tfï'.'V
i-'V,
-*V
9.
W
rA*?|
fc'
i
2
3
4
5
6
7
8
li
ill
y
10
ii
12
13
J h J_
BIJ DE KNIPPLAAT.
IN SPROOKJESLAND.
Hilda wreef zich eens goed de oogen
uit. Had zU nu gedroomd of was zU
wakker geweest? Zij kon het zich nog
maar hcelemaal niet begrijpen, dat zij
deze nacht in sprookjesland geweest
was. En wat had zij daar niet gezien en
gehoord? Maar hoe langer zij over alles
nadacht, des te zekerder wist zij, dat
zij gedroomd had. Maar waar lag dat
eprookjesland dan eigenlijk? Zou zij den
weg daarheen nog wel terug kunnen
vinden? Ach, neen, dat zou wel niet mo
gelijk zijn, want zij was immers door
de lucht gevlogen.
Den avond tevoren, nadat moeder nog
even aan haar bed geweest was, om haar
goedennacht te wenschen, had zij nog
een tijdlang wakker gelegen en erover
nagedacht hoe mooi het tooh wel in
drcomenland moest zijn. Met open
oogen had zij toen in haar bedje gele
gen, dat wist zij nog precies. Maar toen
was plotseling de deur open gegaan en
had zij gezien hoe twee kleine gestalten
naar binnen kwamen: een elfje en een
kabouter. Het elfje hield een staf in
haar hand op welks bovenstuk een ster
stond, die een stralend goudgeel licht
verspreidde. De kabouter echter scheen
wel haar knechtje te zijn, omdat hij al
tijd achter het elfje bleef.
Toen nu die twee Hilda's slaapkamer
tje binnen kwamen werd zij door het
sterrenlicht helder beschenen. Hilda
richtte zich snel in haar b^dje op en
keek met verwonderde blikken naar de
beide kleine figuurtjes. Het elfje kwam
aan den rand van haar bedje staan en
zei met een heel hoog, lief stemmetje:
..Hilda! Je wilt immers zoo graag
eens naar sprookjesland? I»: hen 1 ier ge
komen om je er dezen nacht eens een
kijkje te laten nemen; sta dus op en ga
met ons mee!"
Dat liet Hilda zich w"~ c en twee
maal zeggen. Zij was vlug uit haar
bedje gesprongen en liet zich door het
elfje bij de hand medevoeren. De dwerg
opende buigend de deur en met hun
drieën verlieten zij het huis. Toon zij
in het nabijgelegen park waren aange
komen, bleef het elfje staan en zwaaide
met haar staf eenige malen door de
lucht. Dadelijk hoorde Hilda een zacht
zoemen en toen zij goed rondkeek, zag
zij hoe drie groote bijen naar hen toe
kwamen. Bij het elfje hielden zij halt.
Het elfje nam plaats op den rug van de
ccne bij en zij wees Hilda een andere bij
aan. waarop zy moest zitten. Daarna
nam ook de kabouter plaats en vlogen
zij onder een zacht gezoem door de
lucht, regelrecht naar het. sprookjesland.
De bijen schenen den weg heel goed te
weten en de bU waarop Hilda zat vloog
het snelste, want hy was steeds vooraan.
Het waren echter groote, zeer krachtige
Insecten, veel grooter dan wij de bijen
kennen.
Opeens maakten de bijen, die tot nu toe
rechtuit gevlogen waren, een scherpe
buiging naar links en spoedig daarna
daalden zy neer op een zacht mosveld,
dat midden ln het bosch lag. Hilda, het
e.fje en de kabouter stegen af. maar niet
eoodra stonden zij op het mos of dit be
gon te lichten. Hilda kon van verbazing
geen woord uitbrengen, maar toen zU
lang naar het lichtende mos keek, zag zij
plotseling hoe van achter de boomer, een
groote schare elfjes naderbij trad. Elk
elfje droeg een staf met een stralende
«ter in de hand. Maar de sterren ga
ven niet allemaal hetzelfde licht. Een
deel ervan was wit, een ander deel groen,
weer een ander rood en tenslotte zag
men ook goudgeel.
Het elfje nam Hilda bij de hand en
aette zich met haar op ten met mos be
dekten steen, om het schouwspel wat
beter te kunnen zien. Maar hoor, wat
was dat? Van verre weerklonk zachte
doch fijne muziek, welke steeds naderbij
scheen te komen. Onae drie vrienden
keerden hot hoofd naar achteren en za
gen nu hoe een muziekkorps kwam aan-
marcheeren. Het waren zeer kleine ka
boutertjes, die een lustlgen marsch blie
zen op hun mooie instrumentjes. ZU na
men plaats op paddestoelen, vlak te
genover Hilda en haar begeleiders en
begonnen nu een mooien dans te spelen
DadelUk sprongen alle elfjes op en gin
gen een rondedans uitvoeren, zoo mooi
en zoo sierlUk, dat Hilda het bUna niet
gelooven kon. De verschillende kleuren
van de lidhtende sterren maakten figu
ren die steeds bewegend tezamen kwa
men en dan weer uit elkaar vlogen.
Het was een schouwspel om nimmer te
vergeten en telkens klapte Hilda van
vreugde in de handen. Het elfje naast
haar was ook blU en genoot van Hilda's
vreugde mede.
Byzonder vermakeiyk was de kapel
meester van het kleine muziekkorps. HU
was zeer bewegeiyk en zUn gansche lyr
schokte op de maat van de muziek mee.
Het was een klein, dik kaboutertje, die
als teeken zUner waardigheid, op zyn
muts een lier droeg, welke bij al zijn
sprongen lustig heen en weer zwiepte.
Plotseling echter verstomde de muziek
en alle elfjes bleven staan. De kapel
meester hief de hand op en het volgen
de oogenblik weerklonk de elfenmarsch
en schaarden zich alle elfjes in een
lange rU. Nu ontstond er onder de elfjes
een druk gewirwar en Hilda dacht dat
alles ln de war liep, doch dit was niet
zoo, want spoedig ontdekte zU, dat alle
elfjes zich in een bepaalden vorm op
stelden en zoo zag zy ook hoe langzaam
uit hun rUen het woordje „Hilda" ont-
ontstond. Daarna keerden zich alle elf
jes naar het steenen blok waarop Hilda
zat en maakten tegeiyk een diepe bui
ging.
Hilda was overgelukkig, toen zU
haar naam uit duizenden lichtjes gevormd
zag. Nog een korte poos dansten de elf
jes en speelden de muzikanten, maar al
lengs verdwenen zU groepsgewijze in het
bosch en tenslotte rukte ook het mu
ziekkorps in. Nog een tydlang hoorde
men in de verte de muziek weerklinken,
doch daarna werd het hoe langer hoe
stiller.
Het elfje stond op en vroeg aan Hilda:
„Wel, hoe is het Je in ons sprookjes
land bevallen?"
„HeerlUk, heeriyk!" Juichte Hilda. „Het
is jammer, dat het alweer voorby is."
„Ja, mUn kind. alles heeft nu een
maal een einde!" lachte het elfje. „Nu
moet Je weer naar huis, want voor zons
opgang moet je weer in je bed liggen
om goed te kunnen uitslapen. En als
je nu voortaan ook maar altijd braaf
en lief bent, dan zal ik Je gaarne nog
eens een keer komen halen om naar onze
fessten te kyken!"
De drie groote bUen kwamen weder
aangevlogen. Zy brachten Hilda naar
huis tot vlak voor haar bed en daarna
verdwenen zU geluidloos
VACANTIEGRAPJES EN
SPELLETJES.
Misschien komt er wel eens een regen
achtige dag. waarop je Je binnenshuis
moet vermaken. Probeer dan eens Je
omgeving te vermaken. Ik denk, dat je
dan zelf ook pret hebt. Je begint mot
aan te toonen, dat je een glas water, dat
onder een hoed staat, kimt uitdrinken,
zonder den hoed aan te raken. Je zet
een glas gevuld met water onder va
ders hoed, maar zoo, dat glas en hoed
vlak by den rand van de tafel zyn. Jc
gaat op Je knieën liggen en doet alsof
je drinkt. Er is onder het gezelschap
vast één nieuwsgierige, die den hoed op
licht om te onderzoeken of het glas er
nog onder staat. Vlug grUp Je nu het
glas en drinkt het water op. Je hebt Je
van je taak gekweten.
De Struikoldans. Misschien heeft moe
der liever, dat je die buitenshuis speelt,
want "t gaat wel een beetje luidruchtig
toe. Je kunt deze dans spelen met zoo
veel kinderen, als je wilt. 't Leukste is.
dat je er muziekinstrumenten bU neemt
Een mandoline, een fluit, een mondor
gel. een trompet, een trommel enz. Het
muziekcorps gaat voorop en de anderen
volgen op de maat van de muziek mot de
handen op eikaars schouders. Hou
den de muzikanten op dan moeten alle
dansers stil blijven staan. Je snapt wel
dat dit moeliyk gaat. Wie struikelt is af.
De dans wordt met de rest voortgezet.
De overwinnaar is hU of zU die tot 't
laatste staande biyft.
„Bok. bok, bok, hoeveel horens heb je
op Je kop?" Dat ls een bekend Jongens
spel, waaraan echter tegenwoordig ook
veel meisjes mededoen. Jullie kunt het
wel allemaal denk ik,
Het plaatje dat uit deze stuk
jes moet ontstaan, stelt echter in het
geheel geen vrooiyk spel voor, maar
Juist een zeer onaangename gebeurte
nis. Het is namelUk zoo:
Herbert is voor de vacantie bU zUn
familie op het land te gast, een uit-
noodiging welke hU maar al te graag
heeft aangenomen. ZUn familie echter
heeft een groot buiten, waarop zich na-
tuurlUk ook vele en verscheidene die
ren bevinden, waaronder ook een spring
bok. Meestal loopt dit dier vry rond en
zoekt zich dan lekkere groene blaadjes
uit. Als Herbert echter komt weet het
beest, dat hij ingespannen zal worden en
daar heeft hU nu juist niet zooveel ple
zier ln als Herbert zelf, die dan in den
wagen door het veld rydt.
Vandaag nu is Herbert wederom den
bok komen halen. Het dier liet hem
rustig op zich toetreden en gaf zelfs een
kopje. Toen Herbert hem echter by de
horens pakte, sprong hU plotseling op
zU. Dit hielp hem echter niets want Her-
KLEINE HANS
Of hU binnen speelt of buiten.
Hooge tonen uit zyn mond.
Storen Foks, zijn trouwen hond!
En als Hans niet hooger kan.
Vangt hy fluks met blaffen an.
Hansje echter fluit maar door;
PUnigt Fokjes honden-oor!
Toch kan het hem zoo vergaan,
Dat zyn mond eens zoo b'.yft staan,
Dan lacht Foks. die kleine guit,
Zeer gewis zyn baasje uitl
bert hield hem stevig vast, doch was zoo
dom aan de horens te gaan trekken. De
bok verzette zich daar natuuriyk te
gen, zoodat Herbert hem niet van zyn
plaats kon krUgen. Herbert werd nu boos
en liet met een hand de horens los om
den bok een klap te kunnen geven, maar
dat deed by den bok de maat overloo-
pen. HU sprong op de achterpooten en
maakte zich zoo met een ruk vry. In-
plaats echter van op de vlucht te gaan
sprong hy op Herbert toe om zoo zyn
heer op de horens te kunnen nemen.
In het eerst wist Herbert den stoot
af te weren, doch weldra verslapten zijn
krachten en tenslotte moest Iiij zon heil
zoeken ln een overhaaste vlucht. HU
liep wat hy kon om den bok te ontloo-
pen.
Ons plaatje geeft dit oogenblik weer.
Voor Herbert Is de positie werkelijk geen
pretje of denken jullie er misschien
anders over? Probeert dan zelf maar
eens een onwilligen bok te vangen en
voor te spannen.
Plak nu eerst de plaat op karton en
knip dan de stukjes uit om ze daarna
aan elkaar te passen, net zoo lang tot
het plaatje voor den dag komt.
UIT DEN MOPPEN.
TROMMEL.
DOM JANTJE.
Jantje zit op den grond met zijn
spoor te spelen, maar de zonnestralen
doen hem telkens met de oogen knip
peren.
„Speel in den anderen hoek, Jan,"
raadt moeder hem.
Maar dom Jantje antwoordt: „Nee, dat
doe ik niet. Ik zat hier 't eerst.
TWEE OPSNIJDERS
Een Amerikaan maakt een reisje door
Italië en een Italiaan wUst hem met
trots op den Vesuvius.
„Zoo iets hebben jullie Ir» hee: Ame
rika niet," pochte de Italiaan.
En de Amerikaan pocht terug: „Wij
hebben in Amerika een waterval, die het
vuur uit jullie berg in écn minuut kan
blusschen."
TE ZEER VERDIEPT IN DE LECTUUR
Moeder: „Karei, Karei!"
Geen antwoord.
Moeder harder: „Karei, Kareltje vaar
ben Je dan toch?"
Van boven uit Kareis kamertje wordt
eindeiyk teruggeroepen: „Op bladzij 24.
moeder!"
Boertje aan den telefoon:
„Hallo, kunt u my een paar honderd
lUnkoeken bezorgen?"
„Zeker, Voor wie?"
„Voor wie? Natuuriyk voor mUn
koeien."
W. B.—Z.
DE PHILOSOOF IN HET
DIERENRIJK.
1?
,v
O
n °s
Vrt
i
l'f
1 'V}
„Wat beteekent toch dal woord Philo
soof" zullen jullie misschien vragen.
Ik zal het je eens in het kort zeggen.
Een philosoof is een man, die veel denkt
en over datgene, waarover hy heeft na
gedacht, groote dikke boeken schrUft.
Zulke mannen zyn verschrikkelyk ge
leerd en worden door de boeken, welke
zy schryven, meestal over de geheele
wereld beroemd.
Hier op onze teekening, zien jullie
voorloopig niets anders dan een groot
aantal punten, waar cyfers naast ge
schreven staan. Nu moeten jullie echter
de cyfers door een potloodlijntje met
elkaar verbinden. Men begint natuurlijk
by een en verbindt dan 1 met 2, dan 2
met 3 en zoo verder, totdat je eindeiyk
weer bij het cyfer 1 terug komt. Dan zul
je zien hoe er een teekening ontstaan is,
welke een dier voorstelt, dat ik eiken
dierentuin te zien is. Daar dit dier nu
meestal zeer rustig stil staat en voor
zich uit staart en zich door niets uit
zUn rust laat opschrikken, maakt hy
den indruk alsof hy over Iets zeer bc-
langryks staat na te denken. Daarom
noemt men hem wel eens de „Philosoof"
Heb jullie het begreoen? Gaat dan
aan het werk en probeert het dier te
teekenen.
PLANTENWEDSTRIJD.
Meer dan 100 inzendingen ontving ik,
waaronder er slechts enkelen waren, die
niet alle namen hadden ingevuld en ook
maar enkelen, die fouten hadden. In
Afdeeling I moest ik dus 3 prijzen ver
loten onder 61 goede oplossers. De na
men der prijswinnaars zijn:
VERSPRINGER oud 14 aar.
VERKEERSAGENTJE, oud 11 jaar.
FLORIS V, oud 12 jaar.
In Afdeeling II heb ik 3 prijzen ver
loot onder 37 goede oplossera. De na
men der prijswinnaars zijn:
KAATSBOLLETJE, oud 7 jaar.
ABOEDO, oud 9 jaar.
SULTAN ELBRAHIM, oud 9 jaar.
Alle prijswinnaars mogen morgen,
Zaterdag, 21 Juli, 's morgens vóór 12 uur
hun prijzen komen halen. Kom vooral
niet later, daar je me dan niet meer
thuis treft en dus ook je prijs niet kunt
ontvangen.
VACANTIE-
WEDSTRIJDEN.
De eeiste vacantie-dagen vooral als 't
echt zomerweer is, moet je nieits meer
hebben van alles wat werken heet. Dan
spring en dan zing je, dan vergeet Je
de school en je lessen en misschien ver
geet Je ook wel de Rubriek. Ik kan me
dat zoo goed indenken. Als ik vacantie
heb, dan jubel ik het ook uit: Love de
vrijheid. Maar, 't ls wonderiyk en toch
is het waar, zy, die het meest gewend
zijn aan geregelde werkzaamheden, be
ginnen na de eerste vacantiedagen een
leegte te voelen. Let maar op, dan
vraag je aan jezelf, of aan je ouders
wat. za' ik nu eens gaan doen? Niets ver
veelt zoo gauw als niets doen. Wat zal
ik eens gaan doen? Natuuriyk denk je
er niet aan iets te gaan doen, wat je
anders alle dagen doet, b.v. je AardrUks-
kunde-les leeren of je jaartallen, of je
Fransche woordjes. Als 't niet moet, dan
laat je de schoolwysheid maar stilletjes
rusten, tot de vacantie voorby is. Dan
lyfct alles zooveel te frissoher. Je wilt
iels doen, wat je anders niet doet. Het
spreekwoord zegt terecht: verandering
van bezigheden is ook rust. Deze vacan-
tie-wedstrijden willen Jc echt vacantie-
werk geven, waar je misschien latei-, als
het geen vacantie meer is, nog je voor
deel mee kunt doen. Leest nu good, wat
cr van Je verlangt wordt.
Onder jullie zijn goede teekenaars,
goede handwerkstertjes, goede opstel
len makers, goede verzamelaars. Daar
om sohryf ik vier wedstryden uit.
Wedstrijd I is voor dc teekenaars.
Er wordt verlangd een aardige teeke
ning van iets, dat Jc in de vacantie zag,
b.v. een duinkonyntje, een mooi kerkto
rentje, een of ander landschap.
Aan de drie beste teekenaars geef lk
een schetsboek met pastelkrijt.
Wedstrijd II is voor dc Sloyd-kinde
ren en de handwerkstertjes. 't Moet een
werkje zijn, dat je in de vacantie hebt
gemaakt. Jongens en meisjes kunnen
dus hieraan meedoen. Cartonnage-wcrk
houtsnijden, haakwerk, breiwerk, bor
duurwerk, enz. Alles wat met de handen
vervaardigd is, komt in aanmerking. De
drie beste inzendingen worden me, een
boek bekroond.
Wedstrijd III voor de opstellenmakers
Gevraagd wordt een opstel, of een ge
dichtje. Het onderwerp moet een of an
der voorval uit de vacantie zyn. Je mag
"ook wed je heele vacantie besohrUven.
Da drie beste inzenders krijgen een
boek.
Wedstrijd IV. Deze wedstrijd moet
heel interessant worden. Wie goed om
zich heen kijkt (en dat doen natuuriyk
alle Rvbrlokertjes» vinden wel eens een
byzonder soort steen of schelp, of ge
raamte of deel van een geraamte. Of je
begint in de vacantie bloemen en bladen
te drogen. Je kunt. het een doen en h"t
ander nalaten. Het kan een gezellig
Manusje van alles worden, 't Is wel aar
dig, als je er een kleine verklaring bij
voegt b.v. in welke streek je het gevon
den heb.,. Ook in da Afdeeling loof ik
drie boeken in prachtband uit.
Zie zoo, hier héb Je nu dc vacantie-
wedstrUden, waaraan ieder mee kan
doen. Lseftyd logt natuuriyk gewicht
in de schaal. Behalve Je naam moet dus
ook de leeftijd vermeld worden. Wie ln
meer dan één Afdeeling mee wil doen,
kan gerust zUn gang gaan. Tot, 1 Sep
tember heb je den tUd. Maar op 1
September moet alles in myn bezit
zUn. Ik hoop, dat lk zooveel moois
ontvang, dat ik er in de Tijdingzaa'. een
tentoonstel Linkje van kan maken. Na de
beoordeeling kunnen de inzendingen
weer teruggehaald worden.
Heb ik over een of ander iets tc vra
gen, doe het dan gerust. Geniet nu eens
een poosje van Je vacantie, tot je ge
noeg hebt van het niets-doen. Gryp dan
naar de vacantie-wedstryden. Lees. alles
nog eens goed, denk na over Je keus cn
steek dan van wal. Ik hoop. dat de
vacantic-weöstrijd Je vacantle-vrougd
zal verhoogen.
W. B.—Z.
POSTZEGELRUBRIEK
NEDERL. INDIë
DE WEDSTRIJD.
Inzendingen ontvangen van: Thee
roosje oud 13 jaar, Rijstepikkertje. oud
12 jaar, Het Klaproze oud 11 jaar.
Fanschmannetje oud 9 jaar. Den appel
tje oud 9 jaar, Don Frederik oud 10 jaar
Roodwangetje oud 7 jaar, Ttlburgertje
oud 9 Jaar, Elsje van Eek oud 7 jaar, De
Woudlooper oud 16 Jaar.
a
JC
Jfc
JC
yc
lQO(P %.ci.
/0C
'Jfc
/Jc
</j'
JOC
JJ/e
JSC
J0C
J 'O c
Dezelfde serie, die wc de vorige week
behandelden, verscheen in 1008 even
eens met den opdruk „Buiten bezit", be
stemd voor de kantoren buiten Java en
Madoera. We krUgen dus weer: 1/2 cent
(violet), 1 cent (olijfgroen), 2 cent
(bruin), 21/2 cent (groen), 3 cent (oran
je), 5 cent rood). 7 1/2 cent (grUs), 10
cent (blauw-zwart), 121/2 cent (blauw),
15 cent (bruin), 1712 cent (oiyfgeel),
cent, (olUfgroen), 221.-2 cent olijfbruin
en olUfgroen), 25 cent (violet), 30 cent
(bruin-oranje), 50 cent (bruinrood) 1
gulden (violet) en 21/2 gulden (zwart
blauw). Grootte van de vakjes rc:;p 2.3
by 2 8 c.M„ 2.8 by 2.3 C.M. en 3 4 bU 2.7
c.M. Zie voor de indeeling 't schetsje.
S.
Bloemhofstraat 29rd.
RAADSELS
(Deze raadsels zijn ingezonden
door Jongens en Meisjes die Onze
Jeugd lezen.)
Iedere maand worden onder de
beste oplossers vier boeken verloot.
AFDEELING I
(Leeftijd 10 Jaar en ouder)
1. (Ingez. door Huishen.)
Neem uit dc volgende Rubrlfikertjes-
n&men telkens één letter, zoodat ge een
nieuwen schuilnaam krUgt. Heliante.
Jurfcrtje Ongeduld, Juttepcertje, Heba-
tje, Groenling, Goudhartje, Amazone,
Krekeltje, Madeliefje.
2. (Ingez. door Witte van Haemstede)
lk ben een spreekwoord van 9 letters.
5 7 8 ls een deel van een gevangenis.
3 4 1 is een aanwyzend voornaamwoord
6 7 is een jongensnaam.
2 is een N. Hollandsch riviertje.
9 7 ls een lidwoord.
3. (Ingez. door Condor.)
Wie kan van Fort Mareos een stad in
Utrecht maken?
4. (Ingez. door Goudhartje.)
Ik besta uit 0 letters en ben een ge
bruiksartikel, dat veel voedingswaarde
heeft. Geef me een f.nder hoofd en ik
word welkom geheeten op biyde en
droeve dagen.
6. (Ingez. door Heliante.)
Ik ben een stad aan den RUn van
letters. Onthoofdt re me, dan houdt ge
een paar lichaamsdelen over.
6 (Ingez. door Banketbakker.)
Horizontaal:
1 is een roofvogel.
5 ls een vraag om stilte.
7 't tegenovergestelde van een ezels-
uitroep.
9. een muzieknoot.
10 zit aan een wagen.
11 een riviertje in N. Brabant.
Verticaal
2 is een koppelwerkwoord.
3 is 't Fransche woord voor en.
4 is een bewoner van t kippenhok.
6 4.
8 2
9 zit in kasten en tafels.
12 is een muzieknoot.
AFDEELING IL
(Leeftijd 9 Jaar en Jonger.)
1. (In^.z. door Goudhartje.)
Zet voor de kruisjes medeklinkers en
wel zoo, dat ge een bekend spreekwoord
krUgt.
xco xe xouxex xoxxex, xicxex xo
xoxxex.
2. (Ingez. door Flapoortje.)
Ik ben een getal van 4 cijfers. Zet één
letter voor me en ik word een plaats in
Friesland.
3. (Ingez. door den Kleinen Koerier).
Krulsraadsel.
Zet op den lstcn regel een medeklin
ker.
Op den 2dcn regel een getal.
Op den 3den regel visschen.
Op den 4den regel een plaats in
OverUscl.
Op den 5den regel een plaats in N.
Brabant.
Op den 6den regel een woord, dat
vrooiyk beteekent.
Op den 7den regel een klinker.
X X X X X X X
De kruisjes noemen van boven naar
beneden en van links naar rechts den
zelfden plaatsnaam.
4. (Ingez. door Goudsprielje
Ik ben de naam van een lïubriekertje
en besta uit 9 letters.
8 9 7 is een meisjesnaam,
1 2 3 4 is een hemellichaam.
5 6 9 is een soort hert.
5. (Ingée. door Flip.)
Welk vak beoefent Wout Berkheer?
6. (Ingez. door Muurbloem.)
Ik ben een Ncderlandsche rivier van
3 letters. Verander mUn 1ste letter en ik
word een drank.
Raadseloplossingen
De raadseloplossingen der vorig#
weck zijn:
AFDEELING L
1. Eindhoven.
2. a. OnderwUzeres. b. Kantoorbe
diende.
3. Beter een vogel in de hand dan tien
in de lucht.
4. Olm—Ulm.
5. Bolivia.
6. Maurits.
AFDEEIJNG II
1. Na regen komt zonneschijn.
2. Giethoorn.
3. Kat. lat, mat, rat, vat.
4. Attalanta.
5. Overvcen.
6. Wilgenroosje.
Goede oplossingen ontvangen van:
Theeroosje 6 Bloze Krlekske 6 Rijsfe-
plkkertje 4 Bloemenvriend 6 Mechani
cus 5 Waterrat 5 Koekoek 5 Rood
borstje 5
De kleine Vogelvriend 6 De kleine Violist
6 Geelster 6 Wilgenroosje 6 Het 's Hee-
renbcrgsche Meisje 6 Korstjesknagcr 0
Bart zonder bart 5 Jeanne d'Arc 6 Vèr-
springer 6 Hardlooper G Goudhartje 5
Atta'.anta 6 Hulshen 6 Juffertje Onge
duld 4 Condor 2 Vaders Hulp 5 Ranon-
keltje 5 Zwartkopje 5 Regendropje 5
Roza Fluweeltje 4 Floris V 6 Meibloem
pje 5 Krielkip 5 Krullemie 6 Zwem-
stertje 6 Knageiyntje 6 De kleine Lord
6 Hcbatje 6 Een naamlooze 0 De Schip-
perln 4 Baby Peggy 5 Papavertje 4 Se
ring 4 Denappeltje 6 Miep 6 Goudhartje
5 Snelvoetje 3 2/evenster 6 Amico 6
Zangvogeltje 6 Dulmeiyntje 3 Hellante
6 Don Frederik 4 Tiiburgertje 6 Rood
wangetje G Verkeersagentje 6 Alba 6
Kleine Ulbo G Moeders Hulp 6 De Een eu
Twintigste