BUITENLANDSCH OVERZICHT
VICTORIA-WATER
MIJNHARDT'S
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 4 AUG. 1928
NOG EENS: DE FRANSCH-DUITSCHE
TOENADERING.
Een regeeringsverklaring van Korosetsj.
WEER EEN AMERIKAANSCHE DELEGATIE
NAAR GENèVE?
T BELANGRIJKSTE NIEUWS.
Uit de officieuze toelichtingen, welke
wefüen gegeven Inzake de reis van den
minister van onderwijs Herriot naar
Keulen, blijkt, akius wordt uit Parijs
aan het Hbld. gemeld, dat deze Fransch-
Dultschc betooging hier beschouwd
wordt als een gelukkige en zeer nuttige
inleiding van het as. bezoek van Strese-
mann aan Parijs. Men verzekert, dat
tot deze reis werd besloten in den jong-
sten ministerraad en dat Herriot's ver
klaringen zijn gedaan in rechtstreeksch
overleg met Briand. Men voegt hieraan
toe. dat dit bezoek van Herriot een aan
vulling is van dat. hetwelk minister de
Monzie in "26 aan Berlijn bracht en dat
de Fransche regeering aldus aan Duitsch
land zooveel verzoeningsgezinde vrien
delijkheid heeft bewezen, dat het ko
mende officieele bezoek van Stresemann
aan Parijs vergemakkelijkt zal worden
door de precedenten, geschapen door de
bezoeken van Herriot en de Monzie. en
dat er niets in kan liggen, hetwelk de
Diütsche nationale eigenliefde kan hin
deren of kwetsen.
De bladen leveren weinig commentaar
op de te Keulen gehouden redevoerin
gen. maar zij maken, melding van een
artikel van senator Bérenger, die be
toogt, dat de prachtigste redevoeringen
thans niet meer voldoende zijn en dat
het nu. tien jaren na den wapenstil
stand. tijd wordt voor meer afdoende
stappen: na de onderteekening van het
pact van Kellogg zal men moeten inzien,
dat het niet langer mogelijk is verzeke
ringscontracten te sluiten en tegelijker
tijd de oorzaken van don brand te laten
voortbestaan.
Uit de Skoepsjtina.
Xn de zitting van Donderdag der
Skoepsjtina las de minister-president
Korosetsj de regeeringsverklaring voor.
waarin gezegd wordt, dat de regeering
bij het bestuur van den staat den geest
van objectiviteit en volkomen eerlijkheid
zoo spoedig mogelijk tot zijn recht zal
Jaten komen.
Het werkprogram van de regeering
omvat voor de tegenwoordige korte zit
ting de afhandeling van de wetten in
zake de belastinghervorming, de recht
spraak. het staatsburgerschap en de re-
geiing van de reeds sedert langen tijd
hangende betrekkingen van internatio
naal karakter, waarmede in het bijzon
der de regeling van de conventie van
Ncttuno bedoeld is, verder de agrarische
hervorming cn verscheidene andere wet
ten.
Daarna wordt in de regeeringsverkla
ring gezegd, dat de regeering het zou
betreuren, als niet de afgevaardigden
van alle partijen aan dit program zou
den medewerken. De misdaad van 20
Juni, die niet scherp genoeg kan worden
veroordeeld, mag geen reden zün voor
het onderbreken van de vroegere samen
werking. De treurige daad van een en
keling mag niet op rekening van het al
gemeen worden geschoven. De regee-
ringspartijen wensdhen, dat de afgevaar
digden, die zonder voldoenden grond
het parlement hebben verlaten, tot den
gemeenschappelijken wetgevenden ar
beid zullen terugkeeren.
Het zou zeer zijn te betreuren, als
enkele partijen en personen die tragi
sche gebeurtenis zouden gebruiken om
de volksmassa's tot stappen te verleiden
die met de bestaande grondwet en met
de bestaande wetten in tegenspraak
zouden zijn. De regeering zou niet al
leen den plicht hebben, maar ook daar
toe gerechtvaardigd zijn om iedereen tot
eerbiediging van de grondwet en van
de wetten te nopen.
Verder wordt in de verklaring gecon
stateerd. dat de vredesart>eid van Zuid*
Slavië ongewijzigd blijft.
Na de voorlezing van de regeerings
verklaring ging de Skoepsjtina tot d<
orde van den dag over. verwierp een
voorstel tot het in beschuldiging stellen
van den oud-minister van Justitie Soe-
botisj, met 1393 stemmen, nam de wet
Inzake de hervorming der rechtspraak
aan en koos Michajl Koeroentjitsj in
plaats van den overleden afgevaardig
de Akadonowitsj tot eersten ondervoor
zitter der Skoepsjtina.
Amerika en de
ontwapening.
Naar de ..Associated Press" uit Wash
ington meldt, heeft het ministerie van
Bu'.tenlandsche Zaken der Vereenigde
Staten informeel zijn bereidwilligheid te
kennen gegeven, opnieuw een delegatie
naar een eventueel te Genève te houden
voorbereidende ontwapeningsconferentie
af te vaardigen, in geval de door het
Fransoh-Engelsch maritiem compromis
geschapen nieu-we ontwikkeling der si
tuatie de hervatting der Geneefsche be
sprekingen ten gevolge mocht hebben.
Met de samenstelling der eventueele de
legatie heeft minister Kellogg zich op
het oogenbik nog niet bezig gehouden.
De Parijsche correspondent van de
Morning Post" verneemt van welinge
lichte zijde, dat Kellogg van den Qual
d'Orsay de verzekering heeft ontvangen,
dat tijdens zUn verblijf te Parijs in ver
band met de onderteekening van het
anti-oorlogspact geen andere kwesties
zullen worden aangesneden. Slechts op
grond van deze toezegging heeft- Kellogg
besloten de uitnoodiging van Parijs aan
te nemen. Deze wending zal. naar de
correspondent aanneemt, tot gevolg heb
ben, dat ook tegenover den Duitschen
minister van BuitenlandSche Zaken,
Stresemann, vermeden zal worden de
herstel- en schulden kwesties ter sprake
te brengen.
GEMENGD NIEUWS
Het water in de Amoer
daalt.
Uit Moskou wordt gemeld:
Het water in de Amoer en haar zij
rivieren begint langzaam te d u Vol
gens voorloopige ramingen bed::- 1' de
totale schade in het overstroomde ge
bied ongeveer tien mülloen roebel,
gehuchten werden geheel verwoest. In
de stad- Blagowetsjtjensk werd echter
slechts betrekkelijk weinig schade aan
gericht.
Litausch munitiedepot in
de lucht gevlogen?
De Tel. verneemt uit Warschau:
Naar verluidt, moet in de nabijheid
van Olita aan de Litausch-Poolsche
grens een groot Litausch munitiedepót
in de lucht gevlogen zijn. Hierbij zou
den negen soldaten gedood en zestig
zwaar gewond zijn. Talrijke zich in de
nabijheid bevindende gebouwen zouden
daarby tevens verwoest zijn.
Zwendelarij met
credietbrieven.
Volgens de B. B. Courier, doet de
Duittsche recherche ernstige pogingen
om een bende gauwdieven in handen
te krygen, die na in het buitenland
(Italië o.a. en ook in Nederland) ver
schillende banken met behulp van ver-
valschte credietbrieven te hebben opge
licht, sinds eenigen tijd in Duitschland
werkzaam moeten zijn Bij enkele ban
ken In Berlijn beproefden de heeren
vervalsChte credietbrieven aan te bie
den. maar zij verdwenen ijlings, zoodra
zij bemerkten, dat de dokumenten ern
stig onderzocht werden. Te Neurenberg
waren zU bijna gesnapt. De bank
employé aan het loket nam pas en cre-
dietbrief van een- der heeren, die zich
aanmeldde, mede om ze te onderzoe
ken. Daar dis nogal lang duurde, werd
de vreemdeling zenuwachtig, snelde het
gebouw uit en sprong in een buiten ge
reedstaande auto. Ge constateerd werd,
dat de op den credietbrief geplaatste
foto d:e van den vreemdeling was, ter
wijl het oorspronkelijk erop geplaatste
bedrag was uitgewischt en vervangen
door een ander, terwijl ook de naam
veranderd was.
Het onderzoek wordt krachtig voort
gezet.
Expeditie naar de
Kalahari.
Een Amerikaansche expeditie is ln
het eind van Juli uit Johannesburg
vertrokken naar de Kalahari, waar zij
hoopt primitieve vormen van den
mensch te vinden, fossielen, die met de
Taungsschedel eenig verband houden.
Ook omtrent het verleden der Hotten-
totten hoopt men iets naders te weten
te komen en verder over het ontstaan
van het hoog gelegen steppenland, de.
Kalahari, dat o.a. door Hottentobten
wordt bewoond;
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 CENTS PER REGEL.
reeds meer dan 40 jaren
OBERIAMNSTCIH
in Nederland ingevoerd.
12
Koninklijke emplooien.
Dezer dagen werd den Hertog van
York. op bezoek in de drukkerij, ver
zocht een blad te drukke nvoor het boek.
dat ter eere van zijn dochter wordt uit
gegeven. Het was slechts een van de
vele besognes die de leden van de ko
ninklijke familie in Engeland bijna da
gelijks in de uitoefening van hun posi
tie hebben te vervullen. Toen prinses
Mary voor haar trouwen in een Ixm-
densch ziekenhuis een opleiding kreeg
voor verpleegster werd van haar ver
wacht dat zij alle kinderen, die er kwa
men, althans eenmaal de eer zou geven
van een bad. Zij beantwoordde trouw aan
de verwachting. En de moeders, die haar
kinderen plachten te bezoeken, vroegen
het eerst of de prinses hun kind al had
gewasschen.
De Koning is zoo nu en dan verkooper
op liefdadigheidsbazars. En men ver
telt van hem dat hij op de zakelijkste
manier en in de echte winkelhandelstaal
zijn waren aanprijst en aan den man
brengt. Een beroeps-winkelbediende zou
het Zijne Majesteit niet kunnen verbe
teren. Het is ook wel bekend dat de ko
ning groote liefhebberij heeft voor me
chanica. Daarom grijpt hij de gelegen
heid aan, zoodra die zich voordoet, als
trein machinist te fungeeren, omdat hij
hiermede de schat van kennis op dit
gebietTkan vergreoten.
Inderdaad, de dagtaak der koninklijk?
familie is geenszins beperkt tot ope
ningsplechtigheden en het leggen van
eerste steenen. De Koningin heeft in
Buckingham Palace een groote naai
kamer waar zij met eigen nijvere handen
sinds jaar en dag kleedingstukken maakt
voor behoeftige kleinen. Zij bezoekt ook
periodiek de centra waar kleeding voor
de armen wordt uitgedeeld en neemt
actief deel aan het werk, waarbij zrtj een
groot zwart schort draagt. De populaire
Prins van Wales heeft het het drukst
van allen. Indien hij alle diners en dan
sen mee zou maken, waartoe hij wordt
uitgenoodigd, zou hij aan een dag van
vier en twintig uur van enkel eten en
dansen niet genoeg hebben. Hij aan
vaardt daarom slechts een percent van
zulke uitnoodügingen. Zijn ontspanning
zoekt hy vooral in paardrijden over hot
wijde Engelsche land. Maar zulke ont
spanning wordt hem slechts karig toe
bedeeld, ook al lijkt het dat hij veel op
het edele ros zit. Dat komt omdat hij
er wel eens afvalt, en zulk een incident
is groot nieuws voor de pers.
Het grootste deel ran zijn tijd wordt
ingenomen door bezoeken aan velerlei
oentra van werkzaamheid en industrie.
Hij geeft acte de présence bij philan-
tropisdhe ondernemingen .blaast glas,
mengt chocolade, propt wol in speel
goedbeesten en voorziet taarten van
suikersneeuw.
De man, die dieven ruikt.
Onlangs "Devatte een New Yorksch
blad de mededeeling, dat zich in een
groote helingsproces een man had aan
geboden, die het gestolen goed door mid
del van zijn neus, d.w.z. van zyn reuk
zin wilde opsporen. De man werd uit
gelachen en naar huis gestuurd. Maar
was dit voorstel werkelijk zoo belache
lijk? tn het geheel niet. Met groote
stelligheid is vastgesteld, dat ieder van
de vtjf menschelijke zintuigen bijzonder
kan worden ontwikkeld en gescherpt. Bij
de meeste menschen echter is de reuk
zin slechts zeer matig ontwikkeld. Er
•bestaan echter enkele volksstammen, bij
welke hij bizonder is ontwikkeld, zoo
b.v. bij enkele Indianen, en negerstam
men. Ook bij enkele Europeanen heeft
het reukorgaan bijzondere qualiteiten.
Een voorbeeld daarvan was de zooge
naamde „dievenruiker van Breslau", die
in het jaar 1850 de rechtbanken aldaar
FIETSKAART VAN HET GOOI
ZUIDE.R*
ZÊt
SICM. AFSTAND
(Zie artikel op eerste pagina).
bezighield Met dezen maai gebeurde het
volgende:
Van een schaapherder uit de buurt
van Breslau was uit een goed gesloten
kast een som gelds ontstolen. Om dit
geld terug te krijgen en den dief op te
sporen, deed hij een 'beroep op de dien
sten van een daglooner, die de reputatie
van „dievenruiker" had. De wonderman
kwam, rook aan de kast, doorzocht snuf
felend geheel het huis en vond einde
lijk het geld, dat in een leeren zak
in den tuin was begraven. De lucht aan
dezen zak hielp hem vervolgens op het
spoor van de dievegge, de dochter van
den bestolene zelf bleek de schuldige te
zijn.
Het meisje vOde echter die beschul
diging niet op zich laten zitten en op
deze wijze kwam het voorval ter ken
nis van de autoriteiten, die nu van hun
kant den dievenruiker wegens bedrog en
beleediging voor de rechtbank brachten.
Bij de behandeling van de zaak bleek
echter, dat de beklaagde goed had
geroken. Om echter ook de rechtbank
zelf verdere bewijzen van zyn bekwaam
heid te geven, zette hü een proefruikerü
op touw; alleen afgaande op den reide
wees hy van iederen rechter de hoofd
bedekking met verbluffende Juistheid
aan, hy zocht den eigenaar van "n porte
feuille onder de aanwezigen op enz. Op
de vragen van de medische deskundigen
antwoordde hy, dat hy reeds als jongen
personen aan hun aroma had kunnen
onderscheiden, alsmede de voorwerpen,
die zy hadden aangeraakt. Met de jaren
was deze capaciteit nog toegenomen en
zoo had hy van het opsporen van ver
miste dingen allengs een zaakje ge
maakt. Daarop werd de dievenruiker
vrijgesproken. Maar het gelukkig voor
hem afgeloopen proces zou toch het be
gin van zyn verderf worden. Zijn repu
tatie verschafte hem namelijk een uitge
breide cliëntèle, hy verkreeg zander
moeite veel geld, gaf zich over aan den
drank en werd door een val op het
achterhoofd zoo ernstig gekwetst, dat
hy spoedig stierf.
KORT EN BONDIG.
Uit de Pyreneefe wordt gemekt, dat
gedurende de laatste dagen van de
Spaaasch—Fransche grens verscheidene
roofovervallen op automobilisten wor
den gemeld.
Een bericht uit Marseille meldt, dat
vyf mannen een overval hebben ge
pleegd op den kassier eener spoorweg-
maatschappy. zy verwondde hem met
revolverschoten en beroofden hem van
800 francs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel.
Hoofdpijn-Tabletten 601*
Laxeer-Tabletten 60c'
Zenuw-Tabletten 75ct
Staal-Tabletten90ct
Maag-Tabletten 75ct
li Bij Apoth. en Drogisten
Haarlemmer Halletjes.
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Heb ik wel ooit verteld, hoe het toch
gekomen is dat Eduard van Burg in
1927 niet aan zyn zomervacantie toege
komen is? Het was Eduard in het leven
niet mecgeloopen. In het voorjaar was
zyn vrouw na veel sukkelen gestorven.
Hy stond toen voor de moeilyke keus
van alle weduwnaars: het huishouden
voortzetten en een huishoudster nemen
of het huishouden opbreken en weer in
pension gaan. Van twee kwaden had hy
toen naar zyn meeniSig het minste ge
kozen en was in het pension getrokken;
twee maanden later was natuurlyk de
gedachte bU hem opgekomen, of het
andere niet beter was geweest. Op ka
mers wonen in een onverschillige om
geving is ook niet alles. Geen wonder,
dat teen de zomer kwam zyn besluit om
niet op reis te gaan aan het wankelen
raakte. Hy wou wel .eens wat anders
zien. dan de eeuwige wanden van de
saaie kamer. De vraag was alleen maar:
zou het zee zyn of bergen? Na lange
overweging (van Burg was een secure)
overwonnen de bergen, zoodat de keus
op Zwitserland viel.
Hy was niet een van de menschen.
die klagen over him korte vacantie en
mcenen. dat zy minstens het dubbele
noodig hebben. Twee weken waren
hem ruimschoots voldoende en die zou
den op den lódcn Juli ingaan. Mis
schien herinneren de lezers van Haar
lem's Dagblad zich nog. dat het vorige
J op oen avond van den 12cen Juli
een jongmenseh uit wat in de krant ge
noemd werd „minnenyd" 'n revolverschot
loste op een ander jongmenseh, die de
gunst van de dame in quaestie verwor
ven had. Het geval maakte toen nogal
Indruk, al zUn wy het op dit oogenbllk
natuurhik al weer vergeten en verreweg
dc grootste indruk heerschte in 't pension
zelf. Van Burg was er niet rouwig om,
dat hy op het punt was op reis te gaan;
zóó ontliep hy alle commentaar op het
geval en had de keus. dat het pension
bli zyn terugkomst na veertien dagen
weer tot rust gekomen zou zyn. zooals
in een bijenkorf de kalmte terugkeer?.,
zoodra de donderbui voorby is.
Maar het zou niet alzoo geschieden.
Het Noodlot klopte op den avond van
den 14den Juli op de deur van Eduard
van Burg in den vorm van den knokkel
van de pensionhoudster, wier ontstelde
persoonïykheld onmiddellijk haar vinger
achterna stortte. Eduard fronste even
dc wenkbrauwen, want hy hield van
orde en leder op zyr. plaats en daar
hoorde niet bU. dat iemand zoo. goed
als onaangemeld zyn kamer binnen
kwam maar zyn ontstemming smolt
onmiddellyk weg by het zien van den
schrik en de ontsteltenis van zyn hos
pita- Over haar wenschen en verlan
gens liet zy hem niet in het onzekere.
..Ik ben maar een vrouw", zei ze. „en
in deze vreesdij ke omstandigheden is
mannelijke steun en hulp broodrvoodig".
Vóórdat van Burg om nadere verkla
ring verzocht, schoot het hem wel te
binnen, dat vele vrouwen die den in
druk maken alsof zy tegen alle gebeur
lijkheden des levens meer dan opgewas
sen zUn, zoodra er iets bijzonders ge
beurt subiet de vlag strijken en naar
mannen hulp uitzien. Zóó klemt zich de
rozelaar aan den sterken eik. Daarop
vroeg hy beleefd: „maar juffrouw, waar
mee kan ik u van dienst zyn?" want hij
was een beleefd en, wat beter is, ook
een goedhartig man.
Het antwoord deed zyn gezicht, be
trekken daar het niet om een advies te
doen was, dat in een kwartiertje kon
afloopen, maar om laat ik zeggen voort-
gezetten steun, d'le minstens eenige da
gen zou vorderen, in de eerste plaats
waren het de bezoeken van de politie,
die haar schrik aanjoegen, „ik krijg",
verzekerde zy. .daar angst en hartklop
ping van". Dan waren er ook de kran
ten. die telkens kwamen informeeren en
eindelijk moest de familie van den ge-
■roffen jongeling te woord gestaan wor
den. die de pensiondeur platliep. Kort
om. het verzoek was, of meneer van
Burg zoo vriendeiyk zou willen wezen,
al deze personen te woord te staan.
„Maar juffrouw", zei Eduard. „ik ben
op het punt om op reis te gaan", en hU
wees tot staving van die verzekering op
zyn koffer, dien hy bezig was te sluiten
maar die daartoe tot dusver niet te be
wegen was geweest het valies gaapte
wijd als of het met open mond om de
vergeefsche pogingen lachte. „Ik weet
het", snikte de juffrouw, „maar ik heb
niemand anders, die my wat helpen
kan", en daarby braken de opgekropte
tranen los en stroomden over haar ge
zicht. waar ze in haar van zorgen door-
rlmpeld gezicht bleven liggen. De aan
dacht van Eduard werd vooral getrok
ken door een dikken traan, die tot de
punt van haar neus voortsohoof en
daarop als doör een wonder van oven
wicht in balans bleef.
„Niemand anders?" herhaalde van
Burg en somde de mogeiykheden op.
waarmee hy aan het hem dreigende
Noodlot trachtte te ontkomen. „Geen
broer, geen neef. geen goeie kennis
De Juffrouw schudde telkens het hoofd,
wel was zy een van de eenzaamste
.schepselen, die ooit een pension beheer
de. Een oogenbllk werd Eduards aan
dacht afgeleid, omdat de trean het nu
op den neuspunt waariyk niet langer
houden kon en neerplofte op zyn tafel
kleed. maar daarna kwam hy tot de
actualiteit van den toestand terug en
somde andere pensiongasten op. die
hier steun zouden kunnen verleenen.
„Meneer Klein?" Die was te doof. .Me
neer Groot?" Te oud. ..De generaal?"
Het woord was er uit voor van Burg
er aan dacht en toen het gebeurd was
schaamde hy zich, want het was de
spotnaam van een oude dame in het
pension met een zware stem cn een dito
knevel, die eigenRjk het gehc e pension
regeerde en den indruk gaf, alsof zy
gemakkelijk hett commando van een
heel leger op zich nemen kon. Aan on
beleefdheden van dit soort maakte van
Burg zich anders nooit schuldig, maar
wat baatte schamen nog, nu het woord
eenmaal over de lippen wasl Het was
voor Eduard een soort van verlichting
dat de juffrouw de fout niet eens op
merkte en in een nasnik antwoordde:
„de Generaal? Die is vandaag al twee
maal flauw gevallen", waarmee de
roep van geduchtheid van de dame
meteen vervallen was.
Dit bracht den genadestoot, zoodat na
een langen blik op den koffer, die nog
altyd scheen te gapen van sarrende
pret, van Burg eindelijk capituleerde
en beloofde, de juffrouw in de eerste
drie dagen met raad en daad by te
staan. Inderdaad was deze tijdsruimte
voldoende, want zooals ieder nog wel
weten zal, liep het geval met een sisser
af. De revolver was er een, waarmee
geen doodehjk schot kon worden toege
bracht en de gekwetste was dan ook
ongeveer tegelijk van de blessuur en van
den schrik bekomen. Op den avond van
den derden dag kon ae juffrouw van
het pension Eduard's hulp en steun dan
ook gevoeglijk weer missen, zoodat hy
dien avond, met het aangenaam besef
een goede daad te hebben gedaan, op
nieuw een aanval deed op zyn koffer, die
nog altyd gaapte van plezier, blijkbaar
overtuigd dat hy de worsteling op den
duur wel winnen zou.
Ter wille van de volledigheid en we
gens de mogelijkheid, dat sommige ge
heugens van 1928 zich niet alles meer
herinneren, wat er in 1927 voorgevallen
Is, breng ik in herinnering dat de dader
er afkwam met een voorwaardelijke
veroordeeling en dat de beide Jongelui
afzagen van de jonge dame in quaestie,
die beide tot onverantwoordelijke ja
loezie scheen te hebben aangespoord en
geprikkeld.
Maar keeren wy tot vriend Eduard
terug. Buiten staat om den tegenstand
van zynfcoffer (die tooh niet behoefde
te dulden, dat er aan zyn ingewand
150 procent van de aanwezige ruimte
werd opgedrongen) te overwinnen, nam
hy een paar van de minst noodzake-
lijke voorwerpen er uit en sloot ver
volgens het valies met groot gemak.
Juist op hetzelfde oogenblik klopte
de welbekende knokkel van de juffrouw
aan de deur.
Van Burg keek met een gezicht vol
wantrouwen op. Instinctmatig over
woog hij liever niet te antwoorden en
zich aldus aan ir cHJke nieuwe nood
lottigheden te onttrekken, maar besef
fende dat dit niet baten zou wegens de
allerwege bekende volharding van de
juffrouw riep hy „Binnen!" en zag het
komende gevaar onder het oog, ofschoon
ik van een gevaar met oogen nog nim
mer gehoord heb.
Want er naderde weer een gevaar.
Het was een telegram.
Dat telegram behelsde het verzoek om
de drie jonge kinderen van zyn zwager
naar een familielid te Domburg te bren
gen, by wien zy zouden logeeren.
De zwager zelf was namelijk ziek ge
worden en dus verhinderd.
„Dank zei van Burg tot de juf
frouw. Naar zyn gemoed te weck gaan
de, zou hy een woord gebruikt hebben,
dat in deze kolommen niet past.
Duizend gedachten schoten door zyn
brein, waarvan ik hier enkele noem.
Hy kon terugseinen: „ben al naar
Zwitserland vertrokken", hetgeen even
wel door de plaats van afzending on
middellijk als valschheid in telegramme
zou zyn achterhaald.
Hy kon aan zyn zuster, de moeder
van de kinderen, seinen: „doe het zelf",
maar wist van te voren dat hy per om
gaande antwoord zou hebben gekregen:
„onmogelijk wegens myn zenuwen". De
zuster was er namelijk van overtuigd,
dat zü' onmogelijk in een trein achter
uit kon ryden en reisde dus nooit, om
dat je nooit vooruit weet of je op een
plaats vooruitryden rekenen kunt- Som
mige menschen bedryven hun vreemde
grillen met de gTootste kalmte ten koste
van ongelukkige familieleden en vrien
den.
Hy had natuurlijk kunnen telegra-
feeren „onmogelijk vertrek morgen naar
Zwitserland". Tot deze daad van zelf
zucht was hy evenwel niet in staat. Er
zat dus niet anders op, dan naar het
telegraafkantoor te gaan en te antwoor
den dat hy het doen zou. Evenwel
bracht deze beslissing hem in een zoo-
danlgen staat van entstemming, dat hy
rondkeek naar het een of andere, waar
aan hy een schop zou kunnen geven.
Het was de koffer; toen hy dezen on
gelukkige een fermen trap gegeven had.
gevoelde hy zich inderdaad wat opge
lucht.
Den volgenden dag ging hy naar
Groningen, waar de kindertjes woonden.
Den dag daarop bracht hy ze dwars door
Nederland heen naar Domburg (begTyp
goed met een vacantiekaart) en op den
derden oag reisde ihy weer naar zyn
eigen woonplaats terug.
Als wij nu de rekening opmaken dan
zien wy, dat het inmiddels Zondag
avond geworden was. Maandagavond
kwam de juffrouw om hulp en steun
voor die drie dagen. Donderdagavond
kwam het telegram over Domburg. Het
was dus nu Zondagavond. Van Burg
zag nog eens een en ander na en keek
wantrouwig naar de deur, of vandaar
misschien voor den derden keer gevaar
zou dreigen.
En inderdaad hoorde hy op de trap een
slepende stap. Met groote oogen wachtte
hy op wat er komen zou. De overbeken
de knokkel klopte weer op de deur.
Liefst zou hy geroepen hebben: „niet
thuis!" maar daar dat antwoord aller
minst zou zyn aanvaard, bracht hy
met van benauwdheid geknepen stem
er weer uit: „Binnen!"
Het was de juffrouw, zy sprak hem
toe. Ditmaal niet als vertegenwoordig
ster, reizigster of wat men wil, van het
noodlot, maar als belangstellende pen
sionhoudster.
„Wil u vanavond misschien nog een
glas melk of morgenochtend een ei bij
de boterham? Meneer gaat zoo vroeg
op reis."
Het hart kopte hem in de keel. Ik
weet wel, dat sommige menschen dat
zullen ontkennen, maar ik hou het vol:
zyn hart was tydeiyk naar zyn keel ge
stegen en bonsde daar van angst en
vrees. Zoo vriendeiyk mogeiyk bedankte
hy voor alles. Als het noodig geweest
was zou hy zelfs voor een krentebroodje
bedankt hebben.
De juffrouw ging heen. Nauwelijks
was zij weg of hy schoot de trap af, de
straat op en liep tot 's nachts 12 uur
rond, alleen maar uit vrees dat hy nog
weer een boodschap zou krygen, die
voor den derden keer zün reis in de war
zou sturen. Je wordt bygeloovlg onder
zulke omstandigheden. Maar toen hij na
middernacht thuis kwam, was er niets
gebeurd.
Zonder gerucht te maken schoof hy
in zijn bed. 's Morgens te zes uur stond
hy stilletjes op maakte tollet, schoot in
zyn kleeren, greep zyn koffer en sloop
de straat op, naar 't station.
Juist stond hy by het loket om een
kaartje te koopen. Hy voelde zich aan
zijn arm trekken. Achter hem stond het
zoontje van zyn patroon, den houthan
delaar Balkenstc.n, waar hy procuratie
houder was.
Met een zucht van berusting ging hy
voor het loket vandaan en vroeg: „Wat
is er Daantje? Heb je zoo hard ge-
loopen?"
„Vader heeft gisteravond laat zyn
been gebroken van de trap gevallen
of u niet op reis wil gaan."
Hy keerde met het kind terug, vol
mannelyke berusting, maar met een
gryns tot een van zijn kennissen, die
hem uit het station ziende komen har-
teiyk uitriep: „Prettige reis gehad?"
Hc'. is natuurlyk overbodig om te
zeggen, dat dezen keer de reis naar de
bergen definitief was afgesteld.
Als je je been breekt en de chirurg
heeft dat gezet en verzekerd dat het een
prachtige breuk is en je vraagt: „hoe
lang ben ik daar mooi mee?" dan zegt
hij „zes weken!" Dat is geen jokkentje,
maar t is ook niet waar. 't Is precies
of je aan iemand vraagt: „hoeveel be
lasting betaal je?" en hy zegt: „duizend
gulden", maar noemt alleen de hoofd
som en vergeet de opcenten.
Het duurde in hoofdsom en opcenten
precies drie maanden. Nu weet ieder
een, die eenig besef heeft van handel en
nyverheid, dat een houtkooper er op uit
moet: naar de werf, naar de klanten,
r-aar de kwade betalers om nog wat los
te krygen. En dat moest nu drie maan
den lang Eduard van Burg van zyn
patroon overnemen. Hy deed het ge
troost en met ijver, tot groote dank
baarheid van zyn patroon.
Natuurlyk kwam hy telkens by den
patroon overhuis. Daar ontmoette hy
diens schoonzuster, te hulp geroepen
voor de verpleging, een flinke vrouw, al
niet piepjong meer. maar nog zeer be
koorlijk. Die schoonzuster en van Burg
vonden elkaar aantrekkeiyk. Ze zyn se
dert April van dit jaar verloofd en zul
len in September trouwen en dan een
huweiyksreisje maken. Van Burg hoopt
dat er dezen keer niets ln den weg zal
komen. HU hoopt nog wat anders. Dat
zijn patroon hem als compagnon in den
houthandel opnemen zal, omdat hy zoo
goed gewerkt heeft en ook wel omdat
de schoonzuster een aardig duitje mee
ten huweiyk brengt. In een hout- en in
andere handels kun je altyd geld ge
bruiken.
Nu mag wat my betreft iedereen die
dit leest gaan fantasoeren over wat er
wel of niet gebeurd zou zün als Van
Burg niet tweemaal ln zyn reisplan was
gestoord en dus wel op reis gegaan was,
maar dat is myn taak niet. Ik heb al
genoeg gedaan met dit
verhaal in zes kolommetjes neer te
schrijven.
FIDELIO.