HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 12 JULI 1928 VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN GEMEENTERAAD. De woningbouw van „Ons Belang". Klachten over te scherp toezicht. De autohuslijnen. Routes vastgesteld volgens voorstel van B. en W. Goed keuring tarieven door den Raad. Uitbreiding gas fabriek. Indien noodig tijdelijke bijlevering gas door Hoogovenbedrijf. Verschillende onderwijs- voorstellen. WONINGBOUW IN SLACHTHUISKWARTIER. KLACHT OVER EEN OPZICHTER. Aan de orde komen de vragen, die de heer Loerakker reeds eerder aan B. en W. stelde ter zake van den -woningbouw door de Woningstichting „Ons Belang". De heer Loerakker de zaak toe lichtende spreekt over de wijze van toe zicht houden door den hoofdopzichter Poot. Spr. zegt dat de heer Poot ken nelijk Iemand is die niet veel gevoelt voor de volkshuisvesting. Onder meer liet hij meer dan eens afbreken. Het was zóó dat een ander aannemer tegen spr. ze'.de: „Lapte hij mij dat aan mijn werk, dan zou ik...." de rest zal spr. er maai- niet bij zeggen. Het toezicht was zoo, dat het niet aan ging. Het was als wilde hU de zaak op de lange baan gaan schuiven. Spr. kan er niet veel over zeggen, maar er werd ook gesproken van gekonkel me: anderen". De aanneemster had tal van klachten over dien Hoofdopzichter. Jam mer is dat de aanneemster zich niet wendde tot den wethouder en niet met dezen is gaan onderhandelen. Op aan raden van spr. nooaigde hij leden die technisch beter dan spr. op de hoogte zyn uit eens op het werk te komen zien. Een onderzoek is gewonscht. De heer Reinalda geeft een breeds uiteenzetting der zaak. Het geldt hier aldus spr. den bouw door een Woning stichting geheeten „Ons Beland" die met gemeentegeld bouwt. De bouw van het complex woningen is gegund aan de N.V. Cobelens. ,,Ons Belang" heeft als gemachtigde den architect Oostenbroek met als opzichter den heer Poot die is in dienst van dien architect. Er was be paald dat alle geschillen die zich t yd ens den bouw zouden voordoen aan het oor deel van een Raad van arbitrage zou den worden onderworpen. In het bestek is één fout gemaakt. In een ziln is ge sproken van „gemeente" in stede van „Ons Belang". Van de gemeente ls nu de. medewerking gevraagd voor een acte van compromis om dien zin te verande ren. De gemeente heeft nu medegedeeld dat ze daaraan wenscht mede te wer ken. Alle geschillen, die zouden ontstaan, zouden op de weekstaat worden gebracht om dan den Raad van Arbitrage er over te gaan hooren. Er is echter ook nog een anderen weg in te slaan, die ge woonlijk gevolgd wordt, indien een ge schil ontstaat dan wendt men zich eerst tot den dienst der gemeente die met het Bouwtoezicht is belast. In de meeste ge vallen is dan na de beslissing van den directeur van het Bouw- en Woningtoe zicht geen arbitrage meer noodig. Dit wat aangaat de voorgeschiedenis, i nu de vragen van den heer Loerakker. Toen spr. dit des avonds las in een der bladen, stapte hy dadelijk op de fiets en ging hy naar het werk toe. Hij vond daar de heeren Poot, van Liemt. Klein Schiphorst.. Mizerus, Heidstra, MeUers en Stam. benevens - leden der N.V. Cobelens, een schildersbaas en een uitvoerder. De meeste leden der com missie van openbare werken waren ex dus, maar het bleek dat de heer Ger- ritsz en spreker niet genoodigd waren op het werk te komen. Dat vond spr. wat vreemd. Hoe zit dat? Hier volgt een protest van den heer Heidstra die verklaart dat genoem de leden daar waren om het gemeente- belang te behartigen. De heer Van Liemt zegt tot den wethouder u gaat te ver, u tast aan het individueel recht van een lid van een Raad. De heer Re in aid a gaat voort. Het verheugde my de heeren daar te zien. De aanneemster had dus zes deskundi ge leden van den Raad gevraagd, maar heelt zich niet gewend tot dien dienst der gemeente die als het ware ls aan gewezen voor een bemiddeling. Dat is minstens genomen een fout van de aan neemster. B. en W. hebben daarna den Directeur van den dienst van Bouw- en Woningtoezicht opgedragen een onder zoek naar de feiten in te stellen en zich op de hoogte van het gebeurde te stel len. Op het bouwwerk reide ik tegen den heer Cobelens: „waarom hebt ge u niet 'ot mij gewend", wat wel gedaan was Ier zake van een quaestie over hot. tweede blok woningen. Op die vraag kreeg ik echter geen antwoord. En na dien heeft, de aanneemster zich nog niet tot my gewend. Wel zyn we over een andere quaestie met een advocaat na mens aanneemster aan het onderhande len. Toe te stemmen is dat bij de zaak een gemeentebelang kan betrokken zyn. In dien aan een aanneemster te hooge eischen worden gesteld, dan zou dat in liet nadeel der gemeente kunnen zyn. Immers by een arbitrage zou de ge meente de uiteindeiyke rekening kun nen krygen. Naar aanleiding van een door hem ingesteld onderzoek heeft de directeur van Bouw en Woningtoezicht een aantal eischen van de Directie niet goedgekeurd, eenige zyn op de weekstaat gebracht. Nu ei eenmaal arbitrage zal komen, is het niet gcwenscht thans de zaak verder te gaan behandelen. De ge meente heeft alléén er voor te zorgen dat er goede woningen komen. Het is er niet om te doen een aannemer te gaan uitmergelen. De woningen moe'en aan alle bepalingen van het bestek voldoen. Stelt de Directie te hooge eischen dan zal de heer Cobelens den door hem in te sla non weg dienen te vinden. Do heer Loerakker sprak van .gekon kel". Echter het gaat niet aan dat. de lieer Loerakker zich in het algemeen al dus uitte. Spr. is van meening dat de Raad goed zal doen met het door hem medegedeelde alleen te beschouwen als een inlichting aan den Raad- Het col lege van B. en W. wil den Raad gaarne alle inlichtingen geven. Het is bereid alle stukken over de zaak te stellen in de har.dcn van de commissie van Openbare Werken om er den Raad over te rap porteeren. Maar laat men nu ter wille van het gemeentebelang er niet verder over gaan discussieeren. De hoer Loerakker stemt in zUn repliek toe dat het inderdaad jammer is dat de aanneemster niet met den wet houder is gaan onderhandelen. Indien er komt een onderzoek, zooals de wet houder toe zeide, dan is daarmede vrij wel aan het verlangen van spreker vol daan. Nog kan spr. mededeelen. dat h: is verklaard, dat een schildersbaas 14 da-ren zenuwziek is geweest door den opzichter Poot. Het is nu nog op het bouwwerk een regiem dat niet door den beugel kan, voegt spr. daaraan toe. Een regiem dat voor de gemeente een strop ls en dat niet kan worden getolereerd. De Voorzitter zyou nu de discus sie willen sluiten. Echter verschillende leden die het woord al hadden gevraagd willen daarvan niet afzien, zcodat de discussie wordt voortgezet. De heer Klein Schiphorst ver klaart dat hy steeds handelt in het be lang der gemeente en niet anders. En verder dat de gemeentenaren recht heb ben op een behoorlijke bescherming van den Raad. Daarna geeft spr. van zijn kant ook eenige herinneringen aan de voorgeschiedenis van de zaak. Plannen voor den bouw, aldus spr., opgemaakt door de architecten Welse- naar en Oostenbroek werden wel tien keer door den dienst van Bouw en Wo ningtoezicht afgekeurd. Toen zeide een der ambtenaren van dien dienst: ik weet wel een geschikt man om ze te la ten maken. Ge moet r.emen den heer Poot. De heer Poot vroeg voor het ma ken der teekeningen alleen 2500. Dat was een vry aanzienlijk bedrag in aan merking nemende dat het geheele hono rarium van de beide architecten te za- men zyn zou .7000 Het bedrag voor de teekeningen werd later verhoogd tot 3500. De heer Poot werd opzichter bij den bouw van het werk. Als aannemer had hy reeds iemand te Amsterdam ge vonden. Die aannemer houdt vol dat de heer Poot hem de opdracht heeft ge geven. Toen het werk gegund werd aan de firma Cobelens met den heer Poot als Hoofdopzichter konden dus conflicten niet van de lucht zijn. Spr. had nog tegen den heer Cobelens gezegd doe het niet. Maar de heer Cobelens wilde be paald het werk maken. Van de geschie denis ls het gevolg dat nu reeds aan hangig ls c-rn eisch tot schadevergoe ding van 100.000. De heer Re in al d a zegt dat hy daarvan niets afweet. De heer Klein Schiphorst zegt dat het gewoonte is dat zulk een eisch eerst by den architect wordt ingediend en dat als de architect dien eisch niet inwilligt de zaak aanhangig gemaakt wordt bü den Raad ran Arbitrage. Ver der deelt spr. mede dat tijdens den bouw der woningen een der architecten is heengegaan omdat hem was gebleken dat hy niets te zeggen had. maar dat alleen wat te zeggen had de heer Poot gesteund door den dienst van Bouw en Woningtoezicht. Vervolgende zegt de heer Klein Schip horst tot den heer Reinalda: De heer Poot is nog by twee bouwwerken opzich ter geweest en weet u al wat dat de ge meente zal kosten? Aan spr. is medegedeeld dat tydens den bouw een der ambtenaren van Bouw en Woningtoezicht in de Directiekeet kwam en tot den heer Poot zeide er zal worden gezorgd dat by een eventueel volgenden woningbouw ge als architect genomen wordt. Dat zal niet dan ten schade der gemeente zyn vervolgt spr. Want de heer Poot moge dan goed tee keningen maken kunnen, hij is geen practiscli man. Spr. leest voor een ver- karing van een schildersbaas die hierop neer komt dat de heer Poot moedwillig een schoorsteenmantel zou hebben af gerukt en daardoor schade aan het werk zou hebben toegebracht. Als mevrouw Maarschall-Komin eeni ge verwondering aan den dag legt hoe het mogelijk is een schoorsteenmantel af te rukken, zegt de heer Klein Schip horst dat er iets aan den manneren schoorsteenmantel den opzichter niet beviel en dat hy daarna in een kwade bui een gedeelte van dien mantel af rukte. Dat afrukken kan geschieden. Van de wijze van handelen van den heer Poot kan spr. nog een staaltje vr.n recenten datum mededeelen. Voor dat de woningen definitief ter bewoning werden goedgekeurd, schreef de heer Poot aan do aanneemster dat aan de gootsteenen nog een en ander moest gedaan worden. Er werd bijgevoegd dat indien de aan neemster het niet deed het voor haar rekening zou worden in orde gemaakt. Nu gebeurt zulk een aanschrijving meer. Maar dan moet toch den aannemer ge legenheid worden gegeven het in orde te maken. De aanneemster had dit echter in dat geval niet- Des r.vonds tegen zeven uur ontving de heer C. den brief en toen hy den volgenden ochtend vroeg op het werk kwam vond hy daar reeds 10 man bezig die de veranderingen waren te maken In de aanrechtbanken der goot- teoenen. Het is nu de vraag wie zal dat moeten betalen? Spr. eindigt met de verklaring dat het hem genoegen doet dat de zaak nog eens in den Raad aan de orde zal komen. De heer Peper merkt op dat hem reeds eerder was gebleken dat de aan neemster te lichtvaardig had aangeno men en dat ze daarna trachtte te ont komen aan de gemaakte bepalingen. Het gold de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders en er brak een staking op het werk uit. De indruk werd gevestigd dat die staking rechtvaardig was; na inlich tingen verkregen van den architect Oostenbroek. Het gaat nu niet aan oor- i deelt spr. <Je aanneemster maar vrij te pleiten. De heer Gerritsz had niet het voornemen thans aan deze besprekingen ceel te nemen. Echter, de heer Klein Schiphorst deed den Raad mededeelln- gen nog vóór dat een onderzoek in de zaak is begonnen. Dat is niet de ge- wenschte weg. Nu echter de heer Klein Schiphorst heeft gesproken, meent spr. ook een en ander te moeten zeggen. Spr. kan mededeelen dat in een zaak die in dertijd aan de orde was de Commissie van Openbare Werken een onderzoek instelde en dat toen by die Commissie is komen vast te staan dat van de zijde van den gemeentedienst geen enkele onjuiste handeling Is geschied. Er mag niet worden gezegd: ..De heer Poot is dcor den gemeentedienst er in gedrukt" De heer Klein Schiphorst: Het ging om wat anders. De heer Gerritsz gaat voort. Dat de heer Poot niet aan dien aannemer dien de heer Klein Schiphorst op het oog had vast zat is we! duidelijk. An ders had de firma Cobelens het werk niet gekregen. Nu de mededeelIng die de heer Klein Schiphorst zeide dat in de de directiekeet tegen den heer Poot zou zUn gedaan. Die mededeeling ge werd den heer Klein Schiphorst znr.ar van één kant. Alléén een commissie kan zulk een mededeeling rectifloeeren. De heer Klein Schiphorst zegt het gemeen tebelang te dienen. Maar dan had hy met die mededeeling naar den wethou der moeten gaan. De heer Klein Schiphorst: Ik heb het den wethouder gezegd. De heer Gerritsz: De commissie van Openbare Werken heeft sindsdien twee keer vergaderd. Maar u hebt in die commissie over de zaak gezwegen. Het door u voortdurend noemen van Bouw en Woningtoezicht is ook niet goed te keuren. Ge hadt geen mededeelingen in dit stadium van de zaak moeten doen in een openbare zitting, maar als ge mededeelingen hadt willen doen dan had het moeten geschieden in besloten zit ting. De heer Klein Schiphorst: Er komt nog veel meer. De heer Gerritsz: Dan had ge nu met alles maar niet met één mededee ling moeten komen. Als een aanneem ster de leden van den Raad vraagt te komen op een bouwwerk dan doet hij dat niet in het gemeentebelang maar ter wille van het particulier belang en dat is in strijd met het gemeentebe lang gaat spr. voort. De heeren hadden voorzichtiger moeten zijn en niet moeten treden in de uitnoodiging van de aan neemster. De heer Van Liemt: Dat is een insinuatie. De heer Gerritsz: Neen dat Is het niet. Ik zeg het niet bedekt maar open lijk. De aanneemster beoogde met de heeren te vragen het dienen van een particulier belang. De heeren handelden onvoorzichtig met aan de uitnoodiging gevolg te geven en naar het werk te gaan. Het is ook niet goed te keuren dat de heer Klein Schiphorst nu reeds een mededeeling deed. Nu een onderzoek is toegezegd is hetgeen de heer Klein Schip horst deed voorbarig. De heer Meyers verklaart dat de aanneemster vrijwel alle leden v.\:i de commissie van Openbare Werken had genoodigd op het werk te komen, maat niet de heeren Reinalda en Gerritsz. De andere leden der commissie van Open bare Werken hadden dat niet aardig ge vonden. Die leden hadden daarna ook spreker gevraagd te komen. Spr. Is dus niet naar het werk gekomen op uitnoo diging van de aanneemster maar op uit noodiging van de andere leden der Com missie van Openbare Werken. Men is niet eenmaal maar twee keer op het bouwwerk geweest. De heer Loerakker deelt mede dat hem was gebleken dat niet alle tech nische leden van den Raad waren ge vraagd op het bouwwerk te komen. Spr. verklaart dat hy had gezegd daarmede niet tevreden te zijn. De heer Reinalda zegt nogmaals dat alle stukken den Raad zullen wor den overgelegd. De mededeeling die de heer Klein Schiphorst deed aangaande een aanwyzing van den heer Poot van gemeentewege voor architect bU woning bouw moet op een misverstand berus ten. Daarmede eindigen de besprekingen over de vragen van den heer Loerakker. PUNT 2. DE AUTOBUSLIJNEN. ROUTES EN VOORWAARDEN VOOR EXPLOITATIE. Voor-stellen van B. en W tot vaststel ling van de routes voor drie in de ge meente tc cxploiteeren autobuslijnen en tot machtiging aan B. en W. gegadigden op te roepen om die autobuslijnen tc cx ploiteeren onder voorwaarden die den Raad ter vaststelling worden aantreboder De heer Van Liemt zegt dat hy zal stemmen vóór de door B. cn W. voorge stelde routes, opdat nu eindelijk de auto- buslijnen er zullen komen. Spr. wenscht echter te vragen of het goed is dat UJn 3 gaat over de Melkbrug door de Hoog straat. Naar het aan spr. voorkomt zijn de ïynen ontworpen in den gedachten- gang dat de N.Z JLTJVI. de tramlijnen zal veranderen zooals dat indertijd het voornemen was. zyn B. en W. er even wel zeker van dat de tramdirectie geen wijziging in haar plannen zal aanbren gen? Nog bespreekt spr. de asphalteerlng van hot Kennemerplein. Was het juist gezien daarmede te beginnen hangende de plannen tot verandering der tram lijnen. De heer Van Kessel vraagt of als cr eens een aanvrage komen mocht tot exploitatie van een iyn het westelijk deel der gemeente af. B. en W. dan tegen over die aanvrage niet afwijzend zullen staan. De heer De Breuk spreekt een woord van waardeering tot het college van B. en W. omdat het zoo snel heeft gewerkt dat de zaak van de routes van de autobuslijnen nu reeds in den Raad aan de orde kan komen. De Raad zal goed doen met. niet lang over de zaak te gaan praten. Het heeft de aandacht ge trokken dat het college van B. en W. zich kennelijk neerlegt by die verande ringen in de tramlijnen die de tram directie wenscht aan te brengen. Komen die veranderingen tot uitvoering dan zal dus de Ceintuurbaan verdwijnen. Lyn 3 der autobusiynen zal die Ceintuurbaan grootendeels vervangen. Echter niet ge heel en dat vindt spr. jammer. Kan die Ceintuurbaan er nog niet eens. ztj het dan in gewijzigden vorm, komen? De heer Visser vraagt of hy het Juist heeft dat er nu niet een rangeer plaats midden in de stad zal komen. Vereer of het wel vaststaande is dat de Ceintuurbaan zal verdwynen. De heer Reinalda verklaart met genoegen gezien te hebben dat er van den Raad uit geen verzet komt tegen de voorgestelde routes. Het is waar het tracé© Melkbrug—Hoogstraat is slecht, maar er was voor het oogenblik geen andere oplossing te vinden. Wellicht is die later te vinden als er een andorc brug is. Voor een lUn tot verbinding van het westelijk deel der gemeente met de b.nnenstad moet üe aanvrage niet by B. en W. maar by Gcd. Staten komen die dan B. en W. om advies vragen. B. en W. zullen tegenover zulk een aan vrage niet afwijzend staan. Aan den heer de Breuk antwoordt spr dat door middel van de autobusiynen 1 en 2 met een overstapje men in het cen trum der stad zal kunnen komen. Het is Inderdaad vaststaan dat de Ceintuur baan zal verdwijnen. Dat is nog geble ken uit een brief van 6 Juli der tram directie aan het Provinciaal Eestuur. De tramdirectie deelt daarin mede dat het voornemen is na het vervallen van de Ceintuurbaan open te stellen een bij- zoixleren dienst van het station naar de Leidschevaart. Er mag aangenomen wor den, dat de tramdirectie inderdaad de Ceintuurban zal laten verdwynen. Verder verklaart spr. dat B. en W. meenden dat de asphalteerlng van hel Kenenmerplein voortgang moet hebben ook al mocht later er een verandering in de tramlijnen komen. Voor de auto busiynen zal niet meer een verzamel plaats op de Parklaan komen. De heer Van Liemt zegt dat indien de asphalteerlng van het Kennemerplein wordt voortgezet er gevaar is dat de tramdirectie dan voortgaan zal met te rijden met oude tramwagens. Er is ge vaar dat dan het publiek het kind van de rekening zal worden dat er dan ter plaatse geen dubbel spoor zal komen, maar een enkel spoor zal blijven. De heer Reinalda zegt dat juist dien ochtend ter zake van de asphaltee rlng van het Kennemerplein een brief der tramdirectie is ingekomen in ver band met het plan tot verandering aan brengen in het tracée. B. en W. zullen die zaak nog nader beschouwen in ver band met hetgemeentebelang. Het is de vraag ook of het gewensclit is dat in het smalle viaduct aan den Jansweg een dubbel spoor komt. Dit is echter niet een zaak die in een achtermiddag kan worden bezien. B. en W. zullen dat nauw keurig dienen te overwegen. De door B. en W. voorgestelde routes der autobuslijnen worden eenparig door den Raad goedgekeurd. Aan de orde komen de voorwaarden voor het exploiteeren der lijnen. De Voorzitter deelt mede dat in art. 20 moet gelezen worden: „De tarie ven voor het vervoer van personen be hoeven de goedkeuring van B. en W. enz". De heer Peper wenscht dat de goed keuring der tarieven en die van de ar beidsvoorwaarden van het personeel niet door B. en W. maar door den Raad zal geschieden. Verder eischt spr. dat foo.en niet mogen worden aangenomen in ste de van niet „mogen worden gevraagd" zooals B. en W. voorstelden. Spr. dient een amendement in op art. 20 om te lezen in de eerste alinea„De tarieven voor het vervoer van personen behoeven de goedkeuring van den Raad, om de tweede alinea van dat artikel (ter zake van de wijziging der tarieven) te laten vervallen en om aan het einde van dat artikel te lezen: „fooien mogen niet worden aangenomen." Op duide lijke wyze zal daarvan in de wagens worden kennis gegeven. Nog dient spr. een amendement in om in art. 33 aangaande de arbeidsvoor waarden alleen te lezen dat deze zullen onderworpen zyn aan de goedkeuring van den Raad. De heer Loerakker is tegen een verbodom fooien aan te nemen omdat de practyk heeft geleerd dat zulk een ver bod toch niet is uit te voeren. De heer Oversteegen vraagt wat de bedoeling is van art. 40 dat inhoudt dab de vergunninghouder verplicht is 40 vrij vervoerbewijzen kosteloos ter be schikking van B. en W. te stellen. De heer Reinalda antwoordt dat naar aanleiding van de practijk en de werkelijkheid -»en fooien verbod niet is te bandhaven. Naar de meening van B. en W. dient er in de voorwaarden te blij ven staan dat de tarieven de goedkeu ring van B, en W. behoeven. B. en W. kunnen indien noodig spoediger een be slissing nemen. In geval van wyziging der tarieven is er volgens het voorstel van B. cn W. recht van beroep op den Raad. Wat aangaat de vrij vervoerkaarten een dergelijke bepaling komt voor in alle concessievoorwaarden. De redenen waar om werden in 1897 den Raad medege deeld by de concessie aan de E.NIE.T. Het. is voor diegenen, die belast worden met het toezicht op de naleving dei- voorwaarden. De heer Oversteegen: Ik dacht dat het was voor den Burgemeester en de leden van den Raad. De Voorzitter: Het is niet on mogelijk dat ik een vrijvervoerbewijs krijg. De heer Joosten is er voor dat het tarief door den Raad zal worden goed gekeurd. Het eerste gedeelte van het amende ment van den heer Peper op art. 20 (goedkeuring tarieven door den Raad enz.) komt in stemming. Het wordt aangenomen met 19 stem men voor en 15 tegen. Vóór stemden de leden Oroenendaal. De Vos, Peper, Van de Kamp, Keerwolf, mej. van Vliet. Meijers, Adrian, Gerritsz, Loerakker, Stam. mevrouw Maarschalk Van Kessel, Castricum, Joosten, Boes, Visser. SchoU en Keesen. Er blykt verschil van meening te zijn wat er zal geschieden bil een wijziging der tarieven. De heer Van de Kamp dient een subamendement in op het aan genomen amendement om te lezen ach ter „tarieven voor het vervoer van per sonen en eventueele wijzigingen daarin". De Voorzitter deelt mede dat B en W. dat overnemen. De Raad vereenigt zich er mede. In stemming komt het amendement van den heer Peper inzake het verbod tot het aannemen van fooien enz. Het wordt verworpen met drie stemmen voor die der leden Groenendaal, Peper en Keerwolf. Het amendement van den heer Peper op art. 33 wordt verworpen mot alleen de stem van den heer Peper zelf vóór. De voorwaarden (waarin dus alléén is aangebracht de gemelde verandering) worden aangenomen zonder hoofdelyke stemming. B. en W. werden gemachtigd gega digden op te roepen om de autobuslijnen te exploiteeren op de door den Raad aangenomen voorwaarden. PUNT 4. Schrijven van B. en W. inzake het on derwijs in het Fransch op liet gymna sium en de middelbare scholen. Wordt aangehouden. UITBREIDING DER GASFABRIEK. TIJDELIJKE BIJLEVERING VAN GAS DOOR DE HOOG OVENS. PUNT 6. Voorstellen van B. en W. tot vergroo ting der capaciteit en uitbreiding der gasfabriek, benevens het sluiten eener overeenkomst tot tydeiyke byievering van gas door de Hoogovens. De heer Peper stelt voor daar pas Dinsdag het Raadsstuk den leden heeft bereikt het agendapunt aan te houden tot de volgende vergadering. De heer Süngenberg stemt toe dat het Raadsstuk laat is verschenen. Dat het thans aan de orde gesteld wordt is niet een daad van B. en W. voort komende uit eigen beweging. Donderdagavond vergaderde de gas- commissie. Nadat deze zich met alge- meene stemmen met de voorstellen had vereenigd verzocht ze my aldus spr. te bevorderen dat de voorstellen Woensdag in den Raad aan de orde zouden komen. Ik antwoordde dat ik dat niet doen zou, maar, nadat de leden der Commissie by my er op aandrongen en de directeur van het gasbedrijf dat ook deed, heb ik aan den aandrang der commissie gevolg gegeven. Zoo is het voorstel van B. en W. op de agenda van deze vergadering ge komen. Het is gewenscht dat het agen dapunt nu behandeld wordt naar aan leiding van dezen zomer te nemen maatregelen om van den winter paraat te zyn voor de levering van gas. De heer Van Liemt betoogt dat de gascommissie van den directeur der gasfabriek een helder rapport heeft ge had en dat het gewenscht is nu het agendapunt te gaan behandelen. De heer Joosten zou voor een uit stel van behandeling gevoelen indien er hier sprake was van een belangrijke principieele quaestie maar zulk een quaestie is er hier niet. Het gaat alleen om een tijdelijke bijlevering van gas door de Hoogovens. De heer Peper wenscht zQn voor stel te handhaven. Het gaat er om of de taak van het Overheidsbedrijf voor een belangryk deel aan een particuliere onderneming zal komen. Er wordt nu gezegd dat er haast, bij de zaak is. Ech ter, men had eerder maatregelen kun nen nemen. Het voorste! Peper tot aanhouding van het agendapunt wordt verworpen met 26 stemmen tegen en 8 vóór. Voor stemden de leden Groenendaal, de Vos, Peper, Wolzak. Meyers, Loerakker, Heid stra en van de Kamp. De heer Gerritsz zegt dat als hy het raadsstuk goed begrijpt, B. en W. eerst hebben getracht al het benoodigde gas van de Hoogovens te gaan betrek ken maar dat dit is afgestuit op een mededeeling van de Directie van het Hoogovenbedrijf. Dat is te betreuren. De Hoogovens kwamen alleen in ons land nadat de Ooverheid daaraan heeft medegewerkt om motieven van nationaal en sociaal belang. Dat had de Directie van het Hoog ovenbedrijf dienen te bedenken. Ze plaatst zich nu alleen op commercieel standpunt. Het ware gewenscht dat het Hoogovenbedrijf gas aan de streek kon leveren. Meermalen drong spr. aan bij het college van B. en W. om te trachten samenwerking te verkrygen met de di rectie van het Hoogovenbedryf ter zake van levering van gas, maar te dier zake had spr. nimmer een gunstig oor bij het college. Nu wilden B. en W. er naar streven omdat we nu min of meer voor een noodtoestand staan. Hebben ze na de mededeeling van de directie nog gezocht naar een weg om de directie te trachten tot een andere meening te krijgen? Indien de zaak nog kan wachten wil spr. 'n voorstel doen tot het inslaan van wegen om de Directie van het Hoog ovenbedrijf te krygen op een socialer standpunt dan uit deze gestie van haar spreekt. De heer Peper gevoelt er niet veel voor aan een particuliere onderneming voor een deel over te dragen wat ce taak van het Overheidsbedrijf is. Spr. zegt dat van 1923 af tot aan 1925 er was een stijging in het debiet van het gasbedryf, in 1926 kwam er een daling maar in 1927 was er weder een stij ging. De directeur van het gasbedrijf had eerder met plannen tot uitbreiding moeten komen. Dat hij dat niet deed aldus spr., is gemis aan vermogen om een groot .bedrijf te beheeren. Spr. is van meening dat B. en W. niet hadden moeten onderhandelen met het Hoogovenbedryf. Hy vraagt of het waar is dat. de directeur van het gas bedrijf machtiging heeft gevraagd voort ïe mogen gaar. met het nemen van maat. regelen in afwachting van de door den raad te nemen beslissing en wat daarna is gebeurd? Het heeft den schijn, zeg: spr.. dat we prateu over de zaak omdat we nu eenmaal gemeenteraad zyn, maar dat we eigenlijk niet meer terug kun nen. De heer SlLn genberg zegt dat hoewel de Hoogovens zijn. een bedryf gegoten in privaatrechterlijken vorm, ze opgericht werden door medewerking van den Staat en de gemeente Amsterdam Het is waar dat de directie zich plaatst op commercieel standpunt. Het is echter niet aan B. en W. die gestie der Directie te be oordeel en. B. en W namen geen maatregelen om de Directie van het HoogovenberUf tot andere inzichten te bewegen, zonder meer. omdat naar hun meening die po gingen geen kans tot slagen had, dan zou daar mede zooveel tyd zü'n heen gegaan dat de levering van gas aan de ingezetenen ln gevaar zou zyn gekomen en dat zou zyn ten schade van de ge meentenaren. Spr. deelt mede dat by een volle ca paciteit het Hoogovenbedryf kan leveren INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. KALVER STRAAT 136 LEIDSCHESTR ROXERDAM HAARLEM"UTRcCHT nyMEOEt TILBURG EIAST3EKE B',E°A HEUPC0RDE15EH£0R5EIET1 MET GARAMTIE VOOR» SOLIDITEIT VEAGELyK 5TEED5 KWALITEITEN EN PRyZElt, honderd miBioen M3 gas. Voor de ver vaardiging van stikstof is noodig 50 milUoen M3. Voor de levering aan de gemeente Haarlem is bsnoodlgd vijf en twintig miliioen M3. en voor die aan de Streek cok 25 miliioen M3. Het Hoog ovenbedryf zal zich dus dienen toe te leggen gaan of op levering voor stik stof of op het gaan leveren van gas voor de Streek. Wat de directie moet gaan doen kan spr. niet beoordeelen, Hy acht zich daartoe niet bevoegd. Aan den heer Peper antwoordt spr. dat B. en W. de bevoegdheid hadden zich met het Hoogovenbedryf ln verbinding te stellen. Trouwens meermalen is van den Raad uit, speciaal door den heer Gerritsz by B. en W. aandrang uitge oefend zich met de directie van het Hoogovenbedrijf ter zake van gasleve ring in verbinding te gaan stellen. Ka gegaan diende te worden of de econo mie van het gasbedryf daarmede was gebaat. Dat heeft de directie van het bedryf gedaan. Aan de bevoegdheden van den directeur van het gasbedryf om te gaan onderhandelen valt niet te twijfelen. Spr. zegt dat alles ls gedaan onder het voorbehoud dat de Raad er mede zal Instemmen. De Raad is nog volko men vrij. De Raad kan het voorstel tot byievering van gas door het Hoog ovenbedrijf nog afstemmen. Dat zou echter niet in het belang van de ge meente zijn. Est voorstel is gedaan zoo als B. en W. reeds zeiden omdat daar door een reserve kan worden verkre gen die noGdig kan zyn, gedurende den tyd, dat de oude ovens worden af gebroken en de nieuwe ovens worden opgebouwd. Indien het niet noodig is, dan zal geen gas van het Hoogoven bedrijf worden betrokken. B. en W. verklaart spr., willen op de Hoogovens gaan steunen opdat de in gezetenen ts allen tyde van gas zullen kunnen worden voorzien. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen. De heer Gerritsz verzoekt aanteefecning dat hy er tegen is. PUNT 7. Schrijven van E. en W. inzake het gebruik van den speeltuin naby de Zo- mervaart. De heer Peper dient het volgende voorstel in: De Raad der gemeente Haarlem ver zoekt B. en W. met het bestuur der Speel tuin vereeni ging „Het Ooster- k war tier" besprekingen te houden, om te beneiken, dat de speeltuin aan de Zömervaart, cp de daarvoor geëigende uren, voor alle kinderen die dat ver langen. -opengesteld wordt. Dit voorstel wordt niet ondersteund en kan dus niet in behandeling komen. De heer Keesen verdedigt een door hem ingediend voorstel strekkende dat ook andere vereenigingen onder behoor lijk toezicht, waarvoor ze verplicht zijn te zorgen, van den speeltuin gebruik kunnen maken. De heer Bruch deelt mede, dat B. en W. tegenover het voorstel van den heer Keesen niet onwelwillend staan, echter dan zoo bedoeld dat het zyn buurtverenigingen en verenigingen die werken in het belang van het kleine kind en het spel van het kleine kind. De heer Gerritsz vraagt hoe het dan zal staan met de kosten. De heer Keesen zegt dat de ver- eenlging „Het Oosterkwartier" het ter rein om niet heeft, andere vereenigingen zouden het dus ook om niet moeten kunnen gebruiken. Wat aangaat de uren van openstelling voor andere vereenigin gen die zouden moeten bepaald wor den door „Het- Oosterkwartier" in over leg met den inspecteur voor de licha melijke opvoeding. De heer Bruch zegt dat indien mocht blijken dat wat de heer Keesen wil, onmogelijk is bij een exploitatie door de vereeniging „Het Oosterkwartier", nog de mogelijkheid in overweging zou kun nen worden genomen het terrein te ne men in gemeenteëxploitatie. De heer Joosten zou in het voor stel van den heer Keesen willen zien opgenomen „en zoo noodig tegen een billijke vergoeding". Nadat de heer Keesen heeft ver klaard bereid te zyn dit over te nemen wordt hetgeen de heer Keesen had voorgesteld aangenomen, zonder hoof delyke stemming. Goedgekeurd worden de agendapunten 8 en 11 zijnde onderscheidenlijk voor stellen van B. en V tot goedkeuring van de we^khure- der \yoningen der R.K. BouwvWütö? ng St. Jozef, en tot verhuring van £»ihd aan de vyverlaan aan de N.Z.H.T.M. tot het plaatsen van een wachthuisje. Onderwijs-voorstellen. Voorstel van B. en W. om te besluiten te verklaren dat de oprichting en in standhouding in deze gemeente van een Protestentsch-Christelijke Nijver heidsschool, ingericht naar het plan van het bestuur der Chr. Avondnaaischool te Haarlem, noodig geacht wordt. Mej. Berde nis van Berlekom ■stemt toe dat er aanleiding is tot de op richting va.n deze school. Er is noodig een uitbreiding van de getegenluid tot het ontvangen vsn ny7erheidsor.derwys Door deze te openen school wordt daar in gedeeltelijk voorzier., maar alleen voor een enkele groep. Spr. herinnert aan de wenschen reeds eerder door haar geuit ten aanzien van het nyverhelds- onderwys. De heer Bruch vindt hetgeen mej. Berdenis van Berlekom zeide wel zeer belangwekkend, maar het ls niet aan de orde by dit agendapunt. B. en W. meenden daar er reeds is een neutrale Huishoud en Industrieschool en even eens een RK. dat er ook een gelegen heid moet zyn tot het ontvangen van nyverheidsonderwys voor de kinderen van het Prot. Chr. deel der bevolking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 10