H. D. VERTELLINGEN BRIEVEN UIT INDIë. BINNENLAND FLITSEN FEUILLETON. De Dubbelganger HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 17 AUG. 1928 Huizen die ik gekend heb. (Van een correspondent) Waar in Holland de Ideeën over Indië nog vaak aan het ongeloofelijke gren zen, en er toch meer en meer jonge vrouwtjes naar Jan Oost trekken, is mij van verschillende zijden gevraagd eens wat van mijn wederwaardigheden als plantersega te vertellen, t Lijkt mij dan ook niet kwaad met mijn aller eerste ondervindingen te beginnen de honeymoon, U zult mij dat vergeven, sla ik over en is mijn uitgangspunt, mijn kennismaking met mijn eerste huisje in de nieuwe betrekking op het land X by Z., waar wij om verschil lende redenen slechts 4 dagen bleven en 2 edele daden achter heten. Zooals dat hier te doen gebruikelijk is, logeerden wij de eerste drie dagen bij den administrateur, waarvan ik éér. dag nam om kennis te maken, één dag om alle verschillende vruchten daar te proevenv en één dag om dientengevolge met een kranke maag In bed te liggen; de vierde dag verdlwenen wy weer van het tooneel! Na algemeene kennismaking met de toestanden op de onderneming, en ons huis, zelden we wel tegen elkaar „mi gaat het avontuur beginnen", maar had den toch geen gedachte zóó kort te blijven. Dus wilden wij met spoed het ongegeneerd-smerig achtergelaten huis opknappen. Even wil ik een beschrijving geven van het huis van onzen voorganger. Houdt da&ibU in gedachte, dat deze man een vooraanstaande plaats in de cultuur- bond innam, en hierin heftig voor de 'belangen der employés streed, waaronder ook behoorden nette huizen en bijge bouwen. Of het aan zijn strijden te danken is geweest, weet ik niet, maar de inrichting van het huis was heel ge riefelijk. 't Was van buiten van gewoon gepleisterde billik (gevlochten bamboe) inet flinke ramen. Het geheel bestond uit drie kamers on een serre benevens de bijgebouwen. 't Eerst stapten wij het serretje bin nen. De binnenmuur was 'behangen; het plafond eveneens van billik vertoonde zoo hier en daar een luchtgaatje. We gingen door naar de volgende kamer; in de tusschendeur was een kapotte ruit, bijwijze van ventilatie, nooit ge maaktHier hingen voor de ramen geen gordijntjes maar dikke met stof bedekte spinnenraggen. De rottan mat ten op de vloer waren muisgrijs van het stof (ae hooren roodbruin te zien) Ook hier was het behangen, een wand cn de zolder zagen pikzwart. „Oh", kwam de uitleg, „ik heb eens een vriend te logeeren gehad en die is gaan slapen zonder de lamp af te draaien" (petro leumlicht). De kamer links zag ook muisgrijs», ter afwisseling waren hier de ramen met krantenpapier beplakt. Aan den anuur fladderde een platte grond van een afdeeling in de thee tuinen, aan de achterwand hing droe vig een donkerrood© rozeknop tegen het grijsblauw behang geprikt! De recht- scthe kamer was niet zoo vuil als de rest. Naar het geraamte van een bed te oordeelen was dit 'sheeren slaapver trek geweest. Wij gingen verder de bijgebouwen be richt igen. Eerst de keuken; de deur ging open en een roetlucht kwam ons tege moet. 't Was er gelijk een open bamboe doos, met een schuin dakje tegen den regen. Boven in een wand was een raampje, eens doorzichtig, nu donker bruin gerookt. Wij hebben er de viezig heid moeten laten afkrabben! In het midden was de kookplaats een stee- nen oven met van boven twee ronde ga ten. Daar wordt onderin hout gepord en is de ventilatie góéd verzorgd, daii is zoo'n gelegenheid best te gebruiken. De goedang (berghok) was ernaast en ook doorrookt. Dan kwam de mandikamer 'badkamer). Hier tierde het mos welig op den grond; de mandibak, een vier kante gemetselde bak ongeveer een me ter hoog, lag driekwart-vol zand, waar uit misschien wel geconcludeerd worden mocht, dat er niet al te veel gebruik was gemaakt van dit anders toch zoo onmis baar vertrek in Indië. Door het aller- onmlsbaarste vertrek kan je niet komen zonder natte voeten te halen. Dit heele verhaal schynt erg overdre ven maar is toch heusoh naar de werke lijkheid weergegeven. De andere tuinem- ployé had zijn huis in een dergeüjken staat aangetroffen. Een deur uit ons huis vonden we bi) hem op de vliering. En nu komt de edele daad. Wij héb ben het huls met bezems laten keeren, de plafonds met kranten beplakt en over laten witten, de behangen die him oorspronkelljken kleur vergeten waren, laten sausen. Uit Z. lieten wy verf ko men. en in vier dagen blonken de ruiten weer, prykte het serretje In warmrood. de middenkamer in goudbruin en ae slaapkamer in crème. In dc derde ka mer hebben zoolang de kisten een berg plaats gevonden, 't Keukenraam was weer doorzichtig geworden, de oven had een pijp gekregen, de goedang was weer helder evenals de twee andere ka mertjes! Behalve deze prestatie hebben we nog een van de vele werklooze employés weer aan een baantje geholpen deze geniet nu van ons schoone huisje want wy verdwenen, nadat onder meer gebleken was, dat de toestand op de onderneming den toestand van het huis nog overtrof. Nadien hebben we nogal rondgezwor ven en verhuisden van hutjes naar pa leizen en omgekeerd, in onze oogen al thans. Zoo had ons tweede huis een .zaal" van 9 by 415 Meter met een allerge zelligst haardje, de afgunst van velen. Maar daar hadden wy het oh zoo noodig; in den regentijd rolde de mist. of beter de wolken, om tien uur al de ramen bin nen en was het dan om te rillen. (5500 voet hoog). Huis nummer drie was piepklein. Daar in ons huiskamertje zittend kon ik met nüjn linkerhand theeschenken, met mijn rechter, over het miniatuur tafeltje heen, piano spelen en dan zoo zittend met de punt van mijn schoen de boeken uit het boekenkastje, dat in den derden hoek stond, naar mij toe wippen. En het heele huis was in de hemelsblauwe verf gezet en behangen met helgeel pa pier, waarop lange ritsen vergeetmijnie- ten van den zolder tot den vloer liepen! Tijdelijk hebben we daarna in een groot open steenen huis met zes ka mers gewoond. De voorganger most meer inlandsch dan Europeesoh bloed hebben gehad, en scheen dan ook veel op den grond te hebben gezeten, want op eiken tegelvloer vonden we zijn kas- en voor- schottenrekenlngen! Heerlyk zijn die te gelvloeren; koel en in dit land van spinnen, kakkerlakken en wat al niet, iederen ochtend met een emmer water en een groote bezem in een oogenblik schoon en in een kwartiertje droog. (Hierboven kunnen geen steenen huizen staary om de aardbevingen niet; een bilik huis zwiept wel mee). Na dit, wat wy het paleis noemden, werd myn man bevorderd tot adminis trateur. Maar het administrateurshuis wordt dit jaar pas gebouwd en nu hui zen wy in een soortement keet op hooge pooten. (alle hulzen staan hier op neu ten, dat zijn steenen pilaartjes. tegen al te groote vocht). Aan de vier hoeken is de hut gestut door zware balken, want hy heet by den laatsten storm vijf cen timeter versehov ente zyn op de neuten, Van buiten is het dus meer dan afgry- seiyk, maar binnen is het, alhoewel klein toch dolgezellig geworden. Hiermee vertelde ik, wat ik aan huizen gekend heb wat ik aan hulzen zag zou te uitgebreid worden. De meeste huizen op ondernemingen echter zyn naar een eenheidsmodel gebouwd; gelukkig zyn de eenheidsstoelen, -tafels, en -kasten aan 't minderen. Er wordt veel meer liefde en zorg aan de interieurs besteed vooral door het steeds toenemend aan tal getrouwde planters. Zoo zullen wij ook wel binnen afzienibaren tijd meer smaak in den huizenbouw zien komen. VOOR DEN GOEDEN NAAM DER BAD- PLAATSEN. WIE WIL BADEN IN OLIE? De hoofdinspecteur voor de scheep vaart heeft zich met een schrijven tot de Reedersvereeniging voor de Neder- landsche Haringvisscherij gewend, waar in wordt gezegd, dat hem bekend is dat de verontreiniging van het zeewater door olie in de buurt van badplaatsen meermalen een zoodanigen omvang aan neemt, dat daaromtrent zeer rechtmati ge klachten worden geuit; dat het zeer in het algemeen belang is, dat ie Neder!andsche badplaatsen hun goeden naam niet verliezen en een dergeiyke verontreiniging zooveel doenlijk moet worden voorkomen. Daarom wordt de medewerking van de Reedersvereeniging gevraagd, teneinde aan schippers van stoom- en motorvisschersvaartuigen (laatstgenoemde meer in het byzonder) opdracht te geven en te verzoeken het buiten boord spuien van brandstof en oliehoudende vloeistof, als lenswater, dadelyk by vertrek uit de haven en on middellijk vóór binnenkomst aldaar zoo veel doeniyk na te laten en deze mani pulaties op zoodanigen afstand van de kust, b.v. minstens vijf mijl, te verrich ten, dat aan dit euvel voor de badplaat sen wordt tegemoet gekomen. Het hoofdbestuur der Reedersver- eenigLng heeft dit verzoek aan zyn leden overgebracht. BEHOORT MUZIEK BIJ EEN FILM VOORSTELLING? WEER EEN KWESTIE OVER DE BIOSCOOPWET. Men zal zich nog herinneren, dat te gen den directeur van het Scala-theater aanvankelijk proces-verbaal werd opge maakt, omdat hij op Goeden Vrijdag een bioscoopvoorstelling gaf. Over deze kwes tie en over de uitlegging van de nieuwe bioscoopwet hebben wy destijds verschei dene malen geschreven Op 5 April is in den Haag proces verbaal opgemaakt tegen een directeur van het Apollo-theater, omdat deze mu ziek had laten maken by een bioscoop voorstelling in de Stille week. Het be trof hier de vraag of de vergunning ver leend krachtens de nieuwe bioscoopwet zich ook uitstrekt tot de muziek. Volgens den Nederlandschen bioscoopbond is aparte vergunning voor muziek niet noodig. Deze zaak diende volgens de Tel. nu voor den Haagscben kanton-echter, mr. Uiterwijk. De ambtenaar van het O. M. zei in zyn requisitoir, dat de bioscoop wet alleen de technische zaken regelt, over de muziek zegt de wet niets, Artikel 271, dat in de verordening vermeld staat onder het hoofdstuk: Openbare vermakelijkheden en optoch ten. is een uitvloeisel van art. 188 der Gemeentewet, dat aan den Burgemees ter het recht geeft, regelend op te tre den. De verordening vond spr. niet in verband staan met de Bioscoopwet. Hy" achtte art. 151 der Gemeentewet (een plaatselijke verordening houdt op te gelden, als do '.vet in het onderwerp voor ziet) niet van toepassing op art. 271. Tot op heden zyn in deze zaken twee ontslagen van rechtsvervolging en één vrijspraak gevolgd. Om in een Olym piade-term te spreken staat het dus 21 voor ontslag van rechtsvervolging, al dus spreker. Die vonnissen kunnen echter hier niet als voorbeeld dienen, want de betref fende verordening kan op andere gron den rusten dan de Haagsche. Ten slotte eisclite spreker schuldig-verklaring van verdachte, zonder toepassing van straf, gezien de principieele kwestie. Hierna voerde de gemachtigde van verdachte, de heer De H„ administrateur van den Ned. Bioscoopbond te Amster dam, het woord. Hy erkende de feiten, doch bestreed, dat de gemeente het recht had, muziek in bioscopen te verbieden, krachtens art. 271. Toen de Bioscoopwet werd ingevoerd werd de macht van de burgemeesters, neergelegd in art. 188 der Gemeentewet, zeer beknot. Zy pro- beeren thans door gemeente-verordenin gen in het leven te roepen, deze macht weer tot zioli te trekken, doch, gezien de reeds uitgesproken vonnissen, zon der succes, aldus spr. Blijkens de memorie van antwoord moet men onder de exploitatie, bedoeld in art. 7 sub 2 der Bioscoopwet, ook ver staan het zoogenaamd „speetacle-coupé" (zang-, dans- en voordracht-nummers). Dit is ten eenen male onmogelyk zen der muziek. Muziek behoort by de voor stelling, aldus de gemachtigde. Nadat het O.M. had gerepliceerd en de gemachtigde nog eenige stukken had overgelegd bepaalde de Kantonrechter do uitspraak op 28 Augustus DOOR POSTZEGELS VERRADEN. EEN DOMME ZET VAN EEN INBREKER. De Rotterdamsche politie is er in geslaagd den dader te arresteeren van een brutale Inbraak in een kiosk op het Westplein aldaar waarby voor f 281 aan geld' en postzegels werd gestolen. Deze inbraak had plaats op 19 Juli op klaar lichten dag, tusschen twee en drie uur, den tijd, dat de juffrouw weg was om te eten. De dader had zich door verbreking van een ruit toegang verschaft, aldus de Tel. Dezer dagen nu kreeg de chef van het filiaal der firma Stokvis te Amsterdam, een bestelling van een Solar-lamp, voor een Rotterdammer. In den brief waren honderd postzegels van 71/2 cent ge sloten. Bovendien verzocht men de lamp te bezorgen aan de kiosk Coolsingel, waar deze afgehaald zou worden. Het kwam den chef vreemd voor. dat een inwoner van Rotterdam een bestelling deed bij het filiaal van een firma, waar van het hoofdkantoor in de Maasstad gevestigd is. Ook wekte het achterdocht dat alle postzegels geperforeerd waren, waardoor bleek, dat zij van een kiosk afkomstig waren en er dus een hoogere prys voor betaald moest zijn dan de waarde der zegels. Men stelde de politie alhier in kennis van deze feiten en deze heeft daarop een pakket by het kiosk Coolsingel bezorgd, dat in uiterlijk den schyn opwekte een Solar-lamp te be vatten. Men hield de kiosk in de gaten en zag gisteren een juffrouw komen om het pakket af te halen. Zy werd onmid dellijk gearresteerd, doch zeide van niets te weten, daar zy door haar man, «er. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1273 DE TOCHTDEUR Vader merkt op dat iemand de tochtdeur weer heeft laten open staan, willen ze daar nu eens om denken? hervat zijn lectuur als Jan uitgaat en de deur weer niet sluit vecht met denkbeeldige muggen, tegen Jan roe pende om de deur te sluiten merkt dat Jan al buiten gehoor Is, zucht, staat op en duet lv:t zelf gaat weer zitten als Mlentje binnenkomt met de vraag of hy Jan riep, want die is uit- Mientje verdwijnt weer en laat de tochtdeur open, staat op en sluit de deur -•laakt verzuchtingen ave: een gezin dat met wil doen wat je zegt en keert door de tochtdeur in huis terug kantoorbediende, gestuurd was. Ten huize van den kantoorbediende werd daarop een huiszoeking gedaan, waarbij een portefeuille voor den dag kwam, gelijk die in de kiosken gebruikt wordt om postzegels in te bewaren. Deze porte feuille bevatte nog een aantal geper foreerde postzegels. De kantoorbediende werd daarop gearresteerd, doch verklaar de aanvankelijk, dat hy de portefeuille met postzegels in het park gevonden had. Ten slotte heeft hij bekend zich aan de inbraak van 19 Juli te hebben schul dig gemaakt. Hy zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. JOSEPHIENTJE EN DE POLITIE. ZE MOET ZICH BETER KLEEDEN. De chef van de Haagsche zedenpolitie, hoofdinspecteur W. Hol, heeft na over leg met den waarnemend hoofdcom missaris, den heer Th. H. J. Besseling. aan den manager van Josephine Baker verzocht, om er voor zorg te dragen, dat de kleeding van de revuester op doeltreffender wyze zal worden vast gehecht. De politie heeft hiertoe beslo ten ten einde klachten over de kleeding van Josephine Baker te voorkomen, aldus de Tel. IN WEINIGE V/OORDEN. Woensdag is de Nenyto bezocht door niet minder dan 38.643 personen, waar door het totale aantal bezoekers is gestegen tot 933.708. Een melkrijder door De Punt (Gr.) met zyn melkwagen, toen plotseling zyn 6-jarig dochtertje vóór van den wagen afviel. Het voorwiel ging over het kleine kind dat onmiddellijk dood was. De Dultsche Lufthansa wil de steden Maastricht en Heerlen in het net dei- in ternationale luchtlijnen betrekken. Het zou de bedoeling zijn beide plaatsen te interesseeren voor de internationale luchtlijnen en den toestand begin 1929 in te doen gaan. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 cents per regel. N. V. v/h Meubeltransport Mij. VAN HULST Den Haag Alexanderplein 1-25 Maerten ran Heemskerk straat 25a Tel. 13052 Tel. 15166 VERPAKKINGEN EN VERZENDINGEN naar binnen- en buitenland Uit het Engelsch van ALICE EN CLAUDE ASKEW. 49) Toen het bekend werd dat Pierce Ruthven gevonden was. heerschte er al gemeene verbazing. Wat moest hy doen in de buurt van Dartmoorc, zoo dicht by Wendlesham? Men veronderstelde dat hy had gehoord dat Spencer Tar rant op dc manor logeerde en dat hy zyn vijand op een of andere manier kwaad had willen doen. Hy was waar schijnlijk in den mist den weg kwyt geraakt cn zoo door een misstap in de steengroeve gevallen. Deze redeneering was heel plausibel en werd algemeen als do juiste verklaring van Ruthven's dood aanvaard. En degenen die een ander licht op de zaak hadden kunnen werpen, zwegen. Zoo was liet einde van Pierce Ruth ven's misdadig leven. Het was ter wille van Greta dat Tar rant zweeg. Nadat het moisie van den eersten schok bekomen was legde zü een volledige bekentenis af en gaf zich aan de genade van haar vrienden over. Ruthven was dood; waarvoor diende het den eervollen naam Raynoer te be smeuren, den naam die met haar moest sterven? Ook Spencer Farrant zog dit in, zyn revanche was hem voldoende, ?yn vyand was in een smadelyken dood gedreven. Zoo werd een uitvlucht bedacht in den vorm van een om-er- wacht vertrek van Lord Raynour. Lady Raynour was voor haar gezondheid in het Zuiden van Frankrijk. Ze was nooit zooals Greta in de geheimen van haar man ingewijd geweest Ik zal zeggen diat vader plotseling naar het buitenland moest. besliste Greta mot karakteristieke vastberaden heid. Later moeten we dan maar ver tellen dat hy overleden is. Ik zal myn moeder natuurlijk de waarheid moeten vertellen, hot zal heel hard zijn, maar de wereld zal het niet weten. Wat Philip eerst nog niet heelomaal duideiyk was, na al wat hii van Tar rant gehoord had. werd hem verklaard door Greta's bekentenis. De twee ver halen vulden elkaar aan Het meisje vertelde hoe zij eerst door haar vader in vertrouwen was geno men. Er had altyd een groote vriend schap bestaan tusschen hein beiden en hy wist dat aLs zy wilde, zii een prach tige hulp voor hem zou zyn. Ze had eerst geprotesteerd en hem van den verkeerden wog terug willen brengen, maar daarin was ze niet geslaagd en langzamerhand was ze zitn medeplichti ge gewordenzyn vertrouwde in al zijn ondernemingen en ze deelde steeds zijn gevoel van triomf als er weer een coup geslaagd was. Lord Raynour had deze dubbele per soonlijkheid al aangenomen toen hy zyn adellijken titel nog niet liad en dus nog een betrekkelijk Jonge man was. Hij had een bijzondere gave voor een dergeiyke transformatie en beschik te over het vermogen om heel gemak kelijk zijn stem te veranderen. Zijn bei de „persoonlijkheden" waren, om zoo te zeggen, samen opgegroeid en de eene was tenslotte net zoo echt als de an dere. Raynour kon zich in een oogwenk in Ruthven transformeeren; er was niet veel meer noodig dan de pruik en de donkere bril; de kleur van de tanden moest wat veranderd worden, de kin wat blauwig gemaakt en dan moest het heele type anders ziin en daarin school het meesterschap van Raynour-Ruth- ven; de correcte edelman veranderde in een plonp. ietwat slordig, burgeriyk ty pehij behoefde zelfs niet eens al tijd van kleeren te verwisselen om de gedaanteverwisseling in elk opzicht vol komen te maken Bovendien. Raynour ging met een stek, Ruthven had een loggen gang; Raynour had een aristo cratische manier van spreken. Ruthven daarentegen praatte grof. Om zulk een metamorphose tot stand te brenegn was een eigenaardig soort genialiteit noo dig. Zoo kon Ruthven verdwijnen na zijn laatste onderhoud met Tarrant en Raynour eren later in het hotel ver- schynen met het aannemelijk verhaal, dat hy opdischte. Na zyn dood zou het bedrog misschien ontdekt zijn. als Lord Raynour niet d. voorzorg had genomen, voordo t hij de Manor verliet zUn dik wit haar af te knippen, liet eenige, waardoor Pierce Ruthven, nadat de pruik verwijderd was, na zyn dood als Lord Raynour had kunnen worden herkend. Toen door d: ontdekking van Paillon's fraude de grond onder zyn voeten warm was be ginnen te worden, had Lord Raynour voorzorgsmaatregelen genomen. Hy had zonder veel risico ziin laatste coup tegen Spenoer Tarrant kunnen uitvoe ren, over wiens identiteit Greta hem had ingelicht. Philip had onbewust zijn vriend overgeleverd in de handen van zUn vijand, in ziin blind vertrouwen op de eeriykheld van Greta. Het heele verhaal over Fletcher, die Helen weer zou opeisclien. was natuurlijk een ver zinsel. Greta die jaloersch was. had ge wild dat Helen weer zou verdwynen, ïoodat zy misschien den man zou kun hoort moeder later op merken dat degeen die het laatst door de tocht deur is gegaan haar niet gesloten heeft; zwijgt schuldbewust. (Nadruk verboden) (Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.) Het Ringetje door R. J. BRANDENBURG. Voor den winkel van een antiquair stond ik stil en keek naar de voorwer pen, die achter de foreede ruit lagen ge- etaleerd: boeken met versleten perka menten banden, dikke, oude horloges, met fraai-bewerkte kasten, miniaturen in zilveren lijstjes, armbanden en ringen. Een ringetje trok myn aandacht, ik her kende het. het was een dun gouden rin getje met een kleine camee, een fijnge- 1 sneden vrouwenkopje. Zou 't hetzelfde zijn? Dat zou kunnen blyken uit hetgeen er in stond gegrift. Ik ging den winkel binnen, kocht het ringetje haastig en eerst buiten bekeek ik het nauwkeurig. Ja, daar stond het: E. van H. 8' 8' 13. Het was het ringetje dat ik aan Elly' gegeven had op een warmen Augustus- avond. Wy waren beiden nog kinderen, ik student van negentien, zy zeventien jaar. Wat wat ze vroolijk en frisch! Hce konden haar oogen stralen! Dien avond wandelden we over de oude walled van het stadje naar het park. De schemering sloeg haar gazen sluier om de huizen en de boomen, in de violette lucht blonk een smal maansik keltje. Enkele paartjes slenterden voor ons uit, bleven nu en dan even staan in de schaduw, dan zagen we de sil houetten weer voor ons uit gaan. Het was stil. Slechts eenmaal bewcog een vogel, opgeschrikt, in een boomkruin en greep Elly myn arm. „Was je bang?" „Nee Ik sloeg myn arm om haar heen. We zwegen. Praten was overbodig. By den vyver stonden we stil en keken naar een witte zwaan, die als een ivoren sprook jes-scheepje over het donkere watervlak schoof. „Hou je van me?" vroeg ik. „Dat weet je wel". „Lieveling"' Later had ik haar het ringetje gege ven, dat ik voor haar had gekocht. 25e was er heel blij mee, kleurde en haar groote oogen werden donkerder. „Hoe mooien hoe lief van je...." Ik had het ringetje aan liaar vinger geschoven. „Zul je het altyd dragen?" „O ja, altyd.... altyd...." En toen we dien avond afscheid na men beloofde ze het nog eens: „Ik zal het nooit afdoenAls ik het niet meer draagdan, dan geloof ik dat ik zou sterven1 Er rolde een traan over haar wang, zij was heel ge voelig. 25e meende wat ze zei Dat ringe tje was voor haar het symbool van myn liefde, waarbuiten ze niet meer kon. Toen kwam de oorlog en ik vertrok naar het front.. Het duurde vele jaren voordat ik weer in het stadje terug kwam. Elly en haar moeder waren ver trokken. Buren meenden naar Marseille, maar het adres wist men niet. En nu, na vyftien jaar vond ik het ringetje in Parijs, bij een antiquair. Zou Elly gestorven zyn? Och kom, sentimenteels meisjespraat. Nee, dat was het niet, het was haar heilige ernst ge weest. Destijds koesterde een meisje -ver de liefde romantische en geen za kelijke denkbeelden. Zij had nooit meer iets van me gehoord, zy had vermoed dat ik in de loopgraaf gesneuveld was en dat had ze niet kunnen verdragen. Ze was haar belofte getrouw gebleven, ze had het ringetje gedragen totdat ze Maar waarom het niet meegenomen inOf zou ze gemeend hebben dat ik haar vergeten was, dat ik een ander daarom had ze het ringetje afge daanen waszooals ze had voor speld In gepeins verzonken, het ringetje in mijn hand, had ik langen tyd rondge slenterd. Ik begon moe en dorstig te worden. Ik trad een café binnen, waaruit mij vrooiyke muziek tegemoet kwam. Die zou myn sombere gedachten wel ver dry ven. Er werd druk gedanst. Met moeite ver overde ik mij een plaatsje. Een poos lang keek ik toe. Er was een vrouwtje dat aller aandacht trok door haar elegant bewegen. Ze danste steeds met denzelf- den heer. een correcten man, zoo te zien een oud-militair. Ik vermoed dat het haar echtgenoot was, ze waren heel ge woon en heel aardig tegen elkaar, niet zoo gemaakt onverschillig of overdreven lief als die één-dags-paartjes. Natuurlyk had het vrouwtje, volgens de heerschende mode, het haar gebobd, drceg ze doorschynende zyden kousen onder een rokje, dat tot boven de knie reikte en rookte ze sigaretten uit een pijpje van een halven meter lengte. Hoe langer ik haar zag, des te ster kei- kreeg ik den indruk dat ik haar ge kend had. Maar wie was zy dan? Ik peinsde en peinsde, maar myn geheu gen liet me in den steek. Tot, eindelijk, na myn derden cocktail. Toen schoot het ineens door mijn hoofd: „Elly!" Inderdaad, het was Elly. Ze was dus nietEr was heelemaal geen reden voor mijn sombere gedachtenIk kon zonder wroeging weer vrooiyk zUn. Uit gelaten, als ik dat verkoos. Maar ik voelde me niet bly. Myn stem ming bleef gedrukt. Ik kreeg het land aan het stryk'Je. dat maar aldoor die domme dansmopjes speelde. Ik stond op, betaalde en verliet het café. nen winnen van wien ze werkelijk was gaan houden. Gelukkig voor Helen had Lord Raynour op dit punt andere ideeën als Greta. Hij wensobte Philip niet als schoonzoon, hy h3d andere plannen met zyn dochter. Hij wilde He len onderdak brengen bij de dames die Philip had aanbevolen. Tarrant weer gevangen laten nemen, daarmee zyn ge vaarlijksten tegenstander schaakmat zotten en daarop zelf als Pierce Ruth ven verdwijnen. Nadat ze dit alles uitvoerig had uit eengezet, zonder eenige poging om zich zelf te sparen, vertelde Greta de ge schiedenis van Lady Kentard's diamant. Die had zij gestolen op den avond van het bal en den volgenden dag had zij den steen meegenomen naar Devonshire. Daar was een getrouw facsimile er van gemaakt, maar ze had geen kans gezien. die op een geschikte manier oo de plaats van den echten steen te leggen en zoo was de imitatie in het bezit van haar vader gebleven. De echte steen was daarop behandeld volgens een eigenaardige methode, die weer een van de geniaal-boosaardige uit vindingen van Lord Raynour was. Hy was bedekt met een dun laagje ondoor zichtig blauw glas en leek zoo op een goedkoope na maak-turkoois. In deze vermomming" werden de meeste edel- steenen, die door Lord Raynour's hand langers gestolen waren, naar Paillon ge smokkeld. wiens eigenaardige handel in imitatie-edelsteenen hierdoor verklaard werd. Het was een uitvinding, een groot meester in de misdaad waardig! Toen. op grond van deze ontdekking, de Parysche politie een nieuwe huiszoe king in de woning van Paillon deed, bleek de ware aard van deze imitaties en konden verschelden gestolen juweelen aan hun rechtmatige eigenaars worden teruggegeven. Philip begreep na deze mededeelingen van Greta nu ook, wat de twee stukjes blauw glas te beteekenen hadden, die hij na het ongeval met Dora, had opgeraapt en die hij voor scherfjes van de gebro ken vaas had aangezien. Toen de broche met de imitatie-tur koois gereed was om naar FrankrUk te worden overgebracht, ging Greta, aie op dat oogenblik met haar moeder in Ta vistock logeerde, naar Wendlesham om het sieraad in ontvangst te nemen, want zy was het die hem moest overhandigen aan den man, wiens speciale taak het was om met dergelyke imitaties tusschen Londen en Parys heen en weer te reizen, (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1928 | | pagina 6