BUITENLANDSCH OVERZICHT VICTORIA-WATER MIJNHARDT'S HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 4 AUG. 1928 NOG EENS: DE FRANSCH-DUITSCHE TOENADERING. Een regeeringsverklaring van Korosetsj. WEER EEN AMERIKAANSCHE DELEGATIE NAAR GENèVE? T BELANGRIJKSTE NIEUWS. Uit de officieuze toelichtingen, welke wefüen gegeven Inzake de reis van den minister van onderwijs Herriot naar Keulen, blijkt, akius wordt uit Parijs aan het Hbld. gemeld, dat deze Fransch- Dultschc betooging hier beschouwd wordt als een gelukkige en zeer nuttige inleiding van het as. bezoek van Strese- mann aan Parijs. Men verzekert, dat tot deze reis werd besloten in den jong- sten ministerraad en dat Herriot's ver klaringen zijn gedaan in rechtstreeksch overleg met Briand. Men voegt hieraan toe. dat dit bezoek van Herriot een aan vulling is van dat. hetwelk minister de Monzie in "26 aan Berlijn bracht en dat de Fransche regeering aldus aan Duitsch land zooveel verzoeningsgezinde vrien delijkheid heeft bewezen, dat het ko mende officieele bezoek van Stresemann aan Parijs vergemakkelijkt zal worden door de precedenten, geschapen door de bezoeken van Herriot en de Monzie. en dat er niets in kan liggen, hetwelk de Diütsche nationale eigenliefde kan hin deren of kwetsen. De bladen leveren weinig commentaar op de te Keulen gehouden redevoerin gen. maar zij maken, melding van een artikel van senator Bérenger, die be toogt, dat de prachtigste redevoeringen thans niet meer voldoende zijn en dat het nu. tien jaren na den wapenstil stand. tijd wordt voor meer afdoende stappen: na de onderteekening van het pact van Kellogg zal men moeten inzien, dat het niet langer mogelijk is verzeke ringscontracten te sluiten en tegelijker tijd de oorzaken van don brand te laten voortbestaan. Uit de Skoepsjtina. Xn de zitting van Donderdag der Skoepsjtina las de minister-president Korosetsj de regeeringsverklaring voor. waarin gezegd wordt, dat de regeering bij het bestuur van den staat den geest van objectiviteit en volkomen eerlijkheid zoo spoedig mogelijk tot zijn recht zal Jaten komen. Het werkprogram van de regeering omvat voor de tegenwoordige korte zit ting de afhandeling van de wetten in zake de belastinghervorming, de recht spraak. het staatsburgerschap en de re- geiing van de reeds sedert langen tijd hangende betrekkingen van internatio naal karakter, waarmede in het bijzon der de regeling van de conventie van Ncttuno bedoeld is, verder de agrarische hervorming cn verscheidene andere wet ten. Daarna wordt in de regeeringsverkla ring gezegd, dat de regeering het zou betreuren, als niet de afgevaardigden van alle partijen aan dit program zou den medewerken. De misdaad van 20 Juni, die niet scherp genoeg kan worden veroordeeld, mag geen reden zün voor het onderbreken van de vroegere samen werking. De treurige daad van een en keling mag niet op rekening van het al gemeen worden geschoven. De regee- ringspartijen wensdhen, dat de afgevaar digden, die zonder voldoenden grond het parlement hebben verlaten, tot den gemeenschappelijken wetgevenden ar beid zullen terugkeeren. Het zou zeer zijn te betreuren, als enkele partijen en personen die tragi sche gebeurtenis zouden gebruiken om de volksmassa's tot stappen te verleiden die met de bestaande grondwet en met de bestaande wetten in tegenspraak zouden zijn. De regeering zou niet al leen den plicht hebben, maar ook daar toe gerechtvaardigd zijn om iedereen tot eerbiediging van de grondwet en van de wetten te nopen. Verder wordt in de verklaring gecon stateerd. dat de vredesart>eid van Zuid* Slavië ongewijzigd blijft. Na de voorlezing van de regeerings verklaring ging de Skoepsjtina tot d< orde van den dag over. verwierp een voorstel tot het in beschuldiging stellen van den oud-minister van Justitie Soe- botisj, met 1393 stemmen, nam de wet Inzake de hervorming der rechtspraak aan en koos Michajl Koeroentjitsj in plaats van den overleden afgevaardig de Akadonowitsj tot eersten ondervoor zitter der Skoepsjtina. Amerika en de ontwapening. Naar de ..Associated Press" uit Wash ington meldt, heeft het ministerie van Bu'.tenlandsche Zaken der Vereenigde Staten informeel zijn bereidwilligheid te kennen gegeven, opnieuw een delegatie naar een eventueel te Genève te houden voorbereidende ontwapeningsconferentie af te vaardigen, in geval de door het Fransoh-Engelsch maritiem compromis geschapen nieu-we ontwikkeling der si tuatie de hervatting der Geneefsche be sprekingen ten gevolge mocht hebben. Met de samenstelling der eventueele de legatie heeft minister Kellogg zich op het oogenbik nog niet bezig gehouden. De Parijsche correspondent van de Morning Post" verneemt van welinge lichte zijde, dat Kellogg van den Qual d'Orsay de verzekering heeft ontvangen, dat tijdens zUn verblijf te Parijs in ver band met de onderteekening van het anti-oorlogspact geen andere kwesties zullen worden aangesneden. Slechts op grond van deze toezegging heeft- Kellogg besloten de uitnoodiging van Parijs aan te nemen. Deze wending zal. naar de correspondent aanneemt, tot gevolg heb ben, dat ook tegenover den Duitschen minister van BuitenlandSche Zaken, Stresemann, vermeden zal worden de herstel- en schulden kwesties ter sprake te brengen. GEMENGD NIEUWS Het water in de Amoer daalt. Uit Moskou wordt gemeld: Het water in de Amoer en haar zij rivieren begint langzaam te d u Vol gens voorloopige ramingen bed::- 1' de totale schade in het overstroomde ge bied ongeveer tien mülloen roebel, gehuchten werden geheel verwoest. In de stad- Blagowetsjtjensk werd echter slechts betrekkelijk weinig schade aan gericht. Litausch munitiedepot in de lucht gevlogen? De Tel. verneemt uit Warschau: Naar verluidt, moet in de nabijheid van Olita aan de Litausch-Poolsche grens een groot Litausch munitiedepót in de lucht gevlogen zijn. Hierbij zou den negen soldaten gedood en zestig zwaar gewond zijn. Talrijke zich in de nabijheid bevindende gebouwen zouden daarby tevens verwoest zijn. Zwendelarij met credietbrieven. Volgens de B. B. Courier, doet de Duittsche recherche ernstige pogingen om een bende gauwdieven in handen te krygen, die na in het buitenland (Italië o.a. en ook in Nederland) ver schillende banken met behulp van ver- valschte credietbrieven te hebben opge licht, sinds eenigen tijd in Duitschland werkzaam moeten zijn Bij enkele ban ken In Berlijn beproefden de heeren vervalsChte credietbrieven aan te bie den. maar zij verdwenen ijlings, zoodra zij bemerkten, dat de dokumenten ern stig onderzocht werden. Te Neurenberg waren zU bijna gesnapt. De bank employé aan het loket nam pas en cre- dietbrief van een- der heeren, die zich aanmeldde, mede om ze te onderzoe ken. Daar dis nogal lang duurde, werd de vreemdeling zenuwachtig, snelde het gebouw uit en sprong in een buiten ge reedstaande auto. Ge constateerd werd, dat de op den credietbrief geplaatste foto d:e van den vreemdeling was, ter wijl het oorspronkelijk erop geplaatste bedrag was uitgewischt en vervangen door een ander, terwijl ook de naam veranderd was. Het onderzoek wordt krachtig voort gezet. Expeditie naar de Kalahari. Een Amerikaansche expeditie is ln het eind van Juli uit Johannesburg vertrokken naar de Kalahari, waar zij hoopt primitieve vormen van den mensch te vinden, fossielen, die met de Taungsschedel eenig verband houden. Ook omtrent het verleden der Hotten- totten hoopt men iets naders te weten te komen en verder over het ontstaan van het hoog gelegen steppenland, de. Kalahari, dat o.a. door Hottentobten wordt bewoond; INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL. reeds meer dan 40 jaren OBERIAMNSTCIH in Nederland ingevoerd. 12 Koninklijke emplooien. Dezer dagen werd den Hertog van York. op bezoek in de drukkerij, ver zocht een blad te drukke nvoor het boek. dat ter eere van zijn dochter wordt uit gegeven. Het was slechts een van de vele besognes die de leden van de ko ninklijke familie in Engeland bijna da gelijks in de uitoefening van hun posi tie hebben te vervullen. Toen prinses Mary voor haar trouwen in een Ixm- densch ziekenhuis een opleiding kreeg voor verpleegster werd van haar ver wacht dat zij alle kinderen, die er kwa men, althans eenmaal de eer zou geven van een bad. Zij beantwoordde trouw aan de verwachting. En de moeders, die haar kinderen plachten te bezoeken, vroegen het eerst of de prinses hun kind al had gewasschen. De Koning is zoo nu en dan verkooper op liefdadigheidsbazars. En men ver telt van hem dat hij op de zakelijkste manier en in de echte winkelhandelstaal zijn waren aanprijst en aan den man brengt. Een beroeps-winkelbediende zou het Zijne Majesteit niet kunnen verbe teren. Het is ook wel bekend dat de ko ning groote liefhebberij heeft voor me chanica. Daarom grijpt hij de gelegen heid aan, zoodra die zich voordoet, als trein machinist te fungeeren, omdat hij hiermede de schat van kennis op dit gebietTkan vergreoten. Inderdaad, de dagtaak der koninklijk? familie is geenszins beperkt tot ope ningsplechtigheden en het leggen van eerste steenen. De Koningin heeft in Buckingham Palace een groote naai kamer waar zij met eigen nijvere handen sinds jaar en dag kleedingstukken maakt voor behoeftige kleinen. Zij bezoekt ook periodiek de centra waar kleeding voor de armen wordt uitgedeeld en neemt actief deel aan het werk, waarbij zrtj een groot zwart schort draagt. De populaire Prins van Wales heeft het het drukst van allen. Indien hij alle diners en dan sen mee zou maken, waartoe hij wordt uitgenoodigd, zou hij aan een dag van vier en twintig uur van enkel eten en dansen niet genoeg hebben. Hij aan vaardt daarom slechts een percent van zulke uitnoodügingen. Zijn ontspanning zoekt hy vooral in paardrijden over hot wijde Engelsche land. Maar zulke ont spanning wordt hem slechts karig toe bedeeld, ook al lijkt het dat hij veel op het edele ros zit. Dat komt omdat hij er wel eens afvalt, en zulk een incident is groot nieuws voor de pers. Het grootste deel ran zijn tijd wordt ingenomen door bezoeken aan velerlei oentra van werkzaamheid en industrie. Hij geeft acte de présence bij philan- tropisdhe ondernemingen .blaast glas, mengt chocolade, propt wol in speel goedbeesten en voorziet taarten van suikersneeuw. De man, die dieven ruikt. Onlangs "Devatte een New Yorksch blad de mededeeling, dat zich in een groote helingsproces een man had aan geboden, die het gestolen goed door mid del van zijn neus, d.w.z. van zyn reuk zin wilde opsporen. De man werd uit gelachen en naar huis gestuurd. Maar was dit voorstel werkelijk zoo belache lijk? tn het geheel niet. Met groote stelligheid is vastgesteld, dat ieder van de vtjf menschelijke zintuigen bijzonder kan worden ontwikkeld en gescherpt. Bij de meeste menschen echter is de reuk zin slechts zeer matig ontwikkeld. Er •bestaan echter enkele volksstammen, bij welke hij bizonder is ontwikkeld, zoo b.v. bij enkele Indianen, en negerstam men. Ook bij enkele Europeanen heeft het reukorgaan bijzondere qualiteiten. Een voorbeeld daarvan was de zooge naamde „dievenruiker van Breslau", die in het jaar 1850 de rechtbanken aldaar FIETSKAART VAN HET GOOI ZUIDE.R* ZÊt SICM. AFSTAND (Zie artikel op eerste pagina). bezighield Met dezen maai gebeurde het volgende: Van een schaapherder uit de buurt van Breslau was uit een goed gesloten kast een som gelds ontstolen. Om dit geld terug te krijgen en den dief op te sporen, deed hij een 'beroep op de dien sten van een daglooner, die de reputatie van „dievenruiker" had. De wonderman kwam, rook aan de kast, doorzocht snuf felend geheel het huis en vond einde lijk het geld, dat in een leeren zak in den tuin was begraven. De lucht aan dezen zak hielp hem vervolgens op het spoor van de dievegge, de dochter van den bestolene zelf bleek de schuldige te zijn. Het meisje vOde echter die beschul diging niet op zich laten zitten en op deze wijze kwam het voorval ter ken nis van de autoriteiten, die nu van hun kant den dievenruiker wegens bedrog en beleediging voor de rechtbank brachten. Bij de behandeling van de zaak bleek echter, dat de beklaagde goed had geroken. Om echter ook de rechtbank zelf verdere bewijzen van zyn bekwaam heid te geven, zette hü een proefruikerü op touw; alleen afgaande op den reide wees hy van iederen rechter de hoofd bedekking met verbluffende Juistheid aan, hy zocht den eigenaar van "n porte feuille onder de aanwezigen op enz. Op de vragen van de medische deskundigen antwoordde hy, dat hy reeds als jongen personen aan hun aroma had kunnen onderscheiden, alsmede de voorwerpen, die zy hadden aangeraakt. Met de jaren was deze capaciteit nog toegenomen en zoo had hy van het opsporen van ver miste dingen allengs een zaakje ge maakt. Daarop werd de dievenruiker vrijgesproken. Maar het gelukkig voor hem afgeloopen proces zou toch het be gin van zyn verderf worden. Zijn repu tatie verschafte hem namelijk een uitge breide cliëntèle, hy verkreeg zander moeite veel geld, gaf zich over aan den drank en werd door een val op het achterhoofd zoo ernstig gekwetst, dat hy spoedig stierf. KORT EN BONDIG. Uit de Pyreneefe wordt gemekt, dat gedurende de laatste dagen van de Spaaasch—Fransche grens verscheidene roofovervallen op automobilisten wor den gemeld. Een bericht uit Marseille meldt, dat vyf mannen een overval hebben ge pleegd op den kassier eener spoorweg- maatschappy. zy verwondde hem met revolverschoten en beroofden hem van 800 francs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel. Hoofdpijn-Tabletten 601* Laxeer-Tabletten 60c' Zenuw-Tabletten 75ct Staal-Tabletten90ct Maag-Tabletten 75ct li Bij Apoth. en Drogisten Haarlemmer Halletjes. EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Heb ik wel ooit verteld, hoe het toch gekomen is dat Eduard van Burg in 1927 niet aan zyn zomervacantie toege komen is? Het was Eduard in het leven niet mecgeloopen. In het voorjaar was zyn vrouw na veel sukkelen gestorven. Hy stond toen voor de moeilyke keus van alle weduwnaars: het huishouden voortzetten en een huishoudster nemen of het huishouden opbreken en weer in pension gaan. Van twee kwaden had hy toen naar zyn meeniSig het minste ge kozen en was in het pension getrokken; twee maanden later was natuurlyk de gedachte bU hem opgekomen, of het andere niet beter was geweest. Op ka mers wonen in een onverschillige om geving is ook niet alles. Geen wonder, dat teen de zomer kwam zyn besluit om niet op reis te gaan aan het wankelen raakte. Hy wou wel .eens wat anders zien. dan de eeuwige wanden van de saaie kamer. De vraag was alleen maar: zou het zee zyn of bergen? Na lange overweging (van Burg was een secure) overwonnen de bergen, zoodat de keus op Zwitserland viel. Hy was niet een van de menschen. die klagen over him korte vacantie en mcenen. dat zy minstens het dubbele noodig hebben. Twee weken waren hem ruimschoots voldoende en die zou den op den lódcn Juli ingaan. Mis schien herinneren de lezers van Haar lem's Dagblad zich nog. dat het vorige J op oen avond van den 12cen Juli een jongmenseh uit wat in de krant ge noemd werd „minnenyd" 'n revolverschot loste op een ander jongmenseh, die de gunst van de dame in quaestie verwor ven had. Het geval maakte toen nogal Indruk, al zUn wy het op dit oogenbllk natuurhik al weer vergeten en verreweg dc grootste indruk heerschte in 't pension zelf. Van Burg was er niet rouwig om, dat hy op het punt was op reis te gaan; zóó ontliep hy alle commentaar op het geval en had de keus. dat het pension bli zyn terugkomst na veertien dagen weer tot rust gekomen zou zyn. zooals in een bijenkorf de kalmte terugkeer?., zoodra de donderbui voorby is. Maar het zou niet alzoo geschieden. Het Noodlot klopte op den avond van den 14den Juli op de deur van Eduard van Burg in den vorm van den knokkel van de pensionhoudster, wier ontstelde persoonïykheld onmiddellijk haar vinger achterna stortte. Eduard fronste even dc wenkbrauwen, want hy hield van orde en leder op zyr. plaats en daar hoorde niet bU. dat iemand zoo. goed als onaangemeld zyn kamer binnen kwam maar zyn ontstemming smolt onmiddellyk weg by het zien van den schrik en de ontsteltenis van zyn hos pita- Over haar wenschen en verlan gens liet zy hem niet in het onzekere. ..Ik ben maar een vrouw", zei ze. „en in deze vreesdij ke omstandigheden is mannelijke steun en hulp broodrvoodig". Vóórdat van Burg om nadere verkla ring verzocht, schoot het hem wel te binnen, dat vele vrouwen die den in druk maken alsof zy tegen alle gebeur lijkheden des levens meer dan opgewas sen zUn, zoodra er iets bijzonders ge beurt subiet de vlag strijken en naar mannen hulp uitzien. Zóó klemt zich de rozelaar aan den sterken eik. Daarop vroeg hy beleefd: „maar juffrouw, waar mee kan ik u van dienst zyn?" want hij was een beleefd en, wat beter is, ook een goedhartig man. Het antwoord deed zyn gezicht, be trekken daar het niet om een advies te doen was, dat in een kwartiertje kon afloopen, maar om laat ik zeggen voort- gezetten steun, d'le minstens eenige da gen zou vorderen, in de eerste plaats waren het de bezoeken van de politie, die haar schrik aanjoegen, „ik krijg", verzekerde zy. .daar angst en hartklop ping van". Dan waren er ook de kran ten. die telkens kwamen informeeren en eindelijk moest de familie van den ge- ■roffen jongeling te woord gestaan wor den. die de pensiondeur platliep. Kort om. het verzoek was, of meneer van Burg zoo vriendeiyk zou willen wezen, al deze personen te woord te staan. „Maar juffrouw", zei Eduard. „ik ben op het punt om op reis te gaan", en hU wees tot staving van die verzekering op zyn koffer, dien hy bezig was te sluiten maar die daartoe tot dusver niet te be wegen was geweest het valies gaapte wijd als of het met open mond om de vergeefsche pogingen lachte. „Ik weet het", snikte de juffrouw, „maar ik heb niemand anders, die my wat helpen kan", en daarby braken de opgekropte tranen los en stroomden over haar ge zicht. waar ze in haar van zorgen door- rlmpeld gezicht bleven liggen. De aan dacht van Eduard werd vooral getrok ken door een dikken traan, die tot de punt van haar neus voortsohoof en daarop als doör een wonder van oven wicht in balans bleef. „Niemand anders?" herhaalde van Burg en somde de mogeiykheden op. waarmee hy aan het hem dreigende Noodlot trachtte te ontkomen. „Geen broer, geen neef. geen goeie kennis De Juffrouw schudde telkens het hoofd, wel was zy een van de eenzaamste .schepselen, die ooit een pension beheer de. Een oogenbllk werd Eduards aan dacht afgeleid, omdat de trean het nu op den neuspunt waariyk niet langer houden kon en neerplofte op zyn tafel kleed. maar daarna kwam hy tot de actualiteit van den toestand terug en somde andere pensiongasten op. die hier steun zouden kunnen verleenen. „Meneer Klein?" Die was te doof. .Me neer Groot?" Te oud. ..De generaal?" Het woord was er uit voor van Burg er aan dacht en toen het gebeurd was schaamde hy zich, want het was de spotnaam van een oude dame in het pension met een zware stem cn een dito knevel, die eigenRjk het gehc e pension regeerde en den indruk gaf, alsof zy gemakkelijk hett commando van een heel leger op zich nemen kon. Aan on beleefdheden van dit soort maakte van Burg zich anders nooit schuldig, maar wat baatte schamen nog, nu het woord eenmaal over de lippen wasl Het was voor Eduard een soort van verlichting dat de juffrouw de fout niet eens op merkte en in een nasnik antwoordde: „de Generaal? Die is vandaag al twee maal flauw gevallen", waarmee de roep van geduchtheid van de dame meteen vervallen was. Dit bracht den genadestoot, zoodat na een langen blik op den koffer, die nog altyd scheen te gapen van sarrende pret, van Burg eindelijk capituleerde en beloofde, de juffrouw in de eerste drie dagen met raad en daad by te staan. Inderdaad was deze tijdsruimte voldoende, want zooals ieder nog wel weten zal, liep het geval met een sisser af. De revolver was er een, waarmee geen doodehjk schot kon worden toege bracht en de gekwetste was dan ook ongeveer tegelijk van de blessuur en van den schrik bekomen. Op den avond van den derden dag kon ae juffrouw van het pension Eduard's hulp en steun dan ook gevoeglijk weer missen, zoodat hy dien avond, met het aangenaam besef een goede daad te hebben gedaan, op nieuw een aanval deed op zyn koffer, die nog altyd gaapte van plezier, blijkbaar overtuigd dat hy de worsteling op den duur wel winnen zou. Ter wille van de volledigheid en we gens de mogelijkheid, dat sommige ge heugens van 1928 zich niet alles meer herinneren, wat er in 1927 voorgevallen Is, breng ik in herinnering dat de dader er afkwam met een voorwaardelijke veroordeeling en dat de beide Jongelui afzagen van de jonge dame in quaestie, die beide tot onverantwoordelijke ja loezie scheen te hebben aangespoord en geprikkeld. Maar keeren wy tot vriend Eduard terug. Buiten staat om den tegenstand van zynfcoffer (die tooh niet behoefde te dulden, dat er aan zyn ingewand 150 procent van de aanwezige ruimte werd opgedrongen) te overwinnen, nam hy een paar van de minst noodzake- lijke voorwerpen er uit en sloot ver volgens het valies met groot gemak. Juist op hetzelfde oogenblik klopte de welbekende knokkel van de juffrouw aan de deur. Van Burg keek met een gezicht vol wantrouwen op. Instinctmatig over woog hij liever niet te antwoorden en zich aldus aan ir cHJke nieuwe nood lottigheden te onttrekken, maar besef fende dat dit niet baten zou wegens de allerwege bekende volharding van de juffrouw riep hy „Binnen!" en zag het komende gevaar onder het oog, ofschoon ik van een gevaar met oogen nog nim mer gehoord heb. Want er naderde weer een gevaar. Het was een telegram. Dat telegram behelsde het verzoek om de drie jonge kinderen van zyn zwager naar een familielid te Domburg te bren gen, by wien zy zouden logeeren. De zwager zelf was namelijk ziek ge worden en dus verhinderd. „Dank zei van Burg tot de juf frouw. Naar zyn gemoed te weck gaan de, zou hy een woord gebruikt hebben, dat in deze kolommen niet past. Duizend gedachten schoten door zyn brein, waarvan ik hier enkele noem. Hy kon terugseinen: „ben al naar Zwitserland vertrokken", hetgeen even wel door de plaats van afzending on middellijk als valschheid in telegramme zou zyn achterhaald. Hy kon aan zyn zuster, de moeder van de kinderen, seinen: „doe het zelf", maar wist van te voren dat hy per om gaande antwoord zou hebben gekregen: „onmogelijk wegens myn zenuwen". De zuster was er namelijk van overtuigd, dat zü' onmogelijk in een trein achter uit kon ryden en reisde dus nooit, om dat je nooit vooruit weet of je op een plaats vooruitryden rekenen kunt- Som mige menschen bedryven hun vreemde grillen met de gTootste kalmte ten koste van ongelukkige familieleden en vrien den. Hy had natuurlijk kunnen telegra- feeren „onmogelijk vertrek morgen naar Zwitserland". Tot deze daad van zelf zucht was hy evenwel niet in staat. Er zat dus niet anders op, dan naar het telegraafkantoor te gaan en te antwoor den dat hy het doen zou. Evenwel bracht deze beslissing hem in een zoo- danlgen staat van entstemming, dat hy rondkeek naar het een of andere, waar aan hy een schop zou kunnen geven. Het was de koffer; toen hy dezen on gelukkige een fermen trap gegeven had. gevoelde hy zich inderdaad wat opge lucht. Den volgenden dag ging hy naar Groningen, waar de kindertjes woonden. Den dag daarop bracht hy ze dwars door Nederland heen naar Domburg (begTyp goed met een vacantiekaart) en op den derden oag reisde ihy weer naar zyn eigen woonplaats terug. Als wij nu de rekening opmaken dan zien wy, dat het inmiddels Zondag avond geworden was. Maandagavond kwam de juffrouw om hulp en steun voor die drie dagen. Donderdagavond kwam het telegram over Domburg. Het was dus nu Zondagavond. Van Burg zag nog eens een en ander na en keek wantrouwig naar de deur, of vandaar misschien voor den derden keer gevaar zou dreigen. En inderdaad hoorde hy op de trap een slepende stap. Met groote oogen wachtte hy op wat er komen zou. De overbeken de knokkel klopte weer op de deur. Liefst zou hy geroepen hebben: „niet thuis!" maar daar dat antwoord aller minst zou zyn aanvaard, bracht hy met van benauwdheid geknepen stem er weer uit: „Binnen!" Het was de juffrouw, zy sprak hem toe. Ditmaal niet als vertegenwoordig ster, reizigster of wat men wil, van het noodlot, maar als belangstellende pen sionhoudster. „Wil u vanavond misschien nog een glas melk of morgenochtend een ei bij de boterham? Meneer gaat zoo vroeg op reis." Het hart kopte hem in de keel. Ik weet wel, dat sommige menschen dat zullen ontkennen, maar ik hou het vol: zyn hart was tydeiyk naar zyn keel ge stegen en bonsde daar van angst en vrees. Zoo vriendeiyk mogeiyk bedankte hy voor alles. Als het noodig geweest was zou hy zelfs voor een krentebroodje bedankt hebben. De juffrouw ging heen. Nauwelijks was zij weg of hy schoot de trap af, de straat op en liep tot 's nachts 12 uur rond, alleen maar uit vrees dat hy nog weer een boodschap zou krygen, die voor den derden keer zün reis in de war zou sturen. Je wordt bygeloovlg onder zulke omstandigheden. Maar toen hij na middernacht thuis kwam, was er niets gebeurd. Zonder gerucht te maken schoof hy in zijn bed. 's Morgens te zes uur stond hy stilletjes op maakte tollet, schoot in zyn kleeren, greep zyn koffer en sloop de straat op, naar 't station. Juist stond hy by het loket om een kaartje te koopen. Hy voelde zich aan zijn arm trekken. Achter hem stond het zoontje van zyn patroon, den houthan delaar Balkenstc.n, waar hy procuratie houder was. Met een zucht van berusting ging hy voor het loket vandaan en vroeg: „Wat is er Daantje? Heb je zoo hard ge- loopen?" „Vader heeft gisteravond laat zyn been gebroken van de trap gevallen of u niet op reis wil gaan." Hy keerde met het kind terug, vol mannelyke berusting, maar met een gryns tot een van zijn kennissen, die hem uit het station ziende komen har- teiyk uitriep: „Prettige reis gehad?" Hc'. is natuurlyk overbodig om te zeggen, dat dezen keer de reis naar de bergen definitief was afgesteld. Als je je been breekt en de chirurg heeft dat gezet en verzekerd dat het een prachtige breuk is en je vraagt: „hoe lang ben ik daar mooi mee?" dan zegt hij „zes weken!" Dat is geen jokkentje, maar t is ook niet waar. 't Is precies of je aan iemand vraagt: „hoeveel be lasting betaal je?" en hy zegt: „duizend gulden", maar noemt alleen de hoofd som en vergeet de opcenten. Het duurde in hoofdsom en opcenten precies drie maanden. Nu weet ieder een, die eenig besef heeft van handel en nyverheid, dat een houtkooper er op uit moet: naar de werf, naar de klanten, r-aar de kwade betalers om nog wat los te krygen. En dat moest nu drie maan den lang Eduard van Burg van zyn patroon overnemen. Hy deed het ge troost en met ijver, tot groote dank baarheid van zyn patroon. Natuurlyk kwam hy telkens by den patroon overhuis. Daar ontmoette hy diens schoonzuster, te hulp geroepen voor de verpleging, een flinke vrouw, al niet piepjong meer. maar nog zeer be koorlijk. Die schoonzuster en van Burg vonden elkaar aantrekkeiyk. Ze zyn se dert April van dit jaar verloofd en zul len in September trouwen en dan een huweiyksreisje maken. Van Burg hoopt dat er dezen keer niets ln den weg zal komen. HU hoopt nog wat anders. Dat zijn patroon hem als compagnon in den houthandel opnemen zal, omdat hy zoo goed gewerkt heeft en ook wel omdat de schoonzuster een aardig duitje mee ten huweiyk brengt. In een hout- en in andere handels kun je altyd geld ge bruiken. Nu mag wat my betreft iedereen die dit leest gaan fantasoeren over wat er wel of niet gebeurd zou zün als Van Burg niet tweemaal ln zyn reisplan was gestoord en dus wel op reis gegaan was, maar dat is myn taak niet. Ik heb al genoeg gedaan met dit verhaal in zes kolommetjes neer te schrijven. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 10