H. D. VERTELLINGEN
BRIEVEN UIT INDIë.
BINNENLAND
FLITSEN
FEUILLETON.
De Dubbelganger
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 17 AUG. 1928
Huizen die ik gekend heb.
(Van een correspondent)
Waar in Holland de Ideeën over Indië
nog vaak aan het ongeloofelijke gren
zen, en er toch meer en meer jonge
vrouwtjes naar Jan Oost trekken, is mij
van verschillende zijden gevraagd eens
wat van mijn wederwaardigheden als
plantersega te vertellen, t Lijkt mij
dan ook niet kwaad met mijn aller
eerste ondervindingen te beginnen de
honeymoon, U zult mij dat vergeven,
sla ik over en is mijn uitgangspunt,
mijn kennismaking met mijn eerste
huisje in de nieuwe betrekking op het
land X by Z., waar wij om verschil
lende redenen slechts 4 dagen bleven
en 2 edele daden achter heten.
Zooals dat hier te doen gebruikelijk
is, logeerden wij de eerste drie dagen bij
den administrateur, waarvan ik éér.
dag nam om kennis te maken, één dag
om alle verschillende vruchten daar te
proevenv en één dag om dientengevolge
met een kranke maag In bed te liggen;
de vierde dag verdlwenen wy weer van
het tooneel!
Na algemeene kennismaking met de
toestanden op de onderneming, en ons
huis, zelden we wel tegen elkaar „mi
gaat het avontuur beginnen", maar had
den toch geen gedachte zóó kort te
blijven. Dus wilden wij met spoed het
ongegeneerd-smerig achtergelaten huis
opknappen.
Even wil ik een beschrijving geven van
het huis van onzen voorganger. Houdt
da&ibU in gedachte, dat deze man een
vooraanstaande plaats in de cultuur-
bond innam, en hierin heftig voor de
'belangen der employés streed, waaronder
ook behoorden nette huizen en bijge
bouwen. Of het aan zijn strijden te
danken is geweest, weet ik niet, maar
de inrichting van het huis was heel ge
riefelijk. 't Was van buiten van gewoon
gepleisterde billik (gevlochten bamboe)
inet flinke ramen. Het geheel bestond
uit drie kamers on een serre benevens
de bijgebouwen.
't Eerst stapten wij het serretje bin
nen. De binnenmuur was 'behangen; het
plafond eveneens van billik vertoonde
zoo hier en daar een luchtgaatje. We
gingen door naar de volgende kamer;
in de tusschendeur was een kapotte
ruit, bijwijze van ventilatie, nooit ge
maaktHier hingen voor de ramen
geen gordijntjes maar dikke met stof
bedekte spinnenraggen. De rottan mat
ten op de vloer waren muisgrijs van
het stof (ae hooren roodbruin te zien)
Ook hier was het behangen, een wand
cn de zolder zagen pikzwart. „Oh",
kwam de uitleg, „ik heb eens een vriend
te logeeren gehad en die is gaan slapen
zonder de lamp af te draaien" (petro
leumlicht). De kamer links zag ook
muisgrijs», ter afwisseling waren hier
de ramen met krantenpapier beplakt.
Aan den anuur fladderde een platte
grond van een afdeeling in de thee
tuinen, aan de achterwand hing droe
vig een donkerrood© rozeknop tegen het
grijsblauw behang geprikt! De recht-
scthe kamer was niet zoo vuil als de
rest. Naar het geraamte van een bed
te oordeelen was dit 'sheeren slaapver
trek geweest.
Wij gingen verder de bijgebouwen be
richt igen. Eerst de keuken; de deur ging
open en een roetlucht kwam ons tege
moet. 't Was er gelijk een open bamboe
doos, met een schuin dakje tegen den
regen. Boven in een wand was een
raampje, eens doorzichtig, nu donker
bruin gerookt. Wij hebben er de viezig
heid moeten laten afkrabben! In het
midden was de kookplaats een stee-
nen oven met van boven twee ronde ga
ten. Daar wordt onderin hout gepord
en is de ventilatie góéd verzorgd, daii is
zoo'n gelegenheid best te gebruiken. De
goedang (berghok) was ernaast en ook
doorrookt. Dan kwam de mandikamer
'badkamer). Hier tierde het mos welig
op den grond; de mandibak, een vier
kante gemetselde bak ongeveer een me
ter hoog, lag driekwart-vol zand, waar
uit misschien wel geconcludeerd worden
mocht, dat er niet al te veel gebruik was
gemaakt van dit anders toch zoo onmis
baar vertrek in Indië. Door het aller-
onmlsbaarste vertrek kan je niet komen
zonder natte voeten te halen.
Dit heele verhaal schynt erg overdre
ven maar is toch heusoh naar de werke
lijkheid weergegeven. De andere tuinem-
ployé had zijn huis in een dergeüjken
staat aangetroffen. Een deur uit ons huis
vonden we bi) hem op de vliering.
En nu komt de edele daad. Wij héb
ben het huls met bezems laten keeren,
de plafonds met kranten beplakt en
over laten witten, de behangen die him
oorspronkelljken kleur vergeten waren,
laten sausen. Uit Z. lieten wy verf ko
men. en in vier dagen blonken de ruiten
weer, prykte het serretje In warmrood.
de middenkamer in goudbruin en ae
slaapkamer in crème. In dc derde ka
mer hebben zoolang de kisten een berg
plaats gevonden, 't Keukenraam was
weer doorzichtig geworden, de oven
had een pijp gekregen, de goedang was
weer helder evenals de twee andere ka
mertjes!
Behalve deze prestatie hebben we nog
een van de vele werklooze employés weer
aan een baantje geholpen deze geniet
nu van ons schoone huisje want wy
verdwenen, nadat onder meer gebleken
was, dat de toestand op de onderneming
den toestand van het huis nog overtrof.
Nadien hebben we nogal rondgezwor
ven en verhuisden van hutjes naar pa
leizen en omgekeerd, in onze oogen al
thans.
Zoo had ons tweede huis een .zaal"
van 9 by 415 Meter met een allerge
zelligst haardje, de afgunst van velen.
Maar daar hadden wy het oh zoo noodig;
in den regentijd rolde de mist. of beter de
wolken, om tien uur al de ramen bin
nen en was het dan om te rillen. (5500
voet hoog).
Huis nummer drie was piepklein. Daar
in ons huiskamertje zittend kon ik met
nüjn linkerhand theeschenken, met mijn
rechter, over het miniatuur tafeltje
heen, piano spelen en dan zoo zittend
met de punt van mijn schoen de boeken
uit het boekenkastje, dat in den derden
hoek stond, naar mij toe wippen. En
het heele huis was in de hemelsblauwe
verf gezet en behangen met helgeel pa
pier, waarop lange ritsen vergeetmijnie-
ten van den zolder tot den vloer liepen!
Tijdelijk hebben we daarna in een
groot open steenen huis met zes ka
mers gewoond. De voorganger most meer
inlandsch dan Europeesoh bloed hebben
gehad, en scheen dan ook veel op den
grond te hebben gezeten, want op eiken
tegelvloer vonden we zijn kas- en voor-
schottenrekenlngen! Heerlyk zijn die te
gelvloeren; koel en in dit land van
spinnen, kakkerlakken en wat al niet,
iederen ochtend met een emmer water
en een groote bezem in een oogenblik
schoon en in een kwartiertje droog.
(Hierboven kunnen geen steenen huizen
staary om de aardbevingen niet; een
bilik huis zwiept wel mee).
Na dit, wat wy het paleis noemden,
werd myn man bevorderd tot adminis
trateur. Maar het administrateurshuis
wordt dit jaar pas gebouwd en nu hui
zen wy in een soortement keet op hooge
pooten. (alle hulzen staan hier op neu
ten, dat zijn steenen pilaartjes. tegen al
te groote vocht). Aan de vier hoeken
is de hut gestut door zware balken, want
hy heet by den laatsten storm vijf cen
timeter versehov ente zyn op de neuten,
Van buiten is het dus meer dan afgry-
seiyk, maar binnen is het, alhoewel klein
toch dolgezellig geworden.
Hiermee vertelde ik, wat ik aan huizen
gekend heb wat ik aan hulzen zag zou
te uitgebreid worden. De meeste huizen
op ondernemingen echter zyn naar een
eenheidsmodel gebouwd; gelukkig zyn
de eenheidsstoelen, -tafels, en -kasten
aan 't minderen. Er wordt veel meer
liefde en zorg aan de interieurs besteed
vooral door het steeds toenemend aan
tal getrouwde planters. Zoo zullen wij
ook wel binnen afzienibaren tijd meer
smaak in den huizenbouw zien komen.
VOOR DEN GOEDEN
NAAM DER BAD-
PLAATSEN.
WIE WIL BADEN IN OLIE?
De hoofdinspecteur voor de scheep
vaart heeft zich met een schrijven tot
de Reedersvereeniging voor de Neder-
landsche Haringvisscherij gewend, waar
in wordt gezegd, dat hem bekend is dat
de verontreiniging van het zeewater
door olie in de buurt van badplaatsen
meermalen een zoodanigen omvang aan
neemt, dat daaromtrent zeer rechtmati
ge klachten worden geuit; dat het
zeer in het algemeen belang is, dat ie
Neder!andsche badplaatsen hun goeden
naam niet verliezen en een dergeiyke
verontreiniging zooveel doenlijk moet
worden voorkomen. Daarom wordt de
medewerking van de Reedersvereeniging
gevraagd, teneinde aan schippers van
stoom- en motorvisschersvaartuigen
(laatstgenoemde meer in het byzonder)
opdracht te geven en te verzoeken het
buiten boord spuien van brandstof en
oliehoudende vloeistof, als lenswater,
dadelyk by vertrek uit de haven en on
middellijk vóór binnenkomst aldaar zoo
veel doeniyk na te laten en deze mani
pulaties op zoodanigen afstand van de
kust, b.v. minstens vijf mijl, te verrich
ten, dat aan dit euvel voor de badplaat
sen wordt tegemoet gekomen.
Het hoofdbestuur der Reedersver-
eenigLng heeft dit verzoek aan zyn leden
overgebracht.
BEHOORT MUZIEK BIJ
EEN FILM
VOORSTELLING?
WEER EEN KWESTIE OVER
DE BIOSCOOPWET.
Men zal zich nog herinneren, dat te
gen den directeur van het Scala-theater
aanvankelijk proces-verbaal werd opge
maakt, omdat hij op Goeden Vrijdag een
bioscoopvoorstelling gaf. Over deze kwes
tie en over de uitlegging van de nieuwe
bioscoopwet hebben wy destijds verschei
dene malen geschreven
Op 5 April is in den Haag proces
verbaal opgemaakt tegen een directeur
van het Apollo-theater, omdat deze mu
ziek had laten maken by een bioscoop
voorstelling in de Stille week. Het be
trof hier de vraag of de vergunning ver
leend krachtens de nieuwe bioscoopwet
zich ook uitstrekt tot de muziek. Volgens
den Nederlandschen bioscoopbond is
aparte vergunning voor muziek niet
noodig.
Deze zaak diende volgens de Tel. nu
voor den Haagscben kanton-echter, mr.
Uiterwijk. De ambtenaar van het O. M.
zei in zyn requisitoir, dat de bioscoop
wet alleen de technische zaken regelt,
over de muziek zegt de wet niets,
Artikel 271, dat in de verordening
vermeld staat onder het hoofdstuk:
Openbare vermakelijkheden en optoch
ten. is een uitvloeisel van art. 188 der
Gemeentewet, dat aan den Burgemees
ter het recht geeft, regelend op te tre
den. De verordening vond spr. niet in
verband staan met de Bioscoopwet. Hy"
achtte art. 151 der Gemeentewet (een
plaatselijke verordening houdt op te
gelden, als do '.vet in het onderwerp voor
ziet) niet van toepassing op art. 271.
Tot op heden zyn in deze zaken twee
ontslagen van rechtsvervolging en één
vrijspraak gevolgd. Om in een Olym
piade-term te spreken staat het dus 21
voor ontslag van rechtsvervolging, al
dus spreker.
Die vonnissen kunnen echter hier niet
als voorbeeld dienen, want de betref
fende verordening kan op andere gron
den rusten dan de Haagsche. Ten slotte
eisclite spreker schuldig-verklaring van
verdachte, zonder toepassing van straf,
gezien de principieele kwestie.
Hierna voerde de gemachtigde van
verdachte, de heer De H„ administrateur
van den Ned. Bioscoopbond te Amster
dam, het woord. Hy erkende de feiten,
doch bestreed, dat de gemeente het recht
had, muziek in bioscopen te verbieden,
krachtens art. 271. Toen de Bioscoopwet
werd ingevoerd werd de macht van de
burgemeesters, neergelegd in art. 188
der Gemeentewet, zeer beknot. Zy pro-
beeren thans door gemeente-verordenin
gen in het leven te roepen, deze macht
weer tot zioli te trekken, doch, gezien
de reeds uitgesproken vonnissen, zon
der succes, aldus spr.
Blijkens de memorie van antwoord
moet men onder de exploitatie, bedoeld
in art. 7 sub 2 der Bioscoopwet, ook ver
staan het zoogenaamd „speetacle-coupé"
(zang-, dans- en voordracht-nummers).
Dit is ten eenen male onmogelyk zen
der muziek. Muziek behoort by de voor
stelling, aldus de gemachtigde.
Nadat het O.M. had gerepliceerd en
de gemachtigde nog eenige stukken had
overgelegd bepaalde de Kantonrechter
do uitspraak op 28 Augustus
DOOR POSTZEGELS
VERRADEN.
EEN DOMME ZET VAN EEN
INBREKER.
De Rotterdamsche politie is er in
geslaagd den dader te arresteeren van
een brutale Inbraak in een kiosk op het
Westplein aldaar waarby voor f 281 aan
geld' en postzegels werd gestolen. Deze
inbraak had plaats op 19 Juli op klaar
lichten dag, tusschen twee en drie uur,
den tijd, dat de juffrouw weg was om te
eten.
De dader had zich door verbreking
van een ruit toegang verschaft, aldus
de Tel.
Dezer dagen nu kreeg de chef van het
filiaal der firma Stokvis te Amsterdam,
een bestelling van een Solar-lamp, voor
een Rotterdammer. In den brief waren
honderd postzegels van 71/2 cent ge
sloten. Bovendien verzocht men de lamp
te bezorgen aan de kiosk Coolsingel,
waar deze afgehaald zou worden. Het
kwam den chef vreemd voor. dat een
inwoner van Rotterdam een bestelling
deed bij het filiaal van een firma, waar
van het hoofdkantoor in de Maasstad
gevestigd is. Ook wekte het achterdocht
dat alle postzegels geperforeerd waren,
waardoor bleek, dat zij van een kiosk
afkomstig waren en er dus een hoogere
prys voor betaald moest zijn dan de
waarde der zegels. Men stelde de politie
alhier in kennis van deze feiten en deze
heeft daarop een pakket by het kiosk
Coolsingel bezorgd, dat in uiterlijk den
schyn opwekte een Solar-lamp te be
vatten. Men hield de kiosk in de gaten
en zag gisteren een juffrouw komen om
het pakket af te halen. Zy werd onmid
dellijk gearresteerd, doch zeide van niets
te weten, daar zy door haar man, «er.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 1273
DE TOCHTDEUR
Vader merkt op dat
iemand de tochtdeur
weer heeft laten open
staan, willen ze daar nu
eens om denken?
hervat zijn lectuur als
Jan uitgaat en de deur
weer niet sluit
vecht met denkbeeldige
muggen, tegen Jan roe
pende om de deur te
sluiten
merkt dat Jan al buiten
gehoor Is, zucht, staat op
en duet lv:t zelf
gaat weer zitten als
Mlentje binnenkomt met
de vraag of hy Jan riep,
want die is uit-
Mientje verdwijnt weer
en laat de tochtdeur
open, staat op en sluit de
deur
-•laakt verzuchtingen ave:
een gezin dat met wil
doen wat je zegt en
keert door de tochtdeur
in huis terug
kantoorbediende, gestuurd was. Ten huize
van den kantoorbediende werd daarop
een huiszoeking gedaan, waarbij een
portefeuille voor den dag kwam, gelijk
die in de kiosken gebruikt wordt om
postzegels in te bewaren. Deze porte
feuille bevatte nog een aantal geper
foreerde postzegels. De kantoorbediende
werd daarop gearresteerd, doch verklaar
de aanvankelijk, dat hy de portefeuille
met postzegels in het park gevonden had.
Ten slotte heeft hij bekend zich aan de
inbraak van 19 Juli te hebben schul
dig gemaakt. Hy zal ter beschikking van
de justitie worden gesteld.
JOSEPHIENTJE EN DE
POLITIE.
ZE MOET ZICH BETER
KLEEDEN.
De chef van de Haagsche zedenpolitie,
hoofdinspecteur W. Hol, heeft na over
leg met den waarnemend hoofdcom
missaris, den heer Th. H. J. Besseling.
aan den manager van Josephine Baker
verzocht, om er voor zorg te dragen,
dat de kleeding van de revuester op
doeltreffender wyze zal worden vast
gehecht. De politie heeft hiertoe beslo
ten ten einde klachten over de kleeding
van Josephine Baker te voorkomen,
aldus de Tel.
IN WEINIGE
V/OORDEN.
Woensdag is de Nenyto bezocht door
niet minder dan 38.643 personen, waar
door het totale aantal bezoekers is
gestegen tot 933.708.
Een melkrijder door De Punt (Gr.)
met zyn melkwagen, toen plotseling zyn
6-jarig dochtertje vóór van den wagen
afviel. Het voorwiel ging over het kleine
kind dat onmiddellijk dood was.
De Dultsche Lufthansa wil de steden
Maastricht en Heerlen in het net dei- in
ternationale luchtlijnen betrekken. Het
zou de bedoeling zijn beide plaatsen te
interesseeren voor de internationale
luchtlijnen en den toestand begin 1929
in te doen gaan.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 cents per regel.
N. V.
v/h
Meubeltransport Mij.
VAN HULST
Den Haag
Alexanderplein 1-25 Maerten ran Heemskerk
straat 25a
Tel. 13052 Tel. 15166
VERPAKKINGEN EN
VERZENDINGEN
naar binnen- en buitenland
Uit het Engelsch van
ALICE EN CLAUDE ASKEW.
49)
Toen het bekend werd dat Pierce
Ruthven gevonden was. heerschte er al
gemeene verbazing. Wat moest hy doen
in de buurt van Dartmoorc, zoo dicht
by Wendlesham? Men veronderstelde
dat hy had gehoord dat Spencer Tar
rant op dc manor logeerde en dat hy
zyn vijand op een of andere manier
kwaad had willen doen. Hy was waar
schijnlijk in den mist den weg kwyt
geraakt cn zoo door een misstap in de
steengroeve gevallen. Deze redeneering
was heel plausibel en werd algemeen als
do juiste verklaring van Ruthven's dood
aanvaard.
En degenen die een ander licht op de
zaak hadden kunnen werpen, zwegen.
Zoo was liet einde van Pierce Ruth
ven's misdadig leven.
Het was ter wille van Greta dat Tar
rant zweeg. Nadat het moisie van den
eersten schok bekomen was legde zü
een volledige bekentenis af en gaf zich
aan de genade van haar vrienden over.
Ruthven was dood; waarvoor diende het
den eervollen naam Raynoer te be
smeuren, den naam die met haar moest
sterven? Ook Spencer Farrant zog dit
in, zyn revanche was hem voldoende,
?yn vyand was in een smadelyken
dood gedreven. Zoo werd een uitvlucht
bedacht in den vorm van een om-er-
wacht vertrek van Lord Raynour. Lady
Raynour was voor haar gezondheid in
het Zuiden van Frankrijk. Ze was nooit
zooals Greta in de geheimen van haar
man ingewijd geweest
Ik zal zeggen diat vader plotseling
naar het buitenland moest. besliste
Greta mot karakteristieke vastberaden
heid. Later moeten we dan maar ver
tellen dat hy overleden is. Ik zal myn
moeder natuurlijk de waarheid moeten
vertellen, hot zal heel hard zijn, maar
de wereld zal het niet weten.
Wat Philip eerst nog niet heelomaal
duideiyk was, na al wat hii van Tar
rant gehoord had. werd hem verklaard
door Greta's bekentenis. De twee ver
halen vulden elkaar aan
Het meisje vertelde hoe zij eerst door
haar vader in vertrouwen was geno
men. Er had altyd een groote vriend
schap bestaan tusschen hein beiden en
hy wist dat aLs zy wilde, zii een prach
tige hulp voor hem zou zyn. Ze had
eerst geprotesteerd en hem van den
verkeerden wog terug willen brengen,
maar daarin was ze niet geslaagd en
langzamerhand was ze zitn medeplichti
ge gewordenzyn vertrouwde in al zijn
ondernemingen en ze deelde steeds zijn
gevoel van triomf als er weer een coup
geslaagd was.
Lord Raynour had deze dubbele per
soonlijkheid al aangenomen toen hy
zyn adellijken titel nog niet liad en
dus nog een betrekkelijk Jonge man
was. Hij had een bijzondere gave voor
een dergeiyke transformatie en beschik
te over het vermogen om heel gemak
kelijk zijn stem te veranderen. Zijn bei
de „persoonlijkheden" waren, om zoo te
zeggen, samen opgegroeid en de eene
was tenslotte net zoo echt als de an
dere. Raynour kon zich in een oogwenk
in Ruthven transformeeren; er was niet
veel meer noodig dan de pruik en de
donkere bril; de kleur van de tanden
moest wat veranderd worden, de kin
wat blauwig gemaakt en dan moest het
heele type anders ziin en daarin school
het meesterschap van Raynour-Ruth-
ven; de correcte edelman veranderde in
een plonp. ietwat slordig, burgeriyk ty
pehij behoefde zelfs niet eens al
tijd van kleeren te verwisselen om de
gedaanteverwisseling in elk opzicht vol
komen te maken Bovendien. Raynour
ging met een stek, Ruthven had een
loggen gang; Raynour had een aristo
cratische manier van spreken. Ruthven
daarentegen praatte grof. Om zulk een
metamorphose tot stand te brenegn was
een eigenaardig soort genialiteit noo
dig. Zoo kon Ruthven verdwijnen na
zijn laatste onderhoud met Tarrant en
Raynour eren later in het hotel ver-
schynen met het aannemelijk verhaal,
dat hy opdischte.
Na zyn dood zou het bedrog misschien
ontdekt zijn. als Lord Raynour niet d.
voorzorg had genomen, voordo t hij de
Manor verliet zUn dik wit haar af te
knippen, liet eenige, waardoor Pierce
Ruthven, nadat de pruik verwijderd
was, na zyn dood als Lord Raynour had
kunnen worden herkend. Toen door d:
ontdekking van Paillon's fraude de
grond onder zyn voeten warm was be
ginnen te worden, had Lord Raynour
voorzorgsmaatregelen genomen. Hy
had zonder veel risico ziin laatste coup
tegen Spenoer Tarrant kunnen uitvoe
ren, over wiens identiteit Greta hem
had ingelicht. Philip had onbewust zijn
vriend overgeleverd in de handen van
zUn vijand, in ziin blind vertrouwen op
de eeriykheld van Greta. Het heele
verhaal over Fletcher, die Helen weer
zou opeisclien. was natuurlijk een ver
zinsel. Greta die jaloersch was. had ge
wild dat Helen weer zou verdwynen,
ïoodat zy misschien den man zou kun
hoort moeder later op
merken dat degeen die
het laatst door de tocht
deur is gegaan haar niet
gesloten heeft; zwijgt
schuldbewust.
(Nadruk verboden)
(Nadruk verboden; auteursrecht voorbehouden.)
Het Ringetje
door
R. J. BRANDENBURG.
Voor den winkel van een antiquair
stond ik stil en keek naar de voorwer
pen, die achter de foreede ruit lagen ge-
etaleerd: boeken met versleten perka
menten banden, dikke, oude horloges,
met fraai-bewerkte kasten, miniaturen
in zilveren lijstjes, armbanden en ringen.
Een ringetje trok myn aandacht, ik her
kende het. het was een dun gouden rin
getje met een kleine camee, een fijnge- 1
sneden vrouwenkopje. Zou 't hetzelfde
zijn? Dat zou kunnen blyken uit hetgeen
er in stond gegrift.
Ik ging den winkel binnen, kocht het
ringetje haastig en eerst buiten bekeek
ik het nauwkeurig. Ja, daar stond het:
E. van H. 8' 8' 13.
Het was het ringetje dat ik aan Elly'
gegeven had op een warmen Augustus-
avond. Wy waren beiden nog kinderen,
ik student van negentien, zy zeventien
jaar. Wat wat ze vroolijk en frisch! Hce
konden haar oogen stralen!
Dien avond wandelden we over de
oude walled van het stadje naar het
park. De schemering sloeg haar gazen
sluier om de huizen en de boomen, in de
violette lucht blonk een smal maansik
keltje. Enkele paartjes slenterden voor
ons uit, bleven nu en dan even staan
in de schaduw, dan zagen we de sil
houetten weer voor ons uit gaan. Het
was stil. Slechts eenmaal bewcog een
vogel, opgeschrikt, in een boomkruin en
greep Elly myn arm.
„Was je bang?"
„Nee
Ik sloeg myn arm om haar heen. We
zwegen. Praten was overbodig. By den
vyver stonden we stil en keken naar een
witte zwaan, die als een ivoren sprook
jes-scheepje over het donkere watervlak
schoof.
„Hou je van me?" vroeg ik.
„Dat weet je wel".
„Lieveling"'
Later had ik haar het ringetje gege
ven, dat ik voor haar had gekocht. 25e
was er heel blij mee, kleurde en haar
groote oogen werden donkerder. „Hoe
mooien hoe lief van je...." Ik had
het ringetje aan liaar vinger geschoven.
„Zul je het altyd dragen?"
„O ja, altyd.... altyd...."
En toen we dien avond afscheid na
men beloofde ze het nog eens:
„Ik zal het nooit afdoenAls ik
het niet meer draagdan, dan geloof
ik dat ik zou sterven1 Er rolde een
traan over haar wang, zij was heel ge
voelig. 25e meende wat ze zei Dat ringe
tje was voor haar het symbool van myn
liefde, waarbuiten ze niet meer kon.
Toen kwam de oorlog en ik vertrok
naar het front.. Het duurde vele jaren
voordat ik weer in het stadje terug
kwam. Elly en haar moeder waren ver
trokken. Buren meenden naar Marseille,
maar het adres wist men niet.
En nu, na vyftien jaar vond ik het
ringetje in Parijs, bij een antiquair.
Zou Elly gestorven zyn? Och kom,
sentimenteels meisjespraat. Nee, dat was
het niet, het was haar heilige ernst ge
weest. Destijds koesterde een meisje
-ver de liefde romantische en geen za
kelijke denkbeelden. Zij had nooit meer
iets van me gehoord, zy had vermoed
dat ik in de loopgraaf gesneuveld was
en dat had ze niet kunnen verdragen.
Ze was haar belofte getrouw gebleven,
ze had het ringetje gedragen totdat ze
Maar waarom het niet meegenomen
inOf zou ze gemeend hebben dat
ik haar vergeten was, dat ik een ander
daarom had ze het ringetje afge
daanen waszooals ze had voor
speld
In gepeins verzonken, het ringetje in
mijn hand, had ik langen tyd rondge
slenterd. Ik begon moe en dorstig te
worden.
Ik trad een café binnen, waaruit mij
vrooiyke muziek tegemoet kwam. Die
zou myn sombere gedachten wel ver
dry ven.
Er werd druk gedanst. Met moeite ver
overde ik mij een plaatsje. Een poos lang
keek ik toe. Er was een vrouwtje dat
aller aandacht trok door haar elegant
bewegen. Ze danste steeds met denzelf-
den heer. een correcten man, zoo te zien
een oud-militair. Ik vermoed dat het
haar echtgenoot was, ze waren heel ge
woon en heel aardig tegen elkaar, niet
zoo gemaakt onverschillig of overdreven
lief als die één-dags-paartjes.
Natuurlyk had het vrouwtje, volgens
de heerschende mode, het haar gebobd,
drceg ze doorschynende zyden kousen
onder een rokje, dat tot boven de knie
reikte en rookte ze sigaretten uit een
pijpje van een halven meter lengte.
Hoe langer ik haar zag, des te ster
kei- kreeg ik den indruk dat ik haar ge
kend had. Maar wie was zy dan? Ik
peinsde en peinsde, maar myn geheu
gen liet me in den steek.
Tot, eindelijk, na myn derden cocktail.
Toen schoot het ineens door mijn hoofd:
„Elly!"
Inderdaad, het was Elly. Ze was dus
nietEr was heelemaal geen reden
voor mijn sombere gedachtenIk kon
zonder wroeging weer vrooiyk zUn. Uit
gelaten, als ik dat verkoos.
Maar ik voelde me niet bly. Myn stem
ming bleef gedrukt. Ik kreeg het land
aan het stryk'Je. dat maar aldoor die
domme dansmopjes speelde.
Ik stond op, betaalde en verliet het
café.
nen winnen van wien ze werkelijk was
gaan houden. Gelukkig voor Helen had
Lord Raynour op dit punt andere
ideeën als Greta. Hij wensobte Philip
niet als schoonzoon, hy h3d andere
plannen met zyn dochter. Hij wilde He
len onderdak brengen bij de dames die
Philip had aanbevolen. Tarrant weer
gevangen laten nemen, daarmee zyn ge
vaarlijksten tegenstander schaakmat
zotten en daarop zelf als Pierce Ruth
ven verdwijnen.
Nadat ze dit alles uitvoerig had uit
eengezet, zonder eenige poging om zich
zelf te sparen, vertelde Greta de ge
schiedenis van Lady Kentard's diamant.
Die had zij gestolen op den avond van
het bal en den volgenden dag had zij
den steen meegenomen naar Devonshire.
Daar was een getrouw facsimile er van
gemaakt, maar ze had geen kans gezien.
die op een geschikte manier oo de plaats
van den echten steen te leggen en zoo
was de imitatie in het bezit van haar
vader gebleven.
De echte steen was daarop behandeld
volgens een eigenaardige methode, die
weer een van de geniaal-boosaardige uit
vindingen van Lord Raynour was. Hy
was bedekt met een dun laagje ondoor
zichtig blauw glas en leek zoo op een
goedkoope na maak-turkoois. In deze
vermomming" werden de meeste edel-
steenen, die door Lord Raynour's hand
langers gestolen waren, naar Paillon ge
smokkeld. wiens eigenaardige handel in
imitatie-edelsteenen hierdoor verklaard
werd. Het was een uitvinding, een groot
meester in de misdaad waardig!
Toen. op grond van deze ontdekking,
de Parysche politie een nieuwe huiszoe
king in de woning van Paillon deed,
bleek de ware aard van deze imitaties en
konden verschelden gestolen juweelen
aan hun rechtmatige eigenaars worden
teruggegeven.
Philip begreep na deze mededeelingen
van Greta nu ook, wat de twee stukjes
blauw glas te beteekenen hadden, die hij
na het ongeval met Dora, had opgeraapt
en die hij voor scherfjes van de gebro
ken vaas had aangezien.
Toen de broche met de imitatie-tur
koois gereed was om naar FrankrUk te
worden overgebracht, ging Greta, aie op
dat oogenblik met haar moeder in Ta
vistock logeerde, naar Wendlesham om
het sieraad in ontvangst te nemen, want
zy was het die hem moest overhandigen
aan den man, wiens speciale taak het
was om met dergelyke imitaties tusschen
Londen en Parys heen en weer te reizen,
(Slot volgt.)