu reeds aan
hangig ls c-rn eisch tot schadevergoe
ding van 100.000.
De heer Re in al d a zegt dat hy
daarvan niets afweet.
De heer Klein Schiphorst zegt
dat het gewoonte is dat zulk een eisch
eerst by den architect wordt ingediend
en dat als de architect dien eisch niet
inwilligt de zaak aanhangig gemaakt
wordt bü den Raad ran Arbitrage. Ver
der deelt spr. mede dat tijdens den
bouw der woningen een der architecten
is heengegaan omdat hem was gebleken
dat hy niets te zeggen had. maar dat
alleen wat te zeggen had de heer Poot
gesteund door den dienst van Bouw en
Woningtoezicht.
Vervolgende zegt de heer Klein Schip
horst tot den heer Reinalda: De heer
Poot is nog by twee bouwwerken opzich
ter geweest en weet u al wat dat de ge
meente zal kosten?
Aan spr. is medegedeeld dat tydens
den bouw een der ambtenaren van Bouw
en Woningtoezicht in de Directiekeet
kwam en tot den heer Poot zeide er zal
worden gezorgd dat by een eventueel
volgenden woningbouw ge als architect
genomen wordt. Dat zal niet dan ten
schade der gemeente zyn vervolgt spr.
Want de heer Poot moge dan goed tee
keningen maken kunnen, hij is geen
practiscli man. Spr. leest voor een ver-
karing van een schildersbaas die hierop
neer komt dat de heer Poot moedwillig
een schoorsteenmantel zou hebben af
gerukt en daardoor schade aan het
werk zou hebben toegebracht.
Als mevrouw Maarschall-Komin eeni
ge verwondering aan den dag legt hoe
het mogelijk is een schoorsteenmantel
af te rukken, zegt de heer Klein Schip
horst dat er iets aan den manneren
schoorsteenmantel den opzichter niet
beviel en dat hy daarna in een kwade
bui een gedeelte van dien mantel af
rukte. Dat afrukken kan geschieden.
Van de wijze van handelen van den
heer Poot kan spr. nog een staaltje vr.n
recenten datum mededeelen. Voor dat de
woningen definitief ter bewoning werden
goedgekeurd, schreef de heer Poot aan
do aanneemster dat aan de gootsteenen
nog een en ander moest gedaan worden.
Er werd bijgevoegd dat indien de aan
neemster het niet deed het voor haar
rekening zou worden in orde gemaakt.
Nu gebeurt zulk een aanschrijving meer.
Maar dan moet toch den aannemer ge
legenheid worden gegeven het in orde
te maken.
De aanneemster had dit echter in dat
geval niet- Des r.vonds tegen zeven uur
ontving de heer C. den brief en toen
hy den volgenden ochtend vroeg op het
werk kwam vond hy daar reeds 10 man
bezig die de veranderingen waren te
maken In de aanrechtbanken der goot-
teoenen. Het is nu de vraag wie zal dat
moeten betalen? Spr. eindigt met de
verklaring dat het hem genoegen doet
dat de zaak nog eens in den Raad aan
de orde zal komen.
De heer Peper merkt op dat hem
reeds eerder was gebleken dat de aan
neemster te lichtvaardig had aangeno
men en dat ze daarna trachtte te ont
komen aan de gemaakte bepalingen.
Het gold de arbeidsvoorwaarden van de
arbeiders en er brak een staking op het
werk uit. De indruk werd gevestigd dat
die staking rechtvaardig was; na inlich
tingen verkregen van den architect
Oostenbroek. Het gaat nu niet aan oor-
i deelt spr. <Je aanneemster maar vrij te
pleiten.
De heer Gerritsz had niet het
voornemen thans aan deze besprekingen
ceel te nemen. Echter, de heer Klein
Schiphorst deed den Raad mededeelln-
gen nog vóór dat een onderzoek in de
zaak is begonnen. Dat is niet de ge-
wenschte weg. Nu echter de heer Klein
Schiphorst heeft gesproken, meent spr.
ook een en ander te moeten zeggen. Spr.
kan mededeelen dat in een zaak die in
dertijd aan de orde was de Commissie
van Openbare Werken een onderzoek
instelde en dat toen by die Commissie
is komen vast te staan dat van de zijde
van den gemeentedienst geen enkele
onjuiste handeling Is geschied. Er mag
niet worden gezegd: ..De heer Poot is
dcor den gemeentedienst er in gedrukt"
De heer Klein Schiphorst: Het
ging om wat anders.
De heer Gerritsz gaat voort. Dat
de heer Poot niet aan dien aannemer
dien de heer Klein Schiphorst op het
oog had vast zat is we! duidelijk. An
ders had de firma Cobelens het werk
niet gekregen. Nu de mededeelIng die
de heer Klein Schiphorst zeide dat in
de de directiekeet tegen den heer Poot
zou zUn gedaan. Die mededeeling ge
werd den heer Klein Schiphorst znr.ar
van één kant. Alléén een commissie kan
zulk een mededeeling rectifloeeren. De
heer Klein Schiphorst zegt het gemeen
tebelang te dienen. Maar dan had hy
met die mededeeling naar den wethou
der moeten gaan.
De heer Klein Schiphorst: Ik
heb het den wethouder gezegd.
De heer Gerritsz: De commissie
van Openbare Werken heeft sindsdien
twee keer vergaderd. Maar u hebt in die
commissie over de zaak gezwegen. Het
door u voortdurend noemen van Bouw
en Woningtoezicht is ook niet goed te
keuren. Ge hadt geen mededeelingen in
dit stadium van de zaak moeten doen
in een openbare zitting, maar als ge
mededeelingen hadt willen doen dan had
het moeten geschieden in besloten zit
ting.
De heer Klein Schiphorst: Er
komt nog veel meer.
De heer Gerritsz: Dan had ge nu
met alles maar niet met één mededee
ling moeten komen. Als een aanneem
ster de leden van den Raad vraagt te
komen op een bouwwerk dan doet hij
dat niet in het gemeentebelang maar
ter wille van het particulier belang en
dat is in strijd met het gemeentebe
lang gaat spr. voort. De heeren hadden
voorzichtiger moeten zijn en niet moeten
treden in de uitnoodiging van de aan
neemster.
De heer Van Liemt: Dat is een
insinuatie.
De heer Gerritsz: Neen dat Is het
niet. Ik zeg het niet bedekt maar open
lijk. De aanneemster beoogde met de
heeren te vragen het dienen van een
particulier belang. De heeren handelden
onvoorzichtig met aan de uitnoodiging
gevolg te geven en naar het werk te
gaan. Het is ook niet goed te keuren dat
de heer Klein Schiphorst nu reeds een
mededeeling deed. Nu een onderzoek is
toegezegd is hetgeen de heer Klein Schip
horst deed voorbarig.
De heer Meyers verklaart dat de
aanneemster vrijwel alle leden v.\:i de
commissie van Openbare Werken had
genoodigd op het werk te komen, maat
niet de heeren Reinalda en Gerritsz. De
andere leden der commissie van Open
bare Werken hadden dat niet aardig ge
vonden. Die leden hadden daarna ook
spreker gevraagd te komen. Spr. Is dus
niet naar het werk gekomen op uitnoo
diging van de aanneemster maar op uit
noodiging van de andere leden der Com
missie van Openbare Werken. Men is
niet eenmaal maar twee keer op het
bouwwerk geweest.
De heer Loerakker deelt mede dat
hem was gebleken dat niet alle tech
nische leden van den Raad waren ge
vraagd op het bouwwerk te komen. Spr.
verklaart dat hy had gezegd daarmede
niet tevreden te zijn.
De heer Reinalda zegt nogmaals
dat alle stukken den Raad zullen wor
den overgelegd. De mededeeling die de
heer Klein Schiphorst deed aangaande
een aanwyzing van den heer Poot van
gemeentewege voor architect bU woning
bouw moet op een misverstand berus
ten.
Daarmede eindigen de besprekingen
over de vragen van den heer Loerakker.
PUNT 2.
DE AUTOBUSLIJNEN.
ROUTES EN VOORWAARDEN
VOOR EXPLOITATIE.
Voor-stellen van B. en W tot vaststel
ling van de routes voor drie in de ge
meente tc cxploiteeren autobuslijnen en
tot machtiging aan B. en W. gegadigden
op te roepen om die autobuslijnen tc cx
ploiteeren onder voorwaarden die den
Raad ter vaststelling worden aantreboder
De heer Van Liemt zegt dat hy zal
stemmen vóór de door B. cn W. voorge
stelde routes, opdat nu eindelijk de auto-
buslijnen er zullen komen. Spr. wenscht
echter te vragen of het goed is dat UJn
3 gaat over de Melkbrug door de Hoog
straat. Naar het aan spr. voorkomt zijn
de ïynen ontworpen in den gedachten-
gang dat de N.Z JLTJVI. de tramlijnen
zal veranderen zooals dat indertijd het
voornemen was. zyn B. en W. er even
wel zeker van dat de tramdirectie geen
wijziging in haar plannen zal aanbren
gen? Nog bespreekt spr. de asphalteerlng
van hot Kennemerplein. Was het juist
gezien daarmede te beginnen hangende
de plannen tot verandering der tram
lijnen.
De heer Van Kessel vraagt of als
cr eens een aanvrage komen mocht tot
exploitatie van een iyn het westelijk deel
der gemeente af. B. en W. dan tegen
over die aanvrage niet afwijzend zullen
staan.
De heer De Breuk spreekt een
woord van waardeering tot het college
van B. en W. omdat het zoo snel heeft
gewerkt dat de zaak van de routes van
de autobuslijnen nu reeds in den Raad
aan de orde kan komen. De Raad zal
goed doen met. niet lang over de zaak te
gaan praten. Het heeft de aandacht ge
trokken dat het college van B. en W.
zich kennelijk neerlegt by die verande
ringen in de tramlijnen die de tram
directie wenscht aan te brengen. Komen
die veranderingen tot uitvoering dan zal
dus de Ceintuurbaan verdwijnen. Lyn 3
der autobusiynen zal die Ceintuurbaan
grootendeels vervangen. Echter niet ge
heel en dat vindt spr. jammer. Kan die
Ceintuurbaan er nog niet eens. ztj het
dan in gewijzigden vorm, komen?
De heer Visser vraagt of hy het
Juist heeft dat er nu niet een rangeer
plaats midden in de stad zal komen.
Vereer of het wel vaststaande is dat de
Ceintuurbaan zal verdwynen.
De heer Reinalda verklaart met
genoegen gezien te hebben dat er van
den Raad uit geen verzet komt tegen
de voorgestelde routes. Het is waar het
tracé© Melkbrug—Hoogstraat is slecht,
maar er was voor het oogenblik geen
andere oplossing te vinden. Wellicht is
die later te vinden als er een andorc
brug is. Voor een lUn tot verbinding van
het westelijk deel der gemeente met de
b.nnenstad moet üe aanvrage niet by
B. en W. maar by Gcd. Staten komen
die dan B. en W. om advies vragen. B.
en W. zullen tegenover zulk een aan
vrage niet afwijzend staan.
Aan den heer de Breuk antwoordt spr
dat door middel van de autobusiynen 1
en 2 met een overstapje men in het cen
trum der stad zal kunnen komen. Het
is Inderdaad vaststaan dat de Ceintuur
baan zal verdwijnen. Dat is nog geble
ken uit een brief van 6 Juli der tram
directie aan het Provinciaal Eestuur.
De tramdirectie deelt daarin mede dat
het voornemen is na het vervallen van
de Ceintuurbaan open te stellen een bij-
zoixleren dienst van het station naar de
Leidschevaart. Er mag aangenomen wor
den, dat de tramdirectie inderdaad de
Ceintuurban zal laten verdwynen.
Verder verklaart spr. dat B. en W.
meenden dat de asphalteerlng van hel
Kenenmerplein voortgang moet hebben
ook al mocht later er een verandering
in de tramlijnen komen. Voor de auto
busiynen zal niet meer een verzamel
plaats op de Parklaan komen.
De heer Van Liemt zegt dat indien
de asphalteerlng van het Kennemerplein
wordt voortgezet er gevaar is dat de
tramdirectie dan voortgaan zal met te
rijden met oude tramwagens. Er is ge
vaar dat dan het publiek het kind van
de rekening zal worden dat er dan ter
plaatse geen dubbel spoor zal komen,
maar een enkel spoor zal blijven.
De heer Reinalda zegt dat juist
dien ochtend ter zake van de asphaltee
rlng van het Kennemerplein een brief
der tramdirectie is ingekomen in ver
band met het plan tot verandering aan
brengen in het tracée. B. en W. zullen
die zaak nog nader beschouwen in ver
band met hetgemeentebelang. Het is
de vraag ook of het gewensclit is dat in
het smalle viaduct aan den Jansweg een
dubbel spoor komt. Dit is echter niet
een zaak die in een achtermiddag kan
worden bezien. B. en W. zullen dat nauw
keurig dienen te overwegen.
De door B. en W. voorgestelde routes
der autobuslijnen worden eenparig door
den Raad goedgekeurd.
Aan de orde komen de voorwaarden
voor het exploiteeren der lijnen.
De Voorzitter deelt mede dat in
art. 20 moet gelezen worden: „De tarie
ven voor het vervoer van personen be
hoeven de goedkeuring van B. en W.
enz".
De heer Peper wenscht dat de goed
keuring der tarieven en die van de ar
beidsvoorwaarden van het personeel niet
door B. en W. maar door den Raad zal
geschieden. Verder eischt spr. dat foo.en
niet mogen worden aangenomen in ste
de van niet „mogen worden gevraagd"
zooals B. en W. voorstelden.
Spr. dient een amendement in op art.
20 om te lezen in de eerste alinea„De
tarieven voor het vervoer van personen
behoeven de goedkeuring van den Raad,
om de tweede alinea van dat artikel (ter
zake van de wijziging der tarieven) te
laten vervallen en om aan het einde
van dat artikel te lezen: „fooien mogen
niet worden aangenomen." Op duide
lijke wyze zal daarvan in de wagens
worden kennis gegeven.
Nog dient spr. een amendement in om
in art. 33 aangaande de arbeidsvoor
waarden alleen te lezen dat deze zullen
onderworpen zyn aan de goedkeuring
van den Raad.
De heer Loerakker is tegen een
verbodom fooien aan te nemen omdat de
practyk heeft geleerd dat zulk een ver
bod toch niet is uit te voeren.
De heer Oversteegen vraagt wat
de bedoeling is van art. 40 dat inhoudt
dab de vergunninghouder verplicht is 40
vrij vervoerbewijzen kosteloos ter be
schikking van B. en W. te stellen.
De heer Reinalda antwoordt dat
naar aanleiding van de practijk en de
werkelijkheid -»en fooien verbod niet is te
bandhaven. Naar de meening van B. en
W. dient er in de voorwaarden te blij
ven staan dat de tarieven de goedkeu
ring van B, en W. behoeven. B. en W.
kunnen indien noodig spoediger een be
slissing nemen. In geval van wyziging
der tarieven is er volgens het voorstel
van B. cn W. recht van beroep op den
Raad.
Wat aangaat de vrij vervoerkaarten een
dergelijke bepaling komt voor in alle
concessievoorwaarden. De redenen waar
om werden in 1897 den Raad medege
deeld by de concessie aan de E.NIE.T.
Het. is voor diegenen, die belast worden
met het toezicht op de naleving dei-
voorwaarden.
De heer Oversteegen: Ik dacht
dat het was voor den Burgemeester en
de leden van den Raad.
De Voorzitter: Het is niet on
mogelijk dat ik een vrijvervoerbewijs
krijg.
De heer Joosten is er voor dat het
tarief door den Raad zal worden goed
gekeurd.
Het eerste gedeelte van het amende
ment van den heer Peper op art. 20
(goedkeuring tarieven door den Raad
enz.) komt in stemming.
Het wordt aangenomen met 19 stem
men voor en 15 tegen.
Vóór stemden de leden Oroenendaal.
De Vos, Peper, Van de Kamp, Keerwolf,
mej. van Vliet. Meijers, Adrian, Gerritsz,
Loerakker, Stam. mevrouw Maarschalk
Van Kessel, Castricum, Joosten, Boes,
Visser. SchoU en Keesen.
Er blykt verschil van meening te zijn
wat er zal geschieden bil een wijziging
der tarieven. De heer Van de Kamp
dient een subamendement in op het aan
genomen amendement om te lezen ach
ter „tarieven voor het vervoer van per
sonen en eventueele wijzigingen daarin".
De Voorzitter deelt mede dat B
en W. dat overnemen.
De Raad vereenigt zich er mede.
In stemming komt het amendement
van den heer Peper inzake het verbod
tot het aannemen van fooien enz. Het
wordt verworpen met drie stemmen voor
die der leden Groenendaal, Peper en
Keerwolf.
Het amendement van den heer Peper
op art. 33 wordt verworpen mot alleen
de stem van den heer Peper zelf vóór.
De voorwaarden (waarin dus alléén is
aangebracht de gemelde verandering)
worden aangenomen zonder hoofdelyke
stemming.
B. en W. werden gemachtigd gega
digden op te roepen om de autobuslijnen
te exploiteeren op de door den Raad
aangenomen voorwaarden.
PUNT 4.
Schrijven van B. en W. inzake het on
derwijs in het Fransch op liet gymna
sium en de middelbare scholen.
Wordt aangehouden.
UITBREIDING DER
GASFABRIEK.
TIJDELIJKE BIJLEVERING
VAN GAS DOOR DE HOOG
OVENS.
PUNT 6.
Voorstellen van B. en W. tot vergroo
ting der capaciteit en uitbreiding der
gasfabriek, benevens het sluiten eener
overeenkomst tot tydeiyke byievering
van gas door de Hoogovens.
De heer Peper stelt voor daar pas
Dinsdag het Raadsstuk den leden heeft
bereikt het agendapunt aan te houden
tot de volgende vergadering.
De heer Süngenberg stemt toe
dat het Raadsstuk laat is verschenen.
Dat het thans aan de orde gesteld wordt
is niet een daad van B. en W. voort
komende uit eigen beweging.
Donderdagavond vergaderde de gas-
commissie. Nadat deze zich met alge-
meene stemmen met de voorstellen
had vereenigd verzocht ze my aldus
spr. te bevorderen dat de voorstellen
Woensdag in den Raad aan de orde
zouden komen. Ik antwoordde dat ik
dat niet doen zou, maar, nadat de leden
der Commissie by my er op aandrongen
en de directeur van het gasbedrijf dat
ook deed, heb ik aan den aandrang der
commissie gevolg gegeven.
Zoo is het voorstel van B. en W.
op de agenda van deze vergadering ge
komen. Het is gewenscht dat het agen
dapunt nu behandeld wordt naar aan
leiding van dezen zomer te nemen
maatregelen om van den winter paraat
te zyn voor de levering van gas.
De heer Van Liemt betoogt dat
de gascommissie van den directeur der
gasfabriek een helder rapport heeft ge
had en dat het gewenscht is nu het
agendapunt te gaan behandelen.
De heer Joosten zou voor een uit
stel van behandeling gevoelen indien er
hier sprake was van een belangrijke
principieele quaestie maar zulk een
quaestie is er hier niet. Het gaat alleen
om een tijdelijke bijlevering van gas
door de Hoogovens.
De heer Peper wenscht zQn voor
stel te handhaven. Het gaat er om of
de taak van het Overheidsbedrijf voor
een belangryk deel aan een particuliere
onderneming zal komen. Er wordt nu
gezegd dat er haast, bij de zaak is. Ech
ter, men had eerder maatregelen kun
nen nemen.
Het voorste! Peper tot aanhouding
van het agendapunt wordt verworpen
met 26 stemmen tegen en 8 vóór. Voor
stemden de leden Groenendaal, de Vos,
Peper, Wolzak. Meyers, Loerakker, Heid
stra en van de Kamp.
De heer Gerritsz zegt dat als hy
het raadsstuk goed begrijpt, B. en W.
eerst hebben getracht al het benoodigde
gas van de Hoogovens te gaan betrek
ken maar dat dit is afgestuit op een
mededeeling van de Directie van het
Hoogovenbedrijf. Dat is te betreuren.
De Hoogovens kwamen alleen in ons
land nadat de Ooverheid daaraan heeft
medegewerkt om motieven van nationaal
en sociaal belang.
Dat had de Directie van het Hoog
ovenbedrijf dienen te bedenken. Ze
plaatst zich nu alleen op commercieel
standpunt. Het ware gewenscht dat het
Hoogovenbedrijf gas aan de streek kon
leveren. Meermalen drong spr. aan bij
het college van B. en W. om te trachten
samenwerking te verkrygen met de di
rectie van het Hoogovenbedryf ter zake
van levering van gas, maar te dier zake
had spr. nimmer een gunstig oor bij
het college. Nu wilden B. en W. er
naar streven omdat we nu min of meer
voor een noodtoestand staan. Hebben
ze na de mededeeling van de directie
nog gezocht naar een weg om de directie
te trachten tot een andere meening
te krijgen?
Indien de zaak nog kan wachten wil
spr. 'n voorstel doen tot het inslaan van
wegen om de Directie van het Hoog
ovenbedrijf te krygen op een socialer
standpunt dan uit deze gestie van haar
spreekt.
De heer Peper gevoelt er niet veel
voor aan een particuliere onderneming
voor een deel over te dragen wat ce
taak van het Overheidsbedrijf is. Spr.
zegt dat van 1923 af tot aan 1925 er
was een stijging in het debiet van het
gasbedryf, in 1926 kwam er een daling
maar in 1927 was er weder een stij
ging. De directeur van het gasbedrijf
had eerder met plannen tot uitbreiding
moeten komen. Dat hij dat niet deed
aldus spr., is gemis aan vermogen om
een groot .bedrijf te beheeren.
Spr. is van meening dat B. en W.
niet hadden moeten onderhandelen met
het Hoogovenbedryf. Hy vraagt of het
waar is dat. de directeur van het gas
bedrijf machtiging heeft gevraagd voort
ïe mogen gaar. met het nemen van maat.
regelen in afwachting van de door den
raad te nemen beslissing en wat daarna
is gebeurd? Het heeft den schijn, zeg:
spr.. dat we prateu over de zaak omdat
we nu eenmaal gemeenteraad zyn, maar
dat we eigenlijk niet meer terug kun
nen.
De heer SlLn genberg zegt dat
hoewel de Hoogovens zijn. een bedryf
gegoten in privaatrechterlijken vorm, ze
opgericht werden door medewerking van
den Staat en de gemeente Amsterdam
Het is waar dat de directie zich plaatst
op commercieel standpunt. Het is echter
niet aan B. en W. die gestie der Directie
te be oordeel en.
B. en W namen geen maatregelen om
de Directie van het HoogovenberUf tot
andere inzichten te bewegen, zonder
meer. omdat naar hun meening die po
gingen geen kans tot slagen had, dan
zou daar mede zooveel tyd zü'n heen
gegaan dat de levering van gas aan de
ingezetenen ln gevaar zou zyn gekomen
en dat zou zyn ten schade van de ge
meentenaren.
Spr. deelt mede dat by een volle ca
paciteit het Hoogovenbedryf kan leveren
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
KALVER STRAAT 136 LEIDSCHESTR
ROXERDAM HAARLEM"UTRcCHT nyMEOEt
TILBURG EIAST3EKE B',E°A
HEUPC0RDE15EH£0R5EIET1
MET GARAMTIE VOOR» SOLIDITEIT
VEAGELyK 5TEED5 KWALITEITEN EN PRyZElt,
honderd miBioen M3 gas. Voor de ver
vaardiging van stikstof is noodig 50
milUoen M3. Voor de levering aan de
gemeente Haarlem is bsnoodlgd vijf en
twintig miliioen M3. en voor die aan
de Streek cok 25 miliioen M3. Het Hoog
ovenbedryf zal zich dus dienen toe te
leggen gaan of op levering voor stik
stof of op het gaan leveren van gas voor
de Streek. Wat de directie moet gaan
doen kan spr. niet beoordeelen, Hy acht
zich daartoe niet bevoegd.
Aan den heer Peper antwoordt spr. dat
B. en W. de bevoegdheid hadden zich
met het Hoogovenbedryf ln verbinding
te stellen. Trouwens meermalen is van
den Raad uit, speciaal door den heer
Gerritsz by B. en W. aandrang uitge
oefend zich met de directie van het
Hoogovenbedrijf ter zake van gasleve
ring in verbinding te gaan stellen. Ka
gegaan diende te worden of de econo
mie van het gasbedryf daarmede was
gebaat. Dat heeft de directie van het
bedryf gedaan. Aan de bevoegdheden
van den directeur van het gasbedryf
om te gaan onderhandelen valt niet te
twijfelen.
Spr. zegt dat alles ls gedaan onder
het voorbehoud dat de Raad er mede
zal Instemmen. De Raad is nog volko
men vrij. De Raad kan het voorstel tot
byievering van gas door het Hoog
ovenbedrijf nog afstemmen. Dat zou
echter niet in het belang van de ge
meente zijn. Est voorstel is gedaan zoo
als B. en W. reeds zeiden omdat daar
door een reserve kan worden verkre
gen die noGdig kan zyn, gedurende
den tyd, dat de oude ovens worden af
gebroken en de nieuwe ovens worden
opgebouwd. Indien het niet noodig is,
dan zal geen gas van het Hoogoven
bedrijf worden betrokken.
B. en W. verklaart spr., willen op de
Hoogovens gaan steunen opdat de in
gezetenen ts allen tyde van gas zullen
kunnen worden voorzien.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen. De heer Gerritsz verzoekt
aanteefecning dat hy er tegen is.
PUNT 7.
Schrijven van E. en W. inzake het
gebruik van den speeltuin naby de Zo-
mervaart.
De heer Peper dient het volgende
voorstel in:
De Raad der gemeente Haarlem ver
zoekt B. en W. met het bestuur der
Speel tuin vereeni ging „Het Ooster-
k war tier" besprekingen te houden, om
te beneiken, dat de speeltuin aan de
Zömervaart, cp de daarvoor geëigende
uren, voor alle kinderen die dat ver
langen. -opengesteld wordt.
Dit voorstel wordt niet ondersteund
en kan dus niet in behandeling komen.
De heer Keesen verdedigt een door
hem ingediend voorstel strekkende dat
ook andere vereenigingen onder behoor
lijk toezicht, waarvoor ze verplicht zijn
te zorgen, van den speeltuin gebruik
kunnen maken.
De heer Bruch deelt mede, dat B.
en W. tegenover het voorstel van den
heer Keesen niet onwelwillend staan,
echter dan zoo bedoeld dat het zyn
buurtverenigingen en verenigingen die
werken in het belang van het kleine
kind en het spel van het kleine kind.
De heer Gerritsz vraagt hoe het
dan zal staan met de kosten.
De heer Keesen zegt dat de ver-
eenlging „Het Oosterkwartier" het ter
rein om niet heeft, andere vereenigingen
zouden het dus ook om niet moeten
kunnen gebruiken. Wat aangaat de uren
van openstelling voor andere vereenigin
gen die zouden moeten bepaald wor
den door „Het- Oosterkwartier" in over
leg met den inspecteur voor de licha
melijke opvoeding.
De heer Bruch zegt dat indien mocht
blijken dat wat de heer Keesen wil,
onmogelijk is bij een exploitatie door de
vereeniging „Het Oosterkwartier", nog
de mogelijkheid in overweging zou kun
nen worden genomen het terrein te ne
men in gemeenteëxploitatie.
De heer Joosten zou in het voor
stel van den heer Keesen willen zien
opgenomen „en zoo noodig tegen een
billijke vergoeding".
Nadat de heer Keesen heeft ver
klaard bereid te zyn dit over te nemen
wordt hetgeen de heer Keesen had
voorgesteld aangenomen, zonder hoof
delyke stemming.
Goedgekeurd worden de agendapunten
8 en 11 zijnde onderscheidenlijk voor
stellen van B. en V tot goedkeuring
van de we^khure- der \yoningen der
R.K. BouwvWütö? ng St. Jozef, en tot
verhuring van £»ihd aan de vyverlaan
aan de N.Z.H.T.M. tot het plaatsen van
een wachthuisje.
Onderwijs-voorstellen.
Voorstel van B. en W. om te besluiten
te verklaren dat de oprichting en in
standhouding in deze gemeente van
een Protestentsch-Christelijke Nijver
heidsschool, ingericht naar het plan van
het bestuur der Chr. Avondnaaischool te
Haarlem, noodig geacht wordt.
Mej. Berde nis van Berlekom
■stemt toe dat er aanleiding is tot de op
richting va.n deze school. Er is noodig
een uitbreiding van de getegenluid tot
het ontvangen vsn ny7erheidsor.derwys
Door deze te openen school wordt daar
in gedeeltelijk voorzier., maar alleen
voor een enkele groep. Spr. herinnert
aan de wenschen reeds eerder door haar
geuit ten aanzien van het nyverhelds-
onderwys.
De heer Bruch vindt hetgeen mej.
Berdenis van Berlekom zeide wel zeer
belangwekkend, maar het ls niet aan
de orde by dit agendapunt. B. en W.
meenden daar er reeds is een neutrale
Huishoud en Industrieschool en even
eens een RK. dat er ook een gelegen
heid moet zyn tot het ontvangen van
nyverheidsonderwys voor de kinderen
van het Prot. Chr. deel der bevolking.